NL8503506A - Verbinder voor de aansluiting van draagprofielen aan staande profielen, in het bijzonder voor de vorming van gevelroosterwerken. - Google Patents

Description

* - i

Verbinder voor de aansluiting van draagprofielen aan staandeprofielen, in het bijzonder voor de vorming van gevelroosterwerken._

De uitvinding heeft betrekking op een verbinder voor de aansluiting van draagprofielen, zoals dwarsbalken, gordingen, roeden en dergelijke, aan staande profielen, zoals stijlen, stutten en dergelijke, in het 5 bijzonder voor de vorming van warmte-isolerende gevelrooster- werken, voor het opnemen van plaatvormige vullingen, waarbij de verbinder met een aansluitplaat aan het staandejprofiel en met tenminste één loodrecht op de aansluitplaat opgestelde draagplaat aan het draagprofiel is bevestigd.

10 Voor de vorming van bijvoorbeeld gevel- roosterwerken is het bekend, de horizontaal verlopende draagprofielen op de verticaal verlopende staandeprofielen aan te sluiten door middel van verbinders. Daarbij worden als verbinders vaak hoek-of T-profielstukken toegepast, 15 die enerzijds met het staand^profiel en anderzijds met het draagprofiel bijvoorbeeld door bouten, klinknagels, lassen of dergelijke zijn verbonden. Dergelijke verbindingen zijn echter in zoverre nadelig, dat zij in wezen op de bouwplaats tot stand moeten worden gebracht. Een voarmontage van de 20 verbinders aan het ene of het andere onderdeel is met de bekende oplossingen in de regel niet te verwezelijken.

De onderhavige uitvinding heeft ten doel, een verbinder van de boven beschreven soort in die zin te j r- 0 o - ----------------- --- ί « i -2- verbeteren, dat deze enerzijds aan de staandeprofielen kan worden voorgemonteerd en de draagprofielen op eenvoudige wijze vast op de voorgemonteerde verbinder kunnen worden aangesloten.

5 Dit doel wordt bereikt, doordat volgens de uitvinding de verbinder met zijn draagplaat in een groef van het draagprofiel grijpt en daarin door middel van een wigelement is vastgespannen. Dergelijke.-verbinders kunnen aan de staandeprofielen worden voorgemonteerd, door-10 dat de verbinders met hun aansluitplaat aan de staandeprofie len zijn geschroefd. Op de op een gekozen onderlinge afstand aan de staandeprofielen aangebrachte verbinders kunnen de eenvoudig op lengte afgesneden draagprofielen worden gestoken en aansluitend door vastspannen van een wigelement daarmee 15 vast worden verbonden. Daarbij is de draagplaat aan zijn in de groef van het draagprofiel grijpende gedeelte bij voorkeur voorzien van een in de richting van zijn aansluitplaat stijgende wiglijst, over welke een wiggroef van het wigelement heen grijpt.

20 VOor het borgen van de verbindingsstand van het draagprofiel aan het staandeprofiel respectievelijk aan de op het staandeprofiel bevestigde verbinders, is de draagplaat ter plaatse van zijn wiglijst bij voorkeur voorzien van een reeks spertanden, waarop een spertong van het wig-25 element vergrendelbaar is. Daardoor is gewaarborgd, dat het wigelement zonder bewuste inwerking van buitenaf niet uit zijn vergrendelde stand kan worden verwijderd, zodat de verbindingsstand veilig in stand wordt gehouden.

Om de verbindingsstand van de verbinder 30 aan het staandeprofiel te justeren, is volgens een verder uitvoeringskenmerk van de uitvinding de in de groef van het draagprofiel grijpende draagplaat voorzien van een naar de aansluitplaat gerichte en buiten deze uitstekende, in wanden van het staandeprofiel grijpende draagstift. Wanneer • "sj λ .¾ _ 0 0 U o ft Λ -3- nu bij de toepassing van warmte-isolerende profielen voor de gevelvorming de verbinder voor het in stand houden van de onderbreking van de warmtebrug uit kunststof is vervaardigd, dan kan het voordelig zijn, wanneer de uit de 5 draagplaat stekende draagstift van metaal is vervaardigd en in de draagplaat is gespoten. Bij een brand wordt daardoor verhinderd,dat bij totale vernieling van de kunststof de roeden en dwarsbalken naar beneden vallen, zodat het instortingsgevaar aanzienlijk wordt verminderd.

10 Opdat nu warmte-isolatieprofielen met een in het middengedeelte van de profielstaven aangebrachte isolatielijst kunnen worden toegepast, is het volgens een verder uitvoeringskenmerk van de uitvinding voordelig, wanneer van de aansluitplaat twee op afstand van en evenwijdig 15 aan elkaar aangebrachte draagplaten loodrecht uitsteken en over een middelste wand-uitsteeksel van een aan beide zijden van door hoeklijsten gevormde groeven voorzien draagprofiel heen grijpen. Daarbij spreekt het vanzelf, dat dan beide draagplaten ook zijn voorzien van draagstiften,om de jus-20 tering van de verbinder aan het staandejprofiel te waarborgen.

Een veilig houvast van de draagstiften aan het staandejprofiel wordt ook ingeval van brand gewaarborgd, doordat de draagplaten zijn voorzien van een een groef vormende hoeklijst van het staandejprofiel overbrug-25 gend terugspringend deel, waarin de draagstiften van de draagplaten uitsteken en in de verbonden toestand vorm-sluitend door twee evenwijdig, op afstand van elkaar verlopende groefwanden van het staand^rofiel uitsteken.

Ter vergemakkelijking van de montage is 30 het voordelig, wanneer de wigelementen zijn voorzien van een achterwaarts buiten de wiglijst uitstekend verlengstuk,dat enerzijds rechtstreeks tegen een groefwand van het draagprofiel en anderzijds door middel van een verende lip tegen de tegenoverliggende groefwand van het draagprofiel is onder- ' , V 'J -> -4-

. ί * V

steund. Daardoor is gewaarborgd, dat bij de verschuiving van de wigelementen in klemrichting deze met hun wiggroef ook zeker op de wiglijst van de draagplaat van de verbinder kunnen worden geschoven, zonder dat bijzondere invoerhandeli-n-5 gen noodzakelijk worden.

De uitvinding is met een uivoeringsvoor-beeld in de tekening weergegeven en wordt hierna nader toegelicht.

Fig.1 toont de aansluiting tussen een 10 staandprofiel en een draagprofiel met de verbinder volgens de uitvinding in een perspectivisch aanzicht met uiteengenomen delen, fig, 2 toont de in fig. 1 getekende aansluiting in doorsnede volgens de lijn II-II in fig. 1, 15 fig. 3 toont de aansluiting in een dwarsdoorsnede door het draagprofiel volgens de snijlijn IÏÏ-ÏII in fig. 2.

Bij het in de figuren getekende uitvoeringsvoorbeeld bestaat zowel het staande^profiel 10 als het draagprofiel 11 uit 20 een enkele profielstaaf, namelijk de eigenlijke dragende profielstaaf, een daarmee verbindbare combinatieprofiellijst 12 en een niet weergegeven, de vullingen vasthoudende, met de combinatieprofiellijst 12 verbindbare vasthoudlijst.

Het staandprofiel 10 en het draagprofiel 11 bestaan bij het 25 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld uit het materiaal aluminium en zijn legeringen. Aande de eigenlijke steunende functie uitoefenende basisprafielstaaf 13 van het staandprofiel 10 is de draagbalk 14 van het draagprofiel 11 door middel van een verbinder 15 bevestigd. Deze verbinder kan voor het 30 in stand houden van de warmtebrugonderbreking hestaan uit een kunststof met een grote treksterkte. De verbinder 15 is in hoofdzaak voorzien van een evenwijdig aan de langsrichting van het staandprofiel 10 verlopende aansluitplaat 16, van welke bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld twee op

s & v w i.y J

-5- afstand van en evenwijdig aan elkaar aangebracht draagplaten 17 rechthoekig uitsteken. Daarbij komt de afstand tussen de draagplaten 17 overeen met de uitwendige afstand van de mid-denlijven 18 en 19 van de draagbalk 14. De zijwanden van de 5 draagbalk 14 zijn gevormd door hoeklijsten 20 en 21, door welke sponningen 22 worden ingesloten. Aan hun in de sponning 22 stekende einden zijn de draagplaten 17 telkens voorzien van een naar de aansluitplaat 16 toe hoger wordende wiglijst 23. Aan één zijde naast de wiglijst is een - bij het 10 getekende uitvoeringsvoorbeeld aan de binnenzijde-evenwijdig aan de helling van de wiglijst en op afstand daarvan verlopende rij spertanden 24 zodanig aangebracht, dat de wiglijst 23 en de rij spertanden 24 nog binnen de sponning 22 blijven.

Ook het staand^profiel 10 omvat van diens 15 basisprofielstaaf 13 uitstekende middenlijven 25 en 26, die in het bijzonder voor de bevestiging van de combinatieprofiel-lijst 12 dienen en samen met telkens één de zijwanden van de basisprofielstaaf 13 verlengende hoeklijst 27 langsspon-ningen in het staand^profiel 10 vormen.

20 In verbonden toestand ligt de aansluitplaat 16 bij het in fig. 1 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld tegen het middenlijf 25 aan, en is daaraan door middel van in gaten 29 van het middenlijf 25 grijpende zelftappende schroeven 28 bevestigd.

25 Terwijl de aansluitplaat 16 ter hoogte van de de afdichtingslijsten 30 opnemende benen van de hoeklijst 27 eindigt, zijn de draagplaten 17 voorzien van een de sponning vormenöëhoeklijst 27 overbruggend terugspringend gedeelte 31, waarin uit de vrije einden van de draagplaten 30 17 stekende, metalen stiften 32 uitsteken. Deze stiften 32 steken in de verbonden toestand van de verbinder 15 aan het staande profiel 10 uit in gaten 33 in de hoeklijst 27 en in het middenlijf 25 en centreren zodoende de stand van de verbinder aan het staandejprofiel 10. Op een aldus met .*·» -6- schroeven aan het staand^profiel' bevestigde verbinder 15 kan vanaf de achterzijde een in de lengte tussen twee naburige staande^rofielen passend draagprofiel 11 met zijn middenlij ven 18 en 19 tussen de draagplaten 17 grijpend worden ge-5 schoven. Voor het vastzetten van het draagprofiel 11 aan de verbinder 15 dienen in de sponningen 22 van het draagprofiel 11 geschoven wigelementen 34, die zijn voorzien van een met de hellingshoek van de wiglijst 23 van de verbinder 15 overeenkomend hellend verlopende wiggroef 35, waarbij de wiggroef 10 35 over de wiglijst 32 van de verbinder heen grijpt. Om rede nen van toepasbaarheid aan beide zijden van het wigelement 34 is dit symmetrisch opgebouwd en heeft aan beide zijden naast de wiggroef aangebrachte spertongen 36, die in de rij spertanden 24 van de verbinder 15 grijpen en zodoende 15 het wigelement 34 in de sponning 22 van het draagprofiel 11 in de verbonden toestand vergrendelen.

Om het wigelement gedurende zijn voor de montage noodzakelijke schuivende beweging voor het invoeren van de wiglijst 23 van de verbinder 15 in de wiggroef 35 van 2Q het wigelement te fixeren, is het wigelement in verbonden toestand voorzien van een voorbij de wiglijst 23 achterwaarts uitstekend verlengstuk 37, waaraan een tegen de betreffende door de middenlij ven 18 en 19 gevormde sponningwand steunende verende lip 38 is aangevormd. Na het opsteken van een draag-25 profiel 11 op de aan de staandejprofielen 10 bevestigde verbinder s 15 worden voor de borging van de verbonden stand tussen het staandeprofiel 10 en het betreffende draagprofiel 11 de wigelementen 34 op de wiglijsten 23 van de draagplaten 17 geschoven, waar dankzij het hellende verloop van wiglijst 30 23 en wiggroef 35 door middel van de wigelementen 34 het draagprofiel 11 door middel van de verbinder 15 aan het staande profiel 10 wordt vastgepannen.

Zoals reeds is opgemerkt, geeft de weergegeven uitvoeringsvorm de uitvinding slechts als uitvoerings- " ~« λ

->. i *1 i« 'J

.'<*7 ·.—» i if V Λ*1 *** %. ï:"'·· -7- voorbeeld weer, die in geen geval alleen daartoe is beperkt. Zo is het bijvoorbeeld denkbaar, in plaats van het in dwarsdoorsnede ongeveer U-vormige draagprofiel 11 een zodanig draagprofiel toe te passen, dat een hoekvormige 5 dwarsdoorsnede heeft. In dit geval zou de verbinder dienover eenkomstig moeten worden gewijzigd, zodanig dat slechts één draagplaat 17 aan de aansluitplaat 16 behoeft te zijn aangebracht. In elk geval kan in een aldus voorbereid roosterwerk voor de vorming van bijvoorbeeld een gevel een vulling IQ bijvoorbeeld in de vorm van een dubbele ruit worden geplaatst, waar dan aan de buitenzijde in sponningen van de combinatie-profiellijsten 12 geplaatste dichtingslijsten 39 overheen grijpen. Over deze dichtingslijsten grijpt dan een niet weergegeven vasthoudprofiel heen, dat op zijn beurt bijvoorbeeld 15 met schroeven aan de combinatieprofielstaaf 12 kan worden geschroefd.

De verbinder dient voor de aansluiting van draagprofielen, zoals dwarsbalken, gordingen, roeden en dergelijke, aan staandeprofielen, zoals stijlen en stutten, 20 voor de vorming van gevelroosterwerken voor het opnemen van plaatvormige vullingen, zoals bijvoorbeeld dubbele of meervoudige ruiten. De verbinder is met een aansluitplaat aan het staandelprofiel en met tenminste één loodrecht op de aansluitplaat aangebrachte draagplaat aan het draagprofiel 25 bevestigd. Om enerzijds een montage van de verbinder aan de staande profielen op de bouwplaats te kunnen uitvoeren en anderzijds een eenvoudige montage van de draagprofielen op de bouwplaats te kunnen uitvoeren, grijpt de verbinder met zijn draagplaat in een sponning van het draagprofiel en is 30 in deze door middel van een wigelement in zijn stand geborgd vastgespannen.

V v -· 'J

‘ . * · -8- VERWIJZINGSCIJFERLIJST: 10 Staand profiel 11 Draagprofiel 12 Combinatieprofiellijst 13 Basisprofielstaaf 14 Draagbalk 15 Verbinder 16 Aansluitplaat 17 Draagplaat 18 Middenlijf 19 Middenlijf 20 Hoeklijst 21 Hoeklijst 22 Sponning 23 Wiglijst 24 Rij spertanden 25 Middenlijf 26 Middenlijf 27 Hoeklijst 28 Zelftappende schroef 29 Gat 30 Dichtingslijst 31 Terugspringend gedeelte 32 Stift 33 Gat 34 Wigelenjent 35 Wiggroef 36 Spertong 37 Verlengstuk 38 Verende lip 39 Dichtingslijst -S' rJ λ e -r r*3 « -¾ ^ ij -· λ ;ï «·* yj ·.>· «*.? v

Claims (7)

1. Verbinder voor de aansluiting van draagprofielen, zoals dwarsbalken gordingen, roeden en dergelijk aan staand^profielen zoals stijlen, stutten en dergelijke, in het bijzonder voor de vorming van eventueel 5 warmte-isolerende gevelroosterwerken, voor het opnemen van plaatvormige vullingen waarbij de verbinder met een aansluit-plaat aan het staandeprofiel en met tenminste één loodrecht op de aansluitplaat aangebrachte draagplaat aan het draag-profiel is bevestigd, 10 met het kenmerk, dat de verbinder (15) met zijn draagplaat (17) in een sponning (22) van het draagprofiel (11) grijpt en in deze door middel van een wigelement (34) is vastgespannen.

2. Verbinder volgens conclusie 1, met het kenmerk, 15 dat de draagplaat (17) aan zijn in de sponning (22) van het draagprofiel (11) grijpende gedeelte is voorzien van een naar zijn aansluitplaat (16) toe stijgende wiglijst (23), over welke een wiggroef (35) van het wigelement (34) heen grijpt.

3. Verbinder volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de draagplaat (17) ter plaatse van zijn wiglijst (23) is voorzien van een rij spertanden (24), waaraan een spertong (36) van het wigelement (34) vergrendelbaar is.

4. Verbinder volgens een of meer van de voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de in de sponning (22) van het draagprofiel (11) grijpende draagplaat (17) is voorzien van een naar de aansluitplaat (16) toe gerichte, en voorbij - : j > '. » ’ ' ·- / o ♦ ft * » Hft- deze uitstekende, in wanden (27, 25 respectievelijk 27, 26) van het staandejorofiel (10) grijpende draagstift (32) .

5. Verbinder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat van de aansluit-5 plaat (16) twee op afstand van en evenwijdig aan elkaar aan gebrachte draagplaten (17) loodrecht uitsteken en over een middelste wanduisteeksel (18, 19) van een aan beide zijden van door hoeklijsten (20, 21) gevormde sponningen (22) voorzien draagprofiel (11) heen grijpen.

6. Verbinder volgens een of meer van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagplaten (17) zijn voorzien van een een sponning vormende hoeklijst (27) van het staandejprofiel (10) overbruggend terugspringend gedeelte (31), waarin de draagstiften (32) van de draagplaten 15 uitsteken en in verbonden toestand vormsluitend uitsteken door twee evenwijdig aan en op afstand van elkaar verlopende sponningwanden (25, 27 respectievelijk 26, 27) van het staande· profiel (10).

7. Verbinder volgens een of meer van de 20 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wigeelementen (34)' zijn voorzien van een achterwaarts voorbij de wiglijst (23) uitstekend verlengstuk (37), dat enerzijds rechtstreeks tegen een sponningwand (20, 21) van het draagprofiel (11) en anderzijds door middel van een verende lip (38) tegen 25 de tegenoverliggende sponningwand (18, 19) van het draagprofiel (11) is ondersteund. jttk p» . ,r-7 '·* «V ·- j 0 *4^' f y J /