NL8902467A - Overkapping voor laadvlakken. - Google Patents

Overkapping voor laadvlakken. Download PDF

Info

Publication number
NL8902467A
NL8902467A NL8902467A NL8902467A NL8902467A NL 8902467 A NL8902467 A NL 8902467A NL 8902467 A NL8902467 A NL 8902467A NL 8902467 A NL8902467 A NL 8902467A NL 8902467 A NL8902467 A NL 8902467A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
canopy according
uprights
beams
rail
along
Prior art date
Application number
NL8902467A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ipco B V I O
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ipco B V I O filed Critical Ipco B V I O
Priority to NL8902467A priority Critical patent/NL8902467A/nl
Priority to EP90202653A priority patent/EP0421554B1/en
Priority to AT90202653T priority patent/ATE117630T1/de
Priority to DE69016336T priority patent/DE69016336T2/de
Publication of NL8902467A publication Critical patent/NL8902467A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60JWINDOWS, WINDSCREENS, NON-FIXED ROOFS, DOORS, OR SIMILAR DEVICES FOR VEHICLES; REMOVABLE EXTERNAL PROTECTIVE COVERINGS SPECIALLY ADAPTED FOR VEHICLES
    • B60J7/00Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs
    • B60J7/02Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes
    • B60J7/06Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements
    • B60J7/061Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements sliding and folding
    • B60J7/064Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements sliding and folding using folding arms sliding in longitudinal tracks for supporting the soft roof
    • B60J7/065Non-fixed roofs; Roofs with movable panels, e.g. rotary sunroofs of sliding type, e.g. comprising guide shoes with non-rigid element or elements sliding and folding using folding arms sliding in longitudinal tracks for supporting the soft roof for utility vehicles

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

Overkapping voor laadvlakken
De uitvinding heeft betrekking op een overkapping voor laadvlakken, bijvoorbeeld op vrachtwagens, aanhangers en dergelijke, welke overkapping in hoofdzaak bestaat uit tenminste twee rijen van ter zijde van het vlak aangebrachte stijlen, een de boveneinden van de stijlen in een rij verbindende langsliggers, zich nabij het niveau van de langsliggers uitstrekkende dwarsliggers, en een over de dwars- en langsliggers, alsmede stijlen gespannen laag van soepel materiaal.
Dergelijke overkappingen zijn in velerlei uitvoeringen bekend, waarbij echter de overkapping meestal in zijn geheel moet worden verwijderd teneinde de lading op het laadvlak te kunnen bereiken. Dit dient hetzij per vorkheftruck aan de zijkant van het laadvlak mogelijk te zijn, hetzij aan de bovenzijde voor een bovenloopkraan of dergelijke. Vooral bij vrachtwagens waarbij het verwijderen en weer terugaanbrengen van de overkapping veelvuldig moet plaatsvinden, is een en ander zeer tijdrovend.
De uitvinding beoogt bovengenoemde bezwaren te ondervangen door een overkapping te verschaffen, waarmee de laadvlakken van alle zijden zeer gemakkelijk toegankelijk wordt en toch weer snel zijn te bedekken teneinde tegen weersinvloeden beschermd te zijn.
De overkapping volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de soepele laag is gesplitst in een eerste horizontaal dekdeel, dat zich slechts over de dwars-en langsliggers uitstrekt en één of meer zich langs de stijlen uitstrekkende tweede, verticale delen.
Door het scheiden van de overkapping in een dekdeel en aparte zijdelen, zijn deze onderling onafhankelijk van elkaar te bedienen, waardoor enerzijds de gewenste zijkant gemakkelijk kan worden geopend om vorkheftrucks en dergelijke toe te laten tot de lading, en waarbij anderzijds slechts het dekdeel behoeft te worden verwijderd om de lading te kunnen plaatsen respectievelijk wegnemen middels hefkranen en dergelijke.
Teneinde het dekdeel op eenvoudige wijze te kunnen i verwijderen, verdient het de voorkeur om de dwarsliggers, waarop het soepele materiaal is bevestigd, met hun einden verschuifbaar te geleiden in telkens aan de langsligger bevestigde rail.
Voor het verkrijgen van een betere geleiding kan het volgens de uitvinding de voorkeur verdienen om tussen elke twee aangrenzende dwarsliggers een scharnierenstelsel aan te brengen, welk stelsel in de voorkeursuitvoeringsvorm bestaat uit een tweetal stroken, welke aan het ene einde zijn bevestigd aan de dwarsligger en aan het andere einde aan een in de rail verschuifbare drager. Voor het verkrijgen van een motorisch aangedreven schuifsysteem voor het dekdeel van de overkapping, kan één der dragers zijn bevestigd aan een flexibel element, bijvoorbeeld koord, dat bijvoorbeeld de vorm heeft van een eindloze ketting.
Door het toepassen van één centrale stelmotor welke via een transmissie een drijfwiel aandrijft, wordt een bijzonder eenvoudige uitvoeringsvorm verkregen.
Volgens een verdere uitvoering is het mogelijk om de geleiderail naar voren of naar achteren te verlengen met een verticaal deel, dat zich ter zijde van het laadvlak uitstrekt, een en ander zodanig dat bij het verschuiven van de overkapping deze geheel ter zijde van de laadvloer komt te liggen. De stand wordt bepaald door een langs de geleiderail verschuifbare aanslag.
Voor het opnemen van het gewicht van de overkapping in de verticale stand verdient het de voorkeur om de aanslag door middel van een cilinder langs de geleiderail te verschuiven. Bij voorkeur is deze cilinder een gasveercilinder.
Dankzij de relatief stijve bovenligger is het mogelijk om één of meer stijlen in de zijkant weg te halen, zodat ook grote ladingen via de zijkant kunnen worden verwijderd nadat één stijl of meer stijlen zijn weggehaald.
De onder de overkapping liggende lading blijft echter tegen weersinvloeden beschermd, aangezien het dekdeel kan blijven staan in de gestrekte toestand, waarbij slechts de zijdelen behoeven te worden weggehaald.
De uitvinding wordt nader toegelicht in de hieronder staande figuurbeschrijving van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: figuur 1 een perspectivisch achteraanzicht van een aanhanger voorzien van een laadvlak met daarop aangebrachte overkapping volgens de uitvinding; figuur 2 een zijaanzicht van het bovenste gedeelte van de overkapping uit figuur 1; figuur 3 een met figuur 1 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een deel van het bovendeel van de overkapping op vergrote schaal; figuur 4 een met figuur 3 overeenkomend perspectivisch aanzicht van een ander deel van de overkapping uit figuur 1, op eveneens vergrote schaal; figuren 5 en 6 een perspectivisch bovenaanzicht respectievelijk zijaanzicht van een gewijzigd voorste gedeelte van de overkapping volgens de uitvinding; figuur 7 een met figuur 6 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm.
De in figuur 1 getoonde aanhanger is van conventionele constructie, en vertoont een laadvlak 1, dat door een niet-getoond gestel is gedragen en waaraan een wielstel 2 is opgehangen, waarbij wordt verondersteld dat hetzij de voorzijde een loopwiel kent, hetzij een ondersteuning voor koppeling aan een trekker of dergelijke.
Aan de voorzijde van het laadvlak 1 is een dichtschot 2 aangebracht, dat van elk willekeurig materiaal kan zijn vervaardigd en bijvoorbeeld van hout is gemaakt. Langs de langsranden van het laadvlak 1 is een aantal stijlen 3 opgenomen, waarvan er telkens aan één zijde een viertal in een rij staan opgesteld. Langs de omtrek van het laadvlak 1 zijn tevens een aantal kleppen 4 opgenomen die door middel van scharnieren 5 vanuit een geopende stand links in figuur 1 naar een gesloten stand rechts in figuur 1 te klappen is, waardoor de laadruimte alzijdig kan worden begrensd. Langs de boveneinden van de stijlen 3 is een langsligger 6 bevestigd, die zich parallel aan de langsrand van het laadvlak 1 uitstrekt. De voorzijde van de langsligger 6 is bevestigd aan het voorschot 2 van de ligger is bevestigd op een vaste stijl 7.
De langsliggers en stijlen dienen als raamwerk voor een daarop aan te brengen laag van soepel materiaal 10, dat rechts in figuur 1 voor een gedeelte in de gesloten stand is getekend. De laag van soepel materiaal 10 is verdeeld in een eerste horizontaal deel 11, dat zich aan de bovenzijde van het raamwerk gevormd door de stijlen 3 en langsliggers 6 uitstrekt, en uit een tweede deel 12 dat verticaal is gericht en dat op willekeurige wijze kan zijn bevestigd aan de langsliggers 6 en de stijlen 3. De achterzijde is af te sluiten door een verticaal deel 12' dat een verlengstuk is van het eerste deel 11.
De bevestiging kan zodanig zijn dat het zijdeel 12 of achterdeel 121 kan worden opgerold en door middel van riemen in de opgerolde stand kan worden bevestigd teneinde het verticale deel voor laad- en losdoeleinden te verwijderen.
Aan de onderrand kan de soepele laag materiaal 12 door middel van ogen 13 met rijgkoord 14 aan bijvoorbeeld de laadklep 4 worden bevestigd. Vanzelfsprekend kunnen ook andere bevesti-gingswijzen, bijvoorbeeld gordijnsystemen, worden gebruikt afhankelijk van de lengte van de laadruimte, en doel, dat wil zeggen het soort lading waarvoor de laadruimte wordt gebruikt.
Een bijzonder kenmerk van de uitvinding is dat het horizontale eerste dekdeel 11 is ondersteund door een aantal dwarsliggers 17, welke in de getoonde uitvoeringsvorm bestaat uit een horizontaal deel, uit kokerprofiel 18, zie de figuren 3 en 4, alsmede een verticaal gericht deel aan weerseinden van het kokerprofiel 18, dat uit een stripmateriaal 19 kan zijn vervaardigd. Over de aldus tot een ü gevormde dwarslig ger 17 kan het dekdeel 11 worden gespannen, waarbij het omlaag wijzende verticale randdeel zich tot over de bovenrand van de verticale delen 12 uitstrekt.
Nabij het einde is elke dwarsligger respectievelijk kokerprofiel 18 vast bevestigd aan een van telkens een tweetal onderling bij 20 scharnierbare knikarmen 21, die vanaf het kokerprofiel 18 van elkaar wijzen. Het scharnierpunt 20 is zodanig gekozen, dat een maximale spreidhoek van de armen in stabiele stand kan worden bereikt. Het andere einde van de scharnierarm 21 is scharnierend bevestigd aan een wagen 22, voorzien van twee paren loopwielen 23 waarvan de rotatie-as-sen in eikaars verlengde liggen.
Daartoe is de wagen 22 in hoofdzaak U-vormig, waarbij het lijfdeel is voorzien van een opstaande steun 24, waarin de scharnierpen 25 voor de scharnierende bevestiging met de scharnierarmen 21 is opgenomen. De benen van de U zijn voorzien van middelen voor het opnemen van de rotatie-assen 26 van de paren loopwielen 23.
De langsligger 6 heeft de vorm van een U-profiel met de opening naar boven. De bodemplaat van het ü-profiel 6 draagt een rail in de vorm van een I-profiel 27, één en ander zodanig dat de wielen 23 aan weerszijden in de kanaalvormige delen van het I-profiel zijn geleid.
Voor het in- en uitschuiven van de dwarsliggers 17 langs de rail in de langsligger 6, kan een kettingaandrijving worden toegepast, welke is aangegeven met het cijfer 30. Deze kettingaandrijving bestaat uit een eindloze ketting 31 welke aan de voorzijde om een kettingwiel 32 is geslagen en aan de achterzijde om een in de richting van de pijl P2 verplaatsbaar kettingwiel 32’ teneinde de ketting te kunnen spannen. Het kettingwiel 32 is verbonden met een as 33 welke leidt naar een transmissie 34 van een elektromotor 35, die kan worden gevoed via aansluitkabels 36 door de accu van bijvoorbeeld de trekker.
Door de motor 35 is de as 33 in draaiing te brengen en derhalve het kettingwiel 32, waardoor de ketting 31 in de richting van de pijl P1 heen en weer is te voeren.
De voorlaatste wagen 22' is bevestigd, zie figuur 4 aan het bovenpart van de ketting 31 door elk passend middel.
Door de heen of weer gaande beweging van de voorlaatste wagen 22' zal deze door middel van de scharnierarmen 21 de andere dwarsliggers 18 enerzijds achter zich aan meetrekken over de langsliggers 6 en over de laadvloer 1 heen respectievelijk anderzijds de dwarsliggers één voor één opstuwen vanuit de gesloten stand rechts in figuur 1 naar de open stand links in figuur 1.
De laatste wagen 22" is via een schaarsysteem 34 verbonden met de voorlaatste wagen 22'. De maximale spreidstand wordt bereikt als de lange arm van schaar 34 in een steun-gaffen aan het boveneinde van verticale arm 34' van de laatste wagen 22" valt.
De besturing van de motor 35 kan plaatsvinden via eind-schakelaars 40 respectievelijk 41 welke zijn bediend door een aan de tweede arm 21 bevestigde uithouder 42, die in de gespreide stand volgens figuur 3 de schakelaar 41 indrukt en de motoraandrijving derhalve uitschakelt, met welke positie de voorlaatste wagen 22' in de eindstand van de rail 27 is gekomen. Bij het terugvoeren van de dwarsliggers 18 komt de arm 42 in aanraking met de schakelaar 40, waardoor de motor tijdig kan worden uitgeschakeld voor verder transport.
Het zal duidelijk zijn uit de bovenstaande beschrijving dat de laadvloer 1 op diverse wijzen te bereiken is, enerzijds via de bovenzijde door het wegvoeren van het horizontale dekdeel 11 door middel van het aanzetten van de motor 35 en het derhalve op bovenbeschreven wijze opstuwen van de dwarsliggers 18 en het soepele dekmateriaal tot een harmoni-cavorm, en anderzijds via de zijkanten door het verwijderen van de verticale zijdelen 12 respectievelijk 12'.
Voor het vergroten van de doorvoer aan de zijkant afhankelijk van het te beladen materiaal, kan een of meer opeenvolgende stijlen 3 tussen de langsligger 6 en de laadvloer 1 worden weggenomen, welke wegneemconstructie op willekeurige wijze kan zijn uitgevoerd. Dankzij de relatief zware U-vormige langsligger 6 is het geen probleem om ondanks het weghalen van de stijlen 3 geen vervorming van de langsligger 6 te krijgen, waardoor het verwijderen respectievelijk aanbrengen van het horizontale dekdeel 11 zonder problemen kan blijven plaatsvinden.
Tenslotte wordt opgemerkt dat de wrijving van de ketting 30 in de U-vormige langsligger 6 kan worden verminderd door elke wagen 22 uit te voeren met een kettingsteun 45 waarover het vrijhangende bovenpart van de ketting 30 wordt geleid. Voor hetzelfde doel is de binnenzijde van het opstaande been van het U-profiel op regelmatige afstand voorzien van soortgelijke kettingsteunen 45'. Dit voorkomt een contact tussen de boven-en onderparten van de ketting en derhalve een vermindering van de daardoor opgewekte wrijving.
Figuur 5 en 6 toont een alternatieve uitvoeringsvorm, waarbij dezelfde onderdelen met dezelfde referentiecijfers zijn aangegeven.
In deze uitvoeringsvorm is de geleiderail bij een einde verlengd met een verticaal deel 50, dat via een vloeiend gebogen deel 51 met het horizontale deel 6 is verbonden. Het zich verticaal uitstrekkende deel 50 kan zich aan de voor- of achterzijde van de rail 6 bevinden, bij voorkeur aan de in figuur 1 getoonde voorzijde van het schot 2 van de aanhanger .
Het verticale deel 50 dient voor het opnemen van alle loopwagens 22 van de scharnierarmen 21, waaraan de dwarsliggers 17 zijn bevestigd. Zoals in de voorgaande uitvoeringsvorm is getoond, is elke dwarsligger 17 ondersteund door telkens een paar scharnierarmen, welke middels loopwielen 23 in de geleiderail 6 respectievelijk 50 kunnen worden geleid.
De uiterste dwarsligger 17', nabij de voorzijde van de laadvloer 1 is ondersteund op een tweetal vaste armen 21', welke in de uitvoeringsvorm volgens fig. 5 en 6 permanent onder een vaste hoek zijn gespreid door een dwarsverbinding 52. Dankzij deze dwarsverbinding 52 blijven de loopwielen 23 van de beide gespreide armen 21 ter weerszijden van het vloeiend gebogen deel 51 staan, hetgeen de soepele overgang van de wagens met daaraan gekoppelde armen 21 en dwarsliggers 17 bevordert.
De arm 21" is aan het van de dwarsligger 17' afgekeerde einde verbonden met het uiteinde van een zuigerstang 53 van een cilinder 54. De cilinder 54 wordt afgesteund aan het ondereinde van de geleiderail 50 door middel van een schar-nierverbinding.
Bij voorkeur is de cilinder 54 uitgevoerd als gasveer, hetwelk een zodanige verende kracht kan uitoefenen dat het totale gewicht van het opgevouwen scharnierstelsel met daaraan hangend doek 10 kan worden opgevangen. Door het aandrijven van de uiterste of een na uiterste loopwagen 22 zoals in fig. 4 is getoond, door middel van de aandrijfketting 31 kan het opvouwen respectievelijk uitvouwen van het scharnierstelsel met dekdoek 10 worden gerealiseerd. De gasveer 54 verzorgd hierbij het opnemen respectievelijk wegdrukken van de wagens 22 met loopwielen 23 langs de geleiderail 50 en voorbij het boogstuk 51.
Met de in figuur 5 en 6 getoonde constructie is het derhalve mogelijk om het gehele bovendek aan de voorzijde van het schot 2 te brengen, en derhalve de gehele laadvloer 1 vrij te maken van het dekdeel 10.
Pig. 7 toont een uitvoeringsvorm, waarbij de vaste armen 21 uit fig. 5 en 6 niet door een vaste dwarsverbinding 52 worden gespreid, maar door een extra gasveer 55. Daartoe is de cilinder van de gasveer 55 scharnierend bevestigd aan de ene arm en de zuigerstang aan de andere arm van de uiterste dwarsligger 17'. De veerconstante van de gasveer 55 is kleiner dan die van de gasveer 54, zodanig dat bij het toenemen van het gewicht bij het opvouwen van het bovendekdeel 10 de gasveer 55 eerder indrukt dan 54. Op deze wijze wordt de normaal benodigde ruimte voor de eerste scharnieerarmstelsel 21 volgens fig. 6 aanzienlijk verkleind, hetgeen gebruikt kan worden voor het opvouwen van een langer dekdoek 10.
De werkwijze voor het bedienen van het dekdeel 10 is voor het overige overeenkomend met die volgens de voorgaande figuren.
Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende uitvoeringsvormen mogelijk.
Zo is het vanzelfsprekend mogelijk om het horizontale dekdeel 11 door andere dan de u-vormige dwarsliggers 18, 19 uit te voeren, en bijvoorbeeld de langsligger 6 over een kwartslag te draaien en de einden van de ligger 17 direct in de ü-profieldelen te geleiden.
Anderzijds is het mogelijk de scharnierconstructie 21 dubbel uit te voeren tot een Neurenbergerschaar, waarbij een drukcilinder in één van de schaarelementen kan zijn aangebracht, voor het verkrijgen van de gewenste in- en uitschui-ving van het horizontaal dekdeel 11.

Claims (14)

1. Overkapping voor laadvlakken, bijvoorbeeld op vrachtwagens, aanhangers en dergelijke, welke overkapping in hoofdzaak bestaat uit tenminste twee rijen van ter zijde van het vlak aangebrachte stijlen, een de boveneinden van de stijlen in een rij verbindende langsligger, zich nabij het niveau van de langsliggers uitstrekkende dwarsliggers, en een over de dwars- en langsliggers, alsmede stijlen gespannen laag van soepel materiaal, met het kenmerk, dat de soepele laag is gesplitst in een eerste horizontaal dekdeel, dat zich slechts over de dwars- en langsliggers uitstrekt en één of meer zich langs de stijlen uitrekkende tweede verticale zijdelen.
2. Overkapping volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het dekdeel is bevestigd op de dwarsliggers, die langs een aan de langsliggers bevestigde rail verschuifbaar zijn.
3. Overkapping volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat elke dwarsligger is voorzien van een omlaag gerichte steun voor de bevestiging van een verticaal gericht randdeel van het dekdeel.
4. Overkapping volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat tussen elke dwarsligger tenminste één paar scharnierarmen is opgenomen.
5. Overkapping volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het scharnier tussen telkens de armen van een paar is ondersteund door een drager, welke langs de rail van de langsligger verschuifbaar is.
6. Overkapping volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat voor de verschuifbare geleiding van de wagens langs de rail een eindloos flexibel orgaan, bijvoorbeeld een schalmenketting is gebruikt, welke door een motor aan te drijven is.
7. Overkapping volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat een omkeerwiel van telkens de twee in de langsliggers ondergebrachte flexibele eindloze organen door een motor met transmissie is aangedreven.
8. Overkapping volgens één dér voorgaande conclusies/ met het kenmerk, dat de geleiderail voor de wagens is verlengd met een zich verticaal uitstrekkend deel, waarbij een verplaatsbare aanslag langs het verlengde deel is aangebracht.
9. Overkapping volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de aanslag aan een cilinderstang van een cilinder is aangebracht.
10. Overkapping volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de cilinder een gasveer is.
11. Overkapping volgens de conclusies 8-10, met het kenmerkt, dat althans de uiterste dwarsligger op een paar door een zich langs de rail uitstrekkende dwarsverbinding gespreide armen is ondersteund.
12. Overkapping volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de dwarsverbinding een gasveer is.
13. Overkapping volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat één of meer stijlen in een rij langs de langsrand van het laadvlak wegneembaar zijn gemonteerd.
14. Motor met transmissie geschikt voor toepassing bij de aandrijving van de eindloze flexibele organen voor en wegschuifbaar dekdeel als overkapping volgens één der voorgaande conclusies.
NL8902467A 1989-03-21 1989-10-04 Overkapping voor laadvlakken. NL8902467A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8902467A NL8902467A (nl) 1989-03-21 1989-10-04 Overkapping voor laadvlakken.
EP90202653A EP0421554B1 (en) 1989-10-04 1990-10-04 Foldable hood for a loading bed
AT90202653T ATE117630T1 (de) 1989-10-04 1990-10-04 Faltbares verdeck für eine ladefläche.
DE69016336T DE69016336T2 (de) 1989-10-04 1990-10-04 Faltbares Verdeck für eine Ladefläche.

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900698 1989-03-21
NL8900698 1989-03-21
NL8902467 1989-10-04
NL8902467A NL8902467A (nl) 1989-03-21 1989-10-04 Overkapping voor laadvlakken.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8902467A true NL8902467A (nl) 1990-10-16

Family

ID=26646504

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8902467A NL8902467A (nl) 1989-03-21 1989-10-04 Overkapping voor laadvlakken.

Country Status (1)

Country Link
NL (1) NL8902467A (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6676189B2 (en) 2001-01-29 2004-01-13 Webasto Sunroofs, Inc. Cover assembly for a vehicle bed
CN110329686A (zh) * 2019-07-17 2019-10-15 安徽青藤再生资源有限公司 一种废旧物品回收车用车斗

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US6676189B2 (en) 2001-01-29 2004-01-13 Webasto Sunroofs, Inc. Cover assembly for a vehicle bed
CN110329686A (zh) * 2019-07-17 2019-10-15 安徽青藤再生资源有限公司 一种废旧物品回收车用车斗

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0629524B1 (en) Vehicles and vehicle lifts
US5152575A (en) Manual tarp enclosing system for flat bed trucks
US6722721B2 (en) Pickup truck foldable ramp tailgate
US4624619A (en) Retractable ramp assembly for pick-up truck
US9815413B2 (en) Vehicle cargo carrier device
EP0421554B1 (en) Foldable hood for a loading bed
KR20100043209A (ko) 다기능 차량 캐노피
GB2199549A (en) Retractable cover for vehicle load platforms
US4219122A (en) Vehicle-mounted crane assembly
EP0245104A2 (en) Drop-floor trailer
US4861094A (en) Curtain sided trailers
NL8902467A (nl) Overkapping voor laadvlakken.
RO117777B1 (ro) Armatura de prelata, cu arcuri de inlaturare
US4586684A (en) Aircraft loading apparatus
KR101411388B1 (ko) 화물차용 적재함 덮개장치
NL1026788C2 (nl) Houder met schuifzeilinrichting.
GB2123466A (en) Curtain sided railway goods vehicle
EP0273740A2 (en) Retractable cover arrangement for vehicle platforms
CN2379348Y (zh) 顶盖折叠伸缩式封闭货运车厢
CA2058001C (en) Manual tarp enclosing system for flat bed trucks
EP0391767A1 (fr) Remorque de véhicule susceptible de recevoir au moins un conteneur
RU2282549C1 (ru) Ручная хозяйственная тележка
JPH071311Y2 (ja) 貨物自動車の幌伸縮装置
FI127146B (fi) Lavan suojapeitejärjestelmä
NL1012177C1 (nl) Vrachtwagen en inrichting en werkwijze voor het afdekken van een laadbak.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed