NL1031861C2

NL1031861C2 - Transporteursamenstel met uitwerpvoorziening, een documentverwerkingslijn voorzien van een dergelijk transporteursamenstel, alsmede een werkwijze om producten uit te werpen.

Info

Publication number: NL1031861C2
Application number: NL1031861A
Authority: NL
Inventors: Menno Koppen; Freek Willem Laurens De Ridder; Ludovicus Wilhelmus Alp Hamers; Bernardus Cornelis Tichelaar
Original assignee: Buhrs Zaandam Bv
Priority date: 2006-05-23
Filing date: 2006-05-23
Publication date: 2007-11-26
Also published as: JP2007326715A; EP1860043A1; US7490712B2; US20070272514A1

Description

Titel: Transporteursamenstel met uitwerpvoorziening, een documentverwerkingslijn voorzien van een dergelijk transporteursamenstel, alsmede een werkwijze om producten uit te werpen

De uitvinding heeft betrekking op een transporteursamenstel met uitwerpvoorziening, waarbij het samenstel een transportoppervlak bepalend stroomopwaartse en een stroomafwaartse bandtransporteur omvat die zijn ingericht om in gebruik een reeks producten met een transportsnelheid in 5 een transportrichting te transporteren.

Een dergelijke transporteursamenstel met uitwerpvoorziening is bekend uit de praktijk. Het bekende transporteursamenstel omvat een ' transporteur waar overheen producten transporteerbaar zijn. De producten kunnen allerlei soorten producten zijn. Het bekende transporteursamenstel 10 is voorzien van een, van een transportband voorzien wissel, welke in niet uitwerpende toestand een verbinding vormt tussen een stroomopwaartse en stroomafwaartse bandtransporteur, en welke in uitwerpende toestand wordt weggezwenkt in neerwaartse of opwaartse richting. Hierdoor valt het uit te werpen product door de opening of wordt het op een afvoertransporteur 15 overgedragen en heeft aldus de transportband verlaten. Dergelijke transporteursamenstellen kunnen worden gebruikt in bijvoorbeeld productverwerkingslijnen voor het uitwerpen van producten die niet voldoen aan de productie-eisen. Bijvoorbeeld kunnen deze producten verkeerd zijn verpakt, beschadigd of anderszins afwijken van de norm.

20 Dergelijke transporteursamenstellen hebben echter als nadeel dat doordat de producten met zeer hoge snelheid over de transporteurs worden getransporteerd, bijvoorbeeld met een snelheid van 15.000-18.000 stuks per uur, het moeilijk is om de wissel op het juiste moment weg te zwenken en terug te zwenken. Het komt voor dat wanneer de wissel is weggezwenkt het 25 product door de snelheid in horizontale richting over de opening heen 1031861 2 beweegt en niet naar beneden valt. In een dergelijke situatie is het noodzakelijk om het product neerwaarts te duwen met bijvoorbeeld een daarvoor aangebracht orgaan op het transporteursamenstel. Ook kan de timing voor het wegzwenken en terugzwenken van de wissel zorgen voor 5 opstoppingen omdat het product tussen de wissel en de transporteurs kan komen te zitten. Een volgend product kan doordat de wissel te langzaam terugzwenkt ook hinder ondervinden van de nog niet in gesloten toestand gebrachte wissel, bijvoorbeeld door in de nog aanwezige opening te blijven hangen. Als de wissel niet op het juiste moment wordt weggezwenkt kan het 10 uit te werpen product op een verkeerde manier door de opening vallen waardoor de uitgeworpen producten niet op een gewenste wijze worden uitgeworpen.

De uitvinding beoogt derhalve een transporteursamenstel met uitwerpvoorziening te verschaffen dat geschikt is voor het uitwerpen van 15 producten, waarbij het transporteursamenstel voorkomt dat producten verkeerd worden uitgeworpen, klem komen te zitten, het productieproces 4 verstoren, of anderszins oponthoud tijdens de verwerking veroorzaken.

De uitvinding verschaft hiertoe een transporteursamenstel met 20 uitwerpvoorziening volgens het in de aanhef beschreven type, waarbij de stroomopwaartse bandtransporteur met een afvoeruiteinde aansluit op een invoeruiteinde van de stroomafwaartse bandtransporteur, waarbij het afvoeruiteinde wordt bepaald door een afvoeruiteinde-keerrol en waarbij het invoeruiteinde wordt bepaald door een invoeruiteinde-keerrol, waarbij de 25 afvoeruiteinde-keerrol en/of de invoeruiteinde-keerrol langs (e. along) de transportrichting van de transporteurs verplaatsbaar zijn opgesteld in een vlak evenwijdig aan het transportvlak van de betreffende transporteur ter vorming van een uitwerpopening tussen de beide keerrollen. Doordat de afvoeruiteinde-keerrol en de invoeruiteinde-keerrol verplaatsbaar zijn 30 opgesteld en daardoor de uitwerpopening vormbaar is, omvat het 3 transporteursamenstel geen losse bewegende onderdelen zoals een wissel voor het vormen en sluiten van een uitwerpopening. Met een dergelijke relatief eenvoudige configuratie van het transporteursamenstel, althans aan de zijde van het transportoppervlak van de transporteurs van het 5 transporteursamenstel, wordt onnodige verstoring van het verwerkingsproces van producten voorkomen.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft elk van de genoemde verplaatsbare keerrollen een bestuurbare aandrijving voor de 10 verplaatsing daarvan, waarbij het transporteursamenstel is voorzien van een besturing voor het besturen van de verplaatsing van de beide keerrollen, waarbij de besturing is ingericht om ter vorming van de uitwerpopening zowel de afvoeruiteinde-keerrol als de invoeruiteinde-keerrol een verplaatsingstraject te doen laten doorlopen. De uitwerpopening 15 kan op deze wijze op elk gewenst moment worden gevormd, afhankelijk van hoe de besturing de aandrijvingen aanstuurt. Ook kan de uitwerpopening op verschillende posities ten opzichte van de transporteurs worden gevormd door de afvoeruiteinde-keerrol en de invoeruiteinde-keerrol verschillende verplaatsingstrajecten te laten doorlopen. Het is bijzonder gunstig indien de 20 besturing volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de verplaatsingstrajecten zodanig regelt, dat in gebruik de uitwerpopening met een uit te werpen product meebeweegt. De besturing kan de aandrijvingen exact op het gewenste moment besturen zodat de uitwerpopening op een nauwkeurig te bepalen tijdstip wordt gevormd, en dat de uitwerpopening 25 over een nauwkeurig te bepalen verplaatsingsafstand en met een nauwkeurige verplaatsingsnelheid in de gewenste richting, de transportrichting van het product, wordt verplaatst. Hierdoor bevindt de uitwerpopening zich tijdens het transport van het uit te werpen product te allen tijde nabij dat product. Hierdoor ondervinden navolgende producten 30 geen hinder van het uitwerpen van een uit te werpen product. Het is hierbij 4 gunstig als de besturing de verplaatsingtrajecten zodanig regelt, dat tijdens het sluiten van de uitwerpopening de afvoeruiteinde-keerrol stroomafwaarts blijft van het zwaartepunt van een navolgend product van het zojuist uitgeworpen product althans totdat de invoeruiteinde-keerrol de 5 afvoeruiteinde-keerrol zo dicht genaderd is dat deze zich onder het navolgende product bevindt. Het kan hierbij ook gunstig zijn als de besturing volgens een nadere uitwerking van de uitvinding de verplaatsingtrajecten zodanig regelt, dat tijdens het sluiten van de uitwerpopening de afvoeruiteinde-keerrol stroomafwaarts blijft van een 10 navolgend product van het zojuist uitgeworpen product totdat de uitwerpopening is gesloten.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding is de besturing ingericht om tijdens of na het sluiten van de eerder gevormde uitwerpopening beide keerrollen tegen de transportrichting in te 15 verplaatsen, totdat de beide keerrollen zich weer in een uitgangpositie bevinden. Hierdoor kunnen voor elk uit te werpen product de keerrollen de meest gunstige verplaatsingstrajecten doorlopen, waarbij de uitwerpopening elke keer vanaf een zelfde uitgangspositie wordt gevormd.

20 De stroomopwaartse bandtransporteur is volgens een nadere uitwerking van de uitvinding voorzien van een vast frame met nabij het afvoeruiteinde een vaste keerrol, waarbij de genoemde verplaatsbare afvoeruiteinde-keerrol is opgenomen in een verplaatsbaar keerrollenframe waarin zich een tweede keerrol bevindt, waarbij de stroomopwaartse 25 transportband achtereenvolgens over de afvoeruiteinde-keerrol, de tweede keerrol en de vaste keerrol is geleid. Door het verplaatsen van het keerrollenframe wordt verplaatsing van de afvoeruiteinde-keerrol bewerkstelligd. Enkel een lineaire verplaatsing van het keerrollenframe in transportrichting of tegengesteld aan de transportrichting zorgt voor het 30 verplaatsingstraject van de afvoeruiteinde-keerrol. Ditzelfde geldt voor de 5 invoeruiteinde-keerrol van de stroomafwaartse transporteur. Hiervoor is volgens een verdere uitwerking van de uitvinding de stroomafwaartse bandtransporteur voorzien van een vast frame met nabij het invoeruiteinde een vaste keerrol, waarbij de genoemde verplaatsbare invoeruiteinde-5 keerrol is opgenomen in een verplaatsbaar keerrollenframe waarin zich een tweede keerrol bevindt, waarbij de stroomafwaartse transportband achtereenvolgens over de invoeruiteinde-keerrol, de tweede keerrol en de vaste keerrol is geleid. Daarbij is het gunstig als volgens een verdere uitwerking van de uitvinding de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-10 aandrijving aangrijpt op het keerrollenframe van de stroomopwaartse transporteur en als de invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving volgens een nadere uitwerking van de uitvinding aangrijpt op het keerrollenframe van de stroomafwaartse transporteur.

15 Volgens een alternatieve uitwerking van de uitvinding kan de transporteursamenstel zijn voorzien van een sensor voor het waarnemen van producteigenschappen van producten die over de bandtransporteurs worden getransporteerd. De besturing kan volgens een verdere uitwerking van de uitvinding dan zijn ingericht voor het in afhankelijkheid van de 20 producteigenschappen besturen van de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving respectievelijk de invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving teneinde een moment van verplaatsing en/of een verplaatsingssnelheid van het afvoeruiteinde en/of invoeruiteinde te beheersen. Hierdoor kan transporteursamenstel met uitwerpvoorziening 25 volledig geautomatiseerd het vormen van de uitwerpopening laten plaatsvinden. Op basis van bijvoorbeeld afmetingen of gewicht van de producten kan de besturing de aandrijvingen besturen. Hierdoor wordt rekening gehouden met de timing van het vormen van de uitwerpopening en met het formaat van het uit te werpen product door de uitwerpopening 30 groter of kleiner te maken. Verschillende afmetingen en andere 6 producteigenschappen kunnen in de besturing zijn geprogrammeerd en ook op basis daarvan kan de besturing signalen aan de aandrijvingen doorgeven.

5 De uitvinding heeft tevens betrekking op een documentverwerkingslijn voorzien van een hierboven beschreven transporteursamenstel.

Verder heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze voor het uitwerpen van producten waarbij een hierboven beschreven 10 transporteursamenstel wordt verschaft, waarbij producten over door het transportsamenstel worden getransporteerd en waarbij producten met bepaalde kenmerken via de uitwerpopening worden uitgeworpen en producten met andere bepaalde kenmerken van de stroomopwaartse transporteur worden overgedragen op de stroomafwaartse transporteur.

15 Een dergelijke documentverwerkingslijn en een dergelijke werkwijze voor het uitwerpen van producten brengen gelijke voordelen en gunstige effecten met zich mee als die zijn genoemd bij de beschrijving van de uitwerpmodule.

20 Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de tekeningen, verder worden verduidelijkt, waarbij:

Fig. 1 een perspectiefaanzicht van het transporteursamenstel toont; 25 fig. 2 een bovenaanzicht van het transporteursamenstel toont; fig. 3 een zijaanzicht van het transporteursamenstel toont; figs. 4a en 4b zijaanzichten van een bandtransporteur tonen; fig. 5 een diagram van het verplaatsingstraject van de afvoeruiteinde-keerrol en invoeruiteinde-keerrol in de tijd toont; 7 figs. 6a-6f schematisch verschillende stappen in het uitwerpproces vertonen.

Opgemerkt dient te worden dat gelijke verwijzingscijfers naar 5 gelijke onderdelen in de verschillende figuren verwijzen.

Figuur 1 toont een transporteursamenstel 1 met uitwerp voorziening volgens de uitvinding. Het transporteursamenstel 1 is voorzien van een transportoppervlak bepalend stroomopwaarste en een 10 stroomafwaartse bandtransporteur 2, 3 die zijn ingericht om in gebruik een reeks producten P met een transportsnelheid in een transportrichting T te transporteren. Producten P kunnen bijvoorbeeld verpakte documenten in enveloppen zijn, tijdschriften, in folie verpakte documenten, losse documenten en andere dergelijke producten. Ook pakketten, zoals in dozen 15 verpakte boeken of dergelijke producten kunnen met een dergelijk transporteursamenstel 1 worden verwerkt. De stroomopwaarste bandtransporteur 2 sluit met een afvoeruiteinde 2a aan op een invoeruiteinde 3a van de stroomafwaarste bandtransporteur 3. Het afvoeruiteinde 2a wordt bepaald door een afvoeruiteinde-keerrol 10a en het 20 invoeruiteinde 3a wordt bepaald door een invoeruiteinde-keerrol 11a. De

afvoeruiteinde-keerrol 10a en/of de invoeruiteinde-keerrol 11a zijn langs de transportrichting T van de transporteurs 2, 3 verplaatsbaar opgesteld in een vlak evenwijdig aan het transportvlak van de betreffende transporteur 2, 3 ter vorming van een uitwerpopening O tussen de beide keerrollen 10a, 11a. 25 De uitwerpopening O is ingericht voor het uitwerpen van producten P

terwijl het transport van de overige producten P over de transporteurs 2, 3 continueert. Als een product P niet dient te worden uitgeworpen wordt dit product P van de stroomopwaartse transporteur 2 naar de stroomafwaartse transporteur 3 overgedragen. Producten P kunnen worden uitgeworpen 30 indien deze afwijken van de norm, bijvoorbeeld omdat het product P is 8 gevouwen, gekreukeld, verkeerd is verpakt of andere dergelijke afwijkingen vertoont. Ook het uitwerpen om een andere reden, bijvoorbeeld het scheiden in twee klassen van producten P op grond van een selectiecriterium kan met het transporteursamenstel 1 met uitwerpvoorziening worden 5 bewerkstelligd. Het vormen van een uitwerpopening O wordt verder verduidelijkt bij de figuren 6a-6f.

In figuur 2 is een bovenaanzicht van het transporteursamenstel 1 te zien. Het transporteursamenstel 1 omvat voor elk van de genoemde 10 verplaatsbare keerrollen 10a, 11a een bestuurbare aandrijving 4, 5 voor verplaatsing daarvan. Het transporteursamenstel 1 is verder voorzien van een besturing 6 voor het besturen van de verplaatsing van de beide keerrollen 10a, 11a. De besturing 6 is zodanig ingericht dat deze ter vorming van de uitwerpopening O zowel de afvoeruiteinde-keerrol 10a als de 15 invoeruiteinde-keerrol 11a een verplaatsingstraject kan doen laten doorlopen. De besturing 6 kan deze verplaatsingstrajecten zodanig regelen dat in gebruik de uitwerpopening O met een uit te werpen product P meebeweegt. De aandrijvingen 4, 5 kunnen de afvoeruiteinde-keerrol 10a en de invoeruiteinde-keerrol 11a afzonderlijk aandrijven met een variabele 20 snelheid in een variabele richting Ri of R2. Schematisch is in de figuren 1 en 2 weergegeven dat het transporteursamenstel 1 een besturing 6 heeft voor het besturen van de aandrijvingen 4, 5. De besturing 6 is ingericht voor het besturen van de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 4 voor het verplaatsen van het afvoeruiteinde 2a van de stroomopwaartse 25 bandtransporteur 2 tegengesteld aan de transportrichting T, dus in richting Ri. Vervolgens voor het verplaatsen van het afvoeruiteinde 2a met ongeveer transportsnelheid richting het invoeruiteinde 3a van de stroomafwaartse bandtransporteur 3 en tenslotte voor het verplaatsen van het afvoeruiteinde 2a tegengesteld aan de transportrichting T tot het bereiken van de 30 uitgangspositie.

9

In figuur 5 geeft de onderste curve I de verplaatsing van het afvoeruiteinde 2a, en dus van de afvoeruiteinde-keerrol 10a, weer gezien in de tijd. De curve II geeft de verplaatsing weer van het invoeruiteinde 3a, en dus van de invoeruiteinde-keerrol 11a, in de tijd. Voor het realiseren van die 5 verplaatsing is de besturing 6 ingericht voor het besturen van de invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 5 voor het verplaatsen van het invoeruiteinde 3a van de stroomafwaartse bandtransporteur 3 in transportrichting T met ongeveer transportsnelheid gevolgd door het verplaatsen van het invoeruiteinde 3a tegengesteld aan de transportrichting 10 T tot het bereiken van de uitgangspositie. De besturing 6 zorgt er bij voorkeur voor dat de verplaatsing van de afvoeruiteinde-keerrol 3a en de verplaatsing van invoeruiteinde-keerrol 2a in hoofdzaak gelijktijdig starten en in hoofdzaak gelijktijdig eindigen, zoals te zien is in figuur 5. Dit heeft tot gevolg dat de uitwerpopening O als het ware met het uit te werpen 15 product Pi meebeweegt. Dit wordt verder verduidelijkt bij de figuren 6a-6f.

«

In figuur 2 is verder te zien dat het transporteursamenstel 1 kan zijn voorzien van een sensor 7 voor het waarnemen van producteigenschappen van producten P die over de bandtransporteurs 2, 3 20 worden getransporteerd. De producteigenschappen kunnen bijvoorbeeld, productafmetingen zijn of het gewicht van een product P. Ook kan de sensor 7 aantallen gepasseerde producten P waarnemen. De besturing 6 kan in afhankelijkheid van de producteigenschappen de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 4, respectievelijk de invoeruiteinde-keerrol-25 verplaatsing-aandrijving 5 besturen, zodat het moment van verplaatsing van zowel de afvoeruiteinde-keerrol 10a als van de invoeruiteinde-keerrol 11a als ook de verplaatsingssnelheid kan worden beheerst. De besturing 6 kan op basis van afmetingen en/of gewicht besluiten dat een product P moet worden uitgeworpen. Hiervoor kan de besturing 6 de waargenomen 30 producteigenschappen vergelijken met voorgeprogrammeerde waarden. Als 10 de besturing 6 heeft besloten dat een product P moet worden uitgeworpen kan de besturing 6 op basis van de afmetingen van dat product P het verplaatsingstraject van de afvoeruiteinde-keerrol 10a en de invoeruiteinde-keerrol 11a bepalen en de snelheid waarmee die verplaatsingstrajecten 5 moeten worden doorlopen.

Figuur 3 toont dat de stroomopwaartse bandtransporteur 2 is voorzien van een vast frame 8a met nabij het afvoeruiteinde 2a een vaste keerrol 13a. De verplaatsbare afvoeruiteinde-keerrol 10a is opgenomen in 10 een verplaatsbaar keerrollenframe 14a, waarin zich een tweede keerrol 10b bevindt. De stroomopwaartse transportband 12a is achtereenvolgens over de afvoeruiteinde-keerrol 10a, de tweede keerrol 10b en de vaste keerrol 13a geleid. De stroomafwaartse bandtransporteur 3 is voorzien van een vast frame 8b met nabij het invoeruiteinde 3a een vaste keerrol 13b. De 15 verplaatsbare invoeruiteinde-keerrol 11a is opgenomen in een verplaatsbaar keerrollenframe 14b, waarin zich een tweede keerrol 11b bevindt. De « stroomafwaartse transportband 12b is achtereenvolgens over de invoeruiteinde-keerrol 11a, de tweede keerrol 11b en de vaste keerrol 13b geleid. De vaste frames 8a, 8b van zowel de stroomopwaartse 20 bandtransporteur 2 als de stroomafwaartse bandtransporteur 3 zijn met een geleiding 16 verbonden welke zich ongeveer parallel aan de transportrichting T uitstrekt. De afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 4 grijpt aan op het keerrollenframe 14a van de stroomopwaartse transporteur 2, in dit geval door middel van een bevestiging 17a. De 25 invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 5 grijpt aan op het keerrollenframe 14b van de stroomafwaartse transporteur 3, bijvoorbeeld met een bevestiging 17b.

In de figuren 4a en 4b wordt getoond hoe de werkelijke 30 verplaatsing van in dit geval het afvoeruiteinde 2a wordt bewerkstelligd.

11

Als de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrij ving 4 een signaal krijgt van de besturing (niet getoond), zal de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving 4 het aandrijforgaanlöa bewegen bijvoorbeeld in de richting R3. De bevestiging 17a wordt door de verplaatsing van het aandrij for gaan 15a 5 in richting Ri bewogen. Aangezien de bevestiging 17a vast op het keerrollenframe 14a is voorzien, wordt dit frame 14a inclusief de keerrollen 10a, 10b ook in richting Ri bewogen. Het keerrollenframe 14a glijdt over de geleiding 16 waardoor het afvoeruiteinde 2a in richting Ri verplaatst over een afstand A waardoor aan de zijde van het afvoeruiteinde 2a van de 10 transporteur 2 een deel van de uitwerpopening O wordt gevormd met lengte A. Bij deze verplaatsing blijft de transportband 12a op spanning. Het moge hiermee duidelijk zijn hoe de verplaatsing in tegengestelde richting R2 wordt bewerkstelligd, alsmede hoe de verplaatsing van het invoeruiteinde 3a van de stroomafwaartse transporteur 3 wordt bewerkstelligd.

15

In de figuren 6a-6f wordt de werkwijze voor het uitwerpen van een product P schematisch in stappen weergegeven. In figuur 5 is weergegeven in het diagram op de curven I en II hoe het afvoeruiteinde 2a en het invoeruiteinde 3a zijn gepositioneerd in de figuren 6a-6f. In de figuren 6a-6f 20 is telkens onder het afvoeruiteinde 2a en onder het invoeruiteinde 3a weergegeven welk verplaatsingstraject dat betreffende einde 2a, 3a en dus welk verplaatsingstraject de afvoeruiteinde-keerrol 10a en invoeruiteinde-keerrol 11a, hebben gemaakt ten opzichte van de vorige figuur. Figuren 6a-6c geven een eerste uitwerpcyclus van een product P weer en de figuren 6d-25 6f geven een tweede cyclus weer. In de figuren 6b en 6c wordt getoond dat de besturing (niet getoond) de verplaatsingstrajecten van de respectievelijke uiteinden 2a, 3a zodanig regelt, dat tijdens het sluiten van de uitwerpopening O de afvoeruiteinde-keerrol 10a stroomafwaarts blijft van het zwaartepunt Z van een navolgend product Pi van het zojuist 30 uitgeworpen product Po. althans totdat de invoeruiteinde-keerrol 11a de 12 afvoeruiteinde-keerrol 10a zo dicht genaderd is dat deze zich onder het navolgende product Pi bevindt. Het is in een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding ook mogelijk dat de besturing 6 de verplaatsingstrajecten van de beide uiteinden 2a, 3a zodanig regelt, dat tijdens het sluiten van de 5 uitwerpopening de afvoeruiteinde-keerrol 10a stroomafwaarts blijft van een navolgend product Pi van het zojuist uitgeworpen product Po totdat de uitwerpopening O is gesloten.

Verder is de besturing 6 ingericht om tijdens of na het sluiten van de eerder gevormde uitwerpopening O beide keerrollen 10a, 11a tegen de 10 transportrichting T in te verplaatsen, in richting Ri, totdat beide keerrollen 10a, 10b zich weer in een uitgangspositie bevinden.

In de figuren 6a-6c is duidelijk te zien dat tijdens het uitwerpen van product Po, het daaropvolgende product Pi wordt overgedragen van de stroomopwaartse transporteur 2 naar de stroomafwaartse transporteur 3 15 met een gelijkblijvende transportsnelheid T zonder hinder te ondervinden van het uitwerpen van product Po.

«

Het moge duidelijk zijn dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven uitvoeringsvoorbeeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies mogelijk zijn. 20 Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de transportsnelheid van de transporteurs wordt gewijzigd. Logischerwijze zal de besturing de aansturing van de aandrijvingen daarop aanpassen. Ook kan bijvoorbeeld het keerrollenframe anders zijn geconstrueerd dan beschreven in dit uitvoeringsvoorbeeld, maar wel een zelfde werking hebben als beschreven. Verder kan de aandrijving 25 van het afvoeruiteinde en van het invoeruiteinde op een andere manier zijn bewerkstelligd. Er kunnen per transporteur meerdere transportbanden naast elkaar zijn voorzien en de transporteurs kunnen met een hellingshoek in het transporteursamenstel zijn geplaatst, terwijl het transporteursamenstel op een zelfde wijze werkt als in het beschreven 30 uitvoeringsvoorbeeld.

1 n n 1 p fi 1 ·

Claims

1. Transporteursamenstel met uitwerpvoorziening, waarbij het samenstel een transportoppervlak bepalend stroomopwaartse en een stroomafwaartse bandtransporteur (2, 3) omvat die zijn ingericht om in gebruik een reeks producten (P) met een transportsnelheid in een 5 transportrichting (T) te transporteren, waarbij de stroomopwaartse bandtransporteur (2) met een afvoeruiteinde (2a) aansluit op een invoeruiteinde (3a) van de stroomafwaartse bandtransporteur (3), waarbij het afvoeruiteinde (2a) wordt bepaald door een afvoeruiteinde-keerrol (10a) en waarbij het invoeruiteinde (3a) wordt bepaald door een invoeruiteinde -10 keerrol (11a), waarbij de afvoeruiteinde-keerrol (10a) en/of de invoeruiteinde-keerrol (11a) langs (e. along) de transportrichting (T) van de transporteurs (2, 3) verplaatsbaar zijn opgesteld in een vlak evenwijdig aan het transportvlak van de betreffende transporteur (2, 3) ter vorming van een uitwerpopening (O) tussen de beide keerrollen (10a, 11a).

2. Transporteursamenstel volgens conclusie 1, waarbij elk van de genoemde verplaatsbare keerrollen (10a, 1 la) een bestuurbare aandrijving (4, 5) heeft voor de verplaatsing daarvan, waarbij het transporteursamenstel (1) is voorzien van een besturing (6) voor het besturen van de verplaatsing van de beide keerrollen (10a, 11a), waarbij de 20 besturing (6) is ingericht om ter vorming van de uitwerpopening (O) zowel de afvoeruiteinde-keerrol (10a) als de invoeruiteinde-keerrol (11a) een verplaatsingstraject te doen laten doorlopen.

3. Transporteursamenstel volgens conclusie 2, waarbij de besturing (6) de verplaatsingstrajecten zodanig regelt, dat in gebruik de 25 uitwerpopening (O) met een uit te werpen product (P) meebeweegt.

4. Transporteursamenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de besturing (6) de verplaatsingtrajecten zodanig regelt, dat tijdens het sluiten 1 0 3 1 8 6 1 . van de uitwerpopening (O) de afvoeruiteinde-keerrol (10a) stroomafwaarts blijft van het zwaartepunt (Z) van een navolgend product (Pi) van het zojuist uitgeworpen product (Po) althans totdat de invoeruiteinde-keerrol (lla) de afvoeruiteinde-keerrol (10a) zo dicht genaderd is dat deze zich 5 onder het navolgende product (PI) bevindt.

5. Transporteursamenstel volgens conclusie 2 of 3, waarbij de besturing (6) de verplaatsingtrajecten zodanig regelt, dat tijdens het sluiten van de uitwerpopening (O) de afvoeruiteinde-keerrol (10a) stroomafwaarts blijft van een navolgend product (Pi) van het zojuist uitgeworpen product 10 (Po) totdat de uitwerpopening (O) is gesloten.

6. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de besturing (6) is ingericht om tijdens of na het sluiten van de eerder gevormde uitwerpopening (O) beide keerrollen (10a, 11a) tegen de transportrichting (T) in te verplaatsen, totdat de beide keerrollen (10a, 11a) 15 zich weer in een uitgangpositie bevinden.

7. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de stroomopwaartse bandtransporteur (2) is voorzien van een vast frame (8a) met nabij het afvoeruiteinde (2a) een vaste keerrol (13a), waarbij de genoemde verplaatsbare afvoeruiteinde-keerrol (10a) is opgenomen in 20 een verplaatsbaar keerrollenframe (14a) waarin zich een tweede keerrol (10b) bevindt, waarbij de stroomopwaartse transportband (12a) achtereenvolgens over de afvoeruiteinde-keerrol (10a), de tweede keerrol (10b) en de vaste keerrol (13a) is geleid.

8. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, 25 waarbij de stroomafwaartse bandtransporteur (3) is voorzien van een vast frame (8b) met nabij het invoeruiteinde (3a) een vaste keerrol (13b), waarbij de genoemde verplaatsbare invoeruiteinde-keerrol (11a) is opgenomen in een verplaatsbaar keerrollenframe (14b) waarin zich een tweede keerrol (llb) bevindt, waarbij de stroomafwaartse transportband (12b) achtereenvolgens over de invoeruiteinde-keerrol (11a), de tweede keerrol (11b) en de vaste keerrol (13b) is geleid.

9. Transporteursamenstel volgens conclusies 2 en 7, waarbij de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving (4) aangrijpt op het 5 keerrollenframe (14a) van de stroomopwaartse transporteur (2).

10. Transporteursamenstel volgens conclusies 2 en 8, waarbij de invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving (5) aangrijpt op het keerrollenframe (14b)van de stroomafwaartse transporteur (3).

11. Transporteursamenstel volgens tenminste conclusie 9, waarbij de 10 besturing (6) is ingericht voor het besturen van de afvoeruiteinde-keerrol- verplaatsing-aandrijving (4) voor het verplaatsen van het afvoeruiteinde (2a) van de stroomopwaartse bandtransporteur (2) tegengesteld aan de transportrichting (T), gevolgd door het verplaatsen van het afvoeruiteinde (2a) met ongeveer transportsnelheid richting het invoeruiteinde (3a) van de 15 stroomafwaartse bandtransporteur (3) en tenslotte het verplaatsen van het afvoeruiteinde (2a) tegengesteld aan de transportrichting (T) tot het bereiken van de uitgangspositie.

12. Transportsamenstel volgens tenminste conclusie 10, waarbij de besturing (6) is ingericht voor het besturen van de invoeruiteinde-keerrol- 20 verplaatsing-aandrijving (5) voor het verplaatsen van het invoeruiteinde (3a) van de stroomafwaartse bandtransporteur in transportrichting (T) met ongeveer transportsnelheid gevolgd door het verplaatsen van het invoeruiteinde (3a) tegengesteld aan de transportrichting (T) tot het bereiken van de uitgangspositie.

13. Transporteursamenstel volgens tenminste conclusie 11 of 12, waarbij de besturing (6) is ingericht voor het in hoofdzaak gelijktijdig starten respectievelijk in hoofdzaak gelijktijdig eindigen van de verplaatsing van het afvoeruiteinde (2a) en het invoeruiteinde (3a).

14. Transporteursamenstel volgens één der voorgaande conclusies, 30 waarbij transporteursamenstel is voorzien van een sensor (7) voor het waarnemen van producteigenschappen van producten (P) die over de bandtransporteurs (2, 3) worden getransporteerd.

15. Transporteursamenstel volgens tenminste conclusie 15, waarbij de besturing (6) is ingericht voor het in afhankelijkheid van de 5 producteigenschappen besturen van de afvoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving (4) respectievelijk de invoeruiteinde-keerrol-verplaatsing-aandrijving aandrijving (5) teneinde een moment van verplaatsing en/of een verplaatsingssnelheid van het afvoeruiteinde (2a) en/of invoeruiteinde (3a) te beheersen.

16. Documentverwerkingslijn voorzien van een transporteursamenstel (1) volgens één der voorgaande conclusies.

17. Werkwijze voor het uitwerpen van producten (P) waarbij een transporteursamenstel volgens één der conclusies 1-15 wordt verschaft, waarbij producten (P) over door het transporteursamenstel (1) worden 15 getransporteerd en waarbij producten (P) met bepaalde kenmerken via de uitwerpopening (O) worden uitgeworpen en producten (P) met andere A bepaalde kenmerken van de stroomopwaartse transporteur (2) worden overgedragen op de stroomafwaartse transporteur (3). 20 1 0 3 1 8 6 1 .