NL8800661A - Werkwijze en inrichting voor het oogsten van grofstelerig oogstmateriaal, bijvoorbeeld van mais. - Google Patents

Description

* i VO 1068 -1-

Werkwij ze en inrichting voor het oogsten van grofstelerig oogstmate-riaal, bijvoorbeeld van mais._'_.

De uitvinding heeft betrekking op een oogstwerkwijze voor grofstelerig oogstmateriaal, bijvoorbeeld van mais. Bij deze werkwijze wordt de maisplant door een oogstmachine nabij de bodem gescheiden en vervolgens door transportmiddelen, zoals banden en kettingen naar 5 een fijnmaakmachine, bijvoorbeeld een veldhakselinrichting verder geleid. De in de grond achterblijvende stronken vormen zeer stijve* meestal scherpkantige, buisvormige resten, waarover in de regel de wielen van de oogstmachine, een trekker of een transportvoertuig heen rollen. Daarbij treden in het bijzonder in dé groeven van de rubber-10 banden kleinere of grotere beschadigingen op, welke vaak tot het uitbreken van de ribben kunnen leiden. Dit probleem treedt bij andere: maisoogstmachines, waarmee slechts de kolven geoogst worden, niet op, omdat hier de stengel niet nabij de grond wordt afgesneden, doch in zijn lengte meerdere malen stukgeslagen wordt om het later onderploegen 15 te vergemakkelijken. Het Duitse Gebrauchsmuster 6.751.770 kan hiervoor als voorbeeld dienen.

Door de uitvinding wordt een werkwijze ontwikkeld, welke het mogelijk maakt, de stronken van de planten te veranderen, zodanig, dat zij de banden van de voertuigen niet meer kruinen beschadigen. Dit kan 20 geschieden, doordat de stronken gebroken, vervezeld of omgedrukt worden, waardoor de natuurlijke structuur zodanig veranderd wordt, dat zij de rubber banden niet meer kunnen beschadigen.

Om deze werking te bereiken kan volgens de uitvinding vóór of achter een maalinrichting een roterend werktuig geschakeld 25 worden, dat dieper dan de maalinrichting aangebracht is en aldus het bovenste deel van de stronken stukslaat of vervezelt.

Voor hetzelfde doel kunnen walsen of scharen dienen, welke de stronken afbuigen, knikken of in de bodem lossen.

Verdere bijzonderheden van de werktuigen worden nog besproken.

30 De werkwij ze en een bijbehorende inrichting voor het toepassen daarvan worden bijvoorbeeld mét verwijzing naar een afbeelding toegelicht.

De figuur toont schematisch in zij-aanzicht een vóór een motorisch aangedreven hakselinrichting gezet maisoogstapparaat, .8800661 •If 4 -2-

Van een niet verder weergegeven veldhakselinrichting zijn een voorste rubber band 1 en een transportschacht 2 met een bovenste intrek-wals 3 en twee onderste intrekwalsen 4, 5 getoond. Aan het voorste kop-vlak 6 van de transportschacht 2 is een maisoogstapparaat 7 met flenzen 5 vastgezet. Dit maisoogstapparaat 7 bezit paarsgewijze op afstand naast elkaar aangebrachte punten 8, welke tezamen een kanaal vormen. Aan de binnenzijden van een kanaal zijn eveneens paarsgewijze op staande assen 9 draaibaar gelagerde messenschijven 10 aanwezig, welke elkaar in het midden van het kanaal bedekken en welke tezamen een maalinrichting 10 vórmen. Aan het boveneinde van de assen 9 is een kettingwiel 11 bevestigd, waarom een transportketting 12 gelagerd is. Aan het achtereinde van elk kanaal zijn eveneens staande assen 13 draaibaar gelagerd, welke aan het boveneinde elk kettingwielen 18 en aan het ondereinde een aandrijvend drijfwerk 15 dragen. Elk paar transportkettingen 12 in de kana-15 len omvat de door de maalinrichting gescheiden stengeldelen en voert deze aan de transportschacht 2 toe. Onder de messenschijven 10 zijn meerarmige slagsterren 16 bevestigd, welke een omloop hebben, welke gelijk of kleiner is dan de diameter van de messenschijven 10. Deze slagsterren 16 lopen met het toerental van de messenschijven 10 rond. Het 20 is echter ook mogelijk deze door op zichzelf bekende middelen met een hoger toerental aan te drijven.

Tijdens bedrijf worden de in de kanalen komende maisstengels nabij de grond door.de maalinrichting 10 afgesneden. Zonder het aanwezig zijn van de middelen volgens de uitvinding voor het bewerken van de in de 25 grond achterblijvende stronken 17 zouden deze met hun snijvlakken de daarover rollende rubberbanden 1 beschadigen. De slagstereen 16 slaan het bovenste bereik van de stronken 17 stuk of vervezelen deze en maken hen buigzaam. Een dergelijke werking kan ook door andere aangedreven of niet-aangedreven werktuigen, zoals snijtrommels, walsen, scharen of 30 dergelijke bewerkstelligd worden.

.8800661

Claims (5)

1. Werkwijze voor het oogsten van grofstelig oogstmateriaal, waarbij de stengels nabij de grond door een maalinrichting of dergelijke van de stronk gescheiden en vervolgens voor het fijnmaken naar een oogst-machine gevoerd worden, met het kenmerk, dat de nè. het maaien in de 5 grond achtergeblijvende stronken (17) zodanig gebroken, vastgepakt en omgedrukt worden, dat deze de rubber banden (1) van de oogstmachine of een daarop volgend transportapparaat niet meer kunnen beschadigen.

2. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat vóór of achter de maalinrichting (10) een 10 draaiend werktuig (16) geschakeld is, dat het bovenste deel van de stronken (17) zodanig stukslaat of vervezelt, dat de in het algemeen buisvormige structuur van de stronken stukgeslagen wordt.

3. Inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat achter de maalinrichting (10) een wals: of 15 schaar of dergelijke geschakeld kan worden, welke tot taak heeft, de stronken (17) af te buigen, te knikken of los van de bodem te maken.

4. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat onder een uit roterende maaischijven (10) bestaande maalinrichting daarmee draaiende slagorganen (16) of dergelijke gemonteerd zijn, welke een 20 omloopcirkel hebben, welke kleiner dan de diameter van de maaischijven (10) is.

5. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat achter de maalinrichting (10) een, op eem dwars op de rijrichting met horizontale as draaiende wals geschakeld is, welke vrij kan draaien of automa- 25 aangedreven kan zijn. . 880 oen