NL194624C - Klem. - Google Patents
Klem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL194624C NL194624C NL9002663A NL9002663A NL194624C NL 194624 C NL194624 C NL 194624C NL 9002663 A NL9002663 A NL 9002663A NL 9002663 A NL9002663 A NL 9002663A NL 194624 C NL194624 C NL 194624C
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- band
- ear
- clamp
- shaped
- clamping band
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L33/00—Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
- F16L33/02—Hose-clips
- F16L33/035—Hose-clips fixed by means of teeth or hooks
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L33/00—Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
- F16L33/02—Hose-clips
- F16L33/025—Hose-clips tightened by deforming radially extending loops or folds
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T24/00—Buckles, buttons, clasps, etc.
- Y10T24/14—Bale and package ties, hose clamps
- Y10T24/1457—Metal bands
-
- Y—GENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
- Y10—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
- Y10T—TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
- Y10T24/00—Buckles, buttons, clasps, etc.
- Y10T24/14—Bale and package ties, hose clamps
- Y10T24/1457—Metal bands
- Y10T24/1478—Circumferentially swagged band clamp
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Joints That Cut Off Fluids, And Hose Joints (AREA)
- Jigs For Machine Tools (AREA)
- Glass Compositions (AREA)
- Non-Reversible Transmitting Devices (AREA)
- Finger-Pressure Massage (AREA)
- Package Frames And Binding Bands (AREA)
Description
1 194624
Klem
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klem, omvattende een klemband van een in de lengterichting van de band in hoofdzaak niet-elastisch materiaal met ten minste één aan de beide zijden in 5 de lengterichting van de band door symmetrische, ten opzichte van het centrale longitudinale vlak van de band gekromde materiaaldelen begrensde opening, waarbij ieder der materiaaldelen een breedte bezit die kleiner is dan 40% van de normale bandbreedte en waarbij de beide materiaaldelen over de volledige breedte van de band concaaf naar elkaar toe zijn gebogen en aan de opening een vorm van een venster verschaffen dat in hoofdzaak gelijkt op een zandloper en een middel voor het verschaffen van een 10 mechanische spankracht bij het aanbrengen van de klem.
Een dergelijke klem wordt beschreven in de niet tijdig gepubliceerde Nederlandse octrooiaanvrage 9002060.
De uitvinding beoogt een klem van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen die een vergroot rekopnemend vermogen bezit. Daartoe wordt de klem volgens de aanhef gekenmerkt, doordat het middel 15 voor het verschaffen van de spankracht een in de klemband opgenomen oorvormige beugel omvat.
Hiermee wordt bereikt dat door toepassing van een in de klemband gevormd oor, ook wel ”Oetiker”-oor genoemd, een gedeelte van het aan de band toe te wijzen rekopnemend vermogen niet meer behoeft te worden opgebracht door de oorvormige beugel, doch uitsluitend door de band zelf, zodat de oorvormige beugel steviger kan worden uitgevoerd.
20 In het bijzonder bij gebruik met klemconstructies die zijn uitgevoerd met één of meer van de genoemde ”Oetiker”-oren, biedt de beschikbaarheid van een elastisch rekbaar bandmateriaal, in het bijzonder een klembandmateriaal vervaardigd van gegalvaniseerd of roestvast staal, dat normaal verstoken is van enige elastische rekbaarheid in zijn langsrichting, een aantal belangrijke voordelen. Een elastisch rekbaar bandmateriaal in combinatie met een ”Oetiker”-oor maakt het nu mogelijk dat het Oetiker”-oor altijd 25 volledig kan worden gesloten voor het maximaliseren van zijn vasthoudvermogen zonder rekening te houden met de sluitkrachten die noodzakelijk zijn voor het bereiken hiervan. Dit is het geval aangezien overmatige sluitkrachten nu kunnen worden gecompenseerd door het elastisch rekken van de klemband zelf. Het gebruik van pneumatische nijptangen, die werken met een vooraf bepaalde constante druk, wordt daardoor overbodig. Bovendien elimineert het gebruik van een klemband met elastische rekbaarheid in zijn 30 langsrichting voorheen bestaande beperkingen in het ontwerp van het oor, in het bijzonder met betrekking tot de hoogte van het oor en de lengte van het brugdeel die tot nu toe dienden te worden ontworpen met inachtname van de van het oor vereiste compensatiefuncties. Voorts maakt het elastisch rekbare band* materiaal een grotere vrijheid mogelijk in de uiteindelijke vormgeving van het plastisch deformeerbare oor voor het maximaliseren van zijn vasthoudvermogen, omdat thans niet langer een beroep wordt gedaan op 35 het oor voor het compenseren van de vereiste veranderingen in de lengte van de klemband in zijn omtreksrichting. Dit betekent bijvoorbeeld dat de hoogte van het plastisch gedeformeerde oor relatief laag kan worden gehouden door het gebruik van gereedschappen, die als zodanig in de techniek bekend zijn. De versterkingsgroef in het brugdeel kan thans ook worden ontworpen met het in gedachten houden van de mogelijkheid van het sluiten van het oor tot zijn optimale vorm, omdat de compenseerfunctie van het oor nu 40 in de eerste plaats door de elastisch rekbare band wordt vervuld.
Als meest relevante tijdig gepubliceerde stand van de techniek wordt gewezen op DE-A 3.018.383.
Uit dit octrooischrift is op zichzelf een klem bekend, welke een klemband omvat, van een in lengterichting van de band in hoofdzaak niet-elastisch materiaal met ten minste één aan de beide zijden in de lengterichting van de band door symmetrische, ten opzichte van het centrale longitudinale vlak van de band 45 gekromde materiaaldelen begrensde opening, en een middel voor het verschaffen van een mechanische spankracht bij het aanbrengen van de klem. Hierbij zijn echter de beide materiaaldelen over de volledige breedte van de klemband concaaf naar buiten toe gebogen, waartoe na het uitstansen van de klemband met openingen elk in de vorm van een dwars op de lengterichting van de band staande zandloper, de materiaaldelen welke de rand van de band begrenzen door een zijwaartse, van de in lengterichting 50 verlopende hartlijn afgerichte spankracht, in de buiten de oorspronkelijke klembandbreedte reikende krommingen worden vervormd. De betreffende klemband is niet voorzien van een daarin gevormd oor, doch dient met een los hierin te haken oor op spanning te worden gebracht.
Bij voorkeur is de klem, welke zoals beschreven in de voornoemde colliderende Nederlandse octrooiaanvrage 9002060 ten minste twee naast elkaar gelegen openingen omvat, met een daar tussen in liggend, 55 dwars verlopend lijfgedeelte, volgens de uitvinding gekenmerkt, doordat aan beide zijden van de klemband in het gedeelte van de dwars verlopende lijfgedeeltes in dezelfde richting omgezette lipvormige vasthoud-delen zijn gevormd. Hiermee wordt de te omklemmen slang tegen verdraaien geborgd. Gewezen kan echter 194624 2 worden op het Britse octrooischrift 0.165.262, waaruit dergelijke omgezette lipvormige vasthouddelen op zichzelf bekend zijn.
Ter verdere versterking van de oorvormige beugel, kan de klem volgens de uitvinding zodanig zijn uitgevoerd, dat de oorvormige beugel in zijn bruggedeelte een versterking in de vorm van een vlakke, 5 panvormige indrukking omvat, die over een hoofddeel van de breedte en de lengte van het bruggedeelte in hoofdzaak vlak is gevormd.
Opgemerkt wordt dat uit het Britse octrooischrift 2.031.505 op zichzelf een oorvormige beugel bekend is met in zijn bruggedeelte een versterking in de vorm van een vlakke, panvormige indrukking.
Volgens een voordelig uitvoering van de klem, bedekt de indrukking volgens de uitvinding ten minste 10 35%, bij voorkeur 40%-60%, van het oppervlak van het bruggedeelte.
Bij voorkeur is de klemband volgens de uitvinding in dwarsrichting gekromd.
De onderhavige uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van de nu volgende beschrijving onder verwijzing naar de bijgaande tekening, die verschillende uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige 15 uitvinding weergeeft.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een deel van eeh band die is uitgevoerd met drie secties die elastische rekbaarheid aan de band verschaffen.
Figuur 2 is een bovenaanzicht van een deel van een band die min of meer over zijn gehele lengte bestaat uit zich herhalende secties die elastische rekbaarheid verlenen.
20 Figuur 2a is een perspectivisch aanzicht van een verbindingsorgaan voor toepassing bij het verbinden van de open uiteinden van een band van het type volgens figuur 2.
Figuur 3 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een gewijzigde band van het type volgens figuur 2, die in dwarsrichting is gekromd voor het verhogen van zijn veerwerking.
Figuur 4 is een perspectivisch aanzicht van een klemconstructie met één oor, die is vervaardigd van 25 buisvormig materiaal en is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van de kiem met één oor volgens figuur 4 in zijn gemonteerde toestand.
Figuur 6 is een perspectivisch aanzicht van een klem met twee oren, die is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
30 Figuur 7 is een perspectivisch aanzicht van de klem met twee oren volgens figuur 6 in de gemonteerde toestand.
Figuur 8 is een bovenaanzicht van een bandconstructie die is uitgevoerd met zich herhalende elastische rekbaarheid verlenende secties, waarvan de vrije uiteinden zijn uitgevoerd met buitenwaarts verlopende haken voor onderlinge verbinding bij gebruik van een afzonderlijk verbindingsorgaan.
35 Figuur 9 is een zijaanzicht van de bandconstructie volgens figuur 8.
Figuur 10 is een bovenaanzicht van een verbindingsorgaan voor toepassing bij de bandconstructie volgens de figuren 8 en 9.
Figuur 11 is een zijaanzicht van het verbindingsorgaan van figuur 10.
Figuur 12 is een bovenaanzicht van een gewijzigde bandconstructie, die weer vergelijkbaar is met 40 figuur 8 voor het met elkaar verbinden van de geflensde uiteinden van bijvoorbeeld twee pijpvormige organen.
Figuur 13 is een zijaanzicht van de bandconstructie van figuur 12.
Figuur 14 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede, waarin de toepassing is weergegeven van de bandconstructie van de figuren 12 en 13 voor het met elkaar verbinden van de geflensde uiteinden van twee 45 organen.
Figuur 15 is een perspectivisch aanzicht van een klemconstructie van het open type, die is gesloten door een klinknagelvormige verbinding en is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
Figuur 16 is een perspectivisch aanzicht van een staploze klemconstructie die is uitgevoerd met een 50 aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
Figuur 17 is een perspectivisch aanzicht van een andere staploze klemconstructie die is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
Figuur 18 is een perspectivisch aanzicht van een staploze klemconstructie van een schroeftype, die is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
55 Figuur 19 is een perspectivisch aanzicht van een klemconstructie van het zogenaamde kroontype, die is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
Figuur 20 is een perspectivisch aanzicht van een staploze klemconstructie voor het opvangen van grote 3 194624 krachten, die is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties.
In de verschillende figuren van de tekening zijn gelijksoortige verwijzingscijfers gebruikt voor het aanduiden van gelijksoortige onderdelen. In de tekening, en in het bijzonder in figuur 1 duidt verwijzingscijfer 10 5 algemeen een band aan, die is vervaardigd van een materiaal dat normaal is verstoken van enige significante elastische rekbaarheid in zijn langsrichting, bijvoorbeeld vervaardigd van gegalvaniseerd of roestvast staal, zoals gebruikt wordt in klemconstructies. De band 10 is uitgevoerd met een aantal secties die in hun geheel door verwijzingscijfer 20 zijn aangeduid en zodanig zijn geconstrueerd en ingericht dat zij elastische rekbaarheid aan de band 10 in zijn langsrichting verlenen. In het bij zonder bestaat elke sectie 20 10 uit niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b die zijn begrensd door concaaf gevormde zijoppervlakken 22a en 22b van de band 10, welke zijn gevormd door uitsnijdingen langs de zijden van de band en door aangrenzende kromlijnige oppervlakken 24a en 24b die zijn gevormd door de uitsnijding 23 in het middengebied van de band. In de weergegeven uitvoering zijn de zijoppervlakken 22a en 22b gevormd door in hoofdzaak segmentvormige uitsnijdingen langs de zijden van de band, terwijl de oppervlakken 24a 15 en 24b in feite zijn gevormd door de uitsnijding 23 in het middengebied van de band, waarbij de uitsnijding 23 is uitgevoerd als een venster waarvan de vorm althans ongeveer gelijkt op een zandloper. De oppervlak· ken 22a en 24a alsmede de oppervlakken 22b en 24b verlopen daarbij althans ongeveer evenwijdig aan elkaar, zodat de zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b een althans ongeveer constant breedte bezitten over een hoofddeel van hun lengte. De breedte van de zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b is daarbij kleiner 20 dan 35% van de normale breedte van de band, en bij voorkeur tussen ongeveer 15% en ongeveer 30%. De breedte is daarbij gekozen in afhankelijkheid van het materiaal van de band, alsmede van de gewenste elastische rekbaarheid en het vereiste vasthoudvermogen van de band bij een gegeven (slang)materiaal.
Aangrenzende secties 20 zijn met elkaar verbonden door lijfgedeelten 28 die over de volledige breedte van de band verlopen. De lijfgedeelten 28 zijn daarbij begrensd door in de dwarsrichting verlopende 25 eindoppervlakken 27 van de uitsnijdingen 23 in aangrenzende secties 20. De dikte van de lijfgedeelten 28 is daarbij ongeveer hetzelfde als de dikte van de zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b, alhoewel zij ook dunner of dikker kunnen worden gekozen. Teneinde spanningspieken te vermijden, zijn de hoeken van de uitsnijdingen 23. dat wil zeggen de snijpunten van de eindoppervlakken 27 en de zijoppervlakken 24a en 24b, afgerond, hetgeen ook het geval is met de overgangen tussen de concaaf gevormde zijoppervlakken 30 22a en 22b en de normale volledige breedte van de band.
Trekkrachten in de band 10 in de langrichting daarvan zuilen veroorzaken dat de niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b minder niet-rechtlijnig worden. Het beëindigen van deze trekkrachten zal toestaan dat de zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b naar een meer niet-rechtlijnige toestand terugkeren, aangenomen dat de trekkrachten de reksterkte (elasticiteitsgrens) van het bandmateriaal niet 35 hebben overschreden. In feitelijke proeven was een elastische rekbaarheid van tussen 0,4 en 0,5 mm mogelijk, waarbij elke sectie 20 voor een roestvast stalen bandmateriaal een reksterkte of elasticiteitsgrens bezit van ongeveer 2,4 mm. Een elastische terugvering van ongeveer 0,4 tot ongeveer 0,5 mm per sectie was daarbij bereikbaar, zelfs indien elke sectie meer was gerekt dan in die mate, op voorwaarde dat de totale rek onder de elasticiteitsgrens van het materiaal bleef.
40 Het aantal secties 20 kan willekeurig worden gekozen teneinde een gegeven bandconstructie geschikt te maken voor de te bereiken elastische rekbaarheid. Aangezien uitsluitend materiaalverwijdering, dat wil zeggen uitsnijdingen, wordt toegepast voor het bewerkstelligen van de niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b, hetgeen kan worden bereikt door het louter stansen of ponsen, is de vervaardiging van de band zeer eenvoudig en goedkoop en deze kan worden gerealiseerd wanneer een klemband voor 45 een klem wordt uigestanst of wanneer een band met continue secties 20 wordt vervaardigd.
Zoals hierna meer volledig zal worden toegelicht, is een band van het type volgens figuur 1 van groot belang bij verschillende klemconstructies die zijn vervaardigd van een normaal elastisch niet-rekbaar bandmateriaal en die om een te bevestigen voorwerp worden gespannen door plastische deformatie van een of meer ”Oetiker”-oren.
50 Figuur 2 verschilt van figuur 1 daarin, dat de band 10 is uitgevoerd met zich herhalende secties 20 over min of meer zijn gehele lengte, met de mogelijke uitzondering van de eindgebieden vanwege nog nader te noemen redenen. Elke sectie 20 van figuur 2, die gelijksoortig is aan de secties 20 van figuur 1, omvatten daarbij wederom niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 21a en 21b die vergelijkbaar zijn met die van figuur 1.
55 Het bandmateriaal 10 in figuur 2 kan daarbij deel uitmaken van een continue rol van dergelijk bandmateriaal, zoals is weergegeven in het Amerikaans octrooischrift 2.847.742. In dat geval kunnen gesneden stukken van dergelijk bandmateriaal onderling worden verbonden door een afzonderlijk verbindingsorgaan 194624 4 dat in zijn geheel is aangeduid door verwijzingscijfer 130, zoals in figuur 2a is weergegeven, en dat vergelijkbaar is met het verbindingsorgaan van het Amerikaanse octrooischrift 2.847.742. Het verbindings-orgaan 130 omvat daarbij een typisch "Oetiker”-oor dat in zijn geheel is aangeduid door verwijzingscijfer 30 en dat bestaat uit twee in hoofdzaak buitenwaarts verlopende beengedeelten 31a en 31b die met elkaar zijn 5 verbonden door een bruggedeelte 32 dat kan zijn uitgevoerd met een versterkingsgroef 33. De versterkings-groef 33 kan daarbij van het type zijn zoals is geopenbaard in de Amerikaanse octrooischriften 3.402.436 en 3.475.793 en bezit bij voorkeur de vorm van een relatief ondiepe, panvormige indrukking die ten minste ongeveer 35% en bij voorkeur 40 tot 60% van het oppervlak van het bruggedeelte 32 bedekt in zijn oorspronkelijke toestand zonder versterkingsgroef, zoals is geopenbaard in de Britse octrooiaanvrage 10 2.160.578. In de omtrek gerichte verlengingen 34a en 34b eindigen in binnenwaarts gebogen haken 35a en 35b van zodanige breedte dat deze kunnen grijpen in de bredere delen van de zandlopervormige uitsnijdingen 23. De uitsnijdingen 23 in het middengebied van de kunnen in de noodzakelijke mate zijn gewijzigd voor het verschaffen van voldoende ruimte voor de materiaaldikte van de binnenwaarts verlopende haken 35a en 35b. Dit kan worden bereikt door de zijoppervlakken 24a en 24b althans ongeveer evenwijdig te 15 laten verlopen aan de normale zijden van de band 10 nabij de eindoppervlakken 27 van de centrale uitsnijdingen 23.
Het gebruik van een of meer elastische rekbaarheid verlenende secties 20 is van groot belang In verbinding met klemconstructies die gebruik maken van een of meer zogenaamde ”Oetiker,,-oren, omdat de compensatie als gevolg van vereiste veranderingen in de lengte van de klemband, ofwel vanwege 20 toleranties in het slangmateriaal en/of ten gevolge van temperatuur- en/of drukfluctuaties, thans in de eerste plaats zal worden gecompenseerd door de secties 20. Dit houdt in, dat het oor 30 nu kan worden ontworpen en gesloten voor een maximum vasthoudvermogen zonder rekening te houden met elastisch compensatievermogen onder normale omstandigheden. De hoogte van het oor 30, dat wil zeggen de lengte van de benen 31a en 31b, alsmede de tussenruimte van deze benen, dat wil zeggen de lengte van het 25 brugdeel 32, kan optimaal worden gekozen. Bovendien kan het oor 30 plastisch worden gedeformeerd door het uitoefenen van de vereiste sluitkracht op zodanige wijze, dat in de plastisch gedeformeerde toestand de overgangen 36a en 36b tussen de omtreksverlengingen 34a en 34b van het verbindingsorgaan 130 van figuur 2a en de plastisch gedeformeerde beengedeelten 31a en 31b zo dicht mogelijk bij elkaar staan, dat wil zeggen elkaar bijna of geheel raken. Voorts kunnen geschikte bekende middelen worden toegepast 30 teneinde te waarborgen dat het plastisch gedeformeerde oor relatief plat is. Al deze mogelijkheden dragen bij aan de optimalisatie van het vasthoudvermogen van een bepaald oor.
Figuur 3 illustreert een bandconstructie 10' die vergelijkbaar is met figuur 2, met slechts dat verschil met de bandconstructie van figuur 2, dat de band niet plat is doch thans gekromd is, en in het bijzonder concaaf gekromd is in de dwarsrichting van de band, zodat tijdens het uitoefenen van trekkrachten de band in zijn 35 gemonteerde toestand zal trachten zich te zetten naar het daardoor te bevestigen voorwerp, dat relatief rechtlijnig in zijn axiale richting is, dat wil zeggen in wezen cilindrisch is in het geval van een slang of dergelijke. Dit zal bijdragen aan de veerwerking van de bandconstructie, wanneer zijn elastische rekbaarheid verlenende secties 20 zijn onderworpen aan trekkrachten.
Figuur 4 illustreert een klem met één oor van het type zoals is weergegeven in het Amerikaanse 40 octrooischrift 3.082.498, die is vervaardigd van buisvormig materiaal en waarin het in zijn geheel met verwijzingscijfer 30 aangeduide plastisch deformeerbare oor in één geheel met de klemband 10 is gevormd. De klemband 10 is daarbij uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties 20 van het type volgens figuren 1 en 2. Deze secties 20 kunnen daarbij over de gehele omtrek van de klemband verlopen of zodanig worden gekozen dat zij slechts over een deel daarvan verlopen in afhankelijkheid van 45 de gewenste mate van elasticiteit.
Figuur 5 illustreert de klemconstructie van figuur 4 in zijn gemonteerde toestand, wanneer deze bedoeld is voor het bevestigen van bijvoorbeeld een slangvormig deel 40 op een nippel 50. Zoals in figuur 5 kan worden gezien, kan het oor worden gesloten zodat de overgangen 36a en 36b tussen de klemband 10 en het plastisch gedeformeerde oor 30 elkaar zeer dicht naderen, terwijl het plastisch gedeformeerde oor 30 50 zelf relatief laag is gehouden. Voor normale doeleinden zijn de secties 20 daarbij althans ongeveer symmetrisch ten opzichte van de omtrek van de klemband 10 aangebracht.
Figuur 6 toont een typische klemconstructie met twee oren van het type zoals is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 2.614.304 en die is vervaardigd van buisvormig materiaal, waarin twee met verwijzingscijfer 30 aangeduide oren in één geheel met de klemband 10 zijn gevormd en diametraal 55 tegenover elkaar zijn geplaatst, hetgeen voordelen van een gebalanceerde klemconstructie biedt in een toepassing bij draaidelen. Om dezelfde redenen zijn het aantal en de plaats van de elastische rekbaarheid verlenende secties 20 eveneens zodanig gekozen, dat zij symmetrisch om de omtrek van de klemband 10 5 194624 zijn aangebracht. Figuur 7 illustreert de klemconstructie met twee oren volgens figuur 6 in de gemonteerde toestand om een buisvormig deel 40, dat dient te worden bevestigd op een buisvormig deel 50, waarbij het buisvormige deel 40 wederom een slangvormig deel kan zijn en het buisvormige deel 50 deel kan uitmaken van een nippelconstructie. Zoals wederom in figuur 7 is te zien, kunnen de oren 30 plastisch worden 5 gedeformeerd, zodat de overgangen 36a en 36b elkaar dicht naderen in de omtreksrichting, terwijl de hoogte van het oor in zijn plastisch gedeformeerde toestand relatief laag kan worden gehouden.
Figuren 8 en 9 illustreren een klemband voor een klemconstructie die kan worden verbonden door een verbïndingsorgaan van het type volgens de figuren 10 en 11. De wederom door verwijzingscijfer 10 aangeduide klemband van de figuren 8 en 9 is daarbij uitgevoerd met elastische rekbaarheid verlenende 10 secties 20 volgens de figuren 1 en 2 over nagenoeg zijn gehele lengte met uitzondering van de eind-gebieden 10a en 10b, die zijn uitgevoerd met buitenwaarts verlopende haken die deel uitmaken van de mechanische verbinding. In het bijzonder is eik eindgebied 10a en 10b uitgevoerd met een buitenwaarts verlopend koud gedeformeerd haakvormig orgaan 61 en met een lipvormig en haakvormig gecombineerd geleidings- en steunorgaan 62, dat in langsrichting van de klemband verloopt en hieruit is gebogen zoals 15 ook is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.622.720. Het lipvormige orgaan 62 is daarbij uitgevoerd met een geleidingsoppervlak 62a dat bovenwaarts en buitenwaarts van het vrije uiteinde van het bijbehorende klembanduiteinde af verloopt, zoals meer volledig is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.622.720. Het in zijn geheel met verwijzingscijfer 130 aangeduide verbindingsorgaan omvat wederom een ”Oetiker”-oor 30 dat bestaat uit in hoofdzaak buitenwaarts verlopende beengedeelten 31a en 20 31b die met elkaar zijn verbonden door een bruggedeelte 32 dat is uitgevoerd met een versterkingsgroef 34 die de vorm kan bezitten van een relatief ondiepe panvormige versterkingsindrukking. De omtreks-verlengingen 34a en 34b van het verbindingsorgaan 130 zijn elk uitgevoerd met een rechthoekige opening 161 en een sleufvormige opening 162 voor de haakvormige organen 61 respectievelijk 62. Door benutting van een klemband die is uitgevoerd met elastische rekbaarheid verlenende secties 20 kan het oor 30 in het 25 verbindingsorgaan 130 optimaal worden ontworpen en gesloten, zoals in het voorgaande is toegelicht.
Figuren 12,13 en 14 illustreren een gewijzigde uitvoering van de band eh klemconstructie volgens figuren 8-11 voor het samenhouden van bijvoorbeeld twee geflensde elementen. In het bij zonder omvat de in zijn geheel met verwijzingscijfer 110 aangeduide klemband wederom elastische rekbaarheid verlenende secties 20 over zijn gehele lengte, vergelijkbaar met die van de figuren 1 en 2, met uitzondering van de 30 bandeindgebieden 110a en 110b, die wederom zijn uitgevoerd met buitenwaarts verlopende haakvormige organen 61 en 62, overeenkomstig die van figuren 8 en 9. Verschillend van de klemband van figuren 8 en 9, is de klemband 110 van de figuren 12 en 13 uitgevoerd met binnenwaarts verlopende lipvormige organen 111, die aan beide zijden van de klemband verlopen binnen de gebieden waar de normale rechtlijnige zijoppervlakken van de volledige breedte van de klemband bestaan, dat wil zeggen in de gebieden tussen 35 de concaaf gevormde zijoppervlakken 22a en 22b. Voor de rest geldt hetgeen gezegd is met betrekking tot de figuren 8-11 op gelijke wijze voor de uitvoering volgens de figuren 12-14. De klemconstructie van de figuren 10-13, die thans bestaat uit de klemband 110 van de figuren 12 en 13 en uit het verbindingsorgaan 130 van de figuren 10 en 11, kan bijvoorbeeld worden gebruikt voor het stevig samenhouden van de eindflenzen 211 en 221 van de twee pijpvormige delen 210 en 220 (figuur 14).
40 Figuur 15 toont een klem met één oor die is vervaardigd van een klemband 10 welke is uitgevoerd met elastische rekbaarheid verlenende secties 20 en een plastisch deformeerbaar ”Oetiker”-oor 30 dat één geheel vormt met de klemband. De overlappende bandgedeelten zijn mechanisch met elkaar verbonden door een klinknagelachtige verbinding die in zijn geheel is aangeduid door verwijzingscijfer 70 en die van het type is zoals is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 3.286.314. Vanwege de aanwezigheid 45 van de secties 20 kunnen de in het voorgaande genoemde voordelen wederom met het oor 30 van deze klemconstructie worden verkregen.
Figuur 16 illustreert een zogenaamde staploze klemconstructie, waarin de klemband 10 wederom is uitgevoerd met een aantal elastische rekbaarheid verlenende secties 20. De klemconstructie van figuur 16, die van het type is zoals is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012, omvat in aanvulling op 50 een typisch ”Oetiker”-oor 30, een tongvormige verlenging 15 die kan grijpen in een centrale gootvormige verdieping 16 die begint bij een stap 17 en eindigt in een andere stapvormige vorm (niet weergegeven). De gootvormige verdieping 16 is daarbij verschaft door het uitdrukken van het betreffende centrale band* gedeelte, nadat bijbehorende in langsrichting verlopende uitsnijdingen daarin zijn aangebracht. Bovendien omvat de mechanische verbinding één geleidingshaak 64 en twee koud gedeformeerde steunhaken 65 die 55 kunnen grijpen in bijbehorende gaten 66 welke zijn aangebracht in het buitenste bandgedeelte 10b. Het ”Oetiker"-oor dat wederom is uitgevoerd met een versterkingsgroef of verdieping 33, profiteert wederom van de aanwezigheid van de elastische rekbaarheid verlenende secties 20, zoals in het voorgaande is
Claims (5)
1. Klem, omvattende: een klemband van een in de lengterichting van de band in hoofdzaak niet-elastisch materiaal met ten minste één aan de beide zijden in de lengterichting van de band door symmetrische, ten opzichte van het centrale longitudinale vlak van de band gekromde materiaaldelen, begrensde opening, waarbij ieder 50 der materiaaldelen, een breedte bezit die kleiner is dan 40% van de normale bandbreedte en waarbij de beide materiaaldelen, over de volledige breedte van de band concaaf naar elkaar toe zijn gebogen en aan de opening een vorm van een venster verschaffen dat in hoofdzaak gelijkt op een zandloper en een middel voor het verschaffen van een mechanische spankracht bij het aanbrengen van de klem, met het kenmerk, dat het middel voor het verschaffen van de spankracht een in de klemband (10) 55 opgenomen oorvormige beugel (30) omvat.
2. Klem volgens conclusie 1, waarbij de klemband ten minste twee naast elkaar gelegen openingen omvat, met een daar tussen in liggende, dwars verlopend lijfgedeelte met het kenmerk, dat aan beide zijden van de 7 194624 klemband (110) in het gedeelte van de dwars verlopende lijfgedeeltes in dezelfde richting omgezette lipvormige vasthouddeien (111) zijn gevormd.
3. Klem volgens een der conclusies 1-2, met het kenmerk, dat de oorvormige beugel (30) in zijn brug-gedeelte (32) een versterking (33) in de vorm van een vlakke, panvormige indrukking omvat, die over een 5 hoofddeel van de breedte en de lengte van het bruggedeelte (32) in hoofdzaak vlak is gevormd.
4. Klem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de indrukking ten minste 35%, bij voorkeur 40%-60%, van het oppervlak van het bruggedeelte (32) bedekt.
5. Klem volgens een der conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de klemband (10') in de dwarsrichting gekromd is. Hierbij 4 bladen tekening
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
US44672989 | 1989-12-06 | ||
US07/446,729 US5437081A (en) | 1984-06-20 | 1989-12-06 | Hose clamp |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL9002663A NL9002663A (nl) | 1991-07-01 |
NL194624B NL194624B (nl) | 2002-05-01 |
NL194624C true NL194624C (nl) | 2002-09-03 |
Family
ID=23773632
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL9002663A NL194624C (nl) | 1989-12-06 | 1990-12-05 | Klem. |
Country Status (22)
Country | Link |
---|---|
US (2) | US5437081A (nl) |
JP (1) | JP3193713B2 (nl) |
AT (1) | AT398614B (nl) |
AU (1) | AU642443B2 (nl) |
BE (1) | BE1005346A5 (nl) |
BR (1) | BR9006159A (nl) |
CA (1) | CA2031351C (nl) |
CH (1) | CH683940A5 (nl) |
CZ (1) | CZ281215B6 (nl) |
DE (1) | DE4038530C2 (nl) |
DK (1) | DK176043B1 (nl) |
ES (1) | ES2027866A6 (nl) |
FI (1) | FI100204B (nl) |
FR (1) | FR2655405B1 (nl) |
GB (1) | GB2239289B (nl) |
IT (1) | IT1244165B (nl) |
NL (1) | NL194624C (nl) |
NO (1) | NO303085B1 (nl) |
PT (1) | PT96116B (nl) |
SE (1) | SE9003868L (nl) |
SK (1) | SK581090A3 (nl) |
ZA (1) | ZA909465B (nl) |
Families Citing this family (22)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE4324055A1 (de) * | 1993-07-17 | 1995-01-19 | Henn Gmbh & Co Kg | Federband |
US5390395A (en) * | 1993-12-09 | 1995-02-21 | Hans Oetiker Ag Maschioen- Und Apparatefabrik | Earless, stepless clamp structure |
US5537721A (en) * | 1994-08-19 | 1996-07-23 | Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik | Tolerance-compensating hose clamp |
DE19612064A1 (de) * | 1996-03-27 | 1997-10-02 | Bayerische Motoren Werke Ag | Sicherungselement |
US6012189A (en) * | 1996-12-23 | 2000-01-11 | Dudley; Sherri H. | Multi-purpose bunting bag |
ITPN20010003U1 (it) * | 2001-01-25 | 2002-07-25 | Sipa Spa | Dispositivo per il rilevamento di variazioni di temperatura con alloggiamento per il sensore |
US6560823B1 (en) * | 2002-01-15 | 2003-05-13 | Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik | Method for optimizing the length of the blank for an open-type clamp and clamp made with the use of this method |
JP4045537B2 (ja) * | 2002-06-06 | 2008-02-13 | 日本発条株式会社 | ブーツバンド |
CN100389049C (zh) * | 2003-01-14 | 2008-05-21 | 汉斯厄蒂克机械和设备工厂有限公司 | 内部夹紧表面没有间隙、台阶或者中断的软管夹紧件 |
US20040134041A1 (en) * | 2003-01-14 | 2004-07-15 | Craig, Paul M. | Open hose clamp with plastically deformable ear |
WO2006074671A1 (de) * | 2004-12-22 | 2006-07-20 | Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik | Klemmring zur befestigung einer gasgeneratorpatrone |
KR100723660B1 (ko) * | 2005-04-12 | 2007-06-04 | 유회진 | 냅킨 홀더 |
US7389568B2 (en) * | 2005-07-27 | 2008-06-24 | Epicor Industries, Inc. | Compression hose clamp |
US20070028427A1 (en) * | 2005-08-04 | 2007-02-08 | Timken Us Corporation | Loop clamp |
FR2893099B1 (fr) * | 2005-11-09 | 2010-05-28 | Aldes Aeraulique | Collier de serrage rapide |
ES2389133T3 (es) * | 2007-11-09 | 2012-10-23 | Progeral Indústria de Artefatos Plásticos Ltda. | Abrazadera de manguera |
DE102009023923B4 (de) * | 2009-06-04 | 2016-02-11 | Autoliv Development Ab | Befestigungsklemme und Gassack-Einheit |
DE102013205400B3 (de) * | 2013-03-27 | 2014-07-03 | Zf Friedrichshafen Ag | Schwingungsdämpfer mit einem schellenförmigen Anbauteil |
CA2861914C (en) | 2013-10-04 | 2020-03-10 | Thomas & Betts International Llc | Compression wire joints |
FR3101118B1 (fr) * | 2019-09-23 | 2021-10-01 | Caillau | Collier de serrage |
FR3101127B1 (fr) * | 2019-09-23 | 2021-10-01 | Caillau | Collier de serrage |
US20230191865A1 (en) * | 2021-12-20 | 2023-06-22 | Continental Automotive Systems, Inc. | Airspring gaiter with sliding joint |
Family Cites Families (40)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB165262A (en) * | 1920-04-14 | 1921-06-30 | Gustavus Green | Improvements in pipe junctions |
US1705895A (en) * | 1928-02-18 | 1929-03-19 | George O Blair | Hose clamp |
US2614304A (en) * | 1951-06-01 | 1952-10-21 | Oetiker Hans | Hose clip |
GB788519A (en) * | 1955-06-28 | 1958-01-02 | Erling Andreas Wold | Improvements in or relating to bands of metal or other materials |
US2847742A (en) * | 1956-03-14 | 1958-08-19 | Oetiker Hans | Hose clamp |
US3082498A (en) * | 1959-01-06 | 1963-03-26 | Oetiker Hans | Compression band |
CH413519A (de) * | 1963-01-29 | 1966-05-15 | Oetiker Hans | Verfahren zur Herstellung von Ringen, insbesondere für geschlossene Schlauchbriden |
US3189961A (en) * | 1963-09-17 | 1965-06-22 | Rotron Mfg Co | Hose clamp |
CH437926A (de) * | 1964-11-24 | 1967-06-15 | Oetiker Hans | Verfahren zur Herstellung eines Spannringes oder Spanngliedes |
CH442902A (de) * | 1965-06-03 | 1967-08-31 | Oetiker Hans | Klemmbride zum Festklemmen eines Schlauches auf einer Nippel |
US3324234A (en) * | 1965-02-26 | 1967-06-06 | Minnesota Mining & Mfg | Electrical connector strap |
US3523337A (en) * | 1965-10-23 | 1970-08-11 | Hans Oetiker | Clamping device |
DE1985256U (de) * | 1966-05-12 | 1968-05-09 | Metal Containers Ltd | Geteilter verschlussring zum befestigen eines deckels an einem behaelterkoerper. |
GB1133159A (en) * | 1966-06-24 | 1968-11-13 | Foam Engineers Ltd | Improvements in flexible clips |
US3579754A (en) * | 1969-04-01 | 1971-05-25 | Hans Oetiker | Compression band |
BE791521A (fr) * | 1971-11-19 | 1973-03-16 | Oetiker Hans | Organe protecteur pour colliers de serrage de tuyaux souples |
DE2240271A1 (de) * | 1972-08-16 | 1974-03-07 | Jurid Werke Gmbh | Schlauchverbindung |
US4045843A (en) * | 1976-09-01 | 1977-09-06 | Amp Incorporated | Bundle tie devices and material |
US4103399A (en) * | 1977-03-02 | 1978-08-01 | Hans Oetiker | Hose clamp |
US4237584A (en) * | 1978-06-14 | 1980-12-09 | Hans Oetiker | Clamp structure, especially axle sleeve clamp |
US4312101A (en) * | 1978-09-26 | 1982-01-26 | Hans Oetiker | Hose clamp with insert member |
US4222155A (en) * | 1978-11-01 | 1980-09-16 | Hans Oetiker | Hose clamp |
US4237534A (en) * | 1978-11-13 | 1980-12-02 | Motorola, Inc. | Bus arbiter |
US4315348A (en) * | 1979-05-08 | 1982-02-16 | Hans Oetiker | Mechanical lock for clamps |
US4299012A (en) * | 1979-05-08 | 1981-11-10 | Hans Oetiker | Hose clamp |
FR2480875A1 (fr) * | 1979-11-22 | 1981-10-23 | Caillau Ets | Collier de serrage a reserve d'elasticite |
US4308648A (en) * | 1980-03-31 | 1982-01-05 | Murray Corporation | Convoluted hose clamps |
DE3018383C2 (de) * | 1980-05-14 | 1985-08-01 | Rasmussen Gmbh, 6457 Maintal | Schlauchschelle und Verfahren zu ihrer Herstellung |
DE3041106C2 (de) * | 1980-10-31 | 1985-09-12 | Gemi Metallwarenfabrik Gustav Henning KG, 3538 Marsberg | Klemmschelle aus federelastischem Material |
US4402113A (en) * | 1981-12-30 | 1983-09-06 | Communications Technology Corporation | Flexible clamp for hose, cable and the like |
US4521940A (en) * | 1982-02-23 | 1985-06-11 | Hans Oetiker | Hose clamp |
US4446603A (en) * | 1982-03-09 | 1984-05-08 | E. J. Brooks Company | Meter clamping ring |
US4622720A (en) * | 1982-12-03 | 1986-11-18 | Hans Oetiker | Fastening arrangement for open hose clamp |
US4492004A (en) * | 1982-12-03 | 1985-01-08 | Hans Oetiker | Earless clamp structure |
US4987651A (en) * | 1989-09-20 | 1991-01-29 | Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik | Earless clamp |
DE8502562U1 (de) * | 1985-01-31 | 1986-07-31 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Spannschelle |
FR2613786B1 (fr) * | 1987-04-09 | 1990-11-30 | Pont A Mousson | Collier a vis de serrage pivotante |
FR2616879B1 (fr) * | 1987-06-22 | 1989-11-17 | Caillau Ets | Collier de serrage metallique perfectionne |
US4910832A (en) * | 1988-01-29 | 1990-03-27 | Parker Hannifin Corporation | Spring band clamp |
US4998326A (en) * | 1989-12-06 | 1991-03-12 | Hans Oetiker Ag Maschioen- Und Apparatefabrik | Balanced clamp structure |
-
1989
- 1989-12-06 US US07/446,729 patent/US5437081A/en not_active Expired - Lifetime
-
1990
- 1990-11-21 AU AU66816/90A patent/AU642443B2/en not_active Expired
- 1990-11-22 SK SK5810-90A patent/SK581090A3/sk not_active IP Right Cessation
- 1990-11-22 CZ CS905810A patent/CZ281215B6/cs not_active IP Right Cessation
- 1990-11-26 ZA ZA909465A patent/ZA909465B/xx unknown
- 1990-11-28 FR FR9015246A patent/FR2655405B1/fr not_active Expired - Lifetime
- 1990-11-28 JP JP32335790A patent/JP3193713B2/ja not_active Expired - Lifetime
- 1990-11-29 IT IT02222790A patent/IT1244165B/it active IP Right Grant
- 1990-11-30 GB GB9026070A patent/GB2239289B/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-12-03 ES ES9003087A patent/ES2027866A6/es not_active Expired - Fee Related
- 1990-12-03 DE DE4038530A patent/DE4038530C2/de not_active Expired - Lifetime
- 1990-12-04 CH CH3829/90A patent/CH683940A5/de not_active IP Right Cessation
- 1990-12-05 FI FI906001A patent/FI100204B/fi active IP Right Grant
- 1990-12-05 BR BR909006159A patent/BR9006159A/pt not_active IP Right Cessation
- 1990-12-05 NO NO905261A patent/NO303085B1/no not_active IP Right Cessation
- 1990-12-05 BE BE9001154A patent/BE1005346A5/fr not_active IP Right Cessation
- 1990-12-05 SE SE9003868A patent/SE9003868L/ unknown
- 1990-12-05 NL NL9002663A patent/NL194624C/nl not_active IP Right Cessation
- 1990-12-05 CA CA002031351A patent/CA2031351C/en not_active Expired - Lifetime
- 1990-12-06 PT PT96116A patent/PT96116B/pt not_active IP Right Cessation
- 1990-12-06 AT AT0247090A patent/AT398614B/de not_active IP Right Cessation
- 1990-12-06 DK DK199002905A patent/DK176043B1/da not_active IP Right Cessation
-
1995
- 1995-04-07 US US08/418,619 patent/US5613281A/en not_active Expired - Lifetime
Also Published As
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL194624C (nl) | Klem. | |
NL192538C (nl) | Open klemconstructie. | |
NL194410C (nl) | Gebalanceerde klemconstructie. | |
NL8002626A (nl) | Klemconstructie. | |
JPH03209090A (ja) | 弾性的伸縮可能性を有するクランプバンドおよび弾性的な伸縮可能性を与えるための方法 | |
JPH0122481B2 (nl) | ||
HU215412B (hu) | Szorítóbilincs és eljárás szorítóbilincs-szalag rugalmas feszíthetőségének kialakítására | |
HU223742B1 (hu) | Tömlőszorító bilincs | |
US5564167A (en) | Reinforced ear structure for clamps | |
HU216697B (hu) | Újra felhasználható szorítóbilincs | |
US6845549B2 (en) | Worm drive hose clip | |
JP3403741B2 (ja) | ばね作用を改良したクランプ構造体 | |
NL192537C (nl) | Klemconstructie voorzien van een brugdeel met een verdieping. | |
KR100413192B1 (ko) | 개방클램프 | |
CA3127425C (en) | Hose clamp | |
HU219834B (hu) | Tömlőszorító bilincs tűréskiegyenlítéssel és eljárás tűréskiegyenlítésre | |
US5070580A (en) | Externally strengthened clamp structure | |
GB2261256A (en) | Hose clamp | |
CA1151852A (en) | Hose clamp | |
NL8801222A (nl) | Klemconstructie. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Effective date: 20101205 |