NL8102118A

NL8102118A - Zakvulinrichting voor verpakkingsmachine.

Info

Publication number: NL8102118A
Application number: NL8102118A
Authority: NL
Original assignee: Grace W R & Co
Priority date: 1980-05-02
Filing date: 1981-04-29
Publication date: 1981-12-01
Also published as: CH652367A5; DK152982B; FR2481671B1; DK192881A; IT1169250B; GB2074972B; NO155924B; DE3116530C2; FR2481671A1; DK152982C; NO811489L; FI811332L; FI69795C; GB2074972A; SE8102595L; NZ196887A; SE456985B; DE3116530A1; IT8121490A0; NO155924C

Description

--------------------------------------------------- .......- -.....-' ' ^...... ....................*........ , * % « -1-

Zakvulinrichting voor verpakkingsmachine

De uitvinding heeft betrekking op een gecombineerde zakvul- en -afdichtinrichting, voor toepassing bij het verpakken van artikelen in kunststof zakken. De uitdrukking "zak" is bedoeld om elke met open einden uitgevoerde flexibele houder 5 of zakvormige constructie aan te duiden, en is niet bedoeld cm de uitvinding te beperken tot enige bepaalde soort van zakvormige houder. De uitvinding is bijvoorbeeld evengoed van toepassing op van inzetsels voorziene zakken als op niet van inzetsels voorziene zakken. De bij de inrichting 10 gebruikte zakken kunnen bijvoorbeeld uit een aantal lagen bestaande zakken zijn, die tenminste één laag cm mechanische sterkte aan de zak. te verlenen, en/of tenminste één laag cm afdichtbaarheid door thermisch lassen daaraan te verlenen, en/of tenminste één voor gas ondoordringbare afsluitlaag hebben.

15 Bij verpakkingsmachines is het bekend om te voorzien in zakvulinrichtingen, die een lege zak nemen en de zak open houden terwijl een product ingebracht wordt in de zak.

Het is normaal dat het artikel ingébracht wordt in de zak door een mechanisch bediend duworgaan, dat heen en weer beweegt 20 tussen een eerste, teruggetrokken positie, waarin een artikel toegevoerd kan worden in de ruimte tussen het duworgaan en een zakvultafel, en een tweede, uitgestrékte positie, waarin het duworgaan een dergelijk artikel voortbewogen heeft op de vultafel en in de open zak.

25 Wanneer de zak eenmaal cp deze wijze gevuld is, wordt de zak. in het gebruikelijke geval of door middel van een uitgestrékte beweging van het duworgaan zelf, of door alternatieve voortleidingsorganen, naar een daaropvolgend afdichtstation voortbewogen.

3Q Eén voorbeeld van een dergelijk systeem is weergegeven in het Britse octrooischrift 1516498 waar het inwendige van de zak onderworpen wordt aan atmosferische conditio- 8102118 - »·* * \ -2- nering in de vonn van afzuiging door tussenkomst van een hol duworgaan.

Een dergelijke zakvulinrichting prepareert de zak voor toepassing bij een klem- of dichtbindverrichting, bijvoorbeeld 5 van toepassing bij het gevolgelteproduct. zoals hier geopenbaard, maar is niet in staat om een gevulde zak te prepareren voor warmtedichting tussen klem- en lasstaven. Het is een oogmerk van de uitvinding cm te voorzien in een verbeterd zakvul- en -sluit-systeem voor toepassing bij warmtedichting, bijvoorbeeld waar 10 het productartikel er vatbaar voor is om blokvormig of in de vorm van een betrekkelijk plat product uitgevoerd te worden (bijvoorbeeld gestapelde of afzonderlijke voedselplakken zoals kaas of in plakken gesneden vlees),

Bijgevolg, voorziet de uitvinding in een -zakvul-15 en -afdichtinrichting, voorzien van middelen voor het gereed houden van een open zak cm een productartikel daarin op te nemen, een duwonderdeel dat aangedreven wordt voor heen en-· .. weer beweging langs een baan tussen (a) een eerste positie, waarin het teruggetrokken is achter het zakvulstation en een 20 productartikel opnemen kan tussen zijn genoemde eerste positie en de open mond van een door de z akvasthoudmiddelen vastgehouden zak, en (b) een tweede positie, waarin hierdoor het productartikel verplaatst is in een open zak op de zakvasthoudmiddelen, zak-spreidonderdelen, die symmetrisch cm de bewegingsbaan van het 25 duwonderdeel ingesteld zijn tussen zijn genoemde eerste en tweede posities, en aangedreven worden voor de beweging naar elkaar toe en van elkaar af tussen zijdelings voortbewogen toestanden, waarin zij in uitgericht verband staan met de bewegingsbaan van het duwonderdeel in zijn tweede positie, en een zijdelings 30 teruggetrokken toestand, waarin zij vrij zijn van de bewegingsbaan vanhat dwonderdeel,en ook voor beweging in een richting evenwijdig aan de bewegingsrichting van het duwonderdeel tussen een axiaal voortbewogen toestand binnen de hals van een genoemde zak, die het duwonderdeel cmgeeft bij de tweede positie van het duwonderdeel, 35 en een axiaal teruggetrokken toestand vrij van een genoemde zakhals, 8102118 s -3- sleuven in het duwonderdeel cm de beweging van de zakspreicbnder-delen tussen hun zijdelings teruggetrokken toestanden en hun zijdelings voortbewogen toestanden op te nemen, evenwijdige afdichtstaven voor warmtedichting van de hals van een genoemde 5 zak, en voor het drukken van de hals van de zak in een in hoofdzaak platte vormgeving die de zakspreidonderdelen cmsluit wanneer de zakspreidonderdelen zich in hun axiaal voortbewogen toestand bevinden en het duwonderdeel van zijn tweede positie verwijderd is, en atmosferische ccnditioneringsmiddelen die dienen om 10 zuiging uit te oefenen en/of cm een spoelgas aan het inwendige van een op de spreidonderdelen vastgehouden zak toe te voeren.

Bij een dergelijke inrichting kan de vulzak warmtedichting met of zonder atmosferische conditionering of op een zakvultafel of vlak voorbij het einde van een zakvuL-15 tafel ondergaan, waarbij de beweging van de zak naar het af dicht- en/of atmosferische conditioneringsstation bij voorkeur verkregen wordt door middel van het duwonderdeel van de zakvul-inrichting.

Bij voorkeur bestaat de atmosferische conditionering 20 uit afzuiging, en bestaat het atmosferische conditioneringsmond-stuk uit een mondstuk, dat met een bron van onderdruk in verbinding staat. Als alternatief kan de atmosferische conditionering uit gasspoeling bestaan, en kan het mondstuk met een bron van spoelgas in verbinding staan. Een combinatie van gasspoeling en 25 tenminste gedeeltelijke afzuiging van het inwendige van de zak kan desgewenst aangewend worden.

De zakspreidonderdelen kunnen in staat zijn om zijdelings toegevoerd te worden door beweging naar elkaar toe in zijdelingse uitsparingen van het duwonderdeel, en teruggetrokken 30 of uitgestrekt te worden door axiale beweging langs de richting van de bewegingsbaan van het duwonderdeel. Bij een alternatieve uitvoering kunnen zakspreidonderdelen dienen cm de zakmond te spreiden in een in hoofdzaak platte vormgeving terwijl deze gevouwen wordt in een met inzetsels uitgevoerde vormgeving, en 35 bij deze uitvoering kunnen er vier spreidonderdelen optreden, 8102 11 8 * -4- die een rechthoekige reeks vonten, waarbij éên paar zich op enige afstand naar elke zijde van de lange as van de rechthoek en een van de staven van elk paar zich aan één zijde van de korte as en de andere staaf van elk paar zich aan 5 de andere zijde van deze korte as bevindt, en kunnen een paar zakvouwonderdelen zo aangebracht zijn dat deze naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn langs de lange as van de rechthoek, die bepaald wordt door de genoemde twee paar spreid-onderdelen. Geschikte uitsparingen voor de spreidonderüelen en 10 vouwonderdelen kunnen in het duworgaan aangebracht worden, cm zodoende zijdelingse inbrenging in en terugtrekking uit het duworgaan toe te laten.

De inrichting kan er op berekend zijn cm zo bediend te worden dat het duworgaan terugtrekt voor uitzetting 15 van de spreidonderdelen, waar deze aangebracht zijn. Als alternatief kan het duwonderdeel beginnen terug te trekken op hetzelfde moment dat de spreidonderdelen hun scheidingsbeweging aanvangen. Eet verdient de voorkeur dat het duwonderdeel terugtrekt voor de verrichting van de spreidonderdelen, en tenminste 20 voor de atmosferische conditioneringsfase, zodat het duwonderdeel terugtrekken kan naar zijn in het voorgaande genoemde eerste, positie om de instelling van een verder productartikel en van een verdere zak. voor het vullen toe te laten terwijl de eerstgenoemde gevulde zak. gespreid en atmosferisch geconditioneerd 25 wordt.

Middelen kunnen aangebracht zijn voor het zo afstellen van de slag van het duwonderdeel dat het duwonderdeel steeds het productartikel verplaatst naar het gesloten einde van een zak. ter plaatse van het vulstation, onder het zodoende 30 laten afstellen van de inrichting om verschillende zaklengten en productartikelafmetingen op te nemen terwijl absolute nauwkeurigheid van de instelling van het atmosferische conditionerings-mondstuk en de spreidonderdelen, waar deze aangebracht zijn, verschaft wordt.

35 Teneinde, een duidelijker begrip van de uitvinding 8102118 • 4 -5- te verschaffen wordt louter bij wijze van voorbeeld de volgende beschrijving gegeven van één uitvoering van de zakvulinrichting volgens de uitvinding. Deze inrichting is schematisch voorgesteld in de tekeningen, waarin 5 figuur 1 een schematische afbeelding in pers pectief is, waarin een zak gespreid ter plaatse van het vulstation en het duwonderdeel op het punt om een productartikel in de gespreide zak toe te voeren weergegeven is? figuur2 een schematische afbeelding in perspectief is, 10 waarin de positie van de verschillende elementen van fig. 1 nadat het duwcnderdeel het productartikel in de zak voortbewogen heeft weergegeven is; figuur 3 een schematische afbeelding in perspectief is, waarin dezelfde positie van de zak en het duwonderdeel 15 maar met het atmosferische ccnditioneringsmondstuk en de spreidonderdelen voortbewogen in een positie, waarin zij gereed zijn can axiaal in het duwonderdeel bewogen te worden, weergegeven is? figuur 4 een schematische afbeelding in perspectief 20 is, waarin de positie van het atmosferische conditioneringsmondstuk en de spreidonderdelen nadat zij voortbewogen zijn in hun uitsparingen in het duwonderdeel weergegeven is? figuur 5 een schematische afbeelding in perspectief is, waarin de daaropvolgende vormgeving van de zak wanneer de 25 zakspreidonderdelen de mond van de zak in een in hoofdzaak platte vormgeving gespreid hébben met achterlating van het atmosferische manipuleringsmondstuk in een positie tussen de bovenste en onderste lagen van de zatonond, terwijl het duwonderdeel met de terugtrékbeweging begonnen is vóór het vullen van 30 het volgende productartikel in de zak, weergegeven is, en figuur 6 een schematische verticale afbeelding is, waarin een zakinzetsel^vouwhandeling bij een alternatieve de uitvoering van'z|dcvul~ en -afdichtinrichting voorgesteld is.

Bij /nu beschouwen van fig. 1 kan worden gezien 35 dat de zak 3 gespreid is op twee zakvasthoudonderdelen 4, die de 8102118 * *

V

-6- mond van de zak open houden in een rechthoekige vormgeving gereed voor de toevoer van een productartikel 2 door middel van beweging naar links van een ' duwonderdeel 1. Boven de zak bevindt zich een atmosferische conditioneringsmondstuk 8, 5 in dit geval een plat mondstuk, dat met een bron van onderdruk in verbinding staat om lucht van binnen de zak te onttrekken, vóór de afdichtverrichting, om zodoende een net onderdrukpak van de zak 3 op het rechthoekige parallellepipedumvormige artikel 2 te laten optreden.

10 Opzij langs de zak 3 bevinden zich twee platte spreidonderdelen, welke bestaan uit steunstaven van cilindrische vorm en eindplaten 7, die platte zakaangrijpingsonderdelen vormen, de welke gedurende de spreidbeweging van 'zakspreidonderdelen 7 door beweging van de onderdelen langs de gemeenschappelijke 15 hartlijn van hun cilindrische gedeelte 6, de zakmond tot een in hoofdzaak. platte vormgeving gereed voor afdichting spreiden.

Naar de linker zijde van de zakvultafel zich een xoltransporteur 10, waarop de afgedichte en afgezogen verpakking vóór toelevering rust, na beëindiging van de verrichting van de 20 zakvulinrichting.

Fig. 2 toont elementen van fig. 1 aan het einde van de zakvulfase, wanneer het duwonderdeel 1 het product 2 aanvankelijk, voortbewogen heeft in de geopende zak 3 ter plaatse van het zakvulstation B en dan daar voorbij, onder het meevoeren 25 van de zak voor beweging van de zakvasthoudplaten 4a af en op de roltransporteur 10 ter plaatse van het zakvul- en atmosferische conditieneringsstation C.

Wanneer het duwonderdeel 1 terecht komt in de in fig. 2 voorgestelde positie, bevinden de twee zakvasthoud- 30. onderdelen 4 zich nog in hun posities van fig. 1 en zijn het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 en de twee zak-spreidonderdelen 7 dit ook. Intussen is de zak terecht gekomen in een positie waar zijn hals 3a nog vastgehouden wordt om zodoende een open mond te vormen (door de werking van het duw-35 onderdeel binnen de zaki, en bevindt deze zich in lijn met de 8102118 -7-

- I

horizontale afdichtonderdelen, in dit geval bovenste en onderste yafdichts taven 14 en 15 (zie fig. 5}.

In de positie van fig. 3 bevinden het duworgaan 1, het productartikel 2 en de zak 3 zich alle in dezelfde positie/ 5 waarin zij in fig. 2 voorgesteld waren, maar de twee zakspreidplaten 7 op hun respectieve cilindrische bedienstangen 6 zijn samen bewogen langs de richtingen van tegengesteld gerichte/ langs een lijn verlopende pijlen 11a, llbf terwijl het platte atmosferische conditioneringsmondstuk 8 door axiale beweging van zijn bedien-10 buis 8a afgedaald is langs de richting van de pijl 11c.Bij deze vormgeving bevinden de twee zakspreidplaten 7 en het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 zich nauwkeurig in lijn met corresponderende uitsparingen la, lb en lc van het duworgaan 1. De nauwkeurige geometrie en de functie van deze uitsparingen tullen 15 in het volgende beschreven worden.

Tussen de positie van fig. 3 en de positie van fig. 4 zijn de twee zakspreidplaten 7 en het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 voortbewogen langs evenwijdige richtingen, voorgesteld door pijlen 12a, 12b en 12c, die zich 20 langs de heen en weer bewegingsrichting van het duwonderdeel 1 uitstrekken. Deze twee . zakspreidonderdelen en het atmosferische conditioneringsmondstuk zijn terecht gekomen ter plaatse van de uiteindelijke positie, waarin zij opgenomen zijn in de respectieve uitsparingen la, lb en lc. In dit stadium is 25 de functie van het duwonderdeel voltooid, en zijn het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 en ook de twee zakspreidonderdelen 7 toegevoerd in de nu open mond, die door de zakhals 3a gevormd wordt.

Teneinde de snelheid van de cyclusbeweging van 30 de zakvul- en -sluitinrichting volgens de uitvinding te yerhogen, is het duwonderdeel 1 nu bezig terug te keren langs de ingébrachte zakspreidonderdelen 7 en het atmosferische conditioneringsmondstuk 8, cm terecht te komen bij de in fig, 5 weergegeven vormgeving waar het duwonderdeel zijn 35 terugtrékbeweging naar het producttoevoerstation Δ nog ondergaat 8102118 -8- ♦ ♦ * en, op het in fig. 5 voorgestelde ogenblik, door het zakvul-station B gaat. Intussen zit de zak 3 met het productartikel 2 daarin nog op de roltransporteur 10 maar nu is de te voren open hals van de zak afgeplat tot een in hoofdzaak horizontale, 5 langwerpige, bijna gesloten mondvormgeving met het platte atmosferische conditioneringsmondstuk 8 nabij het midden en de eveneens platte zakspreidonderdelen 7 naar weerszijdenvan het mondstuk 8. Ui deze positie is de zakhals 3a bijna gereed om het afzuigproces te beginnen; dit vereist echter strakspanning 10 van de zakmond wat verkregen wordt door terugtrekking van de twee zakspreidonderdelen van elkaar af door beweging van hun steunstangen 6 langs de in één lijn verlopende tegengestelde richtingen die door de pijlen 13a en 13b voorgesteld zijn, tot de spanning in de zakmond voldoende is om het ophouden van 15 verdere beweging van de spreidonderdelen toe te laten.

Het arreteren van de spreidonderdelen in hun uiteindelijke positie kan of gebeuren door toedoen van de zakspanning waardoor een eindschakelaar van een of ander soort bediend wordt, of eenvoudig door afstelling van de inrichting om de twee randen 20 van de zakhals te spreiden tot een gegeven tussenafstand die met de afmeting van de te behandelen zak evenredig is. Natuurlijk heeft het bouwen op de zakhalsspanning het voordeel dat wanneer de zakafmeting veranderd wordt, geen verstelling van de zijdelingse bewegingsafstand van de zakspreidonderdelen 7 vereist is daar door 25 de spanning in de zakhals de scheidingsbeweging van de zakspreidonderdelen automatisch, stoppen zal wanneer zij hun beoogde doelstelling uitgevoerd hebben.

Fig. 5 toont ook respectievelijk bovenste en onderste klern- en afdichtstaven 14 en 15, welke (niet weergegeven) 30 verende inzetsels hébben, die zich daarlangs uitstrekken op het samenwerkende klemvlak zodat het vlakke atmosferische conditioneringsmondstuk en de twee platte zakspreidonderdelen tussen de twee staven 14 en 15 opgencmen kunnen worden door toedoen van de samendrukbaarheid van de verende inzetsels.

35 Wanneer de zakspreidonderdelen 7 en het atmosferische conditio- 8102118 . * * -9- neringsmondstuk 8 vrij zijn van de kient- en afdichtstaven kamen de verende inzetsels in die staven 14 en 15 bijeen cm de zakmond gesloten te houden.

Na het voltooien van het terechtkomen bij de 5 vormgeving van fig. 5, wordt onderdruk uitgeoefend op het atmosferische conditioneringsmondstuk door tussenkomst van zijn holle bedienbuis 8a, en zodoende wordt de lucht binnen de zak 3 onttrokken voor uiteindelijk een warmteimpuls uitgeoefend wordt ter plaatse van de contactgébieden tussen de 10 bovenste en onderste staven 14 en 15 en de op elkaar geplaatste lagen van de zakhals, die de in fig. 5 voorgestelde mond vonten.

De afdichtverrichting kan in twee fasen uitgevoerd worden zodanig dat vóór verwijdering van de twee zakspreidonder-delen 7 en van het atmosferische manipuleringsmondstuk 8 van de 15 zakmond de gebieden van de platte mond, die zich tot dusver in contact bevonden, af gedicht worden, waarna het mondstuk 8 en de platen 7 teruggetrokken kunnen worden cm de laatste gebieden van de op elkaar geplaatste zakmondlagen in contact te laten drukken en af gedicht te laten worden. Het verdient 20 nog meer de voorkeur dat de afdichthandeling vertraagd wordt tot het mondstuk 8 en de platen 7 teruggetrokken zijn (na af-zuigingl, en de afdichting dan gelijktijdig langs het geheel van de zakhals plaats heeft.

De twee zakspreidonderdelen 7 en het mondstuk 8 25 worden aanvankeli jk teruggetrokken binnen een axiale terugkeer-bewegiig (d.w.z. inrichtingen tegengesteld aan de drie pijlen 12a, 12b en 12c van fig. 4) en dan gescheiden worden door zijdelingse terugkeerbeweging langs richtingen tegengesteld aan die voorgesteld door de pijlen 11a, 11b en 11c zodat 30 de artikelvoortbewegingsbaan vrij gelaten wordt voor het- volgende productartikel 2 cm van het artikeltoevoerstation A naar de roltransporteur 10 ter plaatse van het afdichtstation C te gaan zonder terecht te komen tegen de zakspreidonderdelen 7 of het mondstuk 8.

35 Terwijl de afzuiging en afdichtingsfase onderweg is 8102118 4.

» ψ -10- in fig. 5, voltooit het duwonderdeel 1 zijn terugkeerbeweging cm terecht te komen achter het artikeltoevoerstation gereed voor aangrijping van het volgende productartikel en voor het aandrijven van dat artikel naar voren naar de zakvasthoudonderdelen 5 4, die intussen een nieuwe zak daarop gespreid zullen hébben in de vormgeving van fig. 1.

Desgewenst kan meer dan één atmosferisch conditio-neringsmondstuk toegepast worden. Of dit kan twee of meer afzonderlijke mondstukken 8 inhouden, die symmetrisch aangebracht 10 zijn ten opzichte van de werkingslijn van de beweging van het duwonderdeel 1 (d.w.z. symmetrisch ten opzichte van de hartlijn van de becfestang 9 van het duworgaan 1) of de twee zakspreidonder-delen 7 kunnen hol zijn zodat zij ook een zékere atmosferische conditioneriïigsfunctie uitvoeren (bijvoorbeeld het uitoefenen 15 van zuiging of het toevoeren van inert gas in de zak). Het mondstuk. 8 kan bijvoorbeeld dienen cm lucht van binnen de zak 3 te onttrekken terwijl een inert spoelgas in de zak toegevoerd wordt door tussenkomst van de holle zakspreidonderdelen 7.

Een ander mogelijke uitvoering is er een waarbij het mondstuk 20 8 als een spoelgasinpuit mondstuk dient cm voor de situatie te zorgen waarbij het inwendige van de verpakking niet onder onderdruk verkeren moet maar zich in een conditioneringsmilieu bevinden moet, bestaande uit een gas (bijvoorbeeld stikstof), dat chemisch inert is voor het productartikel in de verpakking.

25 Verschillende vormgevingen kunnen beoogd worden voor de twee zij sleuven la en lb van het duworgaan 1, vooropgesteld dat zij in elk geval de zakspreidonderdelen het duworgaan 1 van achter laten binnengaan, om het duworgaan 1 te verlaten door het zijdelingse gebied daarvan gedurende de zakspreidhandeling, 30 en om vrij te gaan van het belemmeren van het duworgaan als een duworgaan 1 teruggetrokken terwijl de zakmond in de vormgeving twee van fig. 5 gehouden wordt door middel van de > zakspreidonderelen 7.

De bovenste sleuf lc van het duworgaan 1 moet in 35 staat zijn cm het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 8102118 • ' ‘ η * te -11- het duwonderdeel van achter te laten binnengaan, en om het duwonder-deel van voren te verlaten als het duworgaan teruggetrokken wordt ten opzichte van het stationaire nu ingébrachte atmosferische manipuleringsmondstuk in de situatie van fig. 4. Deze sleuf 5 is naar boven open teneinde het mondstuk 8 te laten vasthouden door middel van zijn bedieribuis 8a gedurende beweging van het atmosferische conditioneringsmondstük over de volle lengte van de sleuf 1c.

Zoals in fig. 1 t/m 5 weergegeven is, strékken de 10 drie sleuven la, lb en lc zich elk over de volle lengte van het duwonderdeel uit en voor het gemak is de bodem van de zijdelingse groeven la en lb weggesneden. Dit maakt het mogelijk om hetzelfde duwonderdeel toe te passen met de twee zak-spreidonderdelen 7 en met het inzetselvouwsysteem dat in 15 het volgende aan de hand van fig. 6 beschreven wordt.

Ofschoon dit niet in het voorgaande vermeld is worden de verschillende bedienonderdelen voor (te bewegende bestanddelen, in dit geval de stang 9 voor het duwonderdeel 1, de stangen 6 voor de twee zakspreidonderdelen 7, en de bedienbuis 20 8a voor het atmosferische conditioneringsmondstük 8, aangedreven door geschikte rammen of andere aandrijfmechanismen. Waar deze bedienonderdelen aangedreven worden door rammen, kunnen de stangen/buizen 6, 8a, 9 zelf uit de zuigerstangen van de rammen bestaan.

25 De tijdafstelling van de beweging van het duworgaan 1 ten opzichte van de bediening van de zakspreidonderdelen 7 en het atmosferische conditioneringsmondstük 8 kan gevarieerd worden, ofschoon het in de prectijk de voorkeur verdient dat het duwonderdeel 1 teruggetrokken wordt vóór de zakspreidonderdelen 30 8 hun zakspreidhandeling voltooid hébben, onder het zodoende verzekeren dat de zakhals 3a niet over de bovenranden van het duworgaan 1 sleept, met het gevaar voor scheuren van de zak.

De ideale situatie is can het duwonderdeel zo vroeg mogelijk te laten terugtrekken teneinde de volgende zakvulcyclus zo 35 spoedig mogelijk in te leiden, maar daarbij zéker te stellen dat 8102118 -12-

V

> - « het duwonderd.ee! 1 althans tot de twee zakspreidonderdelen 7 en het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 de axiale voortbewegingsslag van de positie van fig. 3 naar de positie van fig. 4 voltooid hebben in zijn positie blijft teneinde te 5 verzekeren dat de zakhals 3a goed ingesteld is ten opzichte van de klem- en afdichtonderdelen 14 en 15 voor het duwonderdeel teruggetrokken wordt. Maar desgewenst kan de terugtrekking van het duwonderdeel vlak voor de voltooiing van de axiale voortbeweging van de zakspreidonderdelen en het atmosferische 10 conditioneringsmondstuk langs de werklijnen van de- pijlen 12a, 12b en 12c van de positie van fig. 3 naar de positie van fig. 4 aanvangen.

Tenslotte kan de af gedichte zak 3 met zijn product 2 daarin afgevoerd worden uit het afdichtstation of door het 15 aandrijven van de rollen 10 in het geval van een actieve rol- transporteur, of door een willekeurig ander transportmechanisme in het geval van een passieve roltransporteur of ander voort-leidingssysteem.

Ofschoon het voor de onderhavige uitvinding niet 20 essentieel is dat de twee zakvasthoudonderdelen 4 een goed eind vrij van de bewegingsbaan van het duwonderdeel 1 teruggetrokken worden nadat zij de in fig. 1 voorgestelde zakyasthoudfunctie voltooid hebben, kan deze scheidingsbeweging een voordeel zijn waar het wenselijk is cm de afmeting 25 van het duwonderdeel te kunnen veranderen, bijvoorbeeld cm verschillende zakafmetingen en productartLkelbreedten op te nemen. Bovendien is het, ofschoon bij de bepaalde uitvoering die in het voorgaande beschreven is, het afdichtstation C gescheiden is van het zakvulstation B doordat het duwonderdeel 30 1 de zak. van de zakvasthoudonderdelen 4a af drijft, in het alter natieve. geval mogelijk cm er voor te zorgen dat de voortbeweging van het duwonderdeel stopt zodra het artikel 2 zich in de open zak. 3 bevindt en om dan de zak van het vasthoudonderdeel 4a te scheiden door het vasthoudonderdeel 4a terug te trekken 35 terwijl het stationaire onderdeel 1 het terugkeren van de zak 3 en het artikel 2 voorkomt.

8102118 ^ w -13-

Ofschoon bij de typerende uitvoering, die in fig. 1 t/m 5 voorgesteld is, een enkel atmosferisch conditionerings-mondstdk 8 en ook twee zakspreidonderdelen 7 toegepast zijn, is het natuurlijk denkbaar dat de zakspreidonderdelen achterwege 5 gelaten worden en men zich verlaat op het feit dat de drukwerking van devsiaven 14 en 15, die in fig. 5 weergegeven zijn, voldoende zal zijn cm de zakmond af te platten.

De toevoer van zakken naar het zakvulstation B kan natuurlijk van elke- gebruikelijke vorm zijn, bijvoorbeeld 10 een keten van dakpansgewijs gelegde zakken of een stapel afgepaalde zakken. Het openen van de zakken kan automatisch uitgevoerd worden door opblaasluchtstralen, of de zakken kunnen desvereist afzonderlijk op de zakvasthoudonderdelen 4a geplaatst worden; deze laatste verrichting zou eei neiging tot vertraging 15 van de cyclusbeweging van de inrichting opleveren.

Productartikelen 2 zullen aan het producttoevoer-station A toegevoerd worden door een willekeurig geschikt voortleidingsmiddel, of met de hand.

De lengte van het duwonderdeel 1 is bij voorkeur 20 steeds groter dan het verschil tussen de zaklengte en de productlengte, zodat het achterste deel van het duwonderdeel (d.w.z. het einde dat zich het dichtst bij zijn bedienstang 9 bevindt) zich steeds buiten de zak bevindt. Om deze reden zal, daar een aantal verschillende zaklengten en productlengten 25 vereist zijn, het duwonderdeel 1 zo uitgevoerd worden dat het een vaste lengte heeft, die groter is dan het grootste verwachte verschil tussen de zaklengte en de productlengte.

De doorsnede van het duwonderdeel is breed genoeg au de sleuven waarin de zakspreidonderdelen opgenomen worden 30 te vormen.

De breedte van het duwonderdeel 1 zal kleiner zijn dan de breedte van het product zodat het duwonderdeel steeds het productartikel in de zak duwen kan zonder de noodzaak dat de zakafmeting groot genoeg is om een duworgaan op te nonen 35 dat groter is dan het artikel. Het doel hiervan is om te verzekeren 8102118

* * V

-14- dat de beperkingsfactor op de kleinst mogelijke zakafraeting de ontvang van het productartikel en niet die van het duwonder-deel is .

De voordelen van de machine, die in de tekeningen . 5 voorgesteld is, boven de tot dusver op dit gebied bekende zakvulinrichtingen en afzuigmachines behelzen het feit dat aangezien het duwonderdeel 1 steeds een gegeven slag uitvoeren kan zonder gevaar voor het in botsing kanen met het mondstuk 8 of de zakspreidstaven 7, het achtervlak van het productartikel 10 2 steeds in een nauwkeurig bekende positie ingesteld wordt zodat het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 steeds in een positie op de optimum afstand daarvan van de achterkant van het productartikel 2 gébracht kan worden wanneer het mondstuk 8 naar de positie van fig. 4 bewogen is. Op deze wijze zullen 15 er geen moeilijkheden optreden bij het uitrichten van de plaats van de sluitdichting, die door de staven 14 en 15 gevormd wordt, ten opzichte van Of de rand van de zakmond of de positie van het atmosferische conditioneringsmondstuk 8 in de vormgeving van fig. 5. Dit geeft niet alleen een veel betrouwbaarder instelling 20 voor de afdichting maar ook een veel doeltreffender gebruik van de atmosferische conditioneringshulpöronnen gezien het geringe volume van het inwendige van de zak achter de lijn van de klemwerking van de staven 14 en 15 (d.w. z. aan de linkerzijde van die staven in fig. 5 beschouwd). In het geval van 25 onderdrukopwekking om een onderdrukatmosfeer binnen de zak in te stellen, of in het geval van atmosfersiche conditionering door inert gasspoeling, is het volume, waarin een onderdruk opgewekt wordt, dat resulteert uit de optimum instelling van het productartikel 2 ten opzichte van de staven 14 en 15, 30 een belangrijke economische factor.

De in de tekeningen voorgestelde inrichting is in het bijzonder geschikt voor het verpakken van artikelen zoals kaasblokken, die een gewicht tot zelfs 20 kg kunnen hébben.

Andere omvangrijke productartikelen kunnen ook bijzonder geschikt 35 behandeld worden onder toepassing van deze inrichting.

8102 118 * τ # -15-

IndLen een inzetselvouwvonning gevormd moet worden bij de mond van de zak bij de afdichting zal de uitvoering dan iets gemodificeerd worden en het aanzicht, gezien langs de richting van de werkingslijn van de bedienstang 9 voor het duw-5 orgaan (maar met weglating van alle bestanddelen afgezien van het atmosferische conditioneringsitcndstuk en de zakmond-spreid- en -vouwonderdelen) is in fig. 6 weergegeven als omvattende een bovenste paar zakspreidstaven 16a_.en.16b, die symmetrisch naar weerszijden van het midden 21 van het zuigmond-10 stuk 8 aangebracht zijn, en een onderste paar corresponderende zuigspreidstaven 17a en 17b, die weer naar weerszijdenvan het midden 21 van het mondstuk 8, en direct onder de twee staven 18a en 18b van het eerste paar aangebracht zijn. De staven 16a, 16b, 17a en 17b vormen zodoende de hoeken van een rechthoek die een 15 horizontale lange as en een verticale korte as heeft.

Een paar zakvouwonderdelen 18a en 18b zijn ingesteld op een niveau halverwege tussen de bovenste en onderste paren onderdelen 16a, 16b en 17a, 17b (d.w.z. op de korte as van de rechthoek) en deze worden op een zodanige wijze aangedreven dat 20 deze steeds symmetrisch aangebracht zijn naar weerszij den van het midden 21 van het mondstuk 8.

De voorstelling van fig. 6 toont de beweging van de verschillende zakspreidonderdelen gedeeltelijk over hun zakspreidhandeling. Afhankelijk bevinden de zakspreidstaven 25 van de bovenste en onderste paren 16a, 16b, 17a, 17b zich alle dichter bij elkaar dan als in fig. 6 weergegeven is, en bevinden de zakvouwonderdelen 18a en 18b zich verder uiteen, op een tussenafstand die groter is dan de afstand tussen de staven 16a en 16b enerzijds en 17a en 17b anderzijds.

30 De twee vouwonderdelen 18a en 18b bewegen respectieve lijk naar beneden langs de richtingen van de pijlen 20a en 20b als de bovenste en onderste onderdelen 16a, 16b en 17a, 17b van elkaar af bewegen langs de richting van de pijlen 19a, 19b en 19c, 19d respectievelijk.

35 Wanneer uiteindelijk de zakspreidstaven 16 en 17 8102118 -16- zich op hun maximum tussenafstand bevinden en de vouwstaven 18a en 18b zich. op hun minimum tussenafstand bevinden, zal de zakmond 3a geheel gestrekt en in een met inzetsels uitgevoerde vormgeving gevouwen zijn, gereed voor afdichting.

5 In de voorstelling van fig. 6 is de verticale afstand tussen de bovenste en onderste paren staven 16a, 16b enerzijds en 17a, 17b anderzijds overdreven voorgesteld teneinde duidelijker de wijze te tonen waarop de inzetselvouwverrichting voortgang vindt. In de practijk zullen de bovenste en onderste 10 zakspreidstaven zich echter op een kleinere verticale tussenafstand bevinden.

Wanneer de inzetselvouwhandeling voltooid is, sluiten de afdichtstaven 14 en 15 van fig. 5 opeen cm de bovenste en onderste op elkaar geplaatste lagen van de zakmond 3a in 15 contact met elkaar te drukken op de zes spreidstaven 16a, 16b, 17a, 17b en 18a, 18b op het mondstuk 8.

Ofschoon het sluiten van de zak bij de in het voorgaande beschreven uitvoering bij wijze van een warm-lasdichting gebeurt, kan een willekeurige andere sluithandeling (gewoonlijk 20 zonder het zakspreidonderdeel 7) toegepast worden; bijvoorbeeld kan de zak geklemd worden na terugtrekking van een atmosferische conditioneringsmondstuk.

Ko± samengevat is in het voorgaande een zakvul-en -afdichtinrichting beschreven, bestaande uit een zakafzuig- of 25 gasspoelmondstuk 8 en zakspreidonderdelen 7 die zijdelings beweegbaar zijn naar en vanuit voortbewogen posities waarin zij passen binnen corresponderende sleuven lc, la en lb van een duw-onderdeel 1, en ook axiaal beweegbaar zijn naar en vanuit de positie van de hals 3a van een zak 3 in een zakafdichtstation 30 C. De verrichting van de Inrichting is zodanig dat het duworgaan 1 een productartikel in een geopende zak voortbeweegt en de zak meevoert voor beweging van de zakvulpositie naar een zakafdicht-positie en dan, terwijl het product in een nauwkeurig bepaalde positie vastgehouden wordt door middel van het duwonderdeel 1, 35 het mondstuk 8 en de zakspreidonderdelen 7 eerst zijdelings en 8102118 -17- dan axiaal voortbewegen in de in het duwonderdeel gevormde sleuven, waarna het duwonderdeel teruggetrokken kan worden terwijl de zakspreidonderdelen de zakhals tot een in hoofdzaak platte langwerpige mond trékken en het mondstuk of onderdruk 5 uitoefent of inert spoelgas aan het inwendige van de zaktoevoer voor het af dichten van de zak onder toepassing van warmte-dichtingsmiddelen.

Intussen is het duwonderdeel teruggetrokken om een nieuwe zakvulcyclus aan te vangen.

8102118

Claims

1. Zakvul- en-afdicht inrichting, voorzien van middelen voor het gereed houden van een open zak om een productieartikel daarin op te nemen, een duwonderdeel dat aangedreven wordt voor · . - heen en weer bewegirg langs een baan 5 tussen (a) een eerste positie, waarin het teruggetrokken is achter het zakvulstation en een productieartikel opnemen kan tussen zijn genoemde eerste positie en de open mond van een door de zak/vasthoudmiddelen vastgehouden zak, en (b) een .tweede positie, waarin hierdoor het productartikéL vergLaatst is in 10 een open zak op de zakvasthoudmiddelen, een atmosferische conditioneringsmondstuk dat dient om zuiging uit te oefenen en/of een spoelgas aan het inwendige van een pp de vasthoud-middelen vastgehouden zak toe te voeren, en middelen voor het afdichten van de zak met het productartikel daarin na 15 bediening van atmosferische conditioneringgnondstjipgekenirerkt door zakspreidonderdelen (7), die symmetrisch om de bewegings-baan van het duwonderdeel (1) ingesteld zijn tussen zijn genoemde eerste en tweede posities, en aangedreven worden voor de beweging naar elkaar toe en van elkaar af tussen zijdelings 20 voortbewogen toestanden, waarin zij in uitgericht verband staan met de bewegingsbaan van het duwonderdeel (1) in zijn tweede positie, en een zijdelings teruggetrokken toestand, waarin zij vrij zijn van de bewegingsbaan van het duwonderdeëL. (1), en ook voor beweging in een richting evenwijdig aan de bewegings-25 richting van het duwonderdeel (1) tussen een axiaal voortbewogen toestand binnen de hals van een genoemde zak (3), die het duwonderdeel omgeeft bij de tweede positie van het duwonderdeel, en een axiaal teruggetrokken toestand van een genoemde zakhals, sleuven (la, 1b) in het duwonderdeel (1) om 30 de beweging van de zakspreidonderdelen (7) tussen hun zijdelings teruggetrokken toestanden en hun zijdelings voortbewogen toestanden op te nemen, en zakafdichtmiddelen bestaande uit evenwijdige af dichts taven (14, 15) voor warmtedichting van de hals van een genoemde zak (3), en voor het drukken van de hals 35 van de zak in een in hoofdzaak platte vormgeving die de zak- 8102118 * -19- spreidonderdelen (7) ansluit wanneer de zakspreidonderdelen (7) zich in hun axiaal voortbewogen toestand bevinden en het duwonderdeel (1) van zijn tweede positie verwijderd is.

2. Inrichting volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) beweegbaar is in een eerste richting loodrecht op de bewegingsrichting van het duwonderdeel (1) tussen zijn genoemde eerste en tweede posities, voor beweging tussen een zijdelings teruggetrokken 10 toestand waarin het vrij is van de bewegingsbaan van het duwonderdeel (1) en een zijdelings voortbewogen positie waarin het zich in de bewegingsbaan van het duwonderdeel bevindt, waarbij het atmosferische conditioneringsmondstuk ook beweegbaar is in een richting evenwijdig aan de genoemde bewegingsbaan van 15 het duwonderdeel voor beweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk tussen een axiaal voortbewogen toestand waarin het in uitgericht verband staat met de tweede positie van het duwonderdeel en een axiaal .teruggetrokken toestand waarin het teruggetrokken is achter de tweede positie van het 20 duwonderdeel, en waarbij een verdere sleuf (1c) gevormd is langs het duwonderdeel en zo uitgevoerd is dat gedurende relatief axiale beweging van het duwonderdeel en het atmosferische conditioneringsmondstuk terwijl het atmosferische conditioneringsmondstuk zich in zijn zijdelings voortbewogen toestand bevindt 25 het atmosferische conditioneringsmondstuk door het einde van de verdere sleuf binnentreden en daarlangs naar een positie gaan kan, waarin het de atmosfeer binnen de zak (3) conditioneren kan.

3. Inrichting volgens conclusie 2, gekenmerkt doordat 30 het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) verbonden is aan een steunonderdeel (8a), dat zich evenwijdig aan de bewegingsrichting van het atmosferische conditioneringsmondstuk tussen zijn genoemde zijdelings teruggetrokken en zijdelings voortbewogen toestanden uit strekt, en waarbij de verdere sleuf 35 (1c) in het duwonderdeel (1) in een zijvlak van het duwonderdeel 8102118 Λ -20- uitkomt om het steunonderdeel van het atmosferische oonditionerings-mondstük door dit open vlak van het duwonderdeel te laten gaan gedurende relatieve axiale beweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk en het duwonderdeel.

4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, gekenmerkt doordat de eerstgenoemde sleuven (la, lb) om de zakspreid-onderdelen (7). op te nemen in tegenovergestelde zijden van het duwonderdeel (li gevormd zijn en de verdere sleuven (lc) om het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) op te nemen 10 in de bovenkant van het duwonderdeel gevormd is.

5. Inrichting volgens een der conclusies 2 t/m 4, gekenmerkt doordat het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) aangedreven wordt door een cyclus van bewegingen bestaande uit in de eerste plaats een zijdelingse voortbeweging tussen 15 zijn genoemde zijdelings teruggetrokken toestand en zijn genoemde zijdelings voortbewogen toestand, in de tweede plaats een axiale beweging tussen zijn genoemde axiaal teruggetrokken toestand en zijn genoemde axiaal voortbewogen toestand, in de derde plaats een zijdelingse terugkeerbeweging tussen 20 zijn genoemde zijdelings voortbewogen toestand en zijn genoemde zijdelings teruggetrokken toestand, en in de vierde plaats een axiale terugkeerbeweging tussen zijn genoemde axiaal voortbewogen toestand en zijn genoemde axiaal teruggetrokken toestand.

6. Inrichting volgens conclusie 5, gekenmerkt doordat de zakspreidonderdelen (7) aangedreven worden voor een cyclus van bewegingen bestaande uit in de eerste plaats, tegelijk, net de zijdelingse voortbeweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk (8), zijdelingse voortbewegingen tussen 30 de zijdelings teruggetrokken toestand en de zijdelings voortbewogen toestand, in de tweede plaats, tegelijk met de axiale voortbeweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk, axiale voortbewegingen tussen de axiaal teruggetrokken toestand en de axiaal voortbewogen toestand, in de derde plaats, tegelijk 35 met de zijdelingse terugkeerbeweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk, zijdelingse terugkeerbewegingen tussen 8102118 -21- Λ t* de zijdelings voortbewogen toestanden en de zijdelings teruggetrokken toestanden, en in de vierde plaats, tegelijk met de axiale terugkeerbeweging van het atmosferische conditioneringsmondstuk, axiale temgkeerbewegingen tussen 5 de axiaal voortbewogen toestand en de axiaal teruggetrokken toestand.

7. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 6, gekenmerkt doordat de tweede positie van het duwonderdeel (1) er een is, waarin het duwonderdeel voortbewogen is voorbij de 10 zakvasthoudmiddelen (4) on een zak (3) van de vasthoudmiddelen te verwijderen.

8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) uit een spoelgasinspuitmondstuk bestaat.

9. Inrichting volgens een der conclusies 1 t/m 7, gekenmerkt doordat het atmosferische conditioneringsmondstuk (8) uit een onderdrukmondstük bestaat.

10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, gekenmerkt doordat de zakspreidonderdelen (7) hol zijn en zelf verdere 20 atmosferische conditioneringsinriditingen vormen.

11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, gekenmerkt doordat er vier van de zakspreidonderdelen (16a, 16b, 17a, 17b) in een rechthoekige vormgeving aangebracht zijn en berekend zijn (¾) beweging in paren (16a, 17a) (16b, 17b) naar 25 elkaar toe en van elkaar af, en verder zakvouwonderdelen (18a, 18b) aangebracht zijn, die in tegengestelde zin ten opzichte van daarmee samenhangende exemplaren (16a, 17a) (16b, 17b) van de zakspreidonderdelen naar elkaar toe en van elkaar af beweegbaar zijn langs de lange as van de rechthoek (16a-16b-17b-l7a) 30 gevormd door de zakspreidonderdelen.

12. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in de beschrijving en/of tekeningen. 8102118