NL1003478C2 - Werkwijze, inrichting en samenstel voor het reinigen van containers. - Google Patents

Description

WERKWIJZE, INRICHTING EN SAMENSTEL VOOR HET REINIGEN VAN CONTAINERS

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze, inrichting en samenstel voor het reinigen van containers.

Velerlei etenswaren zoals groenten, fruit en 5 vleesprodukten worden in van kunststof vervaardigde kratten getransporteerd, waarbij deze kratten in lagen op pallets zijn gestapeld. Deze kratten zijn herbruikbaar, maar na gebruik moeten zij gereinigd worden.

Een bekende werkwijze voor het reinigen van 10 dergelijke kratten omvat de stappen van het roteren van een hele, zich op een pallet in lagen bevindende, stapel lege kratten, waarbij ook de pallet meegeroteerd wordt, teneinde de kratten van grof vuil te ontdoen, voor zij een wasmachine ingaan.

15 Een probleem met deze bekende werkwijze is dat een onacceptabel grote hoeveelheid grof vuil nog steeds door de kratten in de wasmachine meegenomen wordt.

Een doel van de onderhavige uitvinding is een verbeterde werkwijze voor het reinigen van containers te 20 verschaffen.

Volgens de onderhavige uitvinding wordt er een werkwijze verschaft voor het reinigen van containers omvattende de volgende stappen: - het in een automatisch roterende inrichting 25 plaatsen van een individuele laag containers, zoals van kunststof vervaardigde kratten of dergelijke, - het in hoofdzaak 180° roteren van deze individuele laag door middel van de automatisch roterende inrichting, waardoor resterend vuil zoals vlees- en 30 groenteresten uit de containers valt; en 1003478 2 - het vervolgens transporteren van de aldus geroteerde individuele laag naar een reinigingsruimte, waarin de containers met wasvloeisto£ worden behandeld.

Derhalve wordt bij de werkwijze volgens de 5 onderhavige uitvinding slechts één laag containers per keer geroteerd voor transport in een reinigingsruimte, waardoor het vuil uit de kratten valt, en vervolgens makkelijk a£gevoerd kan worden. In de stand der techniek -valt het vuil daarentegen bovenop de bodem van de onder-10 liggende laag kratten, waardoor een onacceptabel grote hoeveelheid grof vuil in de reinigingsruimte geraakt. Bij deze werkwijze volgens de stand der techniek is verstopping van de reinigingsruimte, bijvoorbeeld van sproeiers, leidingen en dergelijke, een groot probleem.

15 Bij voorkeur wordt de individuele laag van een stapel van op een pallet gelegen laag kratten naar de automatisch roterende inrichting verplaatst. Hierdoor kan tijdens het roteren van een laag kratten volgens de onderhavige uitvinding, een andere laag kratten in de 20 reinigingsruimte gevoerd worden, waarbij de reinigingsruimte niet stil komt te liggen en een grote reinigings-capaciteit verkregen wordt. Dit is niet het geval volgens de bekende werkwijze.

Bij voorkeur wordt de stapel containerlagen op 25 de pallet boven de onderste laag vastgehouden, waarna vervolgens de vrij liggende onderste laag in de roterende inrichting geplaatst wordt, waarna de vastgehouden stapel containerlagen losgelaten wordt, teneinde deze stapel containerlagen te laten zakken, waardoor de thans onder-30 ste containerlaag vervolgens verplaatst kan worden, waarna deze stappen eventueel opnieuw uitgevoerd worden.

Aldus wordt een onderste laag kratten niet meer vastgehouden, waardoor deze laag kratten verplaatst kan worden ten opzichte van de vastgehouden laag kratten, 35 waarna deze verplaatste laag kratten geroteerd wordt.

Bij het verlaten van de reinigingsruimte worden de lagen kratten opnieuw individueel door een roterende inrichting geroteerd, waarbij vervolgens deze individuele 1003478 3 lagen laag voor laag boven elkaar op pallets kunnen worden opgestapeld. Op deze manier worden kratten verschaft die klaar zijn voor gebruik.

Bij voorkeur worden de containers tussen een 5 ingang en een uitgang van een cirkelvormige reinigings-ruimte zoals een carrousel-reinigingsmachine getransporteerd, in welke reinigingsruimte de containers worden gereinigd.

Een cirkelvormige reinigingsruimte neemt weinig 10 ruimte in ten opzichte van lijnvormige krattenreinigings-machines, waarbij kratten los ingevoerd moeten worden in plaats van in lagen. Bij een dergelijke carrousel-reini-gingsruimte is het mogelijk om in staptijden van 8 seconden lagen kratten in en uit de carrousel-reinigingsruimte 15 te transporteren.

De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het roteren van een individuele laag bestaande uit één of meer containers, zoals van kunststof vervaardigde kratten of dergelijke voor groente, fruit en 20 vlees, omvattende ontkoppelbare vasthoudmiddelen voor het vasthouden van een laag in de inrichting, zodat deze laag tijdens het roteren van de inrichting vastgehouden wordt en rotatiemiddelen voor het roteren van de inrichting.

Bij voorkeur omvat de inrichting ontkoppelbare 25 vasthoudmiddelen voor het vasthouden van een container-laag in een eerste vasthoudpositie en het vrijlaten van de containerlaag in een tweede niet-vasthoudpositie.

Aldus kan een containerlaag vastgehouden worden tijdens het roteren van de inrichting en vrijgelaten 30 worden tijdens het verplaatsen van de containerlaag in en uit de inrichting.

De vasthoudmiddelen omvatten bij voorkeur een kooi-achtige constructie, waarbij meer bij voorkeur het dak en de vloer van de kooiconstructie ten opzichte van 35 elkaar door middel van één of meer hydraulisch cilinders verplaatsbaar zijn. Aldus wordt een goede aangrijping van de containerlaag tijdens het roteren van de inrichting verschaft, waarna het dak en de vloer door middel van de 1003478 4 cilinders uit elkaar gedreven kunnen worden, teneinde de containerlaag vrij te laten.

Bij voorkeur omvatten de rotatiemiddelen een as.

5 Verder kan de inrichting verdringingsmiddelen omvatten voor het verdringen van de containerlaag uit de kooiconstructie.

De uitvinding heeft verder betrekking op een •samenstel voor het reinigen van containers zoals van 10 kunststof vervaardigde kratten of dergelijke voor het transport van groente, fruit en vlees bijvoorbeeld, omvattende: - vasthoudmiddelen voor het vasthouden van een stapel boven elkaar op een pallet gelegen containerlagen, 15 - één of meer inrichtingen voor het roteren van een individuele laag containers, - en een cirkelvormige reinigingsruimte van het carrouseltype.

Bij voorkeur omvat dit samenstel verplaatsings-20 middelen voor het verplaatsen van een containerlaag gelegen aan de onderzijde van een stapel vastgehouden containerlagen. Aldus gaan de containers per containerlaag de reinigingsruimte in.

De uitvinding zal thans beschreven worden met 25 verwijzing naar de figuren, waarin: - figuur 1 een perspectivisch aanzicht toont van een deel van het samenstel volgens de onderhavige uitvinding omvattende een eerste uitvoeringsvorm van de rotatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, 30 - figuur 2 een omgekeerd zijaanzicht toont van de inrichting uit figuur 1, - figuur 3 een zijaanzicht toont van een tweede uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de onderhavige uitvinding, en 35 - figuren 4 tot en met 12 stapsgewijs de werk wijze volgens de onderhavige uitvinding tonen, met gebruik van een derde uitvoeringsvorm van de rotatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding.

1003478 5

Een steuninrichting 2, voor het steunen van een op een pallet (niet getoond) gelegen stapel containerla-gen, is naast een rotatie-inrichting 4 geplaatst (figuur 1) · 5 De steuninrichting 2 omvat een (beweegbaar) frame 6 aangebracht op benen 8. Vier vasthoudbalken 10 zijn in het frame 6 aangebracht. De vier vasthoudbalken 10 zijn uitgerust met vasthoudplaatjes 12. Een pneumatische cilinder is verbonden met elke vasthoudbalk 10, 10 waarbij in figuur 1 slechts één cilinder 14 is getoond.

Een transportband kan onder de steuninrichting 2 lopen, waarop gestapelde lagen containers op pallets zich uitstrekken door de steuninrichting 2.

Het frame 6 is aangebracht aan de benen 8 door 15 middel van kettingbanen 16, waarbij één kettingbaan 16 is aangesloten op een elektrische motor 18.

De rotatie-inrichting 4 is voorzien van een kooiconstructie 24 welke op twee V-vormige steunorganen 26, 27 is aangebracht. De steunorganen 26, 27 zijn ver-20 bonden met de kooiconstructie 24 door middel van een frame-orgaan 28. Een elektrische motor 30 is aangebracht op het steunorgaan 27. Deze motor 30 is verbonden met een drijfriem 32 die op zijn beurt is verbonden met een drijfas 34, waarbij de drijfas 34 zich uitstrekt door de 25 top van het steunorgaan 27 en is vastgemaakt aan het frame-orgaan 28 van de kooiconstructie 24. Aan de andere kant van de kooiconstructie 24 is het andere steunorgaan 26 hieraan bevestigd door middel van een rotatiepen (niet getoond).

30 Een beweegbaar vloerframe 36 van de kooicon structie 24 is voorzien van een stang 38. Deze stang 38 is verbonden met een pneumatische cilinder 40. Deze cilinder 40 is verbonden met de kooiconstructie 24 door middel van twee verbindingselementen 42 (zie figuur 2).

35 Het vloerframe 36 is scharnierbaar verbonden met de kooiconstructie 24 door middel van vier latten 46, waarbij één uiteinde van elke lat 46 is verbonden met het onafhankelijk van de kooiconstructie 24 aangebrachte 1003478 6 vloerframe 36 en aan de andere kant met de kooiconstructie 24 zelf. Aan het open dak van de kooiconstructie 24 is een verdringer aangebracht. Deze verdringer bestaat uit een elektrische motor 50 die door middel van een as 5 52 met twee drijfwielen 54 is verbonden. Deze drijfwielen 54 zijn op hun beurt verbonden met twee andere drijfwielen 56 door middel van twee afzonderlijke kettingen 58. Twee verdringingsbalken 60, 62 strekken zich uit tussen •de kettingen 58 en zijn tegenover elkaar hierop aange-10 bracht.

Teneinde kratten te reinigen, wordt één laag kratten vastgehouden in de steuninrichting 2 door middel van het samendrukken van de vasthoudbalken 10 door de pneumatische cilinders 16. Om ervoor te zorgen dat beide 15 zijden van alle vasthoudbalken 10 een synchrone vasthoud-beweging maken, is er gebruik gemaakt van een mechanische gelijkloopregeling.

De gelijke loop wordt hierbij gerealiseerd door de vasthoudbalken 10 en kettingbanen die tegenover elkaar 20 liggen en die met elkaar in contact zijn door middel van een doorlopende as (niet getoond) te bevestigen. Tegenover elkaar liggende cilinders 16 trekken nu met dezelfde beweging de vasthoudbalken 10 naar elkaar toe. De vast-houdplaatjes 12 werken als krachtverdelers die ervoor 25 zorgen dat bij onnauwkeurigheden in de maat van de laag kratten toch overal vasthouddruk wordt uitgeoefend.

Het vasthouden van de lagen kratten aan de vier zijden van de laag kratten vermindert de problemen van knikken en deformatie tussen de kratten in een individue-30 le laag kratten.

Wanneer een laag kratten (bijvoorbeeld vijf kratten) eenmaal wordt vastgehouden, wordt het frameor-gaan 6 door middel van de kettingbanen 16 enigszins naar boven gedreven, teneinde de onderste laag kratten van de 35 andere laag kratten te scheiden. Daarna wordt de thans vrijliggende laag kratten in de rotatie-inrichting 4 door middel van niet-getoonde verplaatsingsmiddelen verplaatst. Vervolgens worden de vasthoudbalken 10 door 1003478 7 middel van de pneumatische cilinders 16 uit elkaar gedreven, waardoor de stapel krattenlagen naar beneden zakt, waarna opnieuw de onderste laag kratten van de bovenliggende lagen kratten gescheiden kan worden (zie ook figu-5 ren 1 tot en met 4).

Wanneer de laag kratten in de rotatie-inrich-ting 4 is verplaatst, worden het vloerframe 36 en de tussenstang 38 omhoog gedrukt (door middel van de pneumatische cilinder 40). Hierdoor wordt de laag kratten tegen 10 overhangende lippen 48 van de kooiconstructie 24 geduwd, waardoor de laag kratten in de kooiconstructie 24 vastgehouden wordt.

Hierna wordt de drijfriem 32 door middel van de elektrische motor 30 aangedreven, waardoor de drijfas 34 15 op zijn beurt wordt aangedreven. Aldus wordt de kooiconstructie 24 geroteerd. Na 180° wordt rotatie van de kooiconstructie gestopt, waarbij de laag kratten ondersteboven in de kooiconstructie ligt. In deze stand valt grof vuil uit de kratten door het open dak van de kooi-20 constructie 24.

Vervolgens wordt de laag kratten uit de kooiconstructie 24 verdrongen door middel van het aandrijven van de verdringingsbalken 60, 62 langs de kettingen 58.

Zonder dat de kooiconstructie 24 opnieuw 180° 25 geroteerd hoeft te worden, kan opnieuw een laag kratten hierin geplaatst worden. In deze stand, wordt een laag kratten vastgehouden door het naar beneden duwen van het vloerframe 36, waarna de kooiconstructie 24 opnieuw geroteerd wordt, waarbij grof vuil door de open bodem van 30 het vloerframe 36 uit de kratten valt.

Teneinde de vasthoudbalken 10 op de juiste wijze te positioneren, dat wil zeggen op de één na onderste laag kratten, kan positioneren plaatsvinden met behulp van een elektronisch liniaal dat de hoogte door-35 geeft aan de besturing van het frameorgaan 6.

De vasthoudinrichting en rotatie-inrichting, zoals bij figuur 1 getoond, kunnen zowel bij de ingang als de uitgang van een reinigingsruimte geplaatst zijn, 1003478 δ teneinde het afbouwen en inladen van lagen kratten in de reinigingsruimte en het vervolgens uitladen en opstapelen van de gereinigde lagen kratten uit te voeren.

De tweede uitvoeringsvorm van de rotatie-in-5 richting volgens de onderhavige uitvinding wordt in figuur 3 in zijaanzicht getoond. Deze uitvoeringsvorm 70 heeft een dubbele kooiconstructie 72. Hier wordt een laag kratten aan de ene zijde naar binnen geschoven en na .rotatie aan de andere zijde naar buiten geschoven. De 10 dubbele frameconstructie 72 heeft twee verstelbare bodems 74, die zijn vastgemaakt aan de dubbele kooiconstructie 72 door middel van gescharnierde latelementen 76. De bodems 74 zijn verplaatsbaar door middel van pneumatische cilinders 78. De dubbele kooiconstructie 72 wordt gero-15 teerd rondom een as 60. Deze dubbele kooi kan gemakkelijk gebruikt worden bij verschillende soorten kratten, daar, aangezien de bodems 74 gesloten zijn, de lagen kratten goed vastgehouden worden.

Bij niet getoonde uitvoeringsvormen van de 20 rotatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, kan deze uitgevoerd worden met hetzij slechts het dak, hetzij slechts de bodem open en kan de verdringer van de laag kratten tevens aan het vloerframe 36 van de kooiconstructie aangebracht zijn.

25 Bij de in figuren 4 tot en met 12 getoonde derde uitvoeringsvorm 90 van de rotatie-inrichting volgens de onderhavige uitvinding, heeft deze in tegenstelling tot de in figuren 1 en 2 getoonde uitvoeringsvorm, een gesloten plaat 92 als bodem en een open plafond 94.

30 De gesloten bodem 92 is op en neer verplaats baar door middel van een pneumatische cilinder 96 en aangebracht aan een kooiconstructie 98 door middel van latelementen 100. Het principe van het werken van de verplaatsbare bodem 92, cilinder 96, latelementen 100 en 35 kooiconstructie 98 is hetzelfde als bij de boven beschreven uitvoeringsvormen van de rotatie-inrichting.

Bij het reinigen van lagen kratten bevindt de laag kratten zich in de steuninrichting 2 (zie figuren 4 1003478 9 tot en met 12). Vervolgens wordt de één na onderste laag kratten vastgehouden door middel van de vasthoudbalken 10 en naar boven getild (zie figuur 5). Vervolgens wordt de laag kratten door middel van niet-getoonde verplaatsings-5 middelen in de rotatie-inrichting verplaatst (zie figuur 6, 7), waarna door middel van het verhogen van de bodem 62 de laag kratten wordt vastgehouden tegen het plafond 64 in de inrichting (zie figuur 7).

Vervolgens wordt de inrichting 180° geroteerd 10 (figuur 8), waarna de cilinderstang wordt teruggetrokken (figuur 9), waarbij de laag kratten niet meer in de inrichting vastgehouden wordt. Vervolgens kan de laag kratten door middel van de niet getoonde verdringings-middelen in de reinigingsruimte 105 verdrongen worden.

15 Daar deze uitvoeringsvorm van de inrichting een gesloten bodem heeft, moet deze opnieuw 180° geroteerd worden teneinde in staat te zijn een nieuwe laag kratten van grof vuil te ontdoen. Bij het verlaten van de reinigingsruimte wordt dit proces herhaald (zie figuren 10 tot 20 en met 12) teneinde de thans gereinigde lagen kratten op te stapelen.

De gevraagde rechten worden in generlei wijze beperkt door de voorafgaande getoonde en beschreven uitvoeringsvormen van de onderhavige uitvinding, de 25 gevraagde rechten worden in eerste instantie bepaald door de volgende conclusies binnen de strekking waarvan velerlei modificaties mogelijk zijn.

1003478

Claims (19)

1. Werkwijze voor het reinigen van containers, omvattende de volgende stappen: - het in een automatisch roterende inrichting plaatsen van een individuele laag containers, zoals van 5 kunststof vervaardigde kratten of dergelijke, - het in hoofdzaak 180° roteren van deze individuele laag door middel van de automatisch roterende inrichting, waardoor resterend vuil zoals vlees- en groenteresten uit de containers valt; en 10. het vervolgens transporteren van de aldus geroteerde individuele laag naar een reinigingsruimte, waarin de containers met wasvloeistof worden behandeld.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarbij de individuele laag van een stapel van meerdere op een 15 pallet gelegen lagen, naar de automatisch roterende inrichting wordt verplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 2, waarbij de stapel containerlagen op de pallet boven de onderste laag vastgehouden wordt, waarna vervolgens de vrij liggende 20 onderste laag in de roterende inrichting geplaatst wordt, waarna de vastgehouden stapel containerlagen losgelaten wordt, teneinde deze stapel containerlagen te laten zakken, waardoor de thans onderste containerlaag vervolgens verplaatst kan worden, waarna deze stappen eventueel 25 opnieuw uitgevoerd worden.

4. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, waarbij bij het verlaten van de wasruimte, de containerlagen opnieuw individueel door een roterende inrichting worden geroteerd, waarbij vervolgens deze 30 individuele lagen laag voor laag boven elkaar op pallets kunnen worden opgestapeld.

5. Werkwijze volgens één der voorafgaande conclusies, waarbij de containers tussen een ingang en 1003478 een uitgang van een cirkelvormige reinigingsruimte zoals een carrousel-reinigingsruimte worden getransporteerd, in welke reinigingsruimte de containers worden gereinigd.

6. Inrichting voor het roteren van een indivi-5 duele laag bestaande uit één of meer containers, zoals van kunststof vervaardigde kratten of dergelijke, voor groente, fruit en vlees, omvattende ontkoppelbare vast-houdmiddelen voor het vasthouden van een laag in de -inrichting, zodat deze laag tijdens het roteren van de 10 inrichting vastgehouden wordt en rotatiemiddelen voor het roteren van de inrichting.

7. Inrichting volgens conclusie 6, waarbij de ontkoppelbare vasthoudmiddelen tussen een eerste en een tweede containerlaag-vasthoudpositie verplaatsbaar zijn.

8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, waarbij de vasthoudmiddelen een kooi-achtige constructie hebben.

9. Inrichting volgens conclusie 8, waarbij het dak en de vloer van de kooiconstructie ten opzichte van elkaar verplaatsbaar zijn.

10. Inrichting volgens één der conclusies 8 en 9, waarbij het dak en de vloer van de kooiconstructie door middel van één of meer hydraulische cilinders met elkaar verbonden zijn.

11. Inrichting volgens één der conclusies 6 tot 25 en met 10, verder omvattende vergrendelingsmiddelen voor het vergrendelen van de laag containers in de kooiconstructie.

12. Inrichting volgens één der conclusies 6 tot en met 11, waarbij de rotatiemiddelen een as omvatten.

13. Inrichting volgens één der conclusies 6 tot en met 12, verder omvattende verdringingsmiddelen voor het verdringen van een laag containers uit de kooiconstructie.

14. Samenstel voor het reinigen van containers, 35 zoals van kunststof vervaardigde kratten of dergelijke voor het transport van groente, fruit en vlees bijvoorbeeld, omvattende: 1003478 - vasthoudmiddelen voor het vasthouden van een stapel boven elkaar op een pallet gelegen containerlagen, - één of meer inrichtingen voor het roteren van een individuele laag containers volgens één der conclu- 5 sies 6 tot en met 13, - en een reinigingsruimte.

15. Samenstel volgens conclusie 14, verder omvattende verplaatsingsmiddelen voor het vèrplaatsen van -één laag containers gelegen aan de onderzijde van een 10 stapel vastgehouden containerlagen.

16. Samenstel volgens conclusies 14 of 15, voor het uitvoeren van de werkwijze volgens één der conclusies 1 tot en met 5.

17. Inrichting volgens één der conclusies 6 tot 15 en met 13 voor het in hoofdzaak 180° roteren van een individuele laag bestaande uit één of meer containers, zoals van kunststof vervaardigde kratten, voor het transporteren van groente, fruit en vlees bijvoorbeeld.

18. Gebruik van de inrichting volgens één der 20 conclusies 6 tot en met 13 voor het in hoofdzaak 180“roteren van een individuele laag containers.

19. Gebruik van een samenstel volgens één der conclusie 14 tot en met 16, voor het reinigen van containers. 1003478