NL1006580C2 - Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL1006580C2
NL1006580C2 NL1006580A NL1006580A NL1006580C2 NL 1006580 C2 NL1006580 C2 NL 1006580C2 NL 1006580 A NL1006580 A NL 1006580A NL 1006580 A NL1006580 A NL 1006580A NL 1006580 C2 NL1006580 C2 NL 1006580C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
conveyor
carcass
viscera package
viscera
package
Prior art date
Application number
NL1006580A
Other languages
English (en)
Inventor
Adrianus Josephus V Nieuwelaar
Bastiaan Wilhelmina J Drabbels
Cornelis Dirk Van Harskamp
Engelbert Johannes Ja Teurlinx
Original Assignee
Stork Pmt
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Stork Pmt filed Critical Stork Pmt
Priority to NL1006580A priority Critical patent/NL1006580C2/nl
Priority to PCT/NL1998/000386 priority patent/WO1999003354A1/en
Priority to EP98932625A priority patent/EP0996339A1/en
Priority to JP2000502673A priority patent/JP2001510024A/ja
Application granted granted Critical
Publication of NL1006580C2 publication Critical patent/NL1006580C2/nl
Priority to US09/483,031 priority patent/US6152816A/en

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A22BUTCHERING; MEAT TREATMENT; PROCESSING POULTRY OR FISH
    • A22CPROCESSING MEAT, POULTRY, OR FISH
    • A22C21/00Processing poultry
    • A22C21/06Eviscerating devices for poultry

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Food Science & Technology (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)
  • Processing Of Meat And Fish (AREA)

Description

Korte aanduiding: Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het verwerken van geslacht gevogelte, omvattende de stappen van: het uithalen van het ingewandenpakket uit het karkas van het gevogelte; het scheiden van het ingewanden-5 pakket van het karkas; het transporteren van het ingewandenpakket in een ingewandenpakkettransportorgaan; het transporteren van het karkas in een karkastransportorgaan; en het inspecteren van het ingewandenpakket en het karkas. Tevens heeft de uitvinding betrekking op een inrichting 10 voor het uitvoeren van de voornoemde werkwijzestappen.
Een dergelijke werkwijze en inrichting zijn bijvoorbeeld bekend uit US-A-3 538 325 of EP-A-0 530 868, waarin wordt beschreven dat de ingewanden uit het gevogelte worden verwijderd en daarvan worden gescheiden, waarna het 15 karkas en de ingewanden elk in transportorganen van afzonderlijke transporteurs worden voortbewogen door een in-spectiestation heen.
De afzonderlijke transporteurs nemen met name in het inspectiestation veel ruimte in beslag, wat uit oogpunt 20 van een efficiënte bedrijfsvoering nadelig is.
Uit oogpunt van een betrouwbare keuring is het belangrijk dat een karkas en een bijbehorend ingewandenpakket het inspectiestation synchroon passeren, zodat bij afkeur van een ingewandenpakket het karkas waaruit dit 25 afkomstig is zonder mankeren bepaald kan worden, en zowel het ingewandenpakket als het karkas uit de respectieve transporteurs kunnen worden verwijderd.
In de stand van de techniek laat de vereiste synchronisatie van de transporteurs te wensen over als gevolg van 30 niet goed beheersbare uitzetting, krimp en elasticiteit van de flexibele koppelingen in de vorm van kettingen 1006580 ! -2- tussen de transportorganen van de ingewandenpakketten resp. karkassen. Daarnaast draagt een onvolkomen synchronisatie van de aandrijvingen van de verschillende transporteurs bij aan het op ongewenste wijze uit de pas lopen 5 van ingewandenpakketten en karkassen in het inspectiesta-tion.
Ten aanzien van de inspectie zelf is het uit oogpunt van een betrouwbare keuring belangrijk dat de te keuren delen van het gevogelte bloot liggen en het zicht daarop 10 en de bereikbaarheid daarvan niet worden gehinderd door andere delen van het gevogelte en/of delen van de transporteurs. Voorts dient het aantal bewegende delen in het gezichtsveld van een inspecteur beperkt te zijn om de aandacht van de inspecteur niet van de te inspecteren 15 gevogeltedelen af te leiden. Aan deze wensen kan in de stand van de techniek slechts in beperkte mate worden voldaan.
De uitvinding beoogt de bezwaren van de bekende werkwijzen en inrichtingen althans gedeeltelijk te onder-20 vangen en een betrouwbare synchronisatie van het ingewandenpakket en het karkas in het inspectiestation te waarborgen onder het verschaffen van een goede presentatie van de te inspecteren delen.
Daartoe is de werkwijze volgens de uitvinding daartoe 25 gekenmerkt, dat het ingewandenpakkettransportorgaan en het karkastransportorgaan althans tijdens het inspecteren onderling zijn gekoppeld. Met deze maatregel is een zeer betrouwbare synchronisatie van de beweging van het karkas en het bijbehorende ingewandenpakket verkregen.
30 Bij voorkeur maken het ingewandenpakkettransportor- gaan en het karkastransportorgaan deel uit van één samengesteld transportorgaan. Het samengestelde transportorgaan draagt zowel het karkas als de bijbehorende ingewanden, zodat in de eerste plaats de synchronisatie van de beide 35 gevogelte- delen gewaarborgd is, en in de tweede plaats een goed zicht op, en een goede bereikbaarheid van de 1006580 -3- gevogeltedelen kan worden verkregen bij een klein aantal bewegende delen in het gezichtsveld van een inspecteur.
De koppeling tussen het ingewandenpakkettransportor-gaan en het karkastransportorgaan wordt tot stand gebracht 5 voordat het ingewandenpakket en het karkas het inspectie-station bereiken. Daarbij kan het karkas na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket door een eerste transporteur worden getransporteerd en het ingewandenpakket door een tweede transporteur worden getransporteerd. 10 In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt dan voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpakket van de tweede transporteur overgedragen aan de eerste transporteur, waarbij vervolgens de inspectie van het door de eerste transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de 15 eerste transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt. Na de inspectie kan het ingewandenpakket van de eerste transporteur terug worden overgedragen aan de tweede transporteur. In een andere voorkeursuitvoeringsvorra wordt voorafgaand aan de inspectie het karkas van de eerste 20 transporteur overgedragen aan de tweede transporteur, waarbij vervolgens de inspectie van het door de tweede transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de tweede transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt. Na de inspectie kan het karkas van de tweede trans-25 porteur terug worden overgedragen aan de eerste transporteur. In nog een andere voorkeursuitvoeringsvorm wordt voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpakket van de tweede transporteur overgedragen aan een derde transporteur en wordt het karkas van de eerste transporteur over-30 gedragen aan de derde transporteur, waarbij vervolgens de inspectie van het door de derde transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de derde transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt. Na de inspectie kan het karkas en/of het ingewandenpakket van de derde trans-35 porteur terug worden overgedragen aan de eerste resp. tweede transporteur. In een volgende voorkeursuitvoeringsvorm wordt voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpak- 1006580 -4- ket van de tweede transporteur overgedragen aan een derde transporteur, waarna de inspectie van het door de derde transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de eerste transporteur getransporteerde karkas plaats-5 vindt. Na de inspectie kan het ingewandenpakket van de derde transporteur terug worden overgedragen aan de tweede transporteur. In nog een volgende voorkeursuitvoeringsvorm wordt voorafgaand aan de inspectie het karkas van de eerste transporteur overgedragen aan een derde transpor-10 teur, waarna de inspectie van het door de tweede transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de derde transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt. Na de inspectie kan het karkas van de derde transporteur terug worden overgedragen aan de eerste transporteur. De 15 baanlengte van de eerste transporteur en de tweede transporteur behoeven slechts beperkt te zijn, zodat geen synchronisatieproblemen optreden. Bij de inspectie is slechts sprake van één transporteur waardoor het aantal bewegende delen in het gezichtsveld van de inspecteur 20 beperkt is.
In bepaalde gevallen kan het bezwaarlijk zijn om het ingewandenpakket en/of het karkas, waarvan de afmetingen en weefseleigenschappen van vogel tot vogel kunnen verschillen, van een transporteur aan een volgende transpor-25 teur over te dragen. Ter ondervanging van dergelijke bezwaren verschaft de uitvinding de mogelijkheid, dat de overdracht van het ingewandenpakket en/of het karkas tezamen met het bijbehorende ingewandenpakkettransportor-gaan resp. karkastransportorgaan plaatsvindt waarbij de 30 vastliggende afmetingen en eigenschappen van de transport-organen een betrouwbare overdracht daarvan waarborgen.
In een bijzonder voordelige variant van de werkwijze volgens de uitvinding wordt gebruik gemaakt van een samengesteld transportorgaan, en wordt het ingewandenpakket 35 direkt na het uithalen en scheiden daarvan van het karkas overgedragen aan het samengestelde transportorgaan. Bij toepassing van deze werkwijze behoeft slechts één trans- 1006580 -5- porteur gebruikt te worden tussen een uithaal- en schei-dingsinrichting en een inspectiestation: het samengestelde transportorgaan voert het karkas waarin zich het ingewandenpakket nog bevindt toe aan de uithaal- en scheidingsin-5 richting, waar het ingewandenpakket uit het karkas wordt gehaald. Na het scheiden van het ingewandenpakket van het karkas wordt het ingewandenpakket direkt in het samengestelde transportorgaan gebracht, waarna het samengestelde transportorgaan met het karkas en het ingewandenpakket 10 naar het inspectiestation wordt getransporteerd.
Bij het transporteren van ingewandenpakketten bestaat in het bijzonder het risico van ongewenste besmetting van gevogeltedelen door uit de darmen en de galblaas vrijkomende substanties. Ter reductie van dergelijke risico's 15 worden althans de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas voorafgaand aan de inspectie van het ingewandenpakket verwijderd. Een verdere risicoreductie wordt bereikt door voorafgaand aan het uithalen van het ingewandenpakket uit het karkas van het gevogelte althans de 20 darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, uit het karkas te verwijderen. Een bijzonder geschikte plaats voor het verwijderen van de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, van het ingewandenpakket is tijdens het transport van het ingewandenpakket in de tweede trans-25 porteur.
In een voorkeursuitvoeringsvorm omvat het karkas-transportorgaan een haak voor het dragen van tenminste één poot van het karkas.
Het ingewandenpakkettransportorgaan omvat in een 30 eerste voorkeursuitvoeringsvorm een kleminrichting voor het dragen van het ingewandenpakket. De kleminrichting omvat bijvoorbeeld twee bekdelen die onder voorspanning naar elkaar toe worden gedreven, en bijvoorbeeld zijn ingericht voor het vastklemmen van een orgaan of een deel 35 daarvan, bijvoorbeeld de slokdarm van het ingewandenpakket. In een andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het ingewandenpakkettransportorgaan een spleet of uitsparing 1006580 -6- voor het dragen van het ingewandenpakket. Een orgaan, zoals de slokdarm, of een weefselverbinding tussen organen wordt onder vervorming van het orgaan c.q. de weefselverbinding in de spleet of uitsparing gebracht. In nog een 5 andere voorkeursuitvoeringsvorm omvat het ingewandenpak-kettransportorgaan een of meer gepunte uitsteeksels voor het door boren van een orgaan en het aan het/de uitsteeksel (s) dragen van het ingewandenpakket. Het/de uitsteeksel (s) kan/kunnen bijvoorbeeld zijn aangebracht op één van 10 twee bekdelen die onder voorspanning naar elkaar toe worden gedreven, waarbij het/de uitsteeksel(s) zich tussen de bekdelen uitstrekt/uitstrekken.
In het navolgende wordt de uitvinding nader toegelicht aan de hand van de bijgaande tekening, waarin: 15 fig. 1 schematisch in bovenaanzicht een eerste uit voeringsvorm van een gedeelte van een slachtlijn in een slachterij toont; fig. 2 schematisch in bovenaanzicht een andere uitvoeringsvorm van een gedeelte van een slachtlijn in een 20 slachterij toont; fig. 3 in perspectief een eerste uitvoeringsvorm van een samengesteld transportorgaan volgens de uitvoering toont; fig. 4 in perspectief een tweede uitvoeringsvorm van 25 een samengesteld transportorgaan volgens de uitvoering toont; fig. 5 in perspectief een derde uitvoeringsvorm van een samengesteld transportorgaan volgens de uitvoering toont; 30 fig. in perspectief 6 een vierde uitvoeringsvorm van een samengesteld transportorgaan volgens de uitvinding toont; fig. 7 in perspectief een vijfde uitvoeringsvorm van een samengesteld transportorgaan volgens de uitvinding 35 toont; 1ÜUb'580 -7- fig. 8 in perspectief een met een ingewandenpakket-transportorgaan gekoppeld karkastransportorgaan in een eerste uitvoeringsvorm toont; fig. 9 in perspectief een met een ingewandenpakket-5 transportorgaan gekoppeld karkastransportorgaan in een tweede uitvoeringsvorm toont; fig. 10 in perspectief, een met een ingewandenpakket-transportorgaan gekoppeld karkastransportorgaan in een derde uitvoeringsvorm toont; 10 fig. 11 in perspectief een eerste transporteur voor het transporteren van karkassen, een tweede transporteur voor het transporteren van ingewanden, een derde transporteur voor het transporteren van karkassen en ingewanden, en een overdrachtsinrichting toont; 15 fig. 12 in perspectief een eerste transporteur voor het transporteren van karkassen, en tweede transporteur voor het transporteren van ingewandenpakketten, en een overdrachtsinrichting in een eerste uitvoeringsvorm toont; fig. 13 in perspectief een eerste transporteur voor 20 het transporteren van karkassen, en tweede transporteur voor het transporteren van ingewanden, en een overdrachts inrichting in een tweede uitvoeringsvorm toont; fig. 14 in perspectief een eerste transporteur voor het transporteren van karkassen, en tweede transporteur 25 voor het transporteren van ingewanden, en een overdrachts inrichting in een derde uitvoeringsvorm toont; fig. 14a schematisch in bovenaanzicht een gedeelte van een slachtlijn in een slachterij toont; fig. 14b schematisch in bovenzicht een gedeelte van 30 een andere slachtlijn in een slachterij toont; fig. 15 in perspectief een uithaal- en scheidingsin-richting, samenwerkend met een transporteur met samengestelde transportorganen, toont; en fig. 16 een aanzicht in perspectief van de in fig. 15 35 getoonde inrichting volgens pijl XVI toont.
In de verschillende figuren hebben gelijke verwij-zingscijfers betrekking op gelijke delen of delen met een
lüub'580 I
-8- gelijke functie. Pijlen duiden de bewegingsrichting van delen aan.
Fig. 1 toont een met een ononderbroken lijn weergegeven eindloze transporteur 2, een met een onderbroken lijn 5 weergegeven eindloze transporteur 4, en een met een onderbroken lijn weergegeven eindloze transporteur 6.
In het met 2a aangeduide gedeelte van de transporteur 2 worden vogels aangehangen, verdoofd, uitgebloed, ontve-derd, en van de kop ontdaan in verschillende, slechts bij 10 wijze van voorbeeld aangeduide bewerkingsstations 8. De aldus bewerkte vogels passeren vervolgens een op zichzelf bekende uithaalinrichting 10, waarin de ingewanden uit de vogel worden verwijderd, daarvan worden losgemaakt, en worden overgedragen aan de transporteur 4. In het pad van 15 de transporteur 4 is een op zichzelf bekende darmen/gal-blaasverwijderingsinrichting 12 opgenomen, die de darmen en de galblaas van het ingewandenpakket verwijdert. De aldus bewerkte ingewandenpakketten worden getransporteerd naar het deel van de transporteur 4 dat met 4a is aange-20 duid. Anderzijds worden de van ingewanden ontdane karkassen na het passeren van de uithaalinrichting 10 getransporteerd naar het gedeelte van de transporteur 2 dat met 2b is aangeduid. Tijdens het doorlopen van het gebied 4a van de transporteur 4 worden de van darmen en galblaas 25 ontdane ingewandenpakketten op niet nader getoonde wijze overgedragen aan de transporteur 2, waarbij de transport-snelheden van de transporteurs 2 en 4 en de transportwegen van de transporteurs 2 en 4 vanaf de plaats waar het karkas en het ingewandenpakket van elkaar worden geschei-30 den zodanig zijn gekozen, dat in het gebied 4a van de tranporteur 4 het ingewandenpakkket in een nauwkeurig bepaalde positie ten opzichte van het karkas terecht komt in het gebied 2b van de transporteur 2. Vervolgens worden het in de transporteur 2 getransporteerde ingewandenpakket 3 5 en bijbehorende karkas in het gebied 2c van de transporteur 2 door inspecteurs 14 geïnspecteerd.
1006580 t m -9-
Na de inspectie worden de ingewandenpakketen van de transporteur 2 overgedragen aan de transporteur 6, langs de baan waarvan een aantal met het cijfer 16 aangeduide bewerkingsstations zijn opgenomen voor het bewerken van 5 het ingewandenpakket, in het bijzonder het afscheiden van organen daarvan.
Het karkas wordt na de inspectie langs de baan van de transporteur 2 verder bewerkt in bij wijze van voorbeeld met het cijfer 18 aangeduide bewerkingstations.
10 Fig. 1 toont hoe de in de transporteur 4 getranspor teerde ingewandenpakketten worden overgedragen aan de transporteur 2, die karkassen transporteert, zodat zowel het ingewandenpakket als het karkas door de transporteur 2 worden getransporteerd, in het bijzonder tijdens de in-15 spectie van het ingewandenpakket en het karkas. Het is uiteraard ook mogelijk (hoewel niet in de tekening getoond) om op basis van analogie met de fig. 1 getoonde inrichting een andere inrichting zodanig uit te voeren, dat karkassen vanuit de transporteur daarvan worden over-20 gedragen aan de transporteur voor de ingewandenpakketten, en vervolgens de in één transporteur getransporteerde karkassen en ingewandenpakketten te inspecteren.
Fig. 2 toont een transportlijn waarin vanuit het gebied 2a karkassen waarin de ingewanden nog aanwezig zijn 25 worden toegevoerd aan de uithaalinrichting 10 waar de ingewandenpakketten uit de karkassen worden verwijderd, waarna de ingewandenpakketten verder worden getransporteerd door de eindloze transporteur 4. Na het passeren van de uithaalinrichting 10 worden de karkassen in de slechts 30 schematisch aangeduide overdrachtsinrichting 20 in een gebied 20a overgedragen aan een eindloze transporteur 22. Na de darmen/galblaasverwijderingsinrichting 12 te zijn gepasseerd, worden de ingewandenpakketten in de overdrachtsinrichting 20 in het met 20b aangeduide gebied 35 overgedragen aan de transporteur 22. In de transporteur 22 worden de karkassen en de bijbehorende ingewandenpakketten in het gebied 2c langs de inspecteurs 14 getransporteerd.
Iül/6580 -10-
Vervolgens worden de karkassen in een overdrachtsinrichting 24 weer overgedragen aan de transporteur 2, waarna de karkassen door bewerkingsstations 18 worden getransporteerd voor het ondergaan van verdere bewerkingen. De zich 5 in de transporteur 22 bevindende ingewandenpakketten worden door een overdrachtsinrichting 26 overgedragen aan de transporteur 6 voor het ondergaan van verdere bewerkingen bij het doorlopen van de bewerkingsstations 16.
Er wordt opgemerkt dat zowel in fig. 1 als in fig. 2 10 de inrichting 12 geen essentieel onderdeel van de transportlijn uitmaakt, en desgewenst weggelaten kan worden.
De transporteur 2 in fig. 1 en de transporteur 22 in fig. 2 kunnen samengestelde transportorganen omvatten van de soort welke in fig. 3-7 is getoond.
15 Het in fig. 3 getoonde samengestelde transportorgaan 30 wordt met behulp van een ketting 32 voortbewogen langs een in hoofdzaak omgekeerd J-vormige rail 34. Het transportorgaan 30 omvat een in hoofdzaak Y-vormige trolley 36 met twee loopwielen 38 welke over het onderste omgekeerd 20 T-vormige gedeelte van de rail 34 kunnen rollen. Het samengestelde transportorgaan 30 omvat een karkastrans-portorgaan 30a in de vorm van een dubbele haak waarin een karkas 40 aan de poten daarvan kan worden opgehangen, en omvat voorts een ingewandenpakkettransportorgaan 30b met 25 een sleuf 42 waarin een (deel van een) orgaan of verbindend weefsel tussen organen van een ingewandenpakket 44 is opgenomen.
In fig. 3 en de volgende figuren is het ingewandenpakket 44 steeds opgehangen aan de slokdarm 46 daarvan. Het met 30 verwijzingscijfer 48 aangeduide gedeelte van het ingewandenpakket 44 ontbreekt indien in of buiten het karkas althans de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, zijn verwijderd, bijvoorbeeld met een darmen/ galblaasverwijderingsinrichting 12 volgens fig. 1 en 2.
35 In het transportorgaan 30 is het karkas 40 gekoppeld met het ingewandenpakket 44, en hangt het ingewandenpakket 1006580 -11- vanuit een richting loodrecht op de langsrichting van de rail 34 gezien naast het karkas 40.
Het transportorgaan 50 volgens fig. 4 is in hoofdzaak op gelijke wijze opgebouwd als het transportorgaan 30 5 volgens fig. 3, met uitzondering van het ingewandenpakket-transportorgaan 52, dat in fig. 4 is uitgevoerd als twee bekdelen 54a en 54b welke van elkaar af en naar elkaar toe kunnen bewegen, en een (deel van een) orgaan of verbindend weefsel tussen organen kunnen vastklemmen dankzij een op 10 niet nader getoonde wijze in het ingewandenpakkettrans-portorgaan opgewekte voorspanning die de bekdelen 54a en 54b naar elkaar toedrijft. In fig. 4 hangt het ingewandenpakket 54 evenals in fig. 3 naast het karkas 40, gezien vanuit een richting loodrecht op de langsrichting van de 15 rail 34.
Het in fig. 5 getoonde samengestelde transportorgaan 56 omvat een karkas transportorgaan in de vorm van de dubbele haak 30a en het ingewandenpakkettransportorgaan 52 met de klemmende bekdelen 54a en 54b. Het karkastransport-20 orgaan 30a en het ingewandenpakkettransportorgaan 52 zijn beide bevestigd aan een geperforeerde lip 58 en met behulp van een dubbele haak 60 opgehangen aan de trolley 36. Het ingewandenpakket 44 hangt, gezien vanuit de richting loodrecht op de langsrichting van de rail 34, voor het 25 karkas 40.
Van dezelfde situatie is sprake in fig. 6 en 7. In fig. 6 is het karkastransportorgaan 30a echter door middel van een in hoofdzaak P-vormige beugel 62 gekoppeld met het ingewandenpakkettransportorgaan 52, waardoor de onderlinge 30 afstand tussen het ingewandenpakket 44 en het karkas 40 groter is dan die in fig. 5. Ook in fig. 7 is de onderlinge afstand tussen het karkas 40 en het ingewandenpakket 44 groter dan die in fig. 5 door toepassing van een dwarsarm 64, via welke het ingewandenpakkettransportorgaan is 35 gekoppeld met de dubbele haak 60. Door de relatief grote afstand tussen het karkas 40 en het ingewandenpakket 44 in de samengestelde transportorganen volgens fig. 6 en 7 1006580 -12- kunnen zowel het karkas 40 als het ingewandenpakket 44 gemakkelijk worden geïnspecteerd.
Fig. 8 toont een samengesteld transportorgaan dat is gevormd van een karkastransportorgaan 30a en een ingewan-5 denpakkettransportorgaan 52, welke onderling zijn gekoppeld door middel van een ketting 66, en elk via een eigen trolley 36 met loopwielen 38 langs de rail 34 voortbewogen kunnen worden door middel van de ketting 32. Aldus hangt het ingewandenpakket 44, gezien vanuit een richting lood-10 recht op de langsrichting van de rail 34, naast het karkas 40.
In fig. 9 is sprake van een soortgelijke onderlinge opstelling van het karkastransportorgaan 30a en een inge-wandenpakkettransportorgaan 68 als in fig. 8. Het inge-15 wandentransportorgaan 68 omvat twee armen 68a en 68b, welke in het gebied onder de trolley 36 scharnierbaar daaraan zijn bevestigd, waarbij het vrije uiteinde van de arm 68b is voorzien van een aantal gepunte uitsteeksels 70 welke zich uitstrekken naar het vrije uiteinde van de arm 20 68a. De armen 68a en 68b worden op niet nader getoonde wijze onder voorspanning na elkaar toe gedreven, zodat een deel van het ingewandenpakket 44 door de gepunte uitsteeksels 70 althans gedeeltelijk wordt doorboord, en het ingewandenpakket 44 wordt gedragen.
25 Fig. 10 toont twee evenwijdige rails 34a 34b, waarbij de rail 34a het karkastransportorgaan 30a draagt dat langs de rail 34a door middel van ketting 32a wordt voortbewogen, en waarbij de rail 34b het ingewandenpakkettransport-orgaan 52 draagt dat door middel van ketting 32b wordt 30 voortbewogen langs de rail 34b. Tussen het karkastransportorgaan 30a en het ingewandentransportorgaan 52 is een koppeling in de vorm van een stang 72 aangebracht. De stang 72 is vast verbonden met de trolley 36 van het karkastransportorgaan 3 0a, en neemt aan het vrije uiteinde 35 daarvan de trolley 36 van het ingewandenpakkettransportor-gaan 52 mee.
1006580 -13-
Fig. 11 toont een uitvoeringsvorm van de overdrachts-inrichting 20 volgens fig. 2. Samengestelde transportorga-nen 80 welke een karkastransportorgaan 30a en een ingewan-denpakkettransportorgaan 82 omvatten, worden in de riching 5 van pijl 84 bewogen langs de rail 34, en vormen een gedeelte van de transporteur 22 volgens fig. 2. In de transporteur 4 worden ingewandenpakketten 44 hangend in een uitsparing van ingewandenpakkettransportorganen 86 voortbewogen in de richting van pijl 88. In de transporteur 2 10 worden karkassen 40 met de poten hangend in uitsparingen van plaatvormige karkastransportorganen 90 voortbewogen in de richting van pijl 92.
In het gebied 20b worden de uitsparingen van de ingewandenpakkettransportorganen 82 en 86 met elkaar in 15 dekking gebracht, en wordt het zich in de uitsparing van het ingewandenpakkettransportorgaan 82 bevindende orgaan met behulp van niet nader getoonde mechanische geleidingen vastgedrukt, zodat de ingewandenpakketten 44 aldus van de transporteur 4 worden overgedragen aan de transporteur 22. 20 In het gebied 20a worden de karkassen 40 vanuit de karkastransportorganen 90 van de transporteur 2 op niet nader getoonde wijze overgedragen aan de karkastransportorganen 30a van de transporteur 22. Dientengevolge bevat het samengestelde transportorgaan 80 na het passeren van het 25 gebied 20a zowel karkasen 40 als ingewandenpakketten 44 waarbij de onderlinge synchronisatie van de transporteurs 2, 4 en 22 zodanig is, dat in elk transportorgaan 80 het ingewandenpakket 44 hangt dat oorspronkelijk afkomstig is uit het in hetzelfde transportorgaan 80 hangende karkas 30 40.
Fig. 12 illustreert de op niet nader getoonde wijze uitgevoerde overdracht van in ingewandenpakkettransportor-ganen 94 van een transporteur 95 bewegend in de richting van pijl 97 opgehangen ingewandenpakketten 44 aan ingewan-35 denpakketransportorganen 96 van samengestelde transportor-ganen 98 van een in de richting van pijl 100 bewegende transporteur 2, zoals deze bijvoorbeeld is getoond in fig.
1006580 1 -14- l. Elk ingewandenpakkettransportorgaan 94 omvat een aan de beide uiteinden open sleuf waarin een orgaan van het ingewandenpakket 44 kan worden opgenomen voor het dragen van het ingewandenpakket 44.
5 Fig. 13 illustreert hoe in karkastransportorganen 102 van een transporteur 104 bewegend in de richting van pijl 106 hangende karkassen 40 op niet nader getoonde wijze worden overgedragen aan karkastransportorganen 108 van samengestelde transportorganen 110 welke in een transpor-10 teur 112 worden voortbewogen in de richting van pijl 114. Het samengestelde transportorgaan 110 omvat een ingewan-denpakkettransportorgaan 116 met een sleuf voor het opnemen van de slokdarm van het ingewandenpakket 44.
Fig. 14 toont een transporteur 120 waarin ingewanden-15 pakkettransportorganen 122 worden voortbewogen in de richting van pijl 124. De ingewandenpakkettransportorganen 122 omvatten een arm 126 waaraan losneembaar een beugel 128 is opgehangen welke een spleet 130 omvat waarin een orgaan van het ingewandenpakket 44 kan worden opgenomen 20 voor het dragen van het ingewandenpakket 44.
Fig. 14 toont voorts een transporteur 132 waarin aan de linkerzijde in de figuur karkastransportorganen 30a met karkassen 40 worden voortbewogen in de richting van pijl 134. In gebied 136 worden de beugels 128 van de ingewan-25 denpakkettransportorganen 122 op niet nader getoonde wijze overgedragen aan de transporteur 132, waarbij zij worden vastgeklemd tussen op een strip 137 in de lengterichting daarvan beweegbare haken 138. Aldus wordt het ingewanden-pakkettransportorgaan 122 tezamen met het daarin hangende 30 ingewandenpakket 44 overgedragen van de transporteur 120 aan de transporteur 132.
In de bijzondere inspectiesituatie waarin een transporteur, zoals de transporteur 34 van fig. 12 of de transporteur 132 van fig. 14, per tijdseenheid een zodanig 35 groot aantal karkassen langs een inspecteur transporteert dat deze niet alle karkassen alleen kan inspecteren, kan men ervoor zorgen dat vanuit de transporteur voor inge- 1006580 -15- wandenpakketten 95 (fig. 12) resp. 120 (fig. 14) niet bij elk karkas het bijbehorende ingewandenpakket wordt aangehangen aan het samengestelde transportorgaan waaraan het karkas reeds hangt; er kan, al naar gelang de doorvoerca-5 paciteit van de transporteur in relatie tot de voor de inspecteur mogelijke inspectiesnelheid, bij elk tweede, derde, vierde enz. karkas het bijbehorende ingewandenpakket worden overgehangen vanuit de ingewandenpakkettrans-porteur, waarbij de inspecteur uitsluitend de karkassen en 10 ingewandenpakketten inspecteert wanneer deze samen in één samengesteld transportorgaan hangen. Ten behoeve van een inspectie bij een andere inspecteur kunnen dan bij andere karkassen de bijbehorende ingewandenpakketten worden gehangen, totdat uiteindelijk, op deze wijze voortgaand, 15 alle karkassen en ingewandenpakketten zijn geïnspecteerd. Fig. 14a en 14b illustreren een slachtlijn waarin de hiervoor beschreven wijze van inspecteren wordt toegepast.
In fig. 14a zijn overdrachtsinrichtingen 139a en 139c opgesteld welke ingewandenpakketten kunnen overdragen van 20 ingewandenpakkettentransporteur 4 naar transporteur 2 met samengestelde transportorganen waaraan karkassen hangen, en er zijn overdrachtsinrichtingen 139b en 139d opgesteld welke ingewandenpakketten terug overdragen van transporteur 2 naar transporteur 4. Er wordt aangenomen dat de 25 transporteurs 2 en 4 zodanige snelheden hebben, dat langs inspecteurs 14a, 14b ongeveer tweemaal zoveel karkassen passeren als zij kunnen inspecteren. Vanuit de transporteur 4 wordt nu ter plaatse van de overdrachtsinrichting 139a aan elk in de transporteur 2 getransporteerde tweede 30 karkas het bijbehorende ingewandenpakket overgedragen aan de transporteur 2. De inspecteur 14a inspecteert vervolgens uitsluitend de ingewandenpakketten en karkassen die tezamen in een samengesteld transportorgaan van de transporteur 2 hangen; de karkassen die zonder bijbehorend 35 ingewandenpakket in de transporteur 2 worden voortbewogen, worden niet door de inspecteur 14a geïnspecteerd. Af gekeurde ingewandenpakketten en/of karkassen worden door de 1006580 -16- inspecteur 14a uit de transporteur 2 gelost. De door de inspecteur 14a goedgekeurde ingewandenpakketten worden door middel van de overdrachtsinrichting 139b terug overgedragen aan de transporteur 4, en komen daar tussen de 5 nog niet geïnspecteerde ingewandenpakketten terecht. De nog niet geïnspecteerde ingewandenpakketten worden vervolgens vanuit de transporteur 4 ter plaatse van de overdrachts inrichting 139c overgedragen aan het samengestelde transportorgaan van de transporteur 2 dat het bijbehorende 10 karkas transporteert. De inspecteur 14b inspecteert vervolgens uitsluitend de ingewandenpakketten en karkassen die tezamen in een samengesteld transportorgaan van de transporteur 2 hangen; de karkassen die zonder bijbehorend ingewandenpakket in de transporteur 2 langs de inspecteur 15 14b worden voortbewogen, zijn reeds door de inspecteur 14a geïnspecteerd en goedgekeurd. Afgekeurde ingewandenpakketten en/of karkassen worden door de inspecteur 14b uit de transporteur 2 gelost. De door de inspecteur 14b goedgekeurde ingewandenpakketten worden door middel van de 20 overdrachtsinrichting 139d terug overgedragen aan de transporteur 4, en komen daar tussen de overige reeds geïnspecteerde en goedgekeurde ingewandenpakketten terecht. Aldus zijn alle aan de linkerzijde van fig. 14a via de transporteurs 2 en 4 aangevoerde karkassen resp. inge-25 wandenpakketten aan de rechterzijde van fig. 14a na het passeren van de overdrachtsinrichtingen 139a-139d en de inspecteurs 14a en 14b geïnspecteerd, waarbij elke inspecteur 14a, 14b de helft van de totale hoeveelheid karkassen en ingewandenpakketten inspecteert in de helft van het 30 tempo van de transporteurs. Op analoge wijze kunnen bij het inzetten van meer dan twee inspecteurs in een aangepaste slachtlijnconfiguratie nog hogere slachtlijnsnelhe-den worden ingesteld.
In fig. 14b zijn overdrachtsinrichtingen 141a, 141c 35 en 141e opgesteld welke ingewandenpakketten kunnen overdragen van ingewandenpakkettentransporteur 4 naar tussen-transporteur 143, en er zijn overdrachtsinrichtingen 141b, 1006580 1 -17- 14ld en 14 lf opgesteld welke ingewandenpakketten terug overdragen van tussentransporteur 143 naar transporteur 4. De transporteur 2 transporteert karkassen. Er wordt aangenomen dat de transporteurs 2, 4 en 143 zodanige snelheden 5 hebben, dat langs inspecteurs 14c, 14d en 14e ongeveer driemaal zoveel karkassen passeren als zij kunnen inspecteren. Vanuit de transporteur 4 wordt nu ter plaatse van de overdrachtsinrichting 141a elk derde ingewandenpakket overgedragen aan de tussentransporteur 143. De inspecteur 10 14c inspecteert vervolgens uitsluitend de bij elkaar beho rende ingewandenpakketten en karkassen die door de tussentransporteur 143 resp. transporteur 2 aan hem voorbij gevoerd worden. De karkassen die zonder bijbehorend ingewandenpakket in de transporteur 2 worden voortbewogen, worden 15 niet door de inspecteur 14c geïnspecteerd. Af gekeurde ingewandenpakketten en/of karkassen worden door de inspecteur 14c uit de transporteurs 143 resp. 2 gelost. De door de inspecteur 14c goedgekeurde ingewandenpakketten worden door middel van de overdrachtsinrichting 141b terug over-20 gedragen aan de transporteur 4, en komen daar tussen de nog niet geïnspecteerde ingewandenpakketten terecht. Van de nog niet geïnspecteerde ingewandenpakketten wordt vervolgens vanuit de transporteur 4 ter plaatse van de overdrachtsinrichting 141c elk tweede ingewandenpakket 25 overgedragen aan de tussentransporteur 143. De inspecteur 14d inspecteert vervolgens uitsluitend de bij elkaar behorende ingewanden en karkassen welke door de transporteur 143 resp. 2 aan hem voorbij gevoerd worden. Van de karkassen die zonder bijbehorend ingewandenpakket in de trans-30 porteur 2 langs de inspecteur 14d worden voortbewogen, is reeds elk tweede pakket door de inspecteur 14c geïnspecteerd. Afgekeurde ingewandenpakketten en/of karkassen worden door de inspecteur 14d uit de transporteurs 143 resp. 2 gelost. De door de inspecteur 14d goedgekeurde 35 ingewandenpakketten worden door middel van de overdrachtsinrichting 14ld terug overgedragen aan de transporteur 4, en komen daar tussen reeds geïnspecteerde en nog niet 1006580 -18- geïnspecteerde Ingewandenpakketten terecht. De nog niet geïnspecteerde ingewandenpakketten worden vervolgens vanuit de transporteur 4 ter plaatse van de overdrachtsinrichting 141e overgedragen aan de tussentransporteur 143.
5 De inspecteur 14e inspecteert vervolgens uitsluitend de bijelkaar behorende ingewandenpakketten en karkassen welke door de transporteurs 143 resp. 2 aan hem voorbij worden gevoerd; de karkassen die zonder bijbehorend ingewandenpakket in de transporteur 2 langs de inspecteur 14e worden 10 voortbewogen, zijn reeds door de inspecteurs 14c en 14d geïnspecteerd en goedgekeurd. Afgekeurde ingewandenpakketten en/of karkassen worden door de inspecteur 14e uit de transporteurs 143 resp. 2 gelost. De door de inspecteur 14e goedgekeurde ingewandenpakketten worden door middel 15 van de overdrachtsinrichting 14lf terug overgedragen aan de transporteur 4, en komen daar tussen de overige reeds geïnspecteerde en goedgekeurde ingewandenpakketten terecht. Aldus zijn alle aan de linkerzijde van fig. 14b via de transporteurs 2 en 4 aangevoerde karkassen resp. inge-20 wandenpakketten aan de rechterzijde van fig. 14b na het passeren van de overdrachtsinrichtingen 141a-141f en de inspecteurs 14c, 14d en 14e geïnspecteerd, waarbij elke inspecteur 14c, 14d en 14e eenderde gedeelte van de totale hoeveelheid karkassen en ingewandenpakketten inspecteert 25 in eenderde van het tempo van de transporteurs. De tussentransporteur 143 zal in het algemeen zijn uitgevoerd als een eindloze transporteur; in fig. 14b is uitsluitend het heengaande en niet het teruggaande gedeelte daarvan weergegeven .
30 In de opstellingen van fig. 14a en 14b kunnen uiter aard, afhankelijk van de configuratie van de toegepaste transporteurs, voorzieningen worden getroffen om reeds geïnspecteerde karkassen en/of ingewandenpakketten door middel van geschikte overhanginrichtingen uit de betref-35 fende transporteurs te verwijderen voorafgaand aan een inspectie door een volgende inspecteur.
1006580 -19-
Het is uiteraard ook mogelijk om in de transporteur 2 van fig. 14a en 14b geen karkassen maar ingewandenpakketten te transporteren, en in de transporteur 4 van fig. 14a en 14b geen ingewandenpakketten maar karkassen te trans-5 porteren. De te bereiken voordelen (hoge slachtlijnsnelheden bij normale inspectiesnelheden) blijven daarmee behouden. Verder zij opgemerkt, dat in de slachtlijnopstellin-gen volgens 14a en 14b in plaats van het overdragen van ingewandenpakketten of karkassen met behulp van de over-10 drachtsinrichtingen 139a-139d en I41a-141f ook sprake kan zijn van het overdragen van ingewandenpakkettransportorga-nen met ingewandenpakketten en karkastransportorganen met karkassen.
In de slachtlijnopstelling volgens fig. 14b kunnen de 15 ingewandenpakkettransportorganen en karkastransportorganen tijdens het inspecteren onderling zijn gekoppeld, maar een dergelijke koppeling kan ook ontbreken.
Fig. 15 toont een uithaal- en scheidingsinrichting 140 in een carrouseluitvoering, waarin een aantal bewer-20 kingseenheden 142 zodanig beweegbaar en bestuurbaar zijn opgesteld, dat zij synchroon met in samengestelde trans-portorganen 144 van een transporteur 146 hangende karkassen 150 bewegen om ingewandenpakketten 148 uit deze karkassen 150 te verwijderen en de ingewandenpakketten 148 25 van de karkassen 150 los te maken. De bewerkingseenheden 142 omvatten een onder besturing beweegbare arm 152 met aan het vrije uiteinde daarvan een grijporgaan 154. De samengestelde transportorganen 144 omvatten een karkast-ransportorgaan 30a, en een ingewandenpakkettransportorgaan 30 156 dat twee bekdelen 156a en 156b omvat die op niet nader getoonde wijze ten opzichte van elkaar bewogen kunnen worden voor het uit elkaar en naar elkaar toe bewegen van de bekdelen 156a en 156b. Het grijporgaan 154 omvat twee bekdelen 154a en 154b welke eveneens op niet nader getoon-35 de wijze uit elkaar en naar elkaar toe bewogen kunnen worden.
1006580 -20-
Na het uithalen en scheiden van het ingewandenpakket 148 uit het karkas 150 klemmen de bekdelen 154a en 154b van de bewerkingseenheid 142 een orgaan van het ingewandenpakket 148 vast, in het getoonde geval een slokdarm. De 5 arm 152 wordt vervolgens zodanig bewogen, dat de slokdarm tussen de bekdelen 156a en 156b van het ingewandenpakket-transportorgaan 156 komt te hangen, waarna de bekdelen 156a en 156b naar elkaar toe worden bewogen voor het vastklemmen van de slokdarm. Vervolgens worden de bekdelen 10 154a en 154b geopend. Het ingewandenpakket 148 wordt aldus direkt na het uithalen uit het karkas en het scheiden van het ingewandenpakket van het karkas overgedragen aan het ingewandenpakkettransportorgaan 156 van het samengestelde transportorgaan 144. Het samengestelde transportorgaan 15 wordt vervolgens door een niet in de figuur getoond in-spectiestation gevoerd voor een inspectie van het karkas en het ingewandenpakket.
Fig. 16 toont een soortgelijke opstelling als die van fig. 15, waarbij echter in het traject tussen de uithaal-20 en scheidingsinrichting 140 en een niet in de figuur weergegeven stroomafwaarts gelegen inspectiestation een evenwijdig aan de transportrichting van de transporteur 146 gericht scheidingselement 158 is opgesteld om de karkassen en de ingewandenpakketten 148 van elkaar ge-25 scheiden te houden doordat deze elk aan tegenover elkaar liggende zijden van het scheidingselement 158 worden voortbewogen door het samengestelde transportorgaan 144.
Het zal duidelijk zijn, dat de hiervoor beschreven inrichtingen een betrouwbare synchronisatie van het inge-30 wandenpakket en het karkas in een inspectiestation waarborgen door een in het algemeen mechanische koppeling tussen het ingewandenpakkettransportorgaan en het karkas-transportorgaan.
Het hiervoor niet nader beschreven overdragen van 35 ingewandenpakketten en karkassen vindt plaats door middel van algemeen bekende, en daarom niet in detail getoonde en beschreven overdrachtsinrichtingen.
1006580 '

Claims (35)

1. Werkwijze voor het verwerken van geslacht gevogelte, omvattende de volgende stappen: uithalen van het ingewandenpakket uit het karkas van 5 het gevogelte; scheiden van het ingewandenpakket van het karkas; transporteren van het ingewandenpakket in een inge-wandenpakkettransportorgaan; transporteren van het karkas in een karkastransport-10 orgaan; en inspecteren van het ingewandenpakket en het karkas, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportor-gaan en het karkastransportorgaan althans tijdens het inspecteren onderling zijn gekoppeld.
2. Werkwijze volgens conclusie l, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportorgaan en het karkastransportorgaan deel uitmaken van één samengesteld transportor-gaan.
3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 20 dat na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket het karkas wordt getransporteerd door een eerste transporteur en het ingewandenpakket wordt getransporteerd door een tweede transporteur, dat voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpakket van de tweede transporteur 25 wordt overgedragen aan de eerste transporteur, en dat vervolgens de inspectie van het door de eerste transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de eerste transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat 30 na de inspectie het ingewandenpakket van de eerste transporteur wordt overgedragen aan de tweede transporteur. 1006580 -22-
5. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket het karkas wordt getransporteerd door een eerste transporteur en het ingewandenpakket wordt getransporteerd 5 door een tweede transporteur, dat voorafgaand aan de inspectie het karkas van de eerste transporteur wordt overgedragen aan de tweede transporteur, en dat vervolgens de inspectie van het door de tweede transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de tweede transpor-10 teur getransporteerde karkas plaatsvindt.
6. Werkwijze volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat na de inspectie het karkas van de tweede transporteur wordt overgedragen aan de eerste transporteur.
7. Werkwijze volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, 15 dat na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket het karkas wordt getransporteerd door een eerste transporteur en het ingewandenpakket wordt getransporteerd door een tweede transporteur, en dat voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpakket van de tweede transporteur 20 wordt overgedragen aan een derde transporteur en het karkas van de eerste transporteur wordt overgedragen aan de derde transporteur, en dat vervolgens de inspectie van het door de derde transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de derde transporteur getranspor-25 teerde karkas plaatsvindt.
8. Werkwijze volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat na de inspectie het karkas en/of het ingewandenpakket van de derde transporteur wordt overgedragen aan de eerste resp. tweede transporteur.
9. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket het karkas wordt getransporteerd door een eerste transporteur en het ingewandenpakket wordt getransporteerd 1006580 4 -23- door een tweede transporteur, en dat voorafgaand aan de inspectie het ingewandenpakket van de tweede transporteur wordt overgedragen aan een derde transporteur, en dat vervolgens de inspectie van het door de derde transporteur 5 getransporteerde ingewandenpakket en het door de eerste transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt.
10. Werkwijze volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat na de inspectie het ingewandenpakket van de derde transporteur wordt overgedragen aan de tweede transporteur. 10 ll. Werkwijze volgens conclusie l of 2, met het kenmerk, dat na het uithalen en het scheiden van het ingewandenpakket het karkas wordt getransporteerd door een eerste transporteur en het ingewandenpakket wordt getransporteerd door een tweede transporteur, en dat voorafgaand aan de 15 inspectie het karkas van de eerste transporteur wordt overgedragen aan een derde transporteur, en dat vervolgens de inspectie van het door de tweede transporteur getransporteerde ingewandenpakket en het door de derde transporteur getransporteerde karkas plaatsvindt.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat na de inspectie het karkas van de derde transporteur wordt overgedragen aan de eerste transporteur.
13. Werkwijze volgens een van de conclusies 3-12, met het kenmerk, dat de overdracht van het ingewandenpakket en/of 25 het karkas tezamen met het bijbehorende ingewandenpakket-transportorgaan resp. karkastransportorgaan plaatsvindt.
14. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het ingewandenpakket direkt na het uithalen en scheiden daarvan van het karkas wordt overgedragen aan het samenge- 30 stelde transportorgaan. 1006580 Γ -24-
15. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-14, met het kenmerk, dat voorafgaand aan de inspectie althans de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, van het ingewandenpakket worden verwijderd.
16. Werkwijze volgens een van de conclusies 1-15, met het kenmerk, dat voorafgaand aan het uithalen van het ingewandenpakket uit het karkas van het gevogelte althans de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, uit het karkas worden verwijderd.
17. Werkwijze volgens conclusie 3 en 15, 5 en 15, 7 en 15, 9 en 15, of 11 en 15, met het kenmerk, dat tijdens het transport van het ingewandenpakket in de tweede transporteur althans de darmen, en in het bijzonder de darmen en de galblaas, van het ingewandenpakket worden verwijderd.
18. Inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, omvattende: een uithaalinrichting voor het uithalen van het ingewandenpakket uit het karkas van het gevogelte; scheidingsmiddelen voor het scheiden van het ingewan- 20 denpakket van het karkas; een ingewandenpakkettransportorgaan voor het transporteren voor het ingewandenpakket; een karkastransportorgaan voor het transporteren van het karkas; en 25 een inspect iestat ion voor het inspecteren van het ingewandenpakket en het karkas, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportor-gaan en het karkastransportorgaan zijn ingericht om althans in het inspectiestation onderling gekoppeld te zijn.
19. Inrichting volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportorgaan en het karkastransportorgaan deel uitmaken van één samengesteld transportor-gaan. 1006580 -25-
20. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt door: een eerste, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het trans-5 porteren van het karkas; een tweede, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het ingewandenpakket; een stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiesta- 10 tion opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het ingewandenpakket van de tweede transporteur aan de eerste transporteur.
21. Inrichting volgens conclusie 20, gekenmerkt door een stroomafwaarts ten opzichte van het inspectiestation 15 opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het ingewandenpakket van de eerste transporteur aan de tweede transporteur.
22. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt door: 20 een eerste, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het karkas; een tweede, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het trans- 25 porteren van het ingewandenpakket; een stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het karkas van de eerste transporteur aan de tweede transporteur.
23. Inrichting volgens conclusie 22, gekenmerkt door een stroomafwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het karkas van de tweede transporteur aan de eerste transporteur . 1006580 / -26-
24. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt door: een eerste, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het trans-5 porteren van het karkas; een tweede, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het ingewandenpakket; en een stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiesta-10 tion opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het ingewandenpakket van de tweede transporteur aan een derde transporteur, en het overdragen van het karkas van de eerste transporteur aan de derde transporteur.
25. Inrichting volgens conclusie 24, gekenmerkt door een 15 stroomafwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het karkas en/of het ingewandenpakket van de derde transporteur aan de eerste resp. tweede transporteur.
26. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt 20 door: een eerste, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het karkas; een tweede, stroomopwaarts ten opzichte van het 25 inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het ingewandenpakket; en een stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het ingewandenpakket van de tweede transporteur aan 30 een derde transporteur.
27. Inrichting volgens conclusie 26, gekenmerkt door een stroomafwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het ingewandenpakket van de derde transporteur aan de 1006580 -27- tweede transporteur.
28. Inrichting volgens conclusie 18 of 19, gekenmerkt door: een eerste, stroomopwaarts ten opzichte van het 5 inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het karkas; een tweede, stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde transporteur voor het transporteren van het ingewandenpakket; en 10 een stroomopwaarts ten opzichte van het inspectiesta tion opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het karkas van de eerste transporteur aan de derde transporteur.
29. Inrichting volgens conclusie 28, gekenmerkt door een 15 stroomafwaarts ten opzichte van het inspectiestation opgestelde overdrachtsinrichting voor het overdragen van het karkas van de derde transporteur aan de eerste transporteur .
30. Inrichting volgens een van de conclusies 20-29, met 20 het kenmerk, dat elke overdrachtsinrichting is ingericht voor het overdragen van het ingewandenpakkettransportor-gaan en/of het karkastransportorgaan.
31. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de scheidingsmiddelen zijn ingericht om het ingewandenpak- 25 ket over te dragen aan het samengestelde transportorgaan.
32. Inrichting volgens een van de conclusies 18-31, met het kenmerk, dat het karkastransportorgaan een haak voor het dragen van tenminste één poot van het karkas omvat.
33. Inrichting volgens een van de conclusies 18-32, met 30 het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportorgaan een 1006580 -28- kleminrichting voor het dragen van het ingewandenpakket omvat.
34. Inrichting volgens een van de conclusies 18-32, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportorgaan een 5 spleet of uitsparing voor het dragen van het ingewandenpakket omvat.
35. Inrichting volgens een van de conclusies 18-32, met het kenmerk, dat het ingewandenpakkettransportorgaan één of meer gepunte uitsteeksels voor het althans gedeeltelijk 10 doorboren van een orgaan en het aan het/de uitsteeksel(s) dragen van het ingewandenpakket omvat.
36. Transportorgaan bestemd voor toepassing in een werkwijze volgens een van de conclusies 1-17, en bestemd voor toepassing in een inrichting volgens een van de conclusies 15 18-35. 1006580
NL1006580A 1997-07-14 1997-07-14 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting. NL1006580C2 (nl)

Priority Applications (5)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006580A NL1006580C2 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
PCT/NL1998/000386 WO1999003354A1 (en) 1997-07-14 1998-07-07 Method and device for processing slaughtered poultry, as well as conveyor member for use in such a method and device
EP98932625A EP0996339A1 (en) 1997-07-14 1998-07-07 Method and device for processing slaughtered poultry, as well as conveyor member for use in such a method and device
JP2000502673A JP2001510024A (ja) 1997-07-14 1998-07-07 屠殺した家禽を処理する方法および装置、並びにこのような方法および装置に使用するコンベヤ部材
US09/483,031 US6152816A (en) 1997-07-14 2000-01-13 Method and device for processing slaughtered poultry, as well as conveyor member for use in such a method and device

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1006580 1997-07-14
NL1006580A NL1006580C2 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1006580C2 true NL1006580C2 (nl) 1999-01-15

Family

ID=19765352

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1006580A NL1006580C2 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US6152816A (nl)
EP (1) EP0996339A1 (nl)
JP (1) JP2001510024A (nl)
NL (1) NL1006580C2 (nl)
WO (1) WO1999003354A1 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023885C2 (nl) * 2003-07-10 2005-01-11 Tieleman Food Equipment B V Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van het ingewandenpakket van gevogelte.
CN107821565A (zh) * 2016-09-15 2018-03-23 迈因食品加工有限公司 用于检验家禽屠体和/或内脏包装的加工线和方法

Families Citing this family (38)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1006580C2 (nl) * 1997-07-14 1999-01-15 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
NL1015682C2 (nl) * 2000-01-18 2001-07-19 Stork Pmt Uithaalorgaan, inrichting en werkwijze voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
DE60120956T2 (de) * 2000-04-11 2007-02-08 Linco Food Systems A/S Verfahren und vorrichtung zur inspektion von schlachtgeflügel, insbesondere brathähnchen
NL1017100C2 (nl) 2001-01-12 2002-07-22 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
US20070184768A1 (en) * 2006-01-30 2007-08-09 William Sorensen Breakaway poultry shackle
US8257154B2 (en) * 2006-12-20 2012-09-04 Robotic Technologies Limited Puller for use in animal carcass boning or cutting
FR2919473A1 (fr) * 2007-08-01 2009-02-06 Durand Internat Soc Par Action Sciage de carcasses de porc ou analogue
US7500910B2 (en) * 2007-08-06 2009-03-10 Johnson Food Equipment, Inc. Device and method for clamping and cutting
US20100190426A1 (en) * 2009-01-26 2010-07-29 Kok-Meng Lee Live bird shackle transfer systems and methods
US8632380B2 (en) 2010-01-26 2014-01-21 Foodmate B.V. Method and apparatus for removing a sleeve of meat from an animal part having bone with knuckles on each of its opposite ends
US8157625B2 (en) 2010-01-26 2012-04-17 Foodmate Bv Method and apparatus for collecting meat from an animal part
US8757354B2 (en) 2010-04-19 2014-06-24 Foodmate Bv Turning block alignment
NL2004573C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Turning block alignment.
NL2004574C2 (en) 2010-04-19 2011-10-20 Foodmate B V Rotatable article support for a conveyor.
US8789684B2 (en) 2010-04-19 2014-07-29 Foodmate Bv Rotatable article support for a conveyor
NL2006075C2 (en) 2011-01-26 2012-07-30 Foodmate B V Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station.
KR101209029B1 (ko) 2010-04-27 2012-12-06 주식회사 도안식품 행거에 거치 된 계육 잔골의 탈거 장치
US8727839B2 (en) 2011-01-21 2014-05-20 Foodmate Bv Poultry wing cutter for narrow pitch poultry lines
US8267241B2 (en) 2011-01-26 2012-09-18 Foodmate Bv Rotationally indexed article support for a conveyor system having an alignment station
KR101966469B1 (ko) 2011-01-26 2019-04-05 푸드메이트 비.브이. 동물의 대퇴부들로부터 고기를 분리하고 수집하기 위한 동물의 대퇴부들을 발골하는 방법 및 이를 수행하기 위한 장치
US8882571B2 (en) 2011-01-26 2014-11-11 Foodmate Bv Method of deboning animal thighs for separating and collecting meat therefrom and apparatus for performing the method
US8430728B2 (en) 2011-02-14 2013-04-30 Foodmate Bv Special cut poultry wing cutter
NL2007888C2 (en) * 2011-11-29 2013-05-30 Meyn Food Proc Technology Bv Deboner for poultry parts, such as thighs or drumsticks.
NL2009033C2 (en) 2012-06-19 2013-12-23 Foodmate B V Weighing method and apparatus.
CN104427880B (zh) * 2012-07-04 2017-10-31 马瑞奥肉类加工有限公司 用于输送四足屠宰牲畜的胴体或胴体部位的***
US8808068B2 (en) 2012-10-29 2014-08-19 Foodmate Bv Method of and system for automatically removing meat from an animal extremity
NL2009718C2 (en) 2012-10-29 2014-05-01 Foodmate B V Method of mechanically removing skin from animal parts.
WO2014125118A1 (en) * 2013-02-18 2014-08-21 Dat-Schaub A/S Apparatus and process for cutting off small intestines
EP2803273A1 (en) * 2013-05-14 2014-11-19 Linco Food Systems A/S A method, a system and a guide assembly for separating viscera sets eviscerated from slaughtered poultry
US9078453B2 (en) 2013-11-01 2015-07-14 Foodmate B.V. Method and system for automatically deboning poultry breast caps containing meat and a skeletal structure to obtain breast fillets therefrom
US9648887B2 (en) * 2013-11-14 2017-05-16 Linco Food Systems A/S Guide member, a guide system and a method for separating a viscary set eviscerated from slaughtered poultry
NL2011818C2 (en) * 2013-11-19 2015-05-26 Meyn Food Proc Technology Bv Apparatus and method for removing the entrails from the abdominal cavity of poultry.
US8961274B1 (en) 2013-12-18 2015-02-24 Foodmate Bv Selective tendon cutter and method
KR101707615B1 (ko) * 2014-08-29 2017-02-20 주식회사 태진 가금류 처리시스템 및 이를 이용한 가금류 처리방법
USD775931S1 (en) * 2015-03-24 2017-01-10 Meyn Beheer B.V. Magnetic carrier for a rehanger
NL2014523B1 (en) * 2015-03-25 2017-01-11 Meyn Food Proc Technology Bv Processing and/or inspection line for poultry suspended by the legs.
NL2018174B1 (en) * 2017-01-16 2018-07-26 Meyn Food Processing Tech Bv Evisceration apparatus and a method for eviscerating sus-pended poultry
KR102369861B1 (ko) * 2018-09-03 2022-03-02 에프피아이 푸드 프로세싱 이노베이션 게엠베하 앤드 코.카게 가금류를 이송하는 장치 및 방법

Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3559233A (en) * 1969-04-24 1971-02-02 Gary J Bottomley Method and apparatus for eviscerating poultry
US4467498A (en) * 1983-11-21 1984-08-28 Cantrell Machine Co., Inc. Rotary viscera harvester
EP0512636A1 (en) * 1991-05-08 1992-11-11 Stork Pmt B.V. Method and device for mechanically drawing slaughtered poultry
EP0530868A1 (en) * 1991-09-03 1993-03-10 Machinefabriek Meyn B.V. Method and apparatus for processing poultry
EP0538943A1 (en) * 1991-10-23 1993-04-28 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for removing the entrails from the abdominal cavity of poultry
EP0587253A2 (en) * 1992-09-10 1994-03-16 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
WO1996016553A1 (en) * 1994-11-25 1996-06-06 Lindholst & Co. A/S Method and apparatus for handling of slaughtered poultry, in particular broilers

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2516499A (en) * 1945-02-09 1950-07-25 Edward J Albright Conveyer for eviscerating apparatus
US3538325A (en) 1968-05-16 1970-11-03 Gen Signal Corp Performance level control of vehicles from a central office
US4538325A (en) * 1980-08-19 1985-09-03 Centennial Machine Company, Inc. Gizzard harvesting machine
US4413376A (en) * 1981-01-21 1983-11-08 Linville Richard D Support shackle and product drop mechanism
US5026317A (en) * 1990-03-20 1991-06-25 Kennedy Claude D Viscera excision for poultry and the like
US5098333A (en) * 1990-03-29 1992-03-24 Meyn Canada Poultry Inc. Method and apparatus for removing viscera from poultry carcasses
NL9101856A (nl) * 1991-11-07 1993-06-01 Meyn Maschf Werkwijze en inrichting voor het in losse onderdelen scheiden van een uit een vogel verwijderd pakket bestaande uit darmen, lever en hart met longen.
NL9200599A (nl) * 1992-03-31 1993-10-18 Meyn Maschf Inrichting voor het transporteren van uit vogels verwijderde ingewandenpakketten.
NL1006580C2 (nl) * 1997-07-14 1999-01-15 Stork Pmt Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.

Patent Citations (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3559233A (en) * 1969-04-24 1971-02-02 Gary J Bottomley Method and apparatus for eviscerating poultry
US4467498A (en) * 1983-11-21 1984-08-28 Cantrell Machine Co., Inc. Rotary viscera harvester
EP0512636A1 (en) * 1991-05-08 1992-11-11 Stork Pmt B.V. Method and device for mechanically drawing slaughtered poultry
EP0530868A1 (en) * 1991-09-03 1993-03-10 Machinefabriek Meyn B.V. Method and apparatus for processing poultry
EP0538943A1 (en) * 1991-10-23 1993-04-28 Machinefabriek Meyn B.V. Apparatus for removing the entrails from the abdominal cavity of poultry
EP0587253A2 (en) * 1992-09-10 1994-03-16 Stork Pmt B.V. Method and device for processing a cluster of organs from a slaughtered animal
WO1996016553A1 (en) * 1994-11-25 1996-06-06 Lindholst & Co. A/S Method and apparatus for handling of slaughtered poultry, in particular broilers

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1023885C2 (nl) * 2003-07-10 2005-01-11 Tieleman Food Equipment B V Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van het ingewandenpakket van gevogelte.
CN107821565A (zh) * 2016-09-15 2018-03-23 迈因食品加工有限公司 用于检验家禽屠体和/或内脏包装的加工线和方法

Also Published As

Publication number Publication date
JP2001510024A (ja) 2001-07-31
WO1999003354A1 (en) 1999-01-28
US6152816A (en) 2000-11-28
EP0996339A1 (en) 2000-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1006580C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van geslacht gevogelte, alsmede transportorgaan voor toepassing in een dergelijke werkwijze en inrichting.
JP3414418B2 (ja) 家禽処理法および装置
NL1017100C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
NL9300815A (nl) Werkwijze en inrichting voor het verwijderen en verwerken van een organenpakket van een slachtdier.
US7195554B2 (en) Method and apparatus for separating thigh meat and oyster meat
EP1226758B1 (en) Method and apparatus of separating poultry meat from bones
NL1015682C2 (nl) Uithaalorgaan, inrichting en werkwijze voor het verwerken van een ingewandenpakket van een slachtdier.
NL9401198A (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van de romp van geslacht gevogelte.
JP2002171899A (ja) 屠殺した動物の脚の膝関節の近傍で正確な切断操作を行うための方法及び装置
EP2572586A3 (en) System and method for processing a carcass part of slaughtered poultry
DE69109875T2 (de) Einstellbares System zum Filettieren von Geflügelbrust.
NL9100804A (nl) Werkwijze en inrichting voor het mechanisch ontweien van geslacht gevogelte.
JP2022530772A (ja) 吊るされた半身の豚の枝肉からの前端の切断
US6749497B2 (en) Apparatus and method of edible feet harvest and paw production
WO2019159526A1 (ja) 骨付き肢肉の骨肉分離装置及び骨付き肢肉の骨肉分離方法
BR112021015435A2 (pt) Sistema e método para desossar uma parte de perna de ave
CA2417381C (en) System for harvesting animal parts
NL2016393B1 (en) Device and method for preparing the evisceration of beheaded slaughtered poultry.
US3736622A (en) Method and apparatus for slaughtering animals
US3657770A (en) Method and apparatus for slaughtering animals
WO1998044806A1 (en) Method, apparatus and evisceration spoon for eviscerating intestine packs of slaughtered poultry
NL1016038C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het fileren van vis.
EP1278425B1 (en) Method and system for inspection of slaughtered poultry, in particular broilers
NL1023885C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het inspecteren van het ingewandenpakket van gevogelte.
DK201600600A1 (en) Poultry shackle or product carrier with tendon trap for suspending poultry or parts thereof

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20030201