NL8204784A - Magneetbandcassette. - Google Patents

Magneetbandcassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8204784A
NL8204784A NL8204784A NL8204784A NL8204784A NL 8204784 A NL8204784 A NL 8204784A NL 8204784 A NL8204784 A NL 8204784A NL 8204784 A NL8204784 A NL 8204784A NL 8204784 A NL8204784 A NL 8204784A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic tape
carrier
tape cassette
walls
brake arms
Prior art date
Application number
NL8204784A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8204784A priority Critical patent/NL8204784A/nl
Priority to DE19833343278 priority patent/DE3343278A1/de
Priority to US06/558,065 priority patent/US4607307A/en
Priority to IT8324068A priority patent/IT1208197B/it
Priority to ES527874A priority patent/ES527874A0/es
Priority to JP58229989A priority patent/JPS59113578A/ja
Priority to AT0427583A priority patent/AT379703B/de
Priority to CH6548/83A priority patent/CH663487A5/de
Priority to GB08332647A priority patent/GB2131769B/en
Priority to KR1019830005815A priority patent/KR910003165B1/ko
Priority to CA000442816A priority patent/CA1208778A/en
Priority to BE0/212019A priority patent/BE898420A/fr
Priority to AU22207/83A priority patent/AU559051B2/en
Priority to FR8319748A priority patent/FR2541493B1/fr
Publication of NL8204784A publication Critical patent/NL8204784A/nl
Priority to HK766/86A priority patent/HK76686A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08721Brakes for tapes or tape reels

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Registering, Tensioning, Guiding Webs, And Rollers Therefor (AREA)
  • Storage Of Web-Like Or Filamentary Materials (AREA)

Description

• ' PHN 10.526 1 ; N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Magneetbandcassette".
De uitvinding heeft betrekking cp een magneetbandcassette omvattende: een behuizing met twee onderling evenwijdig lopende, ongeveer rechthoekige hoofdwanden, twee zijwanden, een achterwand en een van frontopeningen voorziene frcntzijde; twee tussen de hoofdwanden 5 opgestelde, naast elkaar gelegen, cm loodrecht cp de hoofdwanden gerichte draaiingsassen draaibare wikkelkemen, elk nabij de beide axiale einden voorzien van een flens, welke flenzen paarsgewijs in een zelfde vlak gelegen zijn; een met de wikkelkemen verbonden magneetband die over althans een deel van de lengte in de vorm van bandspoelen in de 10 ruimte tussen de flenzen om de wikkelkemen gespoeld ligt en verder langs de frmtqpeningen ligt voor samenwerking met delen van een magneetband-cassetteapparaat; een reminrichting omvattende twee op een drager voorziene remarmen, waarvan de vrije einden nabij een eerste respectievelijk een tweede hoofdwand cpgesteld zijn en welke twee vrije einden met een 15 flens op een eerste respectievelijk een tweede wikkelkem samenwerken, welke drager van buiten de behuizing door op een magneetbandcassette-apparaat aanwezige bedieningsmiddelen bedienbaar is en verschuifbaar geleid is binnen de behuizing in een ruimte,begrensd uoor ue bandspoelen en de achterwand, in een richting loodrecht cp de achterwand tussen een 20 werkstand, waarin het vrije einde van elke remarm vrij ligt van de flens, en een ten opzichte van de werkstand op grotere afstand van de achterwand gelegen ruststand, waarin het vrije einde van elke remarm in in-grijping is met een tand van een zaagvertanding op de cmtrek van de flens, in welke ruststand rotatie van de bandspoelen verhinderd wordt; 25 veermiddelen, welke de drager vanuit de werkstand naar de ruststand bewegen, tijdens welke beweging de renarmen een onderling tegengestelde rotatie van de bandspoelen en daarmee een opspannen van de magneetband veroorzaken.
Een magneetbandcassette van de genoemde soort is bekend uit 30 de Britse ter visie gelegde octrooiaanvrage 20 44 733 (PHO 79.502).
Bij deze bekende magneetbandcassette zijn de wikkelkemen aan één axiaal einde voorzien van een flens met een zaagvertanding en het andere axiale einde van een flens net een geringe diameter zonder vertanding.
8204 784 ê .· t ’ • % 2
De reminrichting en de vertanding op de flenzen dragen er bij de bekende cassette voor zorg dat na het uit het magneetband-apparaat verwijderen van de cassette allereerst een effectief opspannen van de band plaatsvindt, waardoor de band niet meer beschadigd kan wor-5 den en verder een goede blokkering van de bandspoelen geschiedt. Bij deze bekende cassette zijn de van een vertanding voorziene flenzen aan tegenoverliggende axiale einden gelegen van de wikkelkemen. Hierbij zijn de beide spoelen, bestaande uit wikkelkemen met de beide daarop bevestigde flenzen, onderling spiegelsynmetrisch gemonteerd on 10 de vrije einden van de remamen op de juiste wijze met de tanden van de vertanding te kunnen laten samenwerken. Verder zijn alle-flenzen uit transparant materiaal uitgevoerd teneinde de hoeveelheid om de wikkelkemen gespoelde band in beide posities van de omkeerbaar uitgevoerde magneetbandcassette goed te kunnen waarnemen. Deze uitvoering van de 15 spoelen houdt in dat bij montage van de bekende magneetbandcass ette de twee spoelen onderling over 180° gedraaid in de cassette aangebracht moeten worden. Dit levert bij de montage twee verschillende materiaalstromen op, waarbij een grote oplettendheid vereist is cm te voorkomen dat één van de spoelen in een onjuiste stand gemonteerd wordt. 20 De optische controle van de montage wordt nog bemoeilijkt doordat alle flenzen transparant uitgevoerd zijn.
De uitvinding beoogt met behoud van de gunstige werking van de reminrichting de bekende magneetbandcassette zodanig uit te voeren dat op eenvoudige wijze een zo betrouwbaar mogelijke montage van de 25 cassette kan plaatsvinden.
De uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de flenzen aan beide axiale einden van elke wikkelkem een gelijke diameter bezitten en van een onderling tegengesteld gerichte zaagvertanding voorzien zijn; elk paar in een zelfde vlak gelegen flenzen van een onderling gelijk 30 gerichte zaagvertanding voorzien is; slechts één der hoofdwanden van openingen voorzien is voor aandrijving van de wikkelkemen door aandrijf-middelen van een magneetbandcassette en het paar flenzen, gelegen in het vlak nabij genoemde hoofdwand uit niet-transparant materiaal vervaardigd is.
35 Op deze wijze verkrijgt men een magneetbandcassette, waar van de spoelen tijdens de montage in een gelijke stand in één materiaalstroom aangevoerd kunnen worden, welke spoelen daarop zonder positione-ringsfouten in de cassettebehuizing aangehracht kunnen worden. Hierbij 8204 784 *Γ· " » 3 - ο is een optische controle op eventueel onjuist liggende spoelen eenvoudig daar de beide flenzen van een spoel individueel ganakkelijk herkenbaar zijn. Door deze eenvoudige montage leent zich de magneetbandcassette volgens de uitvinding bijzonder cm toegepast te worden in magneet-5 bandcassetteapparaten met geringe ontvang, waar de cassettebéhuizing kleine afmetingen dient te bezitten. Een voorbeeld van een dergelijke toepassing is een video-opnamecamera met ingebouwd magneetbandcassette-apparaat.
Opgemerkt wordt dat het op: zich bekend is een magneetband-10 cassette in slechts één der hoofdwanden van openingen te voorzien en de aangrenzende flenzen uit het niet-transparant materiaal te vervaardigen. Een dergelijke niet omkeerbare cassette bezit evenwel niet de reminrichting als hiervoor amschreven en mist derhalve de bijzondere voordelen van het opspannen en blokkeren welke aanwezig zijn in de 15 magneetbandcassette volgens de uitvinding.
Een voorkeursvorm •ran een magneetbandcassette volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de reminrichting uit twee helften bestaat, welke onderling spiegelbeeldsymmetrisch opgesteld zijn ten opzichte van een symmetrievlak dat gelegen is op gelijke afstand ten op-20 zichte van de hoofdwanden en loodrecht gericht is op een vlak gaande door de draaiingsassen. Aldus behoeft bij de montage geen bijzondere oplettendheid bij het aanbrengen van de reminrichting in de behuizing betracht te worden. In combinatie met het eenvoudig kunnen aanbrengen van de spoelen wordt op deze wijze een montage verkregen welke nagenoeg geen 25 risico's van fouten oplevert.
De magneetbandcassette bekend uit genoemde Britse ter visie gelegde octrooiaanvrage 20 44 733 bezit een drager welke voorzien is van twee oploopwanden, welke een scherpe insluiten met de hoofdwanden en waarmee op een magneetbandcassetteapparaat aanwezige bedieningsmidde-30 len kqppelbaar zijn teneinde de drager tegen de veerkracht van de veer-middelen in vanuit de ruststand naar de werkstand te doen bewegen.
In verband met het voorgaande is het van voordeel als de drager een doorlopende holte omvat, welke zich ongeveer loodrecht op de hoofdwanden uitstrekt en de oploopwanden in einddelen van de holte gelegen zijn, 35 welke einddelen ten opzichte van een centraal gelegen deel van de holte gerekend loodrecht op de achterwand verbreed uitgevoerd zijn. Door de aanwezigheid van de holten kan de drager relatief licht uitgevoerd worden, waarbij een eenvoudig plaatsen van de drager in de cassettebehuizing 8204784 * Λ * f 4 mogelijk is. Een verder voordeel van deze constructie van de drager is dat de bedieningsmiddelen van het magneetbandcassetteapparaat op betrouwbare en effectieve wijze met de drager kunnen samenwerken.
Een verdere voorkeursvorm van een magneetbandcassette volgens 5 de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de drager geleidingsruggen omvat, welke in zich evenwijdig aan de hoofdwanden uitstrekkende gleuven in met de hoofdwanden van de behuizing verbonden steunorganen geleid zijn.
Hiermee verkrijgt men de mogelijkheid de drager gemakkelijk in de behuizing aan te brengen, terwijl de geleidingsruggen er voor zorg dragen 10 dat de drager in de werkstand, de ruststand of tussenliggende standen telkens goed gepositioneerd is.
In verband hiermee is het van voordeel als de steunorganen stuurwanden omvatten,welke met nabij de vrije einden van de remarmen gelegen uitsteeksels op de remarmen samenwerken en welke stuurwanden de vrije 15 einden van de remarmen tijdens het bewegen van de drager van de ruststand naar de werkstand tegen veerkracht in de richting van de drager doen bewegen. Door de aanwezigheid van de stuurwanden, welke met de hoofdwanden van de behuizing verbonden zijn en welke derhalve reeds voor de montage aanwezig zijn kan het aanbrengen van de reminrichting tot een minimum 20 aantal handelingen beperkt blijven, waarbij het voordeel behouden blijft dat bij het bewegen van de drager van de ruststand naar de werkstand de vrije einden van de remarmen zo snel mogelijk de vertanding (¾) de ontrek van de flens raken en de spoel doen roteren. Dit is van belang cm een zo groot mogelijke verdraaiing van de spoel en daarmee een zo 25 effectief mogelijk spannen van de band te verkrijgen.
In samenhang met het voorgaande is het van voordeel als de steunorganen openingen omvatten, waarvan de stuurwanden wanddelen vormen en de remarmen zich vanaf de drager door de openingen uitstrekken.
Hierdoor wordt het voordeel verkregen dat ook de remarmen tengevolge 30 van de aanwezigheid van de openingen niet alleen in een richting van de drager af geleid worden, doch tevens in een richting loodrecht op de hoofdwanden. Aldus voorkomt men dat de remarmen met de vrije einden uit het vlak, waarin de flenzen gelegen zijn, geraken en waardoor de vrije einden bij het bewegen naar de ruststand de vertanding van de 35 flens zouden missen.
Een eenvoudige construeerbare en in de cassettebehuizing aanbrengbare reminrichting wordt gekenmerkt, doordat de remarmen uit stripvormig veerkrachtig materiaal vervaardigd zijn en nabij de naar 82Ö4 7 84 •k * 5 . « de achterwand gerichte zijde van de drager met de drager verbonden zijn. '
Een andere uitvoeringsvorm van een magneetbandcassette volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat de veermiddelen welke de drager vanuit de werkstand naar de ruststand bewegen een eenheid met de remarmen 5 vormei. Aldus laat de reminrichting zich tezamen met de veermiddelen in één handeling in de behuizing aanbrengen. _
Een verdere voorkeursvorm van een magneetbandcassette volgens de uitvinding wordt gekenmerkt,, doordat de remarmen uit kunststof zijn vervaardigd en met de drager een eenheid vannen. Hierdoor 10 verkrijgt men een reminrichting welke door de samenstelling uit kunststof nauwkeurig gevormd kan worden en uit één stuk bestaat.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvorm waartoe de uitvinding evenwel niet beperkt is.
15 Hierbij tonen:
Figuur 1 gedeeltelijk in doorsnede en gedeeltelijk in aanzicht een magneetbandcassette volgens de uitvinding;
Figuur 2 (¾) vergrote schaal een aanzicht volgens de pijl II op voor de uitvinding van belang zijnde onderdelen van de magneetband-20 cassette volgens figuur 1;
Figuur 3 een aanzicht volgens de pijl III in figuur 2;
Figuur 4 een doorsnede volgens de lijnen IV-IV in figuur 3.
De in figuur 1 weergegeven magneetbandcassette 1 omvat een behuizing welke als doosdeksel is qpgebouwd en waarbij een eerste onge-25 veer rechthoekige hoofdwand 2 het deksel vormt, dat een transparant venster 3 omvat welk venster zich over nagenoeg de gehele lengte van de cassette uitstrekt. De bodem van de doos van de behuizing wordt gevormd door een tweede ongeveer evenwijdig aan de hoofdwand 2 lopende rechthoekige hoofdwand 4. De behuizing omvat verder twee korte zijwanden 5 30 resp. 6, een achterwand 7 en een frontzijde met frontopeningen 8 en 9 nabij de hoeken met de zijwanden 5 resp. 6. De behuizing bevat aan de frontzijde verder een frontopening 10 welke in de weergegeven uitvoeringsvorm tot in beide hoofdwanden 2 en 4 doorloopt. Een scheidingswand 11 scheidt de frontopening 10 van het interieur van de behuizing teneinde 35 aldus het interieur tegen binnendringen stof en vuil af te schermen en bovendien de behuizing voldoende stijfheid tegen doorbuigen te verschaffen.
In de behuizing zijn twee tussen de hoofdwanden 2 en 4 opge- 8204784 4 * 6 stélde, naast elkaar gelegen, cm loodrecht op de hoofdwanden gerichte draailngsassen 12 resp. 13 draaibare wikkelkemen 14 en 15 aanwezig.
Deze wikkelkemen zijn aan de zijde van de tweede hoofdwand 4 via in deze hoofdwand aanwezige niet weergegeven openingen aandrijfbaar door 5 middel van niet weergegeven aandrijfmiddelen van een magneetbandcassette-apparaat. Met de wikkelkemen 14 en 15 zijn de einden van een magneetband 16 verbonden, die als weergegeven in figuur 1 deels in de vorm van bandhaspels cm de kernen 14 en 15 gespoeld ligt. Elke wikkelkem is nabij de beide axiale einden voorzien van een vast ermee verbonden flens 10 17, 18 resp. 19, 20. Hierbij zijn de flenzen 17 en 19 resp. 18 en 20 paarsgewijs in een zelfde vlak gelegen. Verder zijn de flenzen 17 en 19 uit transparant materiaal vervaardigd, waardoor het mogelijk is via het venster 3 de bandhaspels waar te nemen. Voor het goed kunnen waarnemen van de bandhaspels zijn de onderste flenzen 18 en 20 uit niet transparant 15 materiaal vervaardigd, waarbij bij voorkeur een witte kunststof is toegepast. Zoals mede weergegeven in figuur 3 zijn alle flenzen aan de cmtrek voorzien van een zaagvertanding. De zaagvertanding van elk paar in een zelfde vlak gelegen flenzen 17, 19; 18, 20 zijn van een onderling gelijk gerichte vertanding voorzien. De flenzen 17, 18; 19,20 aan beide 20 axiale einden van elke wikkelkem 14; 15 bezitten een gelijke diameter en zijn van een onderling tegengesteld gerichte zaagvertanding voorzien.
De tanden van de flenzen 17 en 19 strékken zich in de richting van de wijzers van de klok uit, terwijl de tanden op de andere flenzen 18 en 20 zich in tegengestelde richting tegen de richting van de wijzers van 25 de klok uitstrékken. De bandspoelen om de wikkelkemen 14 en 15 liggen in de ruimte tussen de flenzen 17, 18; 19, 20 cm de wikkelkemen 14 resp. 15 gespoeld.
Op de nabij de frontzijde gelegen einddelen van de scheidingswand 11 zijn bandgeleiders 21 en 22 aanwezig, waarbij als getoond in 30 figuur 1 in de rustpositie van de cassette de magneetband 16 aan de frontzijde van de cassette gestrekt ligt tussen de bandgeleiders 21 en 22. Doorvoermonden 23 en 24, direct gelegen achter de frontopeningen 8 resp. 9/zijn afgezien van de bandgeleiders 21 en 22, die slechts in de rustpositie van de cassette werkzaam zijn, geheel vrij van bandgelei-35 dingsmiddelen uitgevoerd. De bandgeleiders 21 en 22 bezitten slechts een passieve functie, namelijk cm de gestrekte positionering van de magneetband 16 ter plaatse van de frontopening 10 langs de frontzijde van de cassette mogelijk te maken. In deze positie is de magneetband 820 4 784 7 af gedekt door middel van een tweetal verzwenkbaar met de cassettebehui-zing verbonden cassettekleppen, waarbij een buitenklep 25 de band 16 aan de buitenzijde van de cassette afdekt en een binnenklep 26 zorg draagt voor een afscherming van de band in de opening 10 aan de naar de binnen-5 zijde van de behuizing gerichte zijde van de magneetband. De klep 25 is om astappen 27 verzwenkbaar verbonden met de zijwanden 5 en 6, terwijl de binnenklep 26 astappen 28 draagt welke geleid worden in sleuven in de scheidingswand 10. De kleppen 25 en 26 zijn onderling op niet weergegeven wijze zodanig gekoppeld dat een openzwenken van de klep' 25 10 tevens een openzwenken van de binnenklep 26 tot gevolg heeft.
De behuizing van de magneetbandcassette 1 omvat nabij de hoekpunten, gelegen op de aansluiting tussen de achterwand 7 en de zijwanden 5 resp. 6/een aantal detectiegaten, welke door delen van een magneetbandcassetteapparaat af getast kunnen worden. Deze gaten kunnen 15 benut worden voor het aftasten van bijvoorbeeld de bandsoort, de band-snelheid, de bandlengte en het al of niet voorbespeeld zijn van de magneetband. Hiertoe is een detectiegat 29 aanwezig dat door middel van een niet weergegeven schuif geopend resp. afgesloten kan worden. Op de naven van de wikkelkemen 14 en 15 drukt een bladveer 30, welke in 20 een V-vorm opgesteld is en welke ter plaatse van een schroefbevestiging 31 van het deksel aan de doos vastgeklemd ligt. De bladveer 30 draagt er zorg voor dat de wikkelkemen 14 en 15 elastisch tegen de hoofdwand 4 gedrukt wordt. Verder bevat de behuizing van de magneetbandcassette in de hoofdwand 2 een cylindriscbe holte 32 waar een lichtbron van 25 een magneetbandcassetteapparaat in gelegen kan zijn, en welke lichtbron een stralenbundel kan doen schijnen in de richting van de zijwanden 5 en 6, welke stralenbundel buiten de cassette door een lichtgevoelige cel van een magneetbandcassetteapparaat af getast kan worden. Indien een transparante aan- resp. uitlocpstrook van de magneetband passeert kan 30 op deze wijze een eindafschakeling van het magneetbandcassetteapparaat gerealiseerd worden.
Zoals meer in detail in de figuren 2 tot 4 weergegeven bevat de magneetbandcassette 1 binnen de behuizing in een ruimte begrensd door de bandspoelen en de achterwand 7 een reminrichting, welke twee 35 qp een drager 34 voorziene remarmen 35 en 36 omvat. De remarmen 35 en 36 zijn uit stripvormig veerkrachtig materiaal vervaardigd en zijn nabij de naar de achterwand 7 gerichte zijde van de drager 34 hiermee verbonden. De remarmen vormen een eenheid met veermiddelen welke de drager 8204 784 * *
• I
0 8 34 vanuit een niet weergegeven werkstand, waarin de drager nabij de achterwand 7 gelegen is, onder veerkracht doen verplaatsen naar de in figuur 1, 3 en 4 weergegeven ruststand waarin de drager op grotere afstand van de achterwand 7 gelegen is. De veermiddelen zijn in de weerge-5 geven uitvoeringsvorm uit één stuk bladveermateriaal tezamen met de rem-armen 35 en 36 vervaardigd, waarbij de veermiddelen benen 37 en 38 omvatten welke met de vrije einden tegen de achterwand drukken. De remarmen 35 en 36 omvatten vrije einden 39 resp. 40 welke in de ruststand van de ' drager 34 in ingrijping zijn met een tand van de zaagvertanding op de ontrek 10 van de flens 18 resp. 19. Hierbij is het vrije einde 39 van de renarm 35 nabij de onderste hoofdwand 4 gelegen, terwijl het vrije einde 40 van de remarm 36 nabij de bovenste hoofdwand 2 gelegen is. In de rustpositie van de drager, weergegeven in figuur 3 draagt het vrije einde 39 resp. 40 van de remarm er voor zorg dat de flens en daarmee de bandhaspel niet kan 15 draaien on de draaiingsas 12resp 13. In de niet weergegeven werkstand ligt het vrije einde 39 respektievelijk 40 vrij van de betreffende flens, waarbij rotatie van de bandspoelen mogelijk is. De reminrichting 33 bestaat in wezenuit twee helften, welke onderling spiegelbeeldsymetrisch opgesteld zijn ten opzichte van een syirmetrievlak 41, weergegeven in figuur 20 2, dat gelegen is op gelijke afstand ten opzichte van de hoofdwanden 2 en 4 en loodrecht gericht is op een vlak 42 gaande door de draaiassen 12 en 13.
De hoofdwanden 2 en 4 dragen steunorganen 43 en 44, welke bij voorkeur met de hoofdwanden een eenheid vormen en die nabij het symme-25 trievlak 41 op elkaar aansluiten. Als weergegeven in figuur 3 zijn de steunorganen 43 en 44 U-vormig gebogen uitgevoerd, terwijl als weergegeven in figuur 2 de steunorganen op de aansluiting zich loodrecht op de achterwand 7 uitstrekkende glaiven 45 en 46 begrenzen. Deze gleuven 45 en 46 vormen een langsgeleiding voor geleidingsruggen 47 en 48 op de drager 34. Aldus 30 is men ervan verzekerd dat bij het bewegen tussen de rust-en de werkstand van de drager deze een nauwkeurige gedefinieerde rechte baan binnen de behuizing loodrecht op de achterwand 7 maakt, terwijl tevens in de ruststand de drager 34 goed gepositioneerd is. Dit laatste is van belang cm er zeker van te zijn dat de vrije einden 39 en 40 goed kunnen ingrijpen in de tanden 35 van de vertanding op de cmtrek van de flenzen.
De remarmen 35 en 36 omvatten nabij de vrije einden 39 en 40 uitsteeksels 49 resp. 50, welke zich vanaf de remarmen van de drager 34 schuin buitenwaarts in de richting van de draaiassen 12 resp. 13 uitstrek- 8204784 * 0 9 I * f ken en welke uitsteeksels met de vrije einden ongeveer evenwijdig lopen aan de renarmen 35 resp. 36. In de ruststand van remarmen zijn de vrije einden van de uitsteeksels 49, 50 juist buiten het bereik van de tanden aan de ontrek van de flenzen. De steunorganen 43 en 44 lopen over in 5 stuurwanden 51 resp. 52 welke zich in de lengte richting loodrecht op de hoofdwanden uitstrekken en welke mede met behulp van verstevigingsrihr-ben 53 resp. 54 vast met de onder resp. boven hoofdwanden van de cassette verbanden zijn. Hierbij vormen de stuurwanden 51 resp. 52 wanddelen van openingen 55 resp. 56, door welke openingen de remarmen 35 resp. 36 zich 10 vanaf de drager 34 in de richting van de flenzen uitstrekken. Hierbij zijn wanddelen 57 en 58 bestemd om samen te kunnen werken met de uitsteeksels 49 resp. 50 tijdens het bewegen van de drager 34 in de richting volgens de pijl A in figuur 3 vanuit de ruststand naar de werkstand, waarbij de vrije einden 39 en 40 van de remarmen tegen veerkracht van de rem-
15 armen in in de richting van de drager 34 bewegen volgens de pijlen B
resp. C Cm deze beweging van de drager 34 te veroorzaken omvat de drager een doorlopende, holte 59, welke zich in de lengterichting ongeveer loodrecht op de hoofdwanden 2 en 4 uitstrekt. De holte 59 omvat in aan de hoofdwanden grenzende einddelen gelegen oploopwanden 60 rep. 61 welke een 011 ' -j scherpe hoek insluiten met de hoofdwanden,· en welke oploopwanden bestemd zijn om in samenwerking met in figuur 4 schematisch weergegeven be-dieningsmiddelen 62 na koppeling met deze bedieningsmiddelen de drager 34 tegen veerkracht van de veermiddelen 37 en 38 in in de richting volgens de pijl a naar de werkstand te bewegen. Zoals weergegeven in figuur 3 25 is elk einddeel van de holte 59 ongeveer rechthoekig uitgevoerd, terwijl de hoofdwand 4 voorzien is van een sleufgat 63 dat eveneens recht hoekig uitgevoerd is, waardoor de bedieningsmiddelen 62, bij voorkeur een stift met een schuin qploopvlak, bewogen kinnen worden Het voordeel van deze konstruktie is dat gebruik kan worden gemaakt van een statio- 30 nair cpgestelde stift 62 welke tijdens het opleggen van de cassette op een magneetbandcassetteapparaat de drager 34 volgens de pijl A doet verplaatsen terwijl ook de mogelijkheid aanwezig is dat de stift 62 bij het opleggen van de cassette aanvankelijk in het voorste deel van de holte 59 gelegen is en eerst bij het bedienen van de het magneetbandcassetteapparaat 35 de stift 62 na achteren in de richting volgens de pijl A schuift en daarbij de drager 34 meeneent.
Door middel van de stuurwanden wordt verkregen dat bij het bewegen van de drager 34 in een richting tegengesteld aan de pijl A
8204784 « r Λ . .
10 « vanuit de werkstand naar de in de figuur 3 weergegeven ruststand de remarmen 35 en 36 bij het vrijkomen van de uitsteeksels 49 en 50 van de wanden 57 en 58 direkt van de drager 34 afbewegen, waardoor de vrije einden van de remarmen 39 en 40 relatief snel koppelen met de 5 tanden aan de cmtrek van de flenzen. Het gevolg hiervan de remarmen 35 en 36 bij het bewegen naar de ruststand van de drager 34 zowel een radiale alsook een tangentiale beweging maken ten opzichte van de draai-ingsassen 12 resp. 13. Aldus wordt bij de beweging tegengesteld aan de richting volgens de pijl A van de drager 34 een rotatie van de 10 bandhaspels verkregen in de richting volgens de pijlen D resp.E in figuur 3, waardoor de magneetband 16 gespannen wordt, en waarbij,nadat de drager 34 de ruststand ingenomen heeft, rotatie van de bandspoelen verhinderd wordt. Het is hierbij van belang dat de openingen 55 en 56 in de stuurwanden 51 resp. 52 een goede geleiding vormen voor de remarmen, 15 waardoor de remarmen goed gepositioneerd liggen ten opzichte van de cmtrek van de flenzen. Aldus kan voorkomen worden dat de vrije einden 39 en 40 van de remarmen over of onder de flenzen door bewegen. Opgemerkt wordt dat de renarmen 35 en 36 ook uit kunststof materiaal kunnen zijn vervaardigd en met de drager 34 een eenheid kunnen vormen. In dat geval 20 verkrijgt men een nog eenvoudiger montage van de reminrichting en bovendien wordt daarmee het risico van een onjuiste positie van de remarmen nog verder verminderd.
De montage van de magneetbandcassette 1 volgens de uitvinding verloopt op gunstige wijze daar gebruik kan worden gemaakt van spoelen 25 bestaande uit de wikkelkemen met de daaraan verbonden flenzen, welke identiek uitgevoerd kunnen zijn en welke spoelen in een zelfde stand ten opzichte van onder resp. boven hoofdwand van de behuizing aangebracht kunnen worden. Mede daar onderflenzen 18 resp. 20, welke uit niet transparante materiaal vervaardigd zijn, gemakkelijk herkenbaar zijn is 30 hierbij een effektieve kontrole op een juiste positionering van de spoelen en de behuizing mogelijk. De montage van de cassette is verder eenvoudig door de konstruktie van de reminrichting 33 welke door de spiegelbeeld symetrischa vormgeving zowel in een eerste als in een tweede, omgekeerde stand gemonteerd kan worden. Ook de met de reminrichting 35 samenwerkende delen zoals de stuurwanden 51 en 52 en de geleidingsgleu-ven 45 en 46 in de steunorganen 43 en 44 maken een probleemloze montage van de reminrichting mogelijk. Een dergelijke montage maakt de magneetbandcassette volgens de uitvinding bijzonder geschikt om als relatief klei- 8204784 • » • * * 11 ne cassette in massa vervaardigd te worden ten behoeve van draagbare videcmagneetbandrecorders, zoals van het type gekombineerd met een opnamekamera.
5 10 15 20 25 30 35 8204 784

Claims (9)

1. Magneetbandcassette omvattende: - een behuizing met twee onderling evenwijdig lopende, ongeveer rechthoekige hoofdwanden, twee zijwanden, een achterwand en een van frontopeningen voorziene frontzijde, 5. twee tussen de hoofdwanden opgestelde, naast elkaar gelegen, cm loodrecht op de hoofdwanden gerichte draaiingsassen draaibare wikkel-kemen, elk nabij de beide axiale einden voorzien van een flens, welke flenzen paarsgewijs in eenzelfde vlak gelegen zijn, - een met de wikkelkemen verbonden magneetband die over althans een 10 deel van de lengte in de vorm van bandspoelen in de ruimte tussen de flenzen cm de wikkelkernen gespoeld ligt en verder langs de frontopeningen ligt voor samenwerking met delen van de magneetbandcassette-apparaat, - een reminrichting omvattende twee op een drager voorziene renarmen, 15 waarvan de vrije einden nabij een eerste respectievelijk een tweede hoofdwand opgesteld zijn een welke twee vrije einden met een flens op een eerste respectievelijk een tweede wikkelkem samenwerken, welke drager van buiten de behuizing door op een magneetbandcassette-apparaat aanwezige bedieningsmiddelen bedienbaar is en verschuifbaar 20 geleid is binnen de behuizing in een ruimte, begrensd de bandspoelen en de achterwand, in een richting loodrecht op de achterwand tussen een werkstand, waarin het vrije einde van elke remarm vrij ligt van de flens en een ten opzichte van de werkstand op grotere afstand van de achterwand gelegen ruststand, waarin het vrije einde van elke remarm nc in ingrijping is met een tand van een zaagvertanding op de ontrek van de flens, in welke ruststand rotatie van de bandspoelen verhinderd wordt, - veermiddelen, welke de drager vanuit de werkstand naar de ruststand bewegen, tijdens welke beweging de remarmen een onderling tegenge- 30 stelde rotatie van de bandspoelen en daarmee een opspannen van de magneetband veroorzaken, met het kenmerk, dat - de flenzen aan beide axiale einden van elke wikkelkem een gelijke diameter bezitten en van een onderling tegengesteld gerichte zaagver- 35 tanding voorzien zijn, elk paar in eenzelfde vlak gelegen flenzen van een onderling gelijkgerichte zaagvertanding voorzien is. - slechts één der hoofdwanden van openingen voorzien is voor aandrij- 82Ö4784 ,1 • • I 13 ving van de wikkelkemen door aandr i j fmiddelen van een magneetband-cassette en het paar flenzen, gelegen in het vlak nabij genoemde hoofdwande uit niet-transparant materiaal vervaardigd is.
2. Magneetbandcassette volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 5 de reminrichting uit twee helften bestaat, welke onderling spiegel* beeldsynmetrisch opgesteld zijn ten opzichte van een synmetrievlak dat gelegen is op gelijke afstand ten opzichte van de hoofdwanden en loodrecht gericht is op een vlak gaande door de draaiingsassen.
3. Magneetbandcassette volgens conclusie 2, waarbij de drager 10 voorzien van twee cplocp-wanden welke een scherpe hoek insluiten met de hoofdwanden en waarmee op een magneetbandcassetteapparaat aanwezige bedieningsmiddelen koppelbaar zijn teneinde de drager tegen de veerkracht van de veermiddelen in vanuit de ruststand naar de werkstand te doen bewegen, met het kenmerk, dat de drager een doorlopende holte omvat, 15 welke zich ongeveer loodrecht op de hoofdwanden uitstrekt en de oploop-wanden in einddelen van de holte gelegen zijn, welke einddelen ten opzichte van een centraal gelegen deel van de holte gerekend loodrecht op de achterwand verbreed uitgevoerd zijn.
4. Magneetbandcassette volgens één der voorgaande conclusies, 20 met het kenmerk, dat de drager geleidingsruggen omvat welke in z ich evenwijdig aan de hoofdwanden uitstrekkende gleuven in met de hoofdwanden van de behuizing verbonden steunorganen geleid zijn.
5. Magneetbandcassette volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de steunorganen stuurwanden omvatten, welke met nabij de vrije einden 25 van de remarmen gelegen uitsteeksels op de remarmen samsnwsrken en welke stuurwanden de vrije einden van de remarmen tijdens het bewegen van de drager van de ruststand naar de werkstand tegen veerkracht in de richting van de drager bewegen.
6. Magneetbandcassette volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat 30 de steunorganen qpeningen omvatten waarvan de stuurwanden wanddelen vormen en de remarmen zich vanaf de drager door de openingen uitstrekken.
7. Magneetbandcassette volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de remarmen uit stripvorming veerkrachtig materiaal vervaardigd zijn en nabij de naar de achterwand gericht zijde van de 35 drager met de drager verbonden zijn.
8. Magneetbandcassette volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de veermiddelen welke de drager vanuit de werkstand naar de rust- 8204 784 14 .1 * stand bewegen, een eenheid met de remarmen vormen.
9. Magneetbandcassette volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de remarmen uit kunststof zijn vervaardigd en met de drager een eenheid vormen. 5 10 15 20 25 30 35 520 4 784
NL8204784A 1982-12-10 1982-12-10 Magneetbandcassette. NL8204784A (nl)

Priority Applications (15)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204784A NL8204784A (nl) 1982-12-10 1982-12-10 Magneetbandcassette.
DE19833343278 DE3343278A1 (de) 1982-12-10 1983-11-30 Magnetbandkassette
US06/558,065 US4607307A (en) 1982-12-10 1983-12-05 Reel braking device for a magnetic-tape cassette
IT8324068A IT1208197B (it) 1982-12-10 1983-12-06 Cassetta di nastro magnetico.
CH6548/83A CH663487A5 (de) 1982-12-10 1983-12-07 Magnetbandkassette.
JP58229989A JPS59113578A (ja) 1982-12-10 1983-12-07 磁気テ−プカセツト
AT0427583A AT379703B (de) 1982-12-10 1983-12-07 Magnetbandkassette
ES527874A ES527874A0 (es) 1982-12-10 1983-12-07 Una casete de cinta magnetica
GB08332647A GB2131769B (en) 1982-12-10 1983-12-07 Magnetic-tape cassette
KR1019830005815A KR910003165B1 (ko) 1982-12-10 1983-12-08 자기 테이프 카세트
CA000442816A CA1208778A (en) 1982-12-10 1983-12-08 Magnetic-tape cassette
BE0/212019A BE898420A (fr) 1982-12-10 1983-12-08 Cassette de bande magnetique.
AU22207/83A AU559051B2 (en) 1982-12-10 1983-12-08 Cassette
FR8319748A FR2541493B1 (fr) 1982-12-10 1983-12-09 Cassette de bande magnetique
HK766/86A HK76686A (en) 1982-12-10 1986-10-09 Magnetic-tape cassette

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204784A NL8204784A (nl) 1982-12-10 1982-12-10 Magneetbandcassette.
NL8204784 1982-12-10

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204784A true NL8204784A (nl) 1984-07-02

Family

ID=19840727

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204784A NL8204784A (nl) 1982-12-10 1982-12-10 Magneetbandcassette.

Country Status (15)

Country Link
US (1) US4607307A (nl)
JP (1) JPS59113578A (nl)
KR (1) KR910003165B1 (nl)
AT (1) AT379703B (nl)
AU (1) AU559051B2 (nl)
BE (1) BE898420A (nl)
CA (1) CA1208778A (nl)
CH (1) CH663487A5 (nl)
DE (1) DE3343278A1 (nl)
ES (1) ES527874A0 (nl)
FR (1) FR2541493B1 (nl)
GB (1) GB2131769B (nl)
HK (1) HK76686A (nl)
IT (1) IT1208197B (nl)
NL (1) NL8204784A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS59135574U (ja) * 1983-03-02 1984-09-10 日立マクセル株式会社 テ−プカ−トリツジ
DE8420207U1 (de) * 1984-07-06 1984-11-29 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Bandkassette, insbesondere magnetbandkassette
AU581444B2 (en) * 1984-07-21 1989-02-23 Sony Corporation Magnetic tape cassette with reel-lock mechanism
AU580318B2 (en) * 1984-07-23 1989-01-12 Sony Corporation Tape cassette
JPS61182981U (nl) * 1985-05-08 1986-11-14
US4702434A (en) * 1986-05-19 1987-10-27 Roger Brauer Tape cassette arrangement
US4870520A (en) * 1986-05-29 1989-09-26 Magnetic Peripherals Inc. Read/write head with side winding slot
CA1316894C (en) * 1986-07-18 1993-04-27 Yuji Iwahashi Brake device for tape reel in magnetic tape cassette
US5255144A (en) * 1986-07-18 1993-10-19 Sony Corporation Brake device for tape reel in magnetic tape cassette
US4823223A (en) * 1987-04-21 1989-04-18 Konica Corporation Mechanism for locking tape reel in magnetic tape cassette
JP2600264B2 (ja) * 1988-03-31 1997-04-16 ソニー株式会社 テープリールの回転防止装置
US5056735A (en) * 1989-08-04 1991-10-15 Shape Inc. Video cassette integral actuator/reel lock/spring
JP2734144B2 (ja) * 1989-12-06 1998-03-30 ソニー株式会社 テープカセット
US5092536A (en) * 1990-05-11 1992-03-03 Paul J. Gelardi Integrally molded recyclable video tape cassette
KR930006216Y1 (ko) * 1990-07-24 1993-09-15 주식회사 에스케이씨 비디오 테이프 카세트의 릴 록킹장치
JP2616838B2 (ja) * 1990-10-17 1997-06-04 ティーディーケイ株式会社 テープカセット
JPH0644733A (ja) * 1992-07-24 1994-02-18 Sony Corp テープカセット
KR100273032B1 (en) * 1992-07-30 2000-12-01 Hitachi Maxell Tape cartridge
US5449124A (en) * 1992-11-19 1995-09-12 Sony Corporation Reel lock mechanism for tape cassette
US5328126A (en) * 1993-02-08 1994-07-12 Lcv Associates Cassette brake release
JPH0668179U (ja) * 1993-02-09 1994-09-22 富士写真フイルム株式会社 磁気テープカセット
JPH11238343A (ja) * 1998-02-20 1999-08-31 Fuji Photo Film Co Ltd 磁気テープカセット

Family Cites Families (12)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3807840A (en) * 1972-01-03 1974-04-30 Polaroid Corp Film handling cassette having reel locking means
JPS5633027Y2 (nl) * 1976-12-10 1981-08-05
JPS541052A (en) * 1977-06-03 1979-01-06 Nippon Telegr & Teleph Corp <Ntt> Measuring apparatus for optical fiber dispersion characteristic
JPS54163621U (nl) * 1978-05-08 1979-11-16
AT359307B (de) * 1979-03-06 1980-11-10 Philips Nv Kassette
JPS5646085U (nl) * 1979-09-17 1981-04-24
JPS56136382U (nl) * 1980-03-17 1981-10-15
ATE18617T1 (de) * 1980-07-28 1986-03-15 Hitachi Maxell Magnetbandkassette.
JPS6215906Y2 (nl) * 1980-07-28 1987-04-22
JPS57180890U (nl) * 1981-05-07 1982-11-16
JPS57210489A (en) * 1981-06-22 1982-12-24 Sony Corp Tape cassette
NL8201452A (nl) * 1982-04-06 1983-11-01 Philips Nv Magneetbandcassette.

Also Published As

Publication number Publication date
GB2131769B (en) 1986-02-19
KR840007785A (ko) 1984-12-20
IT8324068A0 (it) 1983-12-06
HK76686A (en) 1986-10-17
DE3343278C2 (nl) 1992-05-21
FR2541493A1 (fr) 1984-08-24
JPS59113578A (ja) 1984-06-30
ATA427583A (de) 1985-06-15
AU559051B2 (en) 1987-02-19
BE898420A (fr) 1984-06-08
GB2131769A (en) 1984-06-27
IT1208197B (it) 1989-06-06
ES8406770A1 (es) 1984-08-01
CA1208778A (en) 1986-07-29
FR2541493B1 (fr) 1986-07-25
CH663487A5 (de) 1987-12-15
KR910003165B1 (ko) 1991-05-20
AT379703B (de) 1986-02-25
US4607307A (en) 1986-08-19
ES527874A0 (es) 1984-08-01
JPH0419631B2 (nl) 1992-03-31
DE3343278A1 (de) 1984-06-14
GB8332647D0 (en) 1984-01-11
AU2220783A (en) 1984-06-14

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8204784A (nl) Magneetbandcassette.
NL194177C (nl) Bandcassette, voorzien van een voor-, een achter- en een bovendeksel.
NL8200034A (nl) Bandcassette.
US4324476A (en) Camera door apparatus
US4625253A (en) Magnetic tape cassette
NL8403579A (nl) Magneetbandcassette.
DE3780854T2 (de) Tragbares mikrofilmlesegeraet.
JPH0786671B2 (ja) フィルムカセット
US4505562A (en) Film supporting apparatus for cameras
CA1240040A (en) Magnetic tape cassette with reel brake mechanism
US4332453A (en) Film loading apparatus
NL8102877A (nl) Magneetbandcassette.
US4339193A (en) Camera door and body construction
NL7906137A (nl) Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos.
NL9202118A (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een sluitstrip.
EP0614185B1 (en) A tape cassette
JPH043381A (ja) テープカセット
NL8202625A (nl) Miniatuur soort bandcassette.
JPH0461082A (ja) テープカセット
US4429976A (en) Easy loading camera
JPH01134777A (ja) 磁気テープカセツト
US6215544B1 (en) Moving picture film camera and film reel housing device
JP2538076B2 (ja) マイクロフイルム検索装置
EP0577049B1 (en) Photographic film cassette, camera for use therewith and method of manufacturing the cassette
NL8400226A (nl) Magneetbandcassette.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
BI The patent application has been withdrawn