NL8100019A - Papiergeldtransportconstructie. - Google Patents

Description

·. ’ -1- * > ' 4

Papiergeldtransportconstructie

De uitvinding heeft betrekking qp een transport-mechanisma voor het bankbiljet voor bankbiljet bewegen van papiergeld van een voorraadstapel bankbiljetten naar een toeleveringsgebied en betreft meer in het bijzonder een 5 transportmechanisme, dat nieuwe of slappe, gébruikte, oude of een gemengde combinatie van nieuwe of oude bankbiljetten die door een opvatinrichting toegevoerd worden van een voorraadstapel bankbiljetten in een geldafgeef inrichting naar een klant op een toeleveringsplaats bewegen kan.

10 Meer in het bijzonder behelst de uitvinding een zeer goedkoop transportmechanisroe, dat een vereenvoudigde constructie heeft, met een buitengewoon bedrijfszekere werking, en uit zeer weinig bestanddelen bestaat, zonder dure door tandwielen aangedreven paren transportrollen, en 15 welke bestanddelen een vlakke, in langs- en dwarsrichting continue, eindloze rubber band omvatten, die aangelegd is rond een paar uiteengelegen rollen, waarvan een aangedreven wordt cm de band in een gewenste richting te bewegen, waarbij de band één part aider druk aangegrepen heeft, dat gevat zit in 20 een ruimte tussen een stevige, vlakke, beklede, metalen druk- of steunplaat en een stevige^ vlakke, beklede, metalen platformplaat of tafel, zodat bankbiljetten over lange afstanden getransporteerd kunnen worden door de aangedreven band langs de platformplaat.

25 De tot dusver bekende inrichtingen voor het transporteren van bankbiljetten van één punt naar een ander omvatten veel oonstructietypes, zoals tegenovergestelde roltransporteurs, tegenovergestelde dubbele bandtransporteurs, en ketting-duwtransporteurs. Al deze transporteurs hébben 3Q betrekkelijk ingewikkelde constructie- en werkingsaspecten, die duur zijn cm te fabriceren en te onderhouden.

Eén voorbeeld van een dubbele bandinrichting is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.738.642, 8 1 00 0 1 9 * ' -2- s waarbij tegenovergestelde banden papiergeld van een stapel tussen tegenovergestelde golfbandformaties transporteren, die golvingen of rimpels aan de bandbiljetten verlenen cm voor bankbiljetscheiding te zorgen.

5 Een ander voorbeeld van een dubbele band-bankbiljet- transportconstructie is weergegeven in het Amerikaanse octrooi-schrift 3.937.453, waarbij de ingewikkelde transportconstructie en -inrichting duidelijk uitkamt.

Nog een andere inrichting voor de behandeling 10 van bladen door transportmiddelen is weergegeven in het

Amerikaanse octrooischrift 3.778.051, waarbij bladen toegevoerd worden van een stapel naar de onderzijde van een onderste bancLpart van een eindloze band, die in een lus rond een paar uiteengelegen rollen loopt, en aan de band 15 vastgehouden worden door een ztrlginrichting terwijl een taster de blaödikte aftast om het optreden van meervoudige bladen te signaleren.

Een andere bekende transportconstructie voor het toevoeren van bankbiljetten van de onderkant van een stapel 20 bankbiljetten langs een baan, die zich in drie verschillende richtingen naar een toeleveringsgebied uitstrekt, is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 3.795.395, waarbij een paar smalle uiteengelegen banden tegen een reeks uiteengelegen statische platen bewegen, die verschillende onregel-25 matige vonten hebben. In dwarsrichting uiteengelegen hoekrollen bevinden zich in de ruimten tussen de platen en de uiteengelegen smalle banden worden rond de hoeken geleid door de uiteengelegen rollen, die direct met de banden in contact komen. De uiteengelegen banden worden intermitterend tegen 30 de platen gedrukt door veerbelaste vrij draaiende rollen.

De aldus getransporteerde bankbiljetten worden niet te allen tijde onder druk door de banden aangegrepen over het gehele bankbiljetgebied door de bandtussenafstand, plaattussen-afstand, en uiteengelegen vrij draaiende rollen. Dit kan 35 resulteren in een onregelmatige aardrigvLng van de bankbiljetten 8100019 e f -3- zodat de bankbiljetten verdraaien of schuins taan of kreuken kunnen.

Deze tot dusver op dit gebied bekende transportinrichtingen zijn cm één reden of een andere ongewenst, in 5 het bijzonder in automatische bankuitrusting met geldafgeef-inrichtingen, door hun ingewikkelde constructieve kenmerken of de kosten die net de fabricage .en het onderhoud daarvan gepaard gaan. Ook kan vastlopen van bankbiljetten optreden bij de werking van sommige van de tot dusver bekende 10 inrichtingen. Tenslotte levert oud of gébruikt slap papiergeld speciale problsnen op in geldafgeef inrichtingen.

Er bestond een onbevredigde behoefte cp het gebied van bankpapiertransporteurs, en in het bijzonder die welke gebruikt worden op het gebied van automatische 15 geldafgeefinrichtingen, aan een transportmechanisnie dat eenvoudig van constructie is, dat weinig of geen onderhoud vereist, dat erg bedrijfszeker en doeltreffend werkt, dat zowel nieuwe als oude, slappe, gebruikte bankbiljetten behandelen kan, dat uit zeer weinig eenvoudige bestanddelen bestaat, 20 dat aanzienlijk minder duur is dan de tot dusver op dit gebied békende inrichtingen, dat het vastlopen tot een minimum beperkt, en dat bankbiljetten zonder meer over lange afstanden transporteert.

De oogmerken van de uitvinding omvatten het verschaffen 25 van een transportmechanisme voor bankbiljetten, dat een vereenvoudigde constructie van zeer weinig bestanddelen heeft en bankbiljetten over lange afstanden transporteren kan zonder de noodzaak van dure door tandwielen aangedreven meervoudige paren transportrollen, het verschaffen van 30 een dergelijk transportnechanisme, dat opgébouwd is uit een minimum aantal goedkope bestanddelen en dat doeltreffend werkt cm vastlopen, rinpelen, kreuken, verdraaiing of schuinstaan van bankbiljetten te voorkomen, in het bijzonder slappe gebruikte bankbiljetten, welke aan het transportme-35 chani sme toegevoerd worden van een stapel bankbiljetten voor 8100019 -4- 9 -* toelevering aan een klant onder toepassing van auto=-·:·' ·'· matische bankuitrusting die geldafgeef inrichtingen omvat, het verschaffen van een der gelijk transportmechanisme, waarbij de bankbiljetten elk positief onder wrijving 5 aangegrepen worden door een bij voorkeur gestructureerd oppervlak van een strakgespannen vlak gedeelte van een rubber band, die aangedreven wordt om de bankbiljetten langs een glad vlak bekleed oppervlak van een metalen tafel te schuiven, in hoofdzaak ‘.'.vrij!: van wrijving tussen 10 de bankbiljetten en het tafeloppervlak, het verschaffen van een dergelijk transportmechanisme, waarbij het bankbiljet-aangrijpingsgedeelte van de strakgespannen rubber band onder druk gehouden wordt gedurende de handbeweging door een vlakke metalen drukplaat die zich op enige afstand 15 bevindt van de tafel met de bewegende band daartussen gevat zittend, het verschaffen van een dergelijk transport-nechanisme, dat op doelmatige wijze en op bedrijfszekere wijze bankbiljetten een voor een transporteren kan, ongeacht de bankbiljetafmeting en of de bankbiljetten uit nieuw of 20 slap, gebruikt, oud geld of een willekeurig mengsel daarvan bestaan, en het verschaffen van een nieuw transportmechanisme, dat de vermelde oogmerken op een bedrijfszekere, doelmatige, gemakkelijk aangedreven en geregelde wijze tot stand brengt, en dat problemen oplost en behoeften vervult die 25 lang bestaan hebben op het gebied van geldafgeefinrichtingen voor automatische bankuitrusting. Deze en andere oogmerken en voordelen kunnen verkregen worden met het nieuwe transportmechanisme, waarvan de algemene aard aangegeven kan worden als omvattende een paar uiteengelegen bandtransportrollen 30 met langsassen, een vlakke, in langs- en dwarsrichting continue, eindloze rubber band, die in een lus en strak-'gespannen rond de transportrollen aangelegd is en binnen- en buitenoppervlakken heeft, middelen die werkzaam verbonden zijn met tenminste een van de rollen cm deze ene rol te roteren 35 om de band te bewegen, een stevige vlakke tafel, een stevige 8100019 * * ΐ i -5- vlakke steunplaat die op enige afstand van en evenwijdig net de tafel verloopt, waarbij de tafel ai steunplaat zich tussen de rollen uitstrekken en breder zijn dan de band en ook evenwijdig met de hartlijnen van de uiteengelegen 5 rollen verlopen, de oppervlakken van de uiteengelegen tafel en steunplaat, die naar elkaar toegekeerd zijn en de ruimte daartussen begrenzen, elk een wrijvingsvrij oppervlak hebben, een part van de band zich bevindt in de ruimte tussen de tafel en steunplaat net het wrijvingsvrij e IQ steunplaatoppervlak in aangrijping net het binnenste band- oppervlak en het wrijvingsvrije tafeloppervlak in aangrijping met het buitenste bandoppervlak, en het ene genoemde part van de band beweegbaar is tussen de rollen en door de steunplaat tegen de tafel gedrukt wordt over in hoofdzaak de 15 gehele ruimte tussen de rollen.

Voorkeursuitvoeringen van de uitvinding - die een voorstelling geven van de beste wijze waarop de toepassing van de beginselen daarvan beoogd wordt - zijn uiteengezet in de volgende beschrijving aan de hand van de tekeningen.

20 Fig. 1 is een schematische afbeelding in perspec tief van de essentiële bestanddelen van het nieuwe transport-mechanisme.

Fig. 2 is een bovenaanzicht op grotere schaal, met weggebroken delen, dat enigszins schematisch het in 25 fig. 1 weergegeven transportmechanisme toont; fig. 3 is een zijaanzicht cp nog grotere schaal, met weggebreken delen en in doorsnede, gezien in de richting van de pijlen IH-IH in fig. 4; fig. 4 is een eindaanzicht van de nieuwe constructie 30 gezien in de richting van de pijlen IV-IV in fig. 3; fig. 5 is een gedeeltelijke doorsnede volgens V-V in fig. 2; fig. 6 is een afbeelding op kleinere schaal overeenkomstig aan fig. 3, waarin het toevoeren van bankbiljetten 35 van een stapel bankbiljetten naar het verbeterde transport- 8100019

V

-6- mechanisire weergegeven is; en fig. 7 is een afbeelding overeenkomstig aan fig. 6, waarin een gewijzigde vorm van constructie weergegeven is.

Opgemerkt wordt dat overeenkomstige verwijzings-5 cijfers op overeenkomstige delen duiden in al de verschillende figuren van de tekeningen.

Eerste uitvoering Eén type van verbeterd bankbil j ettransportmechanisme is in fig. 1 t/m 6 weergegeven, waarbij de transporteur algemeen 10 met 1 aangegeven is. De eenvoudige/ goedkope, gering in aantal zijnde bestanddelen van de transporteur 1 omvatten een paar uiteengelegen bandstrakspan-, steun- en aandrijf rollen 2 en 3, rond welke de eindloze band 4 aangelegd is, een tafel 5, en een druk- of steunplaat 6. Een van de rollen, zoals de rol 2, 15 kan aangedreven worden in een gewenste richting door een tandwiel 7 op de rolas 8 door de rol 2. Een rondsel 9 is in aan-grijping met het tandwiel 7, dat door een (niet weergegeven) motor aangedreven wordt. De rol 2 kan in de zin van de wijzers van het uurwerk roteren en zodoende beweegt de band 4 in de 20 met de pijlen 10 en 10a aangegeven richting. De tafel 5 bestaat uit een stevige, vlakke, metalen plaat, die bij voorkeur van aluminium gevormd is. Tenminste het aluminium_ plaatoppervlak 20, het bovenoppervlak van de tafel 5 zoals in fig. 3 weergegeven is, is bekleed met polyfenyleensulfide cm een wrij-25 l.vingloos oppervlak op de tafel 5 te vormen, waarlangs bankbiljetten gemakkelijk bewogen worden door de werking van de transporteur 1 zoals in het volgende meer in detail beschreven wordt.

De zijranden van de tafel 5 zijn gevormd met 30 flenzen 11 en 12, die haaks uitsteken van het beklede oppervlak 20 van de tafel 8, en de einden van de tafel 5 zijn gevormd met onder een hoek staande oplopen 13 en 14. De tafel 5 is zodoende kanaalvormig in doorsnede zoals in fig. 4 weergegeven is.

35 De stevige, vlakke, metalen druk- of steunplaat 6 8100019 -7- is overeenkomstig aan de tafel 5 met haaks uitstekende flenzen 15 en 16 aan de zijranden daarvan en enigszins gebogen eindranden 17 en 18 zoals in fig. 3 en 4 weergegeven is. De steunplaat 6 is zodoende ook kanaalvormig in doorsnede en kan nestend 5 aangebracht worden binnen de flenzen 11 en 12 van de tafel 5 met het vlakke, stevige, kanaallijfplaatgedeelte 19 evenwijdig aan en op enige afstand van het beklede oppervlak 20 van de tafel 5.

De kanaalflenzen van de tafel 5 of steunplaat 6 10 verschaffen een eenvoudige wijze van montering van de rollen 2 en 3 in vaste posities aan de einden van de transporteur 1, en vormen ook een steun voor de tafel en steunplaat met de gewenste afstand daartussen. Warneer de gewenste afstand tussen de tafel en drukplaat vastgesteld moet worden, 15 en niet instelbaar is, kunnen de flenzen van de nestend aangebrachte kanaalvormige tafel 5 en steunplaat 6 onderling bevestigd worden qp elke willekeurige geschikte wijze, en de flenzen 12, 13, 15 en 16 zijn bij voorkeur voorzien van bussen of legers 21, waarin de as 8 van de bandrol 2 en de as 22 van de 20 bandrol 3 draaibaar opgenonen zijn zoals in fig. 3 en 4 weergegeven is. Indien enige instelbaarheid van de tafel afstand ten opzichte van de drukplaat gewenst is, bijvoorbeeld cm ver- . schiUenckbanddikten of tafelvlakhdöboleranties over grote tafellengten op te netten, kan in deze instelbaarheid voorzien 25 worden met een enigszins gesleufde steun van de rolassen ten opzichte van de flenzen van een van de uit de tafel 5 of de drukplaat 6 bestaande bestanddelen.

Het bandaandri j ftandwiel 7 kan vastgezet worden aan één einde van de as 8 buiten een van de legers 21 zoals 3Q in fig. 4 weergegeven is. Het samenstel van de bandrollen 2 en 3, band 4, tafel 5 en steunplaat 6 kan ondersteund worden op elke willekeurige gewenste wijze op een basis, qp elke willekeurige gewenste plaats ten opzichte van andere bestanddelen van de geldafgeefuitrusting. Deze basis is schematisch vertegenwoordigd 35 door de steunonderdelen 23.

8100019 ί J ^ -8-

De steunplaat 6 is overeenkomstig aan de tafel 5 ook bij voorkeur gevormd van aluminium en tenminste het steun-plaatoppervlak 24, dat zich tegenovergesteld aan en op enige afstand van het tafeloppervlak 20 bevindt, is ook met polyfenyleen-5 sulfide bekleed.

De hartlijnen van de bandrolassen 8 en 22 kunnen op een evenwijdig met het tafeloppervlak 20 en zijn zoals beschreven op een vaste afstand boven het tafeloppervlak 20 gemonteerd. Zoals aangegeven, bevindt het kanaallijfplaatgedeelte IQ 19 van de steunplaat 6 zich op enige afstand van het beklede tafeloppervlak 20. Deze afstand tussen de beklede tafel- en ken steunplaatoppervlafc' 20 en 24 is bij voorkeur ongeveer gelijk aan de dikte van de band 4 zodat de steurplaat 6 de band tegen de tafel 5 drukt. De bekledingen op de oppervlakken 20 en 24 15 vormen wrijvingloze oppervlakken op de tafel en steunplaat waardoor de band wanneer deze aangedreven en in de richting van de pijlen 10 en 10a bewogen wordt met gemak bewegen kan in weerwil van het feit dat de rubber band voor rubber artikelen kenmerkende wrijvingoppervlakken heeft. Verder is het buitenopper-2Q vlak van de band, dat algemeen met 25 aangegeven is en dat in contact komt net het beklede tafeloppervlak 20, bij voorkeur gestructureerd of enigszins ruw gemaakt in de gewenste mate cm zodoende de wrijvingseigenschappen daarvan te verhogen.

Ofschoon naopreen een geschikt materiaal voor het 25 vormen van de band 3 is, is gebleken dat een gestructureerd "Hypalon"-bandmateriaal, wat een product van de DuPont Company is, dat van synthetische rubber gevormd is en bestand is tegen olie, ozon en andere chemicaliën, het meest bevredigend is.

Ofschoon ook andere metalen dan aluminium, zoals 30 roestvrij staal, gebruikt kunnen worden, die met bekledings- materialen, welke wrijvingsvrije oppervlakken vormen, bekleed kunnen worden, is het het meest wenselijke cm de tafel 5 en met steunplaat 6 van/ polyfenyleensulfide bekleed aluminium te vormen, wat een product is van de-Beers Laboratories, Ine., South Fairbank 35 Street 111, Addison, Illinois, dat als "Debron" No. 711, Code - 8100019 * -9- niet klevende PPS/PTEÏ-bekleding aangemerkt wordt. Dergelijke beklede aluminiumplaat is wenselijk cmdat deze gébruikt kan worden in beklede toestand als een ruw materiaal dat zonder neer gevormd kan worden tot de kanaalvormen , die de tafel 5 en steun-5 plaat kenmerken, zonder barsten, afschilferen of anderszins verstoren van de niet klevende wrijvingloze bekledingen op de oppervlakken waarlangs de band gemakkelijk beweegt. '

Als alternatief kunnen de tafel 5 en steunplaat 6 van polyfenyleensulfide vervaardigd worden om wrijvingloze 10 oppervlakken te vormen, waartussen de band beweegt.

Gebleken is voorts dat het mogelijk is om zondermeer bankbiljetten te transporteren, ongeacht de bankbiljetlengte of breedtes finetingen (papiéogeld in verschillende landen heeft verschillende afmetingen), ongeacht of de bankbiljetten uit 15 nieuwe of oude slappe, gébruikte bankbiljetten bestaan, van de ingang van het transportraechanisme 1 onder de bandrol 3 naar de uitgang van het transportmechanisme, links van de bandrol 2 in fig* 3, zonder kreuken, vastlopen, schuins taan, enz. van de bankbiljetten.

20 Het wrijvings- of gestructureerde oppervlak 25 van de band komt onder wrijving in aangrijpinjg met elk bank-biljet over het gehele oppervlak van het bankbiljet dat met de band in contact komt bij het bewegen van het bankbiljet. Gedurende de beweging drukt de drukplaat 6 de band 4 tegen het bankbiljet 25 en de tafel. Daar de tegenovergestelde beklede oppervlakken 24 en 20 van de drukplaat en tafel zo wrijvingsloos mogelijke eigenschappen hébben, beweegt de band de onder wrijving aangegrepen bankbiljetten langs de tafel in de richting van de pijl 10.

Bij beschouwing van fig. 3 wordt gezien dat de 30 oplopen 13 en 14 voorbij de einden van het vlakke tafelgedeelte en voorbij de einden van de tafelflenzen 11 en 12 steken. Aan de andere kant eindigt het vlakke lijfplaatgedeelte 19 van de steunplaat 6 ter plaatse van de enigszins gebogen einden 17 en 18 vlak voor de einden van de steunplaatflenzen 15 en 16. De gebogen 35 steunplaateindranden 17 en 18 zijn zo gebogen dat het vast komen te 8100019 ' \ * 1 -10- zitten of schrapen van. de band tegen een scherpe metalen rand voorkanen wordt.

De band-, steunplaat- en tafelbreedten en de lengte van de bandrollen 2 en 3 zijn zodanig dat de grootste dwarsbreedte 5 van te transporteren.bankbiljetten opgenonen kan worden. De aangrijping van een bankbiljet door de band onder druk van de drukplaat over de gehele lengte van de drukplaat tussen de bandrollen verzekert de bankbiljetbeweging zonder kreuken, enz.

De lengte van het transportmechanisme 1 is niet 10 kritisch, waarbij de lengte daarvan zodanig is dat het zich tussen een gewenste plaats van de ingangs- en uitgangseinden van een transporteur uitstrekt. Het optreden van de steunplaat 6, die de band in contact drukt net de tafel 5 over de gehele ruimte tussen de rollen 2 en 3, verschaft het vereiste bandcontact met 15 bankbiljetten die over de gehele lengte van het transportmechanisme j getransporteerd worden. Verder is de bandsnelheid niet kritisch, daar de nieuwe constructie volgens de uitvinding elke willekeurige soort bankbiljetten, slap of nieuw, met elke gewenste snelheid transporteren zal.

20 Fig. 6 toont de werking en toepassing van de transportinrichting 1. De transportinrichting kan zich aangrenzend aan een stapel bankbiljetten bevinden, die algemeen schematisch voorgesteld zijn met 26. De bankbiljetten worden een voor een toegevoerd van de stapel 26 door toevoermiddelen 27 naar de 25 ingangsqploqp 14 van het transportmechanisme 1, waar de voorloop-rand van elk bankbiljet aangegrepen worden door de band onder de bandrol 3, Het bankbiljet wordt dan getransporteerd naar het uitgangseinde van het transportmechanisme, waar toelevering gewenst wordt.

30 Tweede uitvoering

Het is niet nodig dat de tafel zich onder de eindloze wand bevindt voor het uitvoeren van een transportverrichting.

Zoals in fig. 7 weergegeven is, kan de transportinrichting van fig. 6 onderste boven gekeerd worden, zoals met la aangegeven is, 35 en voorzien worden van kortere oplopen 14a en 13a met overigens 8 1 0 0 0 1 9 % -11- dezelfde constructie als in fig. 1 t/m 6 voorgesteld is. Een dergelijke transporteur la kan zich. aangrenzend aan een stapel bankbiljetten 26a bevinden, waaruit bankbiljetten een voor een toegevoerd worden door toevoermiddelen 27a naar het transport-5 mechanisme la onder de ingangsoploop 14a.

Zodoende verschaft de uitvinding een veel goedkoper transportconstructie, die zeer weinig bestanddelen van eenvoudig opzet heeft en die, wanneer deze samengesteld is, (¾) bedrijfszekere wijze bankbiljetten van verschillende soorten 10 en afmetingen, oud of nieuw, van de ene plaats naar de andere transporteren kan zonder dure, door tandwielen aangedreven paren transportrollen door een eenvoudige continue eindloze rubber band, die in een lus rond een paar uiteengelegen rollen aangelegd wordt,v^rvan de ene aangedreven kan worden cm de band te bewegen, 15 waarbij de band één wrijvingsoppervlak in aangrijping heeft met de bankbiljetten onder druk tussen stevige, vlakke, wrijvingloze oppervlakken van uiteengelegen metalen platen, waartussen de band, dis met de bankbiljetten in aangrijping karnt, bewogen wordt, en verschaft zodoende een nieuwe constructie, die de vermelde 20 oogmerken belichaamt en problemen oplost en behoeften bevredigd, die qp dit gebied bestonden.

In de voorgaande beschrijving zijn bepaalde uitdrukkingen kortheidshalve en voor de duidelijkheid en een goed begrip gewijzigd, maar hier dienen geen onnodige beperkingen 25 aan gehecht te worden, maar die in brede zin opgevat moeten worden.

Zo is met de uitdrukkingen "wrijvingsloos" of "wrijvingsvrij", zoals hier ten aanzien van beklede metalen oppervlakken gebezigd is, beoogd on een oppervlak te beschrijven, dat verminderde wrijvingseigenschappen in de meest redelijke 30 mogelijke mate heeft.

De beschrijving en tekeningen zijn derhalve louter bij wijze van voorbeeld bedoeld, zodat verruiming buiten de exacte details, die voorgesteld zijn, zonder buiten het kader van de uitvinding te treden mogelijk is.

35 Kort samengevat is in het voorgaande een transport- 8100019 \ -12- mechanisme van eenvoudige constructie en bedrijfszekere werking voor het bewegen van bankbiljetten beschreven. De bankbiljetten worden toegevoerd van een stapel bankbiljetten naar de transportinrichting en door de inrichting naar een afgelegen toeleverings-5 punt getransporteerd. De transporteur bestaat uit een eindloze · rubber band, die in een lus aangelegd wordt rond twee rollen, waarvan een aangedreven wordt. Eén bandpart zit gevat tussen twee samenlopende metalen platen die wrijvingloze, beklede, gladde oppervlakken hébben. Een bandoppervlak brengt bankbiljetten, 10 die daaraan toegevoerd worden aan het ingangseinde van de transporteur, tegen een van de gladde plaatoppervlakken onder druk van de andere plaat, en beweegt de bankbiljetten naar het afvoer-of toeleveringseinde van de transportinrichting.

8 1 0 0 0 1 9

Claims (14)

1. Transportaechanisme, voor het transporteren van bankbiljetten van plaats tot plaats in automatische barikuit-rusting net geldafgeef inrichtingen, voorzien van een paar uiteengelegen bandtransportrollen, die langsassen hebben, 5 een vlakke, in langs- en dwarsrichting continue eindloze rubber . band, die in een lus en strakgespannen aangelegd wordt rond de transportrollen en binnen- en buitenoppervlakken heeft, middelen die werkzaam verbonden zijn met tenminste een van de rollen om deze ene rol te roteren cm de band te bewegen, een stevige 10 vlakke tafel, en een stevige vlakke steunplaat, die op enige afstand van en evenwijdig met de tafel verloopt, waarbij de tafel en steunplaat zich. tussen de rollen uitstrekken en breder zijn dan de band en ook evenwijdig met de hartlijnen van de uiteengelegen rollen verlopen, de oppervlakken van de 15 uiteengelegen tafel en steunplaat, die naar elkaar toegekeerd zijn en de ruimte daartussen begrenzen, elk een vrijvingsvrij oppervlak hebben, één part van de band zich in de ruimte tussen de tafel en steunplaat bevindt met het wrijvingsvrije steunplaat-oppervlak in aangrijping met het binnenste bandoppervlak en 20 het wrijvingsvrije tafelcppervlak in aangrijping met het buitenste * bandoppervlak, en dit ene part van de band beweegbaar is tussen de rollen en door de steunplaa^e?^e tafel gedrukt wordt over in hoofdzaak de gehele ruimte tussen de rollen.

2. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt 25 doordat de band een gestructureerd buitenoppervlak heeft en van l,Hypalanlt-materiaal gevormd is.

3. TransportnechanisxiB volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de tafel en steunplaat elk van aluminium gevormd zijn.

4. Transportmechanisme volgens conclusie 3, gekenmerkt 3Q doordat de wrijvingsvrije oppervlakken van de aluminium tafel en steunplaat met "Debron No. 711" bekleed zijn.

5. Transportmechanisme volgens conclusie 4, gekenmerkt doordat de band een gestructureerd buitenoppervlak heeft en van ,,H^palon"-materiaal gevormd is. 8 1 00 0 1 9 -14- -« v

6. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt c3oordat de tafel en steunplaat elk van polyfenyleensulfide gevormd zijn.

7. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt 5 doordat de band uit een brede vlakke band bestaat, die tenminste een gestructureerd buitenoppervlak heeft en in één richting beweegbaar is bij:· rotatie van de ene genoemde rol.

8. Transportmedhanisme volgens conclusie 7, gekenmerkt vlakke 2 doordat de stevige vlakke tafel een stevige/steunplaat een vaste 10 afstand uiteen gemonteerd zijn om de ruimte daartussen te vormen.

9. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat oen van de transportrolassen voorzien is van een rondsel, waarbij een tandwielaandrij fmiddel met het rondsel in ingrijping is om de band te bewegen in zijn bewegingsbaan.

10. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de band in dwarsrichting breder is dan de maximum afmeting van bankbiljetten, waarvan het transport door het transportmechanisme beoogd wordt, waarbij hetzij nieuwe hetzij oude - slappe - gebruikte of willekeurig geordende nieuwe en oude bankbiljetten met 20 verschillende afmetingen een voor een getransporteerd kunnen worden door het transportmechanisme.

11. Transportmechanisme volgens conclusie 1, gekenmerkt doordat de tafel en steunplaat elk gevormd zijn met zich in langsrichting uitstrekkende zijrandflenzen, die een kanaalvorm 25 in doorsnede vormen, waarbij de steunplaatflenzen nestend aangebracht worden binnen de taf elf lenzen, en waarbij de transportrollen rolassen hebben, waarvan de einden draaibaar opgenomsn zijn op uiteen-^gelegen plaatsen in de nestend aangebrachte flenzen aangrenzend aan de langseinden van de nestend aangebrachte flenzen. 30

12, Transportmechanisme volgens conclusie 11, gekenmerkt doordat de tafel een lijfplaatgedeelte tussen de flenzen daarvan heeft, dat voorzien is van onder een hoek staande oplopend aan de langseinden daarvan, die zich voorbij de einden van de nestend aangebrachte flenzen uitstrekken.

13. Transportmechanismè volgens conclusie 12, gekenmerkt 8100019 -15- % doordat de steunplaat een lij fplaatgedeelte tussen de flenzen daarvan heeft, dat aangrenzend aan de rollen in gebogen eindranden vlak voor de einden van de nestend aangebrachte flenzen eindigt.

14. Inrichting, in hoofdzaak zoals voorgesteld in 5 de beschrijving en/of tekeningen. 81 0 0 0 1 9