NL8402359A - Contacteenheid. - Google Patents

Description

f *

A

a VO 6460 contacteenheid.

De uitvinding heeft betrekking op een contacteenheid voor een elektrische inrichting, zoals een schakelaar, een isolator, enz.

Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een contacteenheid voor een elektrische inrichting, welke bestendig is 5 tegen het voeren van stromen met grote stroomsterkte, en welke is voorzien van een stationaire contactwand waarover een mobiele contact-wand kan glijden door middel van één of meer contactbladen, die normaliter aan de stationaire wand zijn bevestigd. De twee contactwanden en de bladen kunnen bijvoorbeeld een vlakke of cilindrische configu-10 ratie hebben. De relatieve beweging tussen de twee contactwanden bepaalt het openen of sluiten van de contacteenheid op een bekende wijze.

Bekende contactbladen hebben de vorm van een metalen strook, welke is voorzien van een reeks contactlippen, welke worden gevormd door evenwijdige dwarssneden aan te brengen en deze ten opzichte van 15 het vlak van de strook door torsie te buigen. De lippen hechten zich elastisch aan de vaste en mobiele contactwanden en voorzien derhalve in een goed contact voor het voeren van een stroom.

Contacteenheden, waarbij een dérgelijk blad wordt gebruikt, vereisen evenwel, zoals bekend, een zeer nauwkeurige bewerking van 20 zowel de stationaire contactwand als van de mobiele contactwand ten einde de tussenruimte daartussen, waarin het metalen blad moet worden ondergebracht, binnen nauwe tolerantiegrenzen te houden. Dit metalen blad moet eveneens met nauwe bewerkingstoleranties worden vervaardigd.

In verband hiermede leiden variaties in de afstand tussen de twee con-25 tactwanden en in de mate waarover de lippen van het contactblad zijn gebogen tot overeenkomstige variaties in zowel de inwendige weerstand ais in de glijbelasting van de contacteenheid.

Indien de bewerking met geen maximale nauwkeurigheid geschiedt, kan een reeks contacteenheden, welke met dezelfde structuur 30 worden vervaardigd, eigenschappen bezitten, die van elkaar verschillen.

Naast het probleem van de precisiebewerking doet zich het feit voor, dat een eventuele onnauwkeurigheid in de parallelgeleiding van de relatieve beweging tussen de twee contactwanden na verloop van tijd kan leiden ton een permanente deformatie van de sterk belaste 8402359 & λ; -2- lippen, hetgeen leidt tot een onomkeerbare reductie in de contactpunten met alle voor de hand liggende gevolgen van dien. Het oogmerk van de uitvinding is de bovengenoemde bezwaren van de bekende contact-eenheden te elimineren.

5 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt door een con tacteenheid voor een elektrische inrichting, welke is voorzien van een stationaire contactwand. waarover een mobiele contactwand kan glijden door middel van ten minste één elastisch contactblad, dat tussen twee respectieve evenwijdige contactvlakken van de twee contactwanden is 10 opgesteld met het kenmerk, dat het contactblad is voorzien van een centrale longitudinale ribbe waaruit zich aanhangsels in de vorm van lippen uitstrekken, die elk achtereenvolgens worden gevormd door een eerste en een tweede gedeelte, die door een boogvormig gedeelte met elkaar zijn verenigd, waarbij het boogvormige verbindingsgedeelte 15 elastisch tegen één van de twee contactvlakken drukt, het eindgedeelte van het tweede gedeelte elastisch tegen het andere van de twee contactv lakken drukt en de centrale ribbe op een stevige wijze is ondergebracht in een overeenkomstige zitting in één van de twee contactwanden ..

20 De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont: fig. 1 een dwarsdoorsnede over de lijn I-I van fig. 2 van een contacteenheid volgens de uitvinding; en fig. 2 een gedeeltelijk aanzicht van het contactblad van de 25 contacteenheid volgens fig. 1, beschouwd in de richting van de pijl F.

De contacteenheid volgens fig. 1, welke in zijn totaal met 10 is aangeduid, omvat een stationaire contactwand 11 en een mobiele contactwand 12 waartussen zich een elastisch contactblad 13 bevindt.

De wanden 11 en 12 behoren tot twee respectievelijk stationaire en 30 mobiele contactelementen van een elektrische inrichting, bijvoorbeeld een schakelaar.

Het blad 13 omvat een centrale longitudinale ribbe 14 waaruit zich in dwarsrichting een reeks gescheiden paren uitstekende divergente aanhangsels 15 in de vorm van lippen uitstrekt.

35 Elk aanhangsel 15 omvat een eerste rechtlijnig hellend ge deelte 16, dat uit de ribbe 14 aftakt en zich via een boogvormig verbin- 3402359 -3- -> . -ë dingsgedeelte 17 uitstrekt naar een tweede rechtlijnig gedeelte 18, dat helt in een richting, tegengesteld aan. het eerstgenoemde gedeelte.

De ribbe 14 heeft een U-vorm en is ondergebracht in een overeenkomstige zitting 19 in de stationaire contactwand 11 via een 5 isolerende steun 20 en wel zodanig, dat het blad 13 zich tijdens de relatieve contactopenings- en sluitbeweging van de twee wanden 11 en 12 niet van de wand 11 losmaakt.

De zitting 19 is verbonden met een werkelijk contactvlak 22 van de stationaire wand 11 via twee hellende CJ-vormige zijden 21, die 10 het overeenkomstige profiel van het paar aanhangsels 15 volgen.

Over het gehele oppervlak van de mobiele wand 12 omvat deze wand slechts één contactvlak, dat is aangegeven met 23 en evenwijdig is aan het vlak 22.

Zoals uit fig. 1 blijkt, drukt voor elk aanhangsel 15 het 15 boogvormige verhindingsgedeelte 17 elastisch tegen het oppervlak 23 en drukt het einddeel 25 van het gedeelte 18 elastisch tegen het vlak 22.

De gedeelten 16 en 18 van het blad 13 hebben een speciaal doel. Het gedeelte 18 draagt de stroom tussen de contactvlakken 22 en 20 23 over, terwijl het gedeelte 16 de belasting in elk van de contact punten proportioneert.

Het is experimenteel vastgesteld, dat de vorm van de aanhangsels 15, beschouwd in het licht van het bepaalde beschreven doel van de samenstellende delen daarvan, voorziet in en constante vooraf-25 bepaalde belasting in de contactpunten zelfs indien de afstand tussen de twee contactvlakken varieert, en een permanente deformatie van het blad belet ten gevolge van de bepaalde elastische actie en reactie van de twee gedeelten 16 en 18.

Derhalve worden de in het inleidende gedeelte beschreven 30 bezwaren geëlimineerd.

Teneinde een te grote expansie van de aanhangsels 15 te begrenzen, omvat de wand 11 twee trappen 24, die in laterale richting de door het blad 13 ingenomen ruimte bepalen en waartegen de delen 25 stuiten indien het blad 13 een grote deformatie ondergaat.

35 Men verkrijgt het beste bedrijfscompromis wanneer: 8402359

* J> V

-4- a) de hoek α tussen het gedeelte 16 en het oppervlak 23 is gelegen tussen 35° en 45° b) de hoek. 6 tussen het gedeelte 18 en het oppervlak 23 is gelegen tussen 60° en 70° 5 c) de verhouding van de elastische hefboomsarm a van het gedeelte 16 en de elastische hefboomsarm b van het gedeelte 18 is gelegen tussen 2 en 3.

Het is duidelijk, dat bij de beschouwde uitvoeringsvorm, die als een niet beperkend voorbeeld is beschreven, modificaties en/of 10 toevoegingen mogelijk zijn.

Zo kan de vorm van de uitstekende aanhangsels van het blad worden gewijzigd mits de bepaalde samenwerking tussen de twee aanhang-selgedeelten blijft bestaan.

Verder kan de vorm van de longitudinale ribbe en de overeen-15 komstige zitting in de stationaire contactwand -worden gewijzigd mits een stevige bevestiging van het blad in deze wand wordt verkregen.

Bij het afgeheelde voorbeeld is de ribbe 14 met de bijbehorende zitting 19 geschikt voor contacteenheidelementen met een cilindrische configuratie en voor een glijbeweging van de wand 12 over de 20 wand 11 in de richting van de dubbele pijl G.

De- isolerende steun 20 is niet steeds nodig. In het geval van een direct contact tussen de zitting 19 en de ribbe 14 worden secundaire stroombanen naast de hoofdstroombanen langs de gedeelten 18 gevormd, 25 8402359

Claims (6)

1- Contacteenheid voor een elektrische inrichting, voorzien van een stationairs contactwand waarover een mobiele contactwand kan glijden door middel van ten minste één elastisch contactblad, dat tussen twee respectieve evenwijdige contactvlakken van de twee contactwanden is 5 opgesteld met het kenmerk, dat het blad is voorzien van een centrale longitudinale ribbe waaruit zich aanhangsels in de vorm van lippen uitstrekken, die elk achtereenvolgens worden gevormd door een eerste en een tweede gedeelte, die via een boogvormig gedeelte met elkaar zijn verenigd, waarbij het boogvormige gedeelte elastisch tegen één 10 van de twee contactvlakken drukt, het eindgedeelte van het tweede gedeelte elastisch tegen het andere van de twee contactvlakken drukt en de centrale ribbe op een stevige wijze is ondergebracht in een overeenkomstige zitting in één van de twee contactwanden. *

2. Cbntacteenheid volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de 15 aanhangsels in longitudinale richting opeenvolgende paren gescheiden van elkaar zijn opgesteld, waarbij elk van de paren wordt gevormd door twee aanhangsels, die uit de longitudinale ribbe divergeren.

3. Contacteenheid volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eerste en tweede met elkaar verbonden gedeelten een rechtlijnig pro- 20 fiel hebben, welke profielen in tegengestelde richtingen naar de contactvlakken hellen.

4. Contacteenheid volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de centrale ribbe en de overeenkomstige zitting een ü-profiel bezitten.

5. Contacteenheid volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat tus-25 sen de zitting en de centrale ribbe een isolerende steun is aangebracht.

6. Contacteenheid volgens conclusie 3 met het kenmerk, dat de hoek tussen het eerste rechtlijnige gedeelte en de evenwijdige contactvlakken is gelegen tussen 35° en 45°, de hoek tussen het tweede rechtlijnige gedeelte en de evenwijdige contactvlakken is gelegen tussen 30 60° en 70°, en de verhouding van de elastische hefboomsarm van het eerste gedeelte ten opzichte van de centrale ribbe en de elastische hefboomsarm van het tweede gedeelte ten opzichte van het boogvormige verbindingsgedeelte is gelegen tussen 2 en 3. 8402359