NL9400689A - Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen. - Google Patents

Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen. Download PDF

Info

Publication number
NL9400689A
NL9400689A NL9400689A NL9400689A NL9400689A NL 9400689 A NL9400689 A NL 9400689A NL 9400689 A NL9400689 A NL 9400689A NL 9400689 A NL9400689 A NL 9400689A NL 9400689 A NL9400689 A NL 9400689A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
sleepers
longitudinal
sieve according
drying sieve
beams
Prior art date
Application number
NL9400689A
Other languages
English (en)
Inventor
Jean-Pierre Bridenne
James Deciry
Original Assignee
Krieg & Zivy Ind
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to FR9213595A priority Critical patent/FR2697905B1/fr
Priority to DE4338600A priority patent/DE4338600A1/de
Application filed by Krieg & Zivy Ind filed Critical Krieg & Zivy Ind
Priority to NL9400689A priority patent/NL9400689A/nl
Publication of NL9400689A publication Critical patent/NL9400689A/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F26DRYING
    • F26BDRYING SOLID MATERIALS OR OBJECTS BY REMOVING LIQUID THEREFROM
    • F26B25/00Details of general application not covered by group F26B21/00 or F26B23/00
    • F26B25/06Chambers, containers, or receptacles
    • F26B25/14Chambers, containers, receptacles of simple construction
    • F26B25/18Chambers, containers, receptacles of simple construction mainly open, e.g. dish, tray, pan, rack

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Drying Of Solid Materials (AREA)

Description

Droocrzeef. in het bijzonder voor dakpannen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op droogzeven van het type dat bijvoorbeeld gebruikt wordt voor het transporteren van dakpannen in een oven.
Tegenwoordig worden droogzeven traditioneel van hout vervaardigd.
Zij bevatten, in hoofdzaak, twee langsliggers, die zich parallel aan elkaar uitstrekken, en, om tenminste één dakpan te ondersteunen, tenminste één verzameling van dwarsliggers, die zich dwars op de langsliggers uitstrekken, en waarvan de vorm aangepast is aan die van een dakpan rekening houdende met de verandering van de vorm van het te drogen voorwerp.
In de praktijk zijn er aldus achtereenvolgens op de langsliggers een reeks van dwarsliggerverzamelingen, voor de gelijktijdige ondersteuning van een willekeurig aantal te drogen dakpannen.
Aangezien de droogzeven van hout vervaardigd zijn, zijn deze tijdens gebruik snel onderhevig aan bepaalde beschadigingen hetgeen resulteert in een relatief korte levensduur van deze droogzeven.
Om dit nadeel op te heffen werd reeds voorgesteld om deze droogzeven te vervangen door metalen droogzeven.
Tegenwoordige bekende corresponderende uitvoeringen hebben de vorm van opengewerkte platen waarop door lassen dwarsliggers met geschikte vormen bevestigd zijn.
Deze uitvoeringen vertonen verscheidene nadelen.
Ondanks de opengewerkte stroken vormt de plaat allereerst een hindernis voor de ventilatie, en wordt deze ventilatie niet op voldoende bevredigende manier verzekerd, voorzover zij slechts tot stand komt dankzij deze opengewerkte stroken.
Bovendien, daar de dwarsliggers de dikte van de plaat verdubbelen, is de globale kwantiteit van metaal dat gebruikt wordt relatief groot, en nadelig voor het gewicht en de kosten.
Bovendien is het gebruikte lassen om de dwarsliggers te verbinden met de plaat onvermijdelijk nadelig voor de gebruikelijke bescherming die op het betreffende metaal aangebracht is.
Tenslotte, door het aldus door lassen aan de plaat verbonden zijn van de dwarsliggers die op de plaat rusten, kan elke beschadiging tijdens bedrijf van één enkele dwarsligger tot kostbare uitval van het gehele systeem leiden.
De onderhavige uitvinding heeft als doel om een droogzeef te verschaffen, die voordeligerwijs geschikt is om van metaal vervaardigd te worden en die de bovenbeschreven nadelen niet bezit.
Deze droogzeef is van het type bevattende twee parallel aan elkaar verlopende langsliggers, en tenminste één verzameling dwarsliggers dwars op de langsliggers, losneembaar bevestigd op de langsliggers, met het kenmerk, dat de dwarsliggers aan de langsliggers zijn vastgehaakt.
Aldus vindt de ventilatie plaats, op traditionele manier, tussen de langsliggers en de dwarsliggers.
Daarenboven, om deze ventilatie te bevorderen, zijn de dwarsliggers zelf bij voorkeur opengewerkt.
De verkregen ventilatie is aldus in hoofdzaak voldoende groot.
Logischerwijs, verdubbelen de dwarsliggers de dikte van de langsliggers, met uitzondering aan hun uiteinden, niet zodat de hoeveelheid metaal dat gebruikt wordt relatief bescheiden is.
Tenslotte, en in het bijzonder, vindt de verbinding van de dwarsliggers aan de langsliggers plaats door middel van vasthaking, waarbij de bescherming van het metaal voordeligerwijs diens integriteit handhaaft, en, in het geval van bijvoorbeeld een beschadiging van een afzonderlijke dwarsligger, volstaat het indien nodig deze afzonderlijke dwarsligger te verwijderen en te vervangen door een nieuwe dwarsligger, zonder het geheel te behandelen.
De kenmerken en voordelen van de uitvinding volgen uit de hierna gegeven beschrijving, bij wijze van voorbeeld gegeven onder verwijzing naar de bijgaande schematische tekeningen, waarin: figuur 1 een aanzicht is van een droogzeef volgens de uitvinding; figuur 2 op grotere schaal het detail van figuur 1 toont aangegeven door markering II op figuur 1; figuur 3 op dezelfde schaal als figuur 2, een gedeeltelijk aanzicht van de droogzeef volgens de uitvinding toont, gezien volgens de pijl III in figuur 2; figuur 4 op nog grotere schaal een gedeeltelijk aanzicht in langsdoorsnede is, volgens de lijn IV-IV van figuur 2; figuur 5 op andere schaal een gedeeltelijk aanzicht in perspectief is volgens de pijl V van figuur 2; figuur 6 op dezelfde schaal als figuur 5 een opengewerkt aanzicht in perspectief is tonende de wijze van assemblering van een dwarsligger en een langsligger in een droogzeef volgens de uitvinding.
Zoals weergegeven in de figuren, bevat de droogzeef 10 volgens de uitvinding in hoofdzaak, op op zich bekende manier, twee langsliggers 11, die zich parallel aan elkaar uitstrekken en, dwars op de langsliggers 11, tenminste één verzameling J van dwarsliggers 12, die, parallel aan elkaar, zich op een afstand van elkaar uitstrekken .
In de praktijk, is er in de weergegeven uitvoeringsvorm achtereenvolgens in serie een veelheid verzamelingen J van dwarsliggers 12, geheel identiek, op de langsliggers 11.
Meer nauwkeurig, zijn er in de weergegeven uitvoeringsvorm acht verzamelingen J dwarsliggers 12 op de langsliggers 11, waarbij elk daarvan gevormd wordt door drie dwarsliggers 12.
De droogzeef 10 volgens de uitvinding is in de praktijk bestemd voor de ondersteuning van te drogen dakpannen, waarbij de dwarsliggers 12 van elk der verzamelingen J aangepast zijn om gezamenlijk een ondersteuning voor een dergelijke dakpan 13, plat en omgekeerd daarop geplaatst, te verschaffen zoals schematisch weergegeven is door onderbroken lijnen in figuur 3, en, teneinde rekening te houden met de vorm van die dakpan 13, zijn ze naar behoefte gedifferentieerd.
De dwarsliggers 12 van een verzameling J bevatten aldus een dwarsligger 12A, een dwarsligger 12B en een dwarsligger 12C.
In hetgeen volgt, worden de dwarsliggers 12 zonder onderscheid aangegeven door de verwijzing 12, en worden de afzonderlijke verwijzingen 12A, 12B, 12C uitsluitend gebruikt voor hun afzonderlijke eigenschappen.
Dl is de uitstrekkingsrichting van de langslig-gers 11, en D2, loodrecht op Dl, die van de dwarsliggers 12.
Volgens de uitvinding, zijn de langsliggers 11 geprofileerd en, zijn de dwarsliggers 12 op losneembare manier vastgehaakt aan de langsliggers 11, zoals hierna in meer detail beschreven zal worden.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, hebben de langsliggers 11 in dwarsdoorsnede een U-profiel waarvan het middendeel zich volgens een vlak loodrecht op de uitstrekkingsrichting Dl van de dwarsliggers 12 uitstrekt.
In de praktijk zijn de langsliggers 11, die identiek aan elkaar zijn, van metaal.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, zijn hun onderste flens 15 en bovenste flens 16 naar binnen gericht, terwijl hun middendeel 14 ligt aan de buitenzijde van het geheel.
Aldus zijn de flenzen 15, 16, van de ene naar de andere langsligger 11, elk respectievelijk naar elkaar gericht.
De onderste flens, die dienst doet als grond-plaat voor het geheel, is vlak.
Langs diens vrije rand, vertoont de bovenste flens 16 daarentegen, in de weergegeven uitvoeringsvorm, een uitspringend deel in de vorm van een kromstaf 18, aan de zijde van de onderste flens 15.
Echter hebben de flenzen 15, 16 in hoofdzaak dezelfde transversale dimensie, dat wil zeggen dezelfde hoogte of breedte.
Voor redenen die hierna zullen blijken, bevat het middendeel 14 van de langsliggers 11, hier en daar, in hoofdzaak in het midden, holtes 19, en, in de praktijk, betreft het hier knoopsgatvormig verlengde holtes volgens hun uitstrekkingsrichting Dl.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, hebben de dwarsliggers 12 zelf een in hoofdzaak U-vormige dwarsdoorsnede met, aan het eind van elk van hun flenzen 20, volgens hun uitstrekkingsrichting D2, en, dientengevolge parallel aan hun middendeel 21, een uitsnijding 22, waardoor zij bevestigd zijn aan de langsliggers 11, en, bevestigd aan hun middendeel 21, een tong 24, waardoor, volgens de rangschikkingen die hierna in meer detail beschreven zullen worden, deze vastgehaakt zijn aan de langsliggers 11.
In de praktijk, zijn de dwarsliggers 12 verbonden door de uitsnijding 22 van hun flenzen 20 aan de bovenste flens 16 van de langsliggers 11, en is hun holte zodanig naar de langsliggers 11 gekeerd dat zij hierdoor uitsteken van het deel 23 van hun flenzen 20 dat zich uitstrekt tussen de uitsnijding 22 van de flenzen 20 en hun middendeel 21.
Eveneens in de praktijk, zijn de tongen 24 van de dwarsliggers 12 geïntegreerd met het middendeel 21, waarbij elk respectievelijk een lokaal verlengstuk van het middengebied hiervan vormt.
Hoe het ook zij, de tongen 24 zijn, voor de gewenste vasthaking, elk respectievelijk verbonden door hun uitspringend deel 25 in de corresponderende holtes 19 van de langsliggers 11, en, voorbij deze holtes 19, is hun uitspringend deel 25 in hoofdzaak gebogen als een V of een U in de richting van het inwendige oppervlak van het middendeel 14 van de langsliggers 11.
Vervaardigingstechnisch gezien vertonen de flenzen 20 van de dwarsliggers 12 langs hun vrije rand elk, in deze uitvoeringsvorm, respectievelijk een uitspringend deel in de vorm van een haak 26 die naar buiten gericht is.
Om het ombuigen tot een haak van het deel 28 van de flenzen 20 die zich voorbij de uitsnijding 22 hiervan ten opzichte van het betreffende middendeel 21 uitstrekken, tot een lip toe te staan, strekt het haakvormig uitspringende deel 26 zich niet voorbij de bodem van deze uitsnijding 22 uit.
Met andere woorden, hij stopt bij deze bodem.
Het middendeel 21 van de dwarsliggers 12 is het deel dat bestemd is om een dakpan 13 te ondersteunen.
Voor twee van deze dwarsliggers 12, in het onderhavige geval de dwarsligger 12A links op de figuren 1 en 2 en de middelste dwarsligger 12B, is het middendeel 21 vlak.
Daarentegen, is voor één van deze dwarsliggers 12, in het onderhavige geval de dwarsligger 12C rechts op de figuren 1 en 2, het middendeel 21 getrapt met twee niveau's 21', 21''.
Het onderste niveau 21', dat op gelijke hoogte is met het middendeel 21 van de linkse dwarsligger 12A, strekt zich uit naast de dwarsliggers 12A, 12B.
Het bovenste niveau 21'' strekt zich aldus uit aan de zijde tegenover de dwarsliggers 12A, 12B.
Logischerwijze, strekt zich het onderste niveau 21' over de gehele lengte van de dwarsligger 12C uit terwijl het bovenste niveau 21'' zich slechts over een deel, groter dan driekwart, van deze lengte uitstrekt.
Om bovendien rekening te houden met de top die een te drogen dakpan 13 aanvankelijk vertoont, strekt zich het middendeel 21 van de middelste dwarsligger 12B zich uit op een niveau dat een weinig lager ligt dan dat van het middendeel 21 van de linkse dwarsligger 12A en het onderste niveau 21' van het middendeel 21 van de rechtse dwarsligger 12C.
Bij voorkeur, en zoals weergegeven, zijn de aldus gevormde dwarsliggers 12 opengewerkt.
In de weergegeven uitvoeringsvorm, vertoont het middendeel 21 van de weergegeven dwarsliggers 12 ook één of meerdere rijen van perforaties 29.
Net zoals de langsliggers 11 zijn de dwarsliggers 12 in de praktijk van metaal.
Voor de vervaardiging, strekt zich het deel 28, dat een lip vormt, van de flenzen 20 van de dwarsliggers 12 dat uitsteekt voorbij de uitsnijding 22 van deze flenzen 2 0 ten opzichte van het geassocieerde middendeel 21 zich bijvoorbeeld op rechte manier uit, in het vlak van de flenzen 20, zoals schematisch door onderbroken lijnen in figuur 6 is weergegeven, en is het uitspringend deel 25 van de tong 24 van de dwarsliggers 12 bijvoorbeeld zelf aanvankelijk recht, haaks op de tong 24, zoals weergegeven door doorgetrokken lijnen in die figuur 6.
Voor het vasthaken van een dwarsligger 12 op een langsligger 11, volstaat het derhalve, eerst het haakvormige deel van het deel 28 dat de lip van de flenzen 20 vormt om te buigen, door bijvoorbeeld het deel 28 dat de lip van de flenzen 20 vormt naar buiten te buigen, volgens de pijlen F1 van de figuur 6 en zoals weergegeven is door doorgetrokken lijnen in figuur 6, vervolgens het geheel op de langsligger 11 te bevestigen, volgens de pijl F2 van figuur 6, onder het lichtelijk deformeren van de tong 24 opdat diens uitspringend deel 25 tot in de corresponderende holte 19 van de langsligger 11 kan geraken, en zich daarmee verbindt.
Het volstaat tenslotte om enerzijds het deel 28 dat de lip van de flenzen 20 vormt weer recht te buigen, en, anderzijds, het uitspringende deel 25 van de tong 24 in hoofdzaak tot een V of een U te buigen.
Al deze bewerkingen kunnen voordeligerwijs gerealiseerd worden zonder speciaal gereedschap, bijvoorbeeld met behulp van een eenvoudige schroevedraaier of een willekeurig ander gebruikelijk gereedschap.
Wanneer het uitspringende deel in de vorm van een kromstaf 18 van de bovenste flens 16 van de langslig-gers 11 is uitgevoerd verzekert dit een vergrendeling zonder speling van de dwarsliggers 12 op de langsliggers 11.
Het eventueel verwijderen van een dwarsligger 12 met het oog op diens vervanging kan eveneens eenvoudig uitgevoerd worden volgens een proces dat omgekeerd is aan het voorafgaande.
Het zal duidelijk zijn dat de onderhavige uitvinding niet beperkt is tot de weergegeven en beschreven uitvoeringsvorm maar alle uitvoeringsvarianten omvat.

Claims (12)

1. Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen, bevattende twee parallel aan elkaar verlopende langslig-gers (11) en tenminste één verzameling (J) dwarsliggers (12) dwars op de langsliggers (11), losneembaar bevestigd op de langsliggers, met het kenmerk, dat de dwarsliggers (12) aan de langsliggers (11) zijn vastgehaakt.
2. Droogzeef volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de langsliggers (11) in dwarsdoorsnede een U-profiel hebben, waarvan het middendeel (14) zich in een vlak loodrecht op de uitstrekkingsrichting (D2) van de dwarsliggers (12) uitstrekt.
3. Droogzeef volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dwarsliggers (12) in hoofdzaak een U-vormige dwarsdoorsnede hebben, met, aan het eind van elk van hun flenzen (20) parallel aan hun middendeel (21) een uitsnijding (22) waardoor zij op hun langsliggers (11) zijn verbonden, en, bevestigd aan hun middendeel (21) een tong (24) waardoor zij daaraan vastgehaakt zijn.
4. Droogzeef volgens conclusie 2 en 3, met het kenmerk, dat de dwarsliggers (12) door de uitsnijding (22) van hun flenzen (20) verbonden zijn op de bovenste flens (16) van de dwarsliggers (11) .
5. Droogzeef volgens één der conclusies 3, 4, met het kenmerk, dat de tongen (24) van de dwarsliggers (12) geïntegreerd zijn met hun middendeel (21).
6. Droogzeef volgens conclusies 2 en 3, met het kenmerk, dat de flenzen (15, 16) van de langsliggers (11) naar binnen zijn gericht, en hun middendeel (14) hier en daar holtes (19) bevat waarin de tongen (24) van de dwarsliggers (12) door een uitspringend deel (25) zijn verbonden.
7. Droogzeef volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de holtes (19) van het middendeel (14) van de langsliggers (11) knoopsgatvormig verlengd zijn volgens de uitstrekkingsrichting (Dl) van de langsliggers (11).
8. Droogzeef volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het uitspringend deel (25) van de tongen (24) van de dwarsliggers (12) in de richting van het inwendig oppervlak van het middendeel (14) van de langsliggers (11) gebogen is.
9. Droogzeef volgens één der conclusies 4 tot en met 8, met het kenmerk, dat langs diens vrije rand, de bovenste flens (16) van de langsliggers (11) een uitspringend deel in de vorm van een kromstaf (18) aan de zijde van de onderste flens (15) bevat.
10. Droogzeef volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de flenzen (20) van de dwarsliggers (12) langs hun vrije rand een uitspringend deel in de vorm van een haak (26) die naar buiten gericht is hebben, waarbij het haakvormig uitspringende deel (26) zich niet voorbij de bodem van hun uitsnijding (22) uitstrekt.
11. Droogzeef volgens één der conclusies 1 tot en met 8, met het kenmerk, dat de dwarsliggers (12) opengewerkt zijn.
12. Droogzeef volgens één der conclusies 1 tot en met 9, met het kenmerk, dat de langsliggers (11) en de dwarsliggers (12) van metaal zijn.
NL9400689A 1992-11-12 1994-04-28 Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen. NL9400689A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR9213595A FR2697905B1 (fr) 1992-11-12 1992-11-12 Claie de séchage, notamment pour tuiles.
DE4338600A DE4338600A1 (de) 1992-11-12 1993-11-11 Trocknungsgestell, besonders für Dachziegel
NL9400689A NL9400689A (nl) 1992-11-12 1994-04-28 Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR9213595A FR2697905B1 (fr) 1992-11-12 1992-11-12 Claie de séchage, notamment pour tuiles.
FR9213595 1992-11-12
NL9400689 1994-04-28
NL9400689A NL9400689A (nl) 1992-11-12 1994-04-28 Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9400689A true NL9400689A (nl) 1995-12-01

Family

ID=26229862

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9400689A NL9400689A (nl) 1992-11-12 1994-04-28 Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen.

Country Status (3)

Country Link
DE (1) DE4338600A1 (nl)
FR (1) FR2697905B1 (nl)
NL (1) NL9400689A (nl)

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19511321C2 (de) * 1995-03-28 1998-09-17 Wagner Max Novokeram Verfahren und Vorrichtung zum Trocknen von Formlingen, insbesondere Dachziegeln
NL1006907C2 (nl) * 1997-09-01 1999-03-02 Stafier Holland B V Drager voor het drogen van keramische producten.
DE19957352C1 (de) * 1999-11-29 2001-04-05 Thomas Robert Metall Elektro Trockenrähmchen für keramische Formlinge
FR2890728B1 (fr) * 2005-09-14 2007-11-02 Terreal Sa Dispositif de support pour le sechage de produits en terre crue
CN112524905B (zh) * 2020-08-05 2022-03-01 河南科技大学第一附属医院 一种用于湿化瓶的消毒后烘干机

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE558649A (nl) *
US1531911A (en) * 1923-10-01 1925-03-31 Esch Herman Eugene Pallet
US1678443A (en) * 1924-12-29 1928-07-24 Commercial Shearing Pallet
FR1456483A (fr) * 1965-04-16 1966-07-08 Trefimetaux Claie de support pour séchoir et autres applications
DE2625480C3 (de) * 1976-06-05 1979-03-22 Dynamit Nobel Ag, 5210 Troisdorf Trockenrahmen für Dachziegel
US4318230A (en) * 1978-07-13 1982-03-09 Bacon Leon C Demountable dehydrator tray
DE8034595U1 (de) * 1980-12-24 1981-05-27 Robert Thomas Metall- und Elektrowerke, 5908 Neunkirchen Trockenrahmen zur aufnahme zu trocknender keramischer teile, insbesondere dach- und firstziegel
DE8105583U1 (de) * 1981-02-27 1981-08-20 Robert Thomas Metall- und Elektrowerke, 5908 Neunkirchen Trageinheit fuer keramische formteile

Also Published As

Publication number Publication date
FR2697905B1 (fr) 1994-12-23
FR2697905A1 (fr) 1994-05-13
DE4338600A1 (de) 1994-05-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5439099A (en) Conveyor mat built up of synthetic modules and modules for such conveyor
US5361911A (en) Screening panel attachment system
DE60111006T2 (de) Fördermodul mit gewölbtem Mitnehmer
US4301915A (en) Snap-on attachment for roller chain conveyors
US4325480A (en) Conveyor support way
NL9400689A (nl) Droogzeef, in het bijzonder voor dakpannen.
NL7909248A (nl) Loopplank.
US3050162A (en) Louvered ceiling construction
EP0291116B1 (en) Supporting structure for seed beds
US4278535A (en) Screen decks
EP0032436B1 (en) Screening apparatus
US4341024A (en) Tube dryer assembly
CA2415539C (en) Mine ventilation structure and deck panels therefor
HU213426B (en) Cage bottom bar for building-up cage bottom structure
USRE33358E (en) Drying bin floor
EP0738380A1 (de) Rostplatte für den schubrost eines kühlers
US2818945A (en) Stair construction
US2840227A (en) Endless conveyor for dishwashing machine
US2305016A (en) Metal tread
CN218431442U (zh) 用于运输毛竹的车辆
NL1004354C2 (nl) Stalconstructie voor pluimvee.
EP1186265A2 (en) Panel for transporting and displaying goods
US3056476A (en) Arrangement in wall and ceiling panellings
NL8005219A (nl) Raam voor het opnemen van keramische vormlichamen.
US1597239A (en) Traveling conveyer

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed