BE1014133A3 - Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. - Google Patents

Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. Download PDF

Info

Publication number
BE1014133A3
BE1014133A3 BE2001/0274A BE200100274A BE1014133A3 BE 1014133 A3 BE1014133 A3 BE 1014133A3 BE 2001/0274 A BE2001/0274 A BE 2001/0274A BE 200100274 A BE200100274 A BE 200100274A BE 1014133 A3 BE1014133 A3 BE 1014133A3
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
machine
weaving
fabric
weaving machine
data
Prior art date
Application number
BE2001/0274A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Picanol Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Picanol Nv filed Critical Picanol Nv
Priority to BE2001/0274A priority Critical patent/BE1014133A3/nl
Priority to EP02727054A priority patent/EP1379717A2/en
Priority to AU2002257388A priority patent/AU2002257388A1/en
Priority to PCT/BE2002/000057 priority patent/WO2002086214A2/en
Priority to US10/474,198 priority patent/US7310565B2/en
Priority to CNA028085337A priority patent/CN1503861A/zh
Priority to CNA2005100894594A priority patent/CN1721600A/zh
Application granted granted Critical
Publication of BE1014133A3 publication Critical patent/BE1014133A3/nl
Priority to US11/350,067 priority patent/US20060144457A1/en

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/005Displays or displaying data
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/007Fabric inspection on the loom and associated loom control
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03JAUXILIARY WEAVING APPARATUS; WEAVERS' TOOLS; SHUTTLES
    • D03J1/00Auxiliary apparatus combined with or associated with looms
    • D03J1/24Mirrors or other arrangements for inspecting loom parts
    • DTEXTILES; PAPER
    • D06TREATMENT OF TEXTILES OR THE LIKE; LAUNDERING; FLEXIBLE MATERIALS NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • D06HMARKING, INSPECTING, SEAMING OR SEVERING TEXTILE MATERIALS
    • D06H3/00Inspecting textile materials
    • D06H3/08Inspecting textile materials by photo-electric or television means

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces , dat bestaat in het op een weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), daardoor gekenmerkt dat kenmerken van het weefsel (11) en/of weefselbepalende elementen door middel van minstens één beeld op een machinescherm worden gevisualiseerd.

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



  Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. 



  Deze uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, alsmede op inrichtingen die deze werkwijze toepassen. 



  Onder het begrip textielproductieproces wordt het volledige gebeuren verstaan dat verband houdt met de productie van textielproducten, waarbij het qua producten in de eerste plaats handelt over weefproducten, doch meer algemeen ook kan handelen over andere textielproducten, zoals producten die vervaardigd zijn in een spinnerij en waarbij het, qua inrichtingen, in de eerste plaats handelt over weefmachines, doch meer algemeen kan het ook handelen over andere inrichtingen, inclusief randapparatuur van dergelijke inrichtingen. 



  Het is bekend dat het bij textielproductieprocessen, vooral bij weefprocessen, belangrijk is dat de continuiteit van de goede werking kan worden gegarandeerd en bij een eventuele interventie van een operator of dergelijke dit zo vlot mogelijk verloopt. Een probleem bij de bekende textielproductieprocessen bestaat erin dat het nog steeds bijzonder moeilijk is om de continuiteit te waarborgen en interventies vlot te laten verlopen. De uitvinding beoogt dan ook een optimalisatie die hieraan tegemoet komt. 



  Deze optimalisatie wordt volgens verschillende aspecten gerealiseerd, die al dan niet met elkaar kunnen worden gecombineerd, welke ieder nog een aantal specifieke problemen oplossen en/of voordelen opleveren. 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 Volgens een eerste aspect, voorziet de uitvinding dan ook in een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine vervaardigen van een weefsel, met als kenmerk dat het weefsel en/of de weefselbepalende factoren door middel van minstens   een   beeld op een machinescherm worden gevisualiseerd. 



  In tegenstelling tot de momenteel bekende uitvoeringen, waarbij op het machinescherm van een weefmachine uitsluitend informatie in de vorm van tekens, een geschreven tekst of codes wordt weergegeven, wat als nadeel heeft dat de gebruiksmogelijkheden hiervan slechts zeer beperkt zijn, wordt door volgens de uitvinding nu ook kenmerken van het weefsel en/of weefselbepalende factoren door middel van een beeld of een reeks beelden op het machinescherm te visualiseren, bereikt dat de operator of dergelijke een realistisch beeld krijgt te zien waardoor een rechtstreekse visuele controle mogelijk wordt gemaakt. 



  Volgens de uitvinding kunnen verschillende visualisaties worden uitgevoerd. Een aantal voorkeurdragende mogelijkheden worden hierna toegelicht : - Volgens een eerste mogelijkheid omvat de visualisatie minstens de weergave van het op de weefmachine gevormde weefsel of van een gedeelte ervan en/of van   één   of meer weefselbepalende elementen. Zodoende kan het gevisualiseerde gedeelte bijvoorbeeld uitvergroot worden weergegeven, waardoor het voor de operator gemakkelijker wordt om bepaalde gedeelten te controleren. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Volgens een tweede mogelijkheid omvat de visualisatie minstens de weergave van het te vormen weefsel of van een gedeelte ervan en/of van het uitzicht dat   een   of meer weefselbepalende elementen voor de vorming van een specifiek weefsel dienen te hebben.

   Dit biedt het voordeel dat de operator van de weefmachine een visuele controle kan uitvoeren tussen het te weven weefsel en/of het uizicht dat bepaalde weefselbepalende elementen dienen te vertonen, waarvan het beeld op het machinescherm is afgebeeld, en het werkelijke, op de weefmachine aanwezige weefsel, respectievelijk de werkelijk op de weefmachine aanwezige weefselbepalende elementen. 



  Volgens een derde mogelijkheid omvat de visualisatie een weergave van zowel, enerzijds, een beeld volgens de voornoemde eerste mogelijkheid, meer speciaal een beeld van het werkelijk uitzicht, als anderzijds, een beeld volgens de tweede mogelijkheid, meer speciaal een beeld dat weergeeft hoe het werkelijk uitzicht er zou moeten uitzien, dit uiteraard voor overeenstemmende weefselgedeelten of overeenstemmende weefselbepalende elementen. Dit biedt het voordeel dat de operator van de weefmachine gemakkelijk een visuele controle kan uitvoeren, vermits de twee weergegeven afbeeldingen, respectievelijk van de toestand zoals hij werkelijk is, en van de theoretisch gewenste toestand, onmiddellijk naast elkaar worden weergegeven.

   Op deze wijze is een gemakkelijke visuele controle mogelijk door beide beelden met elkaar te vergelijken, hetzij visueel door de operator, hetzij automatisch. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



   - Volgens een vierde mogelijkheid vindt niet alleen een vergelijking plaats tussen de twee beelden, doch worden eveneens eventuele afwijkingen, respectievelijk fouten op het machine-scherm afgebeeld, eventueel aangevuld met commentaar. Hierbij kunnen eveneens eventuele afwijkingen op het machinescherm opgelicht of geaccentueerd worden. 



  Bij de visualisatie is het mogelijk om beelden van verschillende zaken te vormen. Een aantal voorkeurdragende mogelijkheden worden hierna beschreven : - Volgens een eerste mogelijkheid wordt een visualisatie uitgevoerd die verband houdt met het eigenlijke weefsel, met andere woorden wordt een gedeelte van het eigenlijke weefsel op het machinescherm afgebeeld, hetzij door middel van een fotografische afbeelding of dergelijke van het theoretisch gevormde weefsel, hetzij van het weefsel zoals dit werkelijk is, hetzij van beide. 



   Dit is vooral belangrijk bij artikelwissels op weefmachines die uitgerust zijn met een
Jacquardmechanisme, bijvoorbeeld ter verificatie of de juiste kleur verweven wordt, meer speciaal bij , patronen die meerdere varianten in kleur bezitten. 



   Ook is het belangrijk om het weefsel op gebruikelijke fouten te controleren door een vergelijking of visuele controle, zoals beschreven in de hogergenoemde vier mogelijkheden. 



   - Volgens een tweede mogelijkheid wordt een visualisatie gerealiseerd met betrekking tot de kantbindingen, waarbij deze visualisatie wordt aangewend om na te gaan of een correct patroon, respectievelijk een 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 correcte doorhaal is gerealiseerd, daar deze van groot belang is voor een kwalitatief weefsel. 



   - Volgens een derde mogelijkheid wordt een visualisatie gerealiseerd met betrekking tot de kettingdraden en/of de doorhaal van deze kettingdraden. Dit is vooral nuttig bij het herstellen van grote kettingbreuken waarbij vele draden terug moeten worden doorgehaald en moeten worden aangeknoopt. Een beeld van de doorhaal op dobby-machines kan dan een serieuse hulp zijn. Dit is vooral voordelig toe te passen indien kettingdraden met verschillende kleuren naast elkaar verweven worden. 



   - Volgens een vierde mogelijkheid wordt een visualisatie gerealiseerd met betrekking tot de bobijnen, meer speciaal de inslagdraadbobijnen. De kleur van de verschillende bobijnen kan hierbij worden gevisualiseerd op de machineterminal, samen met de plaats op het bobijnrek, alsmede de bedrading naar de verschillende insertiekanalen toe. De operator dient dan te controleren of de werkelijke toestand in overeenstemming is met de gevisualiseerde theoretische toestand, waarna de weefmachine dan alleen zal worden gestart wanneer dit het geval is. 



  In de toepassingen waarbij een beeld van het werkelijke weefsel of van de werkelijk voorhanden zijnde weefselbepalende elementen wordt gevormd, geschiedt dit bij voorkeur door middel van een opnamesysteem op de weefmachine, bijvoorbeeld een camerasysteem of een zogenaamd on-loom inspectiesysteem. Het kan hierbij handelen om een volledig fotografisch beeld, om een bewerkt beeld of om een beeld dat is afgeleid uit een scanning door middel van het on-loom inspectiesysteem. 

 <Desc/Clms Page number 6> 

 In de toepassingen waarbij op het machinescherm een beeld wordt weergegeven dat de toestand weergeeft zoals hij theoretisch zou moeten zijn, kan zulk beeld op verschillende manieren worden verwezenlijkt en toegeleverd.

   Voor het verwezenlijken van het beeld kan worden uitgegaan van gestockeerde data waaruit het betreffende beeld wordt gekozen, bijvoorbeeld fotografische opnamen van een correct beeld, die op een datadrager zijn gestockeerd. Ook kan worden uitgegaan van een computergegenereerd beeld. De toelevering van de informatie kan bijvoorbeeld gebeuren doordat de weefmachine kan communiceren met een server of dergelijke, die in functie van de gevraagde gegevens het gewenste beeld toezendt. Volgens een andere mogelijkheid kan ook van locale databestanden gebruik worden gemaakt, die bijvoorbeeld in een geheugen, behorend tot een weefmachine, zijn opgeslagen. Tevens kan gebruik worden gemaakt van datadragers in de vorm van diskettes, magneetbanden of dergelijke, waarmee dergelijke informatie in het geheugen van een weefmachine of dergelijke kan worden ingeladen.

   Andere mogelijkheden zijn uiteraard niet uitgesloten. 



  In het geval dat een server wordt aangewend, geniet het de voorkeur dat alle weefmachines van de betreffende weverij via-een datanetwerk met deze server verbonden zijn. Op de server draait een applicatie voor productieplannen. Op die manier heeft de server weet van de nodige artikelwissels. 



  Het scenario voor de verificatie van het weefselpatroon is daaraan gekoppeld. 



  Wanneer de voornoemde mogelijkheden worden aangewend, kan er in een zodanige samenwerking met de aandrijving van de weefmachine worden voorzien, dat bij welbepaalde afwijkingen de weefmachine automatisch wordt gestopt. 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 Volgens een bijzonder voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt bij een start van de weefmachine een beeld, zoals voornoemd gevormd, hetzij van het werkelijke gevormde weefsel, hetzij van het gevormde weefsel, hetzij van beide en wordt na het starten van de weefmachine automatisch een confirmatie gevraagd of het weefproces zonder meer kan worden verdergezet. Door het vragen van deze confirmatie, wordt de aandacht van de operator erop gevestigd dat hij een controle moet uitvoeren. 



  Volgens een bijzondere toepassing wordt de weefmachine automatisch gestopt, wanneer zulke confirmatie niet binnen een bepaalde tijd gegeven wordt. De confirmatie kan eventueel ook automatisch gegeven worden in het geval dat de controle automatisch geschiedt. 



  Zoals voornoemd, is het bekend dat op weefmachines een inspectiesysteem kan worden aangebracht om het weefsel over de volledige breedte te controleren, meer speciaal een zogenaamd on-loom inspectiesysteem. Een nadeel bij het gebruik van de bekende inspectiesystemen bestaat erin dat zij slechts zodanig aan de weefmachine worden gekoppeld, dat deze weefmachine uitgeschakeld wordt bij bepaalde fouten, zonder dat verdere informatie hierbij beschikbaar   is.'Vo1gens   een tweede aspect van de uitvinding wordt dan ook een mogelijkheid beoogd waardoor zulk inspectiesysteem optimaler tot zijn recht komt. 



  Volgens dit tweede aspect betreft de uitvinding dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine vervaardigen van een weefsel, waarbij dit weefsel door middel van een op de weefmachine aanwezig inspectiesysteem dat met het weefsel samenwerkt, wordt 

 <Desc/Clms Page number 8> 

 gecontroleerd, meer speciaal door middel van een zogenaamd on-loom inspectiesysteem, met als kenmerk dat, minstens een aantal gegevens van de detecties uitgevoerd door het voornoemde inspectiesysteem, op de display van een tot de weefmachine behorende machineterminal worden weergegeven. 



  Dankzij deze weergave wordt het mogelijk om de operator gedetailleerde gegevens te verschaffen over eventuele fouten en dergelijke. Ook kleine fouten die niet noodzakelijk een weefmachine-stop vereisen, kunnen worden gemeld. 



  De weergave kan op verschillende manieren gebeuren. Bij voorkeur gebeurt dit evenwel door een melding op de machineterminal, vergezeld van informatie, en/of door een visualisering van de weeffout in de vorm van een beeld of dergelijke, hetzij een fotografische weergave van de fout, hetzij een gedigitaliseerde of abstracte weergave van de fout. Onder een machineterminal dient hierbij een display of scherm te worden verstaan, welke geintegreerd is op de weefmachine en die tevens dient als interface voor de machinefuncties,-parameters en-meldingen. 



  Het is duidelijk dat op die manier de machineterminal een hulp voor de operator vormt bij het zogenaamde troubleshooten. 



  In een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het tweede aspect wordt, wanneer een weeffout wordt gevisualiseerd, hieraan een waardecijfer toegekend en ingevoerd, waarbij deze waardecijfers worden gestockeerd en verwerkt voor een geproduceerd weefsel en in functie hiervan een globale waardefactor aan het weefsel wordt toegekend. Deze waardecijfers kunnen manueel en/of automatisch worden ingevoerd. Manueel gebeurt dit volgens de interpretatie van 

 <Desc/Clms Page number 9> 

 de operator, in combinatie met de visualisatie van de weeffout. 



  Zodoende ontstaat   een"grading",   met andere woorden een strafpuntensysteem, waarbij het aantal strafpunten een kwaliteitsindex vormt voor een doekrol. Op deze wijze kan bijvoorbeeld, wanneer de som van de strafpunten voor een gegeven aantal meter stof boven een vastgelegde norm komt, het weefsel als tweede keuze worden bestempeld. 



  Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het voornoemde tweede aspect van de uitvinding, worden gegevens omtrent de weeffouten doorgezonden naar een computergebaseerd trouble shooting systeem,   hetwelk   een antwoord formuleert en/of rechtstreeks instellingen beveelt. Zodoende beschikt de operator vrijwel onmiddellijk over gegevens waardoor hij de nodige instellingen kan uitvoeren om fouten te corrigeren en/of rechtstreeks correcties kunnen worden uitgevoerd. 



  Het voornoemde trouble shooting systeem bevindt zich ofwel in elke individuele weefmachine, ofwel buiten de individuele weefmachine, bijvoorbeeld op een centrale server, waaraan meerdere weefmachines via een netwerk zijn verbonden. De interface met het trouble shooting systeem gebeurt bij voorkeur hoofdzakelijk vanaf de machineterminal. In het geval van een servertoepassing kan dit ook vanaf elke terminal die toegang heeft tot de server en tot de applicatie op de server. Dit laat bijvoorbeeld toe in een apart lokaal een scherm te voorzien dat bijvoorbeeld gekoppeld is met een server die verbonden is met meerdere weefmachines, zodat een operator in een goede werkomgeving weeffouten van weefsels van verschillende weefmachines kan nazien, beoordelen, en indelen.

   Volgens 

 <Desc/Clms Page number 10> 

 een variante worden hierbij alleen bepaalde weeffouten, die bijvoorbeeld niet door de weefmachine zelf kunnen beoordeeld of ingedeeld worden, naar het voornoemde scherm doorgestuurd, zodat de operator alleen de niet door de weefmachine zelf te beoordelen fouten dient te bekijken en te beoordelen. 



  Hierbij kan bijvoorbeeld als volgt worden gehandeld. De operator start het computergebaseerd of computerondersteund trouble shooting systeem op na visuele interpretatie van de detectiefoto, welke in overeenstemming met het eerste aspect van de uitvinding bijvoorbeeld op een weefmachineterminal, is weergegeven. Op basis van een automatische classificatie van de detectie en/of een digitale analyse van de detectiefoto wordt het computerondersteund trouble-shooting systeem gevoed met gegevens, waarna dit zoals voornoemd ingrijpt, hetzij door informatie te verschaffen die een interventie door de operator toelaat, hetzij door automatisch in te grijpen, waarbij het systeem dan bijvoorbeeld fungeert als een controlelus, die automatisch de relevante parameters van de weefmachine gaat bijregelen om de kwaliteit van het weefsel te optimaliseren. 



  Opgemerkt wordt dat in het voorgaande het zogenaamde on-loom inspectiesysteem eender waar langsheen het geproduceerde weefsel kan zijn geplaatst, zowel binnen het eigenlijke chassis van de weefmachine, als daarbuiten, bijvoorbeeld wanneer het oprollen van het weefsel naast de eigenlijke weefmachine gebeurt. 



  Volgens nog een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van het tweede aspect van de uitvinding, worden, enerzijds, weefmachinegegevens vastgelegd en, anderzijds, de 

 <Desc/Clms Page number 11> 

 gedetecteerde weeffouten naar deze weefmachinegegevens gecorreleerd. Dit biedt het extra voordeel dat de oorzaken van fenomenen, meer speciaal fouten, kunnen worden bepaald en passende correctieve acties kunnen worden voorgesteld en/of uitgevoerd. 



  Volgens deze voorkeurdragende uitvoeringsvorm wordt aldus voorzien in een automatische vastleggen van de machinegegevens en weefcondities, zodat bij de detectie van een fout door het on-loom inspectiesysteem de exacte gegevens beschikbaar zijn en opgeslagen kunnen worden die actueel waren juist voor, tijdens en juist na het ontstaan van de betreffende weeffout ter hoogte van de doeklijn. Het inspectiemoment bevindt zich immers een aantal centimeter na de doeklijn of aanslaglijn, waardoor de informatie met een zekere vertraging moet worden gebruikt. 



  De voornoemde machinegegevens zijn bijvoorbeeld : stopinformatie (soort stop), patrooninformatie, instellingsinformatie, sensoroutput, automatische machinebewegingen bij stop en bij start, automatische parametervariaties in de periode voor stop of weefselfout (bijvoorbeeld weefseldichtheidsvariatie, snelheidsvariatie, drukvariatie), meetwaarden zoals. windingstijden, aankomsttijden, wijzigingen van het productiedebiet. 



  Door de correlatie van de machinestop en/of de foutdetectie door het on-loom inspectiesysteem en/of door optredende parameters, respectievelijk parametervariaties kunnen aldus oorzaken van het fenomeen bepaald worden en correctieve acties worden voorgesteld, respectievelijk worden uitgevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 12> 

 Een toepassing bestaat er bijvoorbeeld in dat, wanneer een streep in het weefsel volgens de inslagrichting voorkomt, en geweten is dat er op die plaats een machinestop is geweest, men kan veronderstellen dat het om een aanzetstreep gaat. Door de correlatie volgens de uitvinding, weet de weefmachine dat hier dan niet opnieuw dient gestopt te worden. 



  Een andere toepassing van zulke correlatie bestaat erin dat, wanneer na een kettingstop, met andere woorden een stop nadat zieh een fout in de ketting heeft voorgedaan, een streep in de kettingrichting voorkomt, de weefmachine dit automatisch interpreteert als een verkeerde doorhaal van een kettingdraad doorheen de kaders. 



  Verder is het bekend dat de zogenaamde on-loom inspectiesystemen, meer speciaal het eigenlijke detectiesysteem ervan, buiten de eigenlijke weefmachines worden opgesteld, met als nadeel dat eventuele weefselfouten slechts geruime tijd nadat de eigenlijke fouten zich gemanifesteerd hebben, worden waargenomen, hetgeen vooral in combinatie met de door het tweede aspect van de uitvinding beoogde optimalisatie, een nadeel vormt. Een voorbeeld van de opstelling van zulk bekend on-loom inspectiesysteem is beschreven in het US   4. 702. 283.   



  Volgens een derde aspect van de uitvinding wordt een oplossing voor het voornoemde nadeel beoogd. 



  Hiertoe betreft de uitvinding, volgens een derde aspect, een werkwijze voor de optimalisering van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine vervaardigen van een weefsel, waarbij dit weefsel door middel van een op de weefmachine aanwezig 

 <Desc/Clms Page number 13> 

 inspectiesysteem dat met het weefsel samenwerkt, wordt gecontroleerd, meer speciaal door middel van een zogenaamd on-loom inspectiesysteem, met als kenmerk dat de voornoemde inspectie wordt uitgevoerd in de zone waar het doek of het weefsel naar onderen geleid wordt, met andere woorden, de zone die zich onder de zogenaamde zandrol bevindt. Door de inspectie op deze specifieke plaats uit te voeren, wordt een aanzienlijke optimalisatie in verschillende opzichten verkregen.

   Enerzijds, gebeurt de inspectie dan immers dichter bij de aanslaglijn, hetgeen zoals voornoemd, voordeliger is qua opvolging van weeffouten en qua mogelijkheden van een vluggere interventie. Anderzijds, ontstaat het voordeel dat een effici nte inbouw van het on-loom inspectiesysteem binnen de contour van het eigenlijke chassis van de weefmachine mogelijk is, zulks op een plaats die helemaal niet storend is. 



  Zulke inbouw van een on-loom inspectiesysteem in de doekrolzone kan zowel worden toegepast bij weefprocessen waarbij het weefsel op een doekrol wordt opgewikkeld, die zich hoofdzakelijk binnen het eigenlijke chassis van de weefmachine bevindt, en waarbij de voornoemde inspectie dan wordt uitgevoerd tussen de voornoemde zandrol en de doekrol, als bij weefprocessen waarbij het weefsel aan de weefselzijde van de weefmachine in hoofdzaak naar beneden geleid wordt, om vervolgens van daaruit te worden verdergeleid, hetzij naar een doekoprolinrichting naast de weefmachine, hetzij naar een doekoprolinrichting die zich op een etage onder de weefmachine bevindt. In het laatste geval wordt de voornoemde inspectie dan uitgevoerd tussen de voornoemde zandrol en de plaats waar het weefsel wordt verdergeleid. 

 <Desc/Clms Page number 14> 

 



  Het is bekend dat bij textielproductieprocessen, in het bijzonder weefprocessen, een groot aantal handelingen plaatsgrijpen, zowel op de gebruikte machines, bijvoorbeeld weefmachines, als rond deze machines. Het komt dan ook regelmatig voor dat foutieve handelingen worden uitgevoerd, bepaalde handelingen vrij complex zijn en bepaalde handelingen nog moeilijk op te volgen zijn. De uitvinding beoogt volgens een vierde aspect een oplossing voor dit probleem. 



  Hiertoe betreft de uitvinding, volgens dit vierde aspect, dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textiel- productieproces, waarbij   een   of meer inrichtingen worden aangewend, met als kenmerk dat aan minstens   een   van deze inrichtingen een identificatie en/of verificatie wordt doorgevoerd met behulp van een contact- en draadloos systeem dat gebruik maakt van identificatie-elementen. 



  Hierdoor kunnen zowel identificaties en/of verificaties worden uitgevoerd met betrekking tot voorwerpen, producten en randapparatuur die zich op of in de nabijheid van de betreffende inrichting, bijvoorbeeld weefmachine, bevinden, alsmede met betrekking tot personen. 



  Bij voorkeur wordt voor de identificatie-elementen gebruik gemaakt van zogenaamde tags, responders of dergelijke die bijvoorbeeld communiceren via magnetische, infrarode of radiofrequente signalen. Vanzelfsprekend zijn aan de betreffende inrichtingen, bijvoorbeeld de weefmachines, dan de nodige zend- en ontvangstmiddelen voorzien om een draadloze verbinding te maken met de in de buurt van de inrichting komende identificatie-elementen. Deze identificatie-elementen zijn zodanig uitgevoerd dat zij ofwel herkenbaar zijn of zodanig geprogrammeerd zijn met relevante data, zoals bijvoorbeeld de identiteit van een 

 <Desc/Clms Page number 15> 

 voorwerp of persoon, dat een onderscheid kan worden gemaakt.

   Ook kan zulk identificatie-element, volgens de uitvinding door de inrichting, bijvoorbeeld weefmachine, of randapparatuur van dergelijke inrichting zelf worden geprogrammeerd of worden bijgeprogrammeerd op het ogenblik dat dit identificatie-element wordt gedetecteerd. 



  Bij voorkeur wordt de identificatie en/of verificatie aangewend voor het opvolgen van gegevens en/of aansturen van onderdelen van de voornoemde inrichting of van randapparatuur daarvan. 



  In het geval dat de identificatie en/of verificatie zoals voornoemd wordt uitgevoerd met betrekking tot personen, geniet het de voorkeur dat de personen worden voorzien van een gepersonaliseerd identificatie-element, waarbij de personalisatie per individuele persoon alsook per groep van personen kan plaatsvinden. 



  Bij voorkeur wordt de identificatie en/of verificatie aangewend voor     n   of meer van volgende toepassingen :   - het   weergeven van bepaalde gegevens aan de inrichting in functie van het ge dentificeerde - identificatie-element. Dit laat toe om bijvoorbeeld de gepaste initi le pagina op een machineterminal te tonen met specifieke informatie die afgestemd is op de gedetecteerde persoon.

   Tevens kan op de betreffende inrichting door de operator een eigen prioriteitslijst worden opgevraagd met indicatie op welke machine zijn volgende interventie moet gebeuren, met andere woorden, een   zogenaamde"to-do lijst".   Deze prioriteiten kunnen onder andere afhankelijk zijn van de dringendheid van de interventie, de afstand tussen 

 <Desc/Clms Page number 16> 

 de verschillende inrichtingen of machines, de verwachte duur van de interventies en de prioriteit van het verweven artikel. Samengevat resulteert dit in een optimalisatie van het door een operator te volgen pad. 



   - het bevelen van bepaalde machinefuncties aan de inrichting en/of het bevelen van hulpaccessoires, respectievelijk randapparatuur, in functie van het ge dentificeerde identificatie-element. Hierdoor kunnen automatisch bepaalde machine-onderdelen worden aangestuurd en/of in bepaalde status worden gebracht in functie van de persoon die zich aan de inrichting, bijvoorbeeld een weefmachine, bevindt. Zo kunnen bijvoorbeeld, omwille van energiebesparing tijdens het normaal regime, de lampen boven de inrichtingen, bijvoorbeeld boven de weefmachine, en in het geval van de weefmachine, ook eventuele lampen onder het weefsel, worden uitgeschakeld, terwijl, wanneer een operator in de buurt van de inrichting gedetecteerd wordt, deze lampen worden ontstoken, zodat reparaties en/of inspecties kunnen worden uitgevoerd.

   Een ander belangrijk voorbeeld van toepassing bestaat erin dat beschermkappen, geluidsafschermingen en dergelijke automatisch ontgrendeld en/of geopend worden wanneer een bevoegd persoon gedetecteerd wordt. 



  - het verlenen van een gepersonaliseerd toegangsrecht tot de inrichting op bepaalde onderdelen daarvan. Het handelt hierbij in de eerste plaats om een toegangsrecht tot bepaalde gegevens en/of instellingsmogelijkheden. Deze toegangsrechten   defini ren   aldus lees-en/of schrijfrechten met betrekking tot elke individuele parameter. Hiermede 

 <Desc/Clms Page number 17> 

 wordt bedoeld dat bijvoorbeeld een meestergast leesen/of schrijftoegang verkrijgt tot   machine-instellingsparameters ;   een doffer enkel leesen/of schrijftoegang verkrijgt tot gegevens met betrekking tot de stuklengte van het weefsel en het resetten van deze gegevens ; een wever leestoegang verkrijgt tot machineparameters, doch geen schrijftoegang; enzovoort. 



     - het   via de inrichting realiseren van een gepersonaliseerde communicatie met de persoon die zich aan de inrichting bevindt. Doordat een eventueel daarbij aangewende server door middel van de detectie van de identificatie-elementen kennis verkrijgt van de plaats waar het personeel actief is, kan een bericht of instructie naar de operator worden gestuurd, in het geval van een weverij over het weverijnetwerk, en op de betreffende inrichting, bijvoorbeeld een weefmachine waaraan de operator zich op dat moment bevindt, op de machineterminal worden weergegeven. 



  - het opvolgen van interventies. Via zulke opvolging kunnen verschillende karakteristieken van een interventie worden gecontroleerd, bijvoorbeeld om te worden aangewend om de algemene planning in weverijen te optimaliseren. Een toepassing hiervan bestaat in de opvolging van de gemiddelde interventietijd per interventietype, ten behoeve van planning en het vastleggen van prioriteiten van acties in de toekomst. Nog een toepassing bestaat in het opbouwen van een interventiehistoriek, samen met de opvolging van de gespendeerde tijd per machine, waaruit kan worden bepaald welke machines als probleemmachines moeten worden gecatalogeerd en/of voor verdere inspectie, 

 <Desc/Clms Page number 18> 

 respectievelijk analyse in aanmerking komen.

   Ook kan via deze opvolging een beeld van de operatorbelasting worden vastgelegd, hetgeen dan kan worden ingecalculeerd in de bepaling van de bezetting (bijvoorbeeld het aantal machines per wever, rekening houdend met het artikel) en de productieplanning. 



  In het geval dat de identificatie en/of verificatie met betrekking tot producten wordt uitgevoerd, kan het hierbij handelen om allerlei producten. Onder het begrip   "producten"dienen   hierbij dan ook te worden verstaan : hulpinrichtingen en/of onderdelen die met de betreffende inrichting, bijvoorbeeld weefmachine, moeten samenwerken ; producten die aan de betreffende inrichting worden aangevoerd ; producten die van de betreffende inrichting worden afgevoerd. 



  De uitvinding is vooral van nut bij weefmachines en/of randapparatuur van weefmachines. 



  Bij voorkeur wordt zij aangewend in combinatie met het gebruik van   een   of meer van volgende producten, respectievelijk hulpinrichtingen : bobijnen, de kettingboom, de doekrol, een reinigingsinstallatie en wisselstukken. 



  In het geval van de aanwending bij bobijnen, gebeurt de identificatie bij voorkeur door middel van, enerzijds, identificatie-elementen die aan de betreffende bobijnen zijn aangebracht, meer speciaal aan de bobijnhuls, en, anderzijds, detectiemiddelen die aanwezig zijn in of aan een of meer spillen van een bobijnstand, die met de voornoemde identificatie-elementen kunnen samenwerken. Hierbij wordt bij voorkeur gebruik gemaakt van een low-cost elektronische identificatietag die aanwezig is aan de 

 <Desc/Clms Page number 19> 

 bobijn zelf, zoals bijvoorbeeld een zelfklever met een geïntegreerde chip en antenne die aangebracht is in de bobijnhuls, waarbij deze tag alle relevante gegevens bevat over het garen dat op de bobijn aanwezig is, zoals de samenstelling van het garen, de kleur, het garennummer, gebruikte eenheden, enzovoort. 



  In het geval van de aanwending bij bobijnen, voorziet de uitvinding bij voorkeur in   één   of meer van volgende toepassingen : - de identificatie van een bobijn teneinde deze te   verifiëren   met de gegevens van het te verweven artikel. Zodoende kan bij het plaatsen van de bobijnen direct worden vastgesteld of het een juiste bobijn is of niet. 



   - de generatie van een signaal dat verband houdt met de noodzaak van het aanvoeren van nieuwe bobijnen.
Zodoende kan de aandacht van de operator erop worden gevestigd dat een bobijnwissel moet worden uitgevoerd.
Hierbij kan bijvoorbeeld, op bekende wijze, wanneer geen bobijn op een spil gedetecteerd wordt, of wanneer een bobijnwisselsignaal gegenereerd wordt door een , separate detector, een signaal gegenereerd worden om bobijnen aan te voeren. De generatie van zulk signaal kan geschieden door een indicatie op de machineterminal en/of door middel van een signaallamp en/of door een indicatie op een afzonderlijke terminal waarop een overzicht getoond wordt van de machines die bobijnaanvoer nodig hebben en het type van bobijnen die nodig zijn.

   Door nu hierbij rekening te houden met de specifieke gegevens van de bobijnen, die via de identificatie-elementen van de bobijnen bekend zijn, 

 <Desc/Clms Page number 20> 

 kan een indicatie worden gegeven van de termijn waarbinnen bobijnen nodig zijn. 



  - de generatie van een signaal dat verband houdt met de noodzaak van het aanvoeren van een nieuwe bobijn, rekening houdende met de te verwachten afweeftijd en/of afweeflengte. Rekening houdend met alle bobijnen op eenzelfde weefmachine, of op verschillende weefmachines, kan, rekening houdend met verschillende factoren ingewonnen via de voornoemde identificatie-elementen, een optimale periode voor het bijvullen van de bobijnen worden gekozen. Het kan hierbij zowel handelen om de optimale periode om een operator naar een machine te sturen, als om daarbij gebruikte apparatuur en/of de nieuwe bobijnen naar de betreffende weefmachine te verplaatsen.

   Door de gedetailleerde opvolging, die mogelijk is dankzij de informatie verkregen via de identificatie volgens de uitvinding, is het mogelijk om de noodzaak aan de vervanging van bobijnen zeer precies op te volgen en op die manier kan bijvoorbeeld in bepaalde gevallen soms beter worden gewacht om een afgelopen bobijn onmiddellijk te vervangen, totdat ook nog andere bobijnen moeten worden vervangen, zodat de vervanging in   één   interventie kan worden uitgevoerd. Ook met betrekking tot de interventies op verschillende weefmachines kan dan een interactie worden gerealiseerd, zodat bijvoorbeeld de aanvoer van nieuwe bobijnen voor weefmachines die zich in elkaars omgeving bevinden, gemeenschappelijk kan geschieden. 



   - de opvolging van stopcijfers in functie van de toegeleverde bobijnen. Hierdoor kan een kwaliteitsindex aan ieder lot van bobijnen worden 

 <Desc/Clms Page number 21> 

 toegekend en teruggekoppeld worden naar de leverancier en/of de productie van de bobijnen. Wanneer bij een bepaald lot bobijnen een stopcijfer verkregen wordt dat boven een grenswaarde komt, kan het lot bobijnen automatisch van een merkteken worden voorzien en kan men aldus beslissen om deze slechte bobijnen te blokkeren en niet meer te verweven. 



   - het aanpassen van het afvoeren van de inslagdraad in functie van de bobijndiameter, door de bobijnen uniek te maken en uit het gebruik ervan de diameter af te leiden. Het is bekend dat zeer grote bobijnen, alsook kleine, bijna afgeweven bobijnen, voornamelijk in wol, problematisch worden bij hoge aftreksnelheden. Door nu elke bobijn door middel van een identificatie-element uniek te maken in een weverij, is het mogelijk, in samenwerking met gegevens van andere sensoren, een schatting te maken van de diameter en de insertie aan te passen of, bij een eerstvolgende inslagdraadbreuk, te vragen aan een wever om de bobijn te wisselen.

   De kennis van de lengte aan draad op een bobijn, de inslaglengte op de weefmachine, het aantal ingebrachte draadlengtes sinds het begin van de bobijn, de originele diameter van de bobijn, de diameter van de   , huls   en dergelijke, in combinatie met het gebruik van een identificatie-element volgens de uitvinding, maakt dat elke bobijn uniek is en men bij het detecteren van de bobijn dan ook steeds weet of het een volle of reeds deels afgeweven bobijn is. De betreffende gegevens worden bijgehouden op een server en/of op het identificatie-element van de bobijn zelf. 



  In het geval dat de draadloze detectie en verificatie, respectievelijk identificatie, wordt toegepast in 

 <Desc/Clms Page number 22> 

 combinatie met een kettingboom van een weefmachine, onderscheiden zieh door twee belangrijke toepassingsmogelijkheden. 



  Volgens een eerste toepassingsmogelijkheid worden de identificatie-elementen volgens de uitvinding dan aangewend voor de identificatie van de kettingboom teneinde deze, samen met de erop aanwezige kettingdraden, te   verifiëren   met de gegevens van het te verweven artikel. Op elke kettingboom en/of module die een kettingboom bevat, wordt een identificatie-element aangebracht met alle relevante informatie van deze kettingboom. Zodoende is het bijvoorbeeld mogelijk om bij het inbrengen van de kettingboom in de weefmachine, tijdens een boomwissel en/of artikelwissel, om het identificatie-element door een leesinrichting op de weefmachine te identificeren en te vergelijken met de specificaties van het te weven artikel, welke specificaties aan de weefmachine en/of op de server aanwezig zijn.

   Bij een verkeerde kettingboom wordt dit gesignaleerd, bijvoorbeeld via de sturing van de gebruikelijk op een weefmachine aanwezige indicatielampen of via een melding op een andere wijze, bijvoorbeeld op de machineterminal. Bij een verkeerde boom kan het weven met deze machine automatisch worden geblokkeerd. 



  Volgens een tweede toepassingsmogelijkheid gebeurt de identificatie van de kettingboom teneinde over specifieke gegevens van deze kettingboom uit zijn voorgeschiedenis te beschikken, om zodoende bij het weven hiermee rekening te houden. Daar gekend is welke specifieke kettingboom op welke specifieke weefmachine aanwezig is, kan de voorgeschiedenis van de specifieke kettingboom inderdaad worden gebruikt tijdens het weven. Bij het opbouwen van deze historiek kan elke gebeurtenis, bijvoorbeeld bij het 

 <Desc/Clms Page number 23> 

 aanmaken van de kettingboom, aan een specifieke positie van deze kettingboom worden gekoppeld. Bij het afweven van deze kettingboom kunnen deze posities worden opgevolgd en gerelateerd worden aan de positie volgens de kettingrichting in de kettingboom die zieh op elk moment in de weefzone bevindt.

   Wanneer, bijvoorbeeld tijdens een bepaalde periode in de preparatie van de kettingboom, problemen zijn opgetreden, kan worden verwacht dat dit aanleiding zal geven tot een verhoging van een aantal machinestops en/of weefselfouten. Bij de detectie van deze stops en/of fouten kan dit in real time gecorreleerd worden met de slechtere boomkwaliteit op deze positie. Dit kan worden gemeld op de machineterminal en opgenomen worden in rapporten van het productieopvolgingssysteem. Deze voorkennis betekent dat het probleem niet machinegebonden is en/of dat het probleem niet aan de machine-instellingen te wijten is. Bijgevolg zal, in de meeste van dergelijke gevallen, geen zogenaamde trouble shooting actie worden opgestart, doch afgewacht worden tot het probleemgebied van de ketting volledig doorgeweven is voordat de normale interpretatie van de machine-operatie hervat wordt.

   Een andere methode kan zijn om de snelheid van de weefmachine automatisch te laten afnemen bij het bereiken van een dergelijke episode in de kettingboom. 



  In het geval dat de werkwijze volgens de uitvinding wordt aangewend bij een doekrol, worden volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm   één   of meerdere van volgende toepassingen gerealiseerd : - het vastleggen van gegevens op de doekrol door het aanbrengen van identificatie-elementen. Dit gebeurt door de voornoemde identificatie-elementen op de doekrol, al dan niet op het weefsel zelf, aan te 

 <Desc/Clms Page number 24> 

 brengen. Door nadien de aangebrachte identificatieelementen te detecteren, weet men bij de verdere verwerking van het weefsel wanneer op bepaalde onregelmatigheden, fouten, bijzonderheden en dergelijke moet worden gelet. 



  - het vastleggen van gegevens op de doekrol door het aanbrengen van identificatie-elementen door zulk identificatie-element, wanneer nodig, op de doekrol of het doek vast te kleven door middel van een automatische aanbrenginrichting. Hiertoe wordt bij voorkeur aan de weefmachine een elektronisch gestuurd, al dan niet draadloos apparaat aangebouwd dat identificatie-elementen, bijvoorbeeld zelfklevende tags, kan kleven op het pas gevormde weefsel, ergens in de zone vanaf de aanslaglijn tot en met de omtrek van de doekrol. Bij een machine-stop of andere onregelmatigheid kan dan automatisch een identificatie-element op het weefsel worden gekleefd, ter hoogte van de plaats waar de stop heeft plaatsgevonden, of kort daarvoor, of kort daarna, bij dit alles rekening houdend met de afstand tussen de aanslaglijn en de positie van het apparaat.

   Zodoende kunnen bij de eindinspectie al deze tags elektronisch worden gedetecteerd en gecontroleerd op eventuele weefselfouten. Volgens een variante kan ook een inktjet of een ander identificatiemiddel op het weefsel aangebracht worden, waarbij bijvoorbeeld de kleur van de inkt gerelateerd is tot de weeffout. 



     - het   automatisch uitvoeren van   een   of beide van voornoemde toepassingen in functie van een automatische detectie van een weefselfout. Hierbij kunnen bijvoorbeeld weefselfouten door een on-loom 

 <Desc/Clms Page number 25> 

 inspectiesysteem worden opgevolgd en kan bij een detectie van een fout automatisch een identificatie-element aan het weefsel worden aangebracht. 



  - het vastleggen van gegevens op de doekrol door het aanbrengen van identificatie-elementen die ter plaatse geprogrammeerd en/of voorzien worden van relevante informatie. Hiertoe wordt de weefmachine, en meer speciaal het apparaat voor het aanbrengen van identificatie-elementen, bij voorkeur uitgerust met een programmeereenheid die de identificatie-elementen, bijvoorbeeld de voornoemde zelfklevende tags, programmeert met alle relevante informatie van de stop of foutdetectie.

   Het programmeren van het identificatie-element gebeurt ofwel vooraleer dit op het weefsel aangebracht wordt, door een eenheid die zich op of voor het gedeelte van het apparaat bevindt waarmee de identificatie-elementen op het weefsel worden aangebracht, bijvoorbeeld worden vastgekleefd, of nadat zulk identificatie-element reeds aan het weefsel bevestigd is, door een eenheid die achter het voornoemde apparaat, meer speciaal achter het gedeelte waarmee de identificatie-elementen op het weefsel worden aangebracht, is gemonteerd. 



  - het vastleggen van gegevens op de doekrol door het aanbrengen van identificatie-elementen die voorzien zijn van een visueel herkenbaar merkteken, meer speciaal een leesbare tekst of een leesbare code. Hierdoor is een visuele herkenning door de operator mogelijk, in elk proces, tijdens of na het weefproces. 

 <Desc/Clms Page number 26> 

 



     - het   bij het wegnemen van de doekrol uit de weefmachine, het zogenaamde doffing, aanbrengen van een identificatie-element op de doekrol met informatie voor logistieke doeleinden. 



  - het op of aan de doekrol aanbrengen van   een   of meer identificatie-elementen voor verschillende doeleinden, waarbij deze in functie van het doeleinde in verschillende posities in de langsrichting van de doekrol worden aangebracht. Zodoende kunnen dezelfde identificatie-elementen, bijvoorbeeld op het weefsel gekleefde tags, worden aangewend voor verschillende doeleinden, terwijl toch mogelijke interferentie bij het lezen wordt uitgesloten. In een praktische uitvoeringsvorm worden bijvoorbeeld identificatie-elementen met logistieke doeleinden en/of informatie aan   één   rand van de doekrol gekleefd, terwijl identificatie-elementen met kwalitatieve doeleinden en/of informatie nabij de andere rand van de doekrol worden aangebracht.

   Door de koppeling van het planningssysteem en de logistieke opvolging van de producten in de textielproductie kan zodoende een trackingsysteem worden opgezet dat op elk moment kan informeren wat de toestand is van elke bestelling van een weefsel, dit voor elke klant. Daaraan kan dan ook de kwaliteitsinformatie per doekrol worden gekoppeld. 



  Dit trackingsysteem kan bijvoorbeeld via het   internet   ter beschikking worden gesteld van de weverijklanten die op elk moment hun eigen bestellingen kunnen "tracen"en beoordelen. 



     - het   door middel van op de doekrol aangebrachte identificatie-elementen doorgeven van informatie naar een latere reparatie toe. Hierdoor kunnen tijdens de 

 <Desc/Clms Page number 27> 

 reparatie automatisch gegevens ter beschikking worden gesteld die nuttig zijn voor het uitvoeren van de reparatie zelf. 



   - in de vorige toepassing, het minstens aanwenden van informatie die toelaat om het weefsel snel naar de juiste plaats van reparatie te laten lopen, waarbij uitsluitend bij repareerbare fouten wordt gestopt. Het is immers bekend dat diverse weeffouten achteraf worden gerepareerd. Door nu met behulp van de op het weefsel aangebrachte identificatie-elementen aan te duiden of een fout repareerbaar is of niet, bijvoorbeeld door dit in het identificatie-element in te programmeren, kan men tijdens de reparatie het weefsel snel naar de juiste plaatsen van reparatie laten lopen, waarbij het zogenaamde overrollen van het weefsel enkel wordt gestopt op repareerbare plaatsen. 



   Het in het identificatie-element programmeren van de hiertoe noodzakelijke gegevens kan gebeuren door een operator, ofwel aan de weefmachine, door visualisatie van de fout of de machineterminal zelf en door ingave ervan op de machineterminal, ofwel door een operator die op een separaat scherm de   foto's   van de fouten in een doekrol overloopt en de relevante gegevens ingeeft, ofwel tijdens de inspectie, waar de operator, door visuele interpretatie van het weefsel, de relevante gegevens ingeeft. In combinatie met een on-loom inspectiesysteem kan het in de tag programmeren van   de"repareerbaarheids"-gegevens   ook gebeuren via automatische interpretatie van de detectie en/of   foto's   van weeffouten. 



  De voornoemde optimalisatie door middel van het gebruik van de voornoemde identificatie-elementen kan ook worden 

 <Desc/Clms Page number 28> 

 aangewend in combinatie met het gebruik van een reinigingsinstallatie, meer speciaal een zogenaamde "overhead cleaner". Dergelijke reinigingsinstallaties bestaan uit apparaten die langsheen, en in het geval van een"overhead cleaner"over verschillende weefmachines van een weverij kunnen worden verplaatst en door middel van een geforceerde luchtstroom stof en dergelijke uit de weefmachine wegblazen, respectievelijk daaruit opzuigen. Volgens de uitvinding kan zulk identificatie-element ook aan zulke reinigingsinstallatie worden aangebracht die kan samenwerken met zend- en detectiemiddelen aan de weefmachine of dergelijke.

   Het identificatie-element kan bijvoorbeeld op een arm, blaaspijp of afzuigpijp van de reinigingsinrichting worden bevestigd. 



  Bij voorkeur zal in   één   of meer van volgende toepassingen worden voorzien : - de opvolging van de frequentie waarmee reinigingsbeurten worden uitgevoerd door middel van de reinigingsinstallatie. Hierbij detecteert de weefmachine wanneer de reinigingsinstallatie langs de weefmachine passeert. De weefmachine kan dan een signaal genereren wanneer zulke reinigingsinstallatie niet frequent genoeg passeert en/of wanneer de tijd dat zulke reinigingsinstallatie het laatst gepasseerd is, een bepaalde duur overschrijdt. Deze duur kan bijvoorbeeld afhankelijk zijn van het betreffende artikel.

   Het signaal van de weefmachine kan hierbij voorzien zijn in een aansturing van de signaallampen, van de machineterminal, van de reinigingsinstallatie zelf, of dergelijke. 

 <Desc/Clms Page number 29> 

 de opvolging van de frequentie waarmee reinigingsbeurten worden uitgevoerd en/of de frequentie dat een reinigingsinstallatie minstens langs een weefmachine passeert en het correleren van stops van de weefmachine en/of detecties van een weefselinspectiesysteem aan voornoemde frequentie. 



   Hierdoor kan worden nagegaan of de reiningins- installatie al dan niet een oorzaak is van de introductie van weeffouten en/of machine-stops. Dit kan worden gemeld op diverse manieren, onder andere door aansturing van indicatielampen op de weefmachine, door melding op de machineterminal, door logging of door een visualisatie door middel van de server software. 



   - het bepalen of de reinigingsinstallatie al dan niet wordt ingeschakeld op het ogenblik dat zij passeert langs de weefmachine. Het is gebruikelijk dat reinigingsinstallaties zieh permanent doorheen een weverij bewegen. In bepaalde gevallen is het wenselijk dat zulke reinigingsinstallatie niet bij elke passage wordt ingeschakeld. Doordat het passeren van een reinigingsinstallatie nu eenvoudig kan worden gedetecteerd, kan de weefmachine ook beslissen of de reinigingsinrichting al dan niet wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld in functie van het geweven artikel en de tijd die verlopen is sinds de laatste reinigingsactie. 



  Een bijzondere toepassing bestaat erin dat, door middel van het gebruik van identificatie-elementen, een opvolging wordt gerealiseerd van het wisselstukverbruik, bij voorkeur per weefmachine of per operator. Hiertoe worden de betreffende wisselstukken met identificatie-elementen, zoals de voornoemde tags, uitgerust, welke door de 

 <Desc/Clms Page number 30> 

 weefmachine kunnen worden ingelezen. Alle bestanden worden op een server en/of op de weefmachine ingebracht. Zo kan het wisselstukverbruik per machine worden opgevolgd. 



  Wanneer ook het identificatie-element van een operator wordt ingelezen, kan eveneens het wisselstukverbruik per operator worden opgevolgd. De historiek van het wisselstukverbruik op elke individuele weefmachine is belangrijk bij het zogenaamde trouble shooten. Zo kan bijvoorbeeld de regelmatige, noodzakelijke vervanging van eenzelfde onderdeel op eenzelfde machine als indicatie worden aangewend dat bij deze weefmachine op de betreffende plaats een fundamentele fout bestaat. 



  Opgemerkt wordt dat volgens de uitvinding, de identificatie of verificatie met betrekking tot een bepaalde inrichting, meer speciaal een weefmachine, in functie van bepaalde factoren ook kan worden uitgevoerd via een andere zieh in de nabijheid van de eerste inrichting bevindende inrichting, althans wanneer de betreffende inrichtingen, bijvoorbeeld weefmachines, via een netwerk met elkaar gekoppeld zijn. Wanneer, omwille van   een   of andere reden, bijvoorbeeld een netstroomonderbreking op een weefmachine, het identificatie-element niet kan worden ingelezen, kan dit bijvoorbeeld via een naburige weefmachine worden ingelezen en via de machineterminal aan een andere machine worden toegekend. 



  Het is bekend dat de instellingen van de weefmachine, alsmede gegevens afkomstig van een weefmachine, steeds via een terminal of dergelijke worden ingevoerd, respectievelijk worden uitgelezen. Uit de praktijk blijkt dat dit niet steeds zeer handig is. Volgens een vijfde aspect van de huidige uitvinding wordt hieraan verholpen.

   

 <Desc/Clms Page number 31> 

 Volgens dit vijfde aspect betreft de uitvinding dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine vervaardigen van een weefsel, waarbij al dan niet randapparatuur aan de weefmachine wordt aangewend, met als kenmerk dat hiertoe wordt voorzien in een communicatie tussen de weefmachine en/of de randapparatuur en een draagbaar computersysteem, zoals een PDA (Personal Digital Assistent) of een draagbare PC (Personal Computer) of dergelijke, waarbij het draagbaar computersysteem als datadrager voor machinegegevens en dergelijke dienst doet. Bij deze communicatie worden gegevens, afkomstig van de PDA of de draagbare PC, bij voorkeur uitgewisseld via een draadloze verbinding tussen, enerzijds, de weefmachine en, anderzijds, de PDA en/of PC.

   De gegevens die hierbij kunnen worden uitgewisseld, zijn bijvoorbeeld : machine-instellingen, weefpatronen, software updates, productie-gegevens. 



  De PDA en/of PC kunnen ook, voor de operator, gepersonaliseerde toegangsrechten tot de weefmachine bevatten. 



  In een bijzondere toepassing zal de PDA of PC of dergelijke, worden aangewend voor het overdragen van gegevens, evenals voor het installeren van software updates in de computereenheid van de weefmachine. Hierdoor wordt de noodzaak aan het gebruik van dure kaarten, zoals dit tot op heden het geval is, uitgesloten. 



  Het is bekend dat, in functie van het te weven artikel verschillende parameters aan de weefmachine kunnen worden ingesteld, zoals het tijdstip van de aankomst van de inslagdraad in de weefcyclus, de remhoek van de weefmachine, de temperatuur van de lansen in het geval van 

 <Desc/Clms Page number 32> 

 een   griperweefmachine,   en nog vele andere parameters. In de bekende uitvoeringen van weverijen is het dikwijls moeilijk controle te houden over al deze parameters. 



  Volgens een zesde aspect van de uitvinding wordt een optimalisatie geboden die het voornoemde probleem minimaliseert, zoniet uitsluit. 



  Het zesde aspect van de uitvinding betreft dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine vervaardigen van een weefsel, met als kenmerk dat de weefmachine samen met andere weefmachines via een netwerk verbonden is met een centrale server ; dat een server wordt aangewend die de standaardinstellingen bevat van verschillende weefartikels, met eventuele variaties die mogelijk zijn ; dat via de server alle betreffende actuele machine-instellingen van de weefmachines worden vergeleken met een corresponderende standaardinstelling ; en dat bepaalde afwijkingen gesignaleerd worden en/of dat in functie van bepaalde afwijkingen automatisch wordt ingegrepen. Op deze wijze kan een bijzonder vlotte en overzichtige controle worden uitgevoerd.

   De signalisatie kan gebeuren door de aansturing van indicatielampen op de weefmachine, door het weergeven van een indicatie op de machineterminal of door een "vlagging"in de rapporten van een productieopvolgingssysteem. 



  Verder is het bekend dat bij textielmachines, onder meer weefmachines, dikwijls dezelfde informatie moet worden ingeladen, als bepaalde informatie van bepaalde machines ook nuttig is voor andere machines. In de praktijk is het voornoemde herhaaldelijk inladen van informatie dikwijls tijdrovend en gaat veel nuttige informatie verloren doordat zij wel voor   een   machine, doch niet voor een andere, 

 <Desc/Clms Page number 33> 

 beschikbaar is. De uitvinding beoogt, volgens een zevende aspect, een optimalisatie die hieraan tegemoet komt. 



  Volgens dit zevende aspect heeft de uitvinding dan ook betrekking op een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op verschillende textielmachines vervaardigen van textielproducten, met als kenmerk dat gegevens tussen de respectievelijke textielmachines worden uitgewisseld. Op deze wijze kan het herhaaldelijk inladen van dezelfde informatie op verschillende machines eenvoudig worden uitgesloten, door de informatie van de ene machine naar de andere over te zetten. 



  Volgens een bijzondere uitvoeringsvorm worden de gegevens rechtstreeks uitgewisseld zonder tussenkomst van een server, bijvoorbeeld door rechtstreekse communicatie tussen de textielmachines of, zoals uiteengezet in het voornoemde vijfde aspect van de uitvinding, door middel van de tussenkomst van een PDA, PC of dergelijke. 



  Volgens de uitvinding kunnen de gegevens worden doorgestuurd, hetzij via een aansturing op initiatief van een textielmachine zelf, hetzij op initiatief van een operator, hetzij op aanvraag van een andere textielmachine. 



  In een praktische uitvoeringsvorm, wordt, iedere textielmachine opgevat als een node die op een ethernet netwerk is aangesloten en een eigen IP-adres heeft, in het geval dat de informatie rechtstreeks wordt uitgewisseld zonder tussenkomst van een server. Kennis van het verband tussen het machinenummer en het IP-adres laat toe om van de ene node van het netwerk data te versturen naar een andere node. 

 <Desc/Clms Page number 34> 

 De aard van de onderling te verzenden data kan verschillend zijn. Voorbeelden hiervan zijn data met betrekking tot machine-instellingen, weefpatronen, applicaties, volledige of gedeeltelijke versies van machinesoftware, toegangscontrolelijsten, enzovoort. 



  Het is bekend dat textielmachines, en meer speciaal weefmachines, bestaan uit een aanzienlijk aantal onderdelen. Bij reparaties is het dan ook niet steeds eenvoudig om de te vervangen onderdelen te identificeren om tot een bestelling of dergelijke over te gaan en is het bijzonder moeilijk om vooraf te weten of een reparatie in een korte tijd kan worden gerealiseerd, meer speciaal of men vlug kan beschikken over nieuwe onderdelen, die nodig zijn voor de reparatie. Volgens een achtste aspect van de uitvinding wordt in een optimalisatie voorzien die hieraan tegemoet komt. 



  Volgens dit achtste aspect betreft de uitvinding dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij textielmachines en/of randapparatuur worden ingezet, met als kenmerk dat gebruik wordt gemaakt van een machineterminal of dergelijke behorend tot en/of gekoppeld aan de textielmachines en/of de, randapparatuur, waarbij deze machineterminal of dergelijke wordt aangewend als gebruikersinterface voor een zogenaamd maintenance management systeem.

   De machineterminal of dergelijke kan hierbij in principe uitsluitend bestaan uit een display voor het oproepen van geschreven gegevens met betrekking tot wisselstukken die noodzakelijk zijn om reparatie uit te voeren, doch bij voorkeur zal met een machineterminal worden gewerkt waarmee ook afbeeldingen van de betreffende stukken kunnen worden opgeroepen, samen met aanverwante informatie, zodat een 

 <Desc/Clms Page number 35> 

 visuele controle mogelijk is. Een rechtstreekse aanwending van de eigenlijke machineterminal is hierbij het meest aangewezen, vermits deze steeds aanwezig is aan de machine zelf, doch het aanwenden van een externe terminal tot dit doeleinde, gekoppeld aan de weefmachine, bijvoorbeeld een PDA of draagbare PC, is niet uitgesloten. 



  Bij voorkeur wordt via de voornoemde gebruikersinterface een communicatie tot stand gebracht tussen de textielmachine, bijvoorbeeld weefmachine, en een databestand met gegevens omtrent onderdelen van verschillende textielmachines, meer speciaal verschillende weefmachines. Hierdoor kan dit databestand worden geraadpleegd om zodoende informatie omtrent de noodzakelijke wisselstukken in te winnen, onmiddellijk aan de weefmachine waar het defect is opgetreden. 



  In de meest voorkeurdragende uitvoeringsvorm is hierbij via de gebruikersinterface een communicatie mogelijk volgens   een   of meer van volgende aspecten :   - het   vanaf de machineterminal opvragen van een historiek van vroeger uitgevoerde acties met betrekking tot de betreffende machine, zodat eventuele nuttige gegevens met betrekking tot de uit te voeren    reparatie en/of   vervanging hieruit kunnen worden afgeleid ;   - het   bij het opstarten van een interventie automatisch doorgeven van gegevens die toelaten om de machine te identificeren, zoals een machinenummer of serienummer ; - het vanaf de machineterminal identificeren van de betreffende wisselstukken via een on line catalogus ; - het raadplegen van een locale stock ; - het lanceren van een bestelling ;

   

 <Desc/Clms Page number 36> 

 - het opgeven van de graad van dringendheid bij een bestelling. 



  Op deze wijze wordt een wisselstukkencatalogus verkregen die van op een textielmachine, meer speciaal van op een machineterminal kan worden geraadpleegd, waarbij volgens een voorkeurdragende uitvoeringsvorm ook een interactieve werking mogelijk is, doordat via de machineterminal ook bestellingen kunnen worden geplaatst en/of een stockbeheer kan worden uitgevoerd. 



  Een voorbeeld van een hierbij te volgen scenario is als volgt :
1. De operator stelt een malfunctie vast aan een textielmachine, meer speciaal een weefmachine, en stelt de diagnose dat een onderdeel defect is. 



   2. Vanaf het machinescherm of de machineterminal kan eventueel een historiek van vroeger uitgevoerde acties worden opgevraagd om eventueel een verband te leggen met de huidig uit te voeren actie. Dit kan zowel de historiek betreffen van de textielmachine in kwestie, of van een andere gelijkaardige textielmachine die bijvoorbeeld rechtstreeks of via een server gekoppeld is met de textielmachine in kwestie. 



   3 < De operator start een interventie op, via het machinescherm. Het machinenummer, dat in het geval van een weefmachine bijvoorbeeld door de weverij zelf is toegekend, en het serienummer, dat een nummer is van de fabricant van de machine en dat gekoppeld is aan de uitvoering ervan, worden automatisch aan een server of dergelijke medegedeeld. De server kent dan automatisch een interventienummer toe. Hierbij wordt opgemerkt dat de sessie eventueel ook vanaf een naburige machine kan worden opgestart, waarbij de operator dan uiteraard 

 <Desc/Clms Page number 37> 

 het machinenummer van de defecte machine moet aanwenden in plaats van het nummer van de machine waarop de sessie is opgestart. 



   4. Via de on line wisselstukcatalogus wordt het benodigde stuk geidentificeerd, hetgeen bijvoorbeeld op twee manieren kan geschieden, respectievelijk via navigatie, waarmee bedoeld wordt dat via de bouwgroep, de samenbouw en het stuknummer tot een uiteindelijke identificatie wordt gekomen, of via het direct zoeken op stuknummer. 



   5. De benodigde stukken worden in een lijst van"nodige stukken" opgenomen, met andere woorden in een   zogenaamde "shopping basket".    



   6. Deze lijst van "nodige stukken" is ten allen tijde consulteerbaar. 



   7. Vanuit deze lijst kan men de locale stock nagaan of een bestelling plaatsen. Bij deze bestelling kan een graad van dringendheid worden opgegeven. 



   8. Wanneer alle stukken aanwezig zijn kan de herstelling uitgevoerd en daarna afgecheckt worden. 



   9. De in/uit-operaties aan het magazijn worden vanaf een terminal in het magazijn zelf uitgevoerd. 



   10. Op eender welke machine kan een lijst van uitstaande interventies worden opgevraagd. 



  De commando's die bij een praktische uitvoeringsvorm dienen te worden gegeven, kunnen dan bijvoorbeeld van de aard zijn zoals hierna bij wijze van voorbeeld is uiteengezet : 
1. Het opstarten en afsluiten van een interventie : 
Bij het opstarten verschijnt bijvoorbeeld eerst een scherm voor het realiseren van   een"workorder".   In dit scherm zijn verschillende velden beschikbaar 

 <Desc/Clms Page number 38> 

 die al dan niet automatisch worden ingevuld, waaronder bi] voorkeur velden voor : het machinenummer (nummer van de machine in een weverij), het machineserienummer (nummer van de fabricant), het workorder-nummer, de symptomen, de te ondernemen acties. 



  Bij het opstarten worden eveneens browsers opgestart vanaf een pictogram op de machinedisplay, waardoor browsen mogelijk is tussen machinenummers en machineserienummers. 



  Het machinenummer dat automatisch verschijnt is bij default het nummer van de betreffende machine. Bij het opstarten van de browser wordt de "URL" opgegeven samen met het machinenummer en het machineserienummer. 



  Default start het scherm op om een nieuwe 
 EMI38.1 
 interventie te definiëren als er nog geen"pending workorder"is. Wanneer er reeds een interventie "pending"is, dan wordt deze als default actief. 



  Door middel van een op de display aanwezig gedeelte, dat bijvoorbeeld door aanraken kan worden bevolen, kan evenwel een nieuw workorder worden gekozen. 



  Het voornoemde   veld If symptomen" is   bij een nieuwe workorder initieel leeg en dient door de operator te worden ingevuld. Dit kan ofwel via een afzonderlijk klavier, ofwel via een klavier dat tijdelijk op het scherm kan worden opgeroepen en door aanraken kan worden bevolen. Zo bijvoorbeeld kan dan worden ingebracht :"afvoer afval 

 <Desc/Clms Page number 39> 

 onregelmatig". Eens dat dit ingebracht is, blijft dit in het geheugen voor de betreffende workorder, totdat dit verwijderd of gewijzigd wordt. 



  Het voornoemde veld "actie" is bij een nieuwe workorder initieel ook leeg en dient door de operator te worden ingevuld. Hierbij wordt de actie ingevuld waarvan de operator denkt dat zij nodig is. Zo kan bijvoorbeeld worden ingevuld :   "snij-inrichting   van kantensnijapparaat defect snijbladen te vervangen". 



  Via een speciaal daartoe voorzien veld of voorziene toets kan eventueel de "history" worden opgeroepen, waardoor vorige interventies kunnen worden bekeken. Deze kunnen nuttige informatie omvatten met betrekking tot de huidige interventie. 



  Na ingave van de velden "symptomen" en "acties" dient de operator een veld, bijvoorbeeld genaamd "create workorder", te activeren. Als een gevolg daarvan kent de server een interventienummer toe voor de betreffende machine. Dit nummer verschijnt samen met de datum in het voornoemde veld "workorder number". Tegelijk verschijnen dan bijvoorbeeld de knoppen of velden "required parts" en "spare parts catalog". Vanaf dit moment is de interventie een "pending workorder". 



  Via het veld "required parts" kan een lijst van stukken worden samengesteld die nodig zijn voor de interventie. 

 <Desc/Clms Page number 40> 

 



   Via het veld "spare parts catalog" kan een scherm worden opgeroepen van waaruit een wisselstukcatalogus kan worden geraadpleegd om de nodige stukken op te zoeken en te reserveren. Het gebruik van deze "spare parts catalog", wordt hierna nog meer in detail uiteengezet. 



   Eventueel kan in een bijkomend veld, bijvoorbeeld aangeduid met het opschrift "cause", uitleg worden ingevuld door de operator over de oorzaak die de aanleiding heeft gegeven tot de noodzaak van de betreffende interventie. 



   Via   een "exit" toets   kan dan terug uit het betreffende scherm worden gegaan. 



   De aldus gecreeerde"pending workorder"kan steeds terug op het scherm worden opgeroepen. 



  2. De catalogus en het gebruik ervan, teneinde stukken te identificeren en te bestellen : 
Bij het oproepen van   de"spare   parts catalog" verschijnt bij voorkeur eerst een afbeelding van de globale weefmachine op het machinescherm, samen met aanduidingen van de verschillende bouwgroepen ervan, bijvoorbeeld genummerd   als "A1", "A2", "A3", ... Zo   staat   bijvoorbeeld "A19" voor   de volledige bouwgroep die verband houdt met het inslaggebeuren. 



   Deze aanduidingen kunnen bestaan uit louter vermeldingen die dan in een veld kunnen worden ingevuld, of kunnen op zieh uit aanraakvelden bestaan, zodat door het aanraken ervan de zoektocht 

 <Desc/Clms Page number 41> 

 naar de betreffende onderdelen automatisch toegespitst wordt op uitsluitend nog de betreffende bouwgroep. Op dat ogenblik kan   een"assembly"-lijst   verschijnen die alle onderdelen weergeeft van de betreffende bouwgroep.

   Deze"assembly"-lijst bevat dan bijvoorbeeld de aanduiding van de bouwgroep, het assembly-nummer, de benaming en eventueel nog andere gegevens en kan er als volgt uitzien : 
A19 150456 001. 002 SUPPORT
A19 150760 001. 003 SELVEDGE CUTTER
A19 150800 001. 002 REEL HOLDER 1MM RHS
A19 150803 001. 001 REEL HOLDER
A19 150878 001. 002 WASTE WIND-UP
A19 150885 001. 001 SPLIT MOTION Ook kan op alle schermen waar gezocht kan worden, een zoekveld aanwezig zijn, bijvoorbeeld aangeduid   met" find part", waarin   een stuknummer of een woord kan worden ingevuld, hetgeen een scherm oplevert met resultaten van de zoektocht. 



  In de zoals voornoemd opgeroepen"assembly"-lijst of in de resultaten die gevonden zijn via de "find part"-opdracht, kan dan een betreffend item worden aangeduid, bijvoorbeeld door middel van een op het scherm weergegeven op en neer beweegbare balk. 



  Door vervolgens op een op het scherm versehenen "exploded view"-toets te drukken, wordt een zieht, meer speciaal een exploded view, weergegeven van het door middel van de voornoemde balk 

 <Desc/Clms Page number 42> 

 geselecteerde assembly. In het geval van bijvoorbeeld de snij-inrichting voor de zelfkant ("selvedge cutter"in bovengenoemde assembly-lijst), wordt deze snij-inrichting in al zijn samenstellende delen, welke apart kunnen besteld worden, weergegeven, waarbij ieder individueel bestelbaar stuk is voorzien van een referentienummer. 



  Door middel van een hierbij op het scherm versehenen"view list"-toets, kan van het"exploded view"-scherm worden   overgegaan   naar een lijst waarin de in   het"exploded view"-scherm   met referenties aangeduide stukken zijn opgenomen en verdere informatie hierover wordt gegeven, zoals het eigenlijke stuknummer dat nodig is voor de bestelling, alsmede de benaming. Zulke lijst ziet er dan bijvoorbeeld als volgt uit : 
11   BA213941 SHAFT  
12 B 160090 DISC
13 ESIMD 5 LOCK NUT
14 B 162176 SPRING
15 V30D 3X12 SCREW Naast de voornoemde lijst is een veld of toets aanwezig voor het opgeven, respectievelijk bestellen, van de gewenste stukken, bijvoorbeeld aangeduid met het opschrift "is required". Door een selectie in de voornoemde lijst te maken en dit veld of deze toets te activeren, wordt het gegeven gestockeerd als zijnde gewenst.

   Hierbij kan in de 

 <Desc/Clms Page number 43> 

 lijst ook het aantal verschijnen dat een bepaald stuk in de betreffende "assembly" voorkomt, waarbij door het activeren van   het 'is   required"-veld automatisch dit aantal wordt ingebracht. Wel kan het aantal gewijzigd worden via het scherm, alvorens het vastgelegd wordt, bijvoorbeeld wanneer geen volledige vervanging van de betreffende "assembly"noodzakelijk is. 



  Op de voornoemde wijze kan een lijst met noodzakelijke stukken worden aangemaakt, welke bijvoorbeeld door middel van een koppeling met een databestand kan interageren met stockgegevens. 



  Zulke lijst ziet er bijvoorbeeld als volgt uit : 
PART PART RESERVATION AVAILABILITY required reserved stock outstanding order 
 EMI43.1 
 
<tb> 
<tb> BA213941 <SEP> 1 <SEP> 0 <SEP> 2
<tb> B <SEP> 162176 <SEP> 1 <SEP> 0 <SEP> 0 <SEP> 7/12. <SEP> 01. <SEP> 2001 <SEP> 
<tb> B <SEP> 163175 <SEP> 1 <SEP> 1 <SEP> 2
<tb> 
 In de   rubriek"required"wordt   het aantal stukken vermeld dat nodig is voor de interventie. In de   rubriek"reserve"wordt   het aantal stukken vermeld dat reeds gereserveerd is voor deze interventie. In de   rubriek"stock"verschijnt   het aantal stukken dat momenteel in stock beschikbaar is, exclusief de stukken die voor andere doeleinden reeds gereserveerd zijn.

   In de   rubriek outstanding   order" verschijnt het aantal reeds bestelde stukken om de stock aan te vullen, samen met de vroegste 

 <Desc/Clms Page number 44> 

 leveringsdatum van de nog niet gereserveerde doch bestelde stukken. 



   Naast de voornoemde lijst kunnen verschillende velden verschijnen zoals : -"reserve from stock" : waardoor het geselecteerde onderdeel kan worden gereserveerd vanuit de beschikbare voorraad ; -"reserve from outstanding   order" :   waardoor het in de lijst geselecteerde onderdeel kan worden gereserveerd, vanuit de stukken die reeds besteld zijn ;   -"purchase order" :   waarmee naar een bestel-scherm kan worden overgegaan om het geselecteerde onderdeel te bestellen en de eigenlijke reservatie uit te voeren. 



   Tenslotte wordt terechtgekomen in een bestelscherm waarin verschillende gegevens zichtbaar worden gemaakt, zoals de kostprijs, de vroegste leveringsdatum en dergelijke, en waarin ook gegevens kunnen worden ingevuld door de aanvrager, zoals de gewenste leveringsdatum, de dringendheid om zodoende eventueel voorrang te krijgen op andere bestellingen, enzovoort. Via dit bestel-scherm kan de reservatie en/of bestelling dan uiteindelijk worden geconfirmeerd. 



  Het is bekend dat bij weefmachines in functie van het te weven artikel verschillende instellingen moeten worden uitgevoerd en in functie van de instellingen verschillende 

 <Desc/Clms Page number 45> 

 weefselaspecten kunnen worden verkregen. Ook bepaalde weeffouten hangen dikwijls samen met de aard van een bepaald weefsel. Dikwijls is het dan ook niet eenvoudig om een weefmachine zodanig in te stellen dat zij optimaal presteert. Volgens een negende aspect van de uitvinding wordt een optimalisatie beoogd die toelaat om machines zo optimaal mogelijk in te stellen in functie van het te weven artikel. 



  Volgens dit negende aspect betreft de huidige uitvinding dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij dit textielproductieproces bestaat in het op textielmachines vervaardigen van gelijke of gelijkaardige textielproducten, met als kenmerk dat tussen de betreffende textielmachines aan de hand van gedetecteerde controlewaarden en instellingen een automatische dialoog wordt gevoerd, in functie waarvan de aansturing van   een   of meer van de machines wordt geoptimaliseerd. 



  Hierbij wordt bij voorkeur een dialoog tussen machines met eenzelfde artikel automatisch opgestart door middel van softwaremodules binnen elke machine. De machines gaan hierbij onder andere in real time onderling hun rendements-, kwaliteits-, stop-en foutinformatie vergelijken. In het geval van een weefmachine, kunnen, in combinatie met een on-loom inspectiesysteem bij deze informatie ook de detecties van weeffouten en het weefselaspect van de verschillende machines worden gevoegd. 



  Op basis van een vergelijking kunnen dan onderling afwijkende parameterwaarden en dergelijke, tussen de respectievelijke textielmachines, meer speciaal weefmachines, automatisch worden aangepast naar de waarden 

 <Desc/Clms Page number 46> 

 van de best presterende machine. Dergelijke regellus kan worden gestuurd vanuit een serversoftware en/of vanuit software die op elke machine resideert, zogenaamde "intelligent agent"-software, aldus zonder tussenkomst van een server en/of gestuurd worden door een combinatie van beide. 



  Op basis van deze vergelijking en ervaring kan voor elke parameter een toegestaande variatie worden opgesteld, waarbinnen rendement en kwaliteit aanvaardbaar blijven en waarbinnen de parameters niet dienen aangepast te worden. 



  Om alle noodzakelijke communicaties verder te optimaliseren en vlot te laten verlopen, kan, volgens een tiende aspect van de uitvinding gebruik worden gemaakt van draadloze communicatiemiddelen die verbindingen tot stand brengen over een openbaar telefoonnet. Volgens dit tiende aspect betreft de uitvinding dan ook een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij dit textielproductieproces bestaat in het   op-een   of meerdere weefmachines vervaardigen van     n   of meerdere weefsels, met als kenmerk dat de weefmachines kunnen communiceren met   een   of meer andere weefmachines en/of met     n   of meer andere systemen, waarbij deze communicatie wordt gerealiseerd door middel van een draadloos telefoontoestel dat samenwerkt met een openbaar telefoonnet,

   zoals een GSM of dergelijke of     n   of ander openbaar datacommunicatienet. Dit draadloos telefoontoestel, waaronder ook een ingebouwde draadloze module dient te worden verstaan, is direct gekoppeld aan de weefmachine en die kan worden ingezet voor doeleinden zoals ondersteuning, onderhoud en periodieke opvolging. 



  Een nadeel bij de huidige weefmachines bestaat erin dat het dikwijls moeilijk is om informatie over een weefproces of 

 <Desc/Clms Page number 47> 

 de weefmachine door te geven naar belanghebbende partijen. 



  Volgens een elfde aspect van de huidige ultvinding wordt hiervoor een oplossing geboden. 



  Volgens dit elfde aspect betreft de uitvinding een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op   een   of meer weefmachines vervaardigen van   een   of meer weefsels, met als kenmerk dat hierbij gebruik wordt gemaakt van een digitaal foto- of cameratoestel dat direct aan de weefmachine is gekoppeld en/of kan worden gekoppeld, waarbij de digitale beelden via een communicatiesysteem vanaf de weefmachine worden verdergeleid voor gebruik. Zodoende is een rechtstreekse opvolging van buitenaf mogelijk. In de praktijk kunnen hiertoe digitale beelden van een foto- of cameratoestel via GSM of via een weverijnetwerk, een weverijserver of over het   internet   worden doorgestuurd naar de belanghebbende partij.

   Volgens een twaalfde aspect van de uitvinding wordt een verdere optimalisatie beoogd die tot doel heeft nadelen te minimaliseren die zoals bekend in weverijen ingevolge van omgevingsfactoren, zoals temperatuur van de weefzaal, de temperatuur van de weefmachine of van de olie van de weefmachine, trillingen van de weefmachine, trillingen van de vloer van de weefzaal rond de weefmachine, stofvervuiling en vochtigheid, optreden. Volgens dit twaalfde aspect betreft de uitvinding hiertoe een werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op meerdere weefmachines in een weverij vervaardigen van weefsels, met als kenmerk dat via sensoren aangebracht op de weefmachines omgevingsfactoren, waaronder bij voorkeur minstens de temperatuur en/of de relatieve vochtigheid, worden opgevolgd.

   Door middel van deze 

 <Desc/Clms Page number 48> 

 opvolging kan een globaal beeld over de condities in een weverij worden opgebouwd, waardoor eventuele beperkingen op bepaalde weefmachines ten gevolge van te nadelige omgevingsfactoren kunnen worden ingeschat en eventueel ook passend kan worden ingegrepen om de omgevingsfactoren te be nvloeden. 



  Bij voorkeur worden de omgevingsfactoren opgevolgd in een centraal systeem, zoals een server, waarbij via dit centraal systeem een controle wordt uitgevoerd, gecorreleerd naar de gemeten omgevingsfactoren en/of via dit centraal systeem inrichtingen worden aangestuurd die de voornoemde omgevingsfactoren gunstig moeten be nvloeden. 



  Teneinde het voornoemde in de praktijk te realiseren, worden, sensoren voor relatieve vochtigheid en temperatuur op de weefmachines aangesloten. De betreffende weefmachines kunnen deze sensoren uitlezen. De gemeten waarden kunnen dan via het netwerk, waarop iedere weefmachine is aangesloten, doorgestuurd worden naar een server. Omgekeerd kan de server ook de sensorwaarden aan elke weefmachine opvragen. Door het koppelen van dergelijke sensoren op een aantal uitgekozen weefmachines in de weverij, kan op de server een lay-out opgemaakt worden die een beeld geeft van de omgevingsparameters in de weverij, bijvoorbeeld met afbeelding van isothermen en iso-"vochtigheids"-lijnen. Deze gegevens kunnen vervolgens gecorreleerd worden aan het stopcijfer van de machines en hun posities in de weverij, waaruit dan de nodige gevolgtrekkingen kunnen worden gemaakt.

   Deze gegevens kunnen eveneens gebruikt worden om de airco-regeling in een weverij te optimaliseren. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op werkwijzen waarbij de voornoemde optimalisatiemogelijkheden 

 <Desc/Clms Page number 49> 

 volgens twee of meer van de voornoemde aspecten worden gecombineerd, waarbij tussen de voornoemde technieken in een interactie kan worden voorzien. 



  Zo kan het vierde aspect van de uitvinding bijvoorbeeld worden gecombineerd met het vijfde aspect, waarbij de komst van een operator met een welbepaald identificatie-element, automatisch als resultaat heeft dat deze operator leesen/of schrijftoegang krijgt tot welbepaalde gegevens die hij dan via zijn PDA of draagbare PC kan lezen, respectievelijk kan inbrengen. 



  Uiteraard zijn andere combinaties van de respectievelijke aspecten mogelijk. 



  Het is duidelijk dat de uitvinding ook betrekking heeft op inrichtingen voor het verwezenlijken van de voornoemde werkwijzen, waarbij deze inrichtingen bestaan   uit een   of meer textielmachines, meer speciaal weefmachines, en/of randapparatuur daarvoor, waarbij deze inrichting is voorzien van middelen om de betreffende werkwijzen te realiseren. Deze middelen bestaan uit alle voornoemde toebehoren, zoals de voornoemde identificatie-elementen en de bijhorende zend- en ontvangstmiddelen, de voornoemde machine-terminals en de nodige elektronische schakelingen om de besproken beelden en dergelijke te visualiseren, de voornoemde koppelingen met een server, de voornoemde onderdelen die van identificatie-elementen zijn voorzien, enzovoort. 



  Met het inzicht de kenmerken van de uitvinding beter aan te tonen, zijn hierna als voorbeeld zonder enig beperkend karakter, enkele voorkeurdragende uitvoeringsvormen 

 <Desc/Clms Page number 50> 

 beschreven, met verwijzing naar de bijgaande tekeningen, waarin : figuur 1 schematisch een weefmachine weergeeft die met middelen is uitgerust om een aantal van voornoemde aspecten van de uitvinding te realiseren ; figuur 2 schematisch een doorsnede weergeeft volgens lijn 11-11 in figuur   1 ;   figuur 3 een variante weergeeft van figuur 2. 



  In de figuren 1 en 2 is een weefmachine 1 weergegeven, die zoals bekend, bestaat uit een chassis 2 waarin een kettingboom 3 en een doekrol 4 kunnen worden aangebracht. 



  Op bekende wijze worden hierbij kettingdraden 5 van de kettingboom 3 afgewikkeld en doorheen weefkaders 6 geleid, zodanig dat een gaap 7 wordt gevormd, waarin inslagdraden 8 door middel van het riet 9 tegen de aanslaglijn 10 van het reeds gevormde doek of weefsel 11 kunnen worden aangeslagen. Het gevormde doek 11 wordt via een aantal rollen, waaronder de zogenaamde zandrol 12, afgevoerd om op de doekrol 4 te worden opgerold. 



  De inslagdraden 8 worden op bekende wijze vanaf bobijnen 13, die op spillen 14 van een bobijnstand 15 zijn gemonteerd, toegevoerd, met tussenkomst van voorafwikkelaars 16. 



  De weefmachine 1 is voorzien van een machineterminal 17. 



  Volgens het voornoemde eerste aspect van de uitvinding worden, zoals hiervoor uiteengezet, verschillende visualisaties op de machineterminal 17 gerealiseerd, die onder meer een kleuren beeldscherm of display en een terminal bevat, waarbij   een   van de belangrijkste 

 <Desc/Clms Page number 51> 

 visualisaties erin bestaat dat op dit scherm beelden worden weergegeven van het weefsel, in dit geval een eerste beeld 18 van het weefsel, zoals dit theoretisch zou moeten zijn, en een tweede beeld 19 dat een afbeelding is van het werkelijk geweefde weefsel of doek 11.

   Het beeld 18 wordt toegeleverd op de manier zoals voordien beschreven, terwijl het beeld 19 het resultaat is van een opname, hetzij door middel van een camera 20 die bijvoorbeeld langs het weefsel 11 heen en weer kan worden verplaatst, hetzij door middel van een zogenaamd on-loom inspectiesysteem 21 dat in de weefmachine is aangebracht. 



  Het is duidelijk dat alsdusdanig ook andere visualisaties volgens de uitvinding mogelijk zijn, meer speciaal zoals in de inleiding beschreven. 



  Volgens her tweede aspect van de uitvinding worden visualisaties van detecties die uitgevoerd worden op het on-loom inspectiesysteem 21 direct op de machineterminal 17 weergegeven. 



  Het voornoemde on-loom inspectiesysteem 21 is, in overeenstemming met het derde aspect van de uitvinding gemonteerd in de doekoprolzone of de zone 22 onder de zandrol 12 van de weefmachine   l, hetgeen   de in de inleiding de genoemde voordelen   oplevert.   



  Figuur 3 geeft schematisch een variante van dit derde aspect weer, waarbij het doek of weefsel 11 op een doekrol 4 wordt opgerold die separaat van de eigenlijke weefmachine 1 is opgesteld, met ertussen bijvoorbeeld een loopplatform 23. In overeenstemming met het derde aspect bevindt het on-loom inspectiesysteem 21 zich ook in de zone waar het weefsel 11 wordt afgevoerd. 

 <Desc/Clms Page number 52> 

 



  Zoals aangeduid met streeplijn 24 in figuur 3, kan het weefsel 11 volgens een variante ook naar een andere plaats worden geleid, bijvoorbeeld naar een lager gelegen etage, terwijl het derde aspect van de uitvinding toch nog van toepassing blijft. 



  Volgens het vierde aspect van de uitvinding wordt gebruik gemaakt van low cost identificatie-elementen 25 die, zoals in de inleiding uiteengezet, toelaten om verschillende identificaties, verificaties en dergelijke te realiseren. 



  In het voorbeeld van figuur 1 zijn schematisch een aantal van deze identificatie-elementen 25 weergegeven, respectievelijk aan een operator 26, aan een overhead reinigingsinrichting 27 die langsheen verschillende weefmachines 1 kan bewegen, aan een bijvoorbeeld elektro-magnetisch geleid wagentje 28 voor de toevoer van accessoires zoals de voornoemde bobijnen 13, aan de   hulsen   29 van de bobijnen 13, enzovoort. Hierdoor zijn identificaties, verificaties en aansturingen mogelijk zoals in de inleiding beschreven. 



  Figuur 1 geeft schematisch ook weer hoe een weefmachine 1 kan voorzien zijn van een apparaat 30 voor het automatisch aanbrengen van identificatie-elementen 25 op het gevormde weefsel of doek 11. Het is duidelijk dat hiertoe door de vakman verschillende uitvoeringen kunnen worden aangewend, zoals bijvoorbeeld kleefinrichtingen voor het automatisch kleven van identificatie-elementen die hier niet nader in detail worden beschreven. Het gebruik van het apparaat 30 en het doel van het aanbrengen van dergelijke identificatie-elementen 25 door middel van dit apparaat 30 is nader beschreven in de inleiding. 

 <Desc/Clms Page number 53> 

 De identificatie-elementen 25 kunnen, zoals schematisch aangeduid, samenwerken met   een   of meer zend-en ontvangstmiddelen 31 die aan de weefmachine 1 zijn aangebracht en die schematisch met referentie 31 zijn aangeduid. 



  Figuur 1 illustreert ook schematisch het vijfde aspect van de uitvinding, namelijk dat er een communicatie 32 mogelijk is tussen de weefmachine   1,   meer speciaal de met zend-en ontvangstmiddelen 31 verbonden stuurmiddelen van de weefmachine   l,   en een door de operator 26 of dergelijke gehanteerde draagbare computereenheid 33, bijvoorbeeld een PDA. 



  De hiervoor beschreven signalisatie met betrekking tot het zesde aspect van de uitvinding, kan zoals voornoemd gebeuren door middel van de gebruikelijk op de weefmachine 1 aanwezige indicatielampen 34. Volgens een variante kunnen de indicatielampen 34 vervangen worden door een zogenaamde lichtkrant, waarop informatie vanop afstand leesbaar is. 



  Verder geeft figuur 1 schematisch weer dat ook een communicatie 35 tussen verschillende textielmachines, in dit geval weefmachines   1,   onderling mogelijk is, bijyoorbeeld om het zevende aspect van de uitvinding te realiseren. 



  Het voornoemde, hiervoor in detail beschreven achtste aspect, wordt eveneens via de weergegeven machineterminal 17 gerealiseerd. 



  Via de voornoemde communicatie 35, die al dan niet draadloos kan verlopen, al dan niet via een niet weergegeven server, wordt eveneens het eventuele negende 

 <Desc/Clms Page number 54> 

 aspect gerealiseerd, namelijk het aanpassen van machineparameters via communicatie tussen verschillende machines, op basis van gedistribueerde intelligentie. De machine-terminal 17 kan naast een display of scherm ook een klavier 37 bevatten, echter de voorkeur gaat uit naar een display of scherm waarin het klavier of druktoetsen zijn geïntegreerd, dit is een   zogenaamd "touch display".   Dit is vooral voordelig in stofferige weverijen. 



  Voor het elfde aspect kan gebruik worden gemaakt van de vast gemonteerde camera   20, doch   volgens een niet weergegeven variante ook van andere foto- of cameratoestellen. 



  Het twaalfde aspect wordt gerealiseerd door middel van sensoren 36 die op de weefmachine 1 zelf kunnen gemonteerd zijn. 



  Het is duidelijk dat verschillende varianten en aanvullingen op het voorgaande mogelijk zijn. 



  Zo is het voor de uitvinding bijvoorbeeld mogelijk om een handleiding voor het bedienen van de weefmachine 1 via het scherm te visualiseren en/of via spraaktechnologie ter beschikking te stellen. Dit is niet alleen belangrijk om tijdens het weven de weefmachine 1 te kunnen bedienen, maar is voornamelijk van belang om een bepaald onderdeel te onderhouden, te herstellen of te vervangen. Hierbij wordt de te volgen procedure bijvoorbeeld op het scherm weergegeven.

   Hierbij zijn niet alleen beelden belangrijk, maar kan bijvoorbeeld ook een film op het scherm getoond worden, evenals foto's. 

 <Desc/Clms Page number 55> 

 Het tonen van een film,   foto's   en dergelijke is niet alleen beperkt tot handleidingen, doch kan algemeen toegepast worden, bijvoorbeeld in het kader van het voornoemde eerste aspect, waarbij het betreffende beeld, respectievelijk de betreffende beelden, dan ook filmbeelden kunnen omvatten. 



  Naast een toetsenbord 37 of een "touch display", zoals hiervoor reeds vermeld, kan eveneens een microfoon 38 aan de textielproductiemachine, in dit geval de weefmachine   l,   worden voorzien, zodat de wever of operator 26 met de betreffende machine kan communiceren. Analoog kan deze machine een luidspreker 39 bevatten waarmee met de operator 26 kan worden gecommuniceerd. Dit laatste kan ook bekomen worden door een zender van de weefmachine 1 die via een hoofdtelefoon 40 of hoorapparaat met de operator 26 kan communiceren. 



  De gesproken communicatie kan in een bijzonder voorkeurdragende toepassing worden ingezet in combinatie met de via de weefmachine toegankelijke handleiding. 



  Zodoende kan de operator of iemand die herstellingen aan de weefmachine uitvoert bijvoorbeeld stap per stap vernemen welke stappen moeten uitgevoerd worden. 



  Met, het oog op de uitvoering van een aantal van de voornoemde aspecten, kan de weefmachine 1 of dergelijke ook met   een   of meer gepaste antennes 41 worden voorzien. 



  De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen, doch dergelijke werkwijzen en inrichtingen voor het optimaliseren van textielproductieprocessen kunnen volgens verschillende 

 <Desc/Clms Page number 56> 

 varianten worden verwezenlijkt zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

Claims (1)

  1. Conclusies. 1. - Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), daardoor gekenmerkt dat kenmerken van het weefsel (11) en/of weefselbepalende elementen door middel van minstens een beeld op een machinescherm worden gevisualiseerd.
    2.-Werkwijze volgens conclusie 1, daardoor gekenmerkt dat een of meer van volgende visualisaties plaatsvinden : - een weergave van het op de weefmachine (1) gevormde weefsel (11) of van een gedeelte ervan en/of van een of meer weefselbepalende elementen ; - een weergave van het te vormen weefsel (11) of van een gedeelte ervan en/of van het uitzicht dat één of meer weefselbepalende elementen voor de vorming van een specifiek weefsel (11) dienen te hebben ;
    - een weergave van zowel, enerzijds, een beeld (19) volgens het eerste voornoemde punt, meer speciaal een beeld (18) van het werkelijk uitzicht, als anderzijds, een beeld volgens het tweede voornoemde punt, meer speciaal een beeld dat weergeeft hoe het werkelijk uitzicht er zou moeten uitzien, dit voor overeenstemmende gedeelten van het weefsel (11) en/of overeenstemmende weefselbepalende elementen ; - een weergave zoals beschreven in vorige paragraaf, samen met een weergave van afwijkingen, respectievelijk fouten, tussen de twee beelden.
    3.-Werkwijze volgens conclusie 2, daardoor gekenmerkt dat één of meer beelden worden weergegeven als volgt : <Desc/Clms Page number 58> - een weergave met betrekking tot het eigenlijke weefsel (11) ; - een weergave met betrekking tot de kantbinding ; - een weergave met betrekking tot de doorhaal van de kettingdraden ; - een weergave van de bobijnopstellingen.
    4.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat voor de visualisatie een beeld wordt gevormd door middel van een opnamesysteem op de weefmachine (1).
    5.-Werkwijze volgens conclusie 4, daardoor gekenmerkt dat voor het opnamesysteem gebruik wordt gemaakt van een of meer van volgende elementen : - een camerasysteem ; - een on-loom inspectiesysteem (21).
    6.-Werkwijze volgens conclusie 5, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine (1) bij welbepaalde afwijkingen automatisch wordt gestopt.
    7.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat bij een start van de weefmachine (1) een beeld wordt gevormd, waarbij een confirmatie wordt gevraagd dat het weefproces kan worden verdergezet.
    8.-Werkwijze volgens conclusie 7, daardoor gekenmerkt dat de weefmachine automatisch wordt gestopt wanneer zulke confirmatie niet binnen een bepaalde tijd wordt gegeven. <Desc/Clms Page number 59>
    9.-Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, daardoor gekenmerkt dat beelden worden toegeleverd via een server.
    10.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een EMI59.1 weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), waarbij dit weefsel (11) wordt gecontroleerd door middel van een op de weefmachine (1) aanwezig inspectiesysteem (21) dat met het weefsel (11) samenwerkt, meer speciaal door middel van een zogenaamd on-loom inspectiesysteem (21), daardoor gekenmerkt dat minstens een aantal van de detecties, uitgevoerd door het voornoemde inspectiesysteem (21), op de display van een tot de weefmachine (1) behorende machineterminal (17) worden weergegeven.
    11.-Werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de weergave minstens gebeurt door een melding op de machineterminal (17), vergezeld van informatie.
    12.-Werkwijze volgens conclusie 10, daardoor gekenmerkt dat de weergave minstens gebeurt door een visualisering van EMI59.2 de weeffout in de vorm van een beeld.
    13. volgens één van de conclusies 10 tot 12, daardoor gekenmerkt dat wanneer een weeffout wordt gevisualiseerd, een waardecijfer hieraan wordt toegekend en ingevoerd, deze waardecijfers worden gestockeerd en verwerkt voor een geproduceerd weefsel (11) en in functie hiervan wordt een globale waardefactor aan het weefsel (11) toegekend.
    14.-Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 13, daardoor gekenmerkt dat gegevens omtrent de weeffouten <Desc/Clms Page number 60> worden doorgezonden naar een computergebaseerd trouble shooting system, hetwelk een antwoord formuleert en/of rechtstreeks instellingen beveelt.
    15.-Werkwijze volgens een van de conclusies 10 tot 14, daardoor gekenmerkt dat, enerzijds, weefmachinegegevens worden vastgelegd en, anderzijds, de gedetecteerde weeffouten naar deze weefmachinegegevens worden gecorreleerd.
    16.-Werkwijze voor de optimalisering van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), waarbij dit weefsel (11) door middel van een op de weefmachine (1) aanwezig inspectiesysteem (21) dat met het weefsel (11) samenwerkt, wordt gecontroleerd, meer speciaal door middel van een zogenaamd on-loom inspectiesysteem (21), daardoor gekenmerkt dat de voornoemde inspectie wordt uitgevoerd in de zone die zich onder de zogenaamde zandrol (12) bevindt.
    17.- Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat het weefsel (11) op een doekrol (4) wordt opgewikkeld die zieh hoofdzakelijk binnen het eigenlijke chassis (2) van de weefmachine (1) bevindt, waarbij de voornoemde inspectie wordt uitgevoerd tussen de voornoemde zandrol (12) en de doekrol (4).
    18.-Werkwijze volgens conclusie 16, daardoor gekenmerkt dat het weefsel (11) aan de weefselzijde van de weefmachine (1) in hoofdzaak naar beneden geleid wordt, om vervolgens van daaruit te worden verdergeleid, waarbij de voornoemde inspectie wordt uitgevoerd tussen de voornoemde zandrol (12) en de plaats waar het weefsel (11) wordt verdergeleid. <Desc/Clms Page number 61> 19.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij een of meer inrichtingen worden aangewend, daardoor gekenmerkt dat aan minstens één van deze inrichtingen een identificatie en/of verificatie wordt doorgevoerd met behulp van een contact- en draadloos systeem dat gebruik maakt van identificatie-elementen.
    20.-Werkwijze volgens conclusie 19, daardoor gekenmerkt dat voor de identificatie-elementen gebruik wordt gemaakt van zogenaamde tags, responders of dergelijke.
    21.-Werkwijze volgens conclusie 19 of 20, daardoor gekenmerkt dat de identificatie en/of verificatie wordt aangewend voor het opvolgen van gegevens en/of aansturen van onderdelen van de voornoemde inrichting.
    22.-Werkwijze volgens een van de conclusies 19 tot 21, daardoor gekenmerkt dat de identificatie en/of verificatie wordt uitgevoerd met betrekking tot personen.
    23.-Werkwijze volgens conclusie 22, daardoor gekenmerkt dat de personen worden voorzien van een gepersonaliseerd identificatie-element.
    24., Werkwijze volgens conclusie 22 of 23, daardoor gekenmerkt dat de identificatie en/of verificatie wordt aangewend voor één of meer van volgende toepassingen : - het weergeven van bepaalde gegevens aan de inrichting in functie van het geïdentificeerde identificatie-element ; - het bevelen van bepaalde machinefuncties en/of hulpaccessoires, respectievelijk randapparatuur, in functie van het geïdentificeerde identificatie-element ; <Desc/Clms Page number 62> - het verlenen van een gepersonaliseerd toegangsrecht op bepaald onderdelen van de inrichting ; - het via de inrichting realiseren van een gepersonaliseerde communicatie met de persoon die zieh aan de inrichting bevindt ; - het opvolgen van interventies.
    25.-Werkwijze volgens een van de conclusies 19 tot 24, daardoor gekenmerkt dat de identificatie of verificatie minstens wordt uitgevoerd met betrekking tot producten, meer speciaal met betrekking tot andere inrichtingen die met de betreffende inrichting moeten samenwerken, met betrekking tot producten die aan de betreffende inrichting worden aangevoerd, en/of met betrekking tot producten die worden afgevoerd van de betreffende inrichting.
    26.- Werkwijze volgens conclusie 25, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend bij een weefmachine (1) en/of randapparatuur van een weefmachine (1).
    27.-Werkwijze volgens conclusie 26, daardoor gekenmerkt dat zij wordt aangewend in combinatie met het gebruik van een of meer van volgende producten, respectievelijk hulpinrichtingen : bobijnen (13), de kettingboom (3), de doekrol (4), een reinigingsinstallatie en wisselstukken.
    28.-Werkwijze volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat zij in het geval van bobijnen (13) voorziet in een of meer van volgende toepassingen : - de identificatie van een bobijn (13), teneinde deze te verifiëren met de gegevens van het te verweven artikel ;
    - de generatie van een signaal dat verband houdt met de noodzaak van het aanvoeren van nieuwe bobijnen (13) ; <Desc/Clms Page number 63> - de generatie van een signaal dat verband houdt met de noodzaak van het aanvoeren van een nieuw bobijn (13), rekening houdend met de te verwachten afweeftijd en/of afweeflengte ; - de opvolging van stopcijfers in functie van de toegeleverde bobijnen (13) ; - het aanpassen van het afvoeren van de inslagdraad in functie van de bobijndiameter, door de bobijnen (13) uniek te maken en de diameter af te leiden uit het gebruik ervan.
    29.-Werkwijze volgens conclusie 28, daardoor gekenmerkt dat de identificatie gebeurt door middel van, enerzijds, identificatie-elementen die aan de betreffende bobijnen (13) zijn aangebracht, meer speciaal aan de bobijnhuls, en, anderzijds, detectiemiddelen die aanwezig zijn in een of meer spillen (14) van een bobijnstand, die met de voornoemde identificatie-elementen kunnen samenwerken.
    30.-Werkwijze volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat zij, in het geval van een kettingboom (3), voorziet in een of meer van volgende toepassingen : - de identificatie van de kettingboom (3) teneinde deze, samen met de erop aanwezige kettingdraden, te , verifiëren met de gegevens van het te verweven artikel ; - de identificatie van de kettingboom (3) teneinde te beschikken over specifieke gegevens uit zijn voorgeschiedenis, om zodoende bij het weven hiermee rekening te houden. EMI63.1
    31.-Werkwijze volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat zij, in het geval van een doekrol (4), voorziet in één of meer van volgende toepassingen <Desc/Clms Page number 64> - het vastleggen van gegevens op de doekrol (4) door het aanbrengen van identificatie-elementen ; - het vastleggen van gegevens op de doekrol (4) door het aanbrengen van identificatie-elementen door zulk identificatie-element, wanneer nodig, op de doekrol (4) of het doek (11) vast te kleven door middel van EMI64.1 een automatische aanbrenginrichting - automatisch uitvoeren van één of beide van voornoemde toepassingen in functie van een automatische detectie van een weefselfout ; - het vastleggen van gegevens op de doekrol (4) door het aanbrengen van identificatie-elementen die ter plaatse worden geprogrammeerd en/of worden voorzien van relevante informatie ;
    - het vastleggen van gegevens op de doekrol (4) door het aanbrengen van identificatie-elementen die voorzien zijn van een visueel herkenbaar merkteken, meer speciaal een leesbare tekst of een leesbare code ; EMI64.2 - bij het wegnemen van de doekrol (4) uit de weefmachine (1), het zogenaamde doffing, aanbrengen van een identificatie-element op de doekrol (4) met informatie voor logistieke doeleinden - het op of aan de doekrol (4) aanbrengen van één of meer identificatie-elementen voor verschillende doeleinden, waarbij deze in functie van het doeleinde in verschillende posities in de langsrichting van de doekrol (4) worden aangebracht ; - het doorgeven van informatie naar een latere reparatie toe door middel van op de doekrol (4) aangebrachte identificatie-elementen ;
    - in de vorige toepassing, het minstens aanwenden van informatie die toelaat om het weefsel (11) snel naar de juiste plaats van reparatie te laten lopen, waarbij uitsluitend bij repareerbare fouten wordt gestopt. <Desc/Clms Page number 65> 32.-Werkwijze volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat zij, in het geval van een reinigingsinstallatie, voorziet in een of meer van volgende toepassingen : - de opvolging van de frequentie waarmee reinigingsbeurten worden uitgevoerd door middel van de reinigingsinstallatie ; - de opvolging van de frequentie waarmee reinigingsbeurten worden uitgevoerd en/of de frequentie dat een reinigingsinstallatie minstens langs een weefmachine (1) passeert en het correleren van stops van de machine en/of detecties van een weefselinspectiesysteem aan voornoemde frequentie ;
    - het bepalen of de reinigingsinstallatie al dan niet wordt ingeschakeld op het ogenblik dat zij langs de weefmachine (1) passeert.
    33.-Werkwijze volgens conclusie 27, daardoor gekenmerkt dat zij, in het geval van wisselstukken, voorziet in de opvolging van het wisselstukverbruik, bij voorkeur per weefmachine (1) of per operator (26).
    34.-Werkwijze volgens één van de conclusies 25 tot 33, daardoor gekenmerkt dat de identificatie of verificatie met betrekking tot een bepaalde machine, in functie van bepaalde factoren, wordt uitgevoerd via een andere inrichting die zieh in de nabijheid van de eerste bevindt.
    35.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), waarbij al dan niet randapparatuur aan de weefmachine (1) wordt aangewend, daardoor gekenmerkt dat hiertoe wordt voorzien in een communicatie tussen de weefmachine (1) en/of de randapparatuur en een draagbaar computersysteem, zoals een <Desc/Clms Page number 66> PDA of een draagbare PC of dergelijke, waarbij het draagbaar computersysteem als datadrager voor machinegegevens en dergelijke dienst doet.
    36.-Werkwijze volgens conclusie 35, daardoor gekenmerkt dat hiertoe gebruik wordt gemaakt van een gebruikersinterface op, enerzijds, de weefmachine (1) en/of de randapparatuur, en, anderzijds, het draagbaar computersysteem, waarbij minstens een of meer gegevens met betrekking tot het volgende worden doorgegeven : machine-instellingen, weefpatronen, software updates, productiegegevens.
    37.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een weefmachine (1) vervaardigen van een weefsel (11), daardoor EMI66.1 gekenmerkt dat de weefmachine (1) samen met andere weefmachines (1) via een netwerk verbonden is met een centrale server ; dat een server wordt aangewend die de standaardinstellingen bevat van verschillende weefartikels, met eventuele variaties die mogelijk zijn ; dat via de server alle betreffende actuele machine-instellingen van de weefmachines (1) worden vergeleken met een corresponderende standaardinstelling ; en dat bepaalde afwijkingen EMI66.2 gesgnaleerd worden en/of dat in functie van bepaalde afwijkingen automatisch wordt ingegrepen.
    38.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op verschillende textielmachines vervaardigen van textielproducten, daardoor gekenmerkt dat gegevens tussen de respectievelijke textielmachines worden uitgewisseld. <Desc/Clms Page number 67>
    39.-Werkwijze volgens conclusie 38, daardoor gekenmerkt dat de gegevens rechtstreeks worden uitgewisseld zonder tussenkomst van een server.
    40.-Werkwijze volgens conclusie 38 of 39, daardoor gekenmerkt dat de gegevens worden doorgestuurd, hetzij via een aansturing op initiatief van een textielmachine zelf, hetzij op initiatief van een operator (26), hetzij op aanvraag van een andere textielmachine.
    41.-Werkwijze volgens een van de conclusies 38 tot 40, daardoor gekenmerkt dat iedere textielmachine voor het verzenden van de gegevens is opgevat als een node die op een ethernet netwerk is aangesloten en een eigen IP-adres heeft. EMI67.1
    42.-Werkwijze volgens één van de conclusies 38 tot 41, daardoor gekenmerkt dat minstens gegevens met betrekking tot één of meer van de volgende facetten worden doorgezonden tussen de textielmachines :machine-instellingen ; in het geval van weefmachines (1), weefpatronen ; volledige of gedeeltelijke versies van machinesoftware ; toegangscontrolelijsten.
    43., Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij textielmachines en/of randapparatuur worden ingezet, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een machineterminal (17) of dergelijke, behorend tot de textielmachines en/of de randapparatuur, waarbij deze machineterminal (17) of dergelijke wordt aangewend als gebruikersinterface voor een zogenaamd maintenance management systeem. <Desc/Clms Page number 68>
    44.-Werkwijze volgens conclusie 43, daardoor gekenmerkt dat via de gebruikersinterface een communicatie tussen de machine en een databestand met gegevens omtrent onderdelen van verschillende machines tot stand wordt gebracht.
    45.-Werkwijze volgens conclusie 43 of 44, daardoor gekenmerkt dat via de gebruikersinterface een communicatie mogelijk is volgens een of meer van volgende aspecten : - het vanaf de machineterminal (17) opvragen van een historiek van vroeger uitgevoerde acties met betrekking tot de betreffende machine ; - het bij het opstarten van een interventie automatisch doorgeven van gegevens die toelaten om de machine te identificeren, zoals een machinenummer of serienummer ; - het vanaf de machineterminal (17) identificeren van de betreffende wisselstukken via een on line catalogus ; - het raadplegen van een locale stock ; - het lanceren van een bestelling ; - het opgeven van de graad van dringendheid bij een bestelling.
    46.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op textielmachines vervaardigen van gelijke of gelijkaardige textielproducten, daardoor gekenmerkt dat aan de hand van gedetecteerde controlewaarden en instellingen een automatische dialoog wordt gevoerd tussen de betreffende textielmachines, in functie waarvan de aansturing van een of meer van de machines wordt geoptimaliseerd.
    47.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een of meer weefmachines (1) vervaardigen van één of meer weefsels, <Desc/Clms Page number 69> daardoor gekenmerkt dat de weefmachines (1) kunnen communiceren met één of meer andere weefmachines (1) en/of met een of meer andere systemen, waarbij deze communicatie wordt gerealiseerd door middel van een draagbaar telefoontoestel dat samenwerkt met een openbaar telefoonnet, zoals een GSM of dergelijke.
    48.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op een of meer weefmachines (1) vervaardigen van één of meer weefsels, daardoor gekenmerkt dat hierbij gebruik wordt gemaakt van een digitaal foto- of cameratoestel (20) dat direct aan de weefmachine (1) is gekoppeld en/of kan gekoppeld worden, waarbij de digitale beelden via een communicatiesysteem vanaf de weefmachine (1) worden verdergeleid voor gebruik.
    49.- Werkwijze volgens conclusie 48, daardoor gekenmerkt dat de digitale beelden worden verdergeleid via één of meer van volgende communicatiesystemen : een telefoonnetwerk, een weverijnetwerk, een weverijserver, het internet.
    50.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, dat bestaat in het op meerdere weefmachines (1) vervaardigen van weefsels in een weverij, EMI69.1 daardoor gekenmerkt dat omgevingsfactoren worden opgevolgd via sensoren die op de weefmachines (1) zijn aangebracht.
    51.-Werkwijze volgens conclusie 50, daardoor gekenmerkt dat als omgevingsfactor minstens de temperatuur en/of de relatieve vochtigheid wordt opgevolgd.
    52.-Werkwijze volgens conclusie 50 of 51, daardoor gekenmerkt dat de omgevingsfactoren worden opgevolgd in een centraal systeem, zoals een server, waarbij via dit <Desc/Clms Page number 70> centraal systeem een controle wordt uitgevoerd, gecorreleerd naar de gemeten omgevingsfactoren en/of via dit centraal systeem inrichtingen worden aangestuurd die de voornoemde omgevingsfactoren gunstig moeten beïnvloeden.
    53.- Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, waarbij textielmachines, zoals een weefmachine, en/of randapparatuur worden ingezet, daardoor gekenmerkt dat via middelen aanwezig aan de betreffende machine, meer speciaal via een machine-terminal of dergelijke en/of middelen voor spraaktechnologie, een handleiding behorend tot de betreffende machine en/of verband houdende met het gebruik van deze machine ter beschikking gesteld wordt.
    54.-Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces, daardoor gekenmerkt dat gebruik wordt gemaakt van een combinatie van technieken volgens één van de voorgaande conclusies, waarbij tussen de voornoemde technieken in een interactie wordt voorzien.
    55.-Inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze van één of meer van de voornoemde conclusies, daardoor gekenmerkt dat zij bestaat uit een of meer textielmachines en/pf randapparatuur daarvoor, waarbij deze inrichting is voorzien van middelen om de betreffende werkwijze te realiseren.
BE2001/0274A 2001-04-20 2001-04-20 Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen. BE1014133A3 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0274A BE1014133A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.
EP02727054A EP1379717A2 (en) 2001-04-20 2002-04-18 Method for optimizing a textile production process and devices applying this method
AU2002257388A AU2002257388A1 (en) 2001-04-20 2002-04-18 Method for optimizing a textile production process and devices applying this method
PCT/BE2002/000057 WO2002086214A2 (en) 2001-04-20 2002-04-18 Method for optimizing a textile production process and devices applying this method
US10/474,198 US7310565B2 (en) 2001-04-20 2002-04-18 Method for optimizing a textile production process and devices applying this method
CNA028085337A CN1503861A (zh) 2001-04-20 2002-04-18 优化纺织生产工艺的方法和应用此方法的装置
CNA2005100894594A CN1721600A (zh) 2001-04-20 2002-04-18 优化纺织生产工艺的方法和应用此方法的装置
US11/350,067 US20060144457A1 (en) 2001-04-20 2006-02-09 Method for optimizing a textile production process

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE2001/0274A BE1014133A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1014133A3 true BE1014133A3 (nl) 2003-05-06

Family

ID=3896951

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE2001/0274A BE1014133A3 (nl) 2001-04-20 2001-04-20 Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.

Country Status (6)

Country Link
US (2) US7310565B2 (nl)
EP (1) EP1379717A2 (nl)
CN (2) CN1721600A (nl)
AU (1) AU2002257388A1 (nl)
BE (1) BE1014133A3 (nl)
WO (1) WO2002086214A2 (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20190155249A1 (en) * 2017-11-22 2019-05-23 Institute For Information Industry Textile beam management system and textile beam management method

Families Citing this family (46)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2006513327A (ja) * 2003-01-08 2006-04-20 ウステル・テヒノロジーズ・アクチエンゲゼルシヤフト 繊維組織中の欠陥を検出する方法及び装置
WO2004072342A1 (en) * 2003-02-17 2004-08-26 F.I.R.S.T. S.P.A. Optical system for controlling the unbroken condition of warp yarns in a weaving loom
US20060206232A1 (en) * 2003-12-17 2006-09-14 Tim Palmer Method and Device for Recognizing Defects in Textile Structures
DE102005022955A1 (de) * 2005-05-19 2006-11-23 Lindauer Dornier Gmbh Verfahren und Vorrichtung zum Halten eines nach einem Startvorgang einer Webmaschine, insbesondere Luftdüsenwebmaschine eingetragenen Schussfadens
CN100350087C (zh) * 2006-05-11 2007-11-21 李加林 一种具有不同特质的彩色提花织物的制作方法
DE102008017441B4 (de) * 2008-04-03 2014-05-28 Windmöller & Hölscher Kg Verfahren und Anordnung zur Herstellung von Säcken aus Gewebematerial
FR2962740B1 (fr) * 2010-07-19 2012-08-03 Staubli Sa Ets Metier a tisser et procede de controle de la temperature d'un lubrifiant dans un tel metier
CN102031688A (zh) * 2010-11-03 2011-04-27 北京经纬纺机新技术有限公司 验布机疵点标记方法及其装置
US20120253501A1 (en) * 2011-03-31 2012-10-04 Springs Creative Products Group, Llc System and a method for manufacturing substrates for coated fabrics
US9499926B2 (en) 2011-04-05 2016-11-22 Elbit Vision Systems Ltd. On-loom fabric inspection system and method
US9382663B2 (en) 2012-11-13 2016-07-05 Georgia-Pacific Consumer Products Lp Apparatus, system, and process for determining characteristics of a surface of a papermaking fabric
US9062416B2 (en) 2012-11-13 2015-06-23 Georgia-Pacific Consumer Products Lp Apparatus, system, and process for determining characteristics of a surface of a papermaking fabric
JP6328399B2 (ja) * 2013-02-27 2018-05-23 津田駒工業株式会社 水噴射式織機用の緯入れ情報の表示方法および装置
JP6283489B2 (ja) * 2013-02-27 2018-02-21 津田駒工業株式会社 織機用の情報表示方法および情報表示装置
CN203821032U (zh) * 2013-02-27 2014-09-10 津田驹工业株式会社 水喷射式织机用的投纬信息的显示装置
FR3005042B1 (fr) * 2013-04-26 2016-01-01 Snecma Machine a tisser ou enrouler une texture fibreuse permettant un controle d'anomalies par analyse d'images
DE102013108104B4 (de) 2013-07-29 2019-10-17 Windmöller & Hölscher Kg Verfahren und Kontrollvorrichtung für die Kontrolle einer Wickelvorrichtung
EP2832908B1 (de) * 2013-07-30 2023-01-04 Stäubli Sargans AG Überwachungsvorrichtung für eine Webmaschine, Webmaschine und Verfahren zur Überwachung
CN103590231A (zh) * 2013-10-30 2014-02-19 吴江华宏软件有限公司 一种用于纺织布料检验的方法
JP2015086057A (ja) * 2013-10-31 2015-05-07 村田機械株式会社 設定管理装置、繊維機械、糸巻取機、紡績機
US20150197879A1 (en) * 2014-01-10 2015-07-16 Wooky Entertainment Inc. Device for weaving
CH711592B1 (it) * 2014-07-31 2020-06-30 Camozzi Digital S R L Procedimento di identificazione di malfunzionamenti o degradazione del funzionamento di una macchina tessile.
US10006154B2 (en) 2014-09-08 2018-06-26 Wovns Llc Aggregating textiles for production
BE1022811A9 (nl) * 2015-03-12 2016-10-04 Wiele Michel Van De Nv Klemming van de positie van de breedtestukken van een weefgeleidingsinrichting
DE102015105322A1 (de) * 2015-04-08 2016-10-13 Rieter Ingolstadt Gmbh Verfahren zur Freigabe von Maschinenfunktionen an einer Spinnereimaschine
BE1023395B1 (nl) * 2015-09-01 2017-03-03 Picanol Nv Opstelling en werkwijze voor het optimaliseren van een weefproces
ITUB20159771A1 (it) * 2015-12-30 2017-06-30 Btsr Int Spa Metodo per la rilevazione e gestione a distanza di sensori e/o dispositivi di alimentazione di filati tessili e/o metallici installati su una o piu macchine tessili e relativo sistema.
CN106022415A (zh) * 2016-06-28 2016-10-12 广东溢达纺织有限公司 经轴及经轴信息识别***
BE1024414B1 (nl) * 2016-07-04 2018-02-12 Picanol Nv Opstelling en werkwijze voor het optimaliseren van een weefproces.
CN106048865B (zh) * 2016-08-03 2017-12-19 江苏宋和宋智能科技有限公司 一种织造经纬视觉监控智能***
CN107700044A (zh) * 2017-10-27 2018-02-16 济南梦典地毯有限责任公司 一种地毯织机紧经自停装置
CN107620149A (zh) * 2017-10-27 2018-01-23 济南梦典地毯有限责任公司 一种地毯织机断经自停装置
TW201926024A (zh) 2017-11-22 2019-07-01 財團法人資訊工業策進會 紡織機台的調整方法及其系統
CN111433399B (zh) 2017-11-29 2021-11-26 乌斯特技术有限公司 用于触发织机上织物检查的方法和***
CN109215022A (zh) * 2018-09-05 2019-01-15 深圳灵图慧视科技有限公司 验布方法、装置、终端设备、服务器、存储介质和***
KR102569207B1 (ko) * 2018-11-16 2023-08-22 더 노스 훼이스 어패럴 코오포레이션 종단간 물품 관리를 위한 시스템 및 방법
IT201900005826A1 (it) * 2019-04-16 2020-10-16 Santex Rimar Group S R L Dispositivo e metodo di rilevazione real time di difetti in tessuti, durante la tessitura
MX2021014207A (es) 2019-05-21 2022-01-18 Shaw Ind Group Inc Métodos y sistemas para medir la textura de una alfombra.
FR3097565B1 (fr) * 2019-06-19 2022-08-12 Staubli Sa Ets Machine textile, métier à tisser comportant une telle machine textile et procédés associés
CN110820299B (zh) * 2019-11-22 2021-04-27 常州市新创智能科技有限公司 一种用于对绕卷的织物裁片进行区分的标记方法
US11677905B2 (en) * 2020-01-22 2023-06-13 Nishant Shah System and method for labeling networked meetings and video clips from a main stream of video
CN113005607A (zh) * 2021-02-18 2021-06-22 李军 一种高精度纺织机
CN113322653B (zh) * 2021-06-01 2022-08-30 苏州精梭智能技术有限公司 一种自动定位纺织品缺陷检测***
WO2023009092A1 (en) * 2021-07-27 2023-02-02 Kul Sinan A data tracking and analysis system
EP4372136A1 (en) * 2022-11-17 2024-05-22 Picanol Weaving machine with display support and method for supporting a display
CN117019711B (zh) * 2023-10-09 2023-12-22 江苏锦竹工业用布有限公司 一种布料纺织机台的自清洁设备

Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997027471A1 (de) * 1996-01-26 1997-07-31 Zellweger Luwa Ag Vorrichtung zur automatischen überwachung von textilen flächengebilden
FR2785625A1 (fr) * 1998-11-05 2000-05-12 Visioreg Systeme d'acquisition inspection tissus

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
SE448002B (sv) * 1983-10-07 1987-01-12 Asea Ab Optisk uppmetning samt overvakning av vevda produkter vid maskinvevstolar
CH663474A5 (de) * 1984-04-24 1987-12-15 Zellweger Uster Ag Verfahren und vorrichtung zur automatischen ueberwachung von gewebebahnen.
BE902741A (nl) 1985-06-26 1985-12-30 Picanol Nv Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenen en kontrole-inrichting hierbij aangewend.
NL8601818A (nl) * 1986-07-11 1988-02-01 Picanol Nv Werkwijze om de positie van de inslagdraden van een weefsel te kontroleren.
BE1000294A3 (nl) * 1987-02-05 1988-10-11 Wetenschappelijk En Tech Ct Va Werkwijze voor het meten van de garendichtheid van een weefsel of de steekdichtheid van een breisel en inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze.
JP2869726B2 (ja) * 1987-08-26 1999-03-10 マリー トットマン コンピュータ制御による織機
US5475887A (en) 1988-11-01 1995-12-19 Francis S. Moussalli Method and apparatus for warping using progressively controlled tension on a dye beam and dye beam geometry therefor
US5224047A (en) 1989-10-03 1993-06-29 Murata Kikai Kabushiki Kaisha Maintenance monitoring apparatus for automatic winder
JPH0450346A (ja) 1990-06-13 1992-02-19 Toyota Autom Loom Works Ltd 織機における製織条件調整設定装置
JP3080200B2 (ja) 1992-09-04 2000-08-21 津田駒工業株式会社 織機の布巻ロール交換時期検出装置
BE1006295A3 (nl) * 1992-10-14 1994-07-12 Picanol Nv Werkwijze en inrichting voor het registreren van draadbreukkenmerken bij weefmachines.
GB9626432D0 (en) * 1996-12-19 1997-02-05 Northern Electronic Technology Diagnostic system for a jacquard machine
JPH10251942A (ja) 1997-03-11 1998-09-22 Toyota Autom Loom Works Ltd 織機における緯糸異常対処装置
DE29705553U1 (de) 1997-03-27 1997-08-21 Lindauer Dornier Gmbh, 88131 Lindau Leuchteneinheit in Webmaschinen
DE19756641C2 (de) 1997-12-19 2001-02-22 Sucker Mueller Hacoba Gmbh Hilfsmittel beim Bestücken eines Spulengatters und Verfahren zum Bestücken eines Spulengatters
BR9706314A (pt) 1997-12-23 1999-07-27 Ivo Zarzur Máquina de preparação de fios de filamentos no processo de fios individuais com possibilidade de processo simultâneo
US6404910B1 (en) * 1998-12-31 2002-06-11 Kimberly-Clark Worldwide, Inc. Making absorbent articles using vision imaging system
JP4546649B2 (ja) 1999-03-22 2010-09-15 イーロパ アクチェンゲゼルシャフト 織機に緯糸を挿入するサイクルを監視する方法

Patent Citations (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
WO1997027471A1 (de) * 1996-01-26 1997-07-31 Zellweger Luwa Ag Vorrichtung zur automatischen überwachung von textilen flächengebilden
FR2785625A1 (fr) * 1998-11-05 2000-05-12 Visioreg Systeme d'acquisition inspection tissus

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US20190155249A1 (en) * 2017-11-22 2019-05-23 Institute For Information Industry Textile beam management system and textile beam management method

Also Published As

Publication number Publication date
US20060144457A1 (en) 2006-07-06
US20040133297A1 (en) 2004-07-08
WO2002086214A3 (en) 2003-11-20
CN1721600A (zh) 2006-01-18
EP1379717A2 (en) 2004-01-14
CN1503861A (zh) 2004-06-09
AU2002257388A1 (en) 2002-11-05
WO2002086214A2 (en) 2002-10-31
US7310565B2 (en) 2007-12-18

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1014133A3 (nl) Werkwijze voor het optimaliseren van een textielproductieproces en inrichtingen die deze werkwijze toepassen.
KR102675656B1 (ko) 롤에 감긴 박형 제품의 중간 처리 단계 동안 제품 결함의 존재를 예측하는 방법
CN102621153A (zh) 基于印刷质量在线检测的卷盘烟标生产***及缺陷处理方法
US6892358B2 (en) Method and automatic machine for processing a product
JP5085849B2 (ja) 繊維機械の情報表示装置
EP3696637A1 (en) Textile machine management system and method
EP0759485B1 (en) Consumable part managing method and system for textile machinery
KR20200125298A (ko) 운영방식을 개선시킨 직물원단 통합 경영관리시스템
CN110088020B (zh) 用于生产纸张纸卷的设施
CN109872048B (zh) 一种加弹生产智能化管理的实现方法
US20230117656A1 (en) Defect inspection system having human-machine interaction function
CN101403162B (zh) 织机的运转信息显示方法
JPH06127825A (ja) 繊維機械の部品管理システム
JP2004300586A (ja) 織機における検査データ通信システム及び検査データ通信方法
CN117529586A (zh) 使得能够在用户显示器上显示与纺纱厂相关的操作准备度指数的装置和方法
JP2607085B2 (ja) 織布の検反処理方法
US20040054608A1 (en) Method and system for managing the need of doctor blades
JPH05239742A (ja) 織機による織布の製造方法およびその装置
JP2005336629A (ja) 繊維機械の支援方法及び支援装置
EP0589830A2 (en) Display device in a loom
JP2004213285A (ja) 品質管理システム及び品質管理サーバ
CN1629378B (zh) 显示装置
Gloy et al. Networked Production Systems in the Textile Industry
Whitehead The Influence of a Changing Market on Machinery Selection
JPH06143106A (ja) 生産計画修正システム

Legal Events

Date Code Title Description
RE Patent lapsed

Effective date: 20090430