BE1022321B1

BE1022321B1 - Informatiedrager voor herbruikbare consumptieverpakking

Info

Publication number: BE1022321B1
Application number: BE2015/5058A
Authority: BE
Inventors: Philippe Voet
Original assignee: Drukkerij Voet Bvba
Priority date: 2015-02-06
Filing date: 2015-02-06
Publication date: 2016-03-16
Also published as: EP3253836A1; EP3253836B1; DK3253836T3; PT3253836T; WO2016125101A1

Abstract

De huidige uitvinding betreft een informatiedrager voor een herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee zijden waarvan een voorzijde voorzien is van informatie en een achterzijde ten minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm, waarbij de lijm een glastransitietemperatuur heeft lager dan -30 °C, waarbij de lijm ten minste gedeeltelijk voorzien is van een coating, en waarbij de coating in een discontinu patroon is voorzien. Daarnaast voorziet de uitvinding in een herbruikbare consumptieverpakking voorzien van een informatiedrager, een werkwijze voor het produceren van afwasbare informatiedragers, en een gebruik van de werkwijze.

Description

INFORMATIEDRAGER VOOR HERBRUIKBARE CONSUMPTIEVERPAKKING TECHNISCH DOMEIN

De uitvinding heeft betrekking op een informatiedrager voor een herbruikbare consumptieverpakking.

STAND DER TECHNIEK

Het is algemeen bekend om producten, zoals levensmiddelen, aan de buitenzijde te voorzien van een informatiedrager of label. De informatiedrager of label kan gebruikt worden om op de buitenzijde van een verpakking productinformatie weer te geven. Bovendien zorgt het label voor de herkenbaarheid van het product. Lijm kan gebruikt worden om een label aan een verpakking te hechten. PP 0 349 1570 'beschrijft eeniabel voor containers, in'het bijzonder voor glazen of plastic flessen, dat in de vorm van een bedrukbaar blad vervaardigd uit foliemateriasl, bij voorkeur uit papier of plastic, kan worden aangebracht op een oppervlak van de container met behulp van een kleefmiddel, waarbij het blad in twee secties verdeeld is door een verzwakkingslijn en één van de twee secties aan de achterzijde voorzien is van een materiaal dat de klevende werking van het kleefmiddel, in het bijzonder koudlijm, vermindert of remt. EP 0 349 670 vermeldt dat dit materiaal bij voorkeur in een oppervlakkige laag wordt aangebracht. De sectie voorzien van het materiaal dat de klevende werking van het kleefmiddel vermindert of remt, kan met de hand verwijderd worden. EP 0 349 670 vermeldt niet op welke manier de koudlijm en/of het materiaal dat de klevende werking van de koudlijm vermindert, verwijderd kunnen worden. EP 1 564 706 beschrijft een label dat aangebracht kan worden op een object, meer ’ bepaald op een herbruikbare container, middels een natte lijm, en welk label een georiënteerde plastic film bevat welke onder de invloed van warmte krimpt, en waarbij het label getextureerd is aan de lijmzijde op een manier die het oppervlaktegebied en dus het aangrijpoppervlak van de natte lijm verhoogt. Op zijn lijmzijde kan het label voorzien zijn van een vochtopnemende laag die het afwassen van het etiket vereenvoudigt. De natte lijm kan zowel in een oppervlakkige dunne laag als in een strepen- of puntenraster worden aangebracht. EP 1 564 706 vermeldt niet de mate waarin de natte lijm of de vochtopnemende laag aan de herbruikbare container gehecht blijven bij afwassen van het label in waterige oplossing bij hoge temperatuur.

Er is nood aan een alternatieve bevestigingswijze van een informatiedrager op een herbruikbare consumptieverpakking die het afwassen van de informatiedrager van de herbruikbare consumptieverpakking mogelijk maakt zonder dat lijmresten op de ' herbruikbare consumptieverpakking achterblijven.

De huidige uitvinding beoogt een oplossing te vinden voor ten minste enkele van bovenvermelde problemen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Een aspect van de uitvinding betreft een informatiedrager voor een herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee zijden waarvan een voorzijde voorzien is van informatie en een achterzijde ten-minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm, waarbij de lijm een glastransitietemperatuur heeft lager dan -30 °C, waarbij de lijm ten minste gedeeltelijk voorzien is van een coating, en waarbij de coating in een discontinu patroon is voorzien.

De glastransitietemperatuur lager dan -30 °C zorgt er voor dat de lijm zijn klevend karakter verliest bij matig verhoogde temperaturen, bijvoorbeeld vanaf 70 °C.

De coating neutraliseert de klevende werking van de lijm ten opzichte van een ander object, bijvoorbeeld ten opzichte van een herbruikbare consumptieverpakking.

Het voorzien van de coating in een discontinu patroon is een manier om een voldoende hechting tussen een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden toe te laten, terwijl het verwijderen van de informatiedrager van de herbruikbare consumptieverpakking bij contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen wordt vereenvoudigd.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm in een discontinu patroon voorzien.

Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon is een manier om voor een voldoende hechting tussen een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden te zorgen, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het verwijderen van de informatiedrager van de herbruikbare consumptieverpakking bij contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen wordt vereenvoudigd.

Een ander aspect van de uitvinding betreft een werkwijze voor het produceren van afwasbare informatiedragers voor herbruikbare consumptieverpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag op een zijde van het webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het webmateriaal; - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; waarbij'de lijmlaag bestaat ïlit een lijm met een glastransitietemperatuur lager dan “ -30 °C, waarbij een coatinglaag aangebracht wordt op de lijmlaag, en waarbij de coatinglaag wordt aangebracht in een discontinu patroon.

Het gebruik van deze werkwijze laat de productie van informatiedragers op grote schaal toe.

BESCHRIJVING VAN DE FIGUREN

Voor een beter begrip van de huidige uitvinding wordt verwezen naar de gedetailleerde beschrijving van de uitvinding, bij wijze van voorbeeld, dewelke dient te worden gelezen in combinatie met de volgende figuren:

Figuur 1 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een informatiedrager voorzien van een lijm, welke lijm voorzien is van een coating, volgens de huidige uitvinding.

Figuur 2 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de " huidige Uitvinding.

Figuur 3 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding.

Figuur 4 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding.

Figuur 5 is een mogelijke uitvoeringsvorm van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING

De uitvinding betreft een informatiedrager voor een herbruikbare co n sumptfeverpa kktng. 1

Tenzij anders gedefinieerd hebben alle termen die gebruikt worden in de beschrijving van de uitvinding, ook technische en wetenschappelijke termen, de betekenis zoals ze algemeen begrepen worden door de vakman in het technisch veld van de uitvinding. "Een", "de" en "het" refereren in dit document naar zowel het enkelvoud als het meervoud tenzij de context duidelijk anders veronderstelt. Bijvoorbeeld, "een informatiedrager" betekent een of meer dan een informatiedrager. ·

De termen "omvat", "omvatten" en "omvattende" zijn inclusieve of open termen die de aanwezigheid van wat volgt aanduiden, en die de aanwezigheid niet uitsluiten of beletten van andere componenten, kenmerken, elementen, leden, stappen, gekend uit of beschreven in de stand der techniek.

Het citeren van numerieke intervallen door de eindpunten omvat alle gehele getallen, breuken en/of reële getallen tussen de eindpunten, deze eindpunten inbegrepen.

In een eerste aspect betreft de uitvinding een informatiedrager voor een herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee zijden waarvan een voorzijde voorzien is van informatie en een achterzijde ten minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm, waarbij de lijm een glastransitietemperatuur heeft lager dan -30 °C.

Bij voorkeur wordt de informatiedrager van de huidige uitvinding aangebracht op een herbruikbare consumptieverpakking uit bijvoorbeeld glas, kunststof of metaal.

Dit belet echter niet de toepassing van de informatiedrager op niet-herbruikbare consumptieverpakkingen of oppervlakken van andere voorwerpen. Een niet-uitsluitend voorbeeld van een "ander voorwerp" is een metalen voorraadrek geplaatst in een koelcel als draagstructuur van, onder andere, herbruikbare consumptieverpakkingen en hun inhoud. De voorzijde van de informatiedrager bevat bij voorkeur informatie zoals een aanduiding, een merk en/of een samenstelling van een inhoud van een herbruikbare consumptieverpakking. Een aanduiding kan bijvoorbeeld wijzen op een houdbaarheidsdatum of op een willekeurig decoratief element. Een aanduiding kan daarnaast ook gevormd worden door de voorzijde van de informatiedrager van een bepaalde kleur te voorzien, J ' waarbij optioneel een bepaalde betekenis aan een dergelijke kleur kan worden verbonden. In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt geen informatie of kleur op de voorzijde van de informatiedrager aangebracht. Een achterzijde van de informatiedrager is ten minste gedeeltelijk voorzien van een lijm. De lijm fungeert als een tussenstof die door zijn klevende werking een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking aan elkaar hecht. Met de term "klevende werking" wordt geduid op het vermogen van een lijm om verschillende objecten aan elkaar te hechten. Bij voorkeur is de oppervlakte van de achterzijde van de informatiedrager in een dusdanige mate voorzien van een lijm, oftewel bedekt met een lijm, zodat de informatiedrager aan een herbruikbare consumptieverpakking kan worden gehecht. De glastransitietemperatuur is een belangrijke eigenschap van een lijm. De glastransitietemperatuur van een lijm is de temperatuur waarbij een lijm bros wordt bij koeling of zacht bij verwarming. Boven zijn ..... glastransitietemperatuur vertoont een lijm bijgevolg een elastisch gedrag dat hoger is dan onder zijn glastransitietemperatuur, waarbij een lijm stijf en bros is en een beperkter elastisch gedrag vertoont. Een lijm omvat polymeren en de glastransitietemperatuur van de lijm wordt onder meer bepaald door de glastransitietemperatuur van deze polymeren. Een lijm waarin polymeren omvat zijn die zich bij een temperatuur boven hun glastransitietemperatuur bevinden, vindt een toepassing als een drukgevoelige lijm. Een drukgevoelige lijm is in staat zich enkel en alleen door de toepassing van een druk aan een oppervlak te laten hechten.

De informatiedrager van de huidige uitvinding is bij voorkeur afwasbaar. Met de term "afwasbaar" wordt geduid op de mogelijkheid om een informatiedrager, Initieêl gëhëdlt aan een hefbrüikbare consCifnptieverpakking middels een lijm, door middel van afwassen van de herbruikbare consumptieverpakking te scheiden. Met de term "afwassen" wordt geduid op het in contact brengen van een herbruikbare consumptieverpakking, waaraan een informatiedrager gehecht is middels een lijm, met een waterige oplossing bij verhoogde temperatuur, waarbij informatiedrager en herbruikbare consumptieverpakking van elkaar worden gescheiden. De scheiding van informatiedrager van herbruikbare consumptieverpakking bij het afwassen wordt veroorzaakt door het verlies van het klevend karakter van de lijm bij de omstandigheden van het afwassen. Meer bij voorkeur vertoont de herbruikbare consumptieverpakking geen lijmresten na het afwassen van een informatiedrager. Bij voorkeur betreft de lijm van de huidige uitvinding een lijm met een glastransitietemperatuur lager-dan-30· °C. De glastransitietemperatuurlager dan -30 °C zorgt er voor dat de lijm zijn klevend karakter verliest bij matig verhoogde temperaturen, bijvoorbeeld vanaf 70 °C. Bij deze matig verhoogde temperaturen zal de lijm schiften, waardoor de lijm zijn klevend karakter zal verliezen. Het afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking is dus mogelijk wanneer gebruik gemaakt wordt van een waterige oplossing met een matig verhoogde temperatuur, bijvoorbeeld vanaf 70 °C. Dit is voordelig wanneer het afwassen van een informatiedrager aangebracht op een herbruikbare consumptieverpakking gewenst is, zoals, bijvoorbeeld, bij hergebruik. Voor het verkrijgen van een lijm met een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C kunnen bijvoorbeeld de rubbers polychloropreen en polyisopreen in de formulatie worden gebruikt, gezien de lage glastransitietemperaturen van deze rubbers. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding kan het klevend karakter van een lijm met een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C, dewelke een informatiedrager hecht aan een herbruikbare consumptieverpakking, teniet worden gedaan door een luchtstroom met een matig verhoogde temperatuur, bijvoorbeeld vanaf 70 °C, aan te wenden. Bij voorkeur wordt een dergelijke luchtstroom aangewend ter hoogte van de informatiedrager. De lage glastransitietemperatuur van -30 °C stelt daarnaast als voordeel dat de lijm een voldoende elastisch gedrag vertoont bij lage temperatuur en bijgevolg geschikt is voor lage temperatuur toepassingen als drukgevoelige lijm. Met de term "lage temperatuur toepassingen" wordt bijvoorbeeld verwezen naar toepassingen van een lijm bij lage temperaturen, vaarbij deze lijm een voldoende hechting waarborgt tussen een informatiedrager :n een herbruikbare consumptieverpakking bij deze lage temperaturen. Dit is jijvoorbeeld het geval bij koel- of diepvriesbewaring van consumptieverpakkingen, :oals flessen uit glas of kunststof, en hun inhoud. Daarnaast waarborgt een lijm net een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C tevens een goede hechting ussen een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking bij lormale omgevingstemperaturen.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm ten minste gedeeltelijk Oorzien van een coating. De coating neutraliseert de klevende werking van de lijm en opzichte van een ander object. Bij een informatiedrager aangebracht op een lerbruikbare consumptieverpakking middels een lijm is de coating tussen de lijm en Ie herbruikbare consumptieverpakking gelegen. De aanwezigheid van de coating ussen lijm en herbruikbare consumptieverpakking neutraliseert de klevende werking van de lijm ten opzichte van de consumptieverpakking. Bij condities vaarbij ‘de informatiedrager zijn hechting aan de herbruikbare onsumptieverpakking dient te behouden, waaronder normale imgevingstemperaturen verstaan worden naast condities voor koel- en liepvriesbewaring, is het vereist dat de klevende werking van de lijm slechts in «perkte mate geneutraliseerd wordt door de aanwezigheid van de coating, letgeen een slechts beperkt voorzien van deze coating op de lijm betekent. Bij ondities waarbij de informatiedrager zijn hechting aan een herbruikbare onsumptieverpakking dient te verliezen, waaronder het afwassen van een iformatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking kan worden egrepen, biedt het voorzien van de coating een voordeel. Bij aanwezigheid van de oating zal de lijm immers een beperktere klevende werking vertonen ten opzichte an een ander object, zoals een informatiedrager, dan bij afwezigheid van de oating. De coating dient niet hydrofoob te zijn, zodat watermoleculen niet door de oating worden afgestoten bij het afwassen van een informatiedrager van een erbruikbare consumptieverpakking. De coating is bijgevolg waterneutraal of ydrofiel en omvat waterneutrale en/of hydrofiele polymeren. De coating kan lermisch-uithardend of UV-uithardend zijn. Bij voorkeur is de coating UV-ithardend. Bij voorkeur is de coating een hydrofiele coating. Een hydrofiele coating eeft een hydrofiel karakter, hetgeen wijst op de neiging van de hydrofiele coating m watermoleculen aan te trekken. Een niet-uitsluitend voorbeeld van een ydrofiele coating is een hydrofiele siliconehars. Bij het afwassen van een iformatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking zal de aanwezige hydrofiele coating watermoleculen aantrekken en derhalve de migratie van watermoleculen richting de lijm verhogen. Hierdoor kan een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen beter de lijm bereiken, waardoor de waterige oplossing beter kan aangewend worden om de klevende werking van de lijm teniet te doen.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm in een discontinu patroon voorzien. Met de term "discontinu patroon" wordt verwezen naar een laag die niet continu is en bijgevolg één of meer tussenruimten of openingen omvat, vervat in een patroon (al dan niet een geometrisch, symmetrisch of willekeurig patroon). In uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding bedragen de afmetingen van de tussenruimten of openingen ten minste 0,05 mm, bij voorkeur ten minste 0,10 mm, en meer bij voorkeur ten minste 0,15 mm. Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon is een manier om voor een voldoende hechting tussen de informatiedrager en de herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden te zorgen, terwijl de hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en -het -verwijderen van de informatiedrager van de herbruikbare consumptieverpakking bij contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen wordt vereenvoudigd. Met de term "opslag- en/of gebruiksomstandigheden" wordt geduid op de omstandigheden waarin een herbruikbare consumptieverpakking voorzien van een informatiedrager zich bevindt bij opslag, namelijk bij verlaagde temperaturen en/of diepvriestemperaturen, en/of bij gebruiksomstandigheden, namelijk bij omgevingstemperaturen. Met de term "voldoende hechting" wordt geduid op een hechting tussen informatiedrager en herbruikbare consumptieverpakking die overeenkomt met een vooropgestelde gewenste mate van hechting. Zo kan het uiteraard gewenst zijn dat de volledige oppervlakte van de achterzijde van de informatiedrager gehecht is aan een herbruikbare consumptieverpakking en dus bijgevolg volledig aansluit aan deze herbruikbare consumptieverpakking. Het voorzien van de lijm in een discontinu patroon vereist, voor een bedekking van de informatiedrager met lijm in een bepaalde dikte, minder lijm dan wanneer de lijm zou worden voorzien in een continue laag. Het voorzien van een lagere hoeveelheid lijm levert een economisch voordeel. Ook zal een lagere hoeveelheid lijm een voordeel bieden bij het verwijderen of scheiden van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking in vergelijking met een hogere hoeveelheid lijm. Daarnaast leveren de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon van de voorziene lijm kanalen, welke kanalen een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen snel doorheen de interfase tussen informatiedrager en consumptieverpakking kunnen transporteren. Het voorzien van lijm in een discontinu patroon is bijgevolg gunstig voor het afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consu m ptieverpa kki ng.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de coating in een discontinu patroon voorzien. Het voorzien van de coating in een discontinu patroon is een manier om een voldoende hechting tussen de informatiedrager en de herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden toe te laten. Het voorzien van de coating op de lijm in een discontinu patroon kan immers zorgen voor bepaalde zones van de lijm die bedekt zijn met de coating, terwijl andere zones van de lijm niet bedekt zijn met de coating. De zones van de lijm die niet bedekt zijn met de coating, oftewel de onbedekte zones van de lijm, kunnen bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden nog steeds een voldoende hechting tussen informatiedrager en herbruikbare consumptieverpakking bewerkstelligen. Daarbij kan het onder meer van belang zijn dat de onbedekte zones van de lijm voldoende groot 2ijn, en dat ten Opzichte van de 'achterzijde van de informatiedrager de onbedekte zones op gewenste posities gepositioneerd zijn. Ter hoogte van de zones van de lijm die voorzien zijn van de coating, oftewel de bedekte zones van de lijm, wordt de klevende werking van de lijm ten opzichte van een ander object, zoals een herbruikbare consumptieverpakking, geneutraliseerd. Door deze neutralisatie van de klevende werking van de lijm zal het voorzien van een coating in een discontinu patroon op de lijm bijgevolg het verwijderen van de informatiedrager van een object, zoals een herbruikbare consumptieverpakking, bij contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen vereenvoudigen. Daarnaast leveren de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon van de voorziene coating kanalen, welke kanalen een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen snel doorheen de interfase tussen informatiedrager en consumptieverpakking kunnen transporteren, hetgeen gunstig is voor het afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking. In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij een hydrofiele coating in een discontinu patroon op de lijm voorzien is, vertoont de hydrofiele coating door zijn hydrofiel karakter de neiging om watermoleculen aan te trekken, waardoor het verwijderen of afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking wordt vereenvoudigd. De aanwezigheid van de hydrofiele coating zal immers de migratie van watermoleculen naar de lijm verhogen, waardoor een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen beter kan aangewend worden om de klevende werking van de lijm teniet te doen.

Volgens een aspect van de informatiedrager bestaat het discontinu patroon uit een lijnenpatroon. Met de term "lijnenpatroon" wordt geduid op een discontinu patroon waarbij de tussenruimten of openingen ten minste gedeeltelijk begrensd worden door doorlopende lijnen. Bij voorkeur zijn deze doorlopende lijnen georganiseerd in een raster, waä'rtfi] tën minste één doorlopende lijn in een andere richting georiënteerd is dan een andere doorlopende lijn, en de verschillend georiënteerde doorlopende lijnen elkaar kruisen. Het verschil in oriëntatie kan overeenkomen met eender welke hoek. De doorlopende lijnen kunnen recht zijn of kunnen een willekeurige of welbepaalde gebogen vorm vertonen. Het aanbrengen van lijm in doorlopende lijnen stelt als voordeel dat elke doorlopende lijn in één ononderbroken beweging kan worden aangebracht.

Volgens een aspect van de informatiedrager bestaat het discontinu patroon uit een veelvoud van geometrische figuren. Eender welke geometrische figuren zijn mogelijk, waaronder cirkels, vierkanten, rechthoeken, driehoeken, veelhoekige structureren^ onregelmatige structuren en spieetvormige structuren.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de achterzijde van de informatiedrager voorzien van de lijm in een bedekkingsgraad van ten minste 40%, bij voorkeur ten minste 50%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager. Met andere woorden is ten minste 40%, bij voorkeur ten minste 50%, van de oppervlakte van de achterzijde van de informatiedrager voorzien van de lijm en bijgevolg bedekt met de lijm. Dergelijke bedekkingsgraden van lijm zijn gewenst wanneer een hechting van een informatiedrager over zijn gehele oppervlakte aan een herbruikbare consumptieverpakking nagestreefd wordt. In alternatieve uitvoeringsvormen, waarbij het gewenst is slechts een gedeelte of gedeeltes van de oppervlakte van de informatiedrager te hechten aan de herbruikbare consumptieverpakking bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kunnen lagere bedekkingsgraden van de lijm nagestreefd worden. Wanneer de achterzijde van de informatiedrager wordt voorzien met lijm in een discontinu patroon, wordt de bedekkingsgraad bepaald door de grootte, de vorm, het aantal en de dichtheid van de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon.

Volgens een aspect van de informatiedrager is de lijm voorzien van de coating in een bedekkingsgraad van ten minste 10%, en ten hoogste 60%, bij voorkeur ten hoogste 50%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager. Wanneer de lijm wordt voorzien van de coating in een discontinu patroon, wordt de bedekkingsgraad van de coating bepaald door de grootte, de vorm, het aantal en de dichtheid van de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon. Gewenste bedekkingsgraden van de coating kunnen afhankelijk zijn van de gewenste bedekkingsgraden van de lijm, en vice versa. Indien een hechting van een informatiedrager over zijn gehele oppervlakte aan een herbruikbare consumptieverpakking wordt nagestreefd bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kan bijvoorbeeld een lage bedekkingsgraad van de lijm best gecombineerd worden met een lage bedekkingsgraad van de coating. In alternatieve uitvoeringsvormen, waarbij het gewenst is slechts een gedeelte of gedeeltes van de oppervlakte van de informatiedrager te hechten aan de herbruikbare consumptieverpakking bij opslag en/of gebruiksomstandigheden, kunnen hogere bedekkingsgraden van de coating nagestreefd worden.

Volgens een aspect van de informatiedrager bestaat de informatiedrager uit papier of uit een'filmmateriaal.'Met de term "filmmateriaal" wórdt verwezen naar een w’ kunststofmateriaal in een dunne laag. Niet-limiterende voorbeelden van kunststQfmaterialen die als filmmateriaal kunnen fungeren zijn polypropyleen, polyethyleen en Polyvinylchloride.

Volgens een aspect van de informatiedrager heeft het papier een gramgewicht van 60 tot 115 g/m2, gemeten volgens ISO 536.

Volgens een aspect van de informatiedrager heeft het filmmateriaal een gramgewicht van 30 tot 96 g/m2, gemeten volgens ISO 536.

In een tweede aspect betreft de uitvinding een herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, voorzien van een informatiedrager, waarbij de informatiedrager een informatiedrager betreft volgens ..... de huidige uitvinding.

In een derde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het produceren van afwasbare informatiedragers voor herbruikbare consumptieverpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag op een zijde van het webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het webmateriaal; - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; waarbij de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon.

De werkwijze is geschikt voor het produceren van informatiedragers die bij opslag-en/of gebruiksomstandigheden aan herbruikbare consumptiedragers gehecht kunnen worden en gehecht kunnen blijven, en daarnaast van de herbruikbare consumptiedragers kunnen worden gescheiden door de informatiedragers af te wassen door contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen. In een eerste stap van de werkwijze wordt een webmateriaal voorzien. Een "webmateriaal" wordt gedefinieerd als een in de lengterichting uitgestrekt web. Het webmateriaal bestaat uit een laag van papier of uit een laag van een filmmateriaal. Niet-limiterende voorbeelden van kunststofmaterialen die als filmmateriaal kunnen fungeren zijn polypropyleen, polyethyleen en Polyvinylchloride.

In een tweede-stap-wordt een laag van tijm of-een lijmlaag aangebracht op een zijde van het webmateriaal. Bij voorkeur vertoont de lijmlaag een beperkte dikte.

Het webmateriaal voorzien van een lijmlaag wordt middels de lijmlaag aangebracht op een drager. Met de term "drager" wordt verwezen naar een materiaal uit papier, kunststof, stof, folie of eender ander materiaal dat geschikt is om de lijmlaag van de omgeving af te schermen. De drager fungeert als een bescherming van de lijmlaag totdat de informatiedrager op een herbruikbare consumptieverpakking dient te worden aangebracht, zodat de informatiedrager voorzien van een lijmlaag kan worden opgeslagen en gehanteerd zonder dat de lijmlaag zich kan hechten aan andere informatiedragers of andere objecten. De drager kan voorzien zijn van een loslatende deklaag om te verzekeren dat de informatiedrager eenvoudig van de drager kan verwijderd worden en dat de lijmlaag aan de informatiedrager gehecht blijft wanneer deze van de drager gescheiden wordt. Het webmateriaal beschermd door de drager kan een reinigingsstap, middels een waterige oplossing ondergaan. -

Daarnaast kan het webmateriaal een coronabehandeling ondergaan. Zowel de reinigingsstap als de coronabehandeling zijn onder meer gericht op een verhoging van de oppervlaktespanning van het webmateriaal, wat een betere hechting van inkt op deze laatste mogelijk maakt. De informatiedrager voorzien van een lijmlaag, dewelke aangebracht is op een drager, kan worden opgeslagen in rollen. Dergelijke rollen worden vervolgens afgerold voor verdere bewerkingsstappen.

In een derde stap wordt een zijde van het webmateriaal, tegenovergesteld aan de zijde van het webmateriaal voorzien van een lijmlaag, voorzien van een ledrukking. De bedrukking kan aangebracht worden middels verscheidene irocessen, zoals, bijvoorbeeld, flexografisch printen, gravure printen, zeefdrukken, varm persen, koud persen, warme-folie printen, koude-folie printen, letterdruk irinten, rotogravure printen, offset printen en/of digitaal printen. Niet-limiterende 'oorbeelden van digitale printtechnieken zijn inkjet printen en laserprinten. ien vierde stap van de werkwijze betreft het stansen van informatiedragers in het Yebmateriaal. Bij voorkeur wordt een mal gebruikt om de informatiedragers in het */ebmateriaal te stansen. Na het stansen wordt de rest van het webmateriaal 'erwijderd en worden de informatiedragers omgespoeld naar eindrollen. Deze indrollen kunnen worden begrepen als cilindervormige structuren waarop lewenste hoeveelheden aan informatiedragers, nog steeds middels een lijmlaag iangebracht op een drager, kunnen worden aangebracht. Het gebruik van deze i/erkwijze laat de productie van informatiedragers op grote schaal toe. Een indgebruiker kan vanaf een eindrol informatiedragers van de drager scheiden, waarna de informatiedragers middels hun lijmlaag aan herbruikbare onsümptieverpakkingen, zoals 'bijvoorbeeld herbruikbare 'flessen uit kunstof of “ [las, kunnen worden bevestigd. )e lijmlaag wordt middels de werkwijze voorzien in een discontinu patroon. Het oorzien van de lijmlaag in een discontinu patroon is een manier om, wanneer een iformatiedrager op een herbruikbare consumptieverpakking wordt aangebracht, oor een voldoende hechting tussen de informatiedrager en de herbruikbare onsumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden te zorgen, terwijl Ie hoeveelheid gebruikte lijm beperkt wordt en het verwijderen van de iformatiedrager van de herbruikbare consumptieverpakking bij contact met een /aterige oplossing bij verhoogde temperaturen wordt vereenvoudigd. Het voorzien an de lijmlaag in een discontinu patroon vereist, voor een bedekking van de iformatiedrager met lijm in een bepaalde dikte, minder lijm dan wanneer de jmlaag zou worden voorzien in een continue laag. Het voorzien van een lagere oeveelheid lijm levert een economisch voordeel. Ook zal een lagere hoeveelheid ' ' jm een voordeel bieden bij het verwijderen of scheiden van een informatiedrager an een herbruikbare consumptieverpakking in vergelijking met een hogere oeveelheid lijm. Daarnaast leveren tussenruimten of openingen in het discontinu atroon van de voorziene lijmlaag kanalen, welke kanalen een waterige oplossing ij verhoogde temperaturen snel doorheen de interfase tussen informatiedrager en onsumptieverpakking kunnen transporteren. Het voorzien van een lijmlaag in een iscontinu patroon is bijgevolg gunstig voor het afwassen van een informatiedrager ewelke aangebracht is op een herbruikbare consumptieverpakking.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een laag van een coating of een coatinglaag aangebracht op de lijmlaag. In deze uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de coatinglaag aangebracht op de lijmlaag nadat de lijmlaag aangebracht is op een zijde van het webmateriaal. Zoals hoger beschreven is een webmatéfiaal waarop, vólgens een'stap van de werkwijze, een’lijmlaag op een zijde is aangebracht, middels de lijmlaag aangebracht op een drager. Om de coatinglaag te kunnen aanwenden, wordt de drager eerst verwijderd van het webmateriaal voorzien van een lijmlaag. Nadat coatinglaag, middels een zijde van de coatinglaag, aangebracht is op de lijmlaag, wordt de drager aangebracht op een tegenovergestelde zijde van de coatinglaag. In een alternatieve uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt een coatinglaag op de lijmlaag aangebracht voordat het webmateriaal van een bedrukking wordt voorzien. Bij voorkeur vertoont de coatinglaag een beperkte dikte.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze wordt de coatinglaag aangebracht in een discontinu patroon. 'Het voorzien van de coatinglaag in een discontinu patroon is een manier om de coatinglaag op de lijmlaag te voorzien en tegelijk een voldoende hechting tussen een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden toe te laten. Het voorzien van coatinglaag op de lijmlaag in een discontinu patroon zorgt immers voor bepaalde zones van de lijmlaag die bedekt zijn met de coating, terwijl andere zones van de lijmlaag niet bedekt zijn met het de coating. De zones van de lijm die niet bedekt zijn met de coating, oftewel de onbedekte zones van de lijm, kunnen bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden nog steeds een voldoende hechting tussen informatiedrager en herbruikbare consumptieverpakking bewerkstelligen. Daarbij kan het onder meer van belang zijn dat de onbedekte zones van de lijm voldoende groot zijn, en dat ten opzichte van de achterzijde van de informatiedrager de onbedekte zones op gewenste posities gepositioneerd zijn. Ter hoogte van de zones van de lijm die voorzien zijn van de coating, oftewel de bedekte zones van de lijm, wordt de klevende werking van de lijm ten opzichte van een ander object, zoals een herbruikbare consumptieverpakking, geneutraliseerd. Door deze neutralisatie van de klevende werking van de lijm zal het voorzien van een coating in een discontinu patroon op de lijm bijgevolg het verwijderen van de informatiedrager van een object, zoals een herbruikbare consumptieverpakking, bij contact met een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen vereenvoudigen. Daarnaast leveren de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon van de voorziene coating kanalen, welke kanalen een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen snel doorheen de interfase tussen informatiedrager en consumptieverpakking kunnen transporteren, hetgeen gunstig is voor het afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking. In een uitvoeringsvorm van de huidige uitvinding waarbij een hydrofiele coating in een discontinu patroon op de lijm voorzien is, vertoont de hydrofiele coating door zijn hydrofiel karakter de neiging om watermoleculen aan te trekken, waardoor het verwijderen of afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking wordt vereenvoudigd. De aanwezigheid van de hydrofiele coating zal immers de migratie van watermoleculen naar de lijm verhogen, waardoor een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen beter kan aangewend worden om de klevende werking van de lijm teniet te doen.

Volgens een uitvoeringsvorm van de werkwijze is het webmateriaal aan een zijde al voorzien van een lijmlaag, en wordt de coatinglaag op deze lijmlaag aangebracht.

Met andere woorden is in deze uitvoeringsvorm het webmateriaal, dat voorzien wordt als een eerste stap van'de werkwijze, reeds voorzien van een lijmlaag. '

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze is de lijmlaag al voorzien in een discontinu patroon. Met andere woorden is in deze uitvoeringsvorm het · webmateriaal, dat voorzien wordt als een eerste stap van de werkwijze, reeds voorzien van een lijmlaag in een discontinu patroon.

Volgens een andere uitvoeringsvorm van de werkwijze bestaat de lijmlaag uit een lijm met een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C. De glastransitietemperatuur lager dan -30 °C zorgt er voor dat de lijm zijn klevend karakter verliest bij matig verhoogde temperaturen, bijvoorbeeld vanaf 70 °C. Bij deze matig verhoogde temperaturen zal de lijm schiften, waardoor de lijm zijn klevend karakter zal verliezen. Een informatiedrager, verkregen volgens de werkwijze van de huidige uitvinding, die aangebracht is op een herbruikbare ' consumptieverpakking middels een lijm met een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C, zal bijgevolg van deze consumptieverpakking kunnen worden verwijderd middels een waterige oplossing met een matig verhoogde temperatuur, bijvoorbeeld vanaf 70 °C. De lage glastransitietemperatuur is bijgevolg voordelig voor het afwassen van een informatiedrager van een herbruikbare consumptieverpakking. Daarnaast heeft de lage glastransitietemperatuur van de lijm als voordeel dat de lijm een voldoende elastisch gedrag vertoont bij lage temperatuur en bijgevolg geschikt is voor lage temperatuur toepassingen als drukgevoelige lijm. Daardoor is een door deze uitvoeringsvorm van de werkwijze verkregen informatiedrager geschikt om aan een herbruikbare consumptieverpakking gehecht te worden en gehecht te blijven bij de temperaturen van koel- of diepvriesbewaring. Een informatiedrager voorzien van een dergelijke lijm is evenzeer gesóftïkt voor een góede hêthting tussen een informatiedrager en een herbruikbare consumptieverpakking bij normale omgevingstemperaturen.

In een vierde aspect betreft de uitvinding een gebruik van de werkwijze volgens de huidige uitvinding voor de productie van een informatiedrager volgens de huidige uitvinding.

Figuur 1 is een schets van een mogelijke uitvoeringsvorm van een informatiedrager (1) voorzien van een lijm (2), welke lijm (2) voorzien is van een coating (3), volgens de huidige uitvinding. Volgens uitvoeringsvormen van de huidige uitvinding kan de lijm (2) en/of de coating (3) in een discontinu patroon worden aangebracht. Verschillende mogelijke uitvoeringsvormen van een discontinu patroon volgens de huidige uitvinding zijn weergegeven in Figuren 2 tot 5.

Figuur 2 vertoont een lijnenpatroon als discontinu patroon. De weergegeven lijnen zijn recht en hebben eenzelfde breedte. De weergegeven lijnen van het lijnenpatroon zijn meer bepaald georganiseerd in een raster, waarbij het verschil in oriëntatie tussen verschillend georiënteerde lijnen overeenkomt met 90 °. De rechte lijnen zijn op een dusdanige manier ten opzichte van elkaar geplaatst dat de tussenruimten of openingen van het discontinu patroon elk de vorm van een vierkant met gelijke dimensies vertonen. Het aanbrengen van lijm (2) in een dergelijk discontinu patroon op de achterzijde van een informatiedrager (1) zorgt voor een voldoende hechting van de informatiedrager (1) op een herbruikbare informatiedrager over de gehele oppervlakte van de informatiedrager (1). Tegelijk creëren de vierkante openingen in de lijm (2) kanalen, welke kanalen een waterige oplossing bij verhoogde temperaturen snel doorheen de interfase tussen informatiedrager (1) en consumptieverpakking kunnen transporteren. De vierkante openingen evenals de lagere hoeveelheid aan gebruikte lijm (2), in vergelijking met een continue laag van lijm (2), bevorderen het afwassen van de informatiedrager (1) van een herbruikbare consumptieverpakking. Het aanbrengen van een coating (3) volgens het discontinu patroon van Figuur 2 op een lijm (2), welke lijm (2) in een continu of een discontinu patroon is aangebracht op de informatiedrager (1), laat een voldoende hechting tussen de informatiedrager (1) en een herbruikbare consumptieverpakking toe bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden. Het voorzien van de coating (3) op de lijm (2) in het discontinu patroon van Figuur 2 kan immers zorgen voor bepaalde zones van de lijm (2) die bedekt zijn met de coating (3), terwijl andere zones van de lijm (2) niet bedekt zijn met de coating (3). De zones van de lijm (2) die niet bedekt zijn met de coating (3) kunnen nog voldoende hechting uitoefenen ten opzichte van een herbruikbare consumptieverpakking bij opslag- en/of gebruiksomstandigheden. Zowel de neutralisatie van de klevende werking van de lijm (2) in de zones die bedekt zijn met de coating (3), evenals de tussenruimten of openingen in het discontinu patroon van de coating (3) die kanalen vormen voor transport van een waterige oplossing doorheen de interfase tussen informatiedrager (1) en consumptieverpakking, bevorderen het verwijderen of afwassen van een informatiedrager (1) van een herbruikbare consumptieverpakking. Wanneer specifiek een hydrofiele coating als coating (3) aangewend wordt, zal een dergelijke coating (3) door zijn hydrofiel karakter watermoleculen aantrekken, waardoor het afwassen van een informatiedrager (1) van een herbruikbare consumptieverpakking verder wordt vereenvoudigd.

Figuur 3 vertoont'een discontinu patroon waarin twee rasterpatronen omvat zijn. ......

Binnen elk rasterpatroon zijn de lijnen recht, vertonen de lijnen eenzelfde breedte, zijn verschillend georiënteerde lijnen in een hoek van 90 ° ten opzichte van elkaar georiënteerd en zijn gelijk georiënteerde lijnen op gelijke afstand van elkaar geplaatst zodat de tussenruimten identiek in afmetingen zijn en een vierkantvorm vertonen. Een eerste gedeelte van het patroon, dat binnenin een tweede gedeelte van het patroon ligt, vertoont bredere lijnen dan het eerste gedeelte van het patroon. In een mogelijke uitvoeringsvorm waarbij een informatiedrager (1) van een continue laag van lijm (2) is voorzien en de coating (3) in een patroon volgens Figuur 3 op de lijm (2) is voorzien, zullen de bredere lijnen aan coating (3) in het binnenin gelegen gedeelte een kleinere hoeveelheid aan lijm (2) beschikbaar laten voor hechting aan een herbruikbare consumptieverpakking dan bij het andere gedeelte, zodat het binnenin gelegen gedeelte een minder sterke hechting aan de herbruikbare consumptieverpakking zal vertonen. Tegelijkertijd zijn de bredere lijnen aan coating (3) bevorderlijk bij afwassen. Dit is gewenst om lijmresten op een herbruikbare consumptieverpakking na het afwassen van een informatiedrager (1) te vermijden. Lijmresten zullen immers eerder achterblijven op plaatsen van een herbruikbare consumptieverpakking die gehecht zijn geweest aan een binnenin gelegen gedeelte van een informatiedrager (1), aangezien de lijm (2) aanwezig in dit gedeelte minder goed toegankelijk is voor watermoleculen dan het gedeelte dat gelegen is buiten het binnenin gelegen gedeelte.

Het discontinu patroon van Figuur 4 komt overeen met het discontinu patroon van Figuur 2, met het verschil dat lijnen de tussenruimten vormen tussen vierkanten van lijm (2) of coating (3).

Figuur 5 vertoont een discontinu patroon waarin een eerste gedeelte overeenkomt met hét discontinu patroon van "Figuur 4, terwijl bij een tweede gëdeéitè, binnenin het eerste gedeelte gelegen, de vierkanten dichter bij elkaar gelegen zijn. Hierdoor zijn de tussenruimten in het tweede, binnenin gelegen, gedeelte kleiner dan in het buitengelegen gedeelte. Ook kan worden gesteld dat de dichtheid van vierkanten groter is in het binnenin gelegen tweede gedeelte dan in het eerste gedeelte. In een mogelijke uitvoeringsvorm waarbij een informatiedrager (1) van een continue laag van lijm (2) is voorzien en de coating (3) in een patroon volgens Figuur 5 op de lijm (2) is voorzien, zal de hogere dichtheid aan coating (3) in het binnenin gelegen gedeelte een kleinere hoeveelheid aan lijm (2) beschikbaar laten voor hechting aan een herbruikbare consumptieverpakking dan bij het andere gedeelte, zodat het binnenin gelegen gedeelte een minder sterke hechting aan de herbruikbare consumptieverpakking zal vertonen. Tegelijkertijd is de hogere dichtheid aan coating (3) bevorderlijk bij afwassen. Dit is gewenst om lijmresten op een herbruikbare consumptieverpakking na het afwassen van een informatiedrager (1) te vermijden.

In wat volgt, wordt de uitvinding beschreven aan de hand van een niet-limiterend voorbeeld dat de uitvinding illustreert, en dat niet bedoeld is of geïnterpreteerd mag worden om de omvang van de uitvinding te limiteren.

VOORBEELD

In een test werden identieke informatiedragers elk voorzien van een continue laag van een rubber-gebaseerde lijm met een glastransitietemperatuur lager dan -30 °C, terwijl de lijm op zijn beurt voorzien was van een coating in een discontinu patroon. Als informatiedrager werd houtvrij papier aangewend met een gramgewicht, gemeten volgens ISO 536, van 80 g/m2, een lengte van 81 mm en een breedte van 70 mm. Als coating werd een UV-uithardende coating aangewend die waterneutraal is. Specifiek werd de coating aangebracht in 4 verschillende patronen, waarbij de bedekkingsgraad van de coating varieerde per individueel patroon. Naar deze 4 aanbrengingswijzen wordt in de huidige tekst verwezen ais "Coating 1", "Coating 2", "Coating 3" en "Coating 4". Coating 1 komt overeen met een coating voorzien in een bedekkingsgraad van 75% volgens het discontinu patroon van Figuur 2. Coating 2 komt overeen met een coating voorzien in een bedekkingsgraad van 31,5% volgens het discontinu patroon van Figuur 3. Coating 3 komt overeen met een coating voorzien in een bedekkingsgraad van 25% volgens het discontinu patroon van Figuur 4. Coating 4 komt overeen met een coating voorzien in een bedekkingsgraad van 31,2% volgens het discontinu patroon van ‘ Figuur 5. Middels de lijm werden informatiedragers aangebracht op identieke flessen. Na het aanbrengen van een informatiedrager op een fles was de coating tussen de lijm en de fles gelegen. Als flessen werden standaard glazen APO-Vichy bierflessen met een inhoud van 25 cl gebruikt. Concreet werden volgens bovenstaande omschrijving 4 verschillende stalen verkregen, welke stalen in deze tekst benoemd worden als "Staal 1, "Staal 2", "Staal 3" en "Staal 4". Staal 1 komt overeen met een fles voorzien van een informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van Coating 1. Staal 2 komt overeen met een fles voorzien van een informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van Coating 2. Staal 3 komt overeen met een fles voorzien van een informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van Cöating 3. “Staal 4 komt overeen met een fles voorzien van een informatiedrager middels de lijm, waarbij de lijm voorzien is van .Coating 4. Elk staal werd ondergedompéld in water met 2% loog en een temperatuur van 75 °C. Vervolgens werd er nagegaan of de informatiedragers gescheiden konden worden van de flessen en werd eveneens bepaald of er lijmresten achterbleven na de onderdompeling. Per staal werden twaalf herhalingen uitgevoerd. Elke herhaling bestond uit het voorzien van een fles van een informatiedrager volgens bovenstaande specificaties, waarna de fles voorzien van de informatiedrager ondergedompeld werd in het water volgens bovenstaande specificaties. Alle informatiedragers werden in enkele minuten volledig gescheiden van de flessen. Bij alle flessen werden geen resten van coating waargenomen na de onderdompeling. In geval van de herhalingen van Staal 1 vertoonde 1 van de 12 flessen lijmresten. In geval van de herhalingen van Staal 2 vertoonde geen enkele van de 12 flessen lijmresten. In geval van de herhalingen van Staal 3 vertoonden 4 van de 12 flessen lijmresten. In geval van de herhalingen van Staal 4 vertoonden 2 van de 12 flessen lijmresten. Het volledig scheiden van informatiedragers van de flessen, evenals het lage aantal flessen dat lijmresten vertoonde na de onderdompeling in het water, wijst op de geschiktheid van een bevestigingswijze volgens de huidige uitvinding voor het afwassen van informatiedragers.

Claims

CONCLUSIES

1. Informatiedrager voor een herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, omvattende minstens twee zijden waarvan een voorzijde voorzien "ië van informatie en een achterzijde ten minste gedeeltelijk voorzien is van een lijm, met het kenmerk, dat de lijm een glastransitietemperatuur heeft lager dan -30 °C, dat de lijm ten minste gedeeltelijk voorzien is van een coating, en dat de coating in een discontinu . .patroon .is voorzien.
2. Informatiedrager volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de lijm in een discontinu patroon is voorzien.
3. Informatiedrager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het discontinu patroon bestaat uit een lijnenpatroon. .
4. Informatiedrager volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het discontinu patroon bestaat uit een veelvoud van geometrische figuren.
5. -Informatiedrager valgens'één der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de - achterzijde van de informatiedrager voorzien is van de lijm in een - bedekkingsgraad van ten minste 40%, bij voorkeur ten minste 50%, waarbij - de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager.
6. Informatiedrager volgens één der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de lijm voorzien is van de coating in een bedekkingsgraad van ten minste 10%, > en ten hoogste 60%, bij voorkeur ten hoogste 50%, waarbij de bedekkingsgraad uitgedrukt is ten opzichte van de oppervlakte van de informatiedrager.
7. Informatiedrager volgens één der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat de informatiedrager bestaat uit papier of uit een filmmateriaal.
8. Informatiedrager volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het papier een gramgewicht heeft van 60 tot 115 g/m2, gemeten volgens ISO 536.
9. Informatiedrager volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het filmmateriaal een gramgewicht heeft van 30 tot 96 g/m2, gemeten volgens ISO 536.
10. Herbruikbare consumptieverpakking, bijvoorbeeld een herbruikbare fles uit kunststof of glas, voorzien van een informatiedrager, met het kenmerk, dat welke informatiedrager een informatiedrager betreft volgens één der conclusies 1-9.
11. Werkwijze voor het produceren van afwasbare informatiedragers voor herbruikbare consumptieverpakkingen, welke werkwijze de volgende stappen omvat: - het voorzien van een webmateriaal; - het aanbrengen van een lijmlaag op een zijde van het webmateriaal; - het voorzien van een bedrukking op een tegenovergestelde zijde van het webmateriaal; - het stansen van informatiedragers in het webmateriaal; met het kenmerk, dat de lijmlaag bestaat -uit een .lijm- met een r glastransitietemperatuur lager dan -30 °C, dat een coatinglaag aangebracht wordt op de lijmlaag, en dat de coatinglaag wordt aangebracht in een discontinu patroon.
12. Werkwijze volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de lijmlaag voorzien is in een discontinu patroon.
13. Werkwijze volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat het 1 Webmateriaal ' aan een zijde a1 voorzien is van een lijmlaag, en de coatinglaag op deze lijmlaag wordt aangebracht.
14. Werkwijze volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de lijmlaag al voorzien is in een discontinu patroon. <.
15. Gebruik van een werkwijze volgens één der conclusies 11-14, waarbij de werkwijze gebruikt wordt voor de productie van een informatiedrager volgens één der conclusies 1-9. ...