NL8602387A - Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststofdeksel, daarvoor ingerichte matrijs en deksel verkregen met de werkwijze. - Google Patents

Description

% _ I ♦ X Sch/gn/2p, Kornelis' v -1-

Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof deksel, daarvoor ingerichte matrijs en deksel verkregen met de werkwijze

De uitvinding betreft een werkwi j ze voor het vervaardigen van een kunststofdeksel of -dop met een deklaag van foliemateriaal.

Een dergelijke kunststofdeksel kan bijvoorbeeld toe-5 passing vinden als onderdeel van een sluiting voor houders voor bijvoorbeeld levensmiddelen die een zuurstof-barrière nodig hebben, waarvoor de normaal gangbare kunststoffen niet toereikend zijn. Een dergelijk deksel kan ook een als verzegeling voor een houder dienend folie bezitten dat met 10 de houder wordt verbonden bij het aanbrengen van de deksel.

Bij het verwijderen van de deksel moet het folie als een membraan de houder sluiten en dus relatief zwak aan de deksel gehecht zijn.

Gewoonlijk gebruikt men polyolefinen als polypröpeen, 15 polyethyleen, enz., die alle in hoge mate permeabel zijn.

Er zijn kunststoffen, bijvoorbeeld eval (evoh) of pvdc met een geringe permeabiliteit en goede barrière-eigenschap-pen. Ingeklemd in barrière-folies worden ze echter algemeen toegepast in flexibele houders, zoals zakjes, wikkels, enz.

20 De uitvinding beoogt, een werkwijze te bieden met behulp waarvan zeer eenvoudig en daardoor goedkoop een kunststofdeksel met een deklaag van foliemateriaal kan worden vervaardigd.

Daartoe stelt de uitvinding een werkwijze voor, 25 volgens welke men in de vormholte, die een aan de te vervaardigen kunststofdeksel aangepaste vorm bezit van een spuitgietmatrijs een laag foliemateriaal plaatst/ de vormholte na sluiting volspuit met een verwarmde kunststof die 8602387 ; ♦ -2- kan hechten met het foliemateriaal, de matrijs opent en de gevormde deksel uitneemt.

Opgemerkt wordt, dat uit het artikel ”In-mold decorating upgraded" uit het tijdschrift "Modern Plastics 5 International", McGraw Hill, juni 1986, vol. 16, nr. 6, pagina 66 van Kurz en Battenfeld, een werkwijze bekend is, waarbij een van bedrukking voorzien folie door een spuit-gietmatrijs loopt voor het bedrukken met behulp van een transfer-printing methode van het spuitgietprodukt. Dit 10 artikel heeft derhalve betrekking op toepassing van een algemeen bekende methode voor het aanbrengen van bedruk-kingspatronen, teksten en dergelijke. De bedrukkingen zijn opgenomen op een baan dragermateriaal, die als zodanig niet aan het proces deelneemt en na afgifte van de bedrukkings-15 patronen op een opwikkelhaspel wordt opgewikkeld. De uitvinding daarentegen betreft het aanbrengen van een laag folie-materiaal dat niet wordt gedragen door een laag draag-materiaal.

Bij voorkeur voert men de werkwijze volgens de uit-20 vinding zodanig uit, dat men het foliemateriaal in de vorm-holte aanbrengt door het door het sluiten van de matrijs door de samenwerkende randen van twee matrijsdelen te verwijderen uit een vel foliemateriaal, dat zich in de geopende toestand van de matrijs tussen die twee op 25 onderlinge afstand geplaatste matrijsdelen bevindt.

Tevens betreft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een kunststofdeksel met een als een verzegeling voor een door de kunststofdeksel af te sluiten houder te gebruiken membraan. Deze werkwijze volgens de 30 uitvinding vertoont het kenmerk dat men een foliemateriaal toepast, dat een zwakke hechting met de kunststof van de deksel vertoont. Bijvoorbeeld kan men deze werkwijze zodanig uitvoeren, dat het foliemateriaal op discrete zones, bijvoorbeeld punten, aan de deksel wordt gehecht. Hierbij 35 wordt opgemerkt, dat een zone-gewijze hechting, bijvoorbeeld op discrete punten, het voordeel kan hebben, dat tussen beide zijden van het folie een drukvereffening kan optreden, 8502387 «Γ % -3- waardoor niet het gevaar bestaat dat in geval van het afsluiten door de deksel van een houder met onderdruk het folie door die onderdruk van de deksel wordt afgescheurd.

Een verdere uitvoering van de werkwijze volgens de 5 uitvinding vertoont het kenmerk dat men een baan folie- materiaal vooraf lokaal van tenminste één deklaag of bedrukking voorziet en met het oog op een gemakkelijk verwijdering van de betreffende delen door de matrijs voorziet van een zich rond elk deel met een deklaag of bedrukking uitstrek— 10 kende verzwakkingslijn, bijvoorbeeld een lijn van perforaties. Op deze wijze is een gemakkelijke verwijdering van de betreffende delen met eenvoudige middelen verzekerd.

De uitvinding strekt zich verder uit tot een kunststof deksel met een deklaag, verkregen met één van de hier-15 voorgenoemde werkwijzen.

Tenslotte betreft de uitvinding een kunststof spuit-gietmatrijs, die volgens de uitvinding is voorzien van middelen voor het in de vormholte aanbrengen van folie-materiaal door het door het sluiten van de matrijs door de 20 samenwerkende randen van twee matrijsdelen te verwijderen uit een vel foliemateriaal, dat zich in de geopende toestand van de matrijs tussen die twee op onderlinge afstand geplaatste matrijsdelen bevindt.

Fig. 1 een gedeeltelijk weggebroken, schematisch 25 perspectivisch aanzicht van een spuitgietinrichting volgens de uitvinding?

Figuren 2, 3 en 4 drie opeenvolgende fasen van een spuitgietmethode volgens de uitvinding;

Fig. 5 een gedeeltelijk weggebroken perspectivisch 30 aanzicht van een deksel volgens de uitvinding;

Figuren 6 en 7 twee opeenvolgende fasen van een spuitgietbewerking volgens de uitvinding?

Figuren 8 en 9 twee opeenvolgende fasen van een alternatieve werkwijze? en 35 Fig. 10 een speciale foliebaan met verzwakkings- contouren.

8602337 *»' 1 * -4-

Fig. 1 toont een spuitgietmachine 1 met een uit diverse delen bestaande matrijs. Een over leistangen 2 schuifbare en door een hydraulische cilinder 3 aandrijfbare drukplaat 4 draagt een matrijsdeel 5, dat omgeven is door 5 een schuifplaat 6. Een baan 7 foliemateriaal strekt zich uit tussen een voorraadrol 8 en een opwikkelrol 9 tussen matrijsdelen 10 en 11. Aan het matrijsdeêl 11 sluit via een aanspuitopening 12 een spuiteenheid 13 aan.

De baan 7 foliemateriaal omvat een dragerlaag 14, 10 waarop op voorafbepaalde afstanden extra lagen 15 zijn gevormd zodat lokaal een deklaag c.q. bedrukking aanwezig is.

In deze uitvoering zijn registreermiddelen 16 aanwezig, die zijn ingericht om de deklagen of berukkingen 15 15 telkens exact zodanig te positioneren dat ze tijdens het sluiten van de matrijs worden opgenomen in de vormholte daarvan.

Fig. 2 toont een dwarsdoorsnede door een matrijs. Een drukplaat 17 draagt een matrijsdeel 18, waarvan het voorste 20 gedeelte mede de vormholte 19 van de matrijs begrenst, zoals in fig. 4 is aangegeven.

Een stationair matrijsdeel 20 is voorzien van de aanspuitopening 21. Een foliebaan 22 strekt zich uit tussen een geleidingsring 23 en een snijring 24, die stansend kan 25 samenwerken met een stansnippel 25. Een ring 26 vormt, samen met een uitsparing 27 in het stationaire matrijsdeel 20 en het front van het matrijsdeel 18, de vormholte 19 die een aan de vorm van een te vervaardigen deksel aangepaste vorm bezit.

30 Fig. 2 toont de fase, waarin de matrijs gereed is om te worden gesloten.

Fig. 3 toont de fase, waarin door een stansbewerking een laminaatdeel 28 is uitgestanst door de stansnippel 25 en gereed is om te worden meegevoerd door het voorvlak van het 35 matrijsdeel 18.

De fase volgens fig. 4 is die, waarin door. het 8602337 -5- toevoeren van verwarmde kunststof onder druk via de aanspuitopening 21 de vormholte 19 is gevuld voor vorming van een deksel, aan binnenvlak 28 waarvan zich de deklaag van foliemateriaal bevindt.

5 Fig. 5 toont een gereed produkt, namelijk een deksel 32 van transparant materiaal. Een laminaat-folie 15 is ais deklaag aan de binnenzijde van de deksel 32 aangebracht. Aldus doet het folie 15 dienst als barrière en tevens als niet-verwijderbaar bedrukkingselement.

10 Fig. 6 toont een alternatief. In dit geval is de vormholte begrensd door de voorste zone van het matrijsdeel 18, het voorvlak van een matrijsdeel 29, waarin zich tevens de aanspuitopening 21 bevindt, de ring 26 en een ring Βψ . De foliebaan 22 wordt bij het sluiten van de matrijs ingeklemd 15 tussen een ring 30 en een ring 31. Na de uiteenzetting met betrekking tot de figuren 2, 3 en 4 behoeft de werkwijze volgens de figuren 6 en 7 geen verdere toelichting.

De figuren 8 en 9 tonen een alternatief. In deze uitvoering wordt een deklaag van foliemateriaal aan de 20 buitenzijde van een kunststofdeksel aangebracht. Een foliebaan 34 wordt bij het sluiten van de matrijs ingeklemd tussen de ring 26 en een ring 33. Door de hoge druk en temperatuur wordt in deze uitvoering de deklaag uitgedrukt uit de foliebaan 34. In deze uitvoering wordt dus geen 25 gebruik gemaakt van een mechanische stansbewerking. Ter vergemakkelijking van het verwijderen van lokaal bedrukte delen 35 (zie fig. 10) van de foliebaan 34 door de matrijs zijn rond die delen 35 geperforeerde lijnen 36 in de vorm van cirkelvormige contouren aangebracht.

30 De aandacht wordt erop gevestigd, dat de getekende uitvoeringen slechts als voorbeeld dienen om de principes van de uitvinding te verduidelijken. Vele andere implementaties van de werkwijze volgens de uitvinding zijn mogelijk.

35 Het foliemateriaal kan desgewenst uit meerdere lagen bestaan die elk een bepaalde gewenste eigenschap bezitten, zoals de reeds genoemde barrière-eigenschappen voor 8602337 -6- •r * zuurstof, koolzuurgas, waterdamp en dergelijke, mechanische weerstand enz. Genoemd is reeds de mogelijkheid van het aanbrengen van zelfs de meest gecompliceerde typen bedrukkingen door het aanbrengen tegen de binnenzijde van 5 een helder type kunststof van vooraf bedrukt foliemateriaal.

Tenslotte wordt erop gewezen, dat een deklaag van de foliebaan kan worden gescheiden door een lokale warmtebehandeling aan de omtrek binnen de matrijs. Hiervoor 10 kan een elektrische verhitting worden gebruikt.

* 8602387

Claims (7)

1. Werkwijze voor het vervaardigen van een kunststof-deksel met een deklaag van foliemateriaal, met het kenmerk, dat men in de vormholte, die een aan de te vervaardigen kunststofdeksel aangepaste vorm bezit van een spuitgiet- 5 matrijs een laag foliemateriaal plaatst, de vormholte na sluiting volspuit met een verwarmde kunststof die kan hechten met het foliemateriaal, de matrijs opent en de gevormde deksel uitneemt.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat 10 men het foliemateriaal in de vormholte aanbrengt door het door hét sluiten van de matrijs door de samenwerkende randen van twee matrijsdelen te verwijderen uit een vel foliemateriaal, dat zich in de geopende toestand van de matrijs tussen die twee op onderlinge afstand geplaatste 15 matrijsdelen bevindt.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2 voor het vervaardigen van een kunststofdeksel met een als een verzegeling voor een door de kunststofdeksel af te sluiten houder te gebruiken membraan, met het kenmerk, dat men een 20 foliemateriaal toepast, dat een zwakke hechting met de kunststof van de deksel vertoont.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het foliemateriaal op discrete zones, bijvoorbeeld punten, aan de deksel wordt gehecht.

5. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men een baan foliemateriaal vooraf lokaal van tenminste één deklaag of bedrukking voorziet en met het oog op een gemakkelijk verwijdering van de betreffende delen door de matrijs voorziet van een zich rond elk deel met een deklaag of 30 bedrukking uitstrekkende verzwakkingslijn, bijvoorbeeld een lijn van perforaties.

6. Kunststofdeksel met een deklaag van foliemateriaal verkregen door toepassing van de werkwijze volgens één der conclusies 1 en 5. 8602337 -8-

7. Kunststof-spuitgietmatrijs voor toepassing van de werkwijze volgens conclusie 2, gekenmerkt door middelen voor het in de vormholte aanbrengen van foliemateriaal door het door het sluiten van de matrijs door de samenwerkende randen 5 van twee matrijsdelen te verwijderen uit een vel foliemateriaal, dat zich in de geopende toestand van de matrijs tussen die twee op onderlinge afstand geplaatste matrijsdelen bevindt. 8602387