NL8603166A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

’ PHN 11.979 1 * N.V. Philips' Gloeilampenfabrieken te Eindhoven.

Scheerapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat voorzien van een snijorgaan en een ten opzichte van het snijorgaan aandrijfbaar contraorgaan met een haaraangrijpuiteinde.

Een dergelijk scheerapparaat is bijvoorbeeld bekend uit 5 ÜS-PS 2.120.009. Hierbij wordt het contraorgaan gevormd door een roterend aandrijfbare cylinder met spiraalvormig verlopende groeven.

Tijdens het gebruik van het apparaat ligt de te scheren huid aan tegen een deel van de omtrek van de cylinder. Hierbij bestaat het gevaar dat de huid door wrijving door de cylinder wordt meegenomen en tegen het 10 snijorgaan wordt gedrukt waardoor verwondingen kunnen ontstaan.

De uitvinding heeft tot doel dit nadeel te vermijden en wordt daardoor gekenmerkt, dat het plaatvormige contraorgaan via een stangenmechanisme met een aandrijfmechanisme is gekoppeld.

Bijzondere uitvoeringsvormen zijn vermeld in de 15 onderconclusies.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Figuur 1 toont, gedeeltelijk in langsdoorsnede, een 20 scheerapparaat volgens de uitvinding.

Figuur 2 is een frontaanzicht van het apparaat van figuur 1 waarbij het huis ten dele is weggelaten.

Figuur 3 illustreert schematisch de werking van het apparaat van de figuren 1 en 2.

25 Figuren 4 en 5 tonen schematisch een variant van de uitvoeringsvorm van de figuren 1 tot en met 3.

Het apparaat van de figuren 1 tot en met 3 omvat een huis 1 met een vast snijorgaan 2 en een ten opzichte van het snijorgaan 2 aandrijfbare contraorgaan 3 met een haaraangrijpuiteinde 4. Het huis 1 30 herbergt tevens het aandrijfmechanisme, dat een motor 5 omvat welke via de motoras 6 en de kegeltandwielen 7 en 8 met de as 9 is gekoppeld. De as 9 is draaibaar in het huis 1 gelagerd. Op de uiteinden van de as 9 860 3 1 6 6’ ΡΗΝ 11.979 2 * * bevinden zich de schijven 10 met de stompen 11 waarop draaibaar de uiteinden van de armen 12 zijn gelagerd. De armen 12 vormen één geheel met een plaatvormig contraorgaan 3. In een uitsparing 13 van het contraorgaan 3 is een pen 14 aangebracht. Een verbindingsarm 15 is met 5 één uiteinde draaibaar op pen 14 gelagerd en met het andere uiteinde draaibaar om een vast met het huis 1 verbonden pen 16 gelagerd.

Wordt de as 9 en daarmee de schijven 10 door de motor 5 roterend aangedreven in de pijlrichting P dan zal het uiteinde 4 van het contraorgaan 3 per omwenteling van de as 9 een gesloten baan 17 10 volgen zoals met een onderbroken lijn is aangegeven in figuur 3.

Hierdoor zal een haar 18 welke uit de te scheren huid 19 steekt door het uiteinde 4 tegen de snijkant 20 van het snijorgaan 2 worden gedrukt waardoor de haar 18 wordt afgesneden. Dit afsnijden wordt nog bevorderd doordat het scheerapparaat in de richting X, parallel aan het snijorgaan 15 2, over de huid 19 wordt voortbewogen.

Omdat het snijorgaan direct aanligt op de huid 19 wordt een zo groot mogelijk deel van de haar 18 afgesneden. Door de werking van het contraorgaan 3 zal de haar 18 tijdens het snijden niet kunnen wegbuigen waardoor een betere snede ontstaat en het scheerresultaat 20 wordt verbeterd.

De baan 17 is onder andere afhankelijk van de lengte van de verbindingsarm 15 en de plaats van de pennen 14 en 16 en zal bij voorkeur zo gekozen worden dat het uiteinde 4 de huid 19 nadert in hoofdzaak in een richting Y, welke loodrecht op de richting X staat.

25 Nabij de huid 19 en binnen het bereik van de haar 18 aangekomen zal het uiteinde 4 zich bij voorkeur hoofdzakelijk in een richting tegengesteld aan X naar het snijorgaan 2 toe bewegen.

Door deze aandrijving van het contraorgaan 3 met behulp van een stangenmechanisme gevormd door de armen 12 en de verbindingsarm 30 15 beschrijft het uiteinde 14 een baan waarbij dit uiteinde niet of slechts zeer korte tijd, dat wil zeggen een fractie van de tijd waarin de baan 17 wordt afgelegd, met de huid in aanraking is. Bovendien is, omdat het contraorgaan plaatvormig is uitgevoerd, het eventuele aanrakingsoppervlak met de huid gering. Hierdoor wordt het gevaar 35 aanzienlijk verminderd dat de huid tussen het snijorgaan 2 en het contraorgaan 3 geraakt.

De figuren 4 en 5 tonen schetsmatig, overeenkomstig P. r. λ * 1 fi 6 PHN 11.979 3 t· κ figuur 3, een uitvoeringsvorm waarbij het contraorgaan 3 is voorzien van een wegdrukorgaan 21. Overigens is het apparaat gelijk aan dat van de figuren 1 tot en met 3. Het wegdrukorgaan 21 is eveneens plaatvormig en in vorm en afmetingen ongeveer gelijk aan het contraorgaan 3. Het 5 wegdrukorgaan 21 is met een uiteinde draaibaar in het scharnierpunt 22 aan het contraorgaan 3 gekoppeld. Tussen het contraorgaan 3 en het wegdrukorgaan 21 is een veer 23 aangebracht, welke bijvoorbeeld is uitgevoerd als een gebogen bladveer. Het uiteinde 24 van het wegdrukorgaan 21 ligt in de Y-richting, loodrecht de X-richting, iets 10 voor op het uiteinde 4 en zal een vrijwel gelijkvormige baan 17' beschrijven (figuur 4). Op het moment dat het uiteinde 24 de huid 19 raakt zal dit uiteinde zich tijdelijk ten opzichte van de huid niet meer verplaatsen terwijl het uiteinde 4 de baan 17 vervolgt. Het uiteinde 24 zal hierdoor enigszins de huid wegdrukken en het huidgedeelte 19' 15 (figuur 5) tussen het uiteinde 24 en de snijkant 20 strak trekken. De haar 18 zal hierdoor iets verder buiten de huid 19 treden en zich oprichten waardoor het scheerresultaat nog wordt verbeterd. Bovendien wordt hiermee de kans nog verder aanzienlijk verkleind dat het snijorgaan 2 in de huid snijdt.

1503166

Claims (3)

1. Scheerapparaat voorzien van een snijorgaan en een ten opzichte van het snijorgaan aandrijfbaar contraorgaan met een haaraangrijpuiteinde, met het kenmerk, dat het plaatvormige contraorgaan via een stangenmechanisme met een aandrijfmechanisme is gekoppeld.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het contraorgaan is voorzien van een huidaandrukorgaan waarvan een aandrukuiteinde nabij het haaraangrijpuiteinde is gelegen en welk huidaandrukorgaan scharnierend met het contraorgaan is verbonden.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, 10 dat tussen contraorgaan en huidaandrukorgaan een verend element aanwezig is. f. -*T ή £ p ï5· ‘ - * *· * i