NL1007050C2 - Vrachtwagen. - Google Patents

Description

Vrachtwagen

De uitvinding heeft betrekking op een vrachtwagen voor het ophalen van grof vuil, puin en andere massa's, welke vrachtwagen is voorzien van een U-vormig, een ingeschoven container voor massamateriaal opnemend voertuiggestel en een 5 via persluchtbalgen het voertuiggestel met via steekassen gelagerde wielen optillende en neerlatende container-hefinrichting.

Dergelijke vrachtwagens worden ingezet bij het ophalen van vuil, om in het bijzonder grote hoeveelheden puin, 10 tuinafval en andere op te slaan. Daarbij beschikken ze niet direct over een laadvlak of een laadvolume, maar zijn ze zodanig uitgerust, dat ze een op het laadvolume aangepaste container kunnen opnemen en neerlaten. Hiermee bestaat de mogelijkheid aangepaste containers in eerste instantie onaf-15 hankelijk van het motorrijtuig met het puin of de andere massa te vullen en dan door een ontruimde container te vervangen, die door het motorrijtuig gebracht en vervolgens afgezet wordt. Doorgaans gaat het hier om kleine containers, die met een in het motorvoertuig geïntegreerde van een haak voorziene 20 takellift of een soortgelijk hydraulisch hefsysteem van de bodem opgenomen en op het motorrijtuig of op de aanhangwagen geplaatst wordt. Bekend zijn echter ook wel containers met 40 m3 capaciteit, die voor het op grote schaal recyclen en het ophalen van grotere hoeveelheden massagoederen geschikt zijn. 25 Ook hiertoe dienen afzonderlijke hydraulische hefsystemen, meestal in de vorm van portaalkraaninrichtingen, om de container in de transportpositie te brengen of deze uit respectievelijk van het motorrijtuig te nemen en voor het vullen bijvoorbeeld op straat neer te laten. Nadelig bij deze bekende 30 vrachtwagens is dat de grootte van de te gebruiken container afhankelijk is van de capaciteit van de gebruikte hydraulische hefsystemen respectievelijk portaalkraaninrichtingen. De vaardigheid van de bestuurder is in het bijzonder dan vereist, wanneer hij zich niet op effen terreinen verplaatst, hetgeen 35 juist bij het vervoeren van puin onder andere vaak het geval *1 0 07 05 0 2 is. Uiteindelijk is daarbij niet te vermijden, dat het gehele vrachtvoertuig in kantelgevaar geraakt, wanneer de container zich op zijn hoogste punt bevindt, namelijk vooraleer hij uit het draagframe of het overeenkomstig vlak van het voertuig 5 neergelaten wordt. Bovendien zijn de kosten voor dergelijke portaalkraaninrichtingen hoog en zoals reeds vermeld speelt de vaardigheid van de gebruiker een niet onbelangrijke rol, hoe en met welke zorgvuldigheid de gevulde container, die een behoorlijk gewicht heeft, op het voertuig geplaatst wordt.

10 Er zijn reeds speciale vervoermiddelen bekend, waarmee A-vormige transportgestellen voor vlak glas vervoerd worden. Dergelijke speciale vervoermiddelen zijn uit DE-OS-37.28.565.3 bekend. De A-vormige transportgestellen worden daar na het neerlaten van de met de kabeltrekmachine verbonden 15 oplegger opgenomen, waarin de gaffelvormige oplegger respectievelijk zijn U-vormig voertuiggestel met de overeenkomstige elementen onder de hoekijzers van het A-vormig transportgestel geschoven wordt. Bij het optillen van de oplegger wordt het transportgestel dan in een positie gebracht, waarbij het met 20 de oplegger tezamen vervoerd kan worden. Opdat het achter geopende gestel van de oplegger niet uit elkaar klapt ten gevolge van het gewicht, wordt na het opnemen en optillen van het A-vormig transportgestel een deur gesloten, welke deur de beide langsdragers van het gestel van de oplegger werkelijk 25 met elkaar verbindt. Deze bekende opleggers zijn tot nu toe uitsluitend toegepast op A-vormige glastransportgestellen. Daarbij wordt het hoofdgewicht in het midden gedragen, aangezien de glastransportgestellen juist in het midden van de laadschacht geplaatst zijn. De glasruiten respectievelijk de 30 glastransportgestellen worden door hydraulisch of pneumatisch aangedreven laadbeveiligingen zijdelings zodanig gesteund, dat bij het vervoer op de weg een gevaar niet kan optreden. Deze bekende oplegger bezit een bijzonder gecompliceerde constructie, en is derhalve in de praktijk nooit toegepast. Het eigen-35 lijke voertuiggestel wordt door middel van een speciaal uitgevoerde plaat opgetild. Hiertoe wordt deze plaat met pennen in de langsrichting van het voertuiggestel verschoven, zodat ten »1 00705 0 3 gevolge van een wigvorm van de plaat het voertuiggestel wordt opgetild. Met deze oplegger worden geen containers getransporteerd. Dit is ook niet mogelijk, omdat hiervoor noodzakelijke vasthoudinrichtingen en dergelijke in het geheel niet aanwezig 5 zijn. De A-vormige transportgestellen met daarop gelegen glasplaten worden weliswaar overeenkomstig een container opgenomen en opnieuw neergezet, doch enigerlei opneem- respectievelijk ondersteuningsinrichtingen ontbreken volledig. Een gebruikelijke container kan reeds vanwege zijn afmetingen door 10 een dergelijk bekend voertuiggestel niet worden opgenomen.

Het DE-U-92.16.579 heeft betrekking op een typisch toestel voor het opnemen van kleine containers met behulp van een vorkvormig of U-vormig voertuiggestel. Het enige punt van overeenkomst met de onderhavige uitvinding is, dat containers 15 moeten worden opgenomen. Hoe het opnemen van de container plaatstvindt, wordt op generlei wijze gesuggereerd. Uit fig. 1 van deze publicatie blijkt slechts, dat het voertuiggestel zodanig moet worden gemanipuleerd, dat het de container omsluit .

20 Het FR-A-l.278.053 toont een oplossing, die grote gelijkenissen vertoont met het DE-U-92.16.579. Een U-vormig voertuiggestel is toegepast, dat om een container kan worden geschoven, welke container is voorzien van zijdelingse vleugels, teneinde op het voertuiggestel te kunnen steunen. Het 25 voertuiggestel kan vanuit een lage positie naar een hoge positie worden opgetild.

Het DE-A-33.05.840 tenslotte toont een verlengd voertuiggestel, teneinde extra goederen te kunnen opnemen. Alhoewel er sprake van is, dat deze extra goederen kunnen 30 bestaan uit een container, is een dergelijke container niet vergelijkbaar met een container voor grof vuil, puin en dergelijke, aangezien bij deze stand van de techniek een rondom gesloten houder wordt bedoeld. Bovendien is er sprake van, dat deze container slechts in lege toestand wordt meegenomen.

35 Dit doel wordt volgens de uitvinding opgelost doordat het voertuiggestel een laadschacht bezit voor het opnemen van de container waarvan de bovenkant of beter draag- »1007050 4 frame onder de zijdelings uitstekende rand van de container grijpend en deze ondersteunend uitgevoerd is en die naar de open zijde toe een met die van de container corresponderend uitgevoerde laadbeveiliging bezit.

5 Volgens de uitvinding wordt de voor het transport van A-vormige glastransportgestellen uitgeruste oplegger en overeenkomstige container zodanig op elkaar aangepast, dat hiermee een optimaal volume bereikbaar is, dat bij gebruikelijke opleggers nagenoeg boven 85 m3 bedraagt. Een bijzondere 10 op de container rechtstreeks werkende container-hefinrichting is niet noodzakelijk. Integendeel, het U-vormig voertuiggestel komt na het neerlaten respectievelijk het ontlasten van de persluchtbalgen zo "in" de container terecht, dat deze na het weer belasten van de persluchtbalgen zo hoog kan worden ge-15 tild, dat ze door de wielen, namelijk het geheel U-vormig voertuiggestel zeker gedragen kan worden. Door het feit dat steekassen gebruikt worden, ontstaat een zeer grote laad-schacht en wordt vooral voor het eerst de mogelijkheid geboden, dat de vrachtwagen of beter gezegd het voertuiggestel 20 quasi rond de container geschoven wordt, zonder dat deze moet worden opgetild. Nadat het U-vormig voertuiggestel weer in de transportpositie opgesteld is, kan het voertuig op straat verder bewogen worden, om zodoende snel de ontruimde container opnieuw beschikbaar te stellen. Daarbij heeft de 25 container nagenoeg de afmetingen, die hem door de laadschacht voorgeschreven zijn, waarbij door de verbreding boven het draagframe van het voertuiggestel het volume kennelijk verhoogd kan worden. Daardoor is bovendien ook een supplementaire laadbeveiliging mogelijk, omdat de overhellende rand uit het 30 draagframe afgezet kan worden of met deze verbonden kan worden, zodat het verschuiven of andere verplaatsing van de container tijdens het vervoer niet mogelijk is. Reeds deze op wrijving ingestelde laadbeveiliging is doorgaans met de hier op doelmatige wijze eveneens tot samenwerking komende achter-35 deur als laadbeveiliging voldoende, waarbij verder nog verdere uitvoeringen bekend zijn, die een optimale - zelfs in extreme omstandigheden - en betrouwbare laadbeveiliging verschaffen.

1 007 05 0 5

Te accentueren is het eenvoudig bedienen, dat de mogelijkheid biedt, het neerlaten van ontruimde containers en eveneens het opnemen van gevulde containers door een chauffeur uit te laten voeren. De container zelf is zodanig uitgevoerd, dat hij 5 zowel voor het vullen van boven als van één van zijn kopzijden hiervoor geschikt is. Hiervoor wordt bijvoorbeeld ook de mogelijkheid geboden dat de oplegger de van boven uit te vullen container rechtstreeks onder een vulschacht afzet. De daarnaast opgestelde, reeds gevulde container kan door het-10 zelfde voertuig binnen een zeer korte tijd verder opgenomen en vervoerd worden. Verder bestaat de mogelijkheid om door een zelf te vervoeren oplegger, beladen houders, die klaar zijn om afgehaald te worden, voor te sorteren. Voor de volledig bediening zoals het neerlaten en opnemen van de container is zoals 15 reeds vermeld enkel de chauffeur van de vrachtwagen nodig.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding is voorzien, dat het voertuiggestel ter hoogte van de steekassen in langsrichting van zijn draagframe longitudinale L-vormige draagrails bezit en dat de container met een corres-20 ponderende uitsparing ter hooogte van de bodem is uitgerust. Hiermee wordt het eigenlijk ondersteunen van de container bereikt na het opnemen door het voertuiggestel door de L-vormige draagrail respectievelijk beide L-vormige draagrails, terwijl ter hoogte van het draagframe verder geen of een 25 bijkomende steun respectievelijk ook nog een laadbeveiliging voorzien zijn. Door de bijzondere uitsparing ter hoogte van de bodem is een aanpassing aan de laadschacht mogelijk, zonder dat het transportvolume beperkt wordt. Door een geschikte schuine opstelling van de L-vormige draagrails en anderzijds 30 van de uitsparingen kan hierdoor gelijktijdig ook een bijkomende laadbeveiliging in dit opzicht bereikt worden, aangezien een uit elkaar klappen van beide vrije draagframes van het U-vormig draaggestel verhinderd wordt. Dat is ook daardoor mogelijk dat bouten en boringen zijn aangebracht.

35 Zijn, zoals hierboven vermeld, dergelijke laadbe- veiligingen ter hoogte van de L-vormige draagrails en de uitsparingen ter hoogte van de bodem van de container niet P1 0 07 05 0 6 voorzien, dan is het in ieder geval voordelig dat het voer-tuiggestel van een draaibare achterdeur die als laadbeveili-ging dient, voorzien is, welke achterdeur aan één zijde van draaischarnieren en aan de tegenoverliggende zijde van gren-5 dels voorzien is. Hierdoor kan bij het inrijden respectievelijk het onderrijden van het voertuiggestel onder de container en het aanhangen van de container op het voertuiggestel, een wegschuiven uit het voertuiggestel zeker verhinderd worden.

Zoals reeds hierboven vermeld, kunnen de overhel-10 lende randen van de container en de bovenzijde van het draag-frame van het voertuiggestel op elkaar afgestemd zijn, om als bijkomende laadbeveiliging te dienen. Eenvoudigweg en bij voorkeur wordt dit bereikt, doordat de bovenkant van het draagframe van het voertuiggestel en de onderkant van de 15 daarvan overhellende rand van de container van een aanpas-singssysteem voor de laadbeveiliging voorzien is. Door het aanpassingssysteem wordt gelijktijdig ook een verschuiven van de container in de langsrichting bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt en eveneens het openen van het draagframe van het U-20 vormig voertuiggestel. Dit dubbel effect is bijzonder voordelig te realiseren, wanneer aan de onderkant centreerpennen en in het draagframe corresponderende boringen voorzien zijn. Hierbij zijn de centreerpennen zodanig uitgevoerd, dat het voertuiggestel steeds nog met de nodige vrijheid onder de 25 container respectievelijk zijn rand geschoven kan worden, om bij het bereiken van de juiste positie een passende samenwerking te bereiken, waarbij de centreerpennen en ook de overeenkomstige boringen een passende vorm aannemen. Zijn dan de centreerpennen in de boringen gebracht of geschoven, dan is de 30 dubbele beveiliging, die nader hierboven vermeld is, bereikt.

Bij voorkeur zijn de containers van boven en ook bijvoorbeeld met laders vanaf de bodem te vullen, hetgeen mogelijk wordt doordat de container aan de voorzijde en/of aan de achterzijde met een opklapbare, draaibare of uitneembare 35 wand respectievelijk een sluitelement uitgerust is. Dit sluit-element kan verwijderd of weggedraaid worden, zodat de oplegger van de container dan probleemloos bereikt kan worden, 1 007Π5 0 7 overigens ook, om het daarin te vervoeren puin eruit te halen, wanneer dit niet, zoals verder nog vermeld wordt, door een kantelinrichting bereikt wordt.

In het bijzonder dan, wanneer de vermelde sluitele-5 menten aanwezig zijn, kan volgens de uitvinding ook een druk-schildinrichting gebruikt worden, waarbij de container en/of het draagframe van een corresponderende inrichting voorzien is en waarbij ten minste de achterzijde van de container als klep gevormd is. Met behulp van de aan de kopzijde uitgeruste 10 drukschildinrichting kan het materiaal waarmee de container gevuld is probleemloos door de geopende klep hieruit gehaald worden.

Het ledigen van de container gebeurt, zoals reeds vermeld, door het openen van de aan de achterzijde aangebrach-15 te wand en dan bijvoorbeeld door een lader of ook door een drukschildinrichting. Wordt de in de container gevulde massa echter op een kanteltoestel gebracht, dan is een dergelijke ontlading zwaar. Om mogelijke problemen te verhelpen voorziet de uitvinding erin dat het U-vormig voertuiggestel aan de 20 zijde van de trekker van een kantelhydrauliek voorzien is en aan de achterzijde aan de onderrand van de laadschacht verschuifbare bouten bevat, die met in de container aangebrachte uitsparingen corresponderend gevormd en opgesteld zijn. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden om de container aan één 25 zijde binnen het voertuiggestel op te tillen en door dit kantelmechanisme op een betrouwbare manier te lossen. De bouten kunnen pneumatisch of hydraulisch in de uitsparingen geschroefd worden, zodat het kantel- of draaipunt dan vastgelegd is, om de container door de kantelhydrauliek te kunnen 30 kantelen. Aangezien de uitsparingen respectievelijk de bouten ter hoogte van de bodem van de container zijn voorzien, wordt een zelfstandige lediging van de gehele container gerealiseerd bij het passend optillen door de kantelhydrauliek.

Een voor dit doel geschikte kantelhydrauliek is 35 deze, waarbij de kantelhydrauliek uit een op het voertuiggestel aangebrachte meervoudig telescopische kantelcilinder en een aan de container aangebracht opnamestel bestaat. De kan- 1 007050 δ telcilinder is in het voorste deel het voertuiggestel gelegen, waarbij het opnamestel hetzij in de container of noodzakelijkerwijze ook in de kantelcilinder voorzien zijn, zodat bij het opnemen van de container zelf, deze over de overeenkomstige 5 draagrails schuift. Het opnamestel bezit bij voorkeur contai-nerdwarsbalken en containerafsluitingen. Daarmee is het mogelijk na het neerlaten van de container deze ook in die positie vast te leggen en wel zo dat hij in de langsrichting niet kan verschuiven.

10 De in te stellen bouten, waarmee de gehele contai ner gekanteld wordt, worden bij voorkeur bij het inschuiven in de in de container aangebrachte uitsparingen door verschuifbare containerafsluitingen verzekerd. Daarmee kan de container in zijn geheel probleemloos als een normaal kantelvoertuig be-15 diend worden.

Deze uitvinding is in het bijzonder hierdoor gekenmerkt dat een vrachtwagen gerealiseerd is, die aanzienlijke hoeveelheden te recyclen goederen of soortgelijk materiaal kan opnemen en vervoeren en dat bij voorkeur het voertuig tijdens 20 het laden nagenoeg niet op die plaats aanwezig hoeft te zijn. Integendeel, de container wordt afgezet en geladen en bij het laden dan door de vrachtwagen respectievelijk een neerlaatbaar voertuiggestel hieronder gereden en vervolgens opgetild en vervoerd. Voordelig is daarbij een aanzienlijk groot opslagvo-25 lume van 85 m3 en meer, dat in het bijzonder eveneens voor de laadbeveiliging gunstige effecten geeft, aangezien de container respectievelijk de zijwanden van de container zodanig gevormd zijn, dat zij de laadschacht volledig benutten en zich dan over de langsdrager van het voertuiggestel welft en hier 30 weer voor de laadbeveiliging gebruikt kan worden. Daarbij ziet de laadbeveiliging er bij voorkeur zo uit, dat centreerpennen en overeenkomstige boringen ervoor zorgen, dat zowel een verschuiving in langsrichting van het voertuiggestel als ook een uit elkaar klappen van de langsdrager van het voertuigge-35 stel veilig verhinderd wordt. Daarmee is het mogelijk dergelijke grote containers met één enkel persoon, namelijk de chauffeur van de vrachtwagen zowel neer te laten als weer op »1007050 9 te nemen en dit met zo betrouwbaar en eenvoudig mogelijke middelen. Hiertoe wordt namelijk het gehele voertuiggestel op zeer eenvoudige wijze neergelaten en later weer opgetild doordat de draaibaar uitgevoerde steekassen van de wielen met 5 persluchtbalgen samenwerken, die het neerlaten van het voertuiggestel bewerkstelligen. Te accentueren is de hoge veiligheid, waarmee zowel de hanteerbaarheid als ook het vervoer met een dergelijke vrachtwagen en container mogelijk wordt.

Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding 10 volgen uit de hierna volgende beschrijving van de bijbehorende tekening, waarin een de voorkeur genietende uitvoeringsvorm met daarbij de noodzakelijke details en onderdelen geïllustreerd is. Daarbij tonen: fig. 1 een vrachtwagen met een container in zijaanzicht; 15 fig. 2 een achteraanzicht van het voertuiggestel met opgenomen container; fig. 3 een zijaanzicht van het voertuiggestel met container en een kantelhydrauliek in uitgetrokken stand. De in fig. 1 getoonde vrachtwagen 1 beschikt over 20 een trekker 5 en de daarmee losneembaar verbonden eigenlijke oplegger 4. Op de oplegger 4 rust een container 2, die door de container-hefinrichting 3, die een onderdeel van de opligger vormt, de container 2 uit de transportpositie in de rustposi-tie kan neerlaten of uit de rustpositie in de transportpositie 25 kan optillen.

De oplegger 4 beschikt over een koppelingspin 6 die is aangebracht in het midden van een koppelingsplaat 7, waardoor de oplegger 4 op gelijke afstand van de vrachtwagencabine 8 gehouden wordt. De koppelingsplaat 7 is daarom aan de voor-30 kant van de oplegger 4 opgesteld. Door de overeenkomstige voorkant blijft daarbij gelijktijdig de eigenlijke laadruimte respectievelijk de laadschacht 14 van de oplegger 4 eveneens op afstand van de trekker 5, waardoor een gunstige en hoge laadhoogte bereikbaar wordt.

35 Ter hoogte van de voorkant van de oplegger 4 zijn steunpijlers 9 voorzien, waardoor het meest naar voren gelegen *1007050 10 deel van de oplegger ondersteund wordt, wanneer de oplegger 4 van de trekker 5 ontkoppeld wordt.

Het achterste uiteinde van het voertuiggestel 10 van de oplegger 4 bezit meerdere wielen 12, 13, die door 5 steekassen 11 worden gedragen, zodat een van achter vrij toegankelijk U-vormig voertuiggestel 10 bereikt is. Daardoor ontstaat een zeer grote laadschacht 14, waarin de container 2 geschoven is. De wielen 12, 13 respectievelijk de steekassen 11 zijn door persluchtbalgen 16, 17 te belasten respectieve-10 lijk te ontlasten, waardoor een optillen of een neerlaten van het voertuiggestel 10 bereikt wordt.

Aan de achterzijde van het voertuiggestel is hier een slechts schematisch weergegeven achterdeur 15 voorzien, die gelijktijdig als laadbeveiliging 22 dient. Details hier-15 over worden verderop vermeld.

Fig. 2 toont een achteraanzicht van de vrachtwagen 1 met container 2, waarbij duidelijk wordt aangegeven dat de container 2 een vorm heeft, die precies in het voertuiggestel 10 past, zodat niet alleen de nog verderop toegelichte laadbe-20 veiliging 22 efficiënt bereikbaar wordt, maar gelijktijdig ook een volledige en optimale exploitatie van het door de laadschacht 14 gegeven laadvolume mogelijk wordt. Duidelijk is dat de bovenste zich in langsrichting uitstrekkende draagframes 19 met hun bovenkant 20 door de overhellende rand 21 van de 25 container overbrugd worden, om enerzijds de reeds vermelde laadbeveiliging 22 af te bakenen en om anderzijds een optimale exploitatie van het volume te bereiken. Duidelijk is dat de container 2 met zijn buitenwand 23 tot de buitenrand van het draagframe 19 reikt.

30 De container 2 steunt eveneens met een in het gebied van de bodem 27 uitgeruste uitsparing 26 op de L-vormi-ge draagrails 24, 25. De L-vormige draagrails 24, 25 strekken zich uit over de totale lengte tot ongeveer ter hoogte van de steunpijlers 9. Het naar buiten reikende deel 28 van de con-35 tainer 2 steunt daarentegen slechts met zijn rand 21 op de bovenkant 20 van het draagframe 19. Het spreekt voor zich dat dit ook voor het resterende gebied geldt, waarbij uit fig. 2 •1 007050 11 blijkt dat hier een bijkomende laadbeveiliging 22 verwezenlijkt is.

In de bovenkant 20 van het draagframe 19 zijn, zoals weergegeven in fig. 2, boringen 33 aangebracht, die met 5 in de onderkant 31 van de container aangebrachte centreerpen-nen 32 corresponderend gevormd en bepaald zijn. Daardoor wordt door middel van het optillen van het voertuiggestel 10 onder de rand 21 van de container 2 een efficiënte laadbeveiliging 22 verwezenlijkt, die zowel een verschuiven van de container 2 10 in de langsrichting van de draagframes 19 verhindert als ook een uit elkaar klappen van deze draagframes 19 bij corresponderende belasting door de container 2. Bijkomend of als alternatief is het ook denkbaar de L-vormige draagrails 24, 25 en de uitsparing 26 zodanig uit te voeren, dat deze vormgeving 15 eveneens een uit elkaar klappen van de draagfrrames 19 tegenwerkt .

Fig. 2 toont uiteindelijk een verdere laadbeveiliging 22 in de vorm van de achterdeur 15. Deze achterdeur 15 wordt door draaischarnieren 26 opzij verdraaid, zodat dan het 20 neerlaten van de container 2 mogelijk wordt. Bij het neerlaten en weer optillen van de container 2 wordt vervolgens de achterdeur 15 weer dichtgedraaid en door grendels 30 vastgemaakt.

Terwijl in fig. 1 een vrachtwagen met een voertuiggestel weergegeven is, dat aan de achterzijde slechts twee 25 wielen bevat, toont fig. 3 en ook fig. 4 een afbeelding, waarbij een verlengd voertuiggestel 10 gebruikt wordt. Hierbij zijn ten eerste drie wielen 12, 13 voorzien met overeenkomstige steekassen 11, 11', 11'' en bijkomend is ook nog een ach-terzijdeverlengstuk 34 verwezenlijkt, waardoor een vergroting 30 van het opnamevolume mogelijk wordt.

Bovendien toont fig. 4 dat op de achterzijde 35 een klep 37 kan worden voorzien, om zo het ledigen maar ook het vullen van een container 2 te vergemakkelijken. Aanvullend wordt ook de mogelijkheid geboden, de voorkant 36 met een 35 dergelijke klep of een verwijderbaar sluitelement uit te rusten.

»1 00705 o 12

Daarenboven wordt het kantelen voor een dergelijke container 2 daardoor mogelijk gemaakt, dat aan de voorkant een kantelhydrauliek 38 aangebracht is, die van een kantelcilinder 41 en een opnamestuk 42 voorzien is. Dit opnamestuk 42 zorgt 5 ervoor bij het inschuiven van de container 2 of beter gezegd bij het onderrijden van het voertuiggestel 10 onder de container 2, dat de container zelf over een overeenkomstige draag-balk schuift en dan een verbinding met de kantelhydrauliek 38 respectievelijk de kantelcilinder 41 veroorzaakt.

10 Bij het optillen van de container 2 zou deze na tuurlijk uit zijn fixatie respectievelijk steun over de L-vormige draagrails 24, 25 wegschuiven en daarmee het gehele stelsel in gevaar brengen. Om dit te vermijden en een kantel-punt aan te geven, is het voertuiggestel met bouten 39 uitge-15 rust, die in overeenkomstige uitsparingen 40 in de container kunnen worden ingeschoven. Daarbij kan een overeenkomstig hydrauliek of ook een pneumatisch orgaan voorzien zijn, om de bouten 39 in de uitsparingen 40 in te schroeven en ze zo nodig ook daarin te houden. Andere beveiligingen zijn mogelijk.

20 Fig. 4 toont aanvullend, dat de hier te gebruiken container 2 een aanzienlijk opnamevolume heeft, doordat hij de totale laadruimte van het voertuiggestel 10 benut. Dit betekent, dat hij met zijn overeenkomstig korte onderste gedeelte 44 precies in de laadschacht 14 past, terwijl het langere 25 bovenste gedeelte 45 weliswaar met het onderste gedeelte 44 een bouweenheid vormt, maar een naar buiten reikend deel 28 bevat, dat overeenkomstig eveneens met puin of ander materiaal kan worden beladen.

De te gebruiken kantelcilinder 41 is als meervoudi-30 ge telescoop gevormd, hetgeen in het bijzonder in fig. 4 zichtbaar is, zodat met verhoudingsgewijs weinig aggregaten de gehele kantelinrichting te verwezenlijken is. Is de kantelcilinder 41 zoals in fig. 4 weergegeven voldoende ver uitgeschoven, dan wordt de klep 37 aan de deur van de container 2 35 halfautomatisch geopend, aangezien ze rond het scharnier 46 draaibaar aangebracht is. Denkbaar is het daarbij om deze klep 37 eveneens met een hydrauliekcilinder uit te rusten, die P1 0 07 05 0 13 voorzien is voor het openen van de klep 37, zodat de massa uitstromend materiaal gericht gedoseerd kan worden. Daardoor wordt de mogelijkheid geboden, om bij het bedienen van de kantelinrichting het voertuig te verplaatsen en een meer of 5 minder vooraf bepaalde laagdikte aan te brengen.

Alle genoemde kenmerken, ook zij die alleen in de tekening vermeld zijn, kunnen afzonderlijk en in combinatie als wezenlijk voor de uitvinding beschouwd worden.

1007050

Claims (8)

1. Vrachtwagen voor het ophalen van grof vuil, puin en andere massa's, welke vrachtwagen is voorzien van een U-vormig, een ingeschoven container voor massamateriaal opnemend voertuiggestel en een via persluchtbalgen het voertuiggestel 5 met via steekassen gelagerde wielen optillende en neerlatende container-hefinrichting, met het kenmerk, dat het voertuiggestel (10) een laadschacht (14) bezit voor het opnemen van de container (2) waarvan de bovenkant (20) of beter draagframe (19) onder de zijdelings uitstekende rand (21) van de contai- 10 ner (2) grijpend en deze ondersteunend uitgevoerd is en die naar de open zijde toe een met die van de container (2) corresponderend uitgevoerde laadbeveiliging (22) bezit.

2. Vrachtwagen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het voertuiggestel (10) ter hoogte van de steekassen 15 (11) in langsrichting van zijn draagframe (19) lopende, in aan de bodemzijde gelegen uitsparingen (26) van de container (2) grijpende L-vormige draagrails (24, 25) bezit.

3. Vrachtwagen volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het voertuiggestel (10) is voorzien 20 van een zwenkbaar uitgevoerde en als laadbeveiliging (22) fungerende achterdeur (15) die aan één zijde over draaischarnieren (29) en aan de tegenover gelegen zijde over grendels (30) beschikt.

4. Vrachtwagen volgens een der voorgaande conclu- 25 sies, met het kenmerk, dat de bovenkant (20) van het draagframe (19) van het voertuiggestel (10) en de onderkant (31) van de daar voorbij uitstekende rand (21) van de container (2) is voorzien van een als laadbeveiliging (22) dienend aanpassings-systeem.

5. Vrachtwagen volgens conclusie 4, met het ken merk, dat de onderkant (31) is voorzien van centreerpennen (32) en het draagframe (19) van corresponderend uitgevoerde boringen (33).

6. Vrachtwagen volgens een der voorgaande conclu- 35 sies, met het kenmerk, dat het U-vormige voertuiggestel (10) "1007ο50 aan de zijde van de trekker een kantelhydrauliek (38) bezit en aan de achterzijde aan de onderrand van de laadschacht (14) verschuifbare bouten (39) bezit die corresponderend met in de container (2) aangebrachte uitsparingen (40) en hierin in-5 schuifbaar gevormd en opgesteld zijn.

7. Vrachtwagen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de kantelhydrauliek (38) uit een op het voertuigge-stel (10) aangebrachte, meervoudig telescopische kantelcilin-der (41) bestaat die via een tot de container (2) behorende 10 opneemhoek (42) zwenkbaar met de container (2) is verbonden.

8. Vrachtwagen volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de voor de zwenkbare lagering van de container (2) dienende bouten (39) beschikken over de verbinding tussen container (2) en voertuiggestel (10) borgende containerafsluitin- 15 gen. »1 0 07 05 0