NL8403944A - Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig. - Google Patents

Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig. Download PDF

Info

Publication number
NL8403944A
NL8403944A NL8403944A NL8403944A NL8403944A NL 8403944 A NL8403944 A NL 8403944A NL 8403944 A NL8403944 A NL 8403944A NL 8403944 A NL8403944 A NL 8403944A NL 8403944 A NL8403944 A NL 8403944A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
switches
display unit
vehicle
switch
program
Prior art date
Application number
NL8403944A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Saab Scania Ab
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Saab Scania Ab filed Critical Saab Scania Ab
Publication of NL8403944A publication Critical patent/NL8403944A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01RMEASURING ELECTRIC VARIABLES; MEASURING MAGNETIC VARIABLES
    • G01R31/00Arrangements for testing electric properties; Arrangements for locating electric faults; Arrangements for electrical testing characterised by what is being tested not provided for elsewhere
    • G01R31/005Testing of electric installations on transport means
    • G01R31/006Testing of electric installations on transport means on road vehicles, e.g. automobiles or trucks
    • G01R31/007Testing of electric installations on transport means on road vehicles, e.g. automobiles or trucks using microprocessors or computers
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H63/00Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism
    • F16H63/40Control outputs from the control unit to change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion or to other devices than the final output mechanism comprising signals other than signals for actuating the final output mechanisms
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • F16H2061/1208Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures with diagnostic check cycles; Monitoring of failures
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • F16H2061/1208Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures with diagnostic check cycles; Monitoring of failures
    • F16H2061/1216Display or indication of detected failures
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • F16H2061/1256Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected
    • F16H2061/126Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected the failing part is the controller
    • F16H2061/1268Electric parts of the controller, e.g. a defect solenoid, wiring or microprocessor
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • F16H2061/1256Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected
    • F16H2061/1272Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected the failing part is a part of the final output mechanism, e.g. shift rods or forks
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16HGEARING
    • F16H61/00Control functions within control units of change-speed- or reversing-gearings for conveying rotary motion ; Control of exclusively fluid gearing, friction gearing, gearings with endless flexible members or other particular types of gearing
    • F16H61/12Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures
    • F16H2061/1256Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected
    • F16H2061/1284Detecting malfunction or potential malfunction, e.g. fail safe; Circumventing or fixing failures characterised by the parts or units where malfunctioning was assumed or detected the failing part is a sensor

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Computer Hardware Design (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Control Of Transmission Device (AREA)

Description

‘ N.0* 32936
Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig____
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig, waarbij een weergeefeenheid en een aantal schakelaars en solenoidekleppen voor het regelen van het stelsel 5 voor het wijzigen van de versnelling tijdens het lopen van het voertuig verbonden zijn met een elektronische stuureenheid, waarbij de eenheden, schakelaars en solenoidekleppen permanent in het voertuig gemonteerd zijn.
Bekende stelsels voor het uitvoeren van foutdetectie in elektron!— 10 sche stelsels voor het wijzigen van de versnelling of overbrenging in voertuigen zijn vaak gebaseerd op het gebruik van speciale apparatuur die verbonden is met een reeds in het voertuig aanwezig stuurstelsel.
In de praktijk betekent dit dat de chauffeur van het voertuig buitengewoon beperkte mogelijkheden heeft voor het localiseren van de fout wan-15 neer er één in het stuurstelsel zou optreden. Een fout die slechts een kleine bagatel is kan dus tot gevolg hebben dat het voertuig een niet noodzakelijke periode van buiten bedrijf heeft doordat gewacht wordt op het oproepen van onderhoudspersoneel voor het uitvoeren van de foutdetectie. Vooral bij zware voertuigen in handelsverkeer zijn de kosten 20 voor het buiten bedrijf zijn aanzienlijk en is er derhalve een sterke behoefte in dit verband cm dergelijke buiten-bedrijfstijd tot een minimum te beperken.
Ten opzichte van deze achtergrond heeft de uitvinding tot doel een foutdetectiewerkwijze aan te geven zodanig dat zonder, speciale appara-25 tuur elke voertuigchauffeur een foutdetectie kan uitvoeren die de meest gebruikelijke oorzaken van fouten bestrijkt. Daartoe heeft de uitvinding het kenmerk dat de foutdetectie in stappen uitgevoerd wordt, waarbij een eerste werkstap begonnen wordt door een manuale bekrachtiging van een permanent in het voertuig gemonteerde testprogrammaschakelaar 30 die een in de stuureenheid opgeslagen programma trekt voor een automatische functietest van de weergeefeenheid, en dat een of meer verdere werkstappen worden getrokken door de aan een verdere manuale bekrachtiging onderworpen schakelaar, waarbij het testprogramma tijdens elke stap van de verdere werkstappen bepaalt op welke wijze de functietest 35 van de schakelaars en/of solenoidekleppen opgenomen in het stelsel uitgevoerd zal worden, zodat voor een gegeven fout voorafbepaalde informatie in het testpropgramma door de weergeefeenheid wordt weergegeven.
8403944 2 .Λ· j: --**5
Overeenkomstig de uitvinding is het dus mogelijk om alleen door over een eenvoudige foutdetectie-instructie te bescikken de functie te testen van een aantal in het stelsel opgenomen schakelaars en solenoi-dekleppen. Een permanent in de computer opgeslagen testprogramma wordt 5 gebruikt voor de foutdetectie waarbij dit programma in verschillende stappen is onderverdeeld die opvolgend genomen worden in antwoord op een manuale bekrachtiging van een speciale testprogrammaschakelaar. De foutdetectiewerkwijze omvat derhalve een specifieke werking van permar nent in het voertuig gemonteerde middelen om het testen van specifieke 10 eenheden en functies in het stelsel mogelijk te maken. Fouten die optreden worden aangeduid door een code en/of in sommige gevallen door een weergeefeenheid die bij het stelsel behoort en permanent in het voertuig is gemonteerd. De code-informatie wordt in de instructie toegelicht waardoor het type fout en de mogelijke localisatie daarvan ge-15 vonden kunnen worden.
Een voordelige uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt gebruikt wanneer de versnellingsbak van het voertuig uitgevoerd is met een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling. In dit stelsel is ten minste een manuaal bekrachtigbaar werkorgaan opgenomen 20 voor het wijzigen van de ingangssignalen aan een in het stelsel opgenomen stuureenheid. De uitvinding heeft in dit verband het kenmerk dat in een opvolgende werkstap, bij voorkeur de tweede werkstap, de schakelaars die door het werkorgaan bekrachtigbaar zijn op hun functie getest worden, waarbij het programma bepaalt dat voor een gegeven bekrachti-25 ging van een gegeven werkorgaan voorafbepaalde informatie door de weer-geefeenheid wordt weergegeven.
Door het testprogramma en de daarin opgenomen foutindicatiestappen uit te voeren kan de chauffeur op eenvoudige wijze vaststellen dat de geteste schakelaars een correcte werking hebben, hetgeen essenti'éel is 30 voor de voortgezette uitvoering van de foutdetectiewerkwijze.
De uitvinding zal aan de hand van een voordelige uitvoeringsvorm daarvan worden toegelicht met verwijzing naar de tekeningen, waarin: fig. 1 schematisch een aandrijfeenheid toont waarmede een computergestuurd regelstelsel is verbonden; en 35 fig. 2 een stroomdiagram heeft van een inventieve foutdetectie werkwijze.
De in fig. 1 aangegeven aandrijfeenheid omvat een voertuigmotor 1, waarmede een gebruikelijke gesynchroniseerde mechanische versnellingsbak 2 is verbonden. De aandrijving wordt vanaf de motor 1 via een ma-40 nuaal bediende wrijvingskoppeling 3 overgedragen aan de versnellingsbak 8403944 * *· 3b 3 2. Een hulpversnelliiigsbak 4 is op zijn beurt verbonden met de versnellingsbak 2, waarbij de uitgangsas 5 van de hulpversnellingsbak aandrij— vend via een cardan-as 6 verbonden is met de (niet aangegeven) aan-drijfwielen van het voertuig. Een dergelijke transmissie of overbren-5 ging is primair bedoeld voor zware voertuigen. Met het doel om het werk van het wijzigen van de versnelling voor de chauffeur te vergemakkelijken en eveneens om een correcte selectie van de versneling mogelijk te maken is de transmissie uitgevoeld om samen te werken met een computergestuurd regelstelsel.
10 De selectie van een geschikte versnelling tijdens het lopen van het voertuig wordt derhalve gebruikelijk verzorgd door een elektronische stuureenheid 7, in alle kenmerken een computer. Een door de stuur-eenheid 7 gekozen versnelling wordt gedurende een volgreeks voor het wijzgigen van de versnelling aangegrepen door de manuaal door de chauf-15 feur bediende koppeling 3 tussen de motor 1 en de versnellingsbak 2.
Dit proces betekent dat een gebruikelijke mechanische transmissie met een hoofdontkoppeling 3 tussen de motor en de versnellingsbak ongewijzigd kan blijven en dat het vergelijkenderwijs hoge rendement van de transmissie eveneens gebruikt kan worden.
20 Een wijziging van de versnelling in de versnellingsbak 2 wordt ge realiseerd met behulp van twee pneumatische cilindereenheden 10, 11 waarvan er een bestemd is om dwarse versnellingswijzigingsbewegingén uit te voeren, terwijl de andere bestemd is voor het uitvoeren van ver-snellingswijzigingsbewegingen in lengterichting. Op dezelfde wijze wor-25 den wijzigingen van de versnelling in de hulpversnellingsbak 4 uitgevoerd met behulp van een pneumatische cilindereenheid 12. Gecomprimeerde lucht van het pneumatische stelsel 13 van het voertuig wordt via een aantal solenoidekleppen 15-21 toegevoerd aan de cilindereenheden 10, 11, 12, die hierna met cilinders worden aangeduid. De kleppen worden 30 door middel van uitgangssignalen van de stuureenheid 7 in een open of gesloten stand ingesteld. De zuigerstand in de cilinders 10-12 wordt aangeduid door middel van microschakelaars 23-29, waarvan het aantal .overeenkomt met het aantal solenoidekleppen.
Ten aanzien van de solenoidekleppen 15-21 en de schakelaars 23-29 aan-35 gegeven in fig. 1, zijn de volgende betrekkingen voor de zuigerstanden van de cilinders 10-12 van toepassing: 8403944 j 4 solenoideklep 15 cilinder 10 links schakelaar 23 solenoideklep 16 cilinder 10 rechts schakelaar 24 solenoideklep 17 cilinder 10 vooruit schakelaar 25 5 solenoideklep 18 cilinder 10 neutraal schakelaar 26 solenoideklep 19 cilinder 10 achteruit schakelaar 27 solenoideklep 20 cilinder 10 hoog schakelaar 28 solenoideklep 21 cilinder 10 laag schakelaar 29 10 Om het inzicht in de bovenaangegeven tabel te vergemakkelijken wordt de eerste betrekking hiernavolgend toegelicht.
Een toevoer van stroom aan de solenoideklep 15 heeft tot gevolg dat gecomprimeerde lucht naar de cilinder 10 wordt toegevoerd, waarvan de zuiger dan in een linkerstand wordt gebracht zoals bevestigd wordt 15 door de schakelaar 23.
Een aantal ingangssignalen wordt toegevoerd aan de stuureenheid 7. Via een verzamellijn 31 geven bijvoorbeeld de schakelaars 23-29 signalen af aan de stuureenheid 7 die de gekoppelde versnelling aanduidt.
Een signaal dat de snelheid van een voertuigwiel representeert wordt 20 via een lijn 32 toegevoerd aan de stuureenheid 7. Deze snelheid wordt door een omwentelingssnelheidscensor 30 aan de uitgangsas 5 afgetast. Eveneens worden via een verzamellijn 33 signalen vanaf een .aantal in de chauffeurspost in het voertuig geplaatste schakelaars toegevoerd aan de stuureenheid 7, waarbij deze schakelaars schematisch in fig. 1 door een 25 door gestreepte lijnen weergegeven blok 34 zijn aangeduid. De belasting van de motor wordt zoals gebruikelijk door een versnellingspedaal 35 geregeld, waarvan de stand door een schakelaar 36 wordt afgetast. De stand van een gebruikelijk ontkoppelingspedaal 37 wordt door een schakelaar 38 afgetast. Een door de chauffeur bekrachtigbare functieselec-30 tor 39 kan in verschillende posities geplaatst wroden die door een schakelaar 40 afgetast worden. Een eerste positie van de functieselec-tor 39 is met MAN aangeduid en is bedoeld voor het rijden met manuale selectie van de versnelling. Een tweede positie is met AUTO aangeduid en is bedoeld voor het rijden met automatische selectie van de versnel-35 ling. Een derde positie is met N aangeduid en is bedoeld voor neutraal, d.w.z. geen gekoppelde versnelling, en een vierde positie is met R aangeduid en is bedoeld voor achteruitversnelling. Een orgaan voor het wijzigen van de versnelling in de vorm van een kleine hefboom 41 heeft een stabiele tussenpositie en aan beide zijden daarvan zijn instabiele 40 zijposities die respectievelijk met omhoog en omlaag zijn aangeduid.
8403944 5
Deze posities worden, door een schakelaar 42 afgetast. Bet kantelen van de hefboom 41 in de omhoogpositie betekent een wijziging omhoog van één stap, terwijl het kantelen van de hefboom 41 naar de omlaagpositie een overeenkomstige wijziging omlaag betekent.
5 In antwoord op de genoemde ingangssignalen en een in de computer opgeslagen programma voor het wijzigen van de versnelling geeft de stuureenheid 7 via een ver zamel lijn 44 uitgangssignalen af aan de sole-noidekleppen 15-21. Eveneens worden er uitgangssignalen via een lijn 45 voor een akoestische aanduiding aan een zoemer 46 en via een verzamel-10 lijn 47 aan een visueel indicatieorgaan op een weergeefeenheid 48 toer-gevoerd. Hat indicatieorgaan op de weergeefeenheid 48 omvat twaalf lieht-emitterende dioden, die bij bekrachtiging opvolgend de volgende tekens: R, N, 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 weergeven.
De belangrijkste en normale taak van de stuureenheid 7 is het uit-15 voeren van een versnellingsselectie in antwoord op inggangssignalen, en na een manuale trekkerwerking door de chauffeur het doen aangrijpen van de middelen voor het wijzigen van de versnelling van de gekozen versnelling. Verder is in het versnellingswij zigingsprogramna een continue testfunctie opgenomen die de normale werking in geval van bepaalde four 20 ten direct onderbreekt. De chauffeur wordt van een dergelijke fout op de hoogte gebracht doordat de zoemer 46 een hoorbare alarmering begint te geven.
Eveneens is in de stuureenheid 7 een afzonderlijk testprogramma opgenomen dat manuaal wordt gestart door een op de stuureenheid 7 aan-25 gebrachte testprogrammaschakelaar 14 manuaal te bedienen.
Bepaalde primaire foutbronnen worden door de continue restfunctie bewaakt. Wanneer een fout optreedt wordt gelijktijdig.een alarmering in de zoemer 46 gestart daar een foutcode in een foutgeheugen in de stuur* eenheid 7 is opgeslagen. De code wordt op de weergeefeenheid 46 weerge-30 geven in het afzonderlijke hieronder beschreven testprogramma. Onder de fouten die op deze wijze bewaakt worden zijn afwijkingen of onregelmatigheden die in de codeplug 22 naar voren komen die met een uitgang op de stuureenheid 7 is verbonden. De codeplug 22 heeft een code die een gegeven combinatie van motor en versnellingsbak representeert en die 35 zekere basisuitgangsgegevens voor het versnellingsselectieprogramma van de stuureenheid 7 bepaalt. Eveneens worden een kortsluiting in de sole-noidekleppen 15-21, fouten in de stuureenheid 7 met inbegrip van de geheugens daarvan, fouten in snelheidregistraties en onbetrouwbare bevestigingen van de schakelaars 23-29 bewaakt.
40 Het afzonderlijke testprogramma dat in een in de stuureenheid 7 8403044 » -3 6 opgenomen PROM is opgeslagen wordt door een manuale bekrachtiging van de schakelaar 14 op de stuureenheid 7 geactiveerd. De door TPSS 14 in fig. 2 aangeduide schakelaar 14 kan door zoiets dergelijks als een schroevedraaier of dergelijke geactiveerd worden. Met de begeleiding 5 van een instructieboek kan een persoon die foutdetecties uitvoert bepaalde aanwijzingen verkrijgen op welke manier de schakelaar 14 in verschillende stappen bediend moet worden. Door een eerste indrukking van de testprogrammaschakelaar 14 wordt de eerste stap van het testprogramma getrokken hetgeen door een werkstap 51 in het stroomdiagram volgens 10 fig. 2 is aangegeven. Hierop volgt een werkstap 52 waarin alle indlca-tieorganen op de weergeefeenheid 48 aangedaan worden om hun werking te testen. De werking vasn de zoemer wordt eveneens in deze stap 52 getest welke ongeveer drie seconden kan duren. Hat programma loopt dan via een stroomlijn 53 naar een verdere werkstap 54, waarin een in het foutge-15 heugen van de stuureenheid 7 opgeslagen mogelijke code uitgevoerd wordt naar de weergeefeenheid 48. Als voorbeelden van optredende fouten, die met een gegeven foutcode kunnen overeenkomen, worden de volgende genoemd:
Snelheidregistratie buiten bedrijf........... R
20 Stuureenheid tijdelijk buiten bedrijf ......= N
Afwijkingen inde codeplug..................= RN
Na de werkstap 54 loopt de stroomlijn 53 naar een zogenaamde on-dervraagstap 55, die uitgevoerd is om na te gaan of de schakelaar 14 ingedrukt is. Zolang dit niet het geval is wordt het signaal via een 25 stroomlijn 56 teruggevoerd naar de ingang voor de stap 55. Voor het indrukken van de schakelaar 14 gaat het programma voort met de werkstap 57 waarin twee korte geluidspulsen door de zoemer 46 worden afgegeven. Dit is een teken dat de tweede stap van het testprogramma begonnen is, waarbij het programma dan naar de werkstap 58 voortgaat. In deze stap 30 vindt een controle plaats dat de indicatieorganen aan zijn om een correcte werking van de schakelaars 23-29, die rechtstreeks door de werk-organen 35, 37, 39, 41 geactiveerd zijn, aan te tonen. In dit geval wordt dit gedaan door een manuale bewerking in de werkstap 58 van de werkorganen volgens de hieronder gegeven lijst, waarbij de indicatieor-35 ganen die voor een correcte werking aan moeten zijn eveneens worden gegeven.
Functieselector 39 in R positie R
Functieselector 39 in AUTO positie N
Functieselector 39 in MAN positie 1 40 Hefboom 41 in omlaagpositie 2 8403944 * 7
Hefboom 41 in omhoogpositie 3
Ontkoppelpedaal 37 ingedrukt 4
Versnellingspedaal 35 ingedrukt voor een gedeeltelijke gastoevoer 5 Versnellingspedaal 35 ingedrukt voor een volledige gastoevoer 6 5 Wanneer de motor 1 loopt, is het indicatieorgaan 7 eveneens aange stoken.
De werkstap 58 wordt gevolgd door een tweede werkstap 59 die ingericht is on na te gaan of de schakelaar 14 bekrachtigd is. Zolang dit niet het geval is keert het programma via en stroomlijn 61 terug naar 10 de ingang van de werkstap 58. De werkstap 58 kan derhalve zonder stoppen doorgelopen worden totdat de schakelaar 14 bekrachtigd wordt. Wanneer deze bekrachtigd wordt loopt het programma verder via de stroomlijn 53 naar een verdere ondervraagstap 62, waarin het programma op gebruikelijke wijze vraagt of de laatstgeregistreerde snelheidswaarde ge-15 lijk is aan nul, d.w.z. of het voertuig voor het moment stationair loopt. Wanneer dit niet het geval is, wordt het testprogramma onderbroken en vindt via een stroomlijn 63 een terugkeer naar het hoofdprogramma plaats. Wanneer daarentegen het voertuig wel stationair is, gaat het programma via de stroomlijn 53 verder naar een werkstap 64, waarin door 20 de zoemer 46 drie korte geluidspulsen worden afgegeven als een teken dat de derde stap in het testprogramma gestart is.
De derde stap wordt geïntroduceerd door een ondervraagstap 65, waarin de stand van het ontkoppelpedaal 37 gecontroleerd wordt. Wanneer het pedaal 37 niet is ingedrukt, volgt het programma een stroomlijn 66 25 naar een ondervraagstap 67 teneinde te controleren of de testschakelaar 14 ingedrukt is. Wanneer echter de vraag in de ondervraagstap 65 bevestigend beantwoord kan worden, volgt een werkstap 68 waarin de bewegingen voor het wijzigen van de versnelling in de hoofdversnellingsbak 2 gecontroleerd worden, en waarin de bijbehorende solenoiden 15-21 en de 30 schakelaars 23-29 voor een correcte werking gecontroleerd worden. Bij voorkeur vindt dit door een manuale bediening van de functieselector 39 en de hefboom 41 volgens het volgende schema plaats.
- Functieselector in R stand, solenoideklep 15, laterale slag links, schakelaar 23, indicatie R.
35 - Functieselector in AUTO stand, solenoideklep 18, neutraal, schakelaar 26, indicatie 4,5.
- Functieselector in M&N stand, solenoideklep 16, laterale slag rechts, schakelaar 24, indicatie 10.
- Hefboom in omhoogstand, solenoideklep 17, lengteslag vooruit, 40 schakelaar 25, indicatie 7.
8403944 * ‘ ~ 8 ^ - Hefboom in omlaagstand, solenoideklep 19, lengteslag achteruit, schakelaar 27, indicatie 2.
Om het inzicht in de in het schema aangegeven betrekkingen te vergemakkelijken wordt voor de eerste betrekking de volgende toelichting 5 gegeven. Wanneer de functieselector 39 zich in de R stand bevindt wordt er stroom aan de solenoideklep 15 toegevoerd om de toevoer van gecomprimeerde lucht aan de cilinder 10 te sturen om een laterale beweging voor het wijzigen van de versnelling naar links uit te voeren, welke bevestigd wordt door de schakelaar 23 hetgeen bij correcte werking re-10 sulteert in de indicatie R op de weergeefeenheid 48.
De werkstap 68 kan bij een andere uitvoering van de uitvinding voorafgegaan of zelfs vervangen worden door een werkstap, waarin de bovenvermelde bewegingen voor het wijzigen van de versnelling automatisch volgens de volgende reeks getest worden: 15 (1) Er wordt stroom aan de solenoideklep 18 toegevoerd zodat de cilinder 11 een neutrale stand inneemt, waarbij de schakelaar 26 dit binnen een gegeven tijd zelf bevestigt.
(2) Er wordt stroom aan de solenoideklep 15 toegevoerd zodat de cilinder 10 een zijslag naar links uitvoert, waarbij de schakelaar 23 20 dit binnen een gegeven tijd zelf bevestigt.
(3) Er wordt stroom aan de solenoideklep 16 toegevoerd zodat de cilinder 10 een zijslag naar rechts uitvoert, waarbij de schakelaar 24 dit binnen een gegeven tijd zelf bevestigt.
(4) Er wordt stroom aan de solenoideklep 17 toegevoerd zodat de 25 cilinder 11 een langsslag vooruit uitvoert, waarbij de schakelaar 25 dit binnen een gegeven tijd zelf bevestigt.
(5) Er wordt stroom aan de solenoideklep 19 toegevoerd zodat de cilinder 11 een langsslag achteruit uitvoert, waarbij de schakelaar 27 dit binnen een gegeven tijd zelf bevestigt.
30 Wanneer in enige stap een willekeurige fout wordt ontdekt wordt dit door een foutcode op de weergeefeenheid 48 aangeduid.
” Na het uitvoeren van de werkstap 68 gaat het programma langs de stroomlijn 53 verder naar de ondervraagstap 67, waarin opnieuw gecontroleerd wordt of de testschakelaar 14 is ingedrukt. Zolang dit niet 35 het geval is, keert het programma langs een stroomlijn 69 terug naar de ingang van de ondervraagstap 65 en de werkstap 68. Deze reeks wordt continu voortgezet totdat de testschakelaar 14 ingedrukt wordt. Wanneer dit gedaan is, gaat het programma langs de stroomlijn 53 verder naar een werkstap 71, waarin door de zoemer 46 vier korte geluidspulsen wor-40 den afgegeven als teken dat de vierde stap in het testprogramma gestart 8403944 9 is.
Evenals bij de derde stap in het testprogramma wordt de vierde stap geïntroduceerd door een ondervraagstap 72, waarin de stand van het ontkoppelpedaal 37 gecontroleerd wordt. Wanneer het pedaal 37 niet in-5 gedrukt is, gaat het programma via een stroomlijn 73 rechtstreeks verder naar een ondervraagstap 74, waarin opnieuw gecontroleerd wordt of de testschakelaar 14 is ingedrukt. Wanneer het pedaal 37 is ingedrukt, gaat het programma via de stroomlijn 53 vanaf de ondervraagstap 72 naar een werkstap 75. Hier wordt gecontroleerd of de bewegingen voor het 10 wijzigen van de versnelling in de hulpversnellingsbak 4 en bijbehorende solenoidekleppen 20, 21 met de schakelaars 28, 29 op correcte wijze gebeuren. Voor dit doel kantelt de chauffeur de hefboom 41 respectievelijk in de omhoog- en de omlaagpositie. In de omhoogpositie wordt stroom toegevoerd aan de solenoideklep 20 die de cilinder 12 in een 15 hoog-stand regelt, hetgeen door de schakelaar 28 wordt bevestigd. Voor een correcte werking wordt de indicatie N op de weergeefeenheid 48 aangestoken. In de omlaag-stand wordt er stroom aan de solenoideklep 21 toegevoerd die de cilinder 12 in een laag-stand regelt hetgeen door de schakelaar 29 bevestigd wordt. Voor een correcte werking is de indicar* 20 tie 9 op de weergeefeenheid 48 in dit geval aangestoken.
Na de werkstap 75 gaat het programma via een stroomlijn 53 verder naar de ondervraagstap 74, waarin de stand van de testschakelaar 14 opnieuw gecontroleerd wordt. Wanneer de schakelaar 14 niet is ingedrukt, keert het programma via de stroomlijn 76 terug naar de ingang van de 25 ondervraagstap 72, waarna het bovengenoemde deel van het programma opnieuw doorlopen wordt. Deze reeks vrordt herhaald totdat de schakelaar 14 ingedrukt is. Wanneer dit gedaan wordt, gaat het programma via de stroomlijn 53 verder naar een werkstap 77, waarin door de zoemer 46 twee langere geluidspulsen worden afgegeven als een teken dat het test-30 programma beëindigd is.
De boven gegeven beschrijving van de uitvinding behoort niet als beperking van de toepasbaarheid van de uitvinding beschouwd te worden, die gewijzigd en aangevuld kan worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8403944

Claims (6)

1. Werkwijze voor het uitvoerea van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig, waarbij een weergeefeenheid (48) en een aantal schakelaars (23-29, 36, 5 38, 40, 42) en solenoidekleppen (15-21) voor het regelen van het stelsel voor het wijzigen van de versnellling tijdens het lopen van het voertuig verbonden zijn met een elektronische stuureenheid (7), welke eenheden, schakelaars en solenoidekleppen permanent in het voertuig gemonteerd zijn, met het kenmerk, dat de foutindicatie in stappen uitge-10 voerd wordt, waarbij een eerste werkstap (51) gestart wordt door een manuale bekrachtiging van een permanent in het voertuig gemonteerde testprogrammaschakelaar (14) waardoor een in de stuureenheid (7) opgeslagen programma getrokken wordt voor een automatische functietest van de weergeefeenheid (48), en dat een of meer verdere werkstappen (57, 15 64, 81) getrokken worden door de aan een verdere manuale bekrachtiging onderworpen schakelaar (14), waarbij het testprogramma tijdens elke stap van de verdere werkstappen bepaalt op welke manier de functietest van de in het stelsel opgenomen schakelaars (23-29, 36, 38, 40, 42) en/of solenoidekleppen (15-21) uitgevoerd zal worden zodat voor een ge-20 geven fout voorafbepaalde informatie in het testprogramma door de weergeefeenheid (48) weergegevén wordt.
2. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het computergestuurde stelsel voor het wijzigen van de versnelling manuaal bekrachtigbare werkorganen (35, 37, 39,41) heeft om de ingangssignalen aan de stuur- 25 eenheid (7) terug te stellen, met het kenmerk, dat bij een opvolgende werkstap, bij voorkeur de tweede werkstap (52), de schakelaars (36, 38, 40, 42) die door de werkorganen (35, 37, 39, 41) bekrachtigbaar zijn, getest worden op hun werking, waarbij het programma bepaalt dat voor een gegeven bekrachtiging van een gegeven werkorgaan voorafbepaalde in-30 formatie door de weergeefeenheid (48) weergegeven zal worden.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, waarin het computergestuurde stelsel voor het wijzigen van de versnelling manuaal bekrachtigbare werkorganen (35, 37, 39, 41) heeft om ingangssignalen aan de stuureenheid (7) terug te stellen, met het kenmerk, dat in ten minste een op- 35 volgende werkstap (54) de solenoidekleppen (15-21) en de schakelaars (23-29), die in de bewegingen voor het wijzigen van de versnelling in het stelsel samenwerken, op hun werking getest worden, waarbij het testprogramma bepaalt dat voor een gegeven bekrachtiging van een gegeven werkorgaan voorafbepaalde informatie op de weergeefeenheid (48) 40 weergegeven zal worden. 8403944 r. ' 11
4. Werkwijze volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat in ten minste een opvolgende werkstap een automatische funcietest op de sole-noidekleppen (15-21) en de schakelaars (23-29), die in de bewegingen voor het wijzigen van de versnelling samenwerken, uitgevoerd wordt , waarbij voor een ontdekte fout voorafbepaalde informatie op de weer- 5 geefeenheid wordt weergegeven.
5. Werkwijze volgens conclusie 1, 2 of 3,'met het kenmerk, dat gedurende verdere werkstappen élk werkorgaan (39, 41) manuaal bediend wordt, hetgeen gedurende een eerste verdere werkstap (58) een functioneel testen van schakelaars (40,42) inhoudt en gedurende een tweede 10 verdere werkstap (68) het functioneel testen van solenoidekleppen (15-19) inhoudt.
6. Werkwijze volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat gedurende de op de functionele test van de weergeefeenheid (48) volgende werkstap automatisch op de weergeefeenheid (48) een moge- 15 lijkerwijs eerder in de computer (7) opgeslagen foutcode weergegeven wordt. ********** 8403944
NL8403944A 1983-12-29 1984-12-24 Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig. NL8403944A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
SE8307212A SE437957B (sv) 1983-12-29 1983-12-29 Metod att utfora felsokning i ett datorstyrt vexlingssystem for fordon
SE8307212 1983-12-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403944A true NL8403944A (nl) 1985-07-16

Family

ID=20353918

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403944A NL8403944A (nl) 1983-12-29 1984-12-24 Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig.

Country Status (5)

Country Link
BR (1) BR8406774A (nl)
DE (1) DE3446577C2 (nl)
GB (1) GB2153091B (nl)
NL (1) NL8403944A (nl)
SE (1) SE437957B (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4702127A (en) * 1986-04-18 1987-10-27 Eaton Corporation Method for controlling AMT system including gear neutral sensor signal fault detection and tolerance
JPH0320169A (ja) * 1989-06-15 1991-01-29 Zexel Corp 車輛用自動変速装置
DE19506296C1 (de) * 1995-02-23 1996-04-04 Daimler Benz Ag Verfahren zur Getriebetypermittlung
DE19704190C1 (de) * 1997-02-05 1998-10-01 Zahnradfabrik Friedrichshafen Verfahren und Vorrichtung zum Prüfen eines Getriebes, insbesondere eines Automatgetriebes eines Kraftfahrzeuges

Family Cites Families (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3229411A1 (de) * 1981-08-06 1983-03-03 Nissan Motor Co., Ltd., Yokohama, Kanagawa Elektronische vorrichtung mit selbstueberwachung fuer ein kraftfahrzeug

Also Published As

Publication number Publication date
BR8406774A (pt) 1985-10-22
SE8307212D0 (sv) 1983-12-29
SE437957B (sv) 1985-03-25
DE3446577A1 (de) 1985-08-14
DE3446577C2 (de) 1995-12-07
GB2153091A (en) 1985-08-14
GB8432259D0 (en) 1985-01-30
GB2153091B (en) 1987-07-01

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP1112477B1 (en) Method and apparatus for graphically monitoring and controlling a vehicle anti-lock braking system
US4495457A (en) Method of preventing erroneous gear selection in a vehicle transmission
US8810385B2 (en) System and method to improve the efficiency of vehicle inspections by enabling remote actuation of vehicle components
JPH08508816A (ja) クラッチ制御システム
US5184301A (en) Automotive vehicle microprocessor control having clutch priority engine speed control
US20060170427A1 (en) Exterior lamp check for motor vehicles
US4467427A (en) Method of preventing erroneous gear selection in an automatic gear selection system in vehicles
NL8403944A (nl) Werkwijze voor het uitvoeren van foutdetectie in een computergestuurd stelsel voor het wijzigen van de versnelling in een voertuig.
WO2001094147A1 (en) Method and device for controlling specific functions within a load-carrying vehicle under dumping and/or loading the load-carrying platform of the vehicle
US6466852B2 (en) Method and device for producing an error signal in a motor vehicle
JPH11514611A (ja) 表示装置
JP3997529B2 (ja) 車両の故障診断方法
JP2000002330A (ja) 電子シフト装置
US6192301B1 (en) Self-diagnostic method for a forklift truck
JPH07101324A (ja) 坂道発進補助装置
JP2916220B2 (ja) 自動二輪車の電子制御装置
SU1711223A2 (ru) Устройство дл оценки мастерства вождени транспортных средств
JPH0555746B2 (nl)
JP2528654B2 (ja) 自動車用電子制御装置
JPH07101323A (ja) 坂道発進補助装置
JPH07101321A (ja) 坂道発進補助装置
JP4398046B2 (ja) 車両用保守装置
JPS6174947A (ja) 副変速機の変速制御装置
JPH0740812A (ja) 坂道発進補助装置
JPH08109965A (ja) トランスミッションのシフト位置表示装置

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed