NL8501723A

NL8501723A - Open klemconstructie.

Info

Publication number: NL8501723A
Application number: NL8501723A
Authority: NL
Original assignee: Oetiker Hans
Priority date: 1984-06-20
Filing date: 1985-06-14
Publication date: 1986-01-16
Also published as: AT384465B; US5305499A; DE3521906C2; SE503537C2; NL192538C; SE8902227L; JPS6113092A; SE460986B; CA1274069A; IT1185609B; JPH0542598B2; BR8502566A; GB2160578B; NL192538B; BE902701A; FR2566507B1; IT8520958A0; SE8502915L; GB2160578A; IL75216A

Description

NL 32852 dV/Me/ed · 4 j i . i

Open klemconstructie j

De uitvinding heeft betrekking op een klemconstructie, die geschikt is voor zeer hoge spankrachten.

Klemconstructies van het type waarop de onderhavige uitvinding betrekking heeft kunnen in twee categorieën worden 5 verdeeld, namelijk eindloze klemmen en open klemmen. De onderhavige uitvinding betreft in het bijzonder het laatstgenoemde type klemmen. Deze open type klemconstructies vereisen een mechanische verbinding tussen de overlappende banduiteinden, voordat de klem om het te bevestigen voorwerp kan worden ge-10 spannen. Het spannen van de klem kan daarbij op verschillende wijzen worden bereikt, bijvoorbeeld door zogenaamde schroef- j

typemechanismen of door middel van een plastisch deformeerbaar I

oor of oren, zoals is beschreven in de Amerikaanse octrooi-schriften 2.614.304 en 3.082.498 van aanvrager, welke bekend 15 zijn geworden als "Oetiker"oren.

Meer in het bijzonder betreft de uitvinding een klemconstructie, waarbij een mechanische verbinding tussen de overlappende banddelen door middel van zich vanaf het inwendige banddeel buitenwaarts uitstrekkende haken, die in uitspa-20 ringen in het uitwendige banddeel grijpen, plaatsvindt, en waarbij een of meer zogenaamde "Oetiker"oren voor het spannen van de klemconstructie om het te bevestigen voorwerp wordt toegepast. Dergelijke klemconstructies ondervinden twee problemen. Enerzijds kan elke inspringing of stap langs de bin-25 nendiameter van de klemconstructie, tengevolge van de overlappende banddelen, een oorzaak zijn van een mogelijk lek, wanneer de klemconstructie is aangebracht. Dit probleem is evenwel opgelost bij de zogenaamde staploze klemconstructie, zoals * bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 4.315.348 van 30 aanvrager. Het tweede bij dergelijke klemconstructies optredende probleem is de toereikende klemcapaciteit hiervan, wanneer deze eenmaal is aangebracht. Dit hangt enerzijds af van de grootte van de krachten, waarmede de klem kan worden gesloten door plastische deformatie van het oor, zonder de bedoelde 35 compensatiefunktie van het oor te verwaarlozen, en anderzijds af van de mogelijkheid van de mechanische verbinding de grote krachten, waarmede het oor wordt vervormd teneinde de klemband V. ^ Λ

Li U- S , 7 / v*j _-Λ * * - 2 - samen te trekken, te weerstaan. Bij beide aspekten zijn verbeteringen bereikt door het aanbrengen van versterkingsgroeven in de brugdelen van de "Oetiker"oren, zoals bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 3.402.436 van aanvrager. Deze be-5 kende versterkingsgroeven waren min of meer V-vormig, gezien in dwarsdoorsnede van het brugdeel in een met de as van de klemconstructie samenvallend vlak, en bezaten min of meer de vorm van een kano of smalle roeiboot, van bovenaf gezien. Alhoewel deze bekende versterkingsgroeven uiterst succesvol 10 zijn gebleken, vereist de ontwikkeling in nieuwe kunststofma-terialen met steeds grotere hardheid, zoals "HYTRELL", welke in de praktijk met relatief kleine diktes wordt toegepast, steeds grotere klemkrachten, teneinde een volledige dichtheid te garanderen.

15 De mogelijkheid voor het toepassen van grotere sluit- of spankrachten is aanzienlijk verbeterd door de mechanische verbinding, zoals is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012 van aanvrager, die is voorzien van twee koud-vervormde steunhaken en een lipvormige leihaak, welke 20 zich buitenwaarts vanaf het inwendige banddeel uitstrekken, en welke in bijbehorende, in het uitwendige banddeel gevormde, uitsparingen kunnen grijpen, waardoor de leihaak in de eerste plaats dient voor het naar elkaar toe geleiden van de twee banddelen, totdat de koud-vervormde steunhaken werkzaam worden 25 door de samenwerking van hun krachtopnemende vlakken met bijbehorende uitsparingen. Deze mechanische verbinding volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012 bezit evenwel zekere nadelen, die voortvloeien uit het feit, dat de klemconstruc-ties volgens bijvoorbeeld fig. 7 van dit octrooischrift nor-30 maal worden uitgestanst van vlak bandmateriaal en om economische redenen als ruwe vlakke strippen van de plaats van fabricage naar de plaats van gebruik worden verscheept, waar deze in een cirkel worden voorgevormd, voorafgaande aan het aanbrengen op het te bevestigen voorwerp, zoals bijvoorbeeld 35 is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.425.781 van aanvrager. In de voor de vervaardiging van de ruwe vlakke strippen gebruikte automatische machines is de hoek van de leihaak hetzelfde bij de toepassing van dezelfde pons. In de ruwe vlakke strip bezit de leihaak derhalve altijd een vooraf S fv * 7 a ü 3 lef l J l 0 - 3 - ‘ bepaalde hoek. Deze hoek zal in de gemonteerde toestand evenwel in afhankelijkheid van de diameter van de klemconstructie variëren. Dit zal aldus bijzondere aandacht vereisen en eventuele bijstelling vergen, teneinde optimale omstandigheden | 5 voor de hoek van de leihaak in de gemonteerde toestand van de j ! klem te handhaven. Bovendien is de leihaak, die niet voor het absorberen van spankrachten van betekenis is bedoeld, volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.425.781 gevormd door een althans ongeveer rechthoekig, lipvormig orgaan, dat uit het 10 bandmateriaal is gestanst, waardoor een overeenkomstige uitsparing in het bandmateriaal achterblijft. Dit kan bij het buigen van de ruwe vlakke strip in de cirkelvorm van de klem aanleiding geven tot knik van het bandmateriaal in het gebied, waar het bandmateriaal is verminderd door de uitgestanste lei-15 haak.

Dienovereenkomstig is het een doel van de uitvinding een klemconstructie te verschaffen, waarbij de in het voorgaande beschreven bezwaren worden opgeheven, terwijl hierbij tevens een gebruik van steeds hogere sluit- of spankrach-20 ten toelaatbaar is, teneinde volledige dichtheid van de aangebrachte klem te waarborgen, zelfs bij relatief dunne, zeer harde kunststofmaterialen, zoals die worden toegepast bij as-stofhoezen in de automobielindustrie.

Hiertoe wordt de klemconstructie volgens de uitvin-25 ding daardoor gekenmerkt, dat de versterkingsmiddelen van het oor uit een in hoofdzaak panvormige verdieping bestaan, waarvan de lengte en de breedte zich over aanzienlijke gedeelten van de lengte en de breedte van het brugdeel uitstrekken.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 30 hand van de tekening, die een uitvoeringsvoorbeeld van de klemconstructie volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een open klemconstructie volgens de uitvinding, voorafgaande aan het aanbrengen over het te bevestigen voorwerp, doch na het voor-35 buigen in een cirkelvorm.

Fig. 2 is een gedeeltelijk zijaanzicht van de klemconstructie volgens fig. 1.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van de klemconstructie volgens fig. 1, in vlakke toestand.

- λ ·: - * '-Γ . c - 4 -

Fig. 4 is een met fig. 2 overeenkomend zijaanzicht, dat het inwendige en uitwendige banddeel in de samengevoegde toestand weergeeft.

Fig. 5 is een bovenaanzicht van de samengevoegde 5 klemconstructie volgens fig. 4.

In de tekening zijn in de verschillende figuren overeenkomstige delen met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid, waarbij in fig. 1 de klemconstructie 10 is weergegeven, die een klemband 11 met een inwendig band-einddeel 12 en een 10 uitwendig band-einddeel 13 omvat, die elkaar overlappen in de gemonteerde toestand. Het inwendige banddeel 12 eindigt in een tongdeel 15, dat in een gootvormige verdieping, die is gevormd door het uitgedrukte deel 16 en de stappen 17 en 18, kan grijpen, teneinde een staploze inwendige vorm van de klem te 15 verschaffen, zoals bekend is uit het Amerikaanse octrooi-schrift 4.315.348 van aanvrager.

Bovendien bezit de klemconstructie 10 een oor 20, dat bestaat uit twee in hoofdzaak buitenwaarts verlopende beendelen 21, die onderling zijn verbonden door een brugdeel 20 22, dat is voorzien van een versterkingsmiddel 23. Het versterkingsmiddel 23 bezit de vorm van een relatief ondiepe, in hoofdzaak panvormige verdieping, omvattende een bodemdeel 24 alsmede in de langsrichting en de dwarsrichting verlopende verbindingsdelen 25 en 26, die het bodemdeel 24 met het overi-25 ge niet-verdiepte brugdeel 22 verbinden. Zoals in de tekening zichtbaar is, is het bodemdeel 24 over tenminste een aanzienlijk gedeelte van zijn lengte en breedte relatief vlak. Indien het evenwel gewenst is, kan het bodemdeel eveneens een licht gebogen, in het bijzonder een concaaf gebogen vlak met 30 een relatief grote buigstraal bezitten.

Zoals in fig. 1, 3 en 5 zichtbaar is, staan de in de langsrichting verlopende verbindingsdelen 25 en de in de dwarsrichting verlopende verbindingsdelen 26 onder een hoek van bijna 90° ten opzichte van het bodemdeel 24 en het overi-35 ge niet-verdiepte brugdeel 22. In een voorkeursuitvoering verschilt deze hoek niet meer dan ongeveer 20° van een hoek van 90°. De verbindingsdelen 25 en 26 gaan door middel van afgeronde hoeken met relatief kleine buigingsstralen over in het ' bodemdeel 24 en het overige niet-verdiepte brugdeel 22. Deze

ï 3 i- s J l O

- 5 - buigingsstralen kunnen dezelfde zijn of van elkaar verschillen en behoeven eveneens niet over de lengte van een bepaalde hoek constant te zijn.

Het door het bodemdeel 24 ingenomen oppervlak moet 5 tenminste 35% van het door het niet-versterkte brugdeel ingenomen oppervlak bedragen en neemt bij voorkeur tussen ongeveer 40% tot ongeveer 60% daarvan in.

Bij de toepassing van het oor 20 volgens de uitvinding, kan de lengte van de beendelen 21 worden verminderd ten 10 opzichte van de tot nu toe gebruikelijke lengte, zonder de vasthoudcapaciteit van de oorconstructie of zijn compensatie-eigenschappen voor temperatuur- en/of drukveranderingen nadelig te beïnvloeden. Dit gaat eveneens op, indien relatief dikker materiaal voor de klemband wordt toegepast, teneinde 15 de op de oorconstructie gedurende de samentrekking van de klem uitoefenbare spankrachten verder te verhogen.

De mechanische verbinding 30 volgens de uitvinding tussen de overlappende inwendige en uitwendige banddelen 12 en 13 omvat een of meer koud-vervormde haken 31, in het weer-20 gegeven uitvoeringsvoorbeeld, twee van dergelijke koud-vervormde haken 31, die kracht opnemende steunvlakken 32 bezitten en die volgens het bekende uit het Amerikaanse octrooi-schrift. 4.299.012 van aanvrager zijn geconstrueerd. Zoals in dit laatstgenoemde octrooischrift is beschreven, vormt elke 25 koud-vervormde steunhaak 31 êën geheel met de aangrenzende delen van het bandmateriaal aan alle zijden daarvan met uitzondering van het gebied van een in hoofdzaak in de dwars-richting verlopende uitsnijding, die tot het kracht opnemende steunvlak 32 leidt. De steunhaken 31 kunnen in rechthoekige 30 uitsparingen 36 in het uitwendige banddeel grijpen, zoals eveneens in het laatstgenoemde octrooischrift is beschreven. j

Volgens de onderhavige uitvinding is in aanvulling op de | koud-vervormde steunhaken 31 een gecombineerde lei- en steun- j haak 33 aangebracht, die uit het inwendige banddeel 12 is ge- ; 35 stanst en gedrukt en die met een althans ongeveer rechte hoek op het uitwendige oppervlak van het bandmateriaal verloopt.

Het uitwendige banddeel 13 bezit een relatief smalle sleuf 37 voor het opnemen van de gecombineerde lei- en steunhaak 33.

Teneinde de geleidingsfunktie uit te oefenen, is de van het

- λ Λ7 IZ

_-M

' % - 6 - vrije uiteinde van het inwendige banddeel 12 afgekeerde achterrand van de gecombineerde lei- en steunhaak 33 schuin achterwaarts naar buiten geheld, teneinde de inwendige en uitwendige banddelen 12 en 13 naar elkaar toe te geleiden, wanneer 5 de klemconstructie om het te bevestigen voorwerp wordt gespannen. De lipvormige gecombineerde lei- en steunhaak 33, alsmede de sleuf 37 zijn bij voorkeur in de langsrichting gezien in het gebied van het midden van de band geplaatst. Hierdoor blijven er ongelijke hoeveelheden bandmateriaal aan de twee zijden 10 van de gecombineerde lei- en steunhaak 33 achter, tengevolge van het feit dat het oppervlak aan de ene zijde daarvan is verminderd door de aanwezigheid van de opening, die met het oppervlak van de uitgestanste gecombineerde lei- en steunhaak 33 overeenkomt. De gecombineerde lei- en steunhaak bezit bij-15 voorbeeld de vorm van een parallellogram, die een met deze vorm overeenkomende opening achterlaat. Het moet evenwel in acht worden genomen, dat de vorm van de gecombineerde lei- en • steunhaak 33 kan verschillen van de in de tekening weergegeven vorm, teneinde aan de in de techniek bekende bijzondere eisen 20 tegemoet te komen.

Tijdens het monteren wordt de gecombineerde leien steunhaak 33 door de sleufvormige uitsparing 37 gestoken, waarna het spannen van de klem wordt uitgevoerd door het plastisch deformeren van het oor 20, bijvoorbeeld door het 25 gebruik van pneumatische tangen, die op de binnenuiteinden van de beendelen 21 worden geplaatst. Tengevolge van de resulterende sluit- of spankrachten in de omtreksrichting worden de inwendige en uitwendige banddelen 12 en 13 door het hellende lei- en krachtopnemende oppervlak 34 naar elkaar toe bewo-30 gen, totdat bij een voortdurend spannen, de koud-vervormde steunhaken 31 in werking treden, teneinde de spankrachten te absorberen door de samenwerking met de bijbehorende uitsparingen 36. De gecombineerde lei- en steunhaak 33 vervult derhalve tengevolge van zijn bijzondere vorm en constructie niet 35 alleen een geleidingsfunktie, doch eveneens een steunfunktie, totdat zijn steunfunktie wordt bijgestaan door de koud-vervormde steunhaken 20. Zelfs nadat de koud-vervormde steunhaken 31 in werking zijn getreden, zal de gecombineerde lei- en steunhaak 33 in de steunfunktie blijven assisteren, aangezien deze, >*· λ ·'] 7 7 7 - 7 - 1 ‘ in de langsrichting verlopende, krachten kan absorberen zonder te verbuigen. Voorts wordt de waarschijnlijkheid van knikken of kinken in die delen van het bandmateriaal in het gebied van de gecombineerde lei- en steunhaak op effektieve wijze 5 verminderd, tengevolge van de door de aanzienlijke hoeveelheid aan de ene zijde van de gecombineerde lei- en steunhaak aanwezige bandmateriaal verschafte weerstand.

Bovendien biedt de gecombineerde lei- en steunhaak 33 de mogelijkheid van een permanente mechanische verbinding 10 tussen de open uiteinden van de klemconstructie door klinken, zoals bijvoorbeeld uit het Amerikaanse octrooischrift 3.236.314 van aanvrager bekend is.

In de praktijk is het met ëên bijzondere klem mogelijk geweest de sluitkracht van het oor te verhogen, waarbij 15 hetzelfde materiaal is toegepast als is aangegeven in de navolgende tabel: proefstuk bandafrneting gemiddelde sluitkracht dichtheid _ _ treksterkte _ _

20 8 B

A 9 x 0,8 itm 470 N/mm2 380 kp van 0 tot 1,8 bar B 9 x 0,8 mn 470 N/irm2 460 kp van 0 tot 2 bar C 9 x 0,8 mn 470 N/ian2 550 kp van 0 tot 2,2 bar D 10 x 1 mn 500 N/irm2 800 kp van 0 tot 3,4 bar* 25 (* balg barst bij 3,4 bar) ! waarbij A een klem met de bekende versterkingsgroef en mechanische verbinding volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012 voorstelt.

B een klem met versterkt oor volgens de uitvinding ' 30 en een mechanische verbinding volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012 voorstelt.

C een klem met een versterkt oor volgens de uitvinding en een mechanische verbinding volgens de uitvinding voorstelt.

35 D een klem met een versterkt oor volgens de uitvin ding en een mechanische verbinding volgens de uitvinding voorstelt, waarbij een dikker en breder materiaal is toegepast.

Zoals in de voorgaande tabel is te zien,· maakt de 'V « / ‘“’ui V ' t - > -* V V V' Λ J -+Λ —- — _ -- - - 8 - uitvinding niet alleen een aanzienlijke verhoging van de op het oor uitgeoefende sluit- of spankrachten mogelijk, welke door de mechanische verbinding kunnen worden weerstaan, doch staat eveneens een breder en dikker materiaal toe, wat wederom 5 een verdere verhoging van de op het oor uitgeoefende sluit-kracht mogelijk maakt.

Bovendien staat het versterkte oor volgens de uitvinding toe, dat het oor lager wordt gehouden dan bij de bekende versterking. Terwijl de hoogte van het oor in de voor-10 beelden A en B 6,2 mm bedroeg, kon de hoogte in de voorbeelden C en D tot 5 mm worden verlaagd.

Proefnemingen met klemmen volgens de uitvinding hebben aangetoond, dat klemmen met de versterking in het brug-deel van het oor volgens deze uitvinding een toename van onge-15 veer 150% van de sterkte van de klem ten opzichte van klemmen met de bekende versterking in het oor daarvan mogelijk maakt.

De uitvinding is niet beperkt tot het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, dat op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kan worden gevari-20 eerd.

V; & fc* i t f ·· i·· tj i

Claims

1. Open klemconstructie, die geschikt is voor zeer hoge spankrachten, en die is voorzien van een klemband met een inwendig banddeel en een uitwendig banddeel; van mechanische verbindingsmiddelen met zich buitenwaarts uitstrekkende haken 5 nabij het vrije uiteinde van het inwendige banddeel, die in uitsparingen nabij het vrije uiteinde van het uitwendige banddeel kunnen grijpen; van middelen voor het spannen van de klemconstructie na de ingrijping van tenminste één haak in de bijbehorende uitsparing, uitgevoerd met tenminste één deformeer-10 baar oor, dat twee in hoofdzaak buitenwaarts verlopende been-delen en een zich tussen deze beendelen uitstrekkend brugdeel omvat, waarbij het brugdeel versterkingsmiddelen bezit, met het kenmerk, dat de versterkingsmiddelen bestaan uit een in hoofdzaak panvormige verdieping, die zich over een aan-15 zienlijk gedeelte van de lengte en breedte van het brugdeel uitstrekt, terwijl tenminste één van de haken een koud-ver-vormde haak met een krachtopnemend draagvlak is, terwijl een andere haak uit een gecombineerde lei- en steunhaak bestaat, die is voorzien van een hellend lei- en steunvlak, dat is ge-20 vormd door zijn, van het vrije uiteinde van het inwendige banddeel afgekeerde achterrand.

2. Klemconstructie volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de panvormige verdieping is voorzien van een althans ongeveer vlak bodemdeel en verbindings- 25 delen, die zich in hoofdzaak in de langsrichting en dwarsrich-ting uitstrekken en een hoek van bij benadering 90° vormen ten opzichte van het bodemdeel en het overige niet-verdiepte brugdeel.

3. Klemconstructie volgens conclusie 2, m e t [ 30 het kenmerk, dat de verbindingsdelen via afgeronde j i hoeken met relatief kleine buigstralen in het bodemdeel en in het overige niet-verdiepte brugdeel overgaan.

4. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-3, met het kenmerk, dat de gecombineerde lei- en 35 steunhaak uit een lipvormig orgaan bestaat, dat zich in hoofdzaak in de langsrichting van de band uitstrekt en uit het bandmateriaal is gedrukt.

5. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-4, λ 5 y i ' - : - 10 - met het kenmerk, dat de gecombineerde lei- en steunhaak althans ongeveer parallellogramvormig is.

6. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat de, de gecombineerde lei- 5 en steunhaak opnemende, uitsparing uit een relatief smalle sleuf bestaat, die door een aanzienlijke hoeveelheid materiaal is omgeven, teneinde aanzienlijke spankrachten te kunnen opnemen .

7. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-6, 10 m e t het kenmerk, dat aan de ene zijde van de gecombineerde lei- en steunhaak meer materiaal aanwezig is dan aan de andere zijde hiervan.

8. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-7, gekenmerkt door verdere middelen, die zijn voorzien 15 van een tongvormige verlenging aan het vrije uiteinde van het uitwendige banddeel, dat in een buitenwaarts ingedeukte verdieping van het uitwendige banddeel kan grijpen. 20 - 0 j . / i Ó