NL1032133C2 - Opvangmodule bestemd voor een documentverwerkingslijn, een stapelaar bestemd voor een documentverwerkingslijn voorzien van een dergelijke opvangmodule en een werkwijze voor het stapelen van documentproducten met gebruikmaking van een dergelijke opvangmodule. - Google Patents

Description

Titel: Opvangmodule bestemd voor een documentverwerkingslijn, een stapelaar bestemd voor een documentverwerkingslijn voorzien van een dergelijke opvangmodule en een werkwijze voor het stapelen van documentproducten met gebruikmaking van een dergelijke opvangmodule

De uitvinding heeft betrekking op een opvangmodule bestemd voor een documentverwerkingslijn, bijvoorbeeld voor gebruik in een stapelaar, waarbij de opvangmodule een frame en ten minste één paar steunen omvat die in een vangstand en een vrijgavestand brengbaar zijn, waarbij in de 5 vangstand één documentproduct of een stapel documentproducten op de steunen kan rusten en waarbij in de vrijgavestand één documentproduct of een stapel documentproducten door de steunen wordt vrij gegeven voor doorlaat in neerwaartse richting.

Een dergelijke opvangmodule is bekend uit de praktijk. Bij de 10 bekende opvangmodule worden documentproducten opgevangen op een paar steunen. Onder documentproducten wordt verstaan: documenten, tijdschriften, ingepakte documenten bijvoorbeeld in enveloppen, ingepakte tijdschriften bijvoorbeeld in folie of andere dergelijke producten. Wanneer er een stapel documentproducten is gevormd op de steunen kunnen de steunen 15 uit elkaar schuiven zodat de stapel producten door de gevormde opening naar een lager gelegen oppervlak wordt doorgelaten. Dergelijke opvangmodules hebben echter als nadeel dat bij het openschuiven van de steunen het onderste documentproduct kan worden beschadigd. Er treedt tussen het documentproduct en de steunen een wrijvingskracht op als de 20 steunen van elkaar af worden bewogen. De wrijvingskracht kan het documentproduct scheuren, kreukelen of anderszins beschadigen. Ook is het mogelijk dat door de optredende wrijvingskracht de ene steun beter onder het documentproduct vandaan schuift dan de andere steun. Hierdoor is het mogelijk dat de stapel documentproducten scheef door de ontstane opening 1032133 2 wordt doorgelaten en uiteenvalt of als een gedeformeerde stapel op het lager gelegen oppervlak terechtkomt. Het scheef doorlaten kan ook voorkomen indien de steunen als in neergaande richting klapbare steunen zijn uitgevoerd. De steunen klappen in neergaande richting open wanneer de 5 documentproducten moeten worden doorgelaten. Deze in neergaande richting verzwenkende steunen vereisen veel inbouwhoogte, hetgeen ongewenst is. Als de steunen niet exact gelijk, dus gelijkertijd en met een gelijke snelheid, open klappen zullen de documentproducten scheef door de opening vallen, waardoor beschadiging of, in het geval van een stapel 10 producten uiteenvallen ervan kan voorkomen. Zeker als de stapel documentproducten verder dient te worden getransporteerd in de documentverwerkingslijn is dit ongunstig.

De uitvinding beoogt derhalve een opvangmodule bestemd voor een 15 documentverwerkingslijn te verschaffen, waarbij de opvangmodule de documentproducten opvangt en al dan niet tot een stapel vormt, waarbij de opvangmodule het ene documentproduct of een stapel documentproducten gelijkmatig doorlaat teneinde te voorkomen dat de documentproducten op ongewenste wijze worden doorgelaten, terwijl verplaatsten, verschuiven, 20 scheuren, vouwen, kreukelen of andere wijzen van beschadigen aan de documentproducten maximaal wordt voorkomen. Bij voorkeur is de opvangmodule tevens in verticale richting ofwel hoogte compact uitgevoerd.

De uitvinding verschaft hiertoe een opvangmodule volgens het in 25 de aanhef beschreven type, met het kenmerk, dat de steunen van een paar zich in hoofdzaak in één vlak uitstrekken en van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar in dat vlak zijn opgesteld voor het aannemen van de vrijgavestand en de opvangstand, waarbij de steunen elk zijn voorzien van een draagvlak waarop een onderste documentproduct in gebruik rust, 30 waarbij het draagvlak zodanig is uitgevoerd dat bij het uit elkaar bewegen 3 van de steunen in hoofdzaak geen relatieve schuifbeweging tussen het draagvlak en een onderzijde van het onderste documentproduct optreedt. Bij het gebruiken van een dergelijke opvangmodule ontstaan geen wrijvingskrachten tussen het onderste documentproduct en het draagvlak 5 van de daaronder gelegen steunen bij het van elkaar afbewegen van de steunen. Hierdoor wordt beschadiging en zijdelingse verplaatsing van de documentproducten voorkomen.

Het draagvlak van elke steun wordt volgens een nadere uitwerking 10 van de uitvinding gevormd door een band die over een eerste keerrol is gespannen, waarbij een bovenste part van de band vast is verbonden met het frame. Doordat het draagvlak op deze wijze is uitgevoerd, is de band van de onderste zijde van een documentproduct verwijderbaar door het onderste part van de band en de keerrol naar een van de keerrol afliggende zijde van 15 de steun te verplaatsen, waardoor de doorlaatopening tussen de steunen gelijkmatig groter wordt. Hierdoor zal de doorlaatopening van de stapel gelijkmatig groter worden en kan de stapel producten gelijkmatig worden doorgelaten.

20 In een nadere uitwerking van de uitvinding is de band in zich gesloten over een in het genoemde vlak beweegbaar opgesteld steunframe dat de eerste keerrol en een tweede keerrol draagt, voorzien.

De eindloze band kan een heengaande en een teruggaande beweging over de keerrollen maken door het steunframe te verplaatsen. Doordat de band aan 25 een bovenste zijde vast met het frame is verbonden zal, wanneer de steunen van elkaar af worden bewogen, de band onder de documentproducten vandaan bewegen, waardoor de draagvlakken van de steunen als het ware van elkaar vandaan bewegen, echter zonder het creëren van een schuifbeweging tussen het door de band gevormde draagvlak en het 30 onderste documentproduct.

4

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is de eerste keerrol verend in het steunframe opgenomen. De verende opname kan zijn gerealiseerd door dat de eerste keerrol via een voorgespannen drukveer met 5 het steunframe is verbonden. De verend opgenomen keerrol in het steunframe voorkomt dat bijvoorbeeld vingers, gereedschap of andere voorwerpen tussen de steunen klem komen te zitten als deze weer naar elkaar toe bewegen om de opvangstand aan te nemen. Tevens wordt het snelbewegende mechaniek zelf beschermd tegen beschadiging. De veer zorgt 10 ervoor dat de respectievelijke eerste keerrollen van beide steunen weer iets van elkaar af kunnen bewegen als er iets tussen blijkt te zitten.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding is het steunframe gelagerd in geleidingsrails die aan het frame zijn voorzien. In een 15 alternatieve uitvoeringsvorm zijn uiteinden van de eerste en tweede keerrollen gelagerd in een geleidingsrail op het frame opgehangen. Het is gunstig wanneer de geleidingsrails zich evenwijdig aan het genoemde vlak uitstrekken, waarbij deze tenminste de lengte hebben van twee steunlengtes en een doorlaatopeninglengte voor de documentproducten. De steunen 20 glijden op deze wijze soepel door de geleidingsrails, waardoor snel openen en sluiten van de doorlaatopening mogelijk is en de doorlaatopening te allen tijde groot genoeg is om de documentproducten door te laten. Ook bij hoge toevoersnelheden, in de orde van 15.000 - 20.000 documentproducten per uur, kunnen de steunen snel genoeg heen en weer worden bewogen om toch 25 een goede verwerking van de documentproducten te waarborgen.

Volgens een nadere uitwerking van de uitvinding heeft elk paar steunen een aandrijforgaan dat tenminste één eindloze aandrijfriem omvat, waarbij een bovenste part van de aandrijfriem is verbonden met de ene 30 steun en een onderste part van de aandrijfriem is verbonden met de andere 5 steun voor de verplaatsing van de respectieve steunen. Op deze wijze worden de steunen tegelijkertijd over een zelfde afstand met een zelfde snelheid verplaatst door de tenminste ene eindloze aandrijfriem.

Voorts kan elk paar steunen volgens een nadere uitwerking van de 5 uitvinding zijn voorzien van een aandrijving voor het aandrijven van het tenminste ene aandrijforgaan, waarbij de aandrijving is ingericht voor het in een heengaande en in een teruggaande bewegingsrichting aandrijven van het aandrijforgaan. Dezelfde aandrijving zorgt zowel voor het openen van de steunen als voor het sluiten van de steunen.

10

Volgens een alternatieve uitwerking van de uitvinding heeft de module een eerste paar steunen voor een eerste opstapeling van documentproducten en tenminste één volgend paar steunen voor een verdere opstapeling van documentproducten, waarbij deze paren steunen in 15 hoofdzaak op afstand van elkaar boven elkaar zijn voorzien. Door deze indeling van de module kan een eerste kleine stapel worden gevormd, die wordt doorgelaten naar het volgend paar steunen, waarna op het eerste paar steunen weer een volgende stapel kan worden gevormd. De stapel wordt stapsgewijs opgebouwd en doorgelaten naar een onderliggend 20 oppervlak. Op deze wijze wordt vervorming en eventueel uiteenvallen van de stapels documentproducten door grote valhoogte verder voorkomen.

Tevens kan er een bufferfunctie toegevoegd worden bij het toepassen van twee paren steunen die boven elkaar zijn opgesteld. Wanneer de opvangmodule is voorzien van slechts één paar steunen, bepaalt de 25 stapelafvoersnelheid een minimum stapelhoogte. Immers, de producten die aan de opvangmodule worden toegevoerd tijdens het afvoeren van een door het paar steunen doorgelaten stapel moeten op het enkele paar steunen worden gebufferd totdat de reeds gevormde stapel die wordt afgevoerd onder de steunen is afgevoerd. De toevoerstroom van producten kan door een 30 slimme samenwerking van twee paar steunen enigszins opgehouden 6 (gebufferd) worden om de stapelafvoer tijdelijk een kleinere stapel dan de minimum stapelgrootte af te laten voeren. Hierdoor hoeft de machinesnelheid in voorkomende gevallen niet tijdelijk naar beneden bijgesteld te worden hetgeen zorgt voor een hogere netto output. Een en 5 ander wordt nader verduidelijkt onder verwijzing naar figuur 5.

Volgens een verdere uitwerking van de uitvinding heeft de module een besturing voor het besturen van de aandrijving van het tenminste ene paar steunen. De besturing kan de aandrijving van één paar steunen 10 besturen, zodanig dat de steunen op het juiste tijdstip met een juiste snelheid van elkaar en naar elkaar worden bewogen. Ook kan de besturing meerdere aandrijvingen van meerdere paren steunen die onder elkaar zijn voorzien besturen. De besturing zorgt naast het openen en sluiten van de steunen ook voor het tijdsverschil tussen het openen en sluiten van de paren 15 onderling. Hierdoor kan een eerste paar steunen worden bestuurd om een eerste stapel documentproducten door te laten terwijl een tweede paar steunen tegelijkertijd wordt bestuurd om de steunen naar elkaar te bewegen. De besturing kan reageren op een sensor die bijvoorbeeld het aantal documentproducten dat passeert telt, maar ook op bijvoorbeeld 20 gewicht van de totale stapel documentproducten of afmetingen van documentproducten.

Volgens een alternatieve uitvoering van de uitvinding is de besturing programmeerbaar voor aannemen van de vrijgavestand en de 25 opvangstand van het tenminste ene paar steunen voor het vormen van stapels documentproducten. Op deze wijze kan vooraf worden bepaald hoe groot de stapels documentproducten moeten zijn alvorens deze door te laten door het paar steunen, met andere woorden uit hoeveel documentproducten de stapels moeten bestaan. Tevens kan worden aangegeven wat de 30 afmetingen van de producten zijn, teneinde de steunen minimaal ten 7 opzichte van elkaar te verplaatsen. Dit is gunstig voor de doorloopsnelheid van de documentverwerkingslijn. Tevens kan de besturing zodanig worden geprogrammeerd dat wanneer van documentproduct gewisseld wordt de instellingen van de opvangmodule daarop worden aangepast. Indien er een 5 sensor aanwezig is kan deze aan de besturing doorgeven dat er een ander soort documentproduct aankomt, zodat de instellingen kunnen worden veranderd.

De uitvinding heeft tevens betrekking op een stapelaar bestemd 10 voor een documentverwerkingslijn, voorzien van een hierboven genoemde opvangmodule.

Voorts heeft de uitvinding betrekking op een werkwijze waarbij een hierboven genoemde opvangmodule wordt verschaft in een hierboven 15 genoemde stapelaar, waarbij documentproducten worden aangevoerd door een aanvoertransporteur naar een paar steunen van de opvangmodule, waarbij bij het openen van de steunen de documentproducten op een onder het eerste paar steunen gelegen afvoerorgaan terechtkomen, waarna het afvoerorgaan de stapel documentenproducten afvoert.

20 Een dergelijke stapelaar en een dergelijke werkwijze verschaffen gelijke voordelen als die genoemd zijn bij de opvangmodule.

Volgens een nadere uitwerking van de werkwijze kan op een eerste paar steunen van de opvangmodule een eerste stapel documentproducten worden gevormd, waarbij na het doorlaten van de documentproducten door 25 het eerste paar steunen deze op tenminste één daaronder op afstand voorzien volgend paar steunen een volgende stapel documentproducten vormen, voordat de documentproducten worden doorgelaten naar het afvoerorgaan. Door een slimme besturing van de eerste paar steunen en het volgende paar stermen kan in de opvangmodule een bufferfunctie worden 30 gecreëerd. De gestage toevoer van producten kan tijdelijk worden gebufferd 8 op het eerste, bovenste paar steunen, terwijl een kleine stapel die zich op het volgende, onderste paar steunen bevindt kan worden doorgelaten en afgevoerd. Aldus is zelfs het afvoeren van een stapel bestaand uit slechts één product mogelijk terwijl in de tijd die benodigd is voor het afvoeren van 5 een dergelijke stapel meerdere producten worden toegevoerd.

Nadere uitwerkingen van de uitvinding zijn beschreven in de volgconclusies en zullen hierna, onder verwijzing naar de tekeningen, verder worden verduidelijkt, waarbij: 10 Fig. 1 een perspectief aanzicht van een opvangmodule toont; fïg. 2 een perspectief aanzicht van een paar steunen toont; fig- 3 een zijaanzicht van een paar steunen toont; fig· 4 een zijaanzicht van een stapelaar toont; en figs. 5a-5j stappen van de werkwijze voor het stapelen van 15 documentproducten tonen.

In de figuren verwijzen gelijke verwijzingscijfers naar gelijke onderdelen.

20 In figuur 1 is een opvangmodule 1 bestemd voor een documentverwerkingslijn, bijvoorbeeld voor in een stapelaar 2, te zien. De opvangmodule 1 omvat in dit uitvoeringsvoorbeeld twee paar steunen 3a, 3b. Elk paar steunen 3a, 3b is in een vangstand en een vrijgave stand brengbaar. In de vangstand kan één documentproduct D of een stapel 25 documentproducten D op de steunen 4a, 4b rusten. In de vrijgavestand (zoals getoond in figuur 1) kan één documentproduct D of een stapel documentproducten D door de steunen 4a, 4b worden vrijgegeven voor doorlaat in neerwaartse richting R5. Elk paar steunen 3a, 3b is opgenomen in een frame 5 waarin de steunen 4a, 4b van een paar 3a, 3b zich in één vlak 30 uitstrekken. De steunen 4a, 4b zijn elk voorzien van een draagvlak 4c 9 waarop een onderste documentproduct D in gebruik rust. Het draagvlak 4c is zodanig uitgevoerd dat bij het uit elkaar bewegen van de steunen 4a, 4b in hoofdzaak geen relatieve schuifbeweging tussen het draagvlak 4c en een onderzijde van het onderste documentproduct D optreedt. Hierdoor wordt 5 zijdelingse overdracht van beweging voorkomen.

Door middel van een aandrijforgaan 6 zijn de steunen 4a, 4b naar elkaar toe in richting Ri en van elkaar af in richting R2 beweegbaar in het genoemde vlak zodat of de vrijgavestand of de opvangstand kan worden aangenomen. Zowel het naar elkaar toe als het van elkaar af bewegen van 10 de steunen 4a, 4b vindt in een zeer korte tijdsperiode plaats, bijvoorbeeld in 50 ms. Het aandrijforgaan 6 is zodanig ingericht dat deze de steunen 4a, 4b gelijktijdig en in een tegenovergestelde bewegingsrichting Ri of R2kan bewegen.

15 Figuur 2 toont een perspectief aanzicht van een paar steunen 3a, 3b en figuur 3 toont een zijaanzicht van het paar steunen 3a, 3b uit figuur 2. Het draagvlak 4c van elke steun 4a, 4b wordt gevormd door een band 7 die over een eerste keerrol 8a is gespannen. Het bovenste part 7a van de band 7 is vast verbonden met het frame 5, bijvoorbeeld met bevestiging 9. De band 20 7 is in zich gesloten over een in het genoemd vlak beweegbaar opgesteld steunframe 5a dat de eerste keerrol 8a en een tweede keerrol 8b draagt, voorzien.

In een andere uitvoeringsvorm kan de band niet in zich gesloten zijn. Bij die variant zal het bovenste part ook vast met het vaste frame zijn 25 verbonden en zal een eerste keerrol met behulp van een steunframe in het genoemde vlak verplaatsbaar zijn opgesteld. Het onderste part kan bij die variant zijn verbonden met een spaninrichting die de band gespannen houdt bij het verplaatsen van de keerrol. Het is zelfs mogelijk dat de spaninrichting tevens de keerrol verplaatsing bewerkstelligt, bijvoorbeeld 30 wanneer de keerrol verend is opgesteld.

10

De keerrollen 8a, 8b worden op afstand gehouden door tenminste één afstandhouder 12. Deze afstandhouders 12 zijn tussen de keerrollen 8a, 8b voorzien nabij de geleidingsrails 11. De afstandhouders zorgen voor een gelijkmatige verplaatsing van de binnenste keerrollen 8a met de buitenste 5 keerrollen 8b. Ook zorgen de afstandhouders 12 voor het terugschuiven van de binnenste keerrollen 8a als het aandrijforgaan 6 de buitenste keerrollen 8b naar hun uitgangspositie verplaatst. De eerste keerrol 8a is verend in het steunframe 5a opgenomen. De afstandhouder 12 omvat daarvoor een veer, welke onder druk is voorgespannen. De veren zorgen ervoor dat wanneer er 10 onverhoopt een object tussen de steunen 4 belandt, deze niet klem komt te zitten tussen de steunen 4a, 4b. De veer zorgt er dan voor dat de binnenste keerrollen 8a weer een stukje van elkaar afbewegen, zodat het object, zoals bijvoorbeeld de vingers van een persoon niet of althans niet ernstig beschadigen.

15 De uiteinden 10 van de keerrollen 8a, 8b zijn verplaatsbaar gelagerd in een geleidingsrail 11 op het frame 5. In een andere uitvoering is het ook mogelijk dat het steunframe 5a verplaatsbaar is gelagerd in de geleidingsrail 11 die aan het frame 5 is voorzien. Wanneer de steunen 4a, 4b uit elkaar worden bewogen in richting R2 door het aandrijforgaan 6, 20 bewegen de keerrollen 8a, 8b dus in richting R2. Doordat de banden 7 vastzitten aan de naar de documentproducten D gerichte zijde met de bevestiging 9, bewegen de banden 7 nabij de eerste keerrollen 8a weg van de onderzijde van het daar bevindende documentproduct D in richting R3.

Zoals is te zien strekken de geleidingsrails 11 zich evenwijdig uit 25 aan het genoemde vlak van de steunen 4a, 4b. De lengte van de geleidingsrails 11 is groter dan de lengtes van de twee steunen en de lengte van de doorlaatopening voor documentproducten D bij elkaar. Hierdoor zijn de paren steunen 3a, 3b geschikt voor het doorlaten van kleine documentproducten D, bijvoorbeeld met een lengte van ongeveer 155 mm, 30 tot en met documentproducten D met een grootte die door de maximale 11 doorlaatopening past, bijvoorbeeld ongeveer 420 mm. De breedteverstelling van de steunen kan plaatsvinden via servotechniek.

Het aandrijforgaan 6 van elk paar steunen 3a, 3b omvat twee 5 eindloze aandrijfriemen 13. De tweede keerrol 8b van een eerste steun 4a is met een bovenste part 13a van de aandrijfriem 13 verbonden met een bevestiging 14 en een tweede keerrol 8b van de tweede steun 4b is met een onderste part 13b van de aandrijfriem 13 verbonden met een bevestiging 15. Deze configuratie van het aandrijforgaan 6 bewerkstelligt een gelijktijdige 10 verplaatsing van de steunen 4a, 4b in een tegenovergestelde richting Ri of R.2 met een gelijke snelheid.

Elk paar steunen 3a, 3b omvat verder een aandrijving 16 voor het aandrijven van het aandrijforgaan 6. De aandrijving 16 kan het aandrijforgaan 6 in een heengaande richting Ri en een teruggaande 15 bewegingsrichting R2 verplaatsen.

Verder kan op een paar steunen 3a, 3b een bodemloze bak 17 zijn geplaatst waarin de documentproducten D kunnen worden opgevangen, zoals getoond in figuur 3. De opvangmodule 1 kan verder nog zijn voorzien van een besturing 18 (schematisch weergegeven) voor het besturen van de 20 aandrijving 16 van een paar steunen 3a, 3b. Deze besturing 18 kan worden geprogrammeerd voor het openen en sluiten van de steunen 4a, 4b van elk paar steunen 3a, 3b. Dit wordt bij de figuren 5a-5j verder verduidelijkt.

In figuur 4 wordt een stapelaar 2 volgens de uitvinding getoond. De 25 stapelaar 2 omvat een opvangmodule 1 zoals hiervoor beschreven voorzien van twee paar steunen 3a, 3b. De stapelaar 2 heeft verder een aanvoertransporteur 19 waarmee documentproducten D naar de opvangmodule 1 kunnen worden getransporteerd. Bij het bereiken van de opvangmodule 1 worden de documentproducten D op het bovenste paar 30 steunen 3a van de module 1 opgestapeld. Het bovenste paar steunen 3a 12 bevindt zich op geringe afstand onder een uiteinde 19a van de aanvoertransporteur 19. Wanneer de stapel de gewenste grootte heeft verkregen wordt het bovenste paar steunen 3a geopend door het uit elkaar schuiven van de steunen 4a, 4b, waardoor de draagvlakken 4c van de 5 steunen 4a, 4b van elkaar af bewegen zonder een schuifbeweging te veroorzaken tussen een onderste zijde van de documentproducten D en het draagvlak. De stapel documentproducten D valt op een onder het eerste paar steunen 3a opgesteld volgende paar steunen 3b, dat op een zelfde wijze werkt als het eerste paar 3a. De stapelaar 2 omvat verder een afvoerorgaan 10 20 dat onder het onderste paar steunen 3b is gelegen. Het afvoerorgaan 20 omvat een schuiver 21 voor het afvoeren cq. wegschuiven van de stapel documentproducten D in richting R4, naar bijvoorbeeld een volgende module in de documentverwerkingslijn. In een andere uitvoeringsvorm is het mogelijk dat de opvangmodule meer dan twee paren steunen 3a, 3b omvat. 15

In de figuren 5a-5j wordt de werkwijze voor het stapelen van documentproducten D met behulp van een opvangmodule 1 geïllustreerd. De opvangmodule 1 heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld twee paar steunen 3a, 3b. In figuur 5a worden documentproducten D aangevoerd naar de 20 opvangmodule 1 met behulp van de aanvoertransporteur 19. De documentproducten D worden op het bovenste paar steunen 3a gedeponeerd. Het bovenste paar steunen 3a is op geringe afstand onder een uiteinde 19a van de aanvoertransporteur 19 gelegen. Doordat de afstand gering is, valt het documentproduct in eerste instantie maar over die kleine 25 afstand naar beneden. De horizontale beweging van de aangevoerde producten D wordt dus snel gestopt en omgezet in een verticale beweging. Hierdoor wordt kantelen van documentproducten D als gevolg van de horizontale snelheid en een te grote valhoogte voorkomen. Als de besturing 18 aan de aandrijving 16 van dit paar 3a doorgeeft dat de steunen 4a, 4b 30 naar een vrijgavestand moeten bewegen, zal de aandrijving 16 de steunen 13 4a, 4b verplaatsen. De documentproducten D vallen in richting Rs naar een daaronder liggend oppervlak, in dit geval een volgend paar steunen 3b. Ook hier kan weer een stapel documentproducten D worden gevormd, die bijvoorbeeld groter is dan de stapel op het bovenste paar steunen 3a. Het 5 onderste paar steunen 3b vervult een bufferfunctie voordat de stapels documentproducten D worden afgevoerd door het afvoerorgaan 20. Het afvoeren van documentproducten door het afvoerorgaan 20 gaat in verhouding tot het doorlaten van de documentproducten door de paren steunen 3a, 3b erg traag, bijvoorbeeld vijf keer langzamer dan het 10 aanvoeren van nieuwe documentproducten naar de opvangmodule 1. Het tweede paar steunen 3b vervult een bufferfunctie voor het creëren van grote stapels documentproducten. Tevens zorgt dit paar steunen 3b ervoor dat ook stapels van één enkel product D kunnen worden gevormd. Immers, met een traag afvoerorgaan 20 en een enkel paar steunen 3a of 3b zal de kleinste te 15 vormen stapel toch minimaal een aantal producten, bijvoorbeeld ongeveer vijf producten omvatten.

In figuur 5b wordt getoond dat het bovenste paar steunen 3a zich in vangstand bevindt dat het onderste paar steunen 3b zich in vrijgavestand bevindt en net een stapel documentproducten D heeft doorgelaten. De 20 besturing 18 kan zijn verbonden met een sensor 22. De sensor 22 kan bijvoorbeeld de hoeveelheid gepasseerde documentproducten D, gewicht van de documentproducten D of wijzigingen in afmetingen van passerende documentproducten D doorgeven aan de besturing 18, waarna de besturing 18 aan de hand daarvan de aandrijvingen 16 van de paren steunen 3a, 3b 25 kan besturen. De besturing 18 kan zijn geprogrammeerd op basis van bestaande regelmatig terugkerende documentproductstromen. Op basis van de informatie van de sensor 22 en op basis van de geprogrammeerde informatie zal de besturing 18 verschillende opdrachten naar de aandrijvingen 16 sturen.

14

In de figuren 5c-5j is goed te zien dat verschillende formaten stapels door de configuratie van de opvangmodule 1 met twee paar steunen 3a, 3b en afvoerorgaan 20 kunnen worden gevormd. In figuren 5c-5f wordt een enkel product D door de steunen 3a, 3b doorgelaten en tenslotte in 5 figuur 5f afgevoerd door het afvoerorgaan 20. In de figuren 5e - 5i is te zien dat het onderste paar steunen 3b een bufferfunctie vervult zodat een grote stapel documentproducten D kan worden gevormd, die in figuur 5i wordt afgevoerd door het afvoerorgaan 20.

De besturing 18 kan ook de schuiver 21 van het afvoerorgaan 20 10 besturen, zoals in de figuren 5e en 5f is weergegeven. Als de stapel documentproducten D op het afvoerorgaan 20 is terechtgekomen, stuurt de besturing 18 de schuiver 21 aan om de stapel documentproducten D in richting R* te verplaatsen, bijvoorbeeld naar een volgende module in de documentverwerkingslijn. Het openen en sluiten van de verschillende paren 15 steunen 3a, 3b kan onafhankelijk van elkaar worden aangestuurd, en ook de openingssnelheid en de tussenpozen tussen het openen en sluiten kunnen onafhankelijk worden geregeld.

Het is duidelijk dat de uitvinding niet is beperkt tot het beschreven 20 uitvoeringsvoorheeld maar dat diverse wijzigingen binnen het raam van de uitvinding, zoals gedefinieerd door de conclusies mogelijk zijn. Het is bijvoorbeeld mogelijk dat de opvangmodule is voorzien van meerdere paren steunen die onder elkaar zijn voorzien. Hierdoor kunnen meerdere stapels tussentijds worden gebufferd. Voorts kan de stapelaar volgens de uitvinding 25 meerdere opvangmodules omvatten. In plaats van de steunen uit te voeren met een band waarvan het bovenste part is verbonden met de vaste wereld, kunnen de steunen ook een aantal, in een verplaatsbaar steunframe opgenomen vrij draaiende steunrollen omvatten. In plaats van vrij draaiende rollen kunnen de rollen via een tandwiel en een vaste tandheugel 30 die aangrijpt op een naar bovengekeerde zijde van het bij een rol behorend 15 tandwiel worden geroteerd tijdens verplaatsing van het steunframe. Ook met een dergelijke uitvoering wordt een relatieve schuifbeweging tussen steun en onderste product verhinderd.

‘1 0 3 2 1 3 3

Claims (17)

1. Opvangmodule bestemd voor een documentverwerkingslijn, bijvoorbeeld voor gebruik in een stapelaar (2), waarbij de opvangmodule (1) een frame (5) en ten minste één paar steunen (3a, 3b) omvat die in een vangstand en een vrijgavestand brengbaar zijn, waarbij in de vangstand één 5 documentproduct (D) of een stapel documentproducten (D) op de steunen (4a, 4b) kan rusten en waarbij in de vrijgavestand één documentproduct (D) of een stapel documentproducten (D) door de steunen (4a, 4b) wordt vrij gegeven voor doorlaat in neerwaartse richting (Rs), met het kenmerk, dat de steunen (4a, 4b) van een paar (3a, 3b) zich in hoofdzaak in één vlak 10 uitstrekken en van elkaar af en naar elkaar toe beweegbaar in dat vlak zijn opgesteld voor het aannemen van de vrijgavestand en de opvangstand, waarbij de steunen (4a, 4b) elk zijn voorzien van een draagvlak (4c) waarop een onderste documentproduct (D) in gebruik rust, waarbij het draagvlak (4c) zodanig is uitgevoerd dat bij het uit elkaar bewegen van de steunen (4a, 15 4b) in hoofdzaak geen relatieve schuifbeweging tussen het draagvlak (4c) en een onderzijde van het onderste documentproduct (D) optreedt.

2. Opvangmodule volgens conclusie 1, waarbij het draagvlak (4c) van elke steun (4a, 4b) wordt gevormd door een band (7) die over een eerste 20 keerrol (8a) is gespannen, waarbij een bovenste part (7a) van de band (7) vast is verbonden met het frame (5).

3. Opvangmodule volgens conclusie 2, waarbij de band (7) in zich gesloten over een in het genoemde vlak beweegbaar opgesteld steunframe 25 (5a) dat de eerste keerrol (8a) en een tweede keerrol (8b) draagt, is voorzien. '10 3 2 1 3 3

4. Opvangmodule volgens één der conclusies 2-3, waarbij de eerste keerrol (8a) verend in het steunframe (5a) is opgenomen.

5. Opvangmodule volgens tenminste conclusie 4, waarbij de eerste 5 keerrol (8a) via een voorgespannen drukveer met het steunframe (5a) is verbonden.

6. Opvangmodule volgens één der conclusies 3-5, waarbij het steunframe (5a) is gelagerd in geleidingsrails (11), die aan het frame (5) zijn 10 voorzien.

7. Opvangmodule volgens één der conclusies 3-6, waarbij uiteinden (10) van de eerste en tweede keerrollen (8a, 8b) zijn gelagerd in geleidingsrails (11), die aan het frame (5) zijn voorzien. 15

8. Opvangmodule volgens conclusie 6 of 7, waarbij de geleidingsrails (11) zich evenwijdig aan het genoemde vlak uitstrekken, waarbij deze tenminste de lengte hebben van twee steunlengtes en een doorlaatopeninglengte voor de documentproducten (D). 20

9. Opvangmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk paar steunen (3a, 3b) een aandrijforgaan (6) heeft dat tenminste één eindloze aandrijfriem (13) omvat, waarbij een bovenste part (13a) van de aandrijfriem (13) is verbonden met de ene steun (4a) en een onderste part 25 (13b) van de aandrijfriem (13) is verbonden met de andere steun (4b) voor de verplaatsing van de respectieve steunen (4a, 4b).

10. Opvangmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij elk paar steunen (3a, 3b) van een aandrijving (16) is voorzien voor het 30 aandrijven van het tenminste ene aandrijforgaan (6), waarbij de aandrijving (16) is ingericht voor het in een heengaande (Ri) en in een teruggaande bewegingsrichting (R2) aandrijven van het aandrijforgaan (6).

11. Opvangmodule volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de 5 module (1) een eerste paar steunen (3a) heeft voor een eerste opstapeling van documentproducten (D) en tenminste één volgend paar steunen (3b) voor een verdere opstapeling van documentproducten (D), waarbij deze paren steunen (3a, 3b) in hoofdzaak op afstand van elkaar boven elkaar zijn voorzien. 10

12. Opvangmodule volgens conclusie 10 of 11, waarbij de module (1) een besturing (18) heeft voor het besturen van de aandrijving (16) van het tenminste ene paar steunen (3a, 3b).

13. Opvangmodule volgens conclusie 12, waarbij de besturing (18) programmeerbaar is voor het aannemen van de vrijgavestand en de opvangstand van het tenminste ene paar steunen (3a, 3b) voor het vormen van stapels documentproducten (D).

14. Stapelaar bestemd voor een documentverwerkingslijn, voorzien van een opvangmodule (1) volgens één der voorgaande conclusies.

15. Werkwijze voor het stapelen van documentproducten waarbij een opvangmodule (1) volgens tenminste een der conclusies 1-13 wordt verschaft 25 in een stapelaar (2) volgens conclusie 14, waarbij documentproducten (D) worden aangevoerd door een aanvoertransporteur (19) naar een paar steunen (3a, 3b) van de opvangmodule (1), waarbij bij het openen van de steunen de documentproducten (D) op een onder het eerste paar steunen (3a, 3b) gelegen afvoerorgaan (20) terechtkomen, waarna het afvoerorgaan 30 (20) de documentenproducten (D) afvoert. J

16. Werkwijze volgens conclusie 15, waarbij het paar steunen (3a, 3b) op geringe afstand onder een uiteinde (19a) van de aanvoertransporteur (19) is voorzien. 5

17. Werkwijze volgens conclusie 15 of 16, waarbij op een eerste paar steunen (3a) van de opvangmodule (1) een eerste stapel documentproducten (D) wordt gevormd, waarbij na het doorlaten van de documentproducten (D) door het eerste paar steunen (3a) deze op tenminste één daaronder op 10 afstand voorzien volgend paar steunen (3b) een volgende stapel documentproducten (D) vormen, voordat de documentproducten (D) worden doorgelaten naar het afvoerorgaan (20). 15 1032133