NL8402442A

NL8402442A - Laad- en losklep in het bijzonder voor een vrachtwagen met een laadvloer.

Info

Publication number: NL8402442A
Application number: NL8402442A
Authority: NL
Original assignee: Asselt Christiaan Van
Priority date: 1984-08-07
Filing date: 1984-08-07
Publication date: 1986-03-03
Also published as: EP0171124A1

Description

rov 52572 ^ ^

Laad- en losklep in het bijzonder voor een vrachtwagen met een laadvloer.

De uitvinding betreft een laad- en losklep in het bijzonder voor een vrachtwagen met een laadvloer, bestaande uit een platform dat door middel van tenminste één stangenparallellogram zwaaibaar met een aan de vrachtwagen 5 gemonteerde draagconstructie is verbonden, welk stangenparallellogram wordt gevormd door twee op een afstand boven elkaar gelegen stangen die bij de ene einden, bij twee op een afstand boven elkaar gelegen punten scharnierend zijn verbonden met de draagconstructie en bij 10 de andere einden bij twee op een afstand boven elkaar gelegen punten scharnierend zijn verbonden met de naar de vrachtwagen gerichte achterkant van het platform, waarbij één van deze stangen middelen, in het bijzonder een zuiger-cilindersamenstel omvat waardoor de lengte van deze 15 stang veranderbaar is,* en een werkcilinder-zuigersamenstel aanwezig is, dat aan de ene kant scharnierbaar met de draagconstructie en bij de andere kant, nabij het platform, scharnierbaar met in wezen de stang van onveranderbare lengte van het stangenparallellogram is verbonden, een en 20 ander zodanig dat het platform, dat in een opbergstand in wezen met de achterkant aansluitend aan de laadvloer van de vrachtwagen, van deze laadvloer in wezen vertikaal omhoog staat, door de bediening van het zuiger-cilindersamenstel waarbij de lengte van de betreffende stang wordt verlengd 25 tot uiteindelijk een lengte die gelijk is aan de lengte van de andere stang en de twee stangen evenwijdig aan elkaar komen te lopen, vanuit deze stand in een in wezen horizontale stand kan worden gezwaaid, zodat het bovenvlak van het platform in wezen in het verlengde van de laadvloer 30 ligt, en door de bediening van de werkcilinder het platform in deze stand in wezen tot op de grond kan worden neergelaten, waarna omgekeerd het platform weer in de opbergstand kan worden gebracht. Een dergelijke laad- en 8402442 > i* , ·* -2- losklep is bekend uit het Duitse octrooischrift 1916203.

. Bij de bekende laad- en losklep heeft het platform een wigvormige doorsnede, zodat het bovenoppervlak en het onderoppervlak van het platform naar de van de vrachtwagen 5 afgekeerde voorkant, naar elkaar toelopen. Bij het tot op de grond neerlaten van het platform ligt het bovenoppervlak daarvan horizontaal, zodat wanneer het platform op de grond is aangekomen, de voorkant van het platform zich nog op enige afstand van de grond bevindt. Een in de vrachtwagen 10 te brengen last zou dan op het platform moeten worden getild, wat bijzonder ongewenst is. Daarom is het in de onderste stang van het stangenparallellogram ingebouwde zuiger-cilindersamenstel zodanig uitgevoerd, dat in de bovengenoemde, zich op de grond bevindende stand van het 15 platform, de zuiger een aanvullende, betrekkelijk korte slag naar binnen in de cilinder kan uitvoeren, waardoor het platform om het bovenste scharnierpunt, waar het platform scharnierend is verbonden met het stangenparallellogram, iets gaat draaien totdat het platform met het 20 onderoppervlak op de bodem rust. Dan kan een last direkt op het platform worden geschoven of gereden.

Het nadeel van de bekende inrichting is dat het in de onderste stang van het stangenparallellogram ingebouwde zuiger-cilindersamenstel betrekkelijk ingewikkeld en 25 daardoor storingsgevoelig is, omdat daarmee twee van elkaar gescheiden bewegingen van het platform moeten worden uitgevoerd.

Bovendien loopt het bovenoppervlak van het platform van de voorkant schuin omhoog, bij het zich op de 50 grond bevinden van het platform, zodat een op het platform gereden last daarna moet worden geblokkeerd, alvorens deze last kan worden losgelaten.

Het doel van de uitvinding is een laad- en losklep van het genoemde type te verschaffen die deze nadelen niet 55 heeft.

Dit doel wordt bereikt doordat bij de inrichting volgens de uitvinding het platform in wezen bestaat uit een 8402442 I *· ^ -3- plaat met een uniforme, betrekkelijk geringe dikte, waaraan, bij de achterkant een ópstaande arm is bevestigd, voor het verschaffen van de genoemde twee op een afstand boven elkaar gelegen punten waar de genoemde andere einden 5 van de stangen van het stangenparallellogram scharnierend zijn bevestigd, en de bovenste stang van het stangenparallellogram is voorzien van de middelen waardoor de lengte van deze stang veranderbaar is.

Bij de op deze wijze uitgevoerde laad- en losklep 10 komt het platform direkt plat op de grond te liggen bij het door middel van de werkcilinder neerlaten van het platform, waarbij het bovenoppervlak van het platform horizontaal ligt.

Op voordelige wijze wordt de opstaande arm gevormd 15 door een plaatvormig orgaan dat in wezen loodrecht op de achterrand van het platform staat, welk orgaan een bovenste, van de platformplaat uitstekend deel omvat en een onderste, onder de platformplaat gelegen deel dat door lasverbindingen is verbonden met de platformplaat en met 20 een zijkant van een U-profiel dat aan de onderkant van de platformplaat is aangebracht en zich in wezen tussen de voor- en achterkant daarvan uitstrekt, waarbij de benen van het U-profiel met hun vrije einden tegen de platformplaat aanliggen en aldaar aan deze plaat zijn vastgelast.

25 Bij voorkeur heeft het bovenste deel van het plaatvormige orgaan tennaastebij de vorm van een rechthoekige driehoek en het onderste deel de vorm van een omgekeerd rechthoekig trapezium, waarbij de basis van de rechthoekige driehoek samenvalt met de lange zijde van de 30 evenwijdig lopende zijden van het trapezium, de rechthoekzijde van de rechthoekige driehoek in het verlengde van de rechthoekzijde van het trapezium ligt, en de hypotenusa van de rechthoekige driehoek en de schuine zijde van het trapezium een hoek insluiten, welk 35 trapeziumvormige deel tegen de zijkant van het U-profiel aanligt en tenminste langs de schuine zijde aan deze zijkant is vastgelast en langs de genoemde lange zijde aan 8402442 ’ ir t <: -4- de pl atformplaat is vastgelast. Daarbij is het plaatvormige orgaan eveneens bij voorkeur tenminste gedeeltelijk in een, in de achterkant van de platformplaat gevormde gleufvormige uitsparing opgenomen, waarbij het onderste deel van het 5 plaatvormige orgaan aan beide kanten door langslassen aan de platformplaat is vastgelast.

Bij een op deze wijze uitgevoerde platform-constructie blijven de, als gevolg van de buigmomenten optredende spanningen in de lasverbindingen en 10 het platform ver beneden de maximum toelaatbare spanningen, bij het heffen of neerlaten van lasten met het voor vrachtwagens gebruikelijke maximum gewicht.

Bij voorkeur is de werkcilinder scharnierbaar met de draagconstructie verbonden bij een punt dat boven de 15 punten ligt waar de stangen van het stangenparallellogram scharnierend met de draagconstructie zijn verbonden. Op deze wijze bevinden alle zuiger-ci'lindersamenstellen zich in de ingetrokken stand wanneer het·, platform in de opbergstand staat.

20 Bij· de bekendé inrichting is zo'n opstelling van een werkcilinder niet mogelijk, omdat dan, in de opbergstand van het platform de betrekkelijk lange cilinder van de werkzuiger tegen de onderkant van de laadvloer van de vrachtwagen aan zou komen.

25 Opgemerkt wordt dat uit het Franse octrooischrift 1586935 een los- en laadplatform voor een vrachtwagen bekend is, waarbij het platform uit een plaat bestaat met een uniforme betrekkelijk geringe dikte. Hierbij is echter geen stangenparallellogram toegepast maar een betrekkelijk 30 ingewikkeld samenstel van scharnierende stangen en een werkcilinder, waarbij bovendien het platform niet in een opbergstand kan worden gebracht.

De uitvinding wordt nader beschreven onder verwijzing naar de tekening waarin: 35 Figuren 1, 2 en 3 de los- en laadklep volgens de uitvinding schematisch in drie verschillende standen tonen, Figuur 4 het platform in bovenaanzicht toont, 8402442 -5-

Figuur 5, op grotere schaal, een deel van het platform volgens figuur 4 in vooraanzicht toont, en

Figuur 6 dit deel in zijaanzicht toont.

Zoals getoond in figuur 1 is aan de achterkant van 5 een vrachtwagen met een laadvloer 1 en achterwielen 2 een laad- en losklep gemonteerd, bestaande uit een platform 3 dat door middel van twee stangenparallellogrammen zwaaibaar met de aan de vrachtwagen gemonteerde draagconstructies 4 is verbonden. Elk stangenparallellogram wordt gevormd door 10 een bovenste stang 5 en een onderste stang 6, welke stangen bij respectievelijk 7 en 8 scharnierbaar met de draagconstructie 4 zijn verbonden. Bij het andere eind zijn de stangen 5 en 6 scharnierbaar verbonden met een aan het-platform 3 gemonteerde opstaande arm 9 bij respectievelijk 15 de punten 10 en 11. In de stang 5 is een zuiger-cilindersamenstel 12 opgenomen, waardoor de lengte van de stang 5 kan worden veranderd. Verder is een werkzuiger-cilindersamenstel 13 aangebracht dat aan degene kant bij het punt 14, dat boven de scharnierpunten 7 en 8 20 ligt, met de draagconstructie 4 is verbonden, en aan de andere kant tennaastebij bij het punt 11 scharnierend is verbonden met het platform 3.

In figuur 1 bevindt zich het platform 3 in de opbergstand, dat wil zeggen dat het platform aansluitend 25 aan de achterkant van de laadvloer 1, van deze laadvloer verticaal omhoog loopt.

Vanuit de stand getoond in figuur 1 kan het platform 3, om het punt 11, in de in figuur 2 getoonde horizontale stand worden gedraaid, door het 30 zuiger-cilindersamenstel 12 uit te zetten, waardoor de lengte van de stang 5 groter wordt totdat deze lengte gelijk is aan de lengte van de stang 6 en de stangen 5 en 6 een zuiver stangenparallellogram vormen.

Vervolgens kan het platform 3 vanuit de in figuur 35 2 getoonde stand tot op de bodem 15 worden neergelaten, zoals getoond in figuur 3, door de zuiger in de werkcilinder 13 uit te zetten. Het platform 3 dat uit een 8402442

' }* f X

-6- plaat met een uniforme betrekkelijk geringe dikte bestaat » komt dan direkt pl.at op de grond 15 te liggen, zodat een last op het platform 3 kan worden geschoven of gereden.

Daarna wordt het platform 3 met de zich daarop 5 bevindende last weer in de stand getoond in figuur 2 gebracht, door de zuiger in de werkcilinder 13 in te trekken, waarna de last vanaf het platform 3 op de laadvloer 1 kan worden gebracht.

Nadat de vrachtwagen aldus is beladen of gelost, 10 kan het platform 3 weer in de opbergstand, getoond in figuur 1, worden gebracht. In deze opbergstand van het platform bevinden de zuigers van de zuiger-cilindersamenstellen 12 en 13 zich in de ingetrokken stand.

15 Zoals getoond in de figuren 4, 5 en 6 worden de armen 9 gevormd door een oorvormige plaat met openingen 10' en 11' voor het vormen van de scharnierpunten 10 respectievelijk 11. Elke plaat 9 is gedeeltelijk opgenomen in een, in de platformplaat 3 gevormde uitsparing, zodat de .20 plaat 9 een boven de platformplaat 3 uitstekend, in het algemeen driehoekig deel 9' en een onder de platformplaat 17 uitstekend deel 9'' met in het algemeen de vorm van een rechthoekig trapezium omvat. Aan de onderkant van de platformplaat 3 zijn U-vormige profielen 16 aangebracht, 25 die elk door middel van de langslassen 17 aan de plaat 3 zijn vastgelast. Verder is elke plaat 9 door middel van de schuin lopende las 18 en de langslas 19 aan een zijkant van het bijbehorende U-vormige profiel vastgelast, en door middel van de langslassen 20 aan de platformplaat 3.

8402442

Claims

2. Laad- en losklep volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de opstaande arm wordt gevormd door een 10 plaatvormig orgaan dat in wezen loodrecht op de achterrand van het platform staat, welk orgaan een bovenste van de platformplaat uitstekend deel omvat en een onderste, onder de platformplaat gelegen deel dat door lasverbindingen is verbonden met de platformplaat en met een zijkant van een 15 U-profiel dat aan de onderkant van de platformplaat is aangebracht en zich in wezen tussen de voor- en achterkant daarvSn uitstrekt, waarbij de benen van het U-profiel met hun vrije einden tegen de platformplaat aanliggen en aldaar aan deze plaat zijn vastgelast.
3. Los- en laadklep volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het bovenste deel van het plaatvormige orgaan tennaastebij de vorm heeft van een rechthoekige driehoek en het onderste deel de vorm heeft van een omgekeerd rechthoekig trapezium, waarbij de basis van de rechthoekige 25 driehoek samenvalt met de lange zijde van de evenwijdig lopende zijden van het trapezium, de rechthoekzijde van de rechthoekige driehoek in het verlengde van de rechthoekzijde van het platform ligt, en de hypotenusa van de rechthoekige driehoek en de schuine zijde van het trapezium een hoek 30 insluiten, welk trapeziumvormige deel tegen de zijkant van het U-profiel aanligt en tenminste langs de schuine zijde aan deze zijkant is vastgelast en langs de genoemde lange zijde aan de platformplaat is vastgelast.
4. Los- en laadklep volgens conclusies 2 of 3 met 35 het kenmerk, dat het plaatvormige orgaan tenminste gedeeltelijk in een, in de achterkant van de platformplaat gevormde gleufvormige uitsparing is opgenomen en het 8402442 -9- onderste deel van het plaatvormige orgaan aan beide kanten door langslassen aan de platformplaat is vastgelast.
5. Los- en laadklep volgens conclusies 1-4, met het kenmerk, dat de werkcilinder scharnierbaar met de 5 draagconstructie is verbonden bij een punt dat boven de punten ligt waar de stangen van het stangenparallellogram scharnierend met de draagconstructie zijn verbonden. « . «v 8402442