NL7907302A - Droogscheerapparaat met een scheerkopraam en een daar- in te plaatsen hulpraam. - Google Patents

Description

tt- * l l \------- L vo 7781 -1-

Braim Aktiengesellschaft Frankfort a/d Main Bondsrepubliek Duitsland

Droogscheerapparaat met een scheerkopraam en een daarin te plaatsen hulpraam.

De uitvinding heeft betrekking op een droogscheerapparaat met een scheerkopraam en een daarin te plaatsen hulpraam. uit beperkt elastisch materiaal» "waarin een scheerfolie gewelfd ingespannen is, welke, met een door een veer aangedrukt, heen.

5 en weer beweegbaar messenblok samenwerkt.

Constructies van. dit soort,., die b.v. bekend zijn uit het Duitse octrooischrift 2.203.926 hebben het nadeel dat de scheerfolie. in de houder er van star is en dus onder de scheer-druk niet. kan meegeven en derhalve uitdeukt., waardoor het contact— 10 vlak tussen de beide, scheerdelen, afneemt en de scheerfolie in een extreem, geval, zelfs door knikken beschadigd kan worden. Dit soort beschadiging kan bovendien, ook dan optreden, wanneer de vergrendeling van het. hulpraam in het scheerkopraam aan dezelfde zijde van het hulpraam aangebracht is waaraan ook de scheerfolie beves-15 tigd is, omdat deze steeds bij het uitnemen van het hulpraam, b.v. bij het reinigen van de scheerkop van haarstof, door buiging belast wordt.

Gelijksoortige nadelen bezit een andere bekende constructie (Japanse Gebrauchsmuster inschrijving ^5-67905, geopen-20 baard onder nr. ^9-2702), waarbij aan de langszijde van het hulpraam, waaraan ook de scheerfolie bevestigd is, armen aangebracht zijn, waarmee het hulpraam in overeenkomstige uitsparingen van het scheerkopraam te plaatsen is. Ook hier wordt de scheerfolie steeds bij het uitnemen en plaatsen van het hulpraam mechanisch belast 25 en kan daarbij beschadigd worden. De scheerfolie is echter, door de soort vergrendeling, in de verkrachting van het messenblok ook niet voldoende gefixeerd, zodat de scheerfolie door het messenblok mee- 7907302 -2- genomen. kan worden, en met het heen en weer gaan verplaatst kan worden, waardoor het scheereffekt sterk, beïnvloed wordt ..

Uitgaande van deze stand der techniek heeft de uitvinding tot. doel om. bij een. scheerkop voor droogscheerapparaten 5 van het bovengenoemde soort te voorzien in een vasthoudinrichting voor de scheerfolie in het scheerkopraam, die verend meegevend in de werkingsrichting. van de aandrukveer van het messenblok is en star in de werkrichting van het messenblok. zelf, en die. een gemakkelijk uitnemen van. de scheerfolie uit het scheerkopraam mogelijk maakt, •10 zonder dat de scheerfolie daarbij aan. extra, mechanische belastingen: onderworpen·, wordt..

In dit. doel. wordt, voorzien doordat het hulpraam aan tenminste een langszijde waaraan de scheerfolie. gespannen is, in de; werkingsrichting van de aandrukveer van. het messenblok verend uitge-15 voerd is, en dat de organen voor het vergrendelen van het hulpraam in het scheerkopraam aan de frontzijden van het hulpraam aangebracht zijn.

De uitvinding zal in het hierna volgende aan, de. hand van uitvoeringsvoorbeelden. nader besproken worden onder verwijzing 20 naar de tekening, hierin toont: fig. 1 een scheerkopraam. van. een droogscheerapparaat in langs doorsnede met een. erin geplaatst hulpraam, dat' aan* de rechterzijde van de tekening ook in doorsnede getoond is; fig. .2 een aanzicht van het scheerkopraam met hulp-25 raam langs de lijn II-II uit fig. 1, geplaatst op de apparaat behuizing met beneden-mes; fig. 3 een aanzicht van de. frontzijde van het scheerkopraam met hulpraam volgens fig. 1; fig. ij- een detail op vergrote schaal; en 30 fig. 5 een variant op een detail uit fig. 1.

Op de behuizing 1 van een droogscheerapparaat is een scheerkopraam 2 afneembaar aangebracht, waarin een hulpraam. 3 te plaatsen is, waaraan een scheerfolie k op een in het hierna volgende nog nader te beschrijven wijze bevestigd is. De scheerfolie U werkt 35- - samen met een benedenmes 5, dat door een in de· behuizing 1 aange- 7907302 •4Γ -3- brachte, niet nader getoonde motor via een zwaaihefboom 6 in een heen en veergaande beweging verplaatst wordt. Een schroefveer 7 drukt het benedenmes 5 op bekende wijze tegen de scheerfolie k.

Aan de langszijden 8 van het- hulpraam 3 is voorzien 5 in lijsten 9, die via vrijwel. X-vormige, d.w.z. van elkaar kruisende armen voorziene buigveren 10 aan de basis 11 van het hulpraam 3 aangesloten zijn; deze delen», lijsten 9» buigveren 10 en raamfaasis 11 zijn als een stuk, uit kunststof gefabriceerd op zodanige wijze dat alle drie delen van het hulpraam 3- ongeveer in een vlak liggen.

10 De speciale vormgeving van de buigveren 10 maakt het inveren van de lijsten 9 met de daaraan bevestigde scheerfolie k, b.v- onder scheerdruk, mogelijk tegen- de basis 11 van het hulpraam 3- in de werkingsrichting van: en: in samenwerking met de aandrukveer T van het messenblok 5> maar verhindert anderzijds een dergelijke 15 beweging of een zwaaien van de scheerfolie k in de richting van de werkheweging (pijl A) van het messenblok 5·

Voor de. bevestiging van de scheerfolie k aan de lijsten 9 van het hulpraam 3 zijn aan de buitenzijde trechtervormige verdiepingen 12 met- centrale laspennen 13 aangebracht. De scheer-20 folie k is op overeenkomstige plaatsen voorzien van bevestigings-gaten ik, waarvan de diameter tenminste zo groot is als de diameter van de verdiepingen 12. Tenslotte is voorzien in langwerpige plaatjes 15» die bij de bevestigingsplaten overeenkomstige uitsnedes met een omgezette rand 16 bezitten, die bij iedere bevestigingsplaats de ga-25 ten 1k van de scheerfolie k doordringt en in de verdiepingen 12 van het hulpraam 3 steekt.

Ha montage van de scheerfolie k en het plaatje 5 op de lijsten 9 worden de pennen 13 door verwarmen vervormd tot een klinkkop, die over de randen 16 grijpt zoals in fig. k in stippel-30 lijn aangegeven is. Ter begrenzing van de door de lengte van de armen van de X-vormige veren 10 verschafte veerweg zijn aan de plaatjes 15 banden 17 gevormd, die met haken 18 in openingen 19 in de basis 11 van het hulpraam 3 grijpen; de hoogte van deze openingen 19 bepaalt daarbij de veerweg.

35 Bij de in fig. 5 getoonde variant is aan elk van de 7907302 ! -Ju belde. langs zij den. 8 van het. hulpraam 3 een opening 20 aangebracht, waarin, opgehangen, aan vrijwel X-vormige veren 10, een lijst 9.1 ondergehracht is,- waarvan de afmetingen in de bewegingsrichting van deze veren over de toegelaten veerweg 38 kleiner Is. dan de .. 5 dagmaat van de opening 20 in verticale richting. De binnenkant van deze openingen 20 dienen derhalve als eindaanslagen voor de lijsten : 9.1. |

Om. iedere mechanische belasting van de scheerfolie U : bij het. plaatsen resp. uitnemen, van het hulpraam 3 uit het scheer-·' 10 kopraam. 2 te. vermijden.,, zijn de vergrendelorganen naar de grond- ' | zijden. 21, 22. van,heir hulpraam 3 verplaatst.;, zij worden gevormd door twee., beperkt. verende lippen 23., 2k, die elk met een halve kogel 25 resp·.. 26’ in een verdieping: 27' resp- 28 aan het binnenvlak van de grondzijden 29 ,.= 30 van het scheerkopraam. 2 grijpen- Als tegenleger 15 en als middel voor het gemakkelijker hanteren van het hulpraam 3 zijn verder aan. de. genoemde frontzijden 2T,22 greepplaten 31 en 32 aangebracht, die bij geplaatst hulpraam 3 tegen de buitenvlakken 33 en. 3^ van de frontzijden. 29 , 30 van het. scheerkopraam 2. komen te liggen.

20 Eveneens voor een. betere montage en demontage van de scheerkop zijn. de frontzijden 29, 30 van hét scheerkopraam 2 voorzien van greepvlakken 35 en 36, en wel op zodanige wijze dat bij geplaatst hulpraam 3 de. greepplaten 31, 32 daarvan beneden deze greepvlakken 35, 36 komen te liggen, zoals uit. fig. 3 duidelijk 25 blijkt.

Tenslotte bezit het hulpraam 3 een rondlopende flens 37 waarop het scheerkopraam 2 naar het in elkaar plaatsen van beide bouwdelen steunt. Deze flens 37 kan derhalve als 'stootkant bij het reinigen van de scheerkop gebruikt worden, welke in het bijzonder 30 bij een metalen uitvoering van het scheerkopraam 2 een te hard slaan verhindert.

Voor de montage en demontage wordt het scheerkopraam 2 met de vingers van een hand in het gebied van de greepvlakken 35, 36 vastgenomen, terwijl de vingers van de andere hand de greeppla-35 ten 31, 32 van het hulpraam grijpen, de vergrendeling van het hulp- 790 7 3 02 -5- raam. kan op deze "wijze praktisch, net zo vaak men. wil "bediend "worden, zonder dat deze handeling invloed op de scheerfolie heeft maar ook zonder dat daardoor de elasticiteit van de vering in de scheerfolie- houder op eniger "wijze "beïnvloed -wordt.

* « 7907302

Claims (11)

1. Droogscheerapparaat met een. scheerkopraam en een i , .daarin te plaatsen hulpraam uit beperkt elastisch materiaal, waar- t in een scheerfolie gewelfd ingespannen is, welke met een door een. - ; veer-aangedrukt, heen en weer beweegbaar messenblok kan samenwerken, ; 5 met het kenmerk., dat het. hulpraam (3) tenminste aan een langszijde (8) waaraan de scheerfolie (4) bevestigd is, in. de werkingsrichting ; van de. aandrukveer (j) van het messenblok verend, uit gevoerd is, en dat de- organen voor het vergrendelen. (25-28) van het hulpraam , ; (3) in het scheerkopraam (2) aan. de front zijden (21, 22) van het . 10 hulpraam aangebracht zijn. ;

2. Droogscheerapparaat. volgens conclusie 1 met het ken merk, dat- het.-hulpraam (2) twee voor de bevestiging van de scheer-’ folie (4) dienende lijsten. (9) bezit,, die via buigveren. (10) aan. de basis (11) van. het hulpraam.

(3) aangesloten zijn.. 1^ 3. Droogscheerapparaat volgens conclusie 2 met het ken—' merk, dat de buigveren (10) elkaar kruisende armen bezitten, die met de lijsten (9) aan de basis (11) van het hulpraam. een stuk _ jvormen.__________

4. Droogscheerapparaat volgens conclusie 2 en 3, __ • 20: met het kenmerk, dat voorzien is in tussen de lijsten (9) en de basis (11) van het hulpraam (3) werkende organen (17, 18, 19) r die de weg van de veren (10) begrenzen- ____

5. Droogscheerapparaat volgens conclusies 1-4 met het kenmerk, dat de lijsten (9-1) in steeds een uitsparing (20) van het 25 hulpraam aangebracht zijn, waarvan de dagmaat in verticale richting over de toelaatbare veerweg (21) groter is dan de afmetingen van deze lijsten (9.1) in de richting van de veerweg.

6. Droogscheerapparaat volgens conclusies 1-4 met het kenmerk, dat tussen de lijsten (9) en de basis (11) van het hulpraam 30 (3) voorzien is. in banden. (17) die met haken (18) in de de veerweg bepalende openingen (19) aan een van de beide delen (b.v. 11) van het hulpraam (3) grijpen. 7907302 -τ-

7. Droogs cheerapparaat volgens conclusie ^ en 6 met het kenmerk, dat de "banden. (17) aan de af dekplat en (15) gevormd zijn.

8. Droogscheerapparaat volgens conclusie 1 met het ken merk, dat als vergrendelorgaan van het hulpraam. (3)/begrensd verende 5 lippen (23, 2*0 met elk een halfkogelvormige vergrendeling (25, 26) voorzien ris,-., die achter de frontzijden (29, 30) van het scheer-kopraam (2) grijpen, en greepplaten (31, 32) die hij geplaatst hulpraam (3) tegen de buitenvlakken (31, 32) van deze frontzijden (29, 30) komen te liggen. •10

9· Droogscheerapparaat volgens conclusie 1 en 8 gekenmerkt door een opstelling van greepvlakken (35, 36) aan, de frontzijden (29, 30) van het scheerkopraam op zodanige wijze dat bij geplaatst hulpraam. (3) de greepplaten (31, 32) daarvan onder de greepvlakken (35, 36) komen te liggen..

10. Droogscheerapparaat volgens conclusie 2 met het ken merk, dat voor de bevestiging van de scheerfolie (¼) aan de buitenzijde van de lijsten (9) van het hulpraam (3) in verdiepingen (12) liggende laspennen (13) aangebracht zijn, dat de diameter van de bevestigingsplaten (li) van de scheerfolie (k) overeenkomt met 20 de diameter van deze verdiepingen (12) en dat voorzien is in plaatjes (15) die de scheerfolie (k) afdekken en op de bevestigings-plaatsen overeenkomstige, openingen bezitten en,terwijl zij steeds met een omgezette rand (17) de bevestigingsgaten (1U) van de scheerfolie (l·) doordringen, in de verdiepingen (12) van het hulpraam 25 (3) steken-

11. Droogs cheerapparaat volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat het hulpraam (3) een rondlopende flens (37) bezit, waarop het scheerkopraam (2) steunt. 7907302