NL1025656C1 - Inrichting voor het kantelen van postbakken. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Inrichting voor het kantelen van postbakken.

De uitvinding heeft betrekking op een apparaat voor het verwerken van met poststukken vulbare postbakken omvattende een kantelinrichting voor het kantelen van een postbak met evenwijdige eerste zijwanden, in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijwanden 5 aansluitende tweede zijwanden, een door een bodem afgesloten onderzijde en een open bovenzijde, welke kantelinrichting een houder voor het opnemen van een postbak omvat, waarbij de houder kantelbaar is tussen een beginstand waarbij de onderzijde van de postbak naar beneden is gericht en een stand waarbij de onderzijde van de postbak 10 omhoog is gericht.

Een dergelijk apparaat is bekend voor het gebruik met sorteermachines in postsorteercentra. De poststukken worden in het algemeen in een postbak naast elkaar rechtopstaand op de bodem van de postbak aangeleverd. De postbakken moeten worden geleegd om de 15 poststukken vervolgens stuksgewijs of in groepen aan de sorteermachine toe te kunnen voeren. Om het legen van de postbakken te laten plaatsvinden zonder dat een persoon de postbak met de hand moet optillen en omkeren kan een apparaat van het hierboven beschreven type worden toegepast. De postbak wordt bijvoorbeeld 20 zijwaarts in de houder geschoven waarna door een rotatie van de as de bak wordt gekanteld.

De uitvinding beoogt een alternatief apparaat voor het verwerken van poststukken te verschaffen.

Dit oogmerk wordt bereikt door een apparaat volgens de aanhef 25 van conclusie 1, gekenmerkt doordat het apparaat verder een transportinrichting omvat voor het toevoeren van de postbak naar de houder en het afvoeren van de postbak uit de houder van de kantelinrichting.

Bij voorkeur omvat de transportinrichting ten minste een 30 geleiding, alsmede een langs de geleiding beweegbare slede die is ingericht voor het opnemen van de postbak. Bij een voorkeursuitvoeringsvorm is de slede transporteerbaar tussen een eerste stand waarin de postbak vanuit een toevoersysteem in de slede kan worden 1025656 - 2 - gebracht of vanuit de slede naar een afvoerssysteem kan worden gebracht en een tweede stand waarin de postbak in of uit de kantelinrichting beweegbaar is. Middels deze transportinrichting kunnen postbakken die bijvoorbeeld op een hoger of een lager gelegen 5 aanvoer- of afvoerbaan worden aangevoerd of afgevoerd naar de kantelinrichting getransporteerd worden zonder dat personen de postbakken hoeven te hanteren en te tillen.

Bij een verdere uitvoeringsvorm heeft de transportinrichting een eerste geleiding met een slede voor het toevoeren van de postbak 10 en een tweede geleiding met een slede voor het afvoeren van de postbak. Met deze uitvoeringsvorm kan met de ene slede een postbak gevuld met poststukken vanaf een toevoerbaan naar de kantelinrichting worden toegevoerd, terwijl middels de andere slede de juist daarvoor geleegde postbak kan worden afgevoerd naar een afvoerbaan. Hierdoor 15 wordt een grotere verwerkingssnelheid bereikt.

De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het verwerken van postbakken volgens conclusie 10.

De uitvinding zal verder worden toegelicht in de onderstaande beschrijving aan de hand van de tekening, waarin: 20 figs. 1 t/m 8 een aanzicht in perspectief tonen van een inrichting voor verwerking van post die is voorzien van een inrichting voor het kantelen van postbakken volgens de uitvinding, met in elke figuur telkens een andere stand van de postbak, fig. 9 een detail van de inrichting van figs 1-8 toont, en 25 fig. 10 een postbak gevuld met poststukken toont.

In figs. 1 t/m 8 is een inrichting 1 voor het verwerken van poststukken getoond. De inrichting 1 omvat een sorteerinrichting 10 30 en een inrichting 2 voor het kantelen van postbakken waarin de postsstukken worden aangevoerd. De inrichting 2 omvat een houder 3 die is ingericht om een postbak 4 op te nemen zoals in fig. 3 te zien is.

De postbak 4 gevuld met poststukken 10 is in fig. 10 35 schematisch weergegeven. De postbak 4 heeft evenwijdige eerste zijwanden 41, in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijwanden aansluitende tweede zijwanden 42, en een door een bodem 43 afgesloten onderzijde en een open bovenzijde 44.

*025656 - 3 -

De houder 3 omvat een bodem 33 en twee zijwanden 31. Aan de tegenover de bodem 33 gelegen zijde is de houder 3 open. In werking wordt de bodem 43 van de postbak 4 op de bodem 33 van de houder 3 geplaatst en is de open bovenzijde 44 van de postbak 4 naar de open 5 zijde van de houder 3 gericht.

De houder 3 heeft aan de buitenzijde een aantal op afstand van elkaar aangebrachte dwarsspanten 34 met in hoofdzaak een cirkelvorm. Hierdoor heeft de houder 3 in hoofdzaak een cilindervormige buitenomtrek. De houder 3 heeft een rotatieas 3 die in hoofdzaak 10 overeenkomt de hartlijn van de cilindervorm. De houder 3 is in een bij voorkeur cilindervormig huis 60 geplaatst. Het huis 60 is aan een zijde voorzien van een opening 61 waarvan de afmeting ongeveer overeenkomt met de afmeting van de open zijde van de houder 3. Door rotatie van de houder 3 kan de open zijde van de houder 3 en dus de 15 bovenzijde 44 van de postbak 4 voor de opening gebracht worden. In deze stand strekken de eerste zijwanden 41 van de postbak 4 zich schuin naar boven uit en is de open bovenzijde 44 schuin naar beneden gericht, zodat de poststukken uit de postbak 4 en door de opening 61 kunnen glijden.

20 De inrichting 2 omvat verder een transportinrichting 5 voor het respectievelijk toevoeren van met poststukken 10 gevulde postbakken 4 en het afvoeren van lege postbakken 4. Het transportsysteem 5 omvat een stel op geleidingen 51 en 52 aangebrachte sledes 53 en 54. De geleidingen 51 en 52 zijn in 25 hoofdzaak rechtopstaand naast elkaar opgesteld zodat de sledes 53 en 54 langs evenwijdige banen heen en weer kunnen bewegen van een bovenste stand naar een onderste stand en omgekeerd. Bij voorkeur zijn de langsgeleidingen in een huis 70 opgesteld. Het cilindervormige huis 60 is bij voorkeur met het huis 70 verbonden.

30 Het huis 70 is voorzien van een opening die in het verlengde ligt van de sledes 53 en 54 in de onderste stand. Door deze opening kunnen postbakken vanuit het huis 70 in en uit het cilindervormige huis 60 getransporteerd worden.

De sledes 53 en 54 zijn gelijkvormig en worden aan de hand van 35 slede 54 beschreven. De slede 54 is gevormd als een portaal met een zijwand 54a en een tweede zijwand 54b die aan de bovenzijde zijn verbonden door een verbindingswand 54c. Aan de onderzijde van de zijwanden 54a en 54b is telkens een naar binnen stekende rand 54d 11025658 - 4 - aangebracht. In gebruik kan telkens een postbak 4 in de portaalvorm van de slede 54 opgenomen worden waarbij de postbak 4 met de bodem 43 op de naar binnen stekende randen 54d rust zoals in fig. 1 is getoond.

5 De slede 54 dient voor het toevoeren van gevulde postbakken 4 aan de kantelinrichting 2. De gevulde postbakken 4 worden via een boven de kantelinrichting gelegen toevoerbaan toegevoerd. Via een niet getoond duworgaan wordt telkens een postbak 4 in de zich op dat moment in de bovenste stand bevindende slede 54 geduwd. Vervolgens 10 wordt de slede 54 langs de geleiding 52 naar de onderste stand bewogen, zoals in fig 2 is te zien. In de onderste stand bevindt de portaalvorm van de slede 54 zich in het verlengde van de houder 3 waardoor de postbak eenvoudig in de houder 3 geschoven kan worden (fig. 3).

15 In fig. 9 is getoond hoe dit kan plaatsvinden. De sledes 53 en 54 bevinden zich in de onderste stand op of net boven een stationair plateau 90. Opgemerkt moet worden dat in werking de beide sledes 53 en 54 zich niet tegelijkertijd in de onderste stand zullen bevinden. In het plateau 90 is in de richting van de houder 3 en dwars op de 20 bewegingsrichting van de sledes 53 en 54 een geleidingssleuf 91 aangebracht. Verder is een aangrijporgaan 92 aanwezig dat via de sleuf 91 heen en weer bewogen kan worden over de lengte van het plateau 90. Het orgaan wordt aangedxeven door een niet getoond aandrijfmechanisme. Het aangrijporgaan 92 is ingericht om aan te 25 grijpen op een postbak 4 die op het plateau 90 is opgesteld. Zo kan een postbak 4 vanuit de slede 54 naar de houder 3 geduwd worden door het orgaan 92 in de figuur naar rechts te bewegen. Ook kan een postbak 4 die uit de houder 3 is geduwd naar de slede 53 worden bewogen door het aangrijporgaan 92 in de figuur vanuit een niet 30 weergegeven stand bij de houder 3 in de figuur naar links te bewegen. De postbak 4 wordt daarbij over het plateau 90 geschoven en in de slede 53 geschoven.

De postbak 4 bevindt zich nu in de houder 3 in de beginstand (fig. 3). Vervolgens wordt de houder 3 over ongeveer 135° geroteerd 35 om een rotatieas (figs. 4, 5 en 8) zodat de poststukken door de opening 61 in het huis 60, via een schuin staand vlak 8 dat aansluit op de huis met de houder 3, op een sorteerbaan 7 van de i 1025656 - 5 - sorteermachine 1 glijdt. Intussen wordt de lege slede 54 naar de bovenste stand bewogen (fig. 5).

Vervolgens wordt de houder 3 teruggeroteerd naar de beginstand (fig. 6), waarna de lege postbak 4 door middel van een niet getoonde 5 duwmiddelen, grijpmiddelen of andere geschikte verplaatsingsmiddelen uit de houder 3 wordt geduwd. Vervolgens wordt de postbak 4 door het orgaan 92 over het plateau 90 in de slede 53 geschoven worden die in het verlengde van de houder 3 is opgesteld (fig. 7). Vervolgens wordt de slede 53 met de lege postbak 4 naar de bovenste stand bewogen en 10 via een duworgaan of iets dergelijks uit de slede 53 op een niet getoonde afvoerbaan geschoven. Intussen is een volgende gevulde postbak 4 in de slede 54 geschoven die vervolgens wordt behandeld volgesn de cyclus zoals hiervoor is beschreven.

| 1025656

Claims (10)

1. Apparaat voor het verwerken van met poststukken vulbare postbakken 5 omvattende een kantelinrichting voor het kantelen van een postbak met evenwijdige eerste zijwanden, in hoofdzaak loodrecht op de eerste zijwanden aansluitende tweede zijwanden, een door een bodem afgesloten onderzijde en een open bovenzijde, welke kantelinrichting een houder voor het opnemen van een postbak omvat, waarbij de houder 10 kantelbaar is tussen een beginstand waarbij de onderzijde van de postbak naar beneden is gericht en een stand waarbij de onderzijde van de postbak omhoog is gericht, met het kenmerk, dat het apparaat verder een transportinrichting omvat voor het toevoeren van de postbak naar de houder en het afvoeren van de postbak uit de houder 15 van de kantelinrichting.

2. Apparaat volgens conclusie 1, waarbij de transportinrichting ten minste een geleiding omvat alsmede een langs de geleiding beweegbare slede die is ingericht voor het opnemen van de postbak. 20

3. Apparaat volgens conclusie 2, waarbij de slede transporteerbaar is tussen een eerste stand waarin de postbak vanuit een toevoersysteem in de slede kan worden gebracht of vanuit de slede naar een afvoerssysteem kan worden gebracht en een tweede stand waarin de 25 postbak in of uit de kantelinrichting beweegbaar is.

4. Apparaat volgens conclusie 2 of 3, waarbij de transportinrichting een eerste geleiding met een slede heeft voor het toevoeren van de postbak en een tweede geleiding met een slede voor het afvoeren van 30 de postbak.

5. Apparaat volgens conclusie 4, waarbij de geleidingen evenwijdig aan elkaar zijn opgesteld.

6. Apparaat volgens conclusie 4 of 5, waarbij de geleidingen naast elkaar zijn opgesteld. 1025656 t - 7 -

7. Apparaat volgens een van de conclusies 2-5, waarbij de transportinrichting verplaatsingsmiddelen heeft voor het in de slede schuiven van de postbak.

8. Systeem voor verwerking van post, omvattende een apparaat volgens een van de voorgaande conclusies, alsmede een op de transportinrichting aansluitende aanvoerbaan voor het aanvoeren van postbakken gevuld met poststukken, een op de transportinrichting aansluitende afvoerbaan voor het afvoeren van lege postbakken. 10

9. Systeem volgens conclusie 8, verder omvattende een sorteermachine voor het sorteren van post.

10. Werkwijze voor het verwerken van postbakken onder gebruikmaking 15 van een apparaat volgens een van de conclusies 2-7, omvattende de volgende stappen: - de slede van de transportinrichting wordt naar de eerste stand bewogen, - een postbak wordt via een aanvoerbaan aangevoerd naar de· 20 transportinrichting, - de postbak wordt in de slede van' de transportinrichting bewogen en daarin opgenomen, - de slede met de daarin opgenomen postbak wordt naar de tweede stand bewogen, 25. de postbak wordt vanuit de slede in de houder van de kantelinrichting bewogen, - de houder wordt gekanteld van een beginstand naar een gekantelde stand waarbij de post uit de postbak kan glijden, - de houder wordt gekanteld van de gekantelde stand naar de 30 beginstand, - de postbak wordt vanuit de houder in de slede bewogen, - de slede met de lege postbak wordt vanuit de tweede stand naar de eerste stand bewogen, - de postbak wordt vanuit de slede naar een afvoerbaan bewogen, en 35. de lege postbak wordt via de afvoerbaan afgevoerd. 1 i]25f’' '