NL8701279A - Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie. - Google Patents

Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie. Download PDF

Info

Publication number
NL8701279A
NL8701279A NL8701279A NL8701279A NL8701279A NL 8701279 A NL8701279 A NL 8701279A NL 8701279 A NL8701279 A NL 8701279A NL 8701279 A NL8701279 A NL 8701279A NL 8701279 A NL8701279 A NL 8701279A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
loading member
housing
magnetic tape
bottom part
Prior art date
Application number
NL8701279A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Polygram Int Holding
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Polygram Int Holding filed Critical Polygram Int Holding
Priority to NL8701279A priority Critical patent/NL8701279A/nl
Priority to US07/145,853 priority patent/US4864439A/en
Priority to EP88201027A priority patent/EP0293047B1/en
Priority to DE8888201027T priority patent/DE3866952D1/de
Priority to JP1988068818U priority patent/JPH073480Y2/ja
Priority to CN88103109A priority patent/CN1011641B/zh
Priority to KR2019880007862U priority patent/KR940001433Y1/ko
Publication of NL8701279A publication Critical patent/NL8701279A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/16Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing presence, absence or position of record carrier or container
    • G11B15/17Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing presence, absence or position of record carrier or container of container
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes

Landscapes

  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)

Description

PHQ 87.014 1 t.n.v. PolyGram International Holding B.V. te Baarn "Combinatie van magneetbandeassetteapparaat, voorzien van een laador- gaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandeassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie."
De uitvinding heeft betrekking op een combinatie van een magneetbandeassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, welk laadorgaan een de cassette ontvangend bodemdeel omvat en beweegbaar is tussen eerste in hoofdzaak buiten en tweede in
E
hoofdzaak binnen het apparaathuis gelegen posities, welke cassette van de soort is, voorzien van een behuizing met een ü-vormige schuif, welke aan de buitenzijde van de behuizing met een hoofddeel langs een bodem-wand en met een tweetal zijdelen langs twee tegenoverliggende zijwanden van de behuizing verschuifbaar is, welke zijdelen zich vanaf het hoofd-^ deel tot ongeveer de halve hoogte van de aangrenzende zijwand uitstrekken en welke schuif in een gesloten stand met de naar een achterwand van de behuizing gerichte achterzijde op afstand gelegen is van de voorzijde van verhoogde delen van de bodemwand en van de zijwanden, waardoor in de behuizing in de gesloten stand van de schuif tussen de 15 voorzijde van genoemde verhoogde delen en de achterzijde van de schuif een gleuf aanwezig is, die zich in de lengterichting evenwijdig aan de achterwand over de gehele breedte van de bodem en tot op ongeveer halve hoogte van de zijwanden uitstrekt, welke gleuf op kortere afstand van de achterwand dan van een voorwand van de behuizing gelegen is.
20
Een combinatie van deze soort is bekend uit EP-A-204.585 en maakt gebruik van magneetbandcassettes geschikt voor het opnemen en/of weergeven van digitaal gecodeerde signalen, in het bijzonder audiosig-nalen op een magneetband. Bij een dergelijke compact gebouwde magneetbandcassette speelt de ü-vormige schuif een belangrijke rol, welke in 25 het bijzonder erop gericht is de behuizing effectief af te sluiten tegen binnendringende verontreiniging. Vanwege de constructie en andere eigenschappen is deze magneetbandcassette met de daarin aanwezige magneetband geschikt te functioneren als een informatiedrager voor signalen, waarvan de eigenschappen kwalitatief vergelijkbaar zijn met die, 30 opgenomen op optisch uitleesbare audioplaten van het zogenaamde Compact-Disc type. Door de compacte bouw leent zich deze magneetbandcassette voor toepassing in magneetbandapparaten, waarbij de cassette 870127^ t 4 PHQ 87. on 2 gemakkelijk en snel op het bodemdeel van het laadorgaan van het apparaat wordt geplaatst om vervolgens door het laadorgaan tot binnen het apparaathuis naar een bedrijfsstand te worden geladen. Gelet op de compacte bouw en de geheel afgesloten behuizing is het voor de gebruiker 5 bij de bekende combinatie moeilijk vast te stellen in welke positie de cassette op het bodemdeel van het laadorgaan dient te worden geplaatst. Een verkeerd gepositioneerde cassette kan bij het tot binnen het apparaathuis laden leiden tot storingen, defecten en tijdverlies. Dit risco treedt in het bijzonder op bij slechte lichtomstandigheden, bij op de tast te beladen apparaten, zoals in auto’s, bij onduidelijke of onvolledig geëtiketteerde cassettes en bij slecht ziende gebruikers.
De uitvinding beoogt bij een dergelijke combinatie van een apparaat met een magneetbandcassette een voorziening te verschaffen, welke het aanbrengen van de cassette in een eenduidig bepaalde positie 15 in het laadorgaan vergemakkelijkt.
De uitvinding wordt hiertoe gekenmerkt, doordat dat het laadorgaan tenminste één positioneerelement omvat dat zich althans in de eerste positie van het laadorgaan tot op afstand boven het bodemdeel uitstrekt, in althans een deel van de gleuf in de cassettebehuizing steekt en aldus de positie van de cassette ten opzichte van het laadorgaan eenduidig bepaalt.
Door de aanwezigheid van het positioneerelement op het bodemdeel van het laadorgaan ligt de cassette na aanbrengen op het bodem-deel alleen in de correcte positie met het genoemde deel van de gleuf over het positioneerelement, waardoor de cassette uitsluitend in deze positie vlak op het bodemdeel gelegen is. In andere posities is geen goed aanliggen op het bodemdeel mogelijk, welke posities derhalve gemakkelijk vast te stellen zijn. Dit maakt het mogelijk dat de gebruiker zonder speciale aandacht de cassette "blind" kan pakken en in het laad-30 orgaan kan aanbrengen. Door de eenduidige positionering in het laadorgaan is in de correcte positie de bovenzijde van de magneetbandcassette van het bodemdeel af gericht. Deze bovenzijde van de cassette is in de praktijk de enige zijde die geschikt is voor het aanbrengen van een 0_ etiket, waarop gegevens over de inhoud van de cassette vermeld staan. Door de eenduidige positionering ligt aldus het etiket naar boven gericht in het laadorgaan, waardoor steeds het etiket in de geopende, eerste positie van het laadorgaan kan worden afgelezen.
870 i 279 * PHQ 87.014 3
Een voorkeursvorm van een combinatie volgens de uitvinding wordt gekenmerkt doordat het positioneerelement in de eerste positie van het laadorgaan in het deel van de gleuf in de cassettebehuizing steekt, gelegen tussen een zijdeel van de schuif en het daaraan gren-5 zende verhoogde deel van één der zijwanden van de cassettebehuizing.
Daar in de zijwanden van de magneetbandcassette van genoemde soort boven de zijdelen van de schuif geen plaatselijke onderbreking aanwezig is en derhalve de bovenwand van de cassettebehuizing nabij de zijwanden een ononderbroken verloop heeft, stoot bij het aanbrengen in het laad- 10 orgaan de cassette, in een positie met de bovenwand naar het bodemdeel gericht, met de bovenwand tegen het positioneerelement, waardoor de cassette schuin op het bodemdeel komt te liggen, hetgeen gemakkelijk vast te stellen is. De plaatsing van het positioneerelement nabij de zijwanden van de cassettebehuizing biedt als verder voordeel dat het 15 bodemdeel van het laadorgaan voor het grootste deel van het oppervlak voor de laadfunktie kan zijn ingericht.
In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm van een combinatie volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het positioneerelement van het laadorgaan wordt gevormd door een zich ongeveer loodrecht op 20 het bodemdeel uitstrekkende nok, die in de eerste positie van het laadorgaan in genoemd deel van de gleuf tussen genoemd zijdeel en het verhoogde deel van de zijwand van de cassettebehuizing gelegen is. Door de nok in genoemd deel van de gleuf te steken, ligt de cassette na aanbrengen stabiel binnen het laadorgaan.
25
Verder in verband hiermee wordt nog een uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat twee nokken aanwezig zijn, elk gelegen zijn nabij een zijde van het bodemdeel. Door de aanwezigheid van twee van dergelijke nokken is een nog stabielere positionering van de cassette mogelijk ten opzichte van het bodemdeel.
30
Mede in verband hiermee wordt nog een uitvoeringsvorm van een combinatie volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat de twee nokken van het laadorgaan gelegen zijn nabij tegenoverliggende, zich evenwijdig aan de bewegingsrichting van het laadorgaan uitstrekkende zijden van het bodemdeel. Het aanbrengen van de twee nokken nabij genoemde 35 zijden van het bodemdeel biedt het voordeel dat men bij het aanbrengen in het laadorgaan de cassette gemakkelijk over de nokken kan bewegen, waarop direkt aansluitend het laadorgaan naar binnen kan bewegen.
8701278 ♦ PHQ 87.014 4
Een verdere voorkeursvorm van een combinatie volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat het laadorgaan detektiemiddelen omvat, welke in de eerste positie van het laadorgaan alleen indien de nokken zich in de gleuf van de cassettebehuizing uitstrekken de casset-5 tebehuizing detekteren. Dergelijke detektiemiddelen bieden de mogelijkheid vast te stellen of de cassette op correcte wijze is aangebracht en kunnen bijvoorbeeld bij onjuist aanbrengen de aandrijving van het laadorgaan onwerkzaam maken of een signalering over het foutief aanbrengen doen oplichten.
10
In verband hiermee wordt nog een voorkeursvorm gekenmerkt doordat de detektiemiddelen een in het gebied tussen de nokken gelegen schakelelement omvatten, dat zich boven het bodemdeel tot onder de vrije einden van de nokken uitstrekt. Door het toepassen van een dergelijk schakelelement is zekergesteld dat alleen bij een correct aanbren-15 gen van de cassette een bouwdeel van het apparaat ingeschakeld wordt. Dit kan bijvoorbeeld de aandrijving van het laadorgaan zijn.
Een andere voorkeursvorm van een combinatie volgens de uitvinding wordt gekenmerkt, doordat elke nok verplaatsbaar opgesteld is ten opzichte van het bodemdeel, waarbij tijdens de beweging van het laadorgaan van de eerste naar de tweede positie de nok uit de gleuf in de cassettebehuizing verplaatst wordt. Aldus wordt tijdens de laadbewe-ging de gleuf vrijgemaakt en kan de schuif ongehinderd door de nokken geopend worden.
In verband hiermee wordt een verdere voorkeursvorm geken-25 merkt doordat elke nok op een verstelbare drager aangebracht is, welke drager met het laadorgaan verbonden is en ter verplaatsing van de nok tijdens de beweging van het laadorgaan versteld wordt, waarbij het laadorgaan deel uitmaakt van een laadmechanisme van het apparaat, dat ^ eerst na verplaatsing van de nok uit de gleuf de schuif in de richting van de achterwand van de cassettebehuizing naar een geopende stand verschuift. Dit biedt het voordeel dat het laadmechanisme eerst na het verwijderen van de nokken de schuif bedient. Bij voorkeur wordt de schuif tijdens de laadbeweging geopend aansluitend op het vrijkomen van de gleuf en nadat een vergrendeling van de schuif opgeheven is.
35
De uitvinding heeft verder betrekking op een magneetband-cassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie en dat hiertoe voorzien van een laadorgaan met een bodemdeel en met een zich althans 8701279 PHQ 87.014 5 in een eerste positie van het laadorgaan tot op afstand boven het bodemdeel uitstrekkend positioneerelement voor de magneetbandcassette.
De uitvinding zal nader worden toegelicht aan de hand van een in de tekening opgenomen uitvoeringsvoorbeeld, waartoe de uitvin-5 ding evenwel niet beperkt is.
Fig. 1 toont een perspectivisch bovenaanzicht op een magneetbandcassette, behorende bij de combinatie volgens de uitvinding.
Fig. 2 toont een perspectivisch onderaanzicht op de magneetbandcassette volgens fig. 1.
10
Fig. 3 toont een perspektivisch aanzicht op de combinatie volgens de uitvinding, waarbij de magneetbandcassette voor beter begrip van de uitvinding op afstand boven het laadorgaan weergegeven is.
Fig. 4 toont een doorsnede door de combinatie volgens de lijnen IV-IV in fig. 3· 15
De magneetbandcassette als weergegeven in fig. 1 en 2 bevat een behuizing 1, omvattende een bodemwand 2 en een bovenwand 3. Verder zijn twee tegenoverliggende zijwanden 4 en 5 aanwezig, welke voor ongeveer de helft deel uitmaken van het deel van de behuizing, waartoe de bovenwand 3 behoort en voor het overige behoren tot het deel van de 20 cassettebehuizing, waartoe de bodemwand 2 behoort. De scheiding tussen deze behuizingsdelen ligt ongeveer halverwege de afstand tussen de bodemwand 2 en de bovenwand 3. De behuizing 1 is aan de voorzijde afgesloten door een scharnierbare frontklep 6, die een binnen de behuizing gelegen, niet weergegeven, magneetband afdekt tegen binnendringend vuil 25 en tegen aanraken met de vingers. De frontklep 6 omvat nabij de zijwanden 4 en 5 zijbenen 6a en 6b, alwaar de klep scharnierbaar met de behuizing verbonden is. In de gesloten stand ligt de frontklep 6 vergrendeld door middel van een U-vormige schuif 7, die aan de buitenzijde van de behuizing met een hoofddeel 7a langs de bodemwand 2 gelegen is en 30 met een tweetal zijdelen 7b en 7c langs de twee tegenoverliggende zijwanden 4 resp. 5 geleid is. De vergrendeling van de frontklep 6 is aanwezig doordat de zijbenen 6a en 6b aanliggen tegen eindranden van de zijdelen 7b resp. 7c. De schuif 7 is op haar beurt vergrendeld door middel van in de behuizing aanwezige grendelnokken 8. Voor een verdere 35 beschrijving van de werking van de grendelnokken 8 en overige delen van de cassette wordt verwezen naar EP-A 0162487 (PHN 11.000, "Herewith incorporated by reference"). De zijdelen 7b en 7c strekken zich vanaf 8701279 PHQ 87.014 6 het hoofddeel 7a tot ongeveer de halve afstand tussen de bodemwand 2 en bovenwand 3 uit. Aldus is zoals weergegeven in fig. 2 in de gesloten stand van de schuif tussen een verhoogd deel 2a van de bodemwand 2 en de naar een achterwand 9 van de behuizing gerichte achterzijde van de 5 schuif een gleuf 10 aanwezig die zich in de lengterichting althans nagenoeg evenwijdig aan de achterwand 9 uitstrekt en op beduidend kortere afstand van de achterwand 9 gelegen is dan van de frontklep 6. De gleuf 10 strekt zich over de gehele breedte van de bodemwand 2 uit en loopt door in de zijwanden 4 en 5 tot op ongeveer halve hoogte van de zijwanden. Opgeraerkt wordt dat het verder deel van de zijwanden 4 resp. 5, zoals weergegeven in fig. 1, aan de zijde van de bovenwand 3 niet onderbroken is, waardoor de bovenwand 3 althans over de achterste deel van het cassettehuis een ononderbroken verloop heeft.
De schuif 7 dient tevens voor het afdichten van wikkeldoorn-15 gaten 11, die aanwezig zijn in de bodemwand 2. In de niet weergegeven geopende stand van de schuif 7 liggen openingen 12, aanwezig in het hoofddeel 7a van de schuif, uitgericht ten opzichte van de openingen 11, waardoor na laden in een magneetbandcassetteapparaat 13, weergege-ven in fig. 3 en 4, en openen van de schuif 7 wikkeldoorns 14 in de cassette gestoken kunnen worden ter aandrijving van de magneetbandspoe-1en. In de gesloten stand sluit de schuif 7 de wikkeldoornopeningen 11 af tegen binnendringende vervuiling. De schuif 7 zorgt verder in de gesloten stand op niet weergegeven wijze langs indirecte weg tevens voor . het aandrukken van remmen, welke de bandhaspels in een gearreteerde stand houden, zodat een afwikkelen van de band voorkomen wordt.
De magneetbandcassette, weergegeven in de fig. 1 en 2, is in fig. 3 en 4 weergegeven in combinatie met het magneetbandcassetteapparaat 13- Dit apparaat 13 is voorzien van een laadorgaan 15, dat in de uitvoeringsvorm als schuiflade is uitgevoerd, en een bodemdeel 16 omvat, alsmede een frontdeel 17. Het laadorgaan 15 is in een richting evenwijdig aan de dubbelpijl 18 verschuifbaar geleid door een opening 20a in een frontplaat 20 tot binnen het apparaathuis 19 en maakt daarbij een beweging vanuit de in fig. 3 en 4 weergegeven eerste positie naar een binnen het apparaathuis 19 gelegen, niet weergegeven tweede 35 positie. Deze beweging wordt gestuurd door niet-weergegeven aandrijf-middelen, terwijl op de frontplaat 20 een bedientoets 21 aanwezig is, waarmee de binnen- respectievelijk buitenwaartse beweging gestart 870 1 278.
PHQ 87.014 7 wordt. In de niet weergegeven gesloten stand sluit het frontdeel 17 aan op de frontplaat 20.
Het laadorgaan 15 maakt deel uit van een laadmechanisme 22 van het apparaat 13, dat tevens een binnen het apparaathuis 19 gelegen 5 transportorgaan 23 omvat. Dit transportorgaan kan na het aanbrengen tijdens het binnenwaarts bewegen van het laadorgaan 15 de cassette een glijdende beweging laten uitvoeren over het bodemdeel 16. Tijdens deze beweging wordt op niet weergegeven wijze de cassette bewogen over op het bodemdeel 16 aanwezige ruggen, welke de grendelnokken 8 bedienen en welke de schuif 7 ontgrendelen. Na het ontgrendelen wordt tijdens het verschuiven van de cassette de schuif 7 op niet weergegeven wijze tegengehouden, waarbij de schuif naar een geopende stand wordt gebracht en de frontklep en de vermelde remmen worden vrijgegeven. Het laadorgaan 15 is op niet weergegeven wijze zodanig uitgevoerd dat het bodem-15 deel 16 tijdens de werking van het laadmechanisme 22 vrijkomt van het frontdeel 17. Hierdoor is het bodemdeel 16 in staat met de cassette verder mee naar binnen te bewegen. Ook deze beweging geschiedt onder invloed van de beweging van het transportorgaan 23, waarbij het trans-portorgaan 23 geleid wordt over geleidestangen 24, aanwezig op een ge-stelplaat 37. Nadat dit transportorgaan zijn achterste stand in het apparaathuis 19 bereikt heeft wordt op niet weergegeven wijze het bodemdeel 16 naar onderen bewogen evenwijdig aan een dubbelpijl 25, en wel in de richting van een draagplaat 26, dat het loopwerk van het apparaat draagt, waartoe de wikkeldoorns 14 en een trommelvormig aftastorgaan 27 25 behoren. Bij het neerdalen kunnen de wikkeldoorns door openingen 16c in het bodemdeel 16 steken en met de in de cassette gelegen bandspoelen koppelen. Ook zijn op de draagplaat 26 centreerpennen 28 aanwezig, welke op niet weergegeven wijze de cassette centreren, nadat deze neergedaald is en welke samenwerken met niet weergegeven openingen in het 30 cassettebehuizing 1. Tijdens de neerwaartse beweging wordt de frontklep 6 op niet weergegeven wijze geopend, terwijl nadat de cassette neergedaald is de magneetband over een deel van de lengte wordt uitgetrokken en om het aftastorgaan 27 geslagen.
Voor een nader gedetailleerde beschrijving van de werking 35 van het laadmechanisme 22 en andere delen van het apparaat 13 wordt verwezen naar de Europese octrooiaanvrage EP-A-204.585 (herewith incorporated by reference).
8701279 PHQ 87.014 8 ·.
In het bodemdeel 16 van het laadorgaan 15 zijn twee positi-oneerelementen 29 aanwezig, welke zich in de eerste positie van het laadorgaan 15 uitstrekken tot op enige afstand boven de bovenzijde van het bodemdeel 16. De positioneerelementen zijn als nokken 29 uitgevoerd 5 en bezitten dusdanige afmetingen, dat deze, zoals weergegeven in fig.
4, nadat een cassette aangebracht is, steken in dat deel van de gleuf 10, dat gelegen is tussen een zijdeel 7b resp. 7c van de schuif 7 en het daaraan grenzend verhoogde deel van één der zijwanden 4 resp. 5 van de cassettebehuizing. De nokken 29 strekken zich ongeveer loodrecht uit 10 op het bodemdeel 16 en liggen bij voorkeur althans nagenoeg passend in het zijdelingse deel van de gleuf 10. De nokken 29 zijn elk gelegen nabij een zijde 16a resp. 16b van het bodemdeel, welke zijde zich evenwijdig aan de dubbelpijl 18 uitstrekt. Elke nok 29 is op een drager 30 aanwezig, welke verstelbaar is ten opzichte van het bodemdeel 16 en 15 hiertoe verzwenkbaar om een zwenkas 31 met het bodemdeel verbonden is. De drager 30 is bij voorkeur als een kunststof product uitgevoerd en vormt een eenheid met een veer 32, welke tracht de drager 30 in een richting volgens de pijl 33 te verzwenken. Deze verzwenking wordt in de eerste positie van het laadorgaan 15 verhinderd doordat de drager 30 20 met een gekromd verlopend deel 30a aanligt tegen een rand van de opening 20a in de frontplaat 20. Aldus wordt in de weergegeven stand de drager 30 stabiel in de bovenste positie stabiel gehouden, waarbij de nok 29 uitsteekt boven het bovenoppervlak van het bodemdeel 16. Bij het bewegen van het laadorgaan 15 in binnenwaartse richting komt het deel 25 30a vrij van de rand van de opening 20a en kan de veer 32 de drager 30 en daarmee de nok 29 verzwenken in een richting volgens de pijl 33, waardoor de nok 29 uit de gleuf 10 beweegt. Dit heeft als gevolg dat automatisch tijdens het naar binnen bewegen van het laadorgaan 15 de gleuf 10 wordt vrijgegeven en na ontgrendeling de schuifplaat 7 onge-30 hinderd in de richting van de achterwand 9 kan worden verschoven. Bij het naar buiten bewegen wordt opnieuw door aanliggen van het deel 30a tegen de rand van de opening 20a de nok 29 in de gleuf 10 bewogen, waardoor de nok 29 opnieuw in een bedrijfsstand ligt.
Het bodemdeel 16 draagt verder een schakelaar 35, voorzien 35 van een detectiemiddel voor het vaststellen van de afwezigheid van de cassette, gevormd door een schakelelement 36. Het schakelelement 36 is in de in de fig. 4 weergegeven positie door het aanbrengen van de cas- 8701279 PHQ 87.014 9 sette op het bodemdeel 16 neergedrukt door het gewicht van de cassette. Om dit mogelijk te maken is de schakelaar 35 als micro-switch uitgevoerd, zodat slechts een geringe druk nodig is. Van belang is dat bij niet aangebrachte cassette het schakelelement 36 zich over een afstand 5 b tot boven het bovenoppervlak van het bodemdeel 16 uitstrekt, welke kleiner is dan de afstand a, waarover de nok 29 zich tot boven het bodemdeel 16 uitstrekt (fig. 4). Op deze wijze kan een cassette het schakelelement 36 eerst bedienen nadat de nokken 29 over voldoende afstand in de gleuf 10 bewogen zijn. Wordt daarentegen een cassette op een ver- 10 keerde manier op een bodemdeel 16 geplaatst, dat wil zeggen in een positie waarbij de frontklep 6 niet op de wijze als weergegeven in fig. 4 met de zijbenen 6a en 6b boven ligt en met het hoofddeel gelegen in of aangrenzend aan de opening 20a, dan kunnen de nokken 29 niet in de gleuf 10 vallen en blijft de cassette schuin liggen in het laadorgaan 15. Dit betekent dat dan het schakelelement 36 niet bediend wordt. Dit heeft tot gevolg dat nu de schakelaar 35 een commando aan het regel-circuit van de aandrijving van het laadorgaan 15 geeft, waardoor indrukken van de bedientoets 21 niet kan leiden tot een binnenwaartse beweging van het laadorgaan. Eventueel kan hierbij op de frontplaat 20 20 een indicatie van het foutief aanbrengen van de cassette gegeven worden.
Aldus zorgen de positioneerelementen 29 ervoor dat het in een onjuiste positie aanbrengen van de cassette voor de gebruiker snel herkenbaar is, waarbij de detectiemiddelen 36 de werking van het laad-25 mechanisme 22 bij foutief aangebracht cassette verhinderen. Dit laatste voorkomt dat een foutief aangebrachte cassette tot storingen of defecten kan leiden. Het gevolg van een foutief aangebrachte cassette is dat deze schuin op het bodemdeel 16 ligt, hetgeen gemakkelijk waarneembaar is. Alleen in de correcte positie aangebracht, welke eenduidig door de 30 positioneerelementen 29 wordt bepaald, ligt de cassette vlak op het bodemdeel 16. Aldus bieden de positioneerelementen 29 de mogelijkheid "blind” waar te nemen of de cassette goed geplaatst is.
Opgemerkt wordt dat de constructie volgens de uitvinding, waarbij het laadorgaan 15 van het apparaat 13 samenwerkt met de casset-35 te door middel van de positioneerelementen 29, welke in de gleuf 10 steken, zich op voordelige wijze ook laat toepassen bij een laadorgaan dat op een andere dan de weergegeven wijze de cassette in het apparaat- 8701275 PHQ 87.014 10 huis 19 beweegt. Een mogelijkheid hierbij is gebruik te maken van een cassetteklep met een verticaal geplaatst bodemdeel 16, welke klep vanuit een positie evenwijdig aan de frontplaat 20 een kantelbeweging maakt voor het laden van de cassette. Een andere mogelijkheid is de 5 toepassing van een laadorgaan 15, waarbij de cassette vanaf de bovenzijde van het apparaathuis 19 aangebracht wordt en het bodemdeel 16 een neerwaartse beweging maakt. De uitvinding is aldus met voordeel toepasbaar bij alle laadmogelijkheden van een cassette, waarbij een laador-gaan een bodemdeel 16 bezit, waarop de cassette aangebracht wordt, en welke bodemdeel vervolgens voor het laden van de cassette tot binnen het apparaathuis 19 bewogen wordt.
Verder wordt opgemerkt dat in plaats van de weergegeven twee nokken 29 het ook mogelijk is gebruik te maken van slechts één nok 29.
Deze nok kan met voordeel het centraal deel van de gleuf 10 tussen het 15 verhoogd deel 2a en de schuif 7 detekteren. Ook is het mogelijk op andere dan de weergegeven wijze de nokken 29 bij het naar binnen bewegen van het bodemdeel 16 uit de gleuf 10 te bewegen. Zo is het mogelijk de nokken 29 in plaats van naar onderen naar de zijden 16a resp. 16b van het bodemdeel 16 te verplaatsen. Ook is het mogelijk in plaats van de weergegeven mechanische detectering met behulp van het schakelelement 36 op foto-electrische wijze het cassettehuis 1 te detecteren. Hierbij kan alternatief ook de aandrijving van het laadorgaan 15 rechtstreeks door het schakelelement 36 geschakeld worden, zodat direkt volgend op het correct aanbrengen van de cassette het laadorgaan 15 naar binnen 25 beweegt, zonder dat hiervoor nog een bedientoets behoeft te worden ingedrukt .
30 35 8701279

Claims (10)

1. Combinatie van een magneetbandcassetteapparaat (13), voor zien van een laadorgaan (15), en een magneetbandcassette, welk laador-gaan (15) een de cassette ontvangend bodemdeel (16) omvat en beweegbaar is tussen eerste in hoofdzaak bulten en tweede in hoofdzaak binnen het 5 apparaathuis (19) gelegen posities, welke cassette van de soort is, voorzien van een behuizing (1) met een U-vormige schuif (7), welke aan de buitenzijde van de behuizing (1) met een hoofddeel (7a) langs een bodemwand (2) en met een tweetal zijdelen (7b,7o) langs twee tegenoverliggende zijwanden (4,5) van de behuizing (1) verschuifbaar is, welke 10 zijdelen (7b,7c) zich vanaf het hoofddeel (7a) tot ongeveer de halve hoogte van de aangrenzende zijwand (4,5) uitstrekken en welke schuif (7) in een gesloten stand met de naar een achterwand (9) van de behuizing (1) gerichte achterzijde op afstand gelegen is van de voorzijde van verhoogde delen (2a) van de bodemwand (2) en van de zijwanden 15 (4,5), waardoor in de behuizing (1) in de gesloten stand van de schuif (7) tussen de voorzijde van genoemde verhoogde delen (2a) en de achterzijde van de schuif (7) een gleuf (10) aanwezig is, die zich in de lengterichting evenwijdig aan de achterwand (9) over de gehele breedte van de bodem (2) en tot op ongeveer halve hoogte van de zijwanden (4,5) 20 uitstrekt, welke gleuf (10) op kortere afstand van de achterwand (9) dan van een voorwand van de behuizing (1) gelegen is, met het kenmerk, dat het laadorgaan (15) tenminste één positioneerelement (29) omvat dat zich althans in de eerste positie van het laadorgaan (15) tot op afstand boven het bodemdeel (16) uitstrekt, in althans een deel van de 25 gleuf (10) in de cassettebehuizing (1) steekt en aldus de positie van de cassette ten opzichte van het laadorgaan (15) eenduidig bepaalt.
2. Combinatie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het po sitioneerelement (29) in de eerste positie van het laadorgaan (15) in het deel van de gleuf (10) in de cassettebehuizing (1) steekt, gelegen 30 tussen een zijdeel (7b,7c) van de schuif (7) en het daaraan grenzende verhoogde deel van één der zijwanden (4,5) van de cassettebehuizing O).
3- Combinatie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het po sitioneerelement (29) van het laadorgaan (15) wordt gevormd door een 35 zich ongeveer loodrecht op het bodemdeel (16) uitstrekkende nok, die in de eerste positie van het laadorgaan (15) in genoemd deel van de gleuf (10) tussen genoemd zijdeel (7b,7c) en het verhoogde deel van de zij- 870 1279 V PHQ 87.014 12 wand (4,5) van de cassettebehuizing (1) gelegen is.
4. Combinatie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat twee nokken (29) aanwezig zijn, elk gelegen zijn nabij een zijde (I6a,l6b) van het bodemdeel (16). 5
5. Combinatie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de twee nokken (29) van het laadorgaan (15) gelegen zijn nabij tegenoverliggende, zich evenwijdig aan de bewegingsrichting (18) van het laadorgaan (15) uitstrekkende zijden (l6a,1öb) van het bodemdeel (16).
5 PHQ 87.01*1 11
6. Combinatie volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat 10 het laadorgaan (15) detektiemiddelen (36) omvat, welke in de eerste positie van het laadorgaan (15) alleen indien de nokken (29) zich in de gleuf (10) van de cassettebehuizing (1) uitstrekken de cassettebehuizing (1) detekteren.
7. Combinatie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de de-15 tektiemiddelen een in het gebied tussen de nokken (29) gelegen schakel-element (36) omvatten, dat zich boven het bodemdeel (16) tot onder de vrije einden van de nokken (29) uitstrekt.
8. Combinatie volgens één der conclusies 3-7, met het kenmerk, dat elke nok (29) verplaatsbaar opgesteld is ten opzichte van het bo- 20 demdeel (16), waarbij tijdens de beweging van het laadorgaan (15) van de eerste naar de tweede positie de nok (29) uit de gleuf (10) in de cassettebehuizing (1) verplaatst wordt.
9. Combinatie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat elke . nok (29) op een verstelbare drager (30) aangebracht is, welke drager 25 (30) met het laadorgaan (15) verbonden is en ter verplaatsing van de nok (29) tijdens de beweging van het laadorgaan (15) versteld wordt, waarbij het laadorgaan (15) deel uitmaakt van een laadmechanisme (22) van het apparaat (13), dat eerst na verplaatsing van de nok (29) uit de gleuf (10) de schuif (7) in de richting van de achterwand (9) van de 30 cassettebehuizing (1) naar een geopende stand verschuift.
10. Magneetbandcassetteapparaat behorende bij de combinatie volgens conclusie 1, en voorzien van een laadorgaan (15) met een bodemdeel (16) en met een zich althans in een eerste positie van het laadorgaan (15) tot op afstand boven het bodemdeel (16) uitstrekkend positio- 35 neerelement (29) voor de magneetbandcassette. 8701279
NL8701279A 1987-05-29 1987-05-29 Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie. NL8701279A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701279A NL8701279A (nl) 1987-05-29 1987-05-29 Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie.
US07/145,853 US4864439A (en) 1987-05-29 1988-01-20 Apparatus drawer for unambiguously receiving a digital audio tape cassette
EP88201027A EP0293047B1 (en) 1987-05-29 1988-05-20 Combination of a magnetic-tape-cassette apparatus, comprising a loading device and a magnetic-tape-cassette, and magnetic-tape-casette apparatus for such a combination
DE8888201027T DE3866952D1 (de) 1987-05-29 1988-05-20 Kombination von einem magnetbandkassettengeraet mit ladevorrichtung und magnetbandkassette und magnetbandkassettengeraet fuer eine solche kombination.
JP1988068818U JPH073480Y2 (ja) 1987-05-29 1988-05-26 磁気テープカセットと磁気テープカセット装置との組立体
CN88103109A CN1011641B (zh) 1987-05-29 1988-05-26 盒式磁带装置及其盒式磁带的组合件
KR2019880007862U KR940001433Y1 (ko) 1987-05-29 1988-05-28 로딩 장치를 구비한 자기 테이프 카세트 장치

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8701279 1987-05-29
NL8701279A NL8701279A (nl) 1987-05-29 1987-05-29 Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8701279A true NL8701279A (nl) 1988-12-16

Family

ID=19850083

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8701279A NL8701279A (nl) 1987-05-29 1987-05-29 Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4864439A (nl)
EP (1) EP0293047B1 (nl)
JP (1) JPH073480Y2 (nl)
KR (1) KR940001433Y1 (nl)
CN (1) CN1011641B (nl)
DE (1) DE3866952D1 (nl)
NL (1) NL8701279A (nl)

Families Citing this family (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US5121271A (en) * 1988-10-31 1992-06-09 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Cassette holder device capable of receiving large and small size cassettes
US5053902A (en) * 1988-12-14 1991-10-01 Pioneer Electronic Corporation Device for preventing tape cassette from erroneous insertion into tape deck
US5196971A (en) * 1988-12-28 1993-03-23 Kabushiki Kaisha Toshiba Tape loading mechanism for use in magnetic recording/reproducing apparatus having tape control features for preventing damage to tape
JPH02177163A (ja) * 1988-12-28 1990-07-10 Toshiba Corp カセット装填装置
NL8900805A (nl) * 1989-04-03 1990-11-01 Philips Nv Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting.
NL8900879A (nl) * 1989-04-10 1990-11-01 Philips Nv Systeem omvattende een cassette alsmede een apparaat geschikt voor samenwerking met de cassette, alsmede een cassette en een apparaat geschikt voor toepassing in een dergelijk systeem.
JPH0740396B2 (ja) * 1989-04-25 1995-05-01 三菱電機株式会社 カセットローディング装置
US5240200A (en) * 1990-03-30 1993-08-31 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Tape cassette
JPH0420650U (nl) * 1990-06-04 1992-02-20
US5365383A (en) * 1990-11-13 1994-11-15 Hewlett-Packard Company Sysetm for optically sensing the placement of magnetic tape cartridge media in a computer memory backup device
JPH0581749A (ja) * 1991-09-20 1993-04-02 Hitachi Ltd カセツト挿入排出装置及びこれに用いるカセツト
JP3424944B2 (ja) 1991-09-30 2003-07-07 松下電器産業株式会社 カセットの装填システム
DE4135834A1 (de) * 1991-10-30 1993-05-06 Deutsche Thomson-Brandt Gmbh, 7730 Villingen-Schwenningen, De Kassetten-ladevorrichtung
WO1993018513A1 (en) * 1992-03-10 1993-09-16 Syquest Technology, Inc. Anti-jam system for removable cartridge data storage device and cartridge
US5373406A (en) * 1993-08-12 1994-12-13 Tandberg Data A/S Auto load/eject system for tape cassette
US5886848A (en) * 1993-09-16 1999-03-23 Daewoo Electronics Co., Ltd. Cassette loading device for use in a video cassette recorder
US5610788A (en) * 1995-03-16 1997-03-11 Hewlett-Packard Company Media containing cartridge and drive therefor employing multiple registration points
US5788174A (en) 1996-01-04 1998-08-04 Staar S.A. Centering mechanism for multi-cassette loading/unloading system
BE1009878A3 (fr) * 1996-01-04 1997-10-07 Staar Sa Dispositif de securite pour chargement de cassettes.
JPH09297984A (ja) * 1996-05-02 1997-11-18 Alps Electric Co Ltd 記録再生装置
US5969913A (en) * 1998-06-11 1999-10-19 Dimation Corp Data storage tape cartridge with misinsertion notch
US7733659B2 (en) * 2006-08-18 2010-06-08 Delphi Technologies, Inc. Lightweight audio system for automotive applications and method

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL7713194A (nl) * 1977-11-30 1979-06-01 Philips Nv Scharnierbare cassetteklep ten behoeve van een magneetband opname/weergave apparaat.
JPS6057138B2 (ja) * 1978-02-13 1985-12-13 パイオニア株式会社 テ−プレコ−ダにおけるカセット取出装置
NL8303077A (nl) * 1983-09-05 1985-04-01 Philips Nv Opbergdoos voor een magneetbandcassette.
US4607303A (en) * 1983-12-27 1986-08-19 Minnesota Mining And Manufacturing Company Tripod cassette positioning
NL8401028A (nl) * 1984-04-02 1985-11-01 Philips Nv Magneetbandcassette.
JPS6185661A (ja) * 1984-09-29 1986-05-01 Sony Corp テ−プレコ−ダ−
JPS61178774A (ja) * 1985-02-05 1986-08-11 Matsushita Electric Ind Co Ltd カセツトロ−デイング装置
JPS61180958A (ja) * 1985-02-06 1986-08-13 Matsushita Electric Ind Co Ltd カセットローディング装置
JPS61182660A (ja) * 1985-02-08 1986-08-15 Matsushita Electric Ind Co Ltd カセツト装着装置
JPS61283060A (ja) * 1985-06-07 1986-12-13 Sony Corp カセツトロ−デイング装置
NL8503463A (nl) * 1985-12-17 1987-07-16 Polygram Bv Opbergdoos voor een magneetbandcassette.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0293047A1 (en) 1988-11-30
KR880022628U (ko) 1988-12-27
JPH073480Y2 (ja) 1995-01-30
EP0293047B1 (en) 1991-12-18
DE3866952D1 (de) 1992-01-30
CN1011641B (zh) 1991-02-13
CN88103109A (zh) 1988-12-07
US4864439A (en) 1989-09-05
JPH0197435U (nl) 1989-06-28
KR940001433Y1 (ko) 1994-03-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8701279A (nl) Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie.
EP0143554B1 (en) Disc reproducing apparatus
NL194251C (nl)
NL8200573A (nl) Cassettelaadinrichting.
EP0189324B1 (en) Cassette holder in recording and reproducing apparatus for magnetic tape cassette
US4063286A (en) Video disc player
KR100453393B1 (ko) 기록재생장치
NL192704C (nl) Cassettelaadinrichting.
EP0619579B1 (en) Disc cartridge container, and disc recorder and/or reproducer comprising this container
EP1074986B1 (en) Cartridge receiving apparatus and cartridge disc player utilizing the same
KR100427919B1 (ko) 대소두종류의카세트용자기기록재생장치
JP3979208B2 (ja) 記録及び/又は再生装置
JPS6063762A (ja) 記録円盤再生装置
US5675451A (en) Multi-type cassette loading mechanism operable to sense cassette type
CA1089266A (en) Apparatus for facilitating ready insertion and removal of cassettes from wells
JP2523573Y2 (ja) カセットチェンジャーの排出カセット収容装置
JP2624150B2 (ja) カセット装着装置
JPH0441486Y2 (nl)
JP3807277B2 (ja) ディスク装置
JPS60182541A (ja) カセツト検出装置
KR100194331B1 (ko) 광디스크 로딩장치
JPH07334956A (ja) カートリッジ式光ディスク記録再生装置
JPH01276414A (ja) カセット型磁気テープ装置
JPS60236151A (ja) 記録円盤再生装置
JPH0762931B2 (ja) テープレコーダのカセット装着装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed