NL1035029C2 - Landbouwmachine. - Google Patents

Landbouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1035029C2
NL1035029C2 NL1035029A NL1035029A NL1035029C2 NL 1035029 C2 NL1035029 C2 NL 1035029C2 NL 1035029 A NL1035029 A NL 1035029A NL 1035029 A NL1035029 A NL 1035029A NL 1035029 C2 NL1035029 C2 NL 1035029C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
lifting cylinder
pressure
agricultural
cylinder
valve
Prior art date
Application number
NL1035029A
Other languages
English (en)
Inventor
Alfonsus Jacobus Van Den Engel
Bart Van Der Lelij
Arend Cornelis Visser
Original Assignee
Lely Patent Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Patent Nv filed Critical Lely Patent Nv
Priority to NL1035029A priority Critical patent/NL1035029C2/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL1035029C2 publication Critical patent/NL1035029C2/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B63/00Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements
    • A01B63/14Lifting or adjusting devices or arrangements for agricultural machines or implements for implements drawn by animals or tractors
    • A01B63/24Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame
    • A01B63/32Tools or tool-holders adjustable relatively to the frame operated by hydraulic or pneumatic means without automatic control
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Lifting Devices For Agricultural Implements (AREA)
  • Fluid-Pressure Circuits (AREA)

Description

4
Landbouwmachine
De uitvinding heeft betrekking op een landbouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding betrekking op een 5 landbouwmachine voor het bewerken van een gewas, zoals een maaier, hark, schudder, of dergelijke.
Een dergelijke landbouwmachine omvat een frame, bijvoorbeeld een trekboom, dat aan een uiteinde te koppelen is aan een trekkend of dragend voertuig. Een of meer landbouwwerktuigen met bewerkingsorganen voor het bewerken van 10 een gewas of de grond zijn scharnierend bevestigd op het frame om het kantelen van het landbouwwerktuig ten opzichte van het frame mogelijk te maken. Door te kantelen kan het landbouwwerktuig worden verplaatst tussen een werkstand en een transportstand.
In de werkstand bevinden de bewerkingsorganen van de 15 landbouwwerktuigen zich dichtbij, op of in de grond. In de transportstand zijn de landbouwwerktuigen bovenwaarts gescharnierd zodat de bewerkingsorganen van de landbouwwerktuigen zich doorgaans relatief ver van de grond bevinden. Verder is de landbouwmachine vaak zo uitgevoerd dat in de transportstand de landbouwwerktuigen relatief weinig ruimte innemen in de breedte en hoogte. Dit is 20 voordelig omdat de landbouwmachine dan minder ruimte inneemt en soms vereist om deelname aan het (openbaar) verkeer mogelijk te maken.
Om de landbouwwerktuigen in de transportstand te plaatsen is het vaak nodig om de aandrijving van de bewerkingsorganen stil te zetten. Echter is het tijdens het bewerken van een gewas of grond wenselijk om de bewerkingorganen 25 van de grond te heffen zonder dat de aandrijving stil dient te worden gezet, bijvoorbeeld bij het keren aan het eind van een veld of akker. Hiertoe kunnen de landbouwwerktuigen van een landbouwmachine vaak in een stand worden gezet waarbij de aandrijving niet hoeft te worden stilgezet en de bewerkingsorganen vrij van het gewas en/of grond zijn.
30 Deze stand die dus tussen de werkstand en de transportstand in ligt wordt kop-akkerstand genoemd. De hoek tussen werkstand en kop-akkerstand, bijvoorbeeld 10-30 graden, is doorgaans kleiner dan de hoek tussen de kop-akkerstand en de transportstand, bijvoorbeeld 40-60 graden.
1035029 i 2
Om het kantelen van de landbouwwerktuigen uit te voeren is het bekend om een eerste en een tweede hefcilinder te voorzien, waarbij een van de hefcilinders dient om het landbouwwerktuig te kantelen tussen werkstand en kop-akkerstand en de andere om het landbouwwerktuig te kantelen tussen de kop-5 akkerstand en de transportstand.
Indien voor beide hefcilinders een afzonderlijk bedieningselement wordt voorzien is het mogelijk dat de gebruiker bij het kantelen van het landbouwwerktuig van de werkstand naar de kop-akkerstand per ongeluk het verkeerde bedieningselement bedient. Dit heeft mogelijk tot gevolg dat het 10 landbouwwerktuig over een grotere hoek dan bedoeld wordt gekanteld, terwijl de bewerkingsorganen nog steeds worden aangedreven. Deze onbedoelde grotere hoek kan tot schade leiden aan de aandrijving van het bewerkingsorgaan.
EP 1 131 992 openbaart een dubbel zuiger-cilinder samenstel voor het opklappen van een tussen een werkstand en transportstand schamierbaar 15 landbouwwerktuig dat een mogelijke oplossing voor dit probleem biedt. Een cilinder met een kleine slag is voorzien voor het verplaatsen van het landbouwwerktuig van de werkstand naar de kop-akkerstand en een cilinder met een grote slag is voorzien voor het verplaatsen van het landbouwwerktuig van de kop-akkerstand naar de transportstand.
20 Vanaf het de constructie dragende voertuig is een enkele hydraulische toevoerleiding voorzien voor het aansturen van de beide cilinders. De toevoerleiding heeft twee leidingtakken, waarbij elke leidingtak is verbonden met een van de cilinders. In de leidingtak van de grote cilinder is een tweestanden klep voorzien die ofwel de doorgang door de betreffende leidingtak blokkeert ofwel de doorgang 25 vrijgeeft. Door middel van een veer of dergelijke is de klep voorgespannen in de blokkerende stand zodat de toevoertak wordt geblokkeerd indien de klep niet actief in de geopende stand wordt gezet.
De inrichting volgens EP 1 131 992 heeft het voordeel dat bediening in de verkeerde volgorde niet waarschijnlijk is omdat voor het bedienen van de tweede 30 cilinder twee afzonderlijke elementen moeten worden bediend, d.w.z. er moet druk op het systeem worden gezet door middel van het bedieningselement voor de toevoerleiding en de klep in de toevoertak moet uit de blokkerende voorkeurspositie in de open positie worden gezet.
3
Echter is de bediening van de inrichting voor het brengen van het landbouwwerktuig naar de transportstand niet optimaal aangezien twee verschillende bedieningselementen gelijktijdig moeten worden bediend. Daarbij kan het laten zakken van het landbouwwerktuig van de transportstand naar de kop-5 akkerstand niet eenvoudig in een keer worden uitgevoerd, aangezien bediening van het bedieningselement en/of de klep niet eenduidig tot een positie in de kop-akkerstand leidt.
Het is een doel van de uitvinding een alternatieve landbouwmachine te verschaffen waarmee het niet mogelijk is om de verkeerde hefcilinder te bedienen, 10 en waarin het verder mogelijk is om het landbouwwerktuig eenduidig in de kop-akkerstand te plaatsen.
Dit doel wordt bereikt met de landbouwmachine volgens de aanhef van conclusie 1, welke wordt gekenmerkt doordat in een toevoerleiding van de tweede hefcilinder een klep is aangebracht die toevoer van een fluïdum naar de tweede 15 hefcilinder blokkeert indien een druk in de eerste hefcilinder of een toevoerleiding daarvan lager is dan een bepaalde drempeldruk.
Door het aanbrengen van de klep volgens de uitvinding is het alleen maar mogelijk om de tweede hefcilinder te bedienen indien er een druk is in het hydraulische systeem van de eerste hefcilinder die hoger is dan de drempeldruk. 20 Indien nu door de gebruiker per ongeluk in eerste instantie de tweede hefcilinder wordt bediend zal deze niet reageren aangezien het drukniveau in de eerste hefcilinder niet hoger is dan de drempeldruk. De klep houdt in dat geval toevoer van fluïdum naar de tweede hefcilinder tegen.
Wanneer het bedieningselement van het eerste hefcilinder wordt 25 bediend zal de eerste hefcilinder het landbouwwerktuig kantelen van de werkstand naar de kop-akkerstand. De gebruiker zal, indien hij het bedieningselement blijft bedienen, het landbouwwerktuig niet voorbij de kop-akker stand kunnen kantelen aangezien het bedieningselement alleen maar de eerste hefcilinder kan uitsturen. Dus met de inrichting volgens de uitvinding is het niet mogelijk om de verkeerde 30 hefcilinder te bedienen, en is het verder mogelijk om het landbouwwerktuig eenduidig in de kop-akkerstand te plaatsen.
In een uitvoeringsvorm is de klep een gestuurde terugslagklep is, waarbij een toevoerleiding van de eerste hefcilinder is verbonden met een stuuringang van de gestuurde terugslagklep, zodanig dat de tweede hefcilinder 4 alleen bediend kan worden voor het opheffen van het werktuig indien een druk in de toevoeiieiding van de eerste hefcilinder hoger is dan de schakeldruk van de gestuurde terugslagklep. Een gestuurde terugslagklep is een terugslagklep die een stroom door de klep in de richting die normaal geblokkeerd wordt toelaat indien een 5 stuursignaal een bepaalde drempelwaarde overschrijdt. Oergelijke gestuurde terugslagkleppen zijn op zich bekend.
Indien het landbouwwerktuig van de grond is getild zal het ook indien de cilinder niet bekrachtigd wordt, als gevolg van de zwaartekracht een bepaalde druk in de eerste hefcilinder geven. In een uitvoeringsvorm wordt de drempeldruk 10 lager gekozen dan deze door de zwaartekracht gecreëerde druk. In een dergelijke uitvoeringsvorm is het mogelijk om de tweede hefcilinder aan te sturen zodra de eerste hefcilinder is aangestuurd. Door een dergelijke uitvoeringsvorm wordt voorkomen dat in eerste instantie de tweede hefcilinder kan worden uitgestuurd. Daarbij heeft een dergelijke uitvoeringsvorm het voordeel dat de twee hefcilinders 15 afzonderlijk achter elkaar kunnen worden bekrachtigd. In eerste instantie wordt door bekrachtiging van de eerste hefcilinder het landbouwwerktuig van de werkstand naar de kop-akkerstand verplaatst; daarna kan door bekrachtiging van de tweede hefcilinder het landbouwwerktuig van de kop-akkerstand naar de transportstand worden gebracht. Telkens hoeft slechts een bedieningselement te worden bediend.
20 In een andere uitvoeringsvorm is de drempeldruk van de gestuurde terugslagklep groter dan een druk uitgeoefend in de eerste hefcilinder als gevolg van de zwaartekracht op het landbouwwerktuig. In deze uitvoeringsvorm is het tijdens het heffen van het landbouwwerktuig naar de kop-akkerstand door middel van het bekrachtigen van de eerste hefcilinder niet mogelijk om de tweede hefcilinder te 25 bekrachtigen, aangezien de druk in de eerste hefcilinder niet groter is dan de drempeldruk.
Wanneer de eerste hefcilinder volledig is uitgestuurd, kan deze niet meer verder ten opzichte van de zuigerstang bewegen. Als gevolg zal de druk oplopen in het systeem. Door deze oplopende druk wordt de drempeldruk 30 overschreden en is het mogelijk om de tweede hefcilinder te bekrachtigen om het landbouwwerktuig te verplaatsen van de kop-akkerstand naar de transportstand.
Het voordeel van de laatste uitvoeringsvorm is dat de tweede hefcilinder alleen maar bekrachtigd kan worden indien de eerste hefcilinder volledig is uitgestuurd en het landbouwwerktuig zich dus in de kop-akkerstand bevindt.
5
In een uitvoeringsvorm omvat de landbouwmachine een druksensor voor het meten van de druk in de eerste hefcilinder of een toevoerleiding daarvan, en een vergelijkingseenheid die de gemeten druk vergelijkt met de drempeldruk, waarbij een elektrisch aangestuurde klep die op basis van het verschil tussen gemeten druk 5 en de drempeldruk in open of gesloten toestand bevindt. In plaats van bijvoorbeeld een gestuurde terugslagklep is het ook mogelijk een elektrisch aangedreven klep te voorzien die op basis van een door een druksensor gemeten en met een drukdrempel vergeleken druk in de eerste hefcilinder of toevoerleiding de doorgang in de toevoerleiding van de tweede hefcilinder vrijgeeft of blokkeert.
10
De uitvinding zal bij wijze van voorbeeld aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld nader worden toegelicht.
Figuur 1 is een schematisch vooraanzicht in perspectief van een landbouwmachine volgens de uitvinding; 15 Figuur 2 is een schematisch zijaanzicht van de in Figuur 1 getoonde machine;
Figuur 3 is een hydraulisch schema van een landbouwmachine volgens de uitvinding; en
Figuur 4 is een alternatief hydraulisch schema van een 20 landbouwmachine volgens de uitvinding.
In figuren 1 en 2 is schematisch een schudder volgens de uitvinding getoond, in het geheel aangeduid met het verwijzingscijfer 1. De schudder 1 omvat een trekboom 2 die met koppelmiddelen 3 die zijn aangebracht aan een eerste 25 uiteinde van de trekboom 2, te koppelen is aan een (niet getoond) trekkend voertuig. Aan het andere uiteinde van de trekboom 2 is een wielgestel 4 voorzien voor het ondersteunen van de trekboom 2.
Een zestal landbouwwerktuigen 5 zijn scharnierbaar om scharnieren 6 (waarvan een getoond) bevestigd aan de trekboom 2. Elk van de 30 landbouwwerktuigen is roteerbaar om een as en omvat een aantal bewerkingsorganen 7 voor het bewerken van een gewas tijdens het roteren.
Een aandrijving 8 is voorzien voor het aandrijven van de landbouwwerktuigen.5 De aandrijving omvat een hoofdas die in hoofdzaak parallel loopt aan de trekboom 2, en die aan een uiteinde is voorzien van een 6 aandrijvingskoppeling 9 die is ingericht om te worden verbonden met een aandrijvingsbron, bijvoorbeeld van het trekkende voertuig. Aan het andere uiteinde is de hoofdas werkzaam verbonden met een telescopische aandrijvingsas 10. De telescopische aandrijvingsas 10 is verbonden met de verdere aandrijving van de 5 landbouwwerktuigen 5.
De landbouwwerktuigen 5 zijn kantelbaar tussen een werkstand WS, een kop-akkerstand KS en een transportstand TS. In figuur 2 is de hoek tussen werkstand en kop-akkerstand aangeduid met a en de hoek tussen kop-akkerstand en transportstand met b. Een dubbel hydraulisch hefcilindersamenstel 11 is voorzien 10 voor het ophefTen en kantelen van de landbouwwerktuigen 5 ten opzichte van de trekboom 2. Het dubbel hefcilindersamenstel 11 omvat een enkele zuigerstang 12 tussen een eerste hefcilinder 13 en een tweede hefcilinder 14. De eerste hefcilinder 13 is bij het eerste scharnierpunt 15 schamierbaar verbonden met de landbouwwerktuigen 5 en de tweede hefcilinder 14 is bij het tweede scharnierpunt 16 15 schamierbaar verbonden met de trekboom 2.
In Figuur 2 bevinden de landbouwwerktuigen 5 zich in de werkstand. Door het bekrachtigen van de eerste hefcilinder 13 zullen de landbouwwerktuigen 5 van de grond worden getrokken. Bij een volledige slag van de eerste hefcilinder 13 zullen de landbouwwerktuigen over de hoek a zijn gekanteld en zich in de kop-20 akkerstand bevinden. Bij het vervolgens bekrachtigen van de tweede hefcilinder 14 kunnen de landbouwwerktuigen 5 van de kop-akkerstand naar de transportstand worden bewogen. Tijdens de slag van de tweede hefcilinder 14 zijn de landbouwwerktuigen over de hoek b gekanteld. De hoek a is bijvoorbeeld 10-30 graden, terwijl de hoek b bijvoorbeeld 40-60 graden is 25 Voor het vanuit de kop-akkerstand kantelen naar de transportstand kunnen de landbouwwerktuigen 5 ten opzichte van elkaar kunnen worden ingeklapt middels de hydraulische cilinders 17 zodat zij als geheel in de transportstand relatief weinig ruimte innemen.
De eerste hefcilinder 13 en de tweede hefcilinder 14 kunnen worden 30 bediend door een hydraulisch systeem dat een eerste toevoerleiding 18 omvat voor de eerste hefcilinder 13 en een tweede toevoerleiding 19 voor de tweede hefcilinder 14. De eerste toevoerleiding 18 en de tweede toevoerleiding 19 zijn schematisch aangegeven in figuur 2.
7
In figuur 3 is het hydraulische schema van het dubbele hefcilindersamenstel 11 in meer detail getoond. Het dubbele hefcilindersamenstel 11 omvat de eerste hefcilinder 13 en de tweede hefcilinder 14. De eerste hefcilinder 13 wordt gevormd door een eerste cilinderhuis 13a en een eerste zuiger 13b die is 5 geplaatst in het eerste cilinderhuis 13a. De eerste zuiger 131 is aangebracht op een uiteinde van de dubbele zuigerstang 12. De tweede hefcilinder 14 wordt gevormd door een tweede cilinderhuis 14a en een tweede zuiger 14b die is geplaatst in het tweede cilinderhuis 14a. De tweede zuiger 14b is aangebracht op het tegenover de eerste zuiger liggende uiteinde van de dubbele zuigerstang 12.
10 De eerste hefcilinder 13 is aangesloten op een eerste toevoerleiding 18 voor de toevoer en afvoer van hydraulische vloeistof voor het bekrachtigen van de eerste hefcilinder 13. Overeenkomstig is de tweede hefcilinder 14 aangesloten op een tweede toevoerleiding 19 voor de toevoer en afvoer van hydraulische vloeistof voor het bekrachtigen van de tweede hefcilinder 14.
15 De eerste en tweede toevoerleiding 18,19 omvatten elk een afsluitklep 20 voor het afsluiten van de toevoerleidingen 18, 19 wanneer deze niet zijn aangesloten op een toevoer van hydraulische vloeistof. Doorgaans zullen de toevoerleidingen 18, 19 worden aangesloten op het hydraulisch systeem van het trekkende voertuig. In het trekkende voertuig is dan een inrichting voorzien voor het 20 toevoeren van hydraulische vloeistof onder druk naar de respectieve hefcilinder 13, 14, alsook een bedieningselement voor elk van de toevoerleidingen voor het al dan niet toe- of afvoeren van hydraulische vloeistof.
Om het in een ongewenste volgorde bedienen van de eerste hefcilinder 13 en de tweede hefcilinder 14 is in de toevoerleiding 19 van de tweede 25 hefcilinder 14 een gestuurde terugslagklep 21 aangebracht. Een dergelijke gestuurde terugslagklep 21 laat alleen stroom in een bepaalde richting toe indien een stuurdruk, d.w.z. de druk in de leiding die is aangesloten op een stuurpoort van de terugslagklep 21 groter is dan een bepaalde drempeldruk. In de getoonde uitvoeringsvorm wordt de stuurdruk bepaald door de druk in de eerste toevoerleiding 30 18. Een stuurleiding 22 verbindt de eerste toevoerleiding 18 met de stuurpoort van de gestuurde regelklep 21.
De terugslagklep 21 zal een vloeistroom in de richting van de tweede hefcilinder 14 tegenhouden indien de druk in de toevoerleiding 19 van de eerste hefcilinder 13 lager is dan een bepaalde drempeldruk. Indien de druk in de eerste 8 toevoerleiding 19 hoger is dan de drempeldruk, zal de terugslagklep 21 worden geopend, zodat het bekrachtigen van de tweede hefcilinder 14 mogelijk is. Door het bekrachtigen van de tweede hefcilinder 14 kunnen de landbouwwerktuigen van de kop-akkerstand naar de transportstand worden gebracht.
5 Het wordt opgemerkt dat de gestuurde terugslagklep 21 een enkelvoudige gestuurde terugslagklep, d.w.z dat de gestuurde doorgang alleen in een richting, de richting van de tweede hefcilinder 14 plaatsvindt. In de tegenovergestelde richting kan de vloeistof onafhankelijk van de stuurdruk doorstromen. Het is dus onafhankelijk van de ruk in de eerste hefcilinder 13 mogelijk 10 de hydraulische vloeistof uit de eerste hefcilinder 14 te laten wegstromen om zo de landbouwwerktuigen over hoek b te laten zakken.
De drempeldruk kan afhankelijk van het gewenste gedrag van het hydraulische systeem op verschillende waarden worden gekozen.
In een eerste uitvoeringsvorm wordt een drempeldruk gekozen die 15 lager ligt dan de druk die wordt uitgeoefend als gevolg van de zwaartekracht op de landbouwwerktuigen 5. Dit betekent in de praktijk dat zodra de eerste hefcilinder 13 wordt bekrachtigd en de landbouwwerktuigen 5 van de grond worden getild, de druk in de eerste toevoerleiding 18 hoger is dan de drempeldruk. Het is dan dus ook direct mogelijk om de tweede hefcilinder 14 te bekrachtigen. Het is echter wel 20 uitgesloten dat indien de gebruiker per ongeluk in eerste instantie de tweede hefcilinder 14 aanstuurt, deze ook daadwerkelijk wordt bekrachtigd aangezien er dan nog geen druk heerst in de eerste toevoerleiding 18 die hoger is dan de drempeldruk.
Indien aan het einde van de slag van de eerste hefcilinder 13 25 bekrachtiging van de eerste hefcilinder 13 wordt gestopt, aangezien de landbouwwerktuigen 5 zijn verplaatst van de werkstand naar de kop-akkerstand, zal er als gevolg van de zwaartekracht op de landbouwwerktuigen 5 nog steeds een druk in het systeem aanwezig zijn. Aangezien deze druk hoger is dan de drempeldruk kan de tweede hefcilinder 14 worden bekrachtigd en uitgestuurd en 30 daarmee de landbouwwerktuigen 5 van de kop-akkerstand naar de transportstand worden verplaatst.
In een tweede uitvoeringsvorm wordt een drempeldruk gekozen die hoger ligt dan de druk die wordt uitgeoefend in de hefcilinders als gevolg van de zwaartekracht op de gedeeltelijk van de grond geheven landbouwwerktuigen 5, maar 9 lager dan de druk die wordt geleverd door de bron voor hydraulische vloeistof. Aangezien de druk als gevolg van de zwaartekracht in hoofdzaak overeenkomt met de druk die benodigd is voor het opheffen van de landbouwwerktuigen 5 betekent dit in de praktijk dat de drempeldruk niet wordt overschreden wanneer de eerste 5 hefcilinder 13 wordt bekrachtigd om de landbouwwerktuigen 5 van de grond te tillen. Tijdens het verplaatsen van de landbouwwerktuigen 5 van de werkstand naar de kop-akkerstand is het dus niet mogelijk om de tweede hefcilinder 14 te bekrachtigen.
Pas als het einde van de slag van de eerste hefcilinder 13 is bereikt, zal de druk in de eerste toevoerleiding 18 snel toenemen en de drempeldruk worden 10 overschreden. Indien de drempeldruk is overschreden kan de tweede hefcilinder 14 worden bekrachtigd.
Deze uitvoeringsvorm heeft het voordeel dat de tweede hefcilinder 14 alleen kan worden bekrachtigd als de eerste hefcilinder 13 daadwerkelijk in de kop-akkerstand staat. De kans op foute bediening van de tweede hefcilinder 14 is 15 daarmee verder verkleind.
Indien de bekrachtiging van de eerste hefcilinder 13 wordt gestopt in de kop-akkerstand zal de hogere druk in het systeem in principe gehandhaafd blijven. Het is daarna dus alsnog mogelijk om de tweede hefcilinder 14 te bekrachtigen. Dit is van belang als in de kop-akkerstand even gewacht wordt, 20 voordat de landbouwwerktuigen 5 worden verplaatst naar de transportstand. Opnieuw bekrachtigen van de eerste hefcilinder 13 om de drempeldruk te overwinnen is dan dus niet nodig.
Beide uitvoeringsvormen hebben het voordeel dat de bediening van het achtereenvolgens uitsturen van de beide hefcilinders 13, 14 kan plaatsvinden 25 door het gelijktijdig bedienen van maximaal een bedieningselement. Voor het uitsturen van de eerste hefcilinder 13 behoeft namelijk alleen het bij de eerste toevoerleiding 18 behorende bedieningselement te worden bediend voor het verplaatsen van de landbouwwerktuigen van de werkstand naar de kop-akkerstand. Indien gewenst kunnen vervolgens door alleen het bedienen van het bij de tweede 30 toevoerleiding 19 behorende bedieningselement, de landbouwwerktuigen 5 worden overgebracht van de kop-akkerstand naar de transportstand.
Het beschikbaar zijn van twee afzonderlijke bedieningselementen voor de eerste hefcilinder 13 en de tweede hefcilinder 14 heeft verder het voordeel dat bij het laten zakken van de landbouwwerktuigen 5 kan worden gekozen om » 10 bijvoorbeeld eerst alleen de tweede hefcilinder 14 te laten zakken, zodat de landbouwwerktuigen van de transportstand naar de kop-akkerstand bewegen.
Figuur 4 toont een alternatieve uitvoeringsvorm van een hydraulisch systeem volgens de huidige uitvinding. De opbouw van het dubbele hefcilinder 5 samenstel 11 is overeenkomstig aan de uitvoeringsvorm van Figuur 3. Ook in deze uitvoeringsvorm is het al dan niet kunnen bekrachtigen van de tweede hefcilinder 14 afhankelijk van de druk in de eerste toevoerieiding 18 van de eerste hefcilinder 13. In deze uitvoeringsvorm wordt echter een manometer 30 gebruikt om de druk in de eerste toevoerieiding 18 te bepalen. Afhankelijk van het verschil tussen deze 10 gemeten druk en een drempeldruk zal een gemotoriseerde klep 31 de tweede toevoerieiding 19 in de richting van de tweede hefcilinder 14 blokkeren of vrijgeven. De gemotoriseerde klep 31 is veiligheidshalve zo uitgevoerd dat deze is voorgespannen in de geblokkeerde positie. Om het laten zakken van de landbouwwerktuigen mogelijk te maken is een terugslagklep 32 voorzien die een 15 vloeistofstroom naar de hefcilinder 14 blokkeert, maar een vloeistofstroom in tegengestelde richting toelaat.
Als alternatief voor de combinatie van de gemotoriseerde klep 31 en de terugslagklep 32 is het bijvoorbeeld ook mogelijk om een elektrisch gestuurde terugslagklep welke is aangesloten op de manometer 30. Deze elektrisch gestuurde 20 terugslagklep dient een vloeistofstroom naar de hefcilinder 14 toe te laten of te blokkeren afhankelijk van het verschil tussen de door de manometer 30 bepaalde druk en de drempeldruk, terwijl in de tegengestelde richting een vloeistofstroom altijd wordt toegelaten.
De vergelijking tussen de gemeten druk en drempeldruk kan 25 plaatsvinden in een (niet getoonde) vergelijkingseenheid. Deze vergelijkingseenheid kan een afzonderlijke eenheid zijn of zijn geïntegreerd in de manometer 30 of de gemotoriseerde klep 31, of een andere eenheid, bijvoorbeeld een centrale besturingseenheid.
Ook in deze uitvoeringsvorm hangt het gedrag van het hydraulische 30 systeem mede af van de gekozen drempeldruk.
1035029

Claims (9)

1. Landbouwmachine (1), omvattende: een aan een trekkend of dragend voertuig te koppelen frame (2), 5. ten minste een schamierbaar aan het frame bevestigd landbouwwerktuig (5), een eerste hefcilinder (13) voor het ten opzichte van het frame scharnieren van het landbouwwerktuig tussen een werkstand en een kop-akkerstand, een tweede hefcilinder (14) voor het ten opzichte van het frame scharnieren 10 van het landbouwwerktuig tussen de kop-akkerstand en een transportstand, met het kenmerk, dat in een toevoerleiding (19) van de tweede hefcilinder (14) een klep (21; 31) is aangebracht die toevoer van een fluïdum naar de tweede hefcilinder blokkeert indien een druk in de eerste hefcilinder (13) of een toevoerleiding (18) daarvan lager is dan 15 een bepaalde drempeldruk.
2. Landbouwmachine (1) volgens conclusie 1, dat de klep (21; 31) een gestuurde terugslagklep (21) is, waarbij een toevoerleiding (18) van de eerste hefcilinder (13) is verbonden met een stuuringang van de gestuurde terugslagklep, 20 zodanig dat de tweede hefcilinder (14) alleen bediend kan worden indien een druk in de toevoerleiding van de eerste hefcilinder hoger is dan de schakeldruk van de gestuurde terugslagklep.
3. Landbouwmachine (1) volgens conclusie 2, waarbij de gestuurde 25 terugslagklep (21) een enkelvoudig gestuurde terugslagklep (21) is.
4. Landbouwmachine (1) volgens een van de conclusies 1-3, waarbij de drempeldruk groter is dan een druk uitgeoefend in de eerste hefcilinder (13) als gevolg van de zwaartekracht op een ten minste gedeeltelijk opgeheven 30 landbouwwerktuig (5).
5. Landbouwmachine (1) volgens een van de conclusies 1-4, waarbij de landbouwmachine een druksensor (30) omvat voor het meten van de druk in de eerste hefcilinder (13) of een toevoerleiding (18) daarvan, en een 1035029 » vergelijkingseenheid die de gemeten druk vergelijkt met de drempeldruk.en waarbij de klep (21; 31) een gemotoriseerde klep (31) is die op basis van het verschil tussen gemeten druk en de drempeldruk de toevoerleiding (19) van de tweede hefcilinder (14) blokkeert of vrijgeeft. 5
7. Landbouwmachine (1) volgens een van de conclusies 1-6, waarbij de eerste hefcilinder (13) en de tweede hefcilinder (14) zijn gecombineerd in een dubbel hefcilindersamenstel.
8. Landbouwmachine (1) volgens een van de conclusies 1-7, waarbij de maximale slag van de eerste hefcilinder (13) kleiner is dan de maximale slag van de tweede hefcilinder (14).
9. Landbouwmachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, 15 waarbij het landbouwwerktuig (5) een aantal in de werkstand in hoofdzaak om een verticale langshartlijn roterende bewerkingsorganen (7) omvat.
10. Landbouwmachine (1) volgens een van de voorgaande conclusies, waarbij de landbouwmachine een hooibouwmachine is. 20 1035029
NL1035029A 2008-02-15 2008-02-15 Landbouwmachine. NL1035029C2 (nl)

Priority Applications (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035029A NL1035029C2 (nl) 2008-02-15 2008-02-15 Landbouwmachine.

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1035029 2008-02-15
NL1035029A NL1035029C2 (nl) 2008-02-15 2008-02-15 Landbouwmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1035029C2 true NL1035029C2 (nl) 2009-08-18

Family

ID=39766855

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1035029A NL1035029C2 (nl) 2008-02-15 2008-02-15 Landbouwmachine.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL1035029C2 (nl)

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2003815A (nl) * 2008-11-17 2010-05-18 Poettinger Ohg Alois Landbouwmachine.
US8627642B2 (en) 2011-08-31 2014-01-14 Mamiya-Op Co., Ltd. Clippings collecting-discharging device
US8720634B2 (en) 2011-08-31 2014-05-13 Mamiya-Op Co., Ltd. Working vehicle
FR3011438A1 (fr) * 2013-10-08 2015-04-10 Kuhn Sa Machine de fenaison presentant une adaptation au sol amelioree

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2705861A1 (fr) * 1993-06-04 1994-12-09 Kuhn Sa Machine de fenaison avec un dispositif de transport déplaçable.
EP1131992A1 (de) 2000-03-10 2001-09-12 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Mähmaschine
DE20219242U1 (de) * 2002-12-12 2003-02-20 Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 38268 Lengede Heuwerbungsmaschine
EP1859670A1 (en) * 2006-05-22 2007-11-28 Maasland N.V. An agricultural machine

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2705861A1 (fr) * 1993-06-04 1994-12-09 Kuhn Sa Machine de fenaison avec un dispositif de transport déplaçable.
EP1131992A1 (de) 2000-03-10 2001-09-12 Maschinenfabrik Bernard Krone GmbH Mähmaschine
DE20219242U1 (de) * 2002-12-12 2003-02-20 Wilhelm Stoll Maschinenfabrik Gmbh, 38268 Lengede Heuwerbungsmaschine
EP1859670A1 (en) * 2006-05-22 2007-11-28 Maasland N.V. An agricultural machine

Cited By (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL2003815A (nl) * 2008-11-17 2010-05-18 Poettinger Ohg Alois Landbouwmachine.
FR2938401A1 (fr) * 2008-11-17 2010-05-21 Alois Pottinger Maschinenfabrik Gmbh Machine agricole destinee a etre rapportee sur un tracteur et comportant un verin de levage et un verin de delestage d'une unite de travail
US8627642B2 (en) 2011-08-31 2014-01-14 Mamiya-Op Co., Ltd. Clippings collecting-discharging device
US8720634B2 (en) 2011-08-31 2014-05-13 Mamiya-Op Co., Ltd. Working vehicle
FR3011438A1 (fr) * 2013-10-08 2015-04-10 Kuhn Sa Machine de fenaison presentant une adaptation au sol amelioree
WO2015052427A1 (fr) * 2013-10-08 2015-04-16 Kuhn S.A. Machine de fenaison presentant une adaptation au sol amelioree
CN105611824A (zh) * 2013-10-08 2016-05-25 库恩股份有限公司 具有改进的地面适应的割草机

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA2796134C (en) Header transport for a crop harvesting machine
EP1979550B1 (en) Method for controlling a hydraulic machine in a control system
NL1035029C2 (nl) Landbouwmachine.
US8776406B2 (en) Reversible wing plow and method of rotation
EP2884118A1 (en) Hydraulic supply system
NL1032946C2 (nl) Bewerkingsinrichting.
EP1764339B1 (en) Hydraulic arrangement for a lifting arm pivotably mounted on a vehicle
FI127225B (fi) Puomijärjestely ja menetelmä puomijärjestelyn kallistusasennon säätämiseksi
NL1036352C2 (nl) Tophef aankoppeling.
EP3474655B1 (en) An agricultural machine and a method for processing crop
NL1034636C2 (nl) Getrokken landbouwmachine.
US20190090424A1 (en) Swath Roller Attachment for a Swather Tractor
US5822960A (en) Reel mower
EP1522215A1 (en) Levelling-compensating system for harvesters and the like
NL2009889C2 (nl) Landbouwinrichting, en werkwijze voor het bewerken van gewas.
DK2210473T3 (en) CUTTING MACHINE WITH CROSSING TRANSPORTER
NL1016711C2 (nl) Werkwijze voor het aansturen van een bedieningscilinder, alsmede een landbouwmachine waarin deze werkwijze wordt toegepast.
JPH0349614A (ja) 傾斜草苅車両
US11654815B2 (en) Closed center hoist valve with snubbing
JP2007202486A (ja) 乗用芝刈り機
CA2848268A1 (en) Header transport for a crop harvesting machine
EP1440843B1 (en) Control of the crane of a forest machine during driving
NL1020593C2 (nl) Werkwijze voor het aansturen van een bedieningscilinder, een landbouwmachine waarin deze werkwijze wordt toegepast, alsmede inrichting voor het bedienen van een bedieningscilinder.
CN116171104A (zh) 可翻转的耕犁
BE1024665A1 (nl) Maaibordsteun voor een oogstmachine

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20190301