NL9100439A - Scheerapparaat. - Google Patents

Description

Scheerapparaat.

De uitvinding heeft betrekking op een scheerapparaat met een huis voorzien van een eerste kniporgaan met een eerste kniprand en een ten opzichte van het eerste kniporgaan aandrijfbaar tweede kniporgaan met een tweede kniprand, waarbij de verplaatsing van de tweede kniprand ten opzichte van de eerste kniprand is samengesteld uit de verplaatsingen in twee hoofdrichtingen.

Een dergelijk scheerapparaat is bekend uit EP-A-276 502 (PHN 11979). Hierin wordt een uitvoeringsvorm beschreven waarbij de aandrijving van het tweede kniporgaan geschiedt met behulp van een stangenmechanis-me.

De uitvinding heeft tot doel een eenvoudiger constructie te verschaffen welke minder gevoelig is voor maatafwijkingen.

Het scheerapparaat volgens de uitvinding wordt daardoor gekenmerkt, dat het tweede kniporgaan is voorzien van een drager welke in de beide hoofdrichtingen beweegbaar in het huis is gemonteerd en de drager is voorzien van twee dwars op de hoofdrichtingen gerichte vlakken welke aanliggen tegen een roterend aandrijfbare nokkenschijf.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht met behulp van een beschrijving van enkele in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden.

Fig. 1 toont een scheerapparaat volgens de uitvinding in een doorsnede volgens de lijn I-I in fig. 2.

Fig. 2 is een doorsnede volgens de lijn Π-Π in fig. 1.

Fig. 3 is op vergrote schaal een detail van de doorsnede van fig. 2.

Fig. 4 is een doorsnede overeenkomstig fig. 2 van een andere uitvoeringsvorm.

Het apparaat zoals weergegeven in de figuren 1, 2 en 3 omvat een huis 1 met een eerste kniporgaan 2 met een eerste kniprand 3 en een ten opzichte van het eerste kniporgaan 2 aandrijfbaar tweede kniporgaan 4 met een tweede kniprand 5. Het apparaat is voorzien van een haarintredeopening 6 tussen het eerste kniporgaan 2 en een huidspandeel 7. Het huidspandeel 7 is bijv. onderdeel van het huis 1. De eerste kniprand 3 en de rand 8 van huidspandeel 7 definiëren een werkvlak 9.

Het tweede kniporgaan 4 is voorzien van een drager 10 welke is bevestigd aan een koppelelement 11. Het koppelelement 11 is in de richting V verschuifbaar in het huis 1 gelagerd. De drager 10 is door middel van een flexibel element 12 aan het koppelelement 11 bevestigd.

In het huis 1 is een elektromotor 13 ondergebracht welke door middel van een aandrijfriem 14 is gekoppeld aan een riemschijf 15 op een as 16. Op de as 16 is tevens een nokkenschijf 17 bevestigd welke aanligt tegen de vlakken 18 en 19 van de drager 10. Op deze wijze kan de as 16 en daarmee de nokkenschijf 17 roterend worden aangedreven zodat het tweede kniporgaan 4 ten opzichte van het eerste kniporgaan 2 wordt verplaatst.

Deze verplaatsing bijv. in een vlak dwars op de knipranden 3 en 5, d.w.z. in het vlak van tekening van fig. 2, kan een vorm hebben als de gesloten kromme 20, zie ook fig. 4. De verplaatsing kan daarbij opgevat worden als de samenstelling van de verplaatsingen in twee hoofdrichtingen H en V, met in dit geval V loodrecht op het werkvlak 9 en H parallel aan het werkvlak 9. In het algemeen zullen de hoofdrichtingen loodrecht op elkaar worden gekozen. De drager 10 en derhalve de tweede kniprand 5 kan de verplaatsingen in de hoofdrichting V uitvoeren omdat de drager is bevestigd aan het in deze richting verschuifbare koppelelement 11, terwijl de veiplaatsing in de loodrecht daarop gerichte richting H door het flexibel element 12, dat fungeert als een scharnierend element, mogelijk wordt. De aandrijving van het tweede kniporgaan 4 geschiedt derhalve door de nokkenschijf 17 met profiel 21 dat tijdens rotatie beurtelings aanligt tegen de dwars op de hoofdrichtingen H en V gerichte vlakken 18 resp. 19 van de drager 10. Door een verend element 22 blijft de drager 10 met de vlakken 18 en 19 steeds in contact met de nokkenschijf 17.

Tijdens het gebruik van het scheerapparaat zal het werkvlak 9 ongeveer samenvallen met de te scheren huid. De kromme 20 welke de verplaatsing van kniprand 5 ten opzichte van kniprand 3 aangeeft, zal bij voorkeur een trajectdeel 20A bevatten waarbij de kniprand 5 in hoofdzaak in een hoofdrichting V dwars op het werkvlak gericht en naar het werkvlak toe wordt verplaatst. Daarnaast zal de kromme 20 bij voorkeur een trajectdeel 20B bevatten dat aansluit op trajectdeel 20A en volgens welke de kniprand 5 in hoofdzaak in een hoofdrichting H parallel aan het werkvlak 9 en naar de eerste kniprand 3 toe gericht wordt verplaatst. Op deze wijze wordt eventueel door de opening 6 naar binnen puilende huid door het tweede kniporgaan 4 tijdens de beweging langs trajectdeel 20A weggedrukt. Hierdoor wordt voorkomen dat de huid tussen de beide kniporganen geraakt. Tijdens de verplaatsing van kniprand 5 langs trajectdeel 20B, dat bijv. in het werkvlak 9 is gelegen, wordt een haar 23 welke zich tussen de beide knipranden 3 en 5 bevindt, in het vlak van de huid afgeknipt.

Met de hierboven beschreven constructie wordt de vorm van de kromme 20 in hoofdzaak door de vorm van het profiel 21 van de nokkenschijf 17 bepaald. Relatief ingewikkelde krommen zijn op deze wijze eenvoudig te realiseren. Door het spelingvrij aanliggen van de vlakken 18 en 19 tegen de nokkenschijf 17 en door de mogelijkheid de nokkenschijf dicht bij de tweede kniprand 5 te plaatsen is een grote mate van nauwkeurigheid mogelijk.

Het is uiteraard ook mogelijk voor de vlakken 18 en 19 afzonderlijke nokkenschijven toe te passen welke in axiale richting verschoven op de as 16 zijn aangebracht.

De uitvoeringsvorm volgens fig. 4 omvat hetzelfde mechanisme als beschreven bij de figuren 1 en 2. Het huis 1 bevat echter tevens een beweegbaar huidspanelement 24. Dit huidspanelement 24 is draaibaar om een scharnierpunt 25 en wordt ondersteund door een verend element 26 waardoor de aandrijfarm 27 eveneens aanligt tegen de nokkenschijf 17. Op deze wijze kan de rand 28 van het huidspanelement heen en weer gaand in de hoofdrichting H worden aangedreven.

Claims (5)

1. Scheerapparaat met een huis voorzien van een eerste kniporgaan met een eerste kniprand en een ten opzichte van het eerste kniporgaan aandrijfbaar tweede kniporgaan met een tweede kniprand, waarbij de verplaatsing van de tweede kniprand ten opzichte van de eerste kniprand is samengesteld uit de verplaatsingen in twee hoofdrichtingen met het kenmerk, dat het tweede kniporgaan is voorzien van een drager welke in de beide hoofdrichtingen beweegbaar in het huis is gemonteerd en de drager is voorzien van twee dwars op de hoofdrichtingen gerichte vlakken welke aanliggen tegen een roterend aandrijfbare nokkenschijf.

2. Scheerapparaat volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het tweede kniporgaan met behulp van een koppelelement in het huis is gemonteerd, welk koppelelement in één der hoofdrichtingen verschuifbaar in het huis is aangebracht en de drager door middel van een scharnierend element aan het koppelelement is bevestigd.

3. Scheerapparaat volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de drager onder invloed van een verend element aanligt tegen de nokkenschijf.

4. Scheerapparaat volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van een haarintredeopening tussen de eerste kniprand en een rand van een huidspandeel, welk huidspandeel onderdeel is van het huis, waarbij de eerste kniprand en de rand van het huidspandeel een werkvlak definiëren, waarbij de verplaatsing van de tweede kniprand ten opzichte van de eerste kniprand een trajectdeel bevat in hoofdzaak in een hoofdrichting dwars op het werkvlak en naar het werkvlak toe gericht en daarop aansluitend een trajectdeel in hoofdzaak in een hoofdrichting parallel aan het werkvlak en naar de eerste kniprand toe gericht.

5. Scheerapparaat volgens een der conclusies 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat het apparaat is voorzien van een beweegbaar huidspanelement, met een aandrijfarm welke eveneens aanligt tegen een nokkenschijf.