NL7906137A - Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos. - Google Patents

Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos. Download PDF

Info

Publication number
NL7906137A
NL7906137A NL7906137A NL7906137A NL7906137A NL 7906137 A NL7906137 A NL 7906137A NL 7906137 A NL7906137 A NL 7906137A NL 7906137 A NL7906137 A NL 7906137A NL 7906137 A NL7906137 A NL 7906137A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
hub
tape
wall
slot
wedge
Prior art date
Application number
NL7906137A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Nifco Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Nifco Inc filed Critical Nifco Inc
Publication of NL7906137A publication Critical patent/NL7906137A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H75/00Storing webs, tapes, or filamentary material, e.g. on reels
    • B65H75/02Cores, formers, supports, or holders for coiled, wound, or folded material, e.g. reels, spindles, bobbins, cop tubes, cans, mandrels or chucks
    • B65H75/18Constructional details
    • B65H75/28Arrangements for positively securing ends of material
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/67Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting end of record carrier from container or spool
    • G11B15/674Threading or attaching end of record carrier on or to single reel
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65HHANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL, e.g. SHEETS, WEBS, CABLES
    • B65H2301/00Handling processes for sheets or webs
    • B65H2301/40Type of handling process
    • B65H2301/41Winding, unwinding
    • B65H2301/414Winding
    • B65H2301/41419Starting winding process
    • B65H2301/41422Starting winding process involving mechanical means
    • B65H2301/414225Starting winding process involving mechanical means fixed to shaft or mandrel, e.g. clamping or pinching leading edge to shaft or mandrel

Landscapes

  • Storage Of Web-Like Or Filamentary Materials (AREA)

Description

* ï ) t VO 8277 ITifco lac.
Yokohama, Japan.
Inrichting voor liet vangen en vasthouden van het uiteinde van een hand in een bandklos................... .
De uitvinding heeft betrekking op een video- of audioregistratie-bandklos met organen cm het uiteinde van de hand vast te houden.
Er is reeds een aantal vasthoudorganen voorgesteld, doch deze vertonen alle bepaalde tekortkomingen. Meer in het bijzonder is bij 5 bijna alle bekende vasthoudorganen een betrekkelijk grote holte in de naaf aanwezig cm welke een sectie van de band moet worden gewikkeld.
Eet uiteinde van de band wordt in de holte gebracht en daarna wordt in de holte een drukinzetorgaan geïntroduceerd, waardoor het uiteinde van de band tegen de binnenwand van de holte, bijvoorbeeld onder invloed 10 van een veerkracht wordt gedrukt.
Het drukinzetorgaan wordt dikwijls in radiale riehting ten opzichte van de naaf in de holte gebracht. Eet inzet orgaan kan ook in de axiale riehting van de naaf in de holte worden gestoken. In beide gevallen steekt een deel van het inzetorgaan buiten de cmtrek van de naaf uit.
15 De normen ten aanzien van de toelaatbare mate van deviatie ten opzichte van een nauwkeurige circulariteit worden steeds strenger met het oog op het beletten van "wow", welke in de roterende klos ontstaat, waarbij tegelijkertijd een deformatie van de bandwikkeling, die om de naaf is gewikkeld, wordt belet. Bij de bovenbeschreven gebruikelijke 20 constructies kan het drukinzetorgaan niet zodanig in de holte worden gebracht, dat dit in een vlak ligt met de omtrek van de naaf, waardoor de nauwkeurigheid van de circulariteit onvermijdelijk wordt gereduceerd.
Bij het vangen van het uiteinde van de band in de naaf wordt op 25 het drukinzetorgaan direkt een drukkracht uitgeoefend en het inzetor gaan wordt direkt in aanraking met het uiteinde van de band gehouden.
Derhalve wordt het uiteinde van de band onderworpen aan een ongewenste druk- en schraapkracht, waardoor de band dikwijls zodanig wordt beschadigd, dat de commerciële waarde daarvan op een schadelijke wijze 30 O 790 61 37 \ , * Μ 2 wordt "beïnvloed. Bovendien vereist het vastmaken van het uiteinde van de "band op de naaf grote zorg en derhalve wordt het rendement "bij de vervaardiging verlaagd.
De uitvinding "beoogt te-voorzien in een orgaan om het uiteinde van 5 de "band op de naaf van een klos vast te houden, waarbij slechts "bij een "beperkt gedeelte van de omtrek van de naaf een kleine modificatie nodig is, het drukinzetorgaan niet' "buiten de cantrek van de naaf uit steekt, en het deel, dat aan de drukkracht van "buitenaf wordt onderworpen, gescheiden is van het deel, dat met het uiteinde van de "band 10 in aanraking wordt gebracht, waardoor ervoor wordt gezorgd, dat op het uiteinde van de band geen ongewenste kracht anders dan de vasthoud-kracht wordt uitgeoefend.
Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een banduit-. eindevasthoudorgaan, waaruit het uiteinde van de band, indien gewenst, .15 gemakkelijk kan worden losgemaakt.
Hiertoe omvat de inrichting voor het vasthouden van het uiteinde van de band volgens de uitvinding een gleuf en opening, waarvan de gleuf aan de omtrek van de naaf van de klos uitkomt en zich naar het inwendige van de naaf uitstrekt, waardoor een zeer smalle ruimte wordt 20 gevormd, waarin het uiteinde van de. band nauwsluitend kan. worden ondergebracht. Een van de twee banden, welke de gleuf bepaalt., is stationair en de andere heeft de vorm van een vrij dragende hefboom, waarachter een opening ( lege ruimte) wordt bepaald. Een wig is bestemd om in de opening achter de wand van de hefboom te worden gebracht ten— 25 einde de hefboom tegen de stationaire wand te drukken.
Bij een gebruikelijke vasthoudinrichting voor toepassing in een klos met een van een holte voorziene naaf en twee tegenover elkaar gelegen sehijfvormige flenzen is het mogelijk zich toegang tot de holte van de naaf te verschaffen om een drukinzetorgaan in of uit de naaf 30 in te brengen respectievelijk te verwijderen en wel slechts via de relatief smalle ruimte tussen de schijven.. Om de moeilijkheden te reduceren, welke zich voordoen bij het bevestigen en losnemen van het uiteinde van de band ten opzichte van de naaf van de klos, is voorgesteld tenminste een van de sehijfvormige flenzen.losneembaar ten op-35 zichte van de naaf van de klos uit te voeren. Hierdoor wordt evenwel O 7906137 % . .
3 * de constructieve complexheid van de klos sterk vergroot.
Bij een vasthoudinrichting volgens de uitvinding -wordt het uiteinde van de hand tot de volle diepte van de gleuf ingébracht en daarna •wordt in de opening van de naaf een -wig gedrukt om het uiteinde van 5 de band op een positieve -wijze vast te zetten. Het uiteinde van de band kan op een eenvoudige -wijze door de -wig uit de opening van de naaf te trekken van de naaf worden vrijgemaakt. Verder maakt het uiteinde van de band, hetgeen van voordeel is, nooit contact met de wig, zodat de band niet wordt beschadigd en het vervaardigingsrendement 30 derhalve wordt verbeterd.
De uitvinding zal onderstaand nader worden toegelicht onder verwijzing naar de tekening. Daarbij toont : fig. 1 een uiteengencmen perspectivisch aanzicht van een bandklos, waarop een vasthoudinrichting volgens de uitvinding is aangebracht; 15 fig. 2 een vergroot perspectivisch aanzicht van een vasthoud inrichting volgens de uitvinding; fig. 3 een perspectivische doorsnede van een deel van de vasthoudinrichting over de lijn III-HI van fig. 2; fig. k een perspectivische doorsnede van een ander deel van de vast-20 houdinrichting over de lijn 17-17 van fig. 2; fig. 5 een doorsnede over de lijn Y-V van fig. 2; fig. 6 een doorsnede, waarbij de wijze is aangegeven, waarop het uiteinde van de band wordt vastgenomen en'op een positieve wijze wordt vastgehouden; 25 fig. 7 een doorsnede van een tweede uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, waarbij het uiteinde van de band wordt vastgehouden; en fig. 8 een perspectivisch aanzicht van de opbouw van een andere wig.
De tekening toont een videoregistratiebandklos, die in een cassette 30 kan worden ondergebracht, waarbij onderdelen, die geen direkt ver band houden, met de banduiteindevasthoudinrichting volgens de uitvinding, zijn weggelaten of slechts schematisch zijn afgebeeld. De bandklos bestaat uit een voor het betreffende doel geschikt type kunsthars.
Zoals uit fig. 1 van de tekening blijkt, zijn twee schijfvormi-35 ge flenzen 2a en 2b aan de tegenover elkaar gelegen zijden van een naaf p9 0 6 1 37 ƒ i . ·» k - 1 bevestigd. Een van. de schijven 2b is integraal met. de naaf 1 verbonden en de andere schijf 2a ia daarvan gescheiden. De schijf 2a •wordt zodanig op de zijde van de naaf geplaatst, dat de pennen 3 in de openingen ij- van de. schijf 2a passen, .waarna de schijf 2a op de naaf wordt be-5 vestigd, bijvoorbeeld door ultrasoon lassen.
De banduiteindevasthoudinrichting volgens de uitvinding is niet beperkt tot de toepassing daarvan op een bepaald type bandklos, zoals • aangegeven, en kan evengoed worden gebruikt bij bandklossen, waarbij andere wijzen van bevestiging tussen de schijven en de naaf aanwezig 10 zijn. Vanaf êên zijde van de naaf naar binnen toe wordt een niet-afgeheelde blinde opening gevormd voor het opnemen van de gestippeld aangegeven. wikkelas 5 en op het andere vlak van de naaf is een klein uitsteeksel 6 aanwezig, dat ziek boven de flens 2a uitstrekt om samen te werken, met een niet-afgebeelde klosvasthoudlip in de cassette.
15 Eet is duidelijk, dat ook andere naaf constructies kunnen worden gekozen en gebruikt afhankelijk van het type bandtransportmechanisme, dat* * wordt toegepast.
In fig. 2 i’s op vergrote schaal een inrichting weergegeven om het uiteinde 9 van de band 8,. die om de onttrek 7 van de naaf 1 wordt ge— 20 wikkeld, vast te nemen en vast te houden. Zoals bekend, kan het eind— gedeelte van de band deel uitmaken van de registratieband of een verlengstuk van het uiteinde van de registratieband zijn.
De banduiteindevastneem- en vasthoudinrichting 10 bezit een gleuf 12, met een gleuf opening 11, die zich in de axiale richting van de naaf 25 bij de omtreksrand daarvan uit strekt. De gleuf 12 strekt zich radiaal in het lichaam van de naaf tot een wand 13 uit. ·
De gleuf 12 wordt bepaald door twee tegenover elkaar gelegen zijwanden 1k en 15. De zijwand is stationair, terwijl de andere zijwand 15 in de vorm van een vrij dragende hefboom in de omtreksrand van 30 de naaf is ingebouwd. Zoals aangegeven, is de zijwand 15 integraal met de omtreksrand van de naaf verbonden via het scharniergedeelte 16 (welk gedeelte dunner wordt uitgevoerd dan het resterende gedeelte van de hefboom) en wordt achter de wand 15 een lege ruimte gevormd.
Derhalve buigt de wand 15 meegevend, wanneer daarop een drukkracht wordt 35 uitgeoefend en keert de wand in verband met de veerkracht, die inherent q 790 6 1 37 \ f * 5 is aan de kunsthars, -waaruit de wand is vervaardigd, naar de oorspronkelijke positie daarvan terug, wanneer de drukkraeht wordt opgeheven.
In de oorspronkelijke positie "bepaalt de zijwand 15 tezamen met de stationaire zijwand 1¼ een gleuf met constante breedte over een bepaalde 5 radiale diepte.
Deze zijwanden 1^· en 15 zijn in fig. 3 en Ij- in doorsnede afgebeeld.
Bij deze bepaalde uitvoeringsvorm is een aantal kepen 1T (ruggen en groeven} in de stationaire zijwand 1¾ gevormd en is op de zijwand 15 een enkele complementaire keep 18 in een zodanige positie aangebracht, 10 dat de groef van de keep 18 in nauw contact wordt gebracht met bijbeho rende ribbe van de kepen 17, wanneer de vrijdragende wand tegen de stationaire wand wordt gedrukt.
De lege ruimte S achter de hefboom maakt de. zwaaiheweging van de hefboom om het scharniergedeelte 16 daarvan mogelijk. De lege ruimte 15 S zal later nader worden toegelicht.
Zoals afgeheeld, wordt de gleuf en opening bepaald door de tegenover elkaar gelegen zijwanden 14 en 15, de wand 13, de wand 20 en de door het amtreksdeel van de naaf gevormde wand. Het bovenvlak 15a van de wand 15 ligt op een niveau, dat iets lager ligt dan het boven-20 vlak 1a van de naaf 1 en het. ondervlak 15b van de wand 15 ligt op een niveau, dat hoger ligt dan het ondervlak van de naaf 1. Het bodem-uitsteeksel 15b. van de hefboom ligt in de insnijruimte 19 van de bodem van de naaf. Dit is nodig voor gieten en houdt geen verband met functie of ontwerp. De openingsruimte nS" wordt bepaald door het achtervlak 25 15c van de wand 15 en de wand 20. Deze lege ruimte ,fS" is bij tenmins te een uiteinde daarvan open en wel om later te beschrijven redenen.
Bij het vastnemen en vasthouden van het uiteinde van de bandsectie wordt een wig, welke iets breder is dan de breedte van de opening (d.w.z. de omtreksaf stand tussen het vlak 15c van de heft boom en de wand 20) 3Q in de lege ruimte S vanaf de open zijde daarvan ingebracht en naar binnen gedreven. De wijze van vastnemen en vasthouden van het uiteinde van de bandsectie zal hierna onder verwijzing naar fig. 5 en 6 nader worden besproken.
Zoals uit fig. 5 blijkt, wordt het uiteinde 9 van de band in de 35 I opening 11 gebracht, waarbij het uiteinde zich bevindt tussen de tegen- \ 7906137 6 over elkaar gelegen -«anden ik. en 15, meer in liet bijzonder tussen de . gekeepte gedeelten van de wanden 1U'. en 15. Vervolgens wordt een wig 21 in de vorm van een af geschuinde vierkante staaf, zoals blijkt uit fig. 1 en 2, met de vinger of een voor dit doel geschikt werktuig 5 in de lege ruimte "S,? gedrukt.
Wanneer de. wig in de lege ruimte wordt, gedreven, wordt de wand 15 meegevend naar de wand. gebogen, totdat de wand 15 tegen de wand. ik is gedrukt, waardoor het uiteinde 9 van de band 8 wordt vastgenomen en vastgehouden. Dankzij de gekeepte gedeelten van de tegenover el-10 kaar gelegen zijwanden, zijn de gedeelten van deze wanden, welke deelnemen aan het op een doeltreffende wijze vastnemen van de eindsectie van de band,, langer dan anders het geval zou zijn. Derhalve wordt het banduiteinde op een positieve wijze vastgenomen en vasthouden tegen een. eventuele trekkracht in, welke in een richting werkt, .. 15 waarbij het bandeind uit de naaf zou worden verwijderd. Men kan ook gebruikmaken van niet. van inkepingen (of vlakke.) voorziene wanden, waarbij deze dan een vastneem.- en vasthoudkracht moeten uitoefenen, welke voldoende groot is om te beletten,., dat het uiteinde van de band onder· normale bedrijfsomstandigheden uit de naaf glijdt. In dit geval 20 . is het nodig, gebruik te maken van een wig, welke voldoende breed is om een voldoende vastneem— en vasthoudkracht in de lege ruimte te verschaffen. De dwarsdoorsnede van de wig kan vierkant, circulair of van een andere configuratie zijn, waarbij de wand 15 stevig tegen de wand 1k wordt gedrukt. De wig is bij voorkeur korter dan de axiale 25 lengte van de naaf, omdat anders de wig uit de lege ruimte zal uitsteken.
Uit het bovenstaande blijkt, dat het deel van de banduiteinde-vasthoudinriehting waarop direkt een kracht wordt uitgeoefend, niet in aanraking is met het uiteinde van de band. De vasthoudkracht wordt 30 via de vrijdragende wand overgedragen en als een statische kracht uitgeoefend. Derhalve bestaat er geen gevaar, dat de band wordt beschadigd doordat daarop een ongewenste kracht wordt uitgeoefend. Het uiteinde van de band kan positief op betrouwbare wijze eenvoudig worden vastgehouden door de wig in de lege ruimte "S" van de naaf te 351 drukken en derhalve kan het rendement van de vervaardiging worden I 7906137 .
Jr * 7 verbeterd.
Bij het toepassen van. een banduiteindevasthoudinriehting volgens de uitvinding op een bandklos, is de enige modificatie aan de omtrek van de naaf, welke moet worden aangebracht, het voorzien van een 5 fleufopening 11, welke voldoende breed is om het inbrengen van de band mogelijk te maken, en derhalve neemt deze opening slechts een geringe fractie van de totale omtrek van de naaf in beslag, zodat er weinig of geen gevaar op deformatie van de bandrol om de naaf aanwezig is. Dientengevolge voldoet een klos, welke is voorzien van een band-10 uiteindevasthoudinrichting volgens de uitvinding, volledig aan de strikte normen van een kloscirculariteit. Bij de gebruikelijke banduit eindevasthoudinrichtingen, waarbij gebruik wordt gemaakt van den drukinzetorgaan, overspant het inzetorgaan een betrekkelijk grote angulaire afmeting aan de omtrek van de naaf. Dit veroorzaakt onregel-15 matige wikkeling van de band en "wow” van de roterende klos. Bij een onregelmatig gewikkelde klos wordt de band gedeeltelijk gerekt en vervormd.
Men kan de bovenbeschreven banduiteindevasthoudinrichting volgens de uitvinding ook nog andere extra kenmerken geven.
20 In de eerste plaats wordt om te beletten, dat de wig zich voorbij de schijfvormige flens van de klos uitstrekt, de lege ruimte "S" bij voorkeur voorzien van een bodem 22.
In de tweede plaats wordt met het oog op het vereenvoudigen van het losnemen van het uiteinde van de band uit de naaf van de klos in de 25 bodem 22 bij voorkeur een opening 23 aangebracht, waardoor de wig 21 uit de opening kan worden gedrukt in een richting tegengesteld aan die, waarin de wig in de opening werd bewogen. Men kan een pen of een ander werktuig, dat voor dit doel geschikt is, gebruiken om de wig uit de opening te drukken.
30 Verder wordt bij voorkeur in de schijf 2a een opening 2k (fig. 1) aangebracht om het mogelijk te maken, dat de wig 21 deze passeert bij het losnemen van het uiteinde van de band. Verder kan de opening 2k worden gebruikt als een ingang voor de ruimte "S", wanneer de wig in deze ruimte wordt gedrukt om het uiteinde van de band vast te nemen 35 en vast te houden.
·/ , .. 7 ? 0 613 7 i i „ · .
* .1.
8 I *
Het uiteinde van de "band kan aan de naaf worden bevestigd voor of nadat de schijfvormige flens 2a integraal met de naaf wordt verbonden. Hierdoor wordt de vrijheidsgraad, bij het programmeren van de montage-stappen vergroot.
5 Bij de tot dusver beschreven uitvoeringsvorm is de gleuf 12 langs een rechte lijn (precies radiaal naar binnen) vanuit de gleuf- · opening 11, aan de om.tr ek van de naaf gesneden. De gleuf 12 kan evenwel gebogen zijn, als aangegeven in fig. 7, en in plaats van de gekeepte gedeelten kunnen de stationaire en vrij dragende wanden zijn voorzien IQ. . van half-cirkelvormige,, in elkaar passende gedeelten. Bij deze uitvoeringsvorm wordt de opening 23 om de wig uit de ruimte te drukken, verkregen door de zijde van de bodem in te kepen.
Zoals uit fig. J blijkt, is daarbij de vrijdragende wand aan het lichaam van de naaf bevestigd via het scharaiergedeelte in de buurt 15 van de gleuf opening 11, De vrijdragende wand kan evenwel, zijn bevestigd aan de zijde van de opening, welke het verst van de gleuf opening 11 is gelegen.
De banduiteindevasthoudinrichting is beschreven als zijnde toegepast op een los met zij flenzen 2a en 2b. Het is duidelijk, dat de 20 inrichting volgens de uitvinding evengoed kan worden toegepast op een klos zonder flenzen, zoals een normale audiocassettebandklos. In dit geval is het voldoende, dat in de bodem van de. naaf een opening 23 aanwezig is om de wig uit de opening te drukken. Men kan ook een brug 25 aan êên. zijde van de bovenkant van de vierkante wig 21 vormen. Bij 25 het losnemen van de wig wordt een haak 26 gebruikt om de brug 25 van de wig 21 vast te nemen en wordt de haak 26 naar boven bewogen.
Uit het bovenstaande blijkt, dat de inrichting voor het vastnemen en vasthouden van het uiteinde van de bandsectie vólgens de uitvinding is voorzien van een eerste deel (wig), waarop direkt een kracht wordt uit-30 geoefend, en een tweede deel (vrijdragende wand), dat dient om het uiteinde van de band vast te nemen en vast te houden, waarbij de eerste en tweede delen van elkaar zijn gescheiden. Hierdoor wordt de band tegen beschadiging beveiligd en wordt tegelijkertijd een gemakkelijke en doeltreffende vervaardiging verzekerd. Voorts heeft de omtrek van 35 de naaf slechts een zeer kleine gleuf opening, waardoor geen onregelmatige <1 7906137
V
9’ wikkeling en evenmin •’vow" ran de roterende klos optreedt, terwijl het mogelijk is te voldoen aan de strenge tolerantienormen, -waaraan hij de vervaardiging van handklossen moet worden voldaan. Bovendien kan hij de handuiteindevasthoudinrichting volgens de uitvinding het 5 uiteinde van de hand, indien gewenst, op een eenvoudige wijze worden losgenomen.
O
\ 7 9 0 6 1 37

Claims (3)

1. Inrichting voor het vastnemen en vasthouden van het uiteinde van een hand in een bandklos gekenmerkt door een gleuf, welke uitkomt aan de orntrek van de naaf van de bandklos en zich in het lichaam van de naaf uitstrekt, welke gleuf wordt bepaald door een stationaire zijwand 5 en een vrijdragende zijwand, een lege ruimte aehter de vrijdragende .wand, en een wig, die in de lege ruimte kan worden ingébracht, waar-. bij het uiteinde van de band tussen de vrijdragende wand en de stationaire wand wordt vastgenomen en vastgehouden, wanneer de wig in de lege ruimte wordt gedreven om de vrijdragende wand tegen de statio-.. 10 naire wand te drukken. ' Z. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de vrijdragende waad scharnierbaar ea integraal met een deel van de naaf in de buurt van de gleufopening is verbonden.
3· Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat.de gleuf zich 15· volgens een recht,e lijn vanuit de gleuf opening in de radiale richting van de naaf uitstrekt. Inrichting volgens conclusie 1 met het- kenmerk, dat de gleuf zich eerste. langs· een rechte lijn. in de radiale.richting langs de naaf uitstrekt en zich daarna buigt om zich èvenwijdig aan de omtrek van de 2Q naaf uit te strekken.
5. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de opening aan de onderzijde is afgesloten. 79 0 6 1 3 7 W ‘ ": \ · · · ·· . ··' ·' - ·. ' A \
NL7906137A 1978-08-11 1979-08-10 Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos. NL7906137A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP1978109438U JPS5756388Y2 (nl) 1978-08-11 1978-08-11
JP10943878 1978-08-11

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL7906137A true NL7906137A (nl) 1980-02-13

Family

ID=14510236

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL7906137A NL7906137A (nl) 1978-08-11 1979-08-10 Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4226382A (nl)
JP (1) JPS5756388Y2 (nl)
DE (1) DE2932255A1 (nl)
ES (1) ES252902Y (nl)
FR (1) FR2433222A1 (nl)
GB (1) GB2028766A (nl)
IT (1) IT1122471B (nl)
MX (1) MX146691A (nl)
NL (1) NL7906137A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5923261Y2 (ja) * 1981-02-12 1984-07-11 ティーディーケイ株式会社 磁気テ−プカセット
DE3214340C2 (de) * 1982-04-19 1984-11-29 R. Stahl GmbH & Co , Elektrozugwerk, 7118 Künzelsau Befestigungsvorrichtung für das bandförmige Tragmittel eines Hebezeuges
US4666100A (en) * 1985-12-04 1987-05-19 Price John G Belt core
DE8606398U1 (de) * 1986-03-08 1986-08-07 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen Bandklammer für eine Bandspule mit oder ohne mindestens einen Seitenflansch und dafür geeignete Bandspule
US4694557A (en) * 1986-03-25 1987-09-22 Shape Inc. Leader tape staking rod and related method of assembly
IE61836B1 (en) * 1987-01-28 1994-11-30 Dataproducts Tech Ltd "A spool for an inked ribbon"
US5249373A (en) * 1991-01-29 1993-10-05 W. R. Grace & Co.-Conn. Web threading system
JP2003054794A (ja) * 2001-08-21 2003-02-26 Matsushita Electric Ind Co Ltd リール巻取り方法
WO2008077026A2 (en) * 2006-12-18 2008-06-26 Alcan Packaging Flexible France High release nip roll assembly
SE541414C2 (sv) * 2016-09-01 2019-09-24 Ruben Haegglunds Maskin Ab Bandupprullare
CN110589625B (zh) * 2019-09-06 2021-03-16 宿迁至诚纺织品股份有限公司 一种纺织用卷绕装置

Family Cites Families (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE546349C (de) * 1932-03-11 Hydraulik G M B H Vorrichtung zum Einschalten des Antriebsmotors elektrisch angetriebener Drahthaspel
US1902826A (en) * 1930-02-26 1933-03-28 Henry S Bobo Storage and dispensing device for screen wire and the like
US2191489A (en) * 1938-12-15 1940-02-27 Frederick B Mcquiston Reel
US3944155A (en) * 1974-04-22 1976-03-16 Victor Comptometer Corporation Ribbon spool
AT340159B (de) * 1974-10-03 1977-11-25 Philips Nv Wickelkern fur einen bandformigen aufzeichnungstrager

Also Published As

Publication number Publication date
GB2028766A (en) 1980-03-12
JPS5528230U (nl) 1980-02-23
JPS5756388Y2 (nl) 1982-12-04
MX146691A (es) 1982-07-28
ES252902U (es) 1980-11-16
DE2932255A1 (de) 1980-02-28
IT1122471B (it) 1986-04-23
FR2433222A1 (fr) 1980-03-07
US4226382A (en) 1980-10-07
IT7925051A0 (it) 1979-08-10
ES252902Y (es) 1981-05-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7906137A (nl) Inrichting voor het vangen en vasthouden van het uit- einde van een band in een bandklos.
KR910003404Y1 (ko) 테이프 카셋트
NL8200035A (nl) Bandcassette.
NL8300186A (nl) Bandcassette.
FR2882995A1 (fr) Outil de transfert de film de revetement
DE3153229C2 (nl)
FR2541493A1 (fr) Cassette de bande magnetique
US4903915A (en) Tape cassette having means for locking reels thereof
US4266738A (en) Tape reel
EP0180759A2 (en) Magnetic tape cassette with reel brake mechanism
JPH117745A (ja) 磁気テープカセットの成型方法
US5394213A (en) Easy-film-loading camera
US4974788A (en) Film spool with separate keeper
CS306191A3 (en) Cassette for a record carrier
NL8800399A (nl) Bandcassette.
DE69702791T2 (de) Bandkassette
JPH04320258A (ja) フィルムカセット
JPH03215847A (ja) フィルムカセット
EP0889461A2 (en) Tape cassette with anti-stiction mechanism
US5666983A (en) Apparatus for using beaded dental floss
US5873537A (en) Cassette for magnetic tape with a reel locking assembly having a resilient coil lock-engagement member
JPS6317094Y2 (nl)
NL194313C (nl) Laadinrichting voor het laden van een magneetbandcassette in een opneem- en weergeefinrichting.
JPH04219752A (ja) フィルムカセット
FR2501646A2 (fr) Boite d&#39;emballage pour articles a evidement central, notamment galettes de produits en bandes

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed