NL1021084C2

NL1021084C2 - Transportsysteem.

Info

Publication number: NL1021084C2
Application number: NL1021084A
Authority: NL
Inventors: Coop Paardekooper
Original assignee: Ammeraal Beltech B V
Priority date: 2002-07-16
Filing date: 2002-07-16
Publication date: 2004-01-20

Description

Korte aanduiding: Transportsysteem

De uitvinding heeft betrekking op een transportsysteem voor het transporteren van voorwerpen over een transporttraject, omvattende een modulaire transportband zonder einde, welke transportband door middel van ten minste een verbindingspen aan 5 elkaar gekoppelde modules omvat, en aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband.

Een dergelijk transportsysteem met modulaire transportband is bijvoorbeeld bekend uit het Amerikaanse octrooischrift US-A-5 469 956. Teneinde dit systeem voor het vervoeren van voorwerpen over een 10 hellende traject toe te kunnen passen, is de transportband voorzien van meenemers (zogeheten "flights" of "cleats") die de producten ondersteunen en verschuiven daarvan voorkomen. Bij dit bekende transportsysteem hebben de meenemers een omgekeerde V-vorm, waarvan de benen zijn verbonden met, in de lengterichting van de band gezien, 15 op afstand van elkaar gelegen verbindingspennen of modules.

Een nadeel van deze bekende transportinrichting is dat deze meenemers het overnemen/overgeven van de voorwerpen aan het begin en het eind van het transporttraject, bijvoorbeeld naar een daarop volgende band bemoeilijken, omdat ze tussen de keerrol van de eigen 20 transportband en die van de daarop volgende band door moeten kunnen passeren.

Verder is bij sommige toepassingen van transportbanden in een vlak transporttraject het noodzakelijk dat de getransporteerde voorwerpen zich op een bepaald gedeelte van de transportband 25 bevinden. Zo is voor het bagagetransportsysteem op luchthavens e.d., bijvoorbeeld bij incheckbalies, vaak vereist dat er een minimale afstand (bijv. enkele meters) tussen de voorwerpen aanwezig is voor afzonderlijke detectie van elk voorwerp, zodat elk bagagestuk op basis daarvan naar de gewenste bestemming kan worden gestuurd voor 30 verdere afhandeling. Voor dit bagagetransportsysteem worden veelal (geprofileerde) eindloze banden toegepast. Wanneer een bagagestuk niet goed op de band wordt geplaatst, maar bijvoorbeeld tegen de rand of geleiding aan, of wanneer een bagagestuk kan rollen, kan de in eerste instantie gedetecteerde positie tijdens verder transport 35 verloren gaan, en bestaat het risico dat het betreffende bagagestuk naar een verkeerde bestemming wordt gebracht. Meenemers op het 1 Π O 1 Π Ω fi - 2 - bandoppervlak teneinde compartimenten met een gegeven lengte te vormen, bieden hier nog minder perspectief, vanwege dezelfde redenen als de meenemers bij de hierboven besproken modulaire transportband.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel de hierboven genoemde 5 nadelen op te heffen. In het bijzonder heeft de uitvinding ten doel een transportsysteem met modulaire transportband te verschaffen, die als opvoerband of gecompartimenteerde band kan worden toegepast, waarbij de band aan de uiteinden van het transporttraject de vervolgbewegingen van de voorwerpen niet belemmert.

10 Het transportsysteem van het hierboven beschreven type is daartoe volgens de uitvinding voorzien van ten minste een geleidingselement voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module vanuit een normale werkstand naar een ten opzichte van het transportvlak van de 15 modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement in de normale werkstand een zich beneden het transportvlak uitstekend steunvlak heeft, waarbij het transportsysteem een onder de baan van het geleidingselement opgesteld geleidingsstelsel voor het ondersteunen van het geleidingselement over genoemd deel van het 20 transporttraject omvat.

Bij het transportsysteem volgens de uitvinding zijn geen afzonderlijke meenemers voorzien, die permanent buiten het transportvlak steken, maar worden tijdens bedrijf een of meer modules (ook wel schakels of schalmen genoemd) zelf ten opzichte van het 25 transportvlak van de band verplaatst om aldus een tijdelijke begrenzing of steunvlak te vormen, die zich over de breedte van de transportband uitstrekt. Daartoe is de transportband op de positie van de betreffende module voorzien van een geleidingselement, dat een steunvlak heeft, dat zich in de normale werkstand van de 30 transportband onder het transportvlak uitstrekt. Deze module ligt dan in het transportvlak. Echter op de plaatsen waar het steunvlak van het geleidingselement in aanraking verkeert met het daaronder gelegen geleidingsstelsel wordt het geleidingselement omhoog geduwd, en zodoende de betreffende module en één of meer volgende modules. In 35 deze positie liggen de modules dan niet meer in het transportvlak, maar maken een hoek daarmee. Bijvoorbeeld staat de module, die voorzien is van het geleidingselement, loodrecht op het transportvlak van de transportband. Deze positie wordt in deze beschrijving de verhoogde werkstand genoemd. Het transportvlak is het draagvlak van 40 de transportband, evenwijdig aan de transportrichting. Bij de - 3 - keerrollen verkeert het geleidingselement niet in aanraking met het geleidingsstelsel (indien daar nog aanwezig), en strekt zich in een richting naar de keerrollen uit, waar ze de werking niet verstoren. Immers bij modulaire transportbanden zijn de keerrollen geen 5 cilinders, maar slechts een aantal (tand)wielen, die op een (aangedreven) as zijn gemonteerd. Naast deze (tand)wielen is voldoende ruimte om de geleidingselementen door te laten. De extra lengte, die nodig is voor de verhoogde werkstand, wordt verkregen uit de extra bandlengte (doorhang) in het retourpart van de 10 transportband, dat meestal enigszins doorhangt. Indien nodig, kan voor het verkrijgen van de vereiste lengte een op zich bekend spanmechanisme zijn voorzien, dat bestaat uit twee vast opgestelde leirollen, waartussen een derde rol (al dan niet met extra gewicht) vrij beweegbaar is, over welke rollen de transportband loopt.

15 Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm heeft het steunvlak van het geleidingselement een in hoofdzaak recht vlak teneinde een stabiele steun te geven in de verhoogde werkstand. Teneinde het geleidingselement op juiste wijze in aanraking te laten komen met het geleidingsstelsel en schokbewegingen van de modules te voorkomen is 20 het geleidingsstelsel met voordeel voorzien van een in de richting van de band hellend, bijvoorbeeld gekromd, invoeruiteinde en een in de richting vanaf de band hellend uitvoeruiteinde.

De modules kunnen een gesloten draagvlak bezitten, maar kunnen ook van het open type zijn, zoals bijv. in WO 99/48779 is 25 weergegeven, bijvoorbeeld voor natte toepassingen. De modules zijn veelal uit kunststof, zoals polyetheen, polypropeen, polyester, nylon en acetal vervaardigd. Het vlak van het geleidingsstelsel, waarmee het steunvlak van het geleidingselement, dat veelal uit bovengenoemde kunststoffen is vervaardigd, in de verhoogde werkstand in aanraking 30 verkeert, is met voordeel uit een kunststof met goede glij- eigenschappen vervaardigd, zoals polyetheen met hoge dichtheid. Een dergelijk kunststoftransportsysteem produceert nauwelijks lawaai en geeft zodoende nauwelijks geluidshinder.

Met voordeel heeft het geleidingselement een lichaam met de 35 vorm van een rechthoekige driehoek, waarbij in de normale werkstand de hypothenusa evenwijdig aan het transportvlak van de band ligt.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm is het geleidingselement een integraal deel van een module. Bij deze uitvoeringsvorm kunnen de module en het geleidingselement in een stap worden vervaardigd, 40 gebruikelijk door spuitgieten van kunststof.

•V (% 4 ^ Λ - 4 -

Bij een andere voorkeursuitvoeringsvorm is het geleidingselement een los deel, dat met ten minste twee verbindingspennen draaibaar is verbonden. Bij toepassing van losse geleidingselementen is het aantal mogelijkheden om deze elementen in 5 de band op te nemen groter, en kunnen derhalve de posities op de specifieke eindtoepassing van het transportsysteem worden afgestemd.

Een verder aspect van de uitvinding betreft een modulaire transportband zonder einde, kennelijk bedoeld voor het transportsysteem volgens de uitvinding, welke transportband door 10 middel van ten minste een verbindingspen aan elkaar gekoppelde modules omvat, waarbij de modulaire transportband is voorzien van ten minste een geleidingselement voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module vanuit een normale werkstand naar een ten opzichte van het transportvlak van 15 de modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement in de normale werkstand een zich beneden het transportvlak uitstekend steunvlak heeft.

De uitvinding wordt hierna toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: 20 Fig. 1 toont op schematische wijze een uitvoeringsvorm van een transportsysteem volgens de uitvinding;

Fig. 2 toont een detail van de in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvorm; en

Fig. 3 toont een uitvoeringsvorm van een los 25 geleidingselement.

In fig. 1 is een uitvoeringsvorm van een transportsysteem 10 volgens de uitvinding weergegeven. Dit systeem 10 wordt in deze situatie voor het op afstand van elkaar vervoeren van voorwerpen 12 toegepast over een transporttraject 13, en omvat een modulaire 30 transportband 14 zonder einde, die over twee rollen of tandwielen 16 wordt geleid, waarvan er een wordt aangedreven met behulp van een motor 18. De modulaire transportband 14 omvat aan elkaar gekoppelde schakels of modules 20. Onder het bovenpart 22 van de transportband 14 is een geleidingsstelsel 24 opgesteld, dat er voor zorgt dat de 35 modules 20 die voorzien zijn van een geleidingselement 32 en aangrenzende modules over dit traject ten opzichte van het vlak van de transportband 14 omhoog worden verplaatst, en aldus kunnen fungeren als scheidingen en/of steunoppervlakken voor het ondersteunen van de voorwerpen 12 over de volledige breedte van de 40 transportband 14. Het retourpart 25 hangt vanwege het eigen gewicht - 5 - enigszins door, en geeft aldus extra lengte voor de verplaatsing van de modules 20 met geleidingselement 32, en eventuele aangrenzende modules.

In fig. 2 is een gedeelte van het transportsysteem 10 volgens 5 fig. 1 in meer detail weergegeven. De transportband 14 bestaat uit modules 20. Elke module 20 heeft hier een gesloten draaggedeelte 26 voor het dragen van voorwerpen en omvat zich in de lengterichting van de transportband 14 uitstrekkende verbindingsdelen 28, die in dwarsrichting op afstand van elkaar zijn opgesteld. De 10 verbindingsdelen 28 zijn voorzien van uitgelijnde boringen 30 voor het opnemen van een verbindingspen 31. Aldus kunnen de modules 20 ten opzichte van elkaar scharnieren om de pen 31. De verbindingsdelen 28 zijn zowel aan de voor- als achterzijde, gezien in de lengterichting van de transportband 14, voorzien, waarbij de verbindingsdelen 28 aan 15 de voorzijde versprongen zijn opgesteld ten opzichte van de verbindingsdelen 28 aan de achterzijde. In gekoppelde toestand liggen de verbindingsdelen van aangrenzende modules derhalve tussen elkaar in. De gewenste bandbreedte kan worden verkregen door meerdere modules in de breedterichting aan elkaar te koppelen. Zoals uit fig. 20 2 duidelijk blijkt, is de module 20'aan de onderzijde daarvan voorzien van een geïntegreerd geleidingselement 32, dat de vorm heeft van een rechthoekige driehoek. Het geleidingselement 32 omvat een plat steunvlak 34, dat over het bovenoppervlak 36 van een geleider 38 van het geleidingsstelsel 24 verplaatsbaar is. De geleider 38 heeft 25 een neerwaarts gebogen invoeruiteinde 40, zodat het geleidingselement 32 bij het in aanraking komen met dit invoeruiteinde, geleidelijk de betreffende module 20' uit het transportvlak omhoog duwt, evenals de volgende module 20". Aldus wordt over de volledige breedte van de transportband 14 een opstaande scheiding gevormd. Bij toepassing als 30 opvoerband fungeert deze module 20' als steunvlak voor het voorwerp, dat getransporteerd moet worden. De geleider 38 heeft aan het uitvoeruiteinde opnieuw een gebogen vorm, zodat de transportband 14 geleidelijk zijn vlakke vorm weer aanneemt. Gebruikelijk wordt een transportband 14 aan de zijkanten ondersteund door zijgeleiding. In 35 de in fig. 2 weergegeven uitvoeringsvorm omvat de zijgeleiding een aan weerszijden van de band 14 opgesteld U-vormig profiel 40 (slechts een weergegeven), waarin de zijkanten van de transportband 14 worden opgenomen. Teneinde de opwaartse en neerwaartse verplaatsing van de modules 20' en 20" mogelijk te maken zijn de aan de zijgeleiding 40 40 grenzende verbindingsdelen 28 daarvan verwijderd, die anders deze

• n 91 RA A

- 6 - beweging zouden belemmeren. Met voordeel zijn geleidingselementen 32 uit het oogpunt van belasting nabij de beide zijkanten van de band 14 voorzien, waarbij afhankelijk van de breedte en de toepassing van de band desgewenst één of meer aanvullende geleidingselementen op 5 tussenliggende posities aanwezig kunnen zijn.

In plaats van een geïntegreerd geleidingselement kunnen geleidingselementen ook als los lichaam worden toegepast. Eén voorbeeld daarvan is in fig. 3 weergegeven. Dit geleidingselement 42 heeft de vorm van een rechthoekige driehoek en omvat een onderste 10 steunvlak 44 voor samenwerking met het geleidingsstelsel 24. In de beide hoekpunten van de hypothenusa zijn boringen 46 voor het opnemen van verbindingspennen aangebracht, waarmee aldus het geleidingselement pp diverse posities in een transportband kan worden ingezet door op die posities een gedeelte van de betreffende modules 15 te verwijderen. In beginsel is het mogelijk om het geleidingselement 42 zo uit te voeren, dat daarin 3 verbindingspennen van twee aangrenzende modules worden opgenomen. Echter deze aangrenzende modules zijn dan star met elkaar verbonden, zodat de scharnierbaarheid, die voor het ronden van de geleidingsrollen (zie 20 fig.l) nodig is, is beperkt.

Wanneer het transportsysteem is voorzien van een ondergeleiding in plaats van een zijgeleiding, is het noodzakelijk de zogeheten "hold down tabs" van de betreffende modules met geleidingselement, die anders om de ondergeleiding heen aangrijpen te 25 verwijderen teneinde de relatieve verplaatsing van deze modules ten opzichte van het transportvlak van de band 14 mogelijk te maken.

; ' . i i-

Claims

1. Transportsysteem voor het transporteren van voorwerpen over een transporttraject, omvattende een modulaire transportband zonder einde, welke transportband door middel van ten minste een verbindingspen aan elkaar gekoppelde modules omvat, en 5 aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de transportband, met het kenmerk dat de modulaire transportband (14) is voorzien van ten minste een geleidingselement (32; 42) voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module (20' ; 20") vanuit een normale werkstand naar een ten opzichte van het 10 transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement (32; 42) in de normale werkstand een zich beneden het transportvlak uitstekend steunvlak (34; 44) heeft, en dat het transportsysteem (10) een onder de baan van het geleidingselement (32; 42) opgesteld geleidingsstelsel (24) voor het ondersteunen van 15 het geleidingselement (32; 42) over genoemd deel van het transporttraject.

2. Transportsysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk dat het steunvlak (34) van het geleidingselement (32; 42) een in hoofdzaak 20 recht vlak is.

3. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (32; 42) een lichaam met de vorm van een rechthoekige driehoek is. 25

4. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat het geleidingselement (32) een integraal deel van een module (20') is.

5. Transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies 1-3, met het kenmerk dat het geleidingselement (42) een los deel is, dat met ten minste twee verbindingspennen (31) draaibaar is verbonden.

6. Modulaire transportband zonder einde, kennelijk bedoeld voor 35 het transportsysteem volgens één van de voorgaande conclusies, welke transportband door middel van ten minste een verbindingspen aan 1 n 9 1 nfi a - 8 - elkaar gekoppelde modules omvat, met het kenmerk dat de modulaire transportband (14) is voorzien van ten minste een geleidingselement (32) voor het over ten minste een deel van het transporttraject positioneren van ten minste een module (20'; 20") vanuit een normale 5 werkstand naar een ten opzichte van het transportvlak van de modulaire transportband verhoogde werkstand, welk geleidingselement (32; 42) in de normale werkstand een zich beneden het transportvlak uitstekend steunvlak (34; 44) heeft. 10 n 'i 1 -·, ' · L ;