NL8403842A - Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8403842A
NL8403842A NL8403842A NL8403842A NL8403842A NL 8403842 A NL8403842 A NL 8403842A NL 8403842 A NL8403842 A NL 8403842A NL 8403842 A NL8403842 A NL 8403842A NL 8403842 A NL8403842 A NL 8403842A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ribbon
parts
cleaning
longitudinal axis
raised
Prior art date
Application number
NL8403842A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Allsop Inc
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Allsop Inc filed Critical Allsop Inc
Publication of NL8403842A publication Critical patent/NL8403842A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/41Cleaning of heads
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/049Cassettes for special applications not otherwise provided for

Landscapes

  • Impression-Transfer Materials And Handling Thereof (AREA)
  • Accessory Devices And Overall Control Thereof (AREA)
  • Cleaning In General (AREA)
  • Two-Way Televisions, Distribution Of Moving Picture Or The Like (AREA)

Description

¥ f . ί D HO/SE/AlSSop-8 NL .- "Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat".
-1-
De uitvinding betreft een werkwijze en inrichting voor het reinigen van de werkzame componenten van een video-opneem/weergeefapparaat.
In de laatste jaren zijn videoweergeef/opneem-5 apparaten zeer populair geworden. Toegepast wordt een video-kop, die hetzij het videodeel van de band registreert of weergeeft, een audiokop dié dezelfde funkties voor het geluids-r gedeelte van de band uitvoert, een wiskop, en mogelijkerwijs andere componenten die in kontakt verkeren met de kop.
10 Teneinde de juiste werking van de opneem/weergeefapparatuur te waarborgen is het- gewenst dat een oppervlaktedeel van ten minste enkele (en zo mogelijk alle) van deze componenten die in kontakt verkeren met de band periodiek worden gereinigd. Er zijn in de techniek cassettereinigers bekend, die 15 een cassettehuis hebben, waarin een reinigingslint is aangebracht. Tijdens bedrijf wordt het cassettehuis geplaatst in een opnemend deel van de opneem/weergeefinrichting en wordt de startknop bewogen naar de "aan"stand, zodat de geleidings-organen van het apparaat het reinigingslint aangrijpen en 20 het in kontakt brengen met ten minste de trommel van de video-kop en in sommige gevallen de andere componenten, die normaal in kontakt komen met de registratieband.
In sommige opneem/weergeefinrichtingen, roteert de trommel waarin de afspeelkop is aangebracht met een hoge 25 snelheid. In andere opneem/weergeefinrichtingen blijft de trom- 8403842 -2- * * i . ί mel voor de afspeelkop stationair, terwijl de afspeelkop zelf met een hoge snelheid roteert langs de omtrek van de trommel. Tijdens het normale bedrijf , beweegt de magnetische band die hetzij wordt'afgespeeld of waarop de registratie-5 plaatsvindt, in. lengterichting met een geregelde snelheid langs de afspeelkop. Indien de trommel van de afspeelkop stationair is, is de relatieve beweging tussen de magnetische band en de trommel op een aanzienlijk lager niveau. Anderzijds, is , indien de trommel geroteerd wordt met een hoge 10 snelheid (b.v. 1000 tot 2000 omwentelingen per minuut) de relatieve snelheid tussen de trommel en de magnetische band tamelijk hoog.
Cassettereinigers hebben meestal het reinigingslint op één van twee mogelijkheden gemonteerd. In één opstelling 15 wordt het reinigingslint buiten het cassettehuis bewogen tot in kontakt met de trommel van de reinigingskop en beweegt het reinigingslint niet in axiale richting. De snelle rotatie van de trommel van de reinigingskop zorgt er dus voor, dat er een relatieve beweging ontstaat tussen het reinigingslint 20 en de trommel. Volgens de tweede opstelling wordt het reinigingslint gemonteerd op haspels binnen het cassettehuis, zodat nadat het wordt bewogen uit het cassettehuis tot in reinigend kontakt met de trommel (en mogelijkerwijs andere componenten van de opnemer/weergever), het reinigingslint 25 beweegt langs de axiale lengte met vrijwel dezelfde snelheid als de magnetische band tijdens normaal bedrijf. In beide gevallen is er een relatieve beweging tussen het reinigingslint en de trommel van de afspeelkop.
Een belangrijk probleem bij het verschaffen van 30 dergelijke cassettereinigingsapparaten is de gevoeligheid van de bedrijfscomponenten van de verschillende opnemers-/ weergevers. De cassettes bijvoorbeeld voor een magnetische band hebben meestal twee spoelen, die assen van de opneem/ weergeefapparatuur aangrijpen. Tijdens normaal bedrijf zal 35 de magnetische band afgewikkeld worden van de ene spoel naar de andere. Indien de assen een weerstand tegen rotatie waar- 8403842 -3- ft nemen, die groter is dan een bepaalde waarde, zal dit meestal een afschakelmechanisme in het apparaat in werking doen stellen. De reden hiervoor is, dat de grotere weerstand een probleem aangeeft en schakelt het apparaat af om schade 5 aan de magnetische band te voorkomen.
Bovendien hebben een aantal opneem/weergeefapparaten een ander afschakelmechanisme. Er zijn bijvoorbeeld kaapstander en drukrollen, die weerszijden van de band aangrijpen, waarbij de kaapstander wordt aangedreven , teneinde 10 de rotatie van de drukrol tot stand te brengen en waarbij de magnetische band beweegt in lengterichting met een geregelde snelheid. ïndien om de een of andere reden de kaapstander geen korresponderende rotatie van de drukrol oplevert, zodat de band niet wordt bewogen , kan dit eveneens het afschakel-15 mechanisme doen-inschakelen.
De magnetische band is gemaakt van een tamelijk dun, relatief flexibel, materiaal met lage wrijving. Het reinigingslint Van het cassettereinigingsapparaat echter heeft, om zijn reinigende funktie op juiste wijze uit te voeren, 20 een enigszins andere struktuur. Ten eerste zal het meestal worden gemaakt van een absorberend materiaal, zodat het een reinigingsvloeistof kan opnemen. Voorts , kan, aangezien de reiniging ontstaat door een vegende werking langs de trommel en mogelijkerwijs andere componenten van het apparaat, de 25 wrijving van het reinigingslint dat beweegt ten opzichte van de trommel, enigszins groter zijn dan de wrijving van een normale magnetische band, die beweegt door het opneem/weergeef-apparaat en langs de trommel. Het reinigingslint wordt dikwijls enigszins dikker gemaakt dan de normale magnetische 30 band, zodat het meer absorberend is, met als resultaat, dat indien het reinigingslint zodanig is aangebracht, dat het beweegt door het apparaat langs vrijwel dezelfde baan als de magnetische band, de grotere stijfheid van het reinigingslint in vergelijking met de magnetische band, een grotere weer-35 stand kan opleveren ten opzichte van de beweging van het reinigingslint.
8403842 -4- 9 '*
Deze verschillende bedrijfskarakteristieken van het reini-gingslint levert soms een voldoende weerstand op voor de bedrijfscomponenten van het apparaat, waardoor dan het automatische afschakelmechanisme van het apparaat wordt in-5 geschakeld en derhalve de reinigende werking te vroeg wordt onderbroken.
Er zijn verschillende pogingen ondernomen om de weerstand, die veroorzaakt wordt door het reinigingslint te verminderen, bijvoorbeeld het veranderen van het gebruikte 10 materiaal, de dikte van het materiaal, de absorptiekapaciteit van het materiaal enz. Dikwijls hebben dergelijke pogingen om de wrijvingsweerstand of der. andere weerstand te verminderen het effekt dat het reinigende vermogen van het lint wordt beperkt, waardoor dus de uiteindelijke keuze, de con-15 figuratie en opstelling van het lint een compromis is tussen de reinigende karakteristieken en andere bedrijfskarakteristieken.
Het is dienovereenkomstig het doel van de uitvinding een reinigingsinrichting te verschaffen, en meer in het 20 bijzonder een reinigingslint, dat wordt gebruikt in een cassettereinigingsapparaat, dat de bedrijfskarakteristieken van het lint ten opzichte van de componenten van het apparaat verbetert, terwijl het reinigende vermogen van het lint niet wordt verminderd en zelfs indien mogelijk. het reinigende 25 vermogen van het lint wordt vergroot. ; 7
De onderhavige uitvinding is belichaamd in'een reinigingsinrichting, die met name bedoeld is voor het reinigen van een trommel en een afspeelkop van een opneem/weer-geefapparaat, dat een bedrijfsmodus heeft waarin een magne-30 tische band geladen wordt in een opneemzone van de inrichting en waarbij de band beweegt ten opzichte van de afspeelkop en de trommel. De inrichting heeft een huis dat geplaatst kan worden in de opneemzone en een reinigingslint in het huis. Het reinigingslint heeft een kontaktoppervlak dat tij-35 dens de reinigingsmodus van het lint in wrijvingskontakt 8403842 * *· · -5- komt met de trommel en de kop, waarbij het kontaktoppervlak en de kop ten opzichte van elkaar tijdens de reinigende werking bewegen. Het kontaktoppervlak van het lint is voorzien van een afwissend patroon van verheven delen, die van-5 uit het lint naar buiten toe uitsteken en terugspringende delen. De terugspringende delen en de verheven delen liggen op afstand van elkander in langsrichting van het lint.
In de voorkeursuitvoering strekken de verheven t delen zich uit over de langsrichting van het lint. Meer in 10 het bijzonder is elk van de verheven delen voorzien van een langsrichting met een richtingscomponent loodrecht op de langsrichting van het lint.
In de voorkeursuitvoering liggen de teruggesprongen delen beneden een vlak, dat wordt ingenomen door.de verheven 15 delen over een afstand van ten minste 0,002 inch (0,005 cm) waarbij bij voorkeur de afmeting ten minste 0,005 inch (0,012 cm) is.
In de voorkeursuitvoering hebben de verdiepte delen en de verheven delen bij voorkeur elk een breedteafmeting die 20 vrijwel parallel loopt aan de langsrichting van het lint, waarbij de breedte-afmeting van de verheven delen groter is dan die van de verdiepte delen. In Üèbgetekende uitvoerings-.voorbeeld is de breedte-afmeting van de verdiepte delen ongeveer 1/2 de breedte-afmeting van de verheven delen.
25 De onderhavige- uitvinding heeft eveneens betrek king op het reinigingslint zelf, dat in een reinigend kon-takt geplaatst kan worden met de trommel en de afspeelkop.
De onderhavige uitvinding omvat voorts een werkwijze voor het gebruiken van een dergelijk lint teneinde het in wrijvings-30 kontakt te brengen met de reinigingskop en de trommel.
Daarna wordt de relatieve beweging tussen het lint en de reinigingskop en de trommel tot stand gebracht, teneinde een reinigende werking van de trommel en de kop te verkrijgen.
35 Voorts is het mogelijk, dat in de onderhavige uit- 8403842 * f 4 * -6- vinding een reinigende oplossing aangebracht wordt op een lint, zodat de reinigende oplossing aangebracht zal worden op het oppervlak van de afspeelkop en de trommel.
Andere kenmerken van de uitvinding zullen duide-5 lijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving.
Figuur 1 is een bovenaanzicht van een videoband-cassette en de. werkzame componenten van een video afspeel/ opneemapparaat, waarbij de band in zijn teruggetrokken stand in de cassette verkeert, 10 Figuur 2 is een aanzicht soortgelijk aan figuur 1, waarin de band uit de cassette in de werkstand getrokken is, Figuur 3 een isometrisch aanzicht van de cassette-reiniger volgens de uitvinding,
Figuur 4 een bovenaanzicht van de cassettereini-15 ger uit fig.3, in de werkstand, waarbij het deksel verwijderd is teneinde de delen duidelijker zichtbaar te maken en 'waarbij het reinigingslint in de teruggetrokken positie verkeert,
Figuur 5 een aanzicht is soortgelijk aan figuur 4 20 waarbij het reinigingslint uit de cassettereiniger getrokken is en in de werkstand verkeert,
Figuur 6 een bovenaanzicht is, soortgelijk aan figuur 2 van de bedrijfscomponenten van een tweede type videoopnemer/weergever, waarbij de magnetische band uit het 25 cassettehuis tot in de werkstand getrokken is', - :
Figuur 7 een bovenaanzicht is soortgelijk aan fig.4 van een tweede type cassettereiniger in de opneemzone van de video/opnemer/weergever,
Figuur 8 een aanzicht is soortgelijk aan figuur 7 30 waarbij echter het reinigingslint van de cassettereiniger uit het cassettehuis tot in de werkstand getrokken is.
Figuur 9 een aanzicht is direkt gericht op het kontaktoppervlak van een reinigingslint volgens, de uitvinding en waarbij de begrenzingen van de verdiepte delen en de ver-35 heven delen van het lint zijn aangegeven en
Figuur 10 een zijaanzicht is van het lint uit 8403842 « * -7- ' figuur 9, waarbij de dikte-afmeting van het lint om illustratieve redenen enigszins zijn overdreven.
De onderhavige uitvinding heeft met name betrekking op het reinigen van de werkzame componenten van een 5 video-opneem/weergeefapparaat dat afspeelbanden van het cas- settetype kan opnemen. Voor een beter begrip van de onderhavige uitvinding zal eerst een beschrijving worden gegeven van een conventioneel video-afspeel/weergeefapparaat. In de volgende beschrijving zal het video-afspeel/weergeefapparaat 10 10 het video-apparaat of het apparaat worden genoemd.
Figuren 1 en 2 zijn enkele van de belangrijkste bedrijfscomponenten van het video-apparaat 10 in bovenaanzicht aangegeven, waarbij de gebruikelijke bandcassette eveneens in bovenaanzicht in de werkstand in het apparaat is 15 aangegeven. In de weergave volgens de figuren 1 en 2 , zijn het huis, de schakelingen, de bedieningsknoppen en alle andere componenten van het video-apparaat 10 niet getekend aangezien deze niet nodig zijn voor het begrip van de uitvinding.
De bandcassette 12 omvat een houder of huis 14 20 en een magnetische band 16. De band 16 is op rechter en linker spoelen 18 en 20 gewikkeld, waarbij de handloop van êën spoel 18 naar een plaats 22 aan de voorlinkerhoek van de houder 14, vervolgens langs de voorrand 24 van het huis 14 naar een plaats 26 rechts voor en dan weer terug naar 25 de rechter spoel 20. In figuur 1 is de band 16 in de- : niet afspeel- of teruggetrokken stand getekend en in figuur 2 in de werkstand.
Teneinde de bedrijfscomponenten van het video-apparaat 10 te beschrijven zijn er drie magnetische bedrijfs-30 componenten die hetzij reageren op de magnetische signalen op de band 16 , de magnetische signalen op de band 16 beïnvloeden of beide doen. Deze magnetische bedrijfscomponenten zijn : een wiskop 28, een trommel 30 met een afspeelkop of element 32 en een audiokop 34.. De trommel 30 heeft de vorm 35 van een cirkelvormige schijf (d.w.z. een korte cilinder) en een cilindrisch werkzaam oppervlak 36 langs de omtrek. De 8403842 » ύ -8- afspeelkop of element 32 is aangebracht op het omtreksopper-vlak 36 en in deze onderhavige afspeel/opneeminrichting roteert de trommel 30 rond de centrale as 38..
Het apparaat 10 omvat eveneens een aantal 5 mechanische componenten, die direkt inwerken op de band 16 teneinde de band 16 in de bedrijfsstand op juiste wijze te positioneren en eveneens om de band 16 langs de werkzame baan te bewegen.. In de eerste plaats is er een kaapstander 40 en een drukrol 42. Voorts zijn er geleidingsrollen 44 10 en 46. Tenslotte zijn er zes beweegbare geleidingsorganen resp. 48-58. Tijdens bedrijf grijpen deze geleidingsorganen 48-58 de achterzijde van de band 16 aan en bewegen deze naar buiten tot in de afspeelstand volgens fig.2.
Voorts is er een eerste aandrijftandwiel 60 dat 15 past in het middenste deel van de rechter spoel 20 in een gleuf-ribbe passing, zodat deze de spoel 20 kan aandrijven. Voorts is er een tweede opneem tandwiel 62 aanwezig, dat • past in het middèn van de linker spoel 18 eveneens in een gleufribbepassing. Wanneer de bandcassette 12 in het apparaat 20 10 wordt geplaatst, bevindt het apparaat 10 zich in de niet- werkstand en zijn de bedrijfscomponenten in de in fig.1 getoonde stand. Wanneer het apparaat 10 geplaatst wordt in zijn bedrijfsstand, bewegen de geleiders 48-58.naar buiten naar de stand van fig.2 en beweegt de drukrol 42 naar ach-25 teren om het rechter deel. van de band 16 tegen· de kaapstander 40 te drukken. Het aandrijvende tandwiel 60 roteert het tandwiel 20 eveneens in de richting van de wijzers van het uurwerk teneinde de band 16 daarop op te wikkelen.
Voorts is aanwezig een afschakellicht 64, dat 30 past in een overeenkomstige uitsparing in het voorwaartse middenste deel van de bodem van het huis 14.Op de voorste delen van de linker en rechter randen van het huis 14 zijn er twee openingen 66 resp. 68. Het apparaat 10 heeft een linker fotocel 70 nabij de linkerzijde van het huis 14 op 35 ëên lijn met de lamp 64 en de linker opening 66. In sommige omstandigheden kan er een rechter fotocel 72 zijn geplaatst 8403842 -9- nabij de rechter zijde van, het huis 14 op êên lijn met de lamp 64 en de rechter opening 68. Tijdens normaal bedrijf worden de fotocel (en indien aanwezig de fotocel 72) afgeschermd door de band. Wanneer echter de band 16 naar 5 zijn eindpositie beweegt, is er een doorzichtig voorste deel dat licht 58 doorlaat voor het aktiveren van de fotocel 70 (of de fotocel 72) teneinde het afschakelmechanisme in het apparaat 10 te aktiveren.
Het zal duidelijk zijn, dat hefcvideo-apparaat 10, 10 de bandcassette 12 en het bovenbeschreven bedrijf ervan bekend is volgens de stand van de techniek.
De reinigingsinrichting van de onderhavige uitvinding draagt het verwijzingscijfer 74. Dit apparaat 74 omvat een huis 76 en een reinigingslint 78. Het huis 76 en 15 de bevestiging van het lint 78 in het huis 76 bestaan reeds op zichzelf in de bekende stand van de techniek. Deze verschillende bekende componenten zullen eerst tamelijk kort worden beschreven, waarna· een meer gedetailleerde beschrijving zal volgen van de constructie van het reinigingslint 78 20 aangezien dit de essentie van de onderhavige uitvinding is.
Aan het rechter vooreinde van het huis 76 bevindt zich een stationaire reinigingsstrook 80, die zodanig is geplaatst, dat de kaapstander 40 en drukrol 42 worden aangegrepen. Voorts is aanwezig een afschakelmechanisme 82 van 25 een afschakeliint 84 dat aangebracht is aan èén einde op een spoel 86 en op het andere einde op een rol 90. Het lint 84 wordt ongeveer in positie bepaald door de drie respektieve-lijke geleidingsrollen 92-96. Dit lint 84 is over het algemeen niet voor licht doorlaatbaar en heeft een paar doorlaatbare 30 delen, die het doorvallen van licht uit de bron 64 naar de fotocel 70 mogelijk maken, teneinde het apparaat 10 te laten afschakelen aan het einde van een reinigingscyclus.
Het lint 78 is gevormd tot een gesloten lus en is aan zijn einddeel verbonden met een draadverbindingsorgaan 35 98, dat op zijn beurt verbonden is met een spanlint 100. Het spanlint 100 strekt zich uit rond een veerarm 102, een gelei-dingsrol 104 en een tweede veerarm 106 teneinde verbonden 8403842 ♦ * -10- te worden met een tweede spoel 108.
Tijdens bedrijf wordt de reinigingsinrichting geplaatst in de opnemende uitsparing van het apparaat 10, zodat het reinigingslint 78 in voorwaartse positie ten 5 opzichte van de beide geleiders 56 en 58 wordt geplaatst. Daarna wordt het apparaat 10 in de bedrijfsstand geplaatst, zodat de geleiders 48-58 naar buiten volgens fig.5 bewegen. Zoals uit de figuur blijkt wordt het lint 78 naar buiten bewogen, zodat één deel 78a ervan het oppervlak 36 van de 10 trommel 30 aangrijpt, waarbij het lintgedeelte 78a kromt conform het oppervlak 36. Het tweede deel van het lint 78b wordt bewogen door de audiokop 34. Tegelijkertijd wordt de rechter spoel 86 geroteerd door de as 60 teneinde het afschakellint 84 zijn beweging in langsrichting te laten be-15 ginnen. Wanneer de doorzichtige delen van het afschakellint 84 in de juiste stand komen, wordt het afschakelmechanisme geaktiveerd waardoor de geleiders 48-58 zich terugtrekken naar de stand uit fig.4. Het ·spanlint 100 trekt het lint 78 terug naar de stand uit fig.4. De werking van het spanlint 20 100 wordt versterkt door de rotatie van de tweede spoel 108.
Tijdens de reinigende werking van de eenheid 74, komt het lint 78 in wrijvingskontakt met de snel draaiende trommel 30. Het lint 78 blijft stationair tijdens de feitelijke reinigingswerking terwijl de relatieve beweging tussen 25 het lint 78 en de trommel 30 het gevolg is van de rotatie van de trommel 30.
Voorafgaande aan de beschrijving van de configuratie en de opstelling van het lint 78 in detail, zal eerst een gemodificeerde opstelling van de cassettereiniger eveneens 30 gebruikmakend van een reinigingslint beschreven worden. Deze beschrijving volgt aan de hand van de figuren 6-8.
In figuur 6 zijn delen van een tweede opnemer/-afspeler 110 getoond omvattende een huis 112 met een uitsparing 114 voor het opnemen van een normale bandcassette 116.
35 De bandcassette 116 omvat een normale magnetische 8403842 -11- · ; *c * band 118, die op spoelen in de cassette 116 is gewikkeld.
Er zijn een aantal beweegbare geleiders 120-128 op een gelei-dingsring 130 aangebracht. De geleidingsring 130 roteert teneinde de geleiders 120-128 de magnetische band 118 te doen 5 aangrijpen en deze te brengen naar de afspeelpositie volgens fig.6. In deze positie loopt de band 118 rond een groot deel van de omtrek van de trommel 132 waarop de afspeelkop of het element 134 geplaatst is. De band zal in langsrichting door middel van een kaapstander 136 en een drukrol 138 bewegen.
10 De band 118 komt eveneens in kontakt met een audiokop 140.
Er is tevens een plaatsbepalende arm 142 aanwezig, die de band 118 tot in kontakt met een wiskop 144 brengt. Er zijn vier stationaire geleiders 146-152.
Tijdens normaal bedrijf verkeert de magnetische 15 band 118 in een teruggetrokken stand welke zich uitstrekt over het voorste deel van de bandcassette 116. Wanneer het apparaat 110 geaktiveerd wordt teneinde in de bedrijfstoe-stand gebracht te worden, roteert de ring 130 zodanig, dat de geleiders 120-128 de band 118 brengen in de stand vólgens 20 fig.6. Wanneer de band 118 wordt afgespeeld, zorgen de kaapstander 136 en de drukrol 138 ervoor, dat de band 118 in zijn langsrichting met een geregelde snelheid beweegt. Bij het voltooien van een reinigingscyclus roteert de ring 130 in de richting van de wijzers van het uurwerk om de band· 118 25 terug te laten bewegen naar"zijn teruggetrokken stands waarbij de spoel of de spoelen in de bandcassette 116 roteren om de overmaat aan band 118 op te nemen.
De cassettereiniger volgens de tweede uitvoering van de uitvinding draagt het verwijzingscijfer 160 en omvat 30 een cassette-achtig huis 162 waarin een paar rechter en linker spoelen 164 resp. 166 zijn gemonteerd.
Voorts is er een reinigingslint 168 aanwezig dat gewikkeld is op de beide spoelen 164 en 166. Dit reinigingslint 168 strekt zich uit van de ene spoel 166 in voorwaartse richting en dan 35 langs het voorste deel van de cassette en vervolgens terug 8403842 -12- Λ J,· » om gewikkeld te worden, op de andere spoel 164. Er is een be-grenzingshefboomstelsel 170 opgebouwd uit een paar verbin-dingshefbomen 172 resp. 174. De funktie van dit stelsel 172-174 bestaat uit het begrenzen van de naar buiten gerichte 5 beweging van de eerder genoemde plaatsbepalende arm 142.
Het huis 162 heeft aan zijn randdelen een aantal vensters of openingen 178-184, waardoorheen een reinigings-oplossing aangebracht kan worden op het reinigingslint 168. Wanneer dus het reinigingslint 168 naar buiten naar de reini-10 gende stand uit fig.8 wordt bewogen zijn er op afstand van elkander gelegen bevochtigde delen in langsrichting van het lint 168. Deze delen zijn aangeduid met 178a, 180a, 182a resp. 184a en korresponderen met de vensters. 178-184 waar -deze lintdelen terecht komen ten tijde dat het lint nat gemaakt 15 wordt met de reinigende oplossing.
Tijdens bedrijf wordt de cassettereiniger 160 in het apparaat 110 geplaatst op dezelfde plaats die ingenomen zou worden door de normale bandcassette 116. Wanneer het apparaat 110 in bedrijf is, roteert de ring 130 tegen de wijzers van 20 het uurwerk in teneinde het reinigende lint 168 naar buiten naar de stand van fig.8 te trekken.
Het reinigingslint 168 kan in langsrichting bewegen door de werking van de kaapstander 136 en de drukrol 138, zodat de bevochtigde delen 178a-184a van het,lint bewegen rond 25 dê omtrek van de trommel 132. In enkele van de apparaten 110 blijft de trommel 132 zelf stationair, terwijl de afspeelkop of het element 134 snel in een cirkelvormige baan rond de omtrek van de trommel 132 beweegt. In een dergelijk geval is de relatieve beweging tussen het reinigingslint 168 en 30 de trommel 132 relatief langzaam. In andere apparaten 110 roteert de trommel 132 zelf met een relatief hoge snelheid (b •v. 1000 tot 2000 omwentelingen per minuut) in welk geval de relatieve beweging tussen het lint 168 en het omtreksopper-vlak van de trommel 132 betrekkelijk hoog is.
35 De globale konstruktie van de beide cassettereini- 8403842 -13- .· gers 74 en 110 zijn reeds bekend in de stand van de techniek. Eveneens is de wijze van monteren van elk van de reinigingslin-ten 78 en 168 in de respektievelijke cassettehuizen bekend.
De reinigingslinten, die worden gebruikt volgens de stand van 5 de techniek hebben meestal een breedte-afmeting van ongeveer een halve inch (1,27 cm) en een dikte-afmeting tussen ongeveer 0,03 cm tot 0,07cm. Voor dergelijke reinigingslinten zijn verschillende typen materiaal gebruikt o.a.: synthetisch zeem-achtig materiaal en geweven nylon gelamineerd in een 10 aantal lagen, vezelachtig polyester en vezelachtig nylon.
In het algemeen is de dwarsdoorsnede van dergelijke • linten 78 en 168 vrijwel uniform en is het voorvlak en het achtervlak van dergelijke linten nagenoeg vlak.
Het is gebleken, dat de werkkarakteristieken van 15 de reinigingslinten, zoals aangegeven op 78 en 168, aanzienlijk kan worden verbeterd door het kontaktoppervlak van het reini-gingslint te voorzien van een afwisselend patroon van verheven delen die vanuit het lint naar buiten toe uitsteken,met ver- · diepte delen, die tussen de verheven delen zijn gelegen.
20 In fig.9 bevindt zich een deel van een reinigingslint 190, waarbij men op het kontaktvlak 192 kijkt. Het kontaktoppervlak 192 is gemaakt van een aantal verheven delen 192a, die afwisselend geplaatst zijn met een aantal verdiepte delen 192b. Voor de beschrijving, is de langsas van het lint 190 aange-25 duid met 194. De langsafmeting van elk van de verheven delen 192 (d.w.z. de afmeting parallel aan de langsas 194) is in de voorkeursuitvoering 0,254 cm en de langsafmeting van elk van de verdiepte delen 192 (d.w.z. weer de afmeting parallel aan de langsas 194) is ongeveer 0,12 cm. Deze afmetingen zijn aan-30 gegeven op resp. "a" en wb”.
In fig.10 is het lint 190 in dwarsdoorsnede getoond waarbij de snijlijn loopt langs de langsas 194. Het lint 190 is getekend op aanzienlijk vergrote schaal waarbij de dikte-af meting buiten proportie is met een langsafmeting teneinde 35 een en ander duidelijk te maken. De dikteafmeting (aangegeven 8403842 * m -14- . op "c") van elk van de verheven delen 192 bedraagt ongeveer 0,02 cm. De dikteafmeting (aangegeven op ”d") van elk van de verdiepte delen 192 bedraagt ongeveer 0,007cm.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat de afme-5 tingen (d.w.z. a, b, c en d) zoals in het voorgaande is aangegeven afmetingen zijn waarvan is gebleken, dat zij goede resultaten·in de onderhavige uitvinding opleveren. De aandacht wordt erop gevestigd, dat deze afmetingen gevarieerd kunnen worden binnen het raam van de uitvinding. Ten opzichte 10 van het verschil tussen de dikteafmeting 7 van het verheven gedeelte 192a en de dikteafmeting d van het verdiepte gedeelte 192b, is gebleken, dat binnen bepaalde grenzen de toename van het verschil van deze afmetingen "c" en "d" verbeterde" resultaten kan opleveren. Het is bijvoorbeeld gebleken, dat 15 wanneer de afmeting "c" op ongeveer 0,015 cm werd gebracht en de afmeting "d" op ongeveer 0,01 cm, het reinigingslint 190 minder effektief was wat betreft het beperken van de wrijving dan wanneer de "c" afmeting· ongeveer 0,02 cm en de "d" afmeting ongeveer 0,007 cm bedroeg.
20 Wat betreft de totale configuratie wordt opgemerkt dat de verheven delen 192a zich uitstrekken over de breedte van het lint 190 met de middenas 196 van elk van deze verheven delen 192a ongeveer loodrecht op de langsas 194 van het lint 190. . . . __ 25 Het is gebleken, 'dat door het lint 190 in“de con figuratie volgens figuren 9 en 10, de resulterende wrijvings-kracht tussen het lint 190 en het omtreksoppervlak van de trommel (zoals getekend op 30 in de eerste uitvoering en op 132 in de tweede ) wordt verminderd door het gebruik van het 30 lint 190. Terwijl de verschijnselen die bijdragen aan deze verminderde wrijving niet geheel duidelijk zijn, kan de volgende verklaring met enige rechtvaardiging worden gegeven.
Door toepassing van de normale wetten van de fysica, zal de wrijvingskracht tussen de twee lichamen, die ten 35 opzichte van elkaar bewegen in principe afhangen van twee fak- 8403842 -15- - # toren , namelijk de wrijvingscoefficient die bestaat tussen de oppervlakte van de beide lichamen en voorts de kracht die loodrecht staat op het vlak van kontakt tussen de beide lichamen. Normaal 'zou waar de toegepaste kracht om de opper-5 vlakken naar elkaar toe te drukken konstant blijft, de wrijvingskracht onafhankelijk zijn van het kontaktgebied, aangezien een toename in het kontaktgebied de eenheidsdruk op elke plaats zal verminderen (waardoor dus de wrijvingskracht voor dat eenheidskontaktgebied zou verminderen), terwijl een 10 afname van het kontaktgebied de kracht zal vergroten op de oppervlaktekontakteenheid.
Gemeend wordt echter, dat andere fysische fenomenen bijdragen tot de resultaten van de onderhavige uitvinding.
Allereerst wordt aangenomen, dat de verdiepte delen 15 192b bepaalde tamelijk smalle luchtzakken vormen, die de nei ging hebben een zuiging te onderbreken, die op andere wijze opgewekt zou worden tussen de wand en het trorameloppervlak.
Een andere faktor is de wijze waarop het wrijvings-kontakt van de band en het omtrekstrommeloppervlak wordt ver-20 anderd door het aanbrengen van de reinigingsvloeistof op het lint 190. (Een dergelijke reinigingsvloeistof wordt meestal gemaakt van alcohol met bepaalde reinigingsoplossingen erin, bijvoorbeeld trichloortrifluorethaan, algemeen bekend als "Freon". __ 25 Door bepaalde delen van het lint 190 te bevochti gen, wordt de wrijvingskracht tussen het lint 190 en het trorameloppervlak in zekere mate vergroot. Opnieuw wordt aangenomen, dat het bevochtigen van het lint 190 een zekere vorm van adhesie of zuiging van het lint 190 tegen hettrommelopper-30 vlak veroorzaakt. Door het afwisselende patroon van verheven delen 192 en verdiepte delen 192b te verschaffen echter, wordt deze zuiging of hechting welke de weerstand van het lint bewegen over de trommel doet toenemen, in zekere mate verminderd.
35 Teneinde een demonstratie hiervan te geven werd 8403842 9 -16- * * Η het volgende experiment uitgevoerd. Eerst werd een smalle stalen cylinder gebruikt met een diameter van 7,5 cm en , een dikte van 2,54 cm. Deze cilinder was roteerbaar rond een centrale langsas en met zijnrotatie-as horizontaal geplaatst.
5 De cilinder was gemonteerd op een aandrijfas die op zijn beurt verbonden was met een snelheidverminderende tandwiel-aandrijving, die op zijn beurt gekoppeld was met een elektromotor, zodanig, dat de cilinder roteerde met ongeveer 20 omwentelingen per minuut. Vervolgens werd een reinigingslint 10 rond het bovenste half cirkel vormige omtreksoppervlak van de cilinder geslagen. Het benedeneinde van het lint werd vastgemaakt aan een veer en het tegenover gelegen einde van het lint werd bevestigd aan een klein gewicht (d.w_z. 1/4 ounce).
Vervolgens werd de trommel geroteerd in een 15 ‘ richting zodanig, dat het omtreksoppervlak van de trommel van de veer af en naar het gewicht toe roteerde. De wrijvings-kracht die geleverd werd door de trommel, die bewoog ten opzichte van het lint heeft dus tot gevolg, dat de veer verder wordt uitgetrokken terwijl het gewicht verder daalt.
20 Eerst werd een normaal lint (d.w.z. één een lint gemaakt van gesponnen aanelkaar gehecht nylon met een vlak uniform kontaktoppervlak) gebruikt in het experiment waarbij het lint droog was. De rotatie van de cilinder begon en de toename van de afstand waarover de veer werd uitgetrokken 25 werd gemeten. Vervolgens werden verschillende druppels reini-gingsvloeistof op afstanden van elkaar langs het omtreksoppervlak van het lint dat in kontakt verkeerde met de trommel aangebracht. De reinigingsvloeistof werd opgebracht door een druppelaar zodat het vloeistofvolume dat afgegeven werd door 30 de druppelaar met een redelijke nauwkeurigheid geregeld kon worden. Het direkte effekt van het aanbrengen van de vloeistof was, dat de meeneemkracht tussende trommel en het lint abrupt toenam zodat de veer werd uitgetrokken. Na een periode van ongeveer 2 sekonden werd de meeneemkracht enigszins lager, zodat 35 de veer terugbewoog over een zekere afstand, maar niet tot de 8403842 I» -17- * r r positie welke hij innam toen het lint totaal droog was.
Om dit over te brengen op de werking van een reini-gingslint in een feitelijke opneem/weergeefinrichting, kan worden aangenomen, dat wanneer de bevochtigde delen van 5 het reinigingslint in kontakt komen met de trommel er een meer abrupte toename is in de wrijvingskracht. Het is deze kracht, die waarschijnlijk bijdraagt aan de voortijdige af-schakeling tijdens bedrijf van het opneem/weergeef apparaat.
Vervolgens werd het conventionele lint verwijderd 10 van de experimenteel opgezette inrichting en werd het lint 190 volgens de uitvinding aangebracht, waarbij één einde van het lint werd verbonden met de veer en het andere met het gewicht. Dit lint was gemaakt van hetzelfde gesponnenmet elkaar verbonden nylon maar had het reliefpatroon volgens 15 fig.10. Dezelfde procedure werd gevolgd. Het bleek, dat het uittrekken van de veer aanzienlijk minder was, niet alleen wanneer het lint 190 geheel droog was, maar ook wanneer het lint 190 was voorzien van reinigingsvloeistof.
Tijdens het feitelijke gebruik van het lint 190 20 voor het reinigen van videoreinigers, bleek empirisch dat het lint volgens de uitvinding dat gebruikt werd onder dezelfde omstandighedaials een normaal lint, een aanzienlijk mindere tendens had om de opneem/weergeef inrichting af te schakelen.
In de voorkeursuitvoering zijn het verheven ge-25 deelte 192a en het verdiepte gedeelte 192b getekend loodrecht op de langsas van het lint met een ongeveer rechthoekige vorm.
Het zal echter duidelijk zijn, dat binnen het kader van de uitvinding de richting en de vorm van de verheven en verdiepte delen van het lint kunnen worden gemodificeerd.
8403842

Claims (26)

1. Reinigingsinrichting met name bedoeld voor het reinigen van een trommel en een afspeelkop van een weergeef/ opneemapparaat met een bedrijfsmodus waarin de magnetische 5 band geplaatst is in een opneemzone van het apparaat en de band beweegt ten opzichjte van de afspeelkop en de trommel, welke inrichting is voorzien van een huis, dat geplaatst kan worden in die opneemzone en· een reinigingslint dat gemonteerd is op het huis en een kontaktoppervlak heeft, dat , in een 10 reinigingsmodus van de inrichting, in reinigend wrijvingskon-takt komt met de trommel en de kop, waarbij het kontaktoppervlak en de kop ten opzichte van elkander bewegen tijdens een reinigende werking met het kenmerk, dat het kontaktoppervlak van het lint voorzien is van een afwisselend patroon van 15 verheven delen die vanuit het lint naar buiten toe uitsteken alsmede verdiepte delen, waarbij de verdiepte delen en de verhevendelen op afstand van. elkander gelegen zijn ten opzichte van een langsas van het lint.
2. Inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, 20 dat de verheven delen zich uitstrekken over de lengte-as van het lint.
3. Inrichting volgens conclusie 2 met het kenmerk, dat elke van de verheven delen een langsas heeft met een aanzienlijke richtingscomponent loodrecht op 'de lengteas1' van 25 het lint.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verdiepte delen gelegen zijn onder een.vlak dat ingenomen wordt door de verheven delen over een afstand van ten minste 0,005 cm. 30
5, Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de verdiepte delen gelegen zijn beneden het vlak dat wordt ingenomen door de verheven delen met een afmeting van ten minste 0,012 cm.
6. Inrichting volgens conclusie 1,-met het kenmerk, 35 dat de verdiepte delen en de verheven delen elk een breedte- 8403842 t ¥ ^ -19- afmeting hebben, die ongeveer parallel verloopt aan de langs-as van het lint, waarbij de breedte-afmeting van de verheven delen groter is dan de breedte-afmeting van de verdiepte delen.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de breedte-afmeting van de verdiepte delen ongeveer de helft van de breedte-afmeting van de verheven delen is.
8. Inrichting volgens .conclusie 1, met het kenmerk, dat het huis een opening heeft, welke het mogelijk maakt een 10 bevochtigingsvloeistof aan te brengen op het reinigingslint._
9. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de verheven delen zich uitstrekken over de lengte-as van het lint en de verheven delen elk een lengte-as hebben, met een richtingscomponent o nagenoeg loodrecht op de lengte- 15 as van het lint, waarbij de verheven delen een breedte-afmeting hebben parallel aan de lengte-as van het lint van ongeveer 0,025 cm, de verdiepte delen een breedte-afmeting hebben parallel aan de lengte-as van het lint welke· ongeveer de helft is van de breedte-afmeting van de verheven delen en de verdiep-20 te delen gelegen zijn beneden de verheven delen over een-afstand van ten minste ongeveer 0,0.12 cm.
9 -18- * « CONCLÜSIES
10. Reinigingslint voor toepassing in een reinigings-inrichting voor het reinigen van een trommel en een afspeel-kop van een opneem/weergeefapparaat dat een bedrijfsmodus 25 heeft waarin een magnetische band gelegen is in een öpnèemzone van het apparaat en waarbij de band ten opzichte van de afspeel-kop en de trommel beweegt, waarbij het reinigingslint geplaatst kan worden in de opneemzone en een kontaktoppervlak heeft, dat in de reinigingsmodus van het lint in reinigend wrijvings- -30 kontakt met de trommel en de kop komt, waarbij het kontaktoppervlak en de kop ten opzichte van elkaar bewegen tijdens een reinigende werking, waarbij het kontaktoppervlak van het lint is voorzien van een afwisselend patroon van verheven delen die vanuit het lint naar buiten toe uitsteken en verdiep-35 te delen, welke verdiepte delen en verheven delen op afstand van elkander gelegen zijn ten opzichte van een lengte-as van 8403842 O ·* A -20- het lint.
11. Lint volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de verheven delen zich uitstrekken .over de lengteas van het lint.
12. Lint volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat elke van de verheven delen een lengteas heeft met een belangrijke richtingscomponent loodrecht op de lengteas van het lint.
13. Lint volgens conclusie 10, met het kenmerk, 10 dat de verdiepte delen gelegen zijn beneden een vlak dat wordt ingenomen door de verheven delen over een afstand van ten minste 0,005 cm.
14* Lint volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de verdiepte delen gelegen zijn beneden het vlak, dat 15 wordt ingenomen door de verheven delen over een afstand van ten minste 0,012 cm.
15. Lint volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de verdiepte delen en de verheven delen elk een breedte afmeting hebben nagenoeg parallel aan de langsas van het lint, 20 waarbij dé breedteafmeting van de verheven delen groter is dan de breedte-afmeting van de verdiepte delen.
16. Lint volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de breedte-afmeting van de verdiepte delen ongeveer de helft van de breedte-af meting van de verheven delen: is. _ 'T
17. Lint volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de verheven delen zich uitstrekken over de lengteas van het lint en de verheven delen elk een lengteas hebben met een richtingscomponent nagenoeg loodrecht op de lengteas van het lint, waarbij de verheven delen een breedte-afmeting hebben 30 parallel aan de lengte-as van het lint van ongeveer 0,25 cm, waarbij de verdiepte delen een breedteafmeting hebben parallel aan de lengteas van het lint welke ongeveer da helft vai'.de breedteafmeting van de verheven delen is en waarbij de verdiepte delen gelegen zij-n beneden de verheven delen over een af-35 stand van ten minste ongeveer 0,012 cm. 8403842 Λ -21- ** »
18. Werkwijze voor het reinigen van een trommel en een afspeelkop van een afspeel/opneemapparaat voorzien van een bedrijfsmodus waarin een magnetische band gelegen is in een opneemzone van het apparaat en de band beweegt 5 ten opzichte van de afspeelkop en de trommel gekenmerkt door a) het verschaffen van een reinigingslint met een kontaktoppervlak voorzien van een wisselend patroon van verheven delen, die vanuit het lint naar buiten toe uitsteken en verdiepte delen, waarbij de verdiepte delen en de verheven 10 delen ten opzichte van elkander op afstand van elkander liggen ten opzichte van een lengteas van het lint, b) het plaatsen van het lint in de opneemzone en het tot stand brengen van kontakt tussen het kontaktoppervlak van het lint en de kop en de trommel, waardoor een relatieve 15 beweging wordt veroorzaakt tussen het reinigingslint en de trommel en de kop, zodat het kontaktoppervlak in reinigend wrijvingskontakt verkeert met de trommel en de kop.
19. Werkwijze volgens conclusie 18 , met het kenmerk , dat de verheven delen zich uitstrekken over de lengteas 20 van het lint.
20. Werkwijze volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat elke van de verheven delen een lengteas heeft met een aanzienlijke richtingscomponent loodrecht op de lengte-as van het lint. .. .
21. Werkwijze volgens conclusie 18, met hit kenmerk, dat de verdiepte delen gelegen zijn beneden eenvlak dat wordt ingenomen door de verheven delen over een afstand van ten minste 0,005 cm.
22. Werkwijze vólgens conclusie 21, met het kenmerk, 30 dat de verdiepte delen gelegen zijn beneden een vlak dat wordt ingenomen door de verheven delen over een afstand van tenminste 0,012 cm.
23. Werkwijze volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de verdiepte delen en de verheven delen elk een breedte- 35 afmeting hebben nagenoeg parallel aan de langsas van het lint, 8403842 -22- ' .Γ » * waarbij de breedte-afmeting van de verheven delen groter dan de breedte-afmeting van de verdiepte delen is.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de breedte-afmeting van de verdiepte delen ongeveer de 5 helft van de breedte-afmeting van de verheven delen is.
25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de verheven delen zich uitstrekken over de lengteas van het lint en de verheven delen elk een lengteas hebben met een richtingscomponent nagenoeg loodrecht op de lengteas van 10 het lint waarbij de verheven delen een breedteafmeting hebben parallel aan de lengteas van het lint van ongeveer 0,25 cm, waarbij de verdiepte delen een breedteafmeting hebben parallel aan de lengteas van het lint welke ongeveer de helft van de breedteafmeting van de verheven delen is en waarbij de verdiep-15 te delen gelegen zijn beneden de verheven delen over een afstand van ten minste ongeveer 0,012 cm.
26. Werkwijze volgens conclusie 18, gekenmerkt door het aanbrengen van een reinigingsoplossing op het lint, zodat de reinigende oplossing in reinigend kontakt komt met 20 de kop en de trommel. <«* 8403842
NL8403842A 1983-12-23 1984-12-18 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat. NL8403842A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US56520683 1983-12-23
US06/565,206 US4635154A (en) 1983-12-23 1983-12-23 Cleaning ribbon and method for cleaning a video player/recorder

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8403842A true NL8403842A (nl) 1985-07-16

Family

ID=24257637

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8403842A NL8403842A (nl) 1983-12-23 1984-12-18 Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat.

Country Status (10)

Country Link
US (1) US4635154A (nl)
JP (1) JPS60223015A (nl)
KR (1) KR850004833A (nl)
AU (1) AU570527B2 (nl)
CA (1) CA1234913A (nl)
DE (1) DE3447726A1 (nl)
DK (1) DK609284A (nl)
FR (1) FR2557343B1 (nl)
GB (1) GB2152268B (nl)
NL (1) NL8403842A (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
IE60596B1 (en) * 1985-07-26 1994-07-27 Fritsch Joseph Frederick Plastic apparatus
AU7202287A (en) * 1986-02-25 1987-09-09 Allsop, Inc. Method and apparatus for cleaning operating components of a video player/recorder
US4853741A (en) * 1988-02-23 1989-08-01 Eastman Kodak Company Disposable web cleaning device for electrostatographic apparatus
GB2219123B (en) * 1988-04-18 1992-09-30 Tandy Corp Magnetic head cleaning material
US5012377A (en) * 1988-04-18 1991-04-30 Tandy Corporation Homogeneous magnetic head cleaning material
EP0850476B1 (en) * 1995-09-14 2007-05-23 Joseph Frederick Fritsch A cleaning device for cleaning components of a video unit
US5991127A (en) * 1996-08-21 1999-11-23 Geneva Group Of Companies, Inc. Magnetic head and tape path cleaning tape

Family Cites Families (22)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL140630B (nl) * 1964-11-09 1973-12-17 Du Pont Werkwijze voor het thermomagnetisch kopieren.
US3655441A (en) * 1966-08-22 1972-04-11 Honeywell Inc Electroless plating of filamentary magnetic records
US3773276A (en) * 1968-10-28 1973-11-20 Arvin Ind Inc Self-threading leader for tape roll
JPS512597Y1 (nl) * 1970-09-18 1976-01-26
US3823947A (en) * 1970-09-25 1974-07-16 Hitachi Maxell Magnetic recording tape
US3827699A (en) * 1972-12-07 1974-08-06 Mallory & Co Inc P R Head cleaner for cassette tapes
US3893181A (en) * 1973-02-14 1975-07-01 Robert I Desourdis Thin base self-tracking recording tape
JPS5051604U (nl) * 1973-08-31 1975-05-19
US4011358A (en) * 1974-07-23 1977-03-08 Minnesota Mining And Manufacturing Company Article having a coextruded polyester support film
GB1482410A (en) * 1974-08-09 1977-08-10 Emi Ltd Device for cleaning magnetic tape recording and/or reproducing machines
JPS5148830A (ja) * 1974-10-25 1976-04-27 Hitachi Ltd Kanonben
IT1084124B (it) * 1976-06-24 1985-05-25 Wiand Richard Keith Prodotto abrasivo e metodo
JPS5377612A (en) * 1976-12-21 1978-07-10 Fuji Photo Film Co Ltd Cleaning tape for magnetic recorder
JPS549916A (en) * 1977-06-24 1979-01-25 Hitachi Ltd Cleaning ribbon of magnetic tape
DE7931744U1 (de) * 1979-11-10 1980-03-06 Becella, Peter, 6000 Frankfurt Reinigungskassette fuer kassetten- recorder
GB2066999B (en) * 1980-01-04 1984-01-04 Allsop Inc Video player/recorder cleaning apparatus and method
JPS634254Y2 (nl) * 1980-06-10 1988-02-03
JPS592094B2 (ja) * 1980-08-25 1984-01-17 ケイディディ株式会社 層状光磁気記録媒体
US4498113A (en) * 1981-04-14 1985-02-05 Allsop, Inc. Apparatus and method for cleaning a video player/recorder
AU541655B2 (en) * 1981-01-06 1985-01-17 Allsop, Inc. Cleaning a video recorder
US4408241A (en) * 1981-06-09 1983-10-04 Bruce R. Maier Cleaning device
JPS58158018A (ja) * 1982-03-13 1983-09-20 Namiki Precision Jewel Co Ltd 磁気ヘツド用クリ−ニングテ−プ

Also Published As

Publication number Publication date
US4635154A (en) 1987-01-06
AU570527B2 (en) 1988-03-17
GB8432257D0 (en) 1985-01-30
GB2152268A (en) 1985-07-31
DK609284A (da) 1985-06-24
GB2152268B (en) 1987-12-31
FR2557343A1 (fr) 1985-06-28
DK609284D0 (da) 1984-12-18
FR2557343B1 (fr) 1994-04-15
KR850004833A (ko) 1985-07-27
JPS60223015A (ja) 1985-11-07
AU3661684A (en) 1985-12-05
DE3447726A1 (de) 1985-07-04
DE3447726C2 (nl) 1990-08-09
CA1234913A (en) 1988-04-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
CA1144276A (en) Video player/recorder cleaning apparatus and method
US4462056A (en) Video tape recorder cleaning device
NL8403842A (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video-afspeel/opneemapparaat.
US5173827A (en) Method and apparatus for cleaning portions of a video cassette recorder
US3768716A (en) Endless loop tape cassette
US4811149A (en) Method and apparatus for cleaning operating components of a video player/recorder
NL8200024A (nl) Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een video bandopneem/weergeefinrichting.
JP2822248B2 (ja) 記録再生装置のテープクリーナ
US4894743A (en) Replaceable cleaner/drive members for a tape drive machine
US5461529A (en) Video player/recorder head drum cleaning device
US4061292A (en) Bi-directional rotary drive mechanism
US3532283A (en) Apparatus for transporting endless tape at high speed
US4683511A (en) Head and guide cleaning device for video tape recorder
CA1264374A (en) Method and apparatus for cleaning operating components of a video player/recorder
JP2712164B2 (ja) テープカートリッジ
JPH0258753A (ja) テープ形式記録キャリヤの記録再生装置
US4167256A (en) Tape recorder/reproducer for selectably operating in reel-to-reel and cassette modes
JPH03241512A (ja) 回転磁気ヘッドの清掃装置
JPS6349854Y2 (nl)
GB2300850A (en) Reel for magnetic tape cassette
JPS6349849Y2 (nl)
JPH04366450A (ja) リール駆動装置
NL9500244A (nl) Bandcassette.
JPS5813492Y2 (ja) カセツト式記録再生装置
JPH0743771Y2 (ja) クリーニングカセット

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed