NL8402913A - Cassettebandopneem- en -weergeefapparaat. - Google Patents

Cassettebandopneem- en -weergeefapparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8402913A
NL8402913A NL8402913A NL8402913A NL8402913A NL 8402913 A NL8402913 A NL 8402913A NL 8402913 A NL8402913 A NL 8402913A NL 8402913 A NL8402913 A NL 8402913A NL 8402913 A NL8402913 A NL 8402913A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
cassette
tape
movable section
loading
housing
Prior art date
Application number
NL8402913A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP14668883U external-priority patent/JPS6056949U/ja
Priority claimed from JP14669083U external-priority patent/JPS6056945U/ja
Priority claimed from JP59170926A external-priority patent/JPS6150242A/ja
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8402913A publication Critical patent/NL8402913A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/18Driving; Starting; Stopping; Arrangements for control or regulation thereof
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/60Guiding record carrier
    • G11B15/66Threading; Loading; Automatic self-loading
    • G11B15/665Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container
    • G11B15/6653Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum
    • G11B15/6656Threading; Loading; Automatic self-loading by extracting loop of record carrier from container to pull the record carrier against drum using two-sided extraction, i.e. "M-type"
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes

Landscapes

  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Feeding And Guiding Record Carriers (AREA)

Description

•Ψ
yS
„ s *
.JE
T Tj/Se/Sony-1653 "Cassette-bandopneem- en -weergeefapparaat”
De onderhavige uitvinding heeft in het algemeen betrekking op magnetische opneem- en weergeefinrichtingen en meer in het bijzonder op een magnetische opneem- en weergeefinrichting voor het opnemen van een audiosignaal, 5 een videosignaal of dergelijke op een in een bandcassette opgenomen magneetband, en voor het van de magneetband weergeven van het opgenomen signaal.
Er is een verscheidenheid aan magnetische opneem-en weergeefinrichtingen beschikbaar voor het opnemen en 10 weergeven van een audiosignaal, een videosignaal of dergelijke. In het bijzonder bestaan er videobandrecorders (VTR), welke een bandcassette met een magneetband daarin gebruiken in een aantal verschillende types. Eén type maakt gebruik van een cassettelaadsysteem waarbij de 15 cassette horizontaal in de VTR wordt gestoken door een in een voorpaneel van het huis aangebrachte opening, en alleen de cassette zelf wordt horizontaal en vertikaal in het huis bewogen teneinde ineen bepaalde werkzame positie gepositioneerd te worden. Een ander type VTR maakt gebruik 20 van een cassette-laadsysteem waarbij de cassette in een cassettehouder wordt gestoken die eerst bovenwaarts van het bovenpaneel van het huis uitsteekt, waarna de cassettehouder naar beneden wordt bewogen om de bandcassette in den bepaalde werkzame stand te plaatsen. Beide cassettelaadsystemen 25 hebben duidelijke nadelen. Aangezien de cassette vertikaal binnen het huis wordt bewogen moet het huis bij het. eerste type een vertikale afmeting^ hebben, die voldoende groot is om deze beweging mogelijk te maken, zodat de VTR in hoogte toeneemt. Aangezien de cassettehouder bij het tweede type 30 van het bovenpaneel van het huis uitsteekt voor het opnemen of uitstoten van een cassette, kunnen op het bovenpaneel van het huis anderzijds geen andere apparaten worden geplaatst.
8402913 * .-¾ δ
Si l t -2-
Om de bovengenoemde tekortkomingen van deze bekende typen bandapparaten weg te nemen, is een bandapparaat van het voorladertype met lineaire beweging voorgesteld, waarbij een cassettedraagsectie in de voorzijde van het 5 huis naar binnen wordt geschoven en daaruit wordt getrokken. Bij dit voorgestelde bandapparaat zijn slechts een band-aandrijfsectie en een magneetkopstelsel als onderdelen van de cassetteopneemsectie aangebracht, zodat dit bandapparaat van het voorladertype niet een cassette af kan spelen met 10 een deksel aan zijn voorzijde , die bij gebruik geopend moet worden. Noch kan deze een bandcassette afspelen, waarbij de magneetband uit de bandcassette getrokken moet worden en bij gebruik op het magneetkopstelsel geladen moet worden. Bovendien heeft dit voorgestelde voorladerbandapparaat niet 15 een cassettehouder, die de cassette uit een uitstortpositie naar een bandaandrijfpositie ofwel een werkzame positie beweegt. Tenslotte worden bij voorgestelde bandapparaten met een bandlaadmechanisme voor het op een magneetkopstelsel laden van de magneetband, de bewerkingen van het horizontaal 20 in het huis bewegen van de cassette en het laden van de band onafhankelijk uitgevoerd, zodat de gehele werking waarbij de cassette in de cassettehouder wordt gestoken en de magneetband een laadbewerking ondergaat voor het tot stand brengen van de opneem of weergeeftoestand een relatief lange 25 tijd duurt.
Bovendien is het bij voorgestelde bandapparaten met een cassettehouder noodzakelijk om afzonderlijk een uitstoottoets te bedienen voor het naar een uitstootpositie buiten het huis bewegen van de cassettehouder.
30 Het is dienovereenkomstig een doel van de onderha vige uitvinding een verbeterd bandapparaat te verschaffen, dat de bovengenoemde problemen elimineert.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bandapparaat met een huis met een 35 beperkte hoogte.
0 4^29 13 -3- * *
Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bandapparaat waarbij andere apparatuur of voorwerpen op het bovenpaneel van het huis geplaatst kunnen worden.
5 Weer een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bandapparaat, dat een bandcassette kan gebruiken met een deksel aan zijn voorzijde, of een bandcassette waarbij de magneetband in de bandcassette naar buiten wordt getrokken en bij gebruik op een magneetkopstel-10 sel wordt geladen.
Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bandapparaat, dat de gehele werking waarbij de bandcassette in de cassettehouder wordt gestoken en de magneetband een laadbewerking ondergaat 15 voor het tot stand brengen van de opneem of weergeeftoestand in een relatief korte tijd uit kan voeren.
Nog een ander doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een bandapparaat, dat automatisch een cassettehouder naar een uitstootpositie buiten het huis kan 20 bewegen.
Volgens een aspekt van de onderhavige uitvinding omvat een bandapparaat voor het op een in een bandcassette opgenomen magneetband opnemen of daarvan weergeven van het signaal een huis met een voorpaneel, waarin een opening is 25 gevormd, en een beweegbare sectie, die verschuifbaar is tussen een open positie , waarin de beweegbare sectie zich voorwaarts uitstrekt van het huis door de opening en een gesloten positie, waarin de beweegbare sectie in het huis is opgenomen; 30 de beweegbare sectie omvat cassettedraagmiddelen voor het opnemen, van de cassette en het bewegen van de opgenomen cassette tussen een werkzame positie waarin de inrichting het signaal op kan nemen of weer kan geven en een uitstootpositie, waarbij de cassette uit de inrichting ver-35 wijderd kan worden waarbij de beweegbare sectie zich in zijn t 8402913 -4- l ϊ Λ fc \ open positie bevindt, en verder omvat deze een magneetkop-stelsel waarop de magneetband vanuit de in de werkzame positie geplaatste cassette wordt geladen?en waarbij de beweegbare sectie naar de gesloten posi-5 tie kan worden bewogen wanneer de cassettedraagmiddelen de cassette in de werkzame positie, houden.
Deze en andere doeleinden , kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijk worden uit de volgende gedetailleerde beschrijving aan de hand van de 10 bijgevoegde tekeningen, waarin telkens dezelfde verwijzings-cijfers dezelfde elementen aangeven.
Fig.1 is een perspektivisch aanzicht van een uitvoeringsvorm van een bandapparaat volgens de onderhavige uitvinding, 15 Fig,2 is een bovenaanzicht van de aandrijving en de bandlaadmechanismen. van het bandapparaat van fig.1, waarbij de beweegbare sectie in de open positie is weergegeven ?
Fig.3 is een met fig.2 overeenkomend bovenaanzicht 20 waarbij echter de beweegbare sectie in zijn gesloten positie wordt getoond;
Fig.4 is een vergrote dwarsdoorsnede volgens de lijn A-A in fig.2;
Fig.5 is een vergrote dwarsdoorsnede volgens de 25 lijn B-B in fig.3;.
Fig.6 is een bovenaanzicht dat verder het cassette-draagmechanisme, het grendelmechanisme en het bandlaadmechanis-me toont van de beweegbare sectie volgens de onderhavige uitvinding ? 30 Fig.7 is een met fig.4 overeenkomend aanzicht, dat echter alleen het grendelmechanisme toont, waarbij de andere elementen zijn verwijderd;
Fig.8 is een met fig.5 overeenkomend aanzicht, dat echter alleen het grendelmechanisme toont waarbij de andere 35 elementen zijn verwijderd; 8 4 0 2 9 1 3 -5- * *
Fig.9 is een perspektivisch aanzicht, dat een magneetkopstelsel en een bandlaadmechanisme van de inrichting van fig.1-6 toont;
Fig.10 is een perspektivisch aanzicht dat laad-5 ringen en laadblokken toont, die opgenomen zijn in het band-laadmechanisme; en
Fig.11 is een bovenaanzicht van een tweede uitvoeringsvorm van het bandapparaat volgens de onderhavige uitvinding.
10 Aan de hand van de tekeningen en aanvankelijk aan de hand van fig.1 zal een eerste uitvoeringsvorm van het bandapparaat volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven.
Het bandapparaat heeft een huis 1 met een voorpaneel 15 la, dat bedieningsschakelaars en dergelijke draagt.
Een beweegbare sectie 2 is beweegbaar door een in het paneel 1a gevormde opening 1b. Zoals hieronder in detail zal worden beschreven, omvat de beweegbare sectie een cassettedraag-mechanisme voor het opnemen van de magneetbandcassette 5 20 wanneer de beweegbare sectie 2 zich in zijn in fig.1 weergegeven open positie bevindt, en verder een magneetkopstel- ; sel en een bandlaadmechanisme voor het uit de cassette trekken van de magneetband en het op het magneetkopstelsel laden van de band of het ontladen daarvan. In de weergegeven j 25 open positie van de beweegbare sectie 2 strekt het voorpaneel 2a zich voorwaarts van het huispaneel 1a uit over een bepaalde afstand. De beweegbare sectie 2 kan in horizontale richting in het huis 1 worden bewogen naar een gesloten positie waarin het. voorpaneel 2a daarvan in hoofdzaak samenvalt met 30 het huispaneel 1a. Een open/sluittoets 3 is op het voorpaneel 2a aangebracht om ervoor te zorgen, dat de beweegbare sectie 2 tussen de open en de gesloten posities beweegt.
Op de beweegbare sectie 2 is een cassettehouder 4 geplaatst, welke een gedeelte vormt van het cassettedraagme-35 chanisme. De bandcassette 5 kan in de cassettehouder 4 worden ) 8402913 ί 5 -6- gestoken door de cassette-insteekopening 4a, wanneer de houder 4 zich in een cassetteopneem en -uitstootpositie bevindt, zoals getoond in fit '.1. In de weergegeven uitvoeringsvorm is de cassette 5 van het type met een scharnierend 5 deksel 51 aan de voorzijde van de cassette voor het beschermen van de magneetband in de cassette 5 wanneer deze laatste niet in gebruik is.
Het aandrijfmechanisme voor het verschuiven van de beweegbare sectie 2 ten opzichte van het huis 1 zal nu aan 10 de hand van de figuren 2 en 3 worden beschreven.
Aan het huis 1 zijn nabij tegenover elkaar liggende zijden van de beweegbare sectie twee evenwijdige heugels 6a ,6b, en rollen 7a, 7b aangebracht. Op de beweegbare sectie 2 is aan één zijde nabij het achterste gedeelte daarvan een 15 aandrijfmotor 8 geplaatst.. Tandwielen 9a, 9b aan een as 9d zijn respektievelijk in aangrijping met de heugels 6a,6b en een tandwiel 9c is op dezelfde as 9d bevestigd(in fig.2 en 3 met stippellijnen weergegeven) welke as op geschikte wijze gelagerd is in de beweegbare sectie 2. De tandwielen 20 9a,9b worden door de aandrijfmotor 8 aangedreven teneinde de beweegbare sectie 2 ten opzichte van het huis 1 te bewegen. In het bijzonder is. een aan een roterende as 8b van de aandrijfmotor 8 bevestigde motorsnaarschijf 8a gekoppeld via een snaar 10 met een snaarschijf 11b, welke een weer 25 met een tandwiel 11 aangekoppelde as heeft. Het tandwiel 11a is in aangrijping met het tandwiel 9c. Nabij de heugel 6b zijn detectieschakelaars 12a en 12b voor respektievelijk de open positie en de gesloten positie aangebracht, welke geaktiveerd kunnen worden door het tandwiel 9b wanneer de 30 beweegbare sectie 2 zich in respektievelijk de open positie en de gesloten positie bevindt. Een paar rails 13a,13b is aangebracht op de beweegbare sectie 2 langs de tegenover liggende zijde en deze zijn respektievelijk in kontakt met steunrollen 7a,7b.
35 Wanneer het gewenst is om de beweegbare sectie 2 8402913 \ * i -7- naar zijn gesloten positie te bewegen, d.w.z. wanneer een sluitbeweging wordt gekozen door het bedienen van de open/sluittoets 3, en op een moment nadat de cassette geheel aangebracht ofwel in de werkzame stand geplaatst is, 5 zoals gedetecteerd wordt door een eindschakelaar van de bandcassettedrager, zoels nog zal worden beschreven, wordt de aandrijf motor 8 in een positieve richting geroteerd teneinde de beweegbare sectie 2 naar de gesloten positie te bewegen. Wanneer de beweegbare sectie 2 zich in zijn geslo-10 ten positie bevindt, komt het tandwiel 9b in kontakt met de detectieschakelaar 12b voor de gesloten positie welke dat feit detecteert en de aandrijfmotor 8 stopt in reaktie daarop. Wanneer omgekeerd de openingsbeweging wordt gekozen door bediening van de open/sluittoets 3 voor het naar zijn 15 open positie bewegen van de beweegbare sectie 2, en op een moment waarop het bandapparaat zich in de stopstand bevindt, zoals wordt gedetecteerd door een roterende kodeerinrichting welke nog zal worden beschreven, wordt de aandrijfmotor 8 in de tegengestelde richting geroteerd voor het naar zijn 20 open positie bewegen van de beweegbare sectie. Wanneer de beweegbare sectie 2 zich in zijn open positie bevindt, komt het tandwiel 9b in kontakt met de detectieschakelaar 12a voor de open positie en de aandrijfmotor 8 weer in reaktie op de gedetecteerde positie.
25 Het cassettedraagmechanisme van de beweegbare sectie 2 zal nu aan de hand van de figuren 4, 5 en 6 worden beschreven. Een basisplaat 14 van de beweegbare sectie 2 heeft twee paren tegenover elkaar liggende zijplaten 15a,15b respektievelijk 16a,16b (fig.6) die ten opzichte hiervan 30 omhoog steken. Een paar hefarmen 17a,17b die ongeveer een L-vorm hebben zijn scharnierend gemonteerd nabij hun eerste einden 17a’,17b' aan de binnenzijde van de zijplaten 15a, 15b nabij het voorpaneel 2a, door middel van respektieve steunassen 18a,18b. De cassettehouder 4 wordt scharnierend 35 gedragen door steunassen 19a,19b aan tweede einden 17a",17b" i 8402913 S ΐ -8- van de hefarmen. 17a, 17b welke de vorm hebben van omgebogen gedeelten. Wanneer de hefarmen 17a,17b zwenken, bewegen de tweede einden 17a", 17b" omhoog en omlaag ten opzichte van de basisplaat 14, zodat de cassette--houder 4 omhoog en 5 omlaag wordt bewogen tussen een onderste cassettedraagpositie ofwel werkzame positie nabij de basisplaat 14 en een bovenste cassette-insteek- of uitstootpositie. Een schroef-veer 20 is gespannen tussen het tweede einde 17a" en de cassettehouder 4, zodat, wanneer de cassettehouder 4 zich 10 in de cassette-insteekpositie bevindt, de veer 20 de cassettehouder 4 kantelt, zodat de naar het voorpaneel 2a gekeerde opening daarvan schuin omhoog wordt gestoken, waardoor het insteken van de cassette 5 (fig.4)dus wordt vergemakkelijkt. Anderzijds wordt in de cassettedraag- of 15 werkzame positie de cassettehouder 4 en de daarin gestoken cassette 5 evenwijdig aan de basisplaat 14 gehouden(fig.5).
Aan de cassettehouder 4 is een draagdetectie-bedieningspen 21 aangebracht , welke door een geleidings-groef 22 in de zijplaat 15a beweegt. De geleidingsgroef 22 20 is in hoofdzaak boogvormig en strekt zich uit over een gebied dat overeenkomt met de gewenste beweegbare afstand van de draagdetectiebedieningspen 21. Een detectieschakelaar 23 voor het detecteren van het voltooien van de cassette-aanbrengbeweging, welke schakelaar 23 bijvoorbeeld een blad-25 veer kan zijn, is aan de zijplaat 15a aangebracht, nabij het ondereinde van de geleidingsgroef 22. Wanneer de cassettehouder 4 zich in de cassettedraag- of werkzame positie bevindt, wordt deze detectieschakelaar 23 geaktiveerd door de genoemde bedieningspen 21 teneinde aan te geven, dat 30 het aanbrengen van de cassette 5 ofwel het in de werkzame positie bewegen daarvan is voltooid.
Een paar veerankerpennen 24a,24b is respektievelijk aangebracht aan hefarmen 17a en 17b nabij de steunassen 18a, 18b, en een paar veerankerpennen 25a,25b is respektievelijk 35 aangebracht aan de zijplaten 15a en 15b ongeveer halverwege > 8402913 -9- ? · bovenaan. Tussen de· pennen 24a,25a en de pennen24b,25b zijn respektievelijk schroefveren 26a,26b gespannen, teneinde de tweede einden 17a",17b” van de hefarmen 17a,17b van de basisplaat 14 omhoog te dwingen, d.w.z. om de cas-5 settehouder 4 normaal in de cassette-insteek- en -uitstoot-positie te dwingen.
Aan tweede einden 17a", 17b" zijn respektievelijk naar de zijplaten 15a,15b gerichte grendelpennen 27a,27b aangebracht. Wanneer de hefarmen 17a,17b naar beneden worden 10 bewogen naar de basisplaat 14 toe, tegen de werking van de schroefveren 26a,26b in en de cassettehouder 4 daarbij naar de cassettedraag- of werkzame positie wordt bewogen (fig.5) komen de grendelpennen 27a,27b in aangrijping met een grendelmechanisme dat hierna in detail zal worden be-15 schreven, teneinde de hefarmen 17a,17b met de cassettehouder 4 in de cassettedraagpositie te vergrendelen.
Aan het binnenoppervlak van de zijplaat 15b is een dekselaangrijpingspen 28 aangebracht voor het aangrijpen van het deksel 5* van de cassette 5 om dit te openen wanneer 20 de cassette 5 naar de werkzame positie wordt bewogen.
Aan het omtreksrandgedeelte van het eerste einde 17ar van de hefarm 17a is een gebogen of sectortandwiel 29 gevormd waarbij de steunas 18a de hartlijn daarvan bepaalt. Het sectortandwiel 29 is in aangrijping met een zogenaamd 25 schokdempend drijfwerk 29a, dat aan de zijplaat 15a is gemonteerd en tegen een wrijvingsweerstand in kan roteren zodat de hefarmen 17a en 17b langzaam en zacht omhoog en omlaag bewegen.
Het grendelmechanisme voor de grendelpennen 27a, 30 27b zal nu in het bijzonder aan de hand van fig.7 en 8 worden beschreven, in welke figuren alleen de elementen van fig<=4-6 met betrekking tot het grendelmechanisme voor de duidelijkheid zijn weergegeven. De grendelhefbomen 30a,30b zijn aangebracht en werken samen met de grendelpennen 27a, 35 27b aan de zijplaten 15a,15b nabij de hefarmen 17a,17b.
8402313 f · £ · -10-
De grendelhefbomen 30a,30b zijn respektievelijk voorzien van grendelpenorganen of nokken 3la,31b die de grendelpennen 27a,27b van de voorzijde aangrijpen wanneer de cassettehouder 4 naar de werkzame positie wordt bewogen. De grendelhefbomen 5 30a,30b zijn scharnierend bevestigd door middel van steunassen 32a,32b aan de zijplaten 15a,15b, op punten, die lager liggen dan de nokken 31a,31b. Hierdoor worden de nokken 31a, 31b, wanneer de grendelhefbomen 30a,30b kantelen uit het gebied van de grendelpennen 27a,27b bewegen. De bovenrand-1 o gedeelten 31a.', 31b' van de nokken 31a,31b hellen naar het voorpaneel 2a toe, zodat de grendelhefbomen 30a,30b in de richting worden gekanteld, waarin de nokken 31a,31b buiten het gebied van de grendelpennen 27a,27b bewegen in reaktie op een benedenwaartse beweging van de hefarmen 17a,17b voor 15 het werkzaam positioneren van eeicassette.
Aan de grendelhefbomen 30a,30b zijn op plaatsen, die dichter bij het voorpaneel 2a liggen dan de steunassen 32a,32b • ankerpennen 33a,33b aangebracht. Aan de zijplaten 15a,15b zijn pennen 34a,34b aangebracht. Tussen de pennen 33a,33b 20 en de pennen 34a,34b zijn schroefveren 35a,35b gespannen waardoor de grendelhefbomen 30a,30b worden belast, zodanig dat de nokken 31a,31b de grendelpennen 27a,27b aan zullen grijpen wanneer de cassettehouder 4 zich in de werkzame positie bevindt.
Aan de zijplaten 15a,15b zijn nabi] de ^grendelhef-bomen. 30a,30b respektievelijk L-vormige bedieningshefbomen 36a,36b scharnierend bevestigd. De centrale gedeelten van de bedieningshefbomen 36a,36b worden scharnierend ondersteund door steunassen 37a,37b aan zijplaten 15a,15b, 30 en eerste einden 36a‘, 36b' van de bedieningshefbomen 36a, 36b kunnen in aangrijping komen met de pennen 33a,33b.
De L-vormige overbrengingshefbomen 38a,38b worden in hun centrale gedeelten scharnierend ondersteund door steunassen 39a,39b ten opzichte van de zijplaten 16a,16b. De tweede 35 einden 36a", 36b" van de bedieningshefbomen 36a,36b zijn Λ 8402913 i * % -11- respektievelijk door middel van draden of stangen 40a,40b gekoppeld met eerste einden 38a’,38b' van de overbrengingshefbomen 38a,38b. Aan tweede einden 38a" ,3.8b" van de overbrengingshefbomen 38a,38b zijn rollen 41a,41b roterend 5 gemonteerd.
V-vormige loshefbomen 42a,42b zijn in hun centrale gedeelten scharnierend ondersteund door steunassen 43a,43b welke aan zijplaten 16a,16b zijn bevestigd. Tussen de steunassen 43a,43b en de tweede einden 38a" , 38b" van de 10 overbrengingshefbomen 38a,38b zijn schroefveren 44a,44b gespannen, zodat in de werkzame positie (fig.8) , de hartlijnen van de rollen 41a,41b van de overbrengingshefbomen 38a,38b langs de imaginaire rechte lijnen gepositioneerd welke de hartlijnen van de steunassen 43a,43È> van de 15 loshefbomen 42a,42b en de hartlijnen van de steunassen 39a, 39b van de overbrengingshefbomen 38a,38b verbinden. Torsleveren 45a,45b hebben respektieve gewonden gedeelten die op de steunassen 43a,43b zijn aangebracht waarbij eerste % einden daarvan respektievelijk rusten tegen de 20 loshefbomen 42a,42b en tweede einden in aangrijping zijn met een aanslag 14a op de basisplaat 14 teneinde de hefbomen 42a,42b naar de in fig.8 getoonde positie te dwingen waarbij de rollen 41a,41b van. de overbrengingshefbomen 38a,38b zich tussen de eerste einden 46a,46b en de tweede einden 25 47a,47b van de loshefbomen 42a,42b bevinden.
Binnen het bovenoppervlak van het huis 1 is nabij de opening 1b in het paneel 1a een uitstekend orgaan 1c aangebracht. Wanneer de beweegbare sectie vanuit zijn gesloten positie naar de tussenliggende positie nabij zijn open positie 30 wordt bewogen (fig.4 en 7) komt het uitstekende orgaan 1c in kontakt met het bovenste of eerste einde 46a,46b van de loshefbomen 42a,42b. Wanneer de beweegbare sectie 2 dus naar de tussenlit gende positie wordt bewogen, worden de loshefbomen 42a,42b door het uitstekende orgaan 1c tegen de voor-35 belastingskracht. van de torsieveren 45a,45b in in de richting > 8402913 -12-
V
* V
van de klok geroteerd (gezien in de figuren 4-8).
De tweede einden 47a, 47b van de hefbomen 42a,42b zorgen ervoor, dat de overbrengingshefbomen 38a,38b in de richting tegen de klok in roteren. De draden 40a,40b worden daardoor 5 naar rechts getrokken en de bedieningshefbomen 36a,36b draaien tegen de richting van de klok in, waarbij de grendel-pennen 27a,27b vrijkomen van de nokken 31a,31b zodat de veren 26a, 26b de armen 17,17b op kunnen tillen en daardoor de houder 4 in de cassette-insteek- en -uitstoot-10 positie kunnen bewegen (fig.4 en 7).
Wanneer daarentegen de beweegbare sectie 2 uit de open positie naar de gesloten positie van fig.5 en 8 beweegt, worden de loshefbomen42a,42b door het uitstekende orgaan 1c gelost, zodat deze en de overbrengingshefbomen 15 38a, 38b door de voorbelastingskrachten van de torsieveren 45a,45b en de schroefveren 44a,44b worden verdraaid. Verder worden door de voorbelastingskrachten van de schroefveren 35a,35b de grendelhefbomen 30a,30b naar hun oorspronkelijke posities gedraaid, zodat de nokken 31a,31b de grendelpennen 20 27a,27b aangrijpen wanneer de houder 4 zijn werkzame positie bereikt.
Het magneetkopstelsel voor het opnemen of afspelen en het bandlaadmechanisme voor het op het magneetkopstelsel laden van de magneetband en het verwijderen daarvan, zullen 25 nu aan de hand van de figuren 2,3, 6, 9 en 10 worden beschreven .
Zoals het duidelijkst te zien is in fig.9 is op de basisplaat 14 op een bepaalde plaats een roterend magneetkopstelsel 48 aangebracht. Het roterende magneetkop- 30 stelsel 48 omvat een stationaire onderste trommel 48a, die onder een bepaalde hellingshoek aan de basisplaat 14 is * bevestigd en een roterende boventrommel 48b die op de vaste trommel 48a is gemonteerd en ten opzichte van deze vrij roteerbaar is. Eén of meer magnetische signaalkoppen 35 (niet weergegeven) zijn op aan de roterende trommel 48b be- 8402913 i £ -13- vestigd op een oppervlak tegenover de vaste trommel 48a.
Op de basisplaat 14 is nabij één zijde van het roterende magneetkopstelsel een wiskop 49 aangebracht.
Een paar bandlaadblokken 50a,50b heeft in het 5 algemeen V-vormige geleidingsbases 51a,51b, die beweegbaar zijn op de basisplaat 14. Aan centrale gedeelten van de geleidingsbases 51a,51b zijn terugvoergeleidingen 52a,52b aangebracht en hellende geleidingen 53a,53b zijn aan eerste eindgedeelten daarvan gemonteerd. Armen 56a,56b 10 (fig.10) met langwerpige sleuven 54a,54b zijn aan de onder zijde van de basisplaat 14 aangebracht en door middel van pennen 55a,55b roteerbaar bevestigd aan de onderoppervlakken van de geleidingsbases 51a,51b nabij tweede eindgedeelten daarvan. Geleidingsgroeven 57a,57b (fig.9) strekken zich 15 door de basisplaat 14 uit over een afstand vanaf de werkzame positie naar tegenover liggende zijden van het roterende magneetkopstelsel 48. Pennen 55a,55b (fig.10) strekken zich uit door geleidingsgroeven 57a,57b en in teaktie op het verdraaien van de laadringen welke hierna 20 zullen worden beschreven, worden de pennen 55a,55b langs de geleidingsgroeven 57a,57b bewogen om de laadblokken 50a, 50b zoals getoond in fig.6 op overeenkomstige wijze tussen de met getrokken lijnen getoonde ontlaadpositie en de met een streep-stippellijn getekende laadpositie te bewegen.
25 Positiebepalingsblokken 58a,58b met groeven 59a, 59b met een in hoofdzaak V-vorm voor het bepalen van de laadposities van respektievelijk de laadblokken 50a,50b zijn aan de basisplaat 14 aangebracht nabij de einden van de geleidingsgroeven 57a en 57b nabij de roterende magneetkop 30 inrichting 48. De terugvoergeleidingen 52a,52b grijpen aan in de groeven 59a,59b van de blokken 58a,58b in de laadpositie.
Zoals in fi g. 2 wordt getoond, is aan de basisplaat 14 op een bepaalde plaats een omkeerbare laadmotor 60 beves-35 tigd. Aan een roterende as van de laadmotor 60 is een motor- 8402913 j ✓ t « -14- snaarschijf 60a bevestigd, welke door middel van een snaar 61 gekoppeld is met een snaarschijf 62b op een as, waaraan eveneens een worm 62a is bevestigd. De worm 62a is in aan-grijping met een wormwiel 63 (fig.10) dat roteerbaar wordt 5 ondersteund door een as 63 op de basisplaat 14. Aan de as 63a zijn eveneens twee tandwielen 64a,46b bevestigd.
Eén tandwiel 64a is in aangrijping met een heugel, die gevormd is aan de omtrek van een eerste laadring 65a, terwijl het andere tandwiel 64b door middel van een vrijloop-10 tandwiel 66 gekoppeld is met een aan de omtrek van een tweede laadring 65b gevormde heugel. Eerste en tweede laad-ringen 65a,65b zijn roteerbaar aangebracht onder de basisplaat 14 en strekken zich uit om het roterende kopstelsel 48. Op de eerste en de tweede laadring 65a,65b zijn respek-15 tievelijk eerste en tweede bedieningspennen 66a en 66b aangebracht en wel op bepaalde plaatsen, zodanig, dat deze respektievelijk aangrijpen in langwerpige sleuven 54a,54b van de armen 56a,56b , welke verbonden zijn met de laadblok-ken 50a,50b. Wanneer de laadmotor 60 in een eerste of 20 voorwaartse richting wordt geroteerd worden de laadblokken 50a,50b door de eerste en tweede laadringen 65a,65b naar de laadposities bewogen. Wanneer de motor 60 in de omgekeerde richting wordt ingeschakeld voeren de over bijbehorende rotatiebewegingen: van de ringen 65a,65b de blokken 50a,50b 25 terug naar hun ontlaadposities.
Een roterende kodeerinrichting 67(fig.2) is in aangrijping met een van de heugels aan de ringen 65a,65b en deze. kan afwisselend zwarte en witte patronen hebben die gelijkmatig zijn verdeeld over de omtrek daarvan.
30 Wanneer dus de richting en het aantal patronen dat overeenkomstig de rotatie van de laadring 65a of 65b is bewogen, door een niet weergegeven fotokoppelinrichting wordt gelezen welke fotokoppelinrichting gevormd wordt door een licht emitterende diode, een lichtgevoelige diode enz. kan de toestand 35 van het bandapparaat en de positie van de laadblokken 50a,50b 8402913 -15- worden gedetecteerd.
Wanneer de aandrijfmotor 8 in de positieve of voorwaartse richting wordt geroteerd om de beweegbare sectie 2 uit zijn open naar zijn gesloten positie te bewegen, waar-5 bij de houder 4 zich in de werkzame positie bevindt, kan de laadmotor 60 tegelijkertijd in reaktie daarop in de positieve richting worden geroteerd, zodat , wanneer de beweegbare sectie 2 naar zijn gesloten positie wordt bewogen, de laadblokken 50a,50b eveneens naar hun laadposities worden 10 bewogen. Wanneer de roterende kodeerinrichting 67 dan detecteert dat de laadblokken 50a,50b zich in de laadposities bevinden, wordt de werking van de laadmotor 60 gestopt.
De laadmotor 60 kan in de positieve richting geroteerd worden > in reaktie op een positieve rotatie van de aandrijfmotor 8 15 of in reaktie op de korresponderende beweging van de beweegbare sectie 2 welke beweging wordt gedetecteerd door de fotokoppelinrichting.
Wanneer omgekeerd de laadmotor 60 in de tegengestelde richting wordt geroteerd, worden de laadblokken 50a, 20 50b door de eerste en tweede laadringen 65a,65b naar de ontlaadposities bewogen. Wanneer de aandrij fmotor 8 weer in de tegengestelde richting wordt geroteerd teneinde de beweegbare sectie 2 uit zijn gesloten naar zijn open positie te bewegen, kan de laadmotor 60 tegelijkertijd inde tegenge-25 stelde richting worden geroteerd in reaktie daarop, zodat, wanneer de beweegbare sectie 2 naar de positie wordt bewogen waarbij de tweede einden 46a,46b van de loshefbomen 42a, 42b in kontakt zijn met het uitstekende orgaan 1c van het huis 1, de laadblokken 50a,50b naar de ontlaadpositie 30 worden bewogen. Wanneer vervolgens de roterende kodeerinrichting 67 detecteert dat de laadblokken 50a,50b zich in de ontlaadpositie bevinden, wordt de tegengestelde werking van de laadmotor 60 gestopt. De laadmotor 60 kan in de tegengestelde richting worden geroteerd in reaktie op de tegenge-35 stelde rotatie van de aandrijfmotor 8 of in reaktie op de % 8402913 $ ï- -16- tegengestelde rotatie van de aandrijfmotor 8 of in reaktie op de korresponderende beweging van de beweegbare sectie 2, welke beweging wordt gedetecteerd door de fotokoppelin-richting. De laadmotor 60 kan op alternatieve wijze ook 5 reageren op de werking van de open/sluittoets 3 op het bandapparaat.
Het bandlaadmechanisme omvat verder een kaapstander 68 en een drukrol 69 welke met de kaapstander 68 in kontakt is of zich op een afstand daarvan bevindt respektievelijk in 10 de laadtoestand of in de ontlaadtoestand. Een paar spoel- assen 70a,70b is op de kassettedraagpositie aangebracht en plaatsbepalingspennen 71 a,71b en hoogtebeperkingspennen 72a, 72b bepalen respektievelijk de positie en hoogte van de cassette 5 in de cassettedraagpositie. Natuurlijk kan even-15 eens een conventioneel signaalbewerkingssysteem in plaats van het magneetkopstelsel zijn aangebracht en andere gedeelten van het bandapparaat kunnen overeenkomen met andere bekende inrichtingen.
De werking van het bandapparaat volgens de onderha- 20 vige uitvinding zal nu worden beschreven.
Zoals in fig.1 en 2 is weergegeven, wordt de cassette 5 in de cassettehouder 4 gestoken welke daarvoor in de cassette-insteekpositie wordt gehouden terwijl de beweegbare sectie 2 zich in de open positie bevindt buiten 25 het huis 1. De cassettehouder 4 wordt dan met de hand naar beneden bewogen tegen de voorbelastingskracht van de schroef-veren 20,26a en 26b in, zodat de hefarmen 17a,17b naar beneden worden gezwenkt om de cassette in de houder 4 in de werkzame stand te bewegen, waarbij het deksel 5' van de cas- 30 sette 5 geopend wordt door een dekselaangrijpingspen 28 tijdens deze beweging van de cassette naar zijn werkzame positie. In deze positie worden de grendelpennen 27a,27b van de hefarmen 17a,17b aangegrepen door de nokken 31a,31b van de grendelhefbomen 30a,30b zodat de hefarmen 17a,17b 35 worden geblokkeerd waarbij de cassettehouder 4 in de casset- 8402913 -17- tedraag- of -werkzame positie wordt gehouden. Op hetzelfde moment wordt de detectieschakelaar 23 voor het detecteren van het voltooien van de cassetteaanbrengbeweging geakti-veerd door de bedieningspen 21 om het einde van de plaatsing 5 van de cassette 5 aan te geven.
Wanneer de cassette 5 in zijn werkzame positie is waarbij het deksel 5 * daarvan geopend is om een stuk van de band, dat zich langs een opening van het cassettehuis 1 uitstrekt vrij te laten, steken terugvoergeleidingen 52a, 10 52b en de hellende geleidingen 53a,53b omhoog in het cassette huis achter het bandgedeelte.
Wanneer vervolgens de sluitbeweging wordt gekozen door het bedienen van de open/sluittoets 3, wordt de aandrijf mot or 8 in de positieve of voorwaartse richting gero-15 teerd waarbij de rotatiekracht van de aandrijfmotor 8 over-gedragen wordt via de motorsnaarschijf 8a, de snaar 10, de snaarschijf 11b, het tandwiel 11a, en het tandwiel 9c op de tandwielen 9a,9b zodat.de beweegbare sectie 2 langs de heugels 6a,6b naar de gesloten positie in het huis 1 20 wordt bewogen. Tegelijkertijd wordt de laadmotor 60 in de positieve of voorwaartse richting geroteerd en wordt de rotatiekracht van de laadmotor 60 overgebracht via de motor-snaarschijf 60a, de snaar 61, de snaarschijf 62b, de worm 62a, het wormwiel 63, de tandwielen 64a,64b, en het vrijloop-25 tandwiel 66 naar de eerste en tweede laadringen 65a,65b. Hiermee worden de eerste en tweede laadringen 65a,65b geroteerd in tegengestelde richtingen zodat de laadblokken 50a,50b langs de geleidingsgroeven 57a,57b uit de ontlaad posities naar hun laadposities worden bewogen, waarbij^mag-30 neetband uit de cassette 5 wordt getrokken en de uitgetrokken band om de trommels 48a, 48b van het magneetkopstelsel wordt gewikkeld. De bandlaadbewerking is voltooid voordat de sluitbeweging van de beweegbare sectie 2 is voltooid, en het einde van de laadbeweging wordt gedetecteerd door de 35 roterende kodeerinrichting 67, waardoor de laadmotor 60
Y
8402913 Ϋ ν -18- wordt stilgezet. Daarna/ wanneer de sluitbeweging van de beweegbare sectie 2 is voltooid, zoals getoond in fig.3, wordt het einde van de sluitbeweging gedetecteerd door het kontakt van het tandwiel 9b en de detectieschakelaar 5 12b voor de gesloten positie, teneinde de aandrijfmotor 8 stil te zetten . Op dit moment bevindt het bandapparaat zich in de stoptoestand en is nu gereed om onmiddellijk overgeschakeld te worden in de opneem- of weergeefstand.
De opeenvolgende bewerkingen waarbij de cassette 5 wordt 10 ingestoken en de opneem- of weergeeftoestand wordt ingesteld worden dus in een relatief korte tijd uitgevoerd.
De opeenvolgende bewerkingen, waarmee de cassette 5 uit het huis 1 worden uitgestoten, zoals in fig.4 wordt getoond, zullen nu worden beschreven. Wanneer het bandappa-15 raat zich in de stoptoestand bevindt en de openingsbeweging wordt gekozen door de open/sluittoets 3 op geschikte wijze te bedienen, worden de aandrijfmotor 8 en de laadmotor 60 beide in hun tegengestelde richtingen geroteerd. Door deze tegengestelde rotatie wordt de beweegbare sectie 2 naar zijn 20 open positie bewogen en worden de laadblokken 50a,50b naar hun ontlaadposities bewogen(fig.2).
Bij de bandontlaadbeweging worden een of beide spoelassen 70a,70b op geschikte wijze geroteerd teneinde de magneetband volledig in de cassette 5 naar binnen te trekken. De ontlaad-25 beweging is voltooid voordat de beweegbare sectie 2 de tussenliggende positie inneemt waarbij de eerste einden 46a, 46b van de loshefbomen 42a,42b in kontakt komen met het uitstekende orgaan 1c van het huis 1, en het einde van de bandontlaadwerking wordt gedetecteerd door de roterende 30 kodeerinrichting 67, waardoor de laadmotor 60 wordt stilgezet. Zoals in de figuren 4 en 7 wordt getoond komen, wanneer de beweegbare sectie 2 naar voren wordt bewogen voorbij de tussenliggende positie, de grendelpennen 27a,27b vrij. D.w.z. door de werking van het uitstekende orgaan 1c worden de 35 loshefbomen 42a,42b tegen de voorbelastingskracht van de torsieveren 45a,45b in gedraaid en zorgen de tweede einden 8402913.· -19- 47a,47b van de losse hefbomen 42a,42b ervoor, dat de grendelhefbomen 30a,30b verdraaien door de werking van de overbrengingshefbomen 38a,38b, de draden 40a,40b, en de bedieningshefbomen 36a,36b, waardoor de grendelpennen 5 27a,27b vrijkomen vatide nokken 31a,31b. Vervolgens kantelen de voorbelastingskrachten van de schroef veren 26a,26b de hefarmen 17a,17b omhoog en plaatst de voorbelastingskracht van de schroefveer 20 de cassettehouder 4 in de cassette-insteek en -uitstootpositie welke zich boven de beweegbare 10 sectie 1 uitstrekt. Zoals in de figuren 1 en 2 wordt getoond, wordt, wanneer de beweging van de beweegbare sectie 2 naar de open positie is voltooid, het einde van de openings-beweging gedetecteerd doordat het tandwiel 9b in kontakt komt met de schakelaar 12a voor het detecteren van de open 15 positie, en wordt de aandrijf motor 8 gestopt.
Fig.11 toont een andere uitvoeringsvorm van het bandapparaat volgens de onderhavige uitvinding. In fig.11 zijn onderdelen, die overeenkomen met die welke zijn beschreven aan de hand van fig.1 tot en met 10 met dezelfde 20 verwijzingscijfers aangegeven en deze onderdelen zullen niet weer in detail worden beschreven.
De uitvoeringsvorm van fig.11 verschilt in hoofd-zaak van die van de figuren 1-10 slechts daarin, dat een andere aandrijfbron voor de beweging en laadwerkingen wordt 25 gebruikt. Meer in het bijzonder wordt een gemeenschappelijke motor 73 die aan de onderzijde van de basisplaat 14 is gemonteerd gebruikt voor het aandrijven van de bewegingen van de beweegbare sectie 2 in het huis 1 naar binnen en daaruit naar buiten, en voor het aandrijven van de bandlaad- en 30 -ontlaadbewegingen. Voor dit doel zijn de motorsnaarschijven 8a,60a beide op de roterende as van de motor 73 gemonteerd en alle andere elementen zijn gelijk aan die van de hierboven beschreven eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding. Wanneer daardoor de sluitbeweging wordt gekozen door het 35 bedienen van de open/sluittoets 3 en de aankomst van de t 8402913 -20-
L
houder 4 met de cassette 5 daarin in de werkzame positie wordt gedetecteerd door de detectieschakelaar 23, wordt de gemeenschappelijke motor 73 in de positieve richting geroteerd om de beweegbare sectie 2 naar een gesloten 5 positie te bewegen, waardoor de magneetband door de laad-mechanismen 50a,50b tot 70a,70b op het magneetkopstelsel wordt geladen. Wanneer de openingsbeweging wordt gekozen door het bedienen van de open/sluittoets 3 waarbij de inrichting zich in de stopstand bevindt, zoals wordt gedetec-10 teerd door de roterende kodeerinrichting 67, wordt de motor 73 in de tegengestelde richting geroteerd om de beweegbare sectie naar zijn open positie te bewegen en om de magneetband door de bandlaadmechanismen 50a,50b tot en met 70a,70b van het magneetkopstelsel te verwijderen.
15 Het zal dus duidelijk zijn, dat de uitvoeringsvorm van fig.11 dezelfde bewegingen en effekten bereikt als de in fig.1-10 beschreven uitvoeringsvorm.
Alhoewel in de bovenbeschreven uitvoeringsvormen het in aangrijping komen van de grendelpennen 27a,27b 20 met de nokken 31a, 31b en het vrijkomen daarvan mechanisch geschiedt door de werking van het uitstekende orgaan 1c aan de loshefbomen 42a,42b, kan dit aangrijpen en loskomen ook elektrisch worden bestuurd door een detector (zoals de roterende kodeerinrichting 67 en een fotokoppelinrichting) 25 welke de positie van de beweegbare sectie 2 detecteert en op geschikte wijze de werking van een niet getoonde elektromagneet bestuurt voor het bedienen van de grendelhefbomen 30a,30b.
Het zal duidelijk zijn, dat aangezien de beweegbare 30 sectie 2 horizontaal in de voorzijde van het huis 1 naar binnen en daaruit naar buiten wordt bewogen, bij de inrichting volgens de onderhavige uitvinding er geen behoefte is aan een ruimte in het huis, die voldoende groot is om de bandkassette in de vertikale richting te bewegen. D.w.z.
35 vertikale bewegingen van de cassettehouder 4 worden uitge- 8402913 ? c -21- voerd in de toestand, waarbij de sectie 2 uit het huis 1 naar voren uitgetrokken is. Het gevolg is, dat de inrichting geringer van hoogte kan zijn. Bovendien kunnen op deze inrichting volgens de uitvinding andere apparaten of 5 componenten worden geplaatst, d.w.z., aan het bovenpaneel van het huis 1 kunnen andere inrichtingen worden gemonteerd omdat van de inrichting niets bovenwaarts uitsteekt.
Aangezien de cassettehouder 4 verder aangebracht is in de beweegbare sectie 2 en ten opzichte van deze 10 laatste tussen de cassette insteek- en -uitstootpositie, en de werkzame positie wordt bewogen, en het deksel van de bandcassette in samenhang met de bewegingen van de cassettehouder geopend en gesloten kunnen worden, kan het bandapparaat volgens de uitvinding werken met een bandcassette met 15 een deksel.
Aangezien verder op de beweegbare sectie 2. het bandlaadmechanisme is aangebracht, kan het bandapparaat volgens de uitvinding werken met een bandcassette van het type, waarbij de band voor de opname en weergave uit het 20 cassettehuis naar buiten wordt getrokken.
Aangezien bovendien het bandlaadmechanisme in samenhang met de schuifbeweging van de beweegbare sectie wordt bediend, kunnen de achtereenvolgende bewegingen waarbij de bandcassette in de cassettehouder wordt gestoken en 25 de magneetband wordt geladen zodat de inrichting de opneem-of weergeeftoestand aan kan nemen, in asn relatief korte tijd uitgevoerd worden.
Aangezien tenslotte de cassettehouder 4 automatisch j naar de uitstootpositie wordt bewogen in combinatie met de 30 schuifbeweging van de beweegbare sectie naar zijn open positie, kan de bandcassette worden verwijderd zonder de verdere of afzonderlijke bediening van een uitstoottoets, zodat een dergelijke uitstoottoets niet nodig is.
8402913

Claims (9)

1. Cassettebandopneem- en weergeefapparaat omvattende een huis met een voorpaneel met een daarin gevormde opening, gekenmerkt door een beweegbare sectie welke in 5 hoofdzaak horizontaal door de opening beweegbaar is tussen een open positie waarin de beweegbare sectie zich naar voren uit het huis uitstrekt en een gesloten positie, waarin de beweegbare sectie in het huis is opgenomen, waarbij de beweegbare sectie cassettedraagmiddelen omvat voor het opnemen 10 van de cassette en het bewegen van de opgenomen cassette ten opzichte van de beweegbare sectie tussen een werkzame positie en een uitstootpositie waarin de cassette uit de inrichting verwijderd kan worden, en een magneetkopstelsel voor het op de band van een zich in de werkzame positie 15 bevindende cassette opnemen van een signaal of het van de band weergeven daarvan, waarbij de cassettedraagmiddelen de cassette in de werkzame positie houden wanneer de beweegbare sectie naar de gesloten stand wordt bewogen.
2. Inrichting volgens conclusie 1 , met het ken-20 merk, dat de cassettedraagmiddelen cassettehoudmiddelen omvatten voor 'topnemen van de cassette welke cassettedraagmiddelen de cassettehoudmiddelen ten opzichte van de beweegbare sectie bewegen tussen de werkzame stand en de uitstoot-stand.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de bandcassette een opening heeft, waardoorheen de magneetband naar buiten getrokken kan worden om op het magneetkopstelsel geladen te worden, en een deksel dat de opening afsluit wanneer de cassette niet in gebruik is, 30 waarbij de inrichting verder dekselopenings- en -sluitmiddelen omvat voor het openen en sluiten van het deksel in samenhang met de beweging van de cassettehoudmiddelen.
4. Inrichting volgens conclusie 2, verder gekenmerkt door automatische uitstootmiddelen voor het uit de 35 werkzame stand naar de uitstootstand bewegen van de cassette- 8402913 -23- houdmiddelen in samenhang met de beweging van de beweegbare sectie uit de gesloten positie naar de open positie.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de automatische uitstootmiddelen omvatten 5 dwingende middelen voor het normaal in de uitstoot- positie dwingen van de casse11ehoudmiddelen; grendelmiddelen voor het tegen de dwingende werking van de dwingende middelen in in de werkzame stand vergrendelen van de cassettehouder; en 10 ontgrendelmiddelen voor het lossen van de grendel middelen in samenhang met de beweging van de beweegbare sectie uit de gesloten positie naar de open positie.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beweegbare sectie verder bandlaadmiddelen omvat 15 voor het uit de bandcassette in de werkzame stand op het magneetkopstelsel laden van de magneetband en voor het van het magneetkopstelsel naar de bandcassette ontladen van de magneetband.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, 20 dat de beweegbare sectie uit de open positie naar de gesloten positie wordt bewogen gedurende een eerste periode, en de bandlaadmiddelen het laden van de magneetband geheel binnen deze eerste periode uitvoeren, en dat de beweegbare sectie uit de gesloten positie naar de open positie wordt 25 bewogen gedurende een tweede periode, waarbij de bandlaad- ! middelen het ontladen van de magneetband geheel binnen deze tweede periode uitvoeren.
8. Inrichting volgens conclusie 6, verder gekenmerkt door eerste aandrijfmiddelen voor het aandrijven van 30 de beweegbare sectie, tweede aandrijfmiddelen voor het aandrijven van de bandlaadmiddelen, en bedieningsschakelaarmid-delen voor het aktiveren van de eerste aandrijfmiddelen, waarbij de tweede aandrijfmiddelen geaktiveerd worden in reaktie op ten minste één bepaalde werking van de eerste 35 aandrijfmiddelen, de beweegbare sectie en de bedieningsscha- 8402913 / V Ί- -24- kelaarmiddelen.
9.Inrichting volgens conclusie 8/ verder gekenmerkt door detectiemiddelen voor het detecteren van de toestand en de positie van de bandlaadmiddelen, waarbij de werking 5 van de tweede aandrijfmiddelen aangevangen en stilgezet worden in samenhang met de gedetecteerde toestand en positie. 84 0 2 9 1 3
NL8402913A 1983-09-24 1984-09-24 Cassettebandopneem- en -weergeefapparaat. NL8402913A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP14668883U JPS6056949U (ja) 1983-09-24 1983-09-24 記録再生装置
JP14669083 1983-09-24
JP14668883 1983-09-24
JP14669083U JPS6056945U (ja) 1983-09-24 1983-09-24 記録再生装置
JP17092684 1984-08-16
JP59170926A JPS6150242A (ja) 1984-08-16 1984-08-16 磁気記録再生装置

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8402913A true NL8402913A (nl) 1985-04-16

Family

ID=27319221

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8402913A NL8402913A (nl) 1983-09-24 1984-09-24 Cassettebandopneem- en -weergeefapparaat.

Country Status (8)

Country Link
KR (1) KR920002759B1 (nl)
AT (1) AT393176B (nl)
CH (1) CH666571A5 (nl)
DE (1) DE3435006A1 (nl)
FR (1) FR2552577B1 (nl)
GB (1) GB2149187B (nl)
NL (1) NL8402913A (nl)
SE (1) SE454474B (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH071579B2 (ja) * 1984-05-30 1995-01-11 ソニー株式会社 磁気記録再生装置
JPS6185661A (ja) * 1984-09-29 1986-05-01 Sony Corp テ−プレコ−ダ−
DE3511848A1 (de) * 1985-03-30 1986-10-09 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig holländ. Stiftung & Co KG, 8510 Fürth Vorrichtung zur fuehrung eines magnetbandes in einem video-magnetbandgeraet
DE3519020A1 (de) * 1985-05-25 1986-11-27 Grundig E.M.V. Elektro-Mechanische Versuchsanstalt Max Grundig holländ. Stiftung & Co KG, 8510 Fürth Vorrichtung zum antrieb eines kassetteneinzugsmechanismus und eines bandfaedelmechanismus in einem videorecorder mit magnetbandkassette
JPH0792958B2 (ja) * 1985-05-27 1995-10-09 ソニー株式会社 カセツト式記録再生装置
CA1311048C (en) * 1985-05-27 1992-12-01 Shuji Yoshida Apparatus for loading a record medium cassette
JPS61283060A (ja) * 1985-06-07 1986-12-13 Sony Corp カセツトロ−デイング装置
JP2586467B2 (ja) * 1987-01-21 1997-02-26 ソニー株式会社 カセツト装着装置
JP2531171B2 (ja) * 1987-03-26 1996-09-04 ソニー株式会社 磁気記録再生装置
KR910010165B1 (ko) * 1987-05-13 1991-12-17 마쯔시다덴기산교 가부시기가이샤 자기기록 재생장치
GB2219427B (en) * 1988-05-04 1992-11-18 M4 Data Ltd Electric motors
JP2850347B2 (ja) * 1989-02-10 1999-01-27 ソニー株式会社 記録及び/又は再生装置
US5327306A (en) * 1990-03-30 1994-07-05 Sony Corporation Compact magnetic recording and reproducing device having movable reels and reel spindles
DE4119304A1 (de) * 1991-06-12 1992-12-17 Erkelenz Thomas Vorrichtung zum betrachten einer auf einem informationstraeger befindlichen strassennetzes
DE4319863C2 (de) * 1992-06-17 2001-03-29 Gold Star Co Bandlaufsystem für magnetische Aufzeichnungs- und Wiedergabegeräte
GB0114211D0 (en) * 2001-06-12 2001-08-01 Epoint Ltd Drawer support mechanism

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL225438A (nl) * 1957-03-05
US3661344A (en) * 1969-05-24 1972-05-09 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic recording and reproducing device
JPS5087010A (nl) * 1973-11-30 1975-07-12
BE822012A (fr) * 1974-11-08 1975-05-09 Enregistreur en forme de boitier/tiroir
US4071859A (en) * 1975-08-19 1978-01-31 Sanyo Electric Co., Ltd. Tape cartridge positioning and ejection device
GB1578397A (en) * 1976-07-02 1980-11-05 Nihon Technical Kk Cassette tape player
US4202021A (en) * 1977-06-30 1980-05-06 Pioneer Electronic Corporation Front-loaded cassette tape deck
DE2822584A1 (de) * 1978-05-24 1979-11-29 Braun Ag Tonband-kassettengeraet mit frontseitiger bedienung
JPS6037725Y2 (ja) * 1978-12-28 1985-11-11 クラリオン株式会社 テ−ププレヤ用オ−トロ−デイング装置
JPS5680844A (en) * 1979-12-07 1981-07-02 Shinshirasuna Denki Kk Cassette holder for tape recorder
JPS5694540A (en) * 1979-12-27 1981-07-31 Tanashin Denki Co Cassette type tape recorder
GB2067002B (en) * 1979-12-29 1984-12-05 Pioneer Electronic Corp Player for magnetic tape cassette recordings
JPS57135467A (en) * 1981-02-14 1982-08-21 Sony Corp Cassette loading device
JPS57212649A (en) * 1981-06-24 1982-12-27 Hitachi Ltd Magnetic recording and reproducing device
KR910007199B1 (ko) * 1982-03-10 1991-09-19 히다찌 마꾸세루 가부시기 가이샤 기록테이프용 카아트리지
JPS5948861A (ja) * 1982-09-14 1984-03-21 Matsushita Electric Ind Co Ltd テ−プレコ−ダ
JPS5952451A (ja) * 1982-09-17 1984-03-27 Sanyo Electric Co Ltd カセツトロ−デイング駆動機構

Also Published As

Publication number Publication date
DE3435006C2 (nl) 1993-04-15
FR2552577A1 (fr) 1985-03-29
KR920002759B1 (ko) 1992-04-02
SE8404758L (sv) 1985-03-25
SE454474B (sv) 1988-05-02
ATA302784A (de) 1991-01-15
GB8424092D0 (en) 1984-10-31
SE8404758D0 (sv) 1984-09-24
DE3435006A1 (de) 1985-04-25
FR2552577B1 (fr) 1987-08-07
GB2149187B (en) 1986-12-03
KR850002539A (ko) 1985-05-13
GB2149187A (en) 1985-06-05
AT393176B (de) 1991-08-26
CH666571A5 (de) 1988-07-29

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8402913A (nl) Cassettebandopneem- en -weergeefapparaat.
US4641210A (en) Magnetic recording and reproducing apparatus
CA1304818C (en) Magnetic tape cassette loading system in recording and/or reproducing apparatus
US5301176A (en) Apparatus for carrying out recording and/or reproducing signals for disk-shaped recording medium
JP3216521B2 (ja) ローディング装置
KR930001478B1 (ko) 자기기록 재생장치
NL192704C (nl) Cassettelaadinrichting.
US4395744A (en) Disc-shaped recording medium reproducing apparatus
EP0637020B1 (en) Recording cassette mechanisms
EP0619579B1 (en) Disc cartridge container, and disc recorder and/or reproducer comprising this container
US6373810B2 (en) Disk driving apparatus
JPH0626065B2 (ja) 記録又は再生装置
KR100542413B1 (ko) 로딩기구
EP0964394B1 (en) Disk player
JP3612235B2 (ja) 担体自動再生装置
NL7908338A (nl) Inrichting voor het opnemen en/of weergeven van signalen op een roterende plaat.
JP3605684B2 (ja) 記録媒体ローディング装置のカートリッジホルダ位置決め機構
JPH03283041A (ja) Cdプレヤー付きカセットプレヤー
JPS61129769A (ja) 円盤状情報記録媒体再生装置
JPH0758573B2 (ja) 情報デイスク自動再生装置における再生部へのデイスク着脱装置
JPH0547085A (ja) 記録再生装置
JPH0450670B2 (nl)
JPH0817122A (ja) ディスク駆動装置
JPS62167668A (ja) 記録円盤再生装置
JPS62250550A (ja) コンパチブルデイスク再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed