NL1034848C2 - Bouwelement met warmtewisselfunctie. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Bouwelement met warmtewisselfunctie.

BESCHRIJVING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een bouwelement 5 met een warmtewisselfunctie.

In de bouw worden muur- en vloerpanelen toegepast die naast een constructieve functie een verwarmingsfunctie hebben. DE 26 21 938 openbaart een aantal verschillende uitvoeringsvormen van constructieve bouwelementen met een verwarmingsfunctie die in hoofdzaak zijn vervaardigd van een materiaal met een 10 lage warmtegeleidingscoëfficiënt. Het doel van DE 26 21 938 is het verschaffen van een constructielichaam met een daarin opgenomen warmtebron, en met relatief lage temperaturen, een relatief klein temperatuurverval, een geringe massa en een goede warmtegeleiding, en geeft daarmee een goed overzicht van de voor de onderhavige uitvinding relevante stand van de techniek.

15 In DE 26 21 938 wordt bijvoorbeeld een paneel van pleister- materiaal beschreven waardoorheen zich aan de rugzijde van het paneel op enige afstand van elkaar en parallel aan elkaar verwarmingspijpen uitstrekken en waarin vormelingen van plaatmetaal zijn opgenomen die zich vanaf de verwarmingspijpen naar de voorzijde van het paneel uitstrekken voor het van de verwarmingspijpen 20 naar de voorzijde van het paneel transporteren van warmte. Hierbij neemt het pleistermateriaal bij toepassing van het paneel als verwarmingselement warmte op van de verwarmingsbuizen en de vormelingen, welke warmte het paneel vervolgens weer deels aan de omgeving zoals een te verwarmen ruimte afgeeft. Voor het via een dergelijk paneel met een acceptabele capaciteit kunnen verwarmen van een 25 ruimte moeten de verwarmingspijpen en de vormelingen relatief dicht bij elkaar worden voorzien en is een warmtebron met een ten opzichte van de omgeving relatief groot temperatuurverschil vereist.

In DE 26 21 938 wordt verder een paneel van pleistermateriaal beschreven waardoorheen zich een ruimtelijk rasterwerk van goed warmtegeleidend 30 materiaal uitstrekt voor het van een verwarming van het elektrische weerstandtype aan de rugzijde van het paneel naar de voorzijde van het paneel transporteren van warmte. Ook hierbij is het rasterwerk opgenomen in een slecht warmtegeleidend materiaal dat wordt verwarmd via het rasterwerk, voor het via de massa van het paneel verwarmen van een ruimte die door de panelen wordt begrensd.

1034848 2

In DE 21 26 938 wordt verder nog een uitvoeringsvorm beschreven van een paneel van pleistermateriaal waarbij zich tussen de voorzijde en een isolatielaag aan de achterzijde een zone uitstrekt waarbinnen een warmtegeleiding over de gehele zone plaatsheeft vanaf verwarmingspijpen die zich op enige afstand 5 van elkaar parallel aan elkaar binnen de betreffende zone in het paneel uitstrekken. De zone bevindt zich echter niet nabij de voorzijde van het paneel en is bovendien relatief dik, waardoor dit type panelen zich kenmerkt doordat eerst de massa van de zone moet worden verwarmd, die vervolgens door de voorzijde warmte afgeeft aan een te verwarmen ruimte.

10 Zoals bekend vertraagt bij dergelijke panelen de op te warmen massa van het slecht warmtegeleidend materiaal het proces van verwarming respectievelijk afkoeling bij het in- en uitschakelen van de verwarming, dat wil zeggen, het paneel reageert traag op veranderingen van de temperatuur van de verwarmingspijpen. Dit heeft tot gevolg dat de verwarmingspijpen relatief erg warm 15 moeten worden voordat, na langdurig opwarmen van de zone, aan de voorzijde van het paneel een temperatuureffect merkbaar wordt en er voldoende warmte aan de ruimte wordt overgedragen om een merkbaar effect te bereiken, respectievelijk voordat de panelen zijn afgekoeld en stoppen met het verwarmen van de ruimte. Bovendien is voor een dergelijk paneel relatief veel geleidend materiaal vereist, 20 hetgeen het paneel relatief duur en zwaar zal maken. Aldus kunnen met een dergelijk paneel evenmin de door de onderhavige uitvinding beoogde resultaten worden behaald. Een belangrijk aspect is dat pleistermateriaal typisch een warmtegeleidingscoëfficiënt heeft die is gelegen tussen 0,5 en 5 W/mK. Dit maakt opname van warmte van warmtebronnen en warmtegeieidende materialen door het 25 pleisterwerk mogelijk.

De onderhavige uitvinding beoogt nu een warmtewisselpaneel te verschaffen dat relatief snel reageert op een temperatuurverschil tussen een warmtebron waarmee het is verbonden en een te verwarmen ruimte die wordt begrensd door de voorzijde van het paneel en dat zelfs bij een relatief klein 30 temperatuurverschil tussen warmtebron en een te verwarmen ruimte effectief is. Dit doel wordt volgens de onderhavige uitvinding bereikt door middel van een warmtewisselpaneel met een voorzijde, een achterzijde en zich tussen de voorzijde en de achterzijde uitstrekkend warmte-isolerend materiaal, waarbij zich door het warmte isolerend materiaal ten minste één ten hoogste 0,4 mm dikke laag warmtegeleidend 3 materiaal vanaf de achterkant tot aan, of althans ten minste tot nabij, de voorzijde van het paneel uitstrekt voor het transporteren van warmte door het isolatiemateriaal, waarbij het warmte-isolerend materiaal een warmte-geleidingscoëfficiënt heeft die is gelegen in het bereik van 0,0010 - 0,1 W/mK.

5 Een dergelijk paneel kan worden toegepast voor het verwarmen van een ruimte door middel van een warmtebron met een temperatuur die slechts weinig hoger is dan de temperatuur in de betreffende ruimte. Een goede isolerende werking van het warmte-isolerend materiaal zorgt ervoor dat geen of nauwelijks warmte die door de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal wordt getransporteerd door 10 het warmte-isolerend materiaal wordt opgenomen. Dit verschaft niet alleen een hoge efficiëntie van warmtetransport, maar in combinatie met de dikte van ten hoogste 0,4 mm van de laag warmtegeleidend materiaal ook een relatief hoge transportsnelheid van warmte door de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal en daarmee een relatief hoge reactiesnelheid bij bijvoorbeeld een 15 veranderde instelling of op signalen van een thermostaat. De reactiesnelheid is hoger naarmate de warmtegeleidingscoëfficiënt van het warmtegeleidend materiaal hoger is. Een verder voordeel van het paneel volgens de onderhavige uitvinding is dat, vanwege het minimale warmteverlies tijdens transport door de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal naar de voorkant van het paneel, een warmtebron 20 met een relatief lage temperatuur voldoende is voor het kunnen verwarmen van een ruimte.

Bovendien kan met een dergelijk paneel ook eenvoudig een ruimte worden gekoeld door middel van een “warmtebron” met een temperatuur die slechts weinig lager is dan de temperatuur in de ruimte. Om reden van overzichtelijkheid en 25 een beknopte toelichting wordt in dit document steeds gesproken van warmte en verwarmen, maar kan daaronder ook steeds negatieve warme (koude) en negatief verwarmen (koelen) worden verstaan, waarbij een vakman er zich van bewust zal zijn dat bij het koelen warmte vanuit een te koelen ruimte door de panelen wordt opgenomen en dat niet koude door de panelen aan de ruimte wordt afgegeven. Het 30 warmtetransport geschiedt bij koeling aldus in een richting die tegengesteld is aan de richting van het warmtetransport bij het verwarmen van een ruimte. Verder wordt in dit document met de voorzijde van een warmtepaneel de zijde bedoeld die bij toepassing naar de te verwarmen ruimte is gericht.

Duitse octrooiaanvrage DE 32 09 091 A1 beschrijft een paneel van 4 spaanderplaat voor vloerverwarming waardoorheen zich boringen uitstrekken waarin bekers van een warmtegeleidend materiaal zijn opgenomen. Op de bekers zijn aluminium deksels aangebracht. Het paneel is aan de boven- en onderkant voorzien van een metaalfolie van 0,012 mm dikte. Spaanderplaat is echter, evenmin als 5 pleistermateriaal, een warmte-isolerend materiaal maar is slecht warmtegeleidend materiaal en heeft een warmtegeleidingscoëfficiënt van 0,17 W/mK. Bovendien ontbreekt in de beschrijving van D2 een laag warmtegeleidend materiaal die zich vanaf de achterkant van het paneel tot aan of nabij de voorzijde van het paneel uitstrekt.

10 Duitse octrooiaanvrage DE 32 11 970 A1 beschrijft een warmtegeleidende afdekplaat, voor het verwarmen van vlakken, met een isolerend materiaal waarin warmtebruggen zijn gevormd voor het in het isolerend materiaal drukken van warmtegeleidingselementen. De geleidingselementen zijn afzonderlijke elementen en vormen aldus niet een zich door het warmte-isolerend materiaal 15 uitstrekkende laag. Bovendien zijn de geleidingselementen in een isolerende laag gedrukt. De maximale dikte van 0,4 mm van het warmte-isolerend materiaal wordt niet in dit document geopenbaard. In tegendeel, uit het feit dat de warmtegeleidende elementen door het isolatiemateriaal worden gedrukt mag worden afgeleid dat de dikte van de wand van de warmtegeleidende elementen groter is dan 0,4 mm.

20 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding heeft het warmte-isolerend materiaal een warmtegeleidingscoëfficiënt die is gelegen in het bereik van 0,02-0,04 W/mK. Ter vergelijking, de warmtegeleidingscoëfficiënt van pleistermateriaal bedraagt 0,3, waardoor het pleistermateriaal warmte opneemt van het warmtegeleidend materiaal. Uit de beschrijving in DE 26 21 938 blijkt dat 25 ook de bedoeling te zijn.

Een relatief licht paneel kan worden bereikt wanneer het warmte-isolerend materiaal een dichtheid heeft van ten hoogste 100 kg/m3, bij voorkeur van ten hoogste 50 kg/m3. Dit maakt een dergelijk paneel gemakkelijk hanteerbaar. Het warmte-isolerend materiaal kan volgens de onderhavige uitvinding ook vacuüm 30 betreffen, hoewel vacuüm strikt genomen niet als materiaal zou mogen worden beschouwd. Een althans ten minste in hoofdzaak vacuüm ruimte is een goede warmte-isolator en leidt tot een licht paneel. De constructieve eigenschappen van een dergelijk paneel zouden dan door andere elementen moeten worden verschaft.

Voor een goede warmtegeleiding door de ten minste ene laag 5 warmtegeleidend materiaal heeft het de voorkeur dat het warmtegeleidend materiaal een warmte-geleidingscoëfficiënt heeft die groter is dan 50 W/mK, bij voorkeur meer dan 150 W/mK.

Het warmtegeleidend materiaal is bij voorkeur een metaal, bij 5 voorkeur aluminium of koper. Metalen zijn in de regel goede warmtegeleiders en aluminium en koper verschaffen een goede combinatie van warmtegeleiding een relatief laag soortelijk gewicht.

Voor het verschaffen van een aantal warmtetransportpaden door het warmte-isolerend materiaal strekt de ten minste ene laag warmtegeleidend 10 materiaal zich bij voorkeur zigzaggend uit tussen althans ten minste nabij het oppervlak van de voorzijde en een afstand van de rugzijde van het paneel.

Voor het verschaffen van een relatief groot oppervlak waarover het paneel warmte kan afgeven aan een te verwarmen ruimte is het voordelig indien de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich aan, of althans ten minste 15 nabij, de voorzijde van het paneel steeds over een afstand ten minste in hoofdzaak parallel aan het oppervlak van de voorzijde van het paneel uitstrekt.

In het geval dat de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich althans ten minste ten dele aan de voorzijde van het paneel uitstrekt kan het warmtegeleidend materiaal direct warmte afgeven aan (of opnemen van) de te 20 verwarmen (respectievelijk te koelen) ruimte die door het warmtepaneel wordt begrensd.

Indien de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich niet ten minste ten dele aan de voorzijde van het paneel uitstrekt, heeft het de voorkeur dat de afstand van de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal tot de 25 voorzijde van het paneel, daar waar de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich nabij het oppervlak van de voorzijde van het paneel bevindt is gelegen in het bereik van 0 tot 18 mm, bij voorkeur in het bereik van 0 tot 12 mm of zelfs 0 tot 6 mm.

Het heeft daarbij de voorkeur dat de laag warmtegeleidend 30 materiaal aan de voorkant van het paneel is bedekt met een materiaal met een warmtegeleidingscoëfficiënt van ten minste 0,15 W/mK, bij voorkeur ten minste 0,50 W/mK. Aldus heeft het materiaal dat de voorzijde van het warmtepaneel vormt de eigenschap dat het warmte vanaf het warmtegeleidend materiaal doorgeleidt naar de ruimte die door het warmtepaneel wordt begrensd.

6

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het paneel langgestrekte elementen van warmte-isolerend materiaal die althans ten minste ten dele zijn omwikkeld met warmtegeleidend materiaal. Dergelijke langgestrekte elementen kunnen eenvoudig zijn voorzien van het 5 warmtegeleidend materiaal. Door een aantal langgestrekte elementen, al dan niet van elkaar gescheiden door vergelijkbare langgestrekte elementen zonder warmtegeleidend materiaal, naast elkaar aan te brengen kan eenvoudig een warmtepaneel volgens de onderhavige uitvinding worden gevormd. Daarbij wordt een hoge efficiëntie bereikt indien de langgestrekte elementen met en zonder 10 warmtegeleidend materiaal om en om zijn geplaatst.

Voor het vergroten van het oppervlak van warmtegeleidend materiaal dat een te verwarmen ruimte direct of via een bedekking kan verwarmen heeft het de voorkeur dat een tweede laag warmtegeleidend materiaal is voorzien die zich althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de voorzijde van het paneel 15 uitstrekt en zich in contact bevindt met de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal.

Voor het realiseren van een relatief hoge transportsnelheid van warmte vanaf een warmtebron naar de te verwarmen ruimte heeft het de voorkeur dat de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal een dikte heeft van ten 20 hoogste 0,4 mm, bij voorkeur ten hoogste 0,25 mm. De toepassing van een folie, bijvoorbeeld aluminiumfolie, met een dikte van 0,1 mm blijkt uitstekend te werken.

Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het paneel een warmtebron. De warmtebron kan een directe warmtebron zijn, maar de term warmtebron kan in het kader van de onderhavige uitvinding breed 25 worden geïnterpreteerd als datgene waarvan het warmtegeleidend materiaal bij toepassing warmte ontvangt. In dat geval betreft het een warmtebron voor het warmtegeleidend materiaal, die in feite zelf functioneert als warmtegeleider voor het geleiden van warmte vanaf een daadwerkelijke warmtebron naar de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal.

30 Een integrale oplossing wordt geboden wanneer de warmtebron althans ten minste ten dele tussen de voorzijde en de achterzijde van het paneel is opgenomen. Bij een dergelijk warmtepaneel kunnen zowel de voor- als achterkant van het warmtepaneel recht zijn uitgevoerd, zodat het warmtepaneel eenvoudig is te verwerken en bijvoorbeeld tegen een bestaande wand kan worden aangebracht 7 zonder te worden gehinderd door uitstekende delen van het warmtepaneel.

Alternatief kan de warmtebron zich aan de achterzijde van het paneel ten minste ten dele buiten het paneel uitstrekt. Hierbij is de warmtebron eenvoudig toegankelijk.

5 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat de warmtebron een fluïdumleiding. De fluïdumleiding kan worden aangesloten op een hoofdfluïdumleiding, bijvoorbeeld wanneer de fluïdumleiding van het warmtepaneel aan de boven·, onder- of zijkant uit het paneel naar buiten steekt. Aldus is een snelle installatie van het warmtepaneel mogelijk.

10 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm strekt de ten minste ene fluïdumleiding zich in een U-vorm langs drie zijden van het paneel binnen het paneel uit. Hierdoor is het mogelijk om de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal vanaf verschillende kanten te verwarmen, hetgeen de reactiesnelheid van het warmtepaneel bij het wijzigen van een instelling doet toenemen.

15 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding heeft het paneel een breedte die is gelegen in het bereik van 30 cm tot 200 cm. Verder kan de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal een breedte hebben van ten minste 20 cm, bij voorkeur ten minste 50 cm. Bij dergelijke afmetingen worden warmtepanelen verschaft die efficiënt kunnen worden gebruikt 20 voor het opbouwen van een wand van warmtepanelen.

Voor het verschaffen van de mogelijkheid enige krachten op het paneel te kunnen uitoefenen, bijvoorbeeld voor het ophangen van decoraties aan de wand, heeft het de voorkeur dat het paneel een dikte heeft die is gelegen in het bereik van 25 tot 80mm, bij voorkeur van 35-60 mm.

25 Bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding omvat het paneel aan de voorzijde een gipsplaat omvat die de laag warmtegeleidend materiaal beschermt. Gipsplaten zijn uitstekend geschikt als wandelement en worden hiervoor in de praktijk veelvuldig toegepast. Door de voorzijde van het paneel te voorzien van een gipsplaat kan bij een met warmtepanelen volgens de 30 onderhavige uitvinding opgebouwde wand met conventionele technieken worden afgewerkt en zal de wand zich voor een gebruiker, bijvoorbeeld bij het aanbrengen van bevestigingsmiddelen aan het warmtepaneel, zich gedragen zoals de gebruiker verwacht.

De onderhavige uitvinding zal hiernavolgend worden toegelicht 8 onder verwijzing naar de bijgesloten figuren waarin:

Figuren 1a en 1b perspectivische doorsnede-aanzichten zijn van twee alternatieve uitvoeringsvormen van een warmtepaneel volgens de onderhavige uitvinding; en 5 Figuur 2 een detailaanzicht is van een doorsnede-aanzicht van een paneel volgens de onderhavige uitvinding.

Kijkend naar figuur 1a wordt een perspectivisch dwarsdoorsnede-aanzicht getoond van een wandpaneel 1 volgens de onderhavige uitvinding. Het wandpaneel 1 omvat een plaat van polystyreen met een voorkant van gipskarton en 10 aan de achterzijde waarvan zich metalen buizen 2 uitstrekken waardoorheen bij toepassing als warmtepaneel fluïdum met een bepaalde temperatuur wordt geleid. Vanaf de metalen buizen 2 strekken zich lagen aluminiumfolie 3 uit naar de voorkant van het paneel.

Figuur 1b toont een perspectivisch aanzicht van een dwars-15 doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm van een wandpaneel 11 volgens de onderhavige uitvinding. Het wandpaneel 11 is ook aan de achterzijde voorzien van metalen buizen 12 die zijn aangebracht in contact met een laag aluminiumfolie 14 die zich aan de achterkant van het wandpaneel 11 uitstrekt. Vanaf de laag aluminiumfolie 14 strekken zich over de dikte van wandpaneel 11 verbindingslagen 20 15 van aluminiumfolie uit naar de voorkant van het wandpaneel 11 die op zijn beurt eveneens is bekleed met een laag aluminiumfolie 16. De geleidende elementen, zoals metalen buis 12 en aluminiumfolies 14, 15 en 16 zijn onderling met elkaar verbonden zodat warmte vanaf metalen buizen 12 naar de laag aluminiumfolie 16 aan de voorkant van het paneel 11 kan worden doorgeleid.

25 In figuur 2 wordt in een detailaanzicht van een wandpaneel 21 volgens de onderhavige uitvinding getoond hoe een dergelijke geleiding bij een voorkeursuitvoeringsvorm volgens de onderhavige uitvinding kan plaatshebben. Figuur 2 toont een deel van een dwarsdoorsnede-aanzicht van een wandpaneel 21 met polystyreen achterwand 27 waardoorheen zich een metalen buis 22 uitstrekt. De 30 metalen buis 22 is omwikkeld met een aluminiumfolie 24 die zich aan de binnenzijde van de polystyreen achterwand 27 uitstrekt naar de niet getoonde zijkant van het wandpaneel 21 waarin eveneens een vergelijkbare metalen buis (niet getoond) is opgenomen. Tegen de laag aluminiumfolie 24 zijn langwerpige polystyreen elementen 28 met een rechthoekige dwarsdoorsnede aangebracht, waarvan 9 elementen 28a zijn omwikkeld met aluminiumfolie 29 en de polystyreen elementen 28b niet zijn omwikkeld met aluminiumfolie. Tegen de polystyreen elementen 28 is een laag aluminiumfolie 30 aangebracht en aldus kan warmte vanuit buis 22 die door middel van warm fluïdum dat door de buis 22 stroomt is verwarmd snel via 5 aluminiumlagen 24, 29 en 30 naar de voorkant van wandpaneel 21 worden geleid. Ter bescherming van het aluminiumfolie 30 is een gipsplaat 31 met een dikte van 6 mm aan de voorkant van het paneel 31 aangebracht. De gipsplaat 31 is geschikt voor het transporteren van warmte vanaf aluminiumfolie 30 naar een ruimte die door de gipsplaat 31 van het wandpaneel 21wordt begrensd. Het wandpaneel 21 is aan 10 de zijkanten afgewerkt met polystyreen strips 32 waarvan er in figuur 2 één zichtbaar is.

In de figuren en de beschrijving zijn slechts enkele voorbeeld-uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding getoond respectievelijk beschreven. Het zal voor de vakman duidelijk zijn dat vele varianten op deze 15 uitvoeringsvormen kunnen worden aangebracht zonder de beschermingsomvang van de onderhavige uitvinding, die wordt bepaald door de hiernavolgende conclusies, te verlaten. Er kunnen bijvoorbeeld andere dan genoemde materialen worden toegepast, bijvoorbeeld een ander schuimmateriaal zoals polyurethaan als isolerend materiaal en een ander geschikt metaal zoals koper als warmtegeleidend 20 materiaal. Verder kunnen verschillende patronen van warmtegeleidend materiaal zijn voorzien. De langwerpige elementen uit figuur 2 kunnen ook een andere dwarsdoorsnedevorm hebben, bijvoorbeeld driehoekig waarbij de basis om en om aan de voor- respectievelijk achterzijde van het paneel is georiënteerd. Bovendien is het mogelijk (in hoofdzaak) alle langwerpige elementen te omwikkelen met een folie, 25 waarbij de folie tussen twee elementen twee keer zo dik is als bij de in figuur 2 getoonde uitvoeringsvormen. Verder kunnen ook andere manieren worden toegepast voor het aanbrengen van een dunne laag warmtegeleidend materiaal dan het omwikkelen met folie. Ook kan een paneel volgens de onderhavige uitvinding worden toegepast als vloer-of plafondpaneel, waarbij de boven- respectievelijk 30 onderkant van het paneel de aangrenzende ruimte kan verwarmen.

1034848

Claims (23)

1. Bouwpaneel met een voorzijde, een achterzijde en zich tussen de voorzijde en de achterzijde uitstrekkend warmte-isolerend materiaal, waarbij zich 5 door het warmte-isolerend materiaal ten minste één ten hoogste 0,4 mm dikke laag warmtegeleidend materiaal vanaf de achterkant tot aan, of althans ten minste tot nabij, de voorzijde van het paneel uitstrekt voor het transporteren van warmte door het isolatiemateriaal, waarbij het warmte-isolerend materiaal een warmte-geleidingscoëfficiëntt heeft die is gelegen in het bereik van 0,0010 - 0,1 W/mK.

2. Bouwpaneel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het warmte- isolerend materiaal een warmtegeleidingscoëfficient heeft die is gelegen in het bereik van 0,02-0,04 W/mK.

3. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het warmte-isolerend materiaal een dichtheid heeft van ten 15 hoogste 100 kg/m3, bij voorkeur van ten hoogste 50 kg/m3.

4. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het warmtegeleidend materiaal een warmte-geleidingscoëfficiënt heeft die groter is dan 50 W/mK, bij voorkeur meer dan 150 W/mK.

5. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het warmtegeleidend materiaal een metaal is, bij voorkeur aluminium of koper.

6. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich 25 zigzaggend tussen nabij het oppervlak van de voorzijde en een afstand van de rugzijde van het paneel uitstrekt.

7. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich aan, of althans ten minste nabij, de voorzijde van het paneel steeds over een afstand ten 30 minste in hoofdzaak parallel aan het oppervlak van de voorzijde van het paneel uitstrekt.

8. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich althans ten minste ten dele aan de voorzijde van het paneel uitstrekt. 1034848

9. Bouwpaneel volgens één of meer van de conclusies 1 tot en met 7, met het kenmerk, dat de afstand van de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal tot de voorzijde van het paneel, daar waar de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich tot nabij het oppervlak van de voorzijde van het 5 paneel bevindt is gelegen in het bereik van 0 tot 18 mm, bij voorkeur in het bereik van 0 tot 12 mm of zelfs 0 tot 6 mm.

10. Bouwpaneel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de laag warmtegeleidend materiaal aan de voorkant van het paneel is bedekt met een materiaal met een warmtegeleidingscoëfficiënt van ten minste 0,15 W/mK, bij 10 voorkeur ten minste 0,50 W/mK.

11. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel langgestrekte elementen van warmte-isolerend materiaal omvat die althans ten minste ten dele zijn omwikkeld met warmtegeleidend materiaal.

12. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een tweede laag warmtegeleidend materiaal is voorzien die zich althans ten minste in hoofdzaak parallel aan de voorzijde van het paneel uitstrekt en zich in contact bevindt met de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal.

13. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal een dikte heeft van ten hoogste 0,4 mm, bij voorkeur ten hoogste 0,25 mm.

14. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel een warmtebron omvat.

15. Bouwpaneel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de warmtebron althans ten minste ten dele tussen de voorzijde en de achterzijde van het paneel is opgenomen.

16. Bouwpaneel volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de warmtebron zich aan de achterzijde van het paneel ten minste ten dele buiten het 30 paneel uitstrekt.

17. Bouwpaneel volgens één of meer van de conclusies 14 tot en met 16, met het kenmerk, dat de warmtebron een fluïdumleiding omvat.

18. Bouwpaneel volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat de ten minste ene fluïdumleiding zich in een U-vorm langs drie zijden van het paneel binnen het paneel uitstrekt.

19. Bouwpaneel volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag warmtegeleidend materiaal zich tussen de poten van de U-vorm uitstrekt

20. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel een breedte heeft die is gelegen in het bereik van 30 cm tot 200 cm.

21 Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ten minste ene laag van warmtegeleidend materiaal een 10 breedte heeft van ten minste 20 cm, bij voorkeur ten minste 50 cm.

22. Bouwpaneel volgens één of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het paneel een dikte heeft die is gelegen in het bereik van 25 tot 80 mm, bij voorkeur van 35-60 mm.

23. Bouwpaneel volgens conclusie 22, met het kenmerk, dat het paneel 15 aan de voorzijde een gipsplaat omvat die de laag warmtegeleidend materiaal beschermt. 20 1034848