NL8600703A - Machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders. - Google Patents

Description

' W 6411-1 Ned.dB/LdB V - *

Betr.: Machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders".

De uitvinding heeft betrekking op een machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders.

5 Het is bekend dat bij sorteerlijnen voor tuinbouw- of boomgaard- produkten de produkten worden gesorteerd volgens hun eigenschappen van grootte, rijpheid, kleur enz. en worden geplaatst in houders of kisten.

De met produkten gevulde kisten worden na het sorteren hetzij geplaatst op horizontale transporteurs of op de grond en moeten worden afgevoerd 10 en gewoonlijk geplaatst in stapels van elk drie kisten.

Tot nu toe is het gebruikelijke praktijk geweest voor het verplaatsen en opstapelen of overbrengen van de kisten vorkheftrucks te gebruiken of ook constructies, geplaatst bij elk station voor de gesorteerde produkten, hetgeen zeer hoge kapitaal- en bedrijfskosten 15 inhoudt. In aanmerking moet namelijk worden genomen dat het sorteren bijvoorbeeld 20 verschillende kwaliteiten kan opleveren en dat de met de verschillende gesorteerde produkten gevulde kisten gescheiden moeten worden gehouden.

Het doel van de uitvinding is het verschaffen van een 20 machine die dergelijke kisten automatisch van tenminste één laadstation kan overbrengen naar tenminste één losstation.

Daarbij is een doel van de uitvinding het verschaffen van een machine, die flexibel is in die zin, dat zijn werkzaamheden naar wens kunnen worden uitgebreid wanneer daaraan behoefte bestaat en die 25 gemakkelijk kan worden aangepast aan een groter aantal laad- of losstations of aan mogelijke andere plaatsen daarvan.

Verder beoogt de uitvinding het bereiken van het gestelde doel met een constructie die eenvoudig is, betrekkelijk gemakkelijk te vervaardigen, veilig en doelmatig in het gebruik en relatief lage kosten 30 meebrengt.

Het bovengenoemde en andere doeleinden, die verder duidelijk zullen worden, worden bereikt met een machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders, gekenmerkt doordat deze bestaat uit een toren, welke horizontaal aandrijfbaar is langs een geleiding, aan weers-35 zijden waarvan zich stations bevinden en welke toren is ingericht voor het dragen van tenminste twee zij-elementen, die beweegbaar zijn in vertikale en horizontale vlakken en met de toren zijn verbonden door middelen die de onderranden van de zij-elementen horizontaal kunnen houden en aan de onderzijde draagorganen hebben voor het dragen van de onderzijden van 40 de kisten, waarbij de beweegbare delen van de machine werkzaam zijn *; · Λ ·» 7 ί y* - 2 - verbonden met tasters voor het waarnemen van de aanwezigheid van kisten in de stations en met een keuze-eenheid voor het kiezen van de stations.

De uitvinding zal hieronder nader worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een voorkeursuitvoeringsvoorbeeld van de 5 machine volgens de uitvinding is weergegeven.

Fig. 1 is een schematisch bovenaanzicht van de machine, geplaatst in een behandelingslijn.

Fig. 2 is een vooraanzicht van de machine.

Fig. 3 is een zij-aanzicht van de machine.

10 Fig. 4 is een zij-aanzicht van de beweegbare delen van de machine voor het overbrengen van kisten.

Fig. 5 is een vooraanzicht van een detail van het dwarsstuk van de beweegbare elementen volgens fig. 4.

Fig. 6 is een schematisch gedeeltelijk bovenaanzicht van de 15 draagorganen voor de kistbodems.

Fig. 7 is een zij-aanzicht met gedeeltelijke doorsnede, op grotere schaal, van een draagorgaan volgens fig. 6.

In de tekening is in het algemeen met 1 aangegeven een machine volgens de uitvinding voor het overbrengen van kisten 2 van 20 tenminste een laadstation 3 naar en het opstapelen en/of opslaan daarvan in tenminste één losstation 4. In fig. 1 zijn twee laadplaatsen 3 weergegeven, die op de vloer of verhoogd ten opzichte daarvan kunnen zijn gelegen (en die kunnen overeenkomen met het aflevergebied van transportinrichtingen zoals band- of rollentransporteurs) terwijl een 25 aantal losstations 4 aanwezig zijn voor het op de vloer stapelen van een aantal kisten (bijvoorbeeld 3 kisten) op elkaar, maar het is duidelijk dat deze ook boven de vloer kunnen liggen, wanneer men dit wenst, bijvoorbeeld bij een laadhaven voor voertuigen, een platform of dergelijke constructie. De machine 1 is ingericht om horizontaal beweegbaar 30 te zijn langs een geleiding of lijn 5. In het weergegeven voorbeeld zijn de laadstations 3 aangebracht aan een zijde van de geleiding en zijn de losstations 4 aangebracht aan de andere zijde van de geleiding 5, maar het is duidelijk dat ook alle stations 3 en 4 aan de zelfde zijde van de geleiding 5 of willekeurig verdeeld over de beide zijden van 35 de geleiding kunnen zijn gelegen.

De geleiding 5 bestaat bij voorkeur uit twee rails 6a, 6b die bij voorkeur zijn gevormd van buisprofielen met een rechthoekige dwarsdoorsnede en met elkaar zijn verbonden door aan de vloer bevestigde dwarsliggers 7.

40 De machine 1 heeft een toren 8 met een rechthoekig bed 9, dat 8'3 Z 0 7 ö 3 % 5..

- 3 - bijvoorbeeld kan zijn gevormd uit metaalprofielen die aan elkaar zijn gelast. Onder het bed 5 zijn vier wielen 10 draaibaar gemonteerd, welke bij voorkeur van de soort zijn met een buitenste zijflens voor een nauwkeurig geleidende beweging langs de geleiding. De toren 8 wordt 5 langs de rails 6a, 6b aangedreven door een motorreductor 11, welke bij voorkeur is gemonteerd aan het machinebed en een kettingwiel 12 heeft, gespied op de uitgaande as, waarover een aandrijfketting 13 loopt, welke naar omlaag voert rond twee andere kettingwielen 14, 15, welke vrij draaibaar zijn gemonteerd aan het bed 9 en de einden van de ketting 10 zijn bevestigd aan de einden van de geleiding 5, zodat bij werking van de motorreductor 8 het kettingwiel 12 in twee richtingen aandrijfbaar is en de toren in de beide richtingen langs de geleiding kan worden bewogen.

Teneinde te voorkomen dat de toren kipt, zijn aan de zijkanten van het bed 9 schoenen 16 bevestigd, die op hun bovenvlak een voering 15 hebben van anti-wrijvingsmateriaal, dat verschuifbaar in aanraking is met de ondervlakken van zijdelingse geleidingen of loopbanen 17, bevestigd aan de rails.

Van het bed. 9 steken vertikaal naar omhoog vier staanders 18 uit, die bij voorkeur driehoekige verstijvingshoekplaten 19 hebben, gelast 20 aan de onderzijde van het bed en aan het boveneinde met elkaar zijn verbonden door dwarsstukken 20. Langs de voor- en -achtervlakken van de toren zijn tussen het bed en de dwarsstukken 20 twee centrale geleidings-staanders 21 bevestigd met een naar elkaar toe gekeerde U-vormige dwarsdoorsnede.

25 Langs de'centrale staanders 21 zijn door middel van vrij draaien de rollen 22 twee vertikaal langwerpige voorste elementen 23 geleid, die aan hun boveneinden met elkaar zijn verbonden door een platform 24. Aan de bovenzijde van de toren 8 is een motorreductor 25 bevestigd, die een as 26 aandrijft, welke dicltbij de hartlijn van de toren is gelegerd.

30 Aan de basis van de toren is een as 27 gelegerd in een vlak met de as 26. Op de assen 26 en 27 zijn resp. paren kettingwielen 28a, 28b, resp. 29a, 29b gemonteerd, waarover twee aandrijfkettingen 30a, 30b lopen, waarvan de einden zijn bevestigd aan het platform 24 en aan de basis van de voorste elementen 23. De werkzame parten van de 35 kettingen 30 werken in een lijn met de staanders 28, terwijl de teruggaande parten buiten de staanders verlopen. Door werking van de motorreductor 25 in twee richtingen kan het platform op en neer langs de toren worden bewogen.

Aan de voorste elementen 23 van het platform 24 zijn twee in 40 hoofdzaak horizontale dwarsrails 31 bevestigd met naar elkaar toegekeerde - : : o 3

Z -C

- 4 - U-vormige dwarsdoorsnede. Tussen de rails 31 is een horizontaal frame gemonteerd, dat twee horizontale dwarsrails 32 heeft, eveneens met naar elkaar toegekeerde U-vormige dwarsdoorsnede en welke dwarsrails ongeveer de zelfde lengte hebben als de rails 31. Aan het buitenvlak 5 van elke rail 32 zijn vrij draaibare rollen 33a, 33b, 33c, 33d gemonteerd, die worden geleid over de rails 31 en waardoor de rails 32 naar buiten kunnen bewegen voorbij de einden van de rails 31 aan weerszijden van de toren en wel over meer dan de helft van de raillengte.

De beweging van de rails 32 langs de rails 31 wordt uitgevoerd 10 door een motorreductor 34, die vast is verbonden met de rails 32 en via een aandrijving, waaronder een kettingwiel 35, ketting 36 en kettingwiel 37, een langsas 38 aandrijft, die draaibaar is gelegerd in het frame en op de einden waarvan een tandwiel 39a resp. 39b is gespied, welke tandwielen in ingrijping zijn met heugels 40a, 40b, bevestigd boven de rails 31.

15 Het is duidelijk dat in plaats van de heugels 40 willekeurige geschikte middelen kunnen worden gebruikt, bijvoorbeeld zou het mogelijk zijn kettingdelen te monteren, waarvan de einden vast zijn verbonden met de einden van de rails 31, of zelfs kabels. Langs de rails 32 zijn twee horizontaal beweegbare zij-elementen 41 gemonteerd, welke aan de 20 bovenzijde met elkaar zijn verbonden door dwarsstukken 42 en die beweegbaar zijn door middel van paren vrij draaibare rollen 43. Boven en over de gehele lengte van de rails 32 zijn twee profielen 44 bevestigd, die bestemd zijn om de as 38, een as 45 en twee eindassen 46, 47 roteerbaar te steunen. Aan de beide einden van elk van de assen 38, 45, 46, 47 zijn 25 respectievelijke kettingwielen 48, 49, 50, 51 gespied, welke kinematisch met elkaar en met de kettingwielen 35 zijn verbonden door de kettingen 36, 'die verlopen zoals weergegeven in fig. 5 en waarvan de einden zijn be-bevestigd aan schoenen of blokken 52, die vast zijn verbonden met de dwarsstukken 42 en de zij elementen 41. Eveneens zijn aan de einden van de 30 as 45 twee tandwielen 52 gespied, welke grijpen in de heugels 40. Met de genoemde aandrijvingen wordt bij werking van de motor 34 in de beide richtingen verschuiving veroorzaakt van de zij-elementen 41 over de rails 32, behalve dat de rails 32 schuiven langs en gaan uitsteken van de rails 31. Uitstekend naar omlaag van elk zij-element 41, van een onderste 35 deel daarvan, is een draagorgaan 254 voor de kistbodems aangebracht, bestaande uit twee tongen of steunstangen 55, 56, die zijn gelegerd op twee vertikale pennen 57, 58, gemonteerd aan de beide einden van de onderrand van de zij-elementen 41. De steunstangen zijn met elkaar verbonden door twee naast elkaar liggende stangai 59, 60, die scharnierend zijn verbonden 40 met verbindingsstangetjes 61, 62, welke op hun beurt met hun einden o; J ;ü3 / - 5 - scharnierend zijn verbonden met de steunstangen 55, 56. De stangen 59, 60 worden bij voorkeur gedreven door een stel electromagneten 63 in tegengestelde richtingen. Bij bekrachtiging van de electromagneet 63 worden de stangen bewogen van een vrijgeefstand, gelegen onder de 5 respectievelijke zij-elementen (met gebroken lijnen weergegeven in fig. 6) naar een stand voor het grijpen van de kisten, die met getrokken lijnen is weergegeven.

Teneinde te verzekeren dat de stangen de kisten vrijgeven wanneer deze komen te rusten op een steunvlak kan bij voorkeur een con-10 structie worden toegepast van de stang 55 van het type dat in detail in fig. 7 is weergegeven. Aan de zij-elementen 41 is een bus 64 bevestigd, waarin een stang 65 verschuifbaar in vertikale richting is gemonteerd en aan het ondereinde waarvan een stang is bevestigd met een bout 66.

Tussen twee flenzen of schouders 67, 68 van de stang 65 en de bus 64 15 is een schroefdrukveer 69 gemonteerd, die de stang naar boven voorspant tegen de onderzijde van de bus 64 en het boveneinde van de stang 65 op een hoog niveau houdt in aanraking met de taster van een micro-schakelaar 70, die vast is verbonden met het zij-element 41 wanneer de stang onbelast is, d.w.z. daarop geen gewicht van een kist rust. Wanneer 20 daarentegen de stang belast is, d.w.z. wanneer daarop een kracht van boven af wordt uitgeoefend, beweegt de stang 65 naar omlaag in de bus 64 en verbreekt daardoor zijn aanraking met de taster van de microschakelaar. De microschakelaar 70 is electrisch verbonden met de electromagneet 63, zodat de kisten slechts worden vrijgegeven wanneer de stang onbelast is, 25 zich dus in zijn hoogste stand bevindt, d.w.z. wanneer de kist is geplaatst op de vloer of op een andere kist.

Opgemerkt wordt dat de stangen in hun grijpstand onder de onderzijde van de kist passen in de openingen, die in de kistonderzijde zijn aangebracht en gewoonlijk worden gebruikt voor opnemen van de 30 vorken van de vorkheftrucks. Het is echter duidelijk dat de kisten van een andere soort dan de weergegeven soort kunnen zijn en een willekeurige geschikte houder, pallet of vat kunnen zijn en dat de stangen op andere wijze iningrijping met de houderconstructie kunnen zijn, bijvoorbeeld kunnen deze stangen passen onder een omtreksrand aan de onderzijde van 35 een kist of vat.

De beweegbare delen van de machine zijn bij voorkeur werkzaam verbonden met tasters voor het waarnemen van de aanwezigheid van kisten, aan de zijkanten van de toren en/of onder de zij-elementen 41, en met een centrale inrichting voor het kiezen van de laad- resp. losstations.

40 Verder wordt opgemerkt dat om te grote onbalans en vastlopen van de - 6 - zijkanten te voorkomen bij beweging van de toren langs de lijn 5, de rails 32 en de zij-elementen 41 bij voorkeur in hoofdzaak in de torenhartlijn zijn aangebracht.

Door wijziging van de hoogte van het platform, het verschuiven 5 van de rails 32 en van de paren zij-elementen 41 en van de plaats van de toren langs de lijn 5 wordt het mogelijk te werken met laad- en losstations die op verschillende wijzen zijn geplaatst aan weerszijden van de lijn 5 en op verschillende hoogten.

In bedrijven voor het sorteren van gewassen, die een zeer 10 groot aantal laad- en losstations of een zeer hoge werksnelheid hebben, wordt beoogd twee of meer machines volgens de uitvinding in te zetten op de zelfde lijn 5.

De machine volgens de uitvinding kan bij voorkeur niet alleen worden gebruikt voor het overbrengen van met gewassen of vruchten 15 gevulde kisten, maar ook voor het brengen van geledigde kisten naar de losstations en het is duidelijk dat, hoewel een sorteerlijn voor tuinbouwprodukten is genoemd, de machine ook kan wordenijebruikt bij andere soorten sorteerr, produktie- of montagelijnen.

20 25 30 35 40 .7. λ :=>, - · ·; v „ „· -· w

Claims (10)

1. Machine voor het overbrengen van kisten en dergelijke houders, met het kenmerk, dat de machine bestaat uit een toren (8) , die horizontaal aandrijfbaar is langs een geleiding. (5), aan weerszijden waarvan stations (3, 4) aanwezig zijn en die tenminste twee vertikaal 5 en horizontaal beweegbare zij-elementen (4) draagt, welke met de toren (8) zijn verbonden en die aan de onderzijde draagorganen (55, 56) voor de kistbodans (2) hebben, waarbij de bewegende delen van de machine werkzaam zijn verbonden met sensors voor het waarnemen van de aanwezigheid van kisten (2) in de stations (3, 4) en met een kies-10 inrichting voor het kiezen van de laad- en lósstations (3, 4).

2. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat langs de toren (8) een platform(24)vertikaal naar omlaag geleid beweegbaar is, aan welk platform (2) dwarsrails (31) zijn bevestigd, waartussen een frame (32) beweegbaar is geleid en welk frame (2) rails (32) heeft, 15 waartussen de zij-elementen (41) beweegbaar zijn geleid.

3. Machine volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de rails (38) naar elkaar toe gekeerde U-vormige dwarsdoorsneden hebben en dat het frame (32) is voorzien van een tandwielmotor (34) , welke vast daarmee is verbonden en een tandwiel (39a, 39b) kan aandrijven dat in ingrijping 20 is met een vaste heugel (40a, 40b), en van een redes kettingwielen (35, 37), waarover kettingen (36) zijn geleid, waaraan de zij-elementen zijn bevestigd, voor het bewegen van het frame (32) ten opzichte van de vaste rails en van de zij-elementen ten opzichte van de beweegbare rails.

4. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toren een bed (9) heeft, met aan de zijden daarvan twee paren flenswielen (10) voor beweging langs de geleiding (5), bestaande uit twee rails (6a, 6b) en welk bed een tandwielmotor (11) draagt voor de toevoerbeweging f welke motor op zijn as een kettingwiel (12) draagt, waarover een 30 deel loopt van de kettingen (13), dat verloopt langs de rails (6a, 6b).

5. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het bed (9) aan zijn zijkanten is voorzien van tenminste twee schoenen (16), om kippen van de toren (8) te beletten, welke schoenen verschuifbaar in aanraking kunnenkomen met de ondervlakken van zijdelingse geleidingen 35 (17), die vast zijn verbonden met de rails (6a, 6b).

6. Machine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat ongeveer : j -J - 8 - in de hoeken van het bed (9) vier staanders (18) zijn aangebracht, die aan de bovenzijde met elkaar zijn verbonden en aan de voorzijde twee geleidingen (28) met U-vormige dwarsdoorsnede hebben.

7. Machine volgens conclusies 2 en 6, met het kenmerk, dat 5 van het platform (24) aan de voorzijde en aan de achterzijde tenminste twee langwerpige, in hoofdzaak vertikale voorste elementen (23) uitsteken, die elk in de nabijheid van hun einden zijn voorzien van vrij draaibare geleidingsrollen (22), langs de torengeleidingen, en aan de bovenzijde van de toren een heftandwielmotor (25) is gemonteerd, die 10 tenminste twee kettingen (30) kan aandrijven waarvan de einden vast zijn verbonden met de voorste elementen (23) en elk zijn gevoerd over twee • kettingwielen (28a - 29b), welke zijn gelegerd aan de dwarsvlakken van de toren(8).

8. Machine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draag-15 organen voor de kisten (2) bestaan uit een paar in één vlak liggende stangelementen (55, 56), die scharnierbaar zijn om vertikale assen (57, 58), verbonden met de zij-elementen (41) en aandrijfbaar zijn voor beweging van een vrijgeefstand, waarbij zij onder een bijbehorend zij-element (41) liggen,naar een ingrijpstand onder de onderzijde van 20 een kist, die uitsteekt naar het bijbehorende zij-element (41).

9. Machine volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de stangelementen (55, 56) van een zij-element (41) aandrijfbaar zijn door een electromagnetische inrichting.

10. Machine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de stang-25 elementen (55, 56) beweegbaar zijn in een in hoofdzaak vertikaal vlak, tegen veren (69) in en in onbelaste toestand een microschakelaar kunnen bedienen, waarmee werkzaam een bedienings-electromagneet is verbonden, zodanig dat de stangelementen (55, 56) kunnen worden gebracht in een vrijgeefstand voor een kist (2) slechts wanneer de kist gesteund wordt. 30 35 Q j -· 'J 40