BE902741A

BE902741A - Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenen en kontrole-inrichting hierbij aangewend.

Info

Publication number: BE902741A
Application number: BE2/60724A
Authority: BE
Original assignee: Picanol Nv
Priority date: 1985-06-26
Filing date: 1985-06-26
Publication date: 1985-12-30
Also published as: US4702283A; DE3673259D1; EP0206423A1; EP0206423B1

Abstract

Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te voeren, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het langs een kontrolevlak (9) verplaatsen van het weefsel (8) tussen de weefmachine (2) en de doekboom (4); het langs dit kontrolevlak (9) laten passeren van een optische taster (10); het vergelijken van het gemeten signaal met één of meer vergelijkingswaarden en het aangeven van fouten en/of het stilleggen van de weefmachine (2) als het gedetekteerde signaal merkelijk verschilt van de ingestelde vergelijkingswaarde.

Description

"Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenen en kontroleinrichting hierbij aangewend".

"Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenen en kontrole-inrichting
EMI2.1
hierbij hierbij Deze uitvinding betreft een werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenen, teneinde de weefselfouten zo vlug mogelijk te kunnen ontdekken en te kunnen ingrijpen op het weefproces.

De tot nu toe bekende weefselkontrole in weverijen bestaat erin dat de wever, terwijl hij een aantal weefmachines bedient, het geproduceerde weefsel regelmatig visueel kontroleert, waarbij het de bedoeling is weefselfouten in de ketting, bijvoorbeeld door een verkeerd doorgehaalde kettingdraad, of inslagfouten die zich herhalen te ontdekken. Hierna kan dan op de gewenste manier ingegrepen worden.

Het is echter duidelijk dat door de steeds sneller werkende machines en het groot aantal weefmachines dat door één wever wordt bediend, het nog onmogelijk is zulke menselijke visuele kwaliteitskontrole uit te oefenen. De uitvinding voorziet dan ook in een werkwijze om in geautomatiseerde weefselkontrole te voorzien.

Tot dit doel bestaat de werkwijze volgens de uitvinding hoofdzakelijk in het langs een kontrolevlak geleiden van het weefsel tussen de weefmachine en de doekboom ; het langs dit kontrolevlak laten passeren van een optische taster waarbij

deze systematisch heel het kontrolevlak aftast ; het vergelijken van het gemeten signaal van de taster met één of mee (dere ingestelde vergelijkingswaarden ; en het aangeven van fouten en/of het stilleggen van de weefmachine als het gedetekteerde signaal merkelijk verschilt van de ingestelde waarde.

De uitvinding heeft ook betrekking op kontrole-inrichtingen die tot de verwezelijking van voornoemde werkwijze kunnen aangewend worden.

Met het inzicht de kenmerken volgens de uitvinding beter aan te tonen, worden hierna, als voorbeelden zonder enig beperkend karakter, een aantal voorkeurdragende uitvoeringsvormen beschreven met verwijzing naar de bijgaande tekeningen waarin : figuur 1 schematisch een eerste kontrole-inrichting vol- gens de uitvinding weergeeft ; figuur 2 een tweede kontrole-inrichting volgens de uit- vinding weergeeft ; figuur 3 schematisch weergeeft hoe zulke kontrole op meerdere weefmachines kan uitgeoefend worden door middel van één taster.

In figuur 1 wordt een weefinrichting weergegeven die bestaat uit een op zichzelf bekende samenbouw van een kettingboom 1, de eigelijke weefmachine 2, geleidingsrollen 3, een doekboom 4 en een weversgang 5. Tevens is er schematisch een kontrole-inrichting 6 volgens de uitvinding weergegeven.

In de uitvoeringsvorm van figuur 1 bestaat de kontrole-inrichting 6 hoofdzakelijk uit een vertikale kontrolestand die gevormd wordt door een aantal geleidingsrollen 7 waarover het weefsel 8 wordt geleid ter vorming van een kontrolevlak 9, dat in deze uitvoeringsvorm tweedelig is.

Verder omvat de kontrole-inrichting 6 een optische taster 10 die door middel van een over de weefinrichtingen heen beweegbare inrichting 11 volgens een bepaalde baan 12

langs de kontrolevlakken 9 van meerdere weefinrichtingen. kan bewogen worden.

De optische taster 10 spoort onregelmatigheden op in het weefsel 8. Hierbij kan door middel van reflektie gewerkt worden, doch bij voorkeur wordt er voorzien in een lichtbron, bijvoorbeeld een lichtbak 13 die achter het kontrolevlak 9 is opgesteld, waarbij de taster 10 dan uitsluitend een detektor bevat.

In de uitvoeringsvorm volgens figuur 2 bevindt het kontrolevlak 9 zich horizontaal onder het weversplatform 14. De lichtbak 13 bevindt zich aan de onderzijde van het weversplatform 14, terwijl de optische taster 10 bevestigd is op een wagentje 15 dat zich onder het weversplatform 14 heen en weer kan bewegen.

Deze konstruktie biedt het voordeel dat de wever niet wordt gehinderd bij het uitvoeren van zijn taak door de kontroleinrichting en er tevens een vrij zicht over de weefmachines in de weverij blijft bestaan. Een ander voordeel bestaat erin dat zulk wagentje 5 met enorme snelheden kan werken, meer speciaal zich onderling verplaatsen tussen de verschillende weefipachines, zonder dat dit een ernstig gevaar kan vormen voor de wevers.

De werking van de hiervoor beschreven inrichtingen is eenvoudig uit de figuren af te leiden. Terwijl het weefsel 8 continu verder beweegt wordt tegen een hogere voortbewegingssnelheid door middel van de taster 10 het gedeelte A-B van de doek afgetast dat zich op het kontrolevlak 9 bevindt. Het aftasten kan hierbij op verschillende wijzen gebeuren. Volgens een eerste methode gebeurt dit door middel van een punt per punt aftasting waarbij de taster 10 zich dan hoofdzakelijk zig-zag over het kontrolevlak 9 heen en weer beweegt. Volgens een andere methode wordt er voorzien in een taster 10 die gelijktijdig over een volledige doekbreedte een kontrole kan uitoefenen. Als het doekgedeelte A-B afgetast is beweegt

de taster 10, of dus in de tweede uitvoeringsvorm het wagentje 15, naar de volgende weefmachine.

Uiteraard zijn de werksnelheden van de kontrole-inrichtingen G zodanig aangepast op de grootte van het kontrolevlak 9 dat meerdere weefsels 8 van verschillende weef inrichtingen door middel van één kontrole-inrichting 6 kunnen gekontroleerd worden zonder dat hierbij delen van één van de weefsels 8 worden overgeslagen.

Figuur 3 geeft schematisch de weg 16 weer die bijvoorbeeld de over de weefmachines 1 beweegbare inrichting 11 van de uitvoeringsvorm volgens figuur 1 kan volgen om de verschillen vertikale kontrolestanden te bereiken. De taster 10 wordt hierbij bijvoorbeeld zigzaggend tussen de kontrolevlakken 9 van meerdere weefmachines 2 geleidt. Bij elk kontrolevlak 9 oefent de taster 10 een kontrole uit over het volledige gedeelte A-B.

Het aan de taster 10 gemeten signaal wordt vergeleken met een ingestelde vergelijkingswaarde. Bij een weefsel 8 met patronen wordt er uiteraard met meerdere vergelijkingswaarden gewerkt. Bij de detektie van een fout wordt dit automatisch gesignaliseerd of wordt de weefmachine 2 automatisch stilgelegd.

Zoals schematisch in figuur 1 wordt weergegeven kan de kontrole-inrichting 6 tevens een buffer 16 bevatten om het weefsel 8 tijdelijk op te slaan tussen de weefmachine 2 en het kontrolevlak 9. Hierdoor ontstaat een tijdswinst waardoor het mogelijk wordt éénzelfde taster 10 bij nog meer weefmachines aan te wenden.

De huidige uitvinding is geenszins beperkt tot de als voorbeeld beschreven en in de bijgaande tekeningen weergegeven uitvoering, doch zulke kontrole-inrichting kan in allerlei

vormen en afmetingen worden verwezenlijkt zonder buiten het kader der uitvinding te treden.

Claims

Eisen. EMI7.1 - ----- l.-Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te voeren met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat in het langs een kontrolevlak (9) verplaatsen van het weefsel (8) tussen de weefmachine (2) en de doekboom (4) ; het langs dit kontrolevlak (9) laten passeren van een optische taster (10) die systematisch gans het kontrolevlak (9) aftast ; het vergelijken van het gemeten signaal met één of meer vergelijkingswaarden en EMI7.2 het aangeven van fouten en/of het stilleggen van de weefmachine (2) als het gedekteerde signaal merkelijk verschilt van de ingestelde vergelijkingswaarde.

2.-Werkwijze volgens eis 1 met het kenmerk dat het weefsel (8) zich continu voortbeweegt gedurende de kontrole.

3.-Werkwijze volgens eis 1 of 2, waarbij het te kontroleren weefsel (8) egaal is, met het kenmerk dat één vaste ingestelde vergelijkingswaarde wordt gebruikt.

4.-Werkwijze volgens eis 1 of 2, waarbij het te kontroleren weefsel (8) één of meerdere patronen vertoont, met het kenmerk dat meerdere vergelijkingswaarden worden gebruikt overeenkomstig met het normaal te detekteren patroon.

5.-Werkwijze volgens één der voorgaande eisen met het kenmerk dat het weefsel (8) over een vertikale kontrolestand wordt bewogen en de optische taster (10) door middel van een over de weefmachine heen-en weer beweegbare inrichting (11) wordt bevolen.

6.-Werkwijze volgens één der voorgaande eisen 1 tot en met 4, met het kenmerk dat de kontrole onder het weversplatform (14) wordt uitgevoerd. <Desc/Clms Page number 8>

7.-werkwijze volgens één der voorgaande eisen met het kenmerk dat de optische taster (10) stapsgewijs, achtereenvolgens, meerdere weefsels (8) van verschillende weefmachines (2) van een weverij bedient, waarbij de beweging van de taster (10) bestaat uit het volledig aftasten van het kontrolevlak (9) bij een eerste weefmachine, het verplaatsen van de taster (10) naar een volgende weefmachine, het herhalen van deze procedure voor meerdere weefmachines (2), en het terugplaatsen van de taster (10) naar de eerste weefmachine, waarbij het voordien afgetaste doekgedeelte A-B juist het kontrolevlak (9) is afgelopen.

8.-Kontrole-inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze volgens één van de voorgaande eisen, met het kenmerk dat zij hoofdzakelijk bestaat uit een vertikale kontrolestand die gevormd wordt door een aantal geleidingsrollen (7) langswaar het weefsel (8) wordt geleid der vorming van een kontrole vlak (9), en een optische taster (10) die door middel van een over de weefmachines heen beweegbare inrichting (11) langs een baan (12) langs het kontrolevlak (9) kan bewogen worden.

9.-Kontrole-inrichting voor het verwezenlijken van de werkwijze volgens één der voorgaande eisen 1 tot en met 7, met het kenmerk dat zij bestaat uit de geleiding van het weefsel (8) onder het weversplatform (14), en een wagentje (15) dat onder het weefsel (8) door kan bewegen en dat voorzien is van een optische taster (10).

10.-Kontrole-inrichting volgens één der eisen 8 tot en met 9 met het kenmerk dat langs het kontrolevlak (9) aan de tegengestelde zijde van de taster (10) zich een lichtbron (13) bevindt.

11.-Kontrole-inrichting volgens één der eisen 7 t. e. m. 10 met het kenmerk dat voor het kontrolevlak (9) een buffer (16) voor het weefsel (8) is aangebracht. <Desc/Clms Page number 9> 12.-Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de weefsels uit te oefenen en kontrole-inrichting hierbij aangewend hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande figuren.

13.-Werkwijze om in een weverij een optische kontrole op de gefabriceerde weefsels uit te oefenenen kontrole-inrichting hierbij aangewend, hoofdzakelijk zoals voorafgaand beschreven en weergegeven in de bijgaande tekeningen.