NL9300982A - Transportinrichting. - Google Patents

Transportinrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL9300982A
NL9300982A NL9300982A NL9300982A NL9300982A NL 9300982 A NL9300982 A NL 9300982A NL 9300982 A NL9300982 A NL 9300982A NL 9300982 A NL9300982 A NL 9300982A NL 9300982 A NL9300982 A NL 9300982A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
guide
guide rail
wheels
wheel
guide wheels
Prior art date
Application number
NL9300982A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vanderlande Ind Nederland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vanderlande Ind Nederland filed Critical Vanderlande Ind Nederland
Priority to NL9300982A priority Critical patent/NL9300982A/nl
Priority to AT94201389T priority patent/ATE150420T1/de
Priority to EP94201389A priority patent/EP0628502B1/en
Priority to DE69402110T priority patent/DE69402110T2/de
Priority to US08/254,792 priority patent/US5427223A/en
Priority to JP6148493A priority patent/JPH0769443A/ja
Publication of NL9300982A publication Critical patent/NL9300982A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/84Star-shaped wheels or devices having endless travelling belts or chains, the wheels or devices being equipped with article-engaging elements
    • B65G47/841Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements
    • B65G47/844Devices having endless travelling belts or chains equipped with article-engaging elements the article-engaging elements being pushers transversally movable on the supporting surface, e.g. pusher-shoes
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G2207/00Indexing codes relating to constructional details, configuration and additional features of a handling device, e.g. Conveyors
    • B65G2207/36Pushing shoes on conveyors

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Branching, Merging, And Special Transfer Between Conveyors (AREA)
  • Furan Compounds (AREA)
  • Saccharide Compounds (AREA)
  • Inorganic Insulating Materials (AREA)
  • Framework For Endless Conveyors (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

Korte aanduiding : Transportinrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting met een gestel en een aandrijfbaar transportorgaan, voorzien van dwars op de verplaatsingsrichting van het transportorgaan en evenwijdig aan elkaar verlopende dragers, welke scharnierend zijn gekoppeld met althans een flexibel koppelorgaan, terwijl door althans enige van de dragers afduw-schoenen worden ondersteund, waarbij een afduwschoen is verbonden met een groep van drie aan de van de afduwschoen afgekeerde zijde van een desbetreffende drager opgestelde geleidingswielen, welke kunnen samenwerken met een zich schuin op de beoogde verplaatsingsrichting van de dragers uitstrekkende geleidingsrail.
Een dergelijke transportinrichting is bekend uit de Britse octrooiaanvrage 2.057.381. Bij deze bekende inrichting worden een drietal geleidingswielen aangebracht, die allen dezelfde hoogte hebben. Deze bekende constructie heeft verschillende nadelen. Zo kunnen de gel ei dings- -wielen slechts aan een zijde langs een geleidingsrail worden geleid. Verder moeten bij het passeren van bijvoorbeeld een wisselorgaan alle drie de geleidingswielen de wissel hebben gepasseerd voordat het wisselorgaan in een andere stand kan worden versteld.
Volgens de uitvinding kan nu tenminste een van de geleidingswielen van een groep op een lager niveau samenwerken met een geleidingsrail dan een andere en is tenminste een deel van een geleidingsrail zodanig hoog uitgevoerd, dat tenminste een van de geleidingswielen hoger dan het boveneinde van het desbetreffende deel van de geleidingrail is gelegen.
Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding kan een bijzonder effectieve geleiding van de geleidingswielen langs de rails worden verkregen terwijl daarbij aanzienlijk meer toepassingsmogelijkheden kunnen worden verkregen dan bij gebruikmaking van de bekende constructie.
De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van de enige in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoor-beelden van de constructie volgens de uitvinding.
Figuur 1 toont schematisch een bovenaanzicht op deel van een transportinrichting volgens de uitvinding uitmakende rails en met deze rails samenwerkende geleidingswielen.
Figuur 2 toont schematisch een zijaanzicht op een afduwschoen met een daarmede verbonden groep van drie geleidingswielen.
Figuur 3 toont schematisch een bovenaanzicht·op figuur 2, waarbij de maximale verzwenkhoek van de de geleidingswielen ondersteunende steun is aangeduid.
Figuur 4 toont schematisch een bovenaanzicht- op geleidingsrails en daarmede samenwerkende geleidingswielen van een verdere uitvoeringsvorm van een transportinrichting volgens de uitvinding.
Figuur 5 toont een doorsnede over figuur 4, gezien volgens de lijn V-V in figuur 4.
Figuur 6 toont een doorsnede over figuur 4, gezien volgens de lijn VI-VI in figuur 4.
De constructie volgens de uitvinding is in het bijzonder gedacht voor een transportinrichting, waarbij de de afduwschoenen ondersteunende dragers met behulp van verbindingsstukken 1 zijn verbonden met een enkele centraal opgestelde, slechts schematisch aangeduide transportketting 2, die · tijdens bedrijf kan worden aangedreven in richting volgens pijl A.
Het zal echter duidelijk zijn, dat de uitvinding ook toepasbaar is bij transportinrichtingen, waarbij de de afduwschoenen ondersteunende dragers nabij hun uiteinden zijn verbonden met transportkettingen of dergelijke flexibele koppelorganen.
Met een drager kan op op zich bekende wijze een schematisch in figuren 2 en 3 aangeduide afduwschoen 3 zijn verbonden, zodanig, dat deze afduwschoen langs de desbetreffende drager in de lengterichting van de drager verschuifbaar is. Dergelijke constructies zijn algemeen bekend, zoals bijvoorbeeld blijkt uit het bovengenoemde Britse octrooi schrift 2.057.381 of bijvoorbeeld uit de Nederlandse octrooiaanvrage 9000393.
Zoals verder in figuur 2 is weergegeven is aan de onderzijde van de afduwschoen 3 een steun 4 aangebracht, die ten opzichte van de afduwschoen verzwenkbaar is om een verticaal staande resp. zich loodrecht op de lengterichting van de de afduwschoen 3 ondersteunende drager uitstrekkende zwenkas 5. Aan de steun zijn een drietal geleidingswielen 6, 7 en 8 gekoppeld. Daarbij is het geleidingswiel 7 vrij draaibaar om een met de zwenkas 5 samenvallende draaiingsas, terwijl de aan weerszijden van het geleidingswiel 7 gelegen geleidingswielen 6 en 8 vrij draaibaar zijn om zich evenwijdig aan de draaiingsas van het geleidingswiel 7 uitstrekkende draaiingsassen.
Zoals uit de figuren duidelijk zal zijn liggen de boveneinden van de geleidingswielen 6-8 allen nagenoeg in eenzelfde zich loodrecht op de draaiingsassen uitstrekkend vlak. Het gerekend in de beoogde ver-plaatsingsrichting volgens pijl A voorste wiel 6 heeft echter de grootste hoogte en steekt dan ook onder de daarachter lopende geleidingswielen 7 en 8 uit. Het middelste geleidingswiel 7 heeft de kleinste hoogte, terwijl het achterste geleidingswiel een grotere hoogte heeft dan het geleidingswiel 7, maar een kleinere hoogte dan het geleidingswiel 6.
Nabij de zijkanten van de inrichting zijn een tweetal zich in de beoogde verplaatsingsrichting uitstrekkende geleidingsbanen 9 en 10 voor de geleidingswielen aangebracht. Daarbij wordt de geleidingsbaan 9 bepaald door een tweetal zich evenwijdig aan elkaar uitstrekkende geleidingsraiIs 11 en 12, terwijl de geleidingsbaan 10 wordt bepaald door een tweetal ge-leidingsrails 13 en 14.
Om de afduwschoenen ten opzichte van de de afduwschoenen onder- -steunende dragers kunnen verschuiven kunnen zich schuin op de voort-bewegingsrichting volgens pijl A uitstrekkende geleidingsbanen 15 en/of 16 zijn aangebracht. De geleidingsbaan 15 wordt bepaald door een tweetal geleidingsrai 1 s 17 en 18, terwijl de geleidingsbaan 16, die in het in figuur 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld de geleidingsbaan 15 snijdt, wordt bepaald door een tweetal geleidingsrails 19 en 20. Zoals uit de figuur duidelijk zal zijn zijn de rails ter hoogte van het kruispunt van de beide geleidingsbanen 15 en 16 onderbroken.
Althans over het grootste deel van hun lengte kunnen de diverse geleidingsraiIs zodanig hoog zijn uitgevoerd, dat alle wielen 6-8 door de beide geleidingsraiIs van een geleidingsbaan waardoorheen de wielen bewegen worden geleid. Ter hoogte van de aansluiting van een zich schuin op de beoogde voortbewegingsrichting volgens pijl A uitstrekkende geleidingsbaan 15 of 16 op een geleidingsbaan 9 of 10 is een aan de binnenzijde van de aansluitbocht gelegen bochtstuk 21 tussen de rail 12 en de rail 18 resp. het aan de binnenzijde van de bocht gelegen bochtstuk 22 tussen de rail 17 en de rail 13 minder hoog uitgevoerd dan de overige delen van de ge-leidingsrails, een en ander zodanig, dat het middelste geleidingswiel 7 over dit bochtstuk 21 resp. 22 kan bewegen, terwijl de aan weerszijden van het geleidingswiel 7 gelegen geleidingswielen 6 en 8 wel door dit bochtstuk zullen worden geleid. Indien nu, zoals aangeduid in figuur 1, een groep van wielen in de richting volgens pijl A door de geleidingsbaan 9 beweegt en ter hoogte van de aansluiting van de geleidingsbaan 15 op de geleidingsbaan 9 de doortocht door de geleidingsbaan 9 is afgesloten met behulp van een verzwenkbare wissel tong 23, die daartoe in de in figuur 1 in getrokken lijnen weergegeven stand is opgesteld, zal het voorste geleidingswiel 6 met deze wisseltong in aanraking komen en in de geleidingsbaan 15 worden geleid. Ondanks aanwezigheid van drie geleidingswielen kunnen deze gelijkmatig de overgangsbocht tussen de geleidingsbaan 9 en de geleidingsbaan 15 passeren, aangezien het middelste geleidingswiel 7, zoals hierboven uiteengezet vrij boven het bochtdeel 21 kan bewegen, terwijl het voorste geleidingswiel 6 en het achterste geleidingswiel 8 in contact blijven met de verschillende geleidingsrails 11, 12 resp. 17, 18.
Doordat het achterste geleidingswiel 8 niet zo hoog is uitgevoerd als het geleidingswiel · 6 kan, nadat het geleidingswiel 6 de wisseltong 23 heeft gepasseerd, indien gewenst, de wisseltong 23 direct naar de -in gestippelde lijnen weergegeven stand worden verzwenkt, waarbij de wisseltong onder het geleidingswiel 8 doorbeweegt. Na het passeren van het grootste geleidingswiel 6 kan dus onmiddelijk de doortocht door de geleidingsbaan 9 voor een daarachter lopend stel van geleidingswielen worden vrijgegeven.
Ook het passeren van het kruispunt tussen de beide geleidings-banen 15 en 16 kan bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding zonder problemen plaatsvinden.
Op het moment, dat een afduwschoen 3 het kruispunt passeert is steeds tenminste of het voorste geleidingswiel of het achterste geleidingswiel gelegen tussen de beide geleidingsrails 17 en 18, terwijl van de beide andere geleidingswielen de een met de geleidingsrail 17 en de ander met de geleidingsrail 18 in aanraking zal zijn of een van deze andere geleidingswielen ook met de beide geleidingsrails 17 en 18 in aanraking is, terwijl het derde wiel ongeleid door het kruispunt beweegt.
Bij de overgang van de groep wielen vanuit de geleidingsbaan 15 in de geleidingsbaan 10 zal het middelste wiel weer, zoals hierboven beschreven, over het bochtstuk 22 heen bewegen, zodat ook hier de overgang van de groep wielen vanuit de geleidingsbaan 15 in de geleidingsbaan 10 zonder storingen kan plaatsvinden.
Verder zal het duidelijk zijn, dat door de geleidingsbaan 10 in de richting volgens pijl A bewegende groepen wielen, indien gewenst, op soortgelijke wijze via de geleidingsbaan 16 kunnen worden omgeleid naar de geleidingsbaan 9.
Zoals nog in figuur 3 schematisch is aangeduid wordt de hoek waarover de de geleidingswielen 6-8 ondersteunende steun 4 verzwenkbaar is vanuit de middenstand, welke deze groep inneemt bij het bewegen door een geleidingsbaan 9 of een geleidingsbaan 10,beperkt tot een bepaalde hoekcx., zowel in de ene als in de andere richting. Deze beperking van de ver-zwenking is aangebracht om te voorkomen, dat bij bijvoorbeeld de overgang van de geleidingsbaan 9 in de geleidingsbaan 15 het achterste wiel 8 te ver doorzwenkt en in het benedenstrooms van de aansluiting van de geleidingsbaan 15 gelegen deel van de geleidingsbaan 9 terecht zou kunnen komen.
In de figuren 4-6 is een verdere uitvoeringsvorm van de constructie volgens de uitvinding weergegeven. Bij deze transportinrichting is nabij een zijkant een geleidingsrai1 24 aangebracht en nabij een andere -zijkant een geleidingsrail 25. Tussen deze beide geleidingsrails 24 en 25 kunnen elkaar kruizende geleidingsrails 26 en 27 zijn aangebracht.
Ter hoogte van de aansluiting van de geleidingsrail 26 op de geleidingsrail 24 is de geleidingsrail 24 onderbroken en sluit, gerekend in de beoogde verplaatsingsrichting van de. dragers volgens pijl A op het bovenstrooms van de onderbreking gelegen deel van de geleidingsrail 24, indien gewenst, een zich evenwijdig aan de geleidingsrail 26 uitstrekkend rail stuk 28 aan.
Het stroomafwaarts van de onderbreking gelegen deel van de geleidingsrail 24 is verbonden met het uiteinde van de geleidingsrail 26.
Ter hoogte van de aansluiting van de geleidingsrail 26 op de geleidingsrail 25 gaat de geleidingsrail 26 via een bochtstuk 29 over in het deel van de geleidingsrail 25, dat stroomafwaarts van de daar in de geleidingsrail 25 aangebrachte onderbreking is aangebracht. Op het bovenstrooms van deze onderbreking gelegen deel van de geleidingrail 25 sluit, indien gewenst, een zich evenwijdig aan de geleidingsrail 26 uitstrekkend rail stuk 30 aan.
De niet weergegeven aansluitingen van de geleidingrail 27 op de geleidingrail 25 resp. 24 zullen op soortgelijke wijze zijn uitgevoerd als voor de geleidingrail 26.
In de geleidingsrails 26 en 27 zijn onderbrekingen 31 resp. 32 gevormd voor de passage van met de verbindingsstukken 1 overeenkomende verbindingsstukken, die de de afduwschoenen ondersteunende dragers verbindend met het flexibele koppelorgaan in de vorm van een ketting of dergelijke.
Ter hoogte van deze onderbrekingen 31 en 32 zijn op afstand van en evenwijdig aan de geleidingsrail 26 resp. 27 verlopende geleidingsrail-stukken 33 resp. 34 opgesteld, die, zoals in het bijzonder uit figuur 6 blijkt, boven de geleidingsrails 26 resp. 27 uitsteken.
Zoals verder in de figuren 5 en 6 is weergegeven is met ieder van de afduwschoenen 35 een drietal geleidingswielen 36, 36' en 37 verbonden, die om evenwijdig aan elkaar en loodrecht op de lengterichting van de de desbetreffende afduwschoen ondersteunende drager verlopende draai-ingsassen draaibaar zijn. De een vaste stand ten opzichte van de afduwschoen 35 innemende draaiingsassen zijn daarbij gelegen in een zich loodrecht op de beoogde verplaatsingsrichting volgens pijl A uitstrekkend · vlak. Zoals daarbij uit figuur 5 blijkt is het middelste geleidingswiel 37 van de drie geleidingswielen lager opgesteld dan de beide buitenste geleidingswielen 36 en 36'. Verder is met de afduwschoen een onder het geleidingswiel 36 uitstekende geleidingspen 38 verbonden.
Een met een drager in de richting volgens pijl A verplaatste afduwschoen 35, die nabij een uiteinde van de desbetreffende drager is gelegen, zal met zijn geleidingswiel 37 worden geleid langs de geleidingsrail 24 resp. de geleidingsrail 25, zoals in het bijzonder duidelijk zal zijn uit de figuur 5.
Indien het gewenst is om een desbetreffende afduwschoen langs eenn zich schuin op de voortbewegingsrichting uitstrekkende geleidingsrail 26 resp. 27 te gaan geleiden kan een ter hoogte van de aansluiting van de desbetreffende geleidingsrail 26 of 27 op de geleidingsrail 24 of 25 aansluitende wisseltong 36 vanuit de in figuur 4 met gestippelde lijnen weergegeven stand, waarin de rol 37 vrij langs de rails 24 kan blijven doorbewegen, worden verzwenkt in de in figuur 4 in getrokken lijnen weergegeven stand, waarin de geleidingspen 38 in aanraking zal komen met de wisseltong 36 waardoor de geleidingspen 38 en daarmede de daarmede verbonden afduwschoen dwars op de voortbewegingsrichting volgens pijl A zal worden verplaatst. Bij het doorlopen van de bocht beweegt aanvankelijk de pen 38 langs de wisseltong 36 en vervolgens wordt het wiel 37 geleid langs de geleidingsrai1 26 en eventueel het geleidingsrailstuk 28.
In het kruispunt 38 tussen de geleidingsrails 26 en 27, in welk kruispunt zowel de geleidingsrail 26 als de geleidingsrail 27 is onderbroken wordt de afduwschoen geleid met behulp van de geleidingspen 38 waarbij dit kruispunt bijvoorbeeld kan zijn uitgevoerd zoals beschreven in de Nederlandse octrooiaanvrage 9100847 waarvan de inhoud wordt geacht hierin door deze verwijzing te zijn opgenomen.
Bij het passeren van de uitsparing 31 in de geleidingsrail 26 verliest het geleidingswiel 37 kortstondig het contact met de geleidingsrail 26. Tijdens deze fase van de verplaatsing van de afduwschoen beweegt echter het geleidingswiel 36' langs het geleidingsrailstuk 33, zoals weergegeven in figuur 6, zodat ook in dit punt een goede geleiding van de afduwschoen is gewaarborgd. Na het passeren van dit punt wordt de geleiding van de afduwschoen weer overgenomen door het langs de geleidingsrail 26 bewegende geleidingswiel 37, dat bij de overgang in de geleidingsrail 25 · behalve door de geleidingsrail 26 tevens nog kan worden geleid door het geleidingsrailstuk 30.
Het zal duidelijk zijn, dat het geleiden van de geleidingswielen van een afduwschoen vanaf de door de geleidingsrail 25 bepaalde baan langs de geleidingsrail 27 naar de door de geleidingsrail 24 bepaalde baan op soortgelijke wijze plaatsvindt, waarbij dan bij het passeren van de uitsparing 32 het geleidingswiel 36 met het boven de geleidingsrail 27 uitstrekkende geleidingsrailstuk 34 zal samenwerken.
Het zal duidelijk zijn, dat bij toepassing van de constructie volgens de figuren 4-6 een zeer eenvoudige uitvoering is verkregen, daar de geleidingswielen 36, 36' en 37 ten opzichte van de afduwschoen een vaste stand innemen, terwijl toch met behulp van eenvoudige middelen een effectieve verschuiving van de afduwschoen dwars op de beoogde verplaatsings-richting van de de afduwschoen ondersteunende drager kan worden bewerkstelligd met behulp van de geleidingswielen, waarbij de buitenste geleidingswielen 36 en 36' ter hoogte van de aansluitingen van de rails 26 en 27 op de rails 24 en 25 vrij over deze met het wiel 37 samenwerkende rails kunnen bewegen.

Claims (5)

1. Transportinrichting met een gestel en een aandrijfbaar transportorgaan, voorzien van dwars op de verplaatsingsrichting van het transportorgaan en evenwijdig aan elkaar verlopende dragers, welke scharnierend zijn gekoppeld met althans een flexibel koppelorgaan, terwijl door althans enige van de dragers afduwschoenen worden ondersteund, waarbij een afduwschoen is verbonden met een groep van drie aan de van de afduw-schoen afgekeerde zijde van een desbetreffende drager opgestelde ge-leidingswielen, die kunnen samenwerken met een zich schuin op de beoogde verplaatsingsrichting van de dragers uitstrekkende geleidingsrail, met het kenmerk, dat tenminste een van de geleidingswielen van een groep op een lager niveau kan samenwerken met een geleidingsrail dan een ander ge-leidingswiel en tenminste een deel van een geleidingsrail zodanig hoog is uitgevoerd, dat tenminste een van de geleidingswielen van de groep hoger dan het boveneinde van het desbetreffende deel van de geleidingsrail is -gelegen.
2. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de geleidingswielen zijn bevestigd aan een desbetreffende afduwschoen met behulp van een de geleidingswielen dragende steun, die ten opzichte van de afduwschoen verdraaibaar is om een met de draaiingsas van het middelste geleidingswiel samenvallende zwenkas, terwijl de beide buitenste geleidingswielen onder het middelste geleidingswiel uitsteken en een verlaagd railgedeelte is aangebracht bij de overgangsbocht tussen een zich in de lengterichting van de transportinrichting uitstrekkende geleidingsrail en een zich schuin op de beoogde verplaatsingsrichting uitstrekkende geleidingsrail.
3. Transportinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat gerekend in de verplaatsingsrichting van de dragers het voorste geleidingswiel van een groep geleidingswielen verder lender het middelste geleidingswiel uitsteekt dan het achterste geleidingswiel, terwijl bij de aansluiting van een zich schuin op de beoogde verplaatsingsrichting uitstrekkende geleidingsrail op een zich in de lengterichting van de transportinrichting uitstrekkende geleidingsrail een wisseltong is opgesteld, die kan aangrijpen op het voorste geleidingswiel en die onder het achterste geleidingswiel kan doorbewegen.
4. Transportinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een kruispunt tussen zich schuin op de beoogde ver-plaatsingsrichting uitstrekkende geleidingsrails, in welk kruispunt de geleidingsrails zijn onderbroken voor de doorvoer van een een drager met het transortorgaan verbindend verbindingsstuk, zodanig is uitgevoerd, dat bij het passeren van een groep geleidingswielen door het kruispunt tenminste een van de geleidingswielen ligt opgesloten tussen een tweetal evenwijdig aan elkaar verlopende geleidingsrails en tenminste een verder geleidingswiel in aanraking is met een geleidingsrai1.
5. Transportinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van de drie geleidingswielen een vaste stand innemen ten opzichte van de bijbehorende afduwschoen en zijn gelegen in een zich tenminste nagenoeg loodrecht op de beoogde verplaatsingsrichting uitstrekkend vlak, waarbij de buitenste geleidingswielen hoger zijn gelegen dan de bovenzijden van de geleidingsrails waarmede het middelste geleidingswiel samenwerkt, terwijl nabij een onderbreking in een zich schuin · op de beoogde verplaatsingsrichting uitstrekkende met het middelste geleidingswiel samenwerkende geleidingsrai!, stroomafwaarts van deze onderbreking evenwijdig aan deze geleidingsrai! een hoger geleidings-railstuk is opgesteld voor samenwerking met een buitenste geleidingswiel van de desbetreffende groep geleidingswielen.
NL9300982A 1993-06-08 1993-06-08 Transportinrichting. NL9300982A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300982A NL9300982A (nl) 1993-06-08 1993-06-08 Transportinrichting.
AT94201389T ATE150420T1 (de) 1993-06-08 1994-05-17 Förderer
EP94201389A EP0628502B1 (en) 1993-06-08 1994-05-17 A conveyor
DE69402110T DE69402110T2 (de) 1993-06-08 1994-05-17 Förderer
US08/254,792 US5427223A (en) 1993-06-08 1994-06-06 Conveyor
JP6148493A JPH0769443A (ja) 1993-06-08 1994-06-07 コンベア

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9300982A NL9300982A (nl) 1993-06-08 1993-06-08 Transportinrichting.
NL9300982 1993-06-08

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9300982A true NL9300982A (nl) 1995-01-02

Family

ID=19862503

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300982A NL9300982A (nl) 1993-06-08 1993-06-08 Transportinrichting.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US5427223A (nl)
EP (1) EP0628502B1 (nl)
JP (1) JPH0769443A (nl)
AT (1) ATE150420T1 (nl)
DE (1) DE69402110T2 (nl)
NL (1) NL9300982A (nl)

Cited By (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1034156C2 (nl) * 2007-07-18 2009-01-20 Vanderlande Ind Nederland Sorteerinrichting.

Families Citing this family (24)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
USRE37747E1 (en) 1995-01-30 2002-06-18 Vanderlande Industries Nederland B.V. Conveyer
NL9500161A (nl) * 1995-01-30 1996-09-02 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
NL1002039C2 (nl) 1996-01-08 1997-07-09 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
NL1003975C2 (nl) * 1996-09-06 1998-03-09 Vanderlande Ind Nederland Inrichting voor het transporteren van voorwerpen.
NL1004699C2 (nl) * 1996-12-05 1998-06-08 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
US5971133A (en) * 1997-05-08 1999-10-26 Hk Systems, Inc. Conveyor assembly incorporating a pop-up swivel wheel diverter
NL1007820C2 (nl) 1997-12-17 1999-06-21 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
DE69814684T2 (de) * 1997-12-23 2004-03-25 Crisplant A/S Gelenkförderer
NL1010036C2 (nl) * 1998-09-09 2000-03-10 Vanderlande Ind Nederland Transportinrichting.
US6615972B2 (en) 2000-04-27 2003-09-09 Rapistan Systems Advertising Corp. Sortation system diverter switch
US6478144B1 (en) * 2000-09-21 2002-11-12 Fki Industries, Inc.'s, Fki Logistex Automation Division Sliding shoe sorter and methods of using sliding shoe sorter
WO2002026602A2 (en) * 2000-09-28 2002-04-04 Siemens Aktiengesellschaft Positive displacement shoe and slat sorter apparatus and method
AU2002247086A1 (en) * 2001-02-09 2002-08-28 Paragon Technologies, Inc. Narrow belt conveyor system
US6619473B2 (en) 2001-07-11 2003-09-16 Rapistan Systems Advertising Corp. Bolt-up conveyor
US6860383B2 (en) * 2002-03-07 2005-03-01 Rapistan Systems Advertising Corp. Positive displacement sorter
US20040163286A1 (en) * 2003-02-26 2004-08-26 Evans Bobbie J. Daily calendar holder
ES2333656T3 (es) * 2003-03-12 2010-02-25 Intelligrated Inc. Transportador de clasificacion.
WO2005012146A1 (en) * 2003-08-01 2005-02-10 Dematic Corp. Positive displacement sorter shoe
CA2652292A1 (en) * 2006-05-12 2007-11-22 John D. Moore Sortation conveyor apparatus and methods
US7581632B2 (en) * 2006-06-09 2009-09-01 Tgw-Ermanco Inc. Sequential diverter for narrow belt conveyor and associated methods
WO2008016576A2 (en) * 2006-07-31 2008-02-07 Moore John D Conveyor systems and methods
NL1033313C2 (nl) 2007-01-31 2008-08-01 Vanderlande Ind Nederland Sorteerinrichting met name voor bagagestukken.
NL2018542B1 (nl) * 2017-03-17 2018-09-24 Vanderlande Ind Bv Inrichting, systeem en werkwijze voor het sorteren van producten
US10384879B2 (en) 2017-05-03 2019-08-20 Dematic Corp. Conveyor belt drive system and configuration

Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2057381A (en) * 1979-08-30 1981-04-01 Canziani F Apparatus for the selection and sorting of objects

Family Cites Families (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE4140917C2 (de) * 1991-12-12 1994-06-30 Mannesmann Ag Förderanlage
US5191959A (en) * 1992-06-10 1993-03-09 Alvey Inc. Sorting conveyor with vertical switching system

Patent Citations (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2057381A (en) * 1979-08-30 1981-04-01 Canziani F Apparatus for the selection and sorting of objects

Cited By (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL1034156C2 (nl) * 2007-07-18 2009-01-20 Vanderlande Ind Nederland Sorteerinrichting.
EP2025628A2 (en) 2007-07-18 2009-02-18 Vanderlande Industries Nederland B.V. Sorting device
EP2025628A3 (en) * 2007-07-18 2009-03-04 Vanderlande Industries Nederland B.V. Sorting device

Also Published As

Publication number Publication date
US5427223A (en) 1995-06-27
DE69402110T2 (de) 1997-09-25
DE69402110D1 (de) 1997-04-24
JPH0769443A (ja) 1995-03-14
ATE150420T1 (de) 1997-04-15
EP0628502A1 (en) 1994-12-14
EP0628502B1 (en) 1997-03-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300982A (nl) Transportinrichting.
US5590995A (en) Conveying rail system for a trolly
NL1035292C2 (nl) Sorteerinrichting.
NL1002039C2 (nl) Transportinrichting.
US8602202B2 (en) Sorting device, in particular for pieces of luggage
EP0626324B1 (en) A conveyor
EP0764101B1 (en) Suspension conveyor installation
NL9500161A (nl) Transportinrichting.
NL8500207A (nl) Verdeeltransporteur voor stukgoed.
NL194040C (nl) Transporteur voor het selectief zijdelings afleiden van transportgoederen.
NL1010466C2 (nl) Inrichting voor het overbrengen van goederen.
EP0742165B1 (en) Device for sorting goods
SK277808B6 (en) Track transport car
EP2025628B1 (en) Sorting device
US3326349A (en) Parallel gate segregator
NL9401477A (nl) Ketting voor een kettingtransporteur.
US5697301A (en) Suspension type conveyor means
JPH0637249B2 (ja) 幅寄せコンベヤ−
US6152285A (en) Conveyor arrangement
NL9301773A (nl) Transportinrichting.
EP3212545A1 (en) Device for conveying products
JP2501227Y2 (ja) コンベヤ
NL1030529C2 (nl) Transporteur.
NL9100745A (nl) Transporteur voorzien van middelen voor het selectief verdelen van een stroom toegevoerde voorwerpen in twee deelstromen.
NL8602533A (nl) Inlijn-inrichting voor flessen of dergelijke.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed