NL8402263A - Kraan voor hoge belastingen, in het bijzonder offshorekraan, en werkwijze voor het tuien van een kraan. - Google Patents

Description

4, */" Λ NO 32.642

Korte aanduiding: Kraan voor hoge belastingen, in het bijzonder offshorekraan, en werkwijze voor het tuien van een kraan.

De uitvinding heeft in eerste instantie betrekking op een kraan voor hoge belastingen, in het bijzonder een offshorekraan, voorzien van een kraanarm die scharnierbaar is verbonden met een zwenkframe en door middel 5 van topdraden in- en uitgetopt kan worden, waarbij ter verhoging van de maximaal toelaatbare belasting een gedeelte van de topdraden is verlengd door middel van tuidraden die op afstand van de kraan zijn bevestigd.

Kranen met een dergelijk zogenaamd 10 tie-backsysteem, dat een deel van de topdraden verlengt, zijn bekend en worden toegepast om de maximaal toelaatbare belasting te kunnen vergroten. Zowel de fundatie van de kraan als de topdraden worden door toepassing van de gevormde krachtendriehoek gunstiger belast. Bijvoorbeeld 15 wordt een 2000 ton kraan geschikt gemaakt voor een last van 3000 ton. Wezenlijk is dat de tuidraden op flinke afstand van de kraan zijn bevestigd, bijvoorbeeld aan het dek van het kraanponton. Hoe verder dit bevestigingspunt van de kraan afligt, hoe groter de vlucht van de kraanarm kan zijn 20 en hoe meer de belasting in de kraanarm wordt gereduceerd.

In het algemeen is de afstand tussen het bevestigingspunt van de tuidraden en de kraan beperkt, hetgeen betekent dat ook het voordeel van de grotere vlucht en de hogere toelaatbare kraanbelasting aan beperkingen is onderworpen. Immers 25 moeten de verlengde topdraden steeds boven de niet verlengde topdraden blijven om de genoemde voordelen te effectueren.

Met de uitvinding wordt beoogd om uitgaande van de in de aanhef genoemde kraan, waarbij tussen het vaste bevestigingspunt van de tuidraden en de kraan een 30 bepaalde afstand bestaat, de maximaal toelaatbare kraanbelasting en de vlucht van de kraanarm nog meer te kunnen vergroten.

Volgens de uitvinding is de kraan hiertoe gekenmerkt doordat in het samenstel van met elkaar verbonden 8402263 * /i * -2- tuidraden en topdraden door middel van een tuimast een van de kraan afgerichte knik is aangebracht.

Als gevolg van de genoemde knik zal tussen de verlengde topdraden en de niet verlengde topdraden een 5 grotere hoek bestaan. Juist deze grotere hoek leidt tot het voordeel van de grotere vlucht en vermindering van de belasting van de kraanarm.

Bij voorkeur is de tuimast met zijn ene einde scharnierbaar aan de top van het frame en met zijn 10 andere einde als verbinding tussen de tui- en topdraden aangebracht.

De uitvinding betreft tevens een werkwijze voor het tuien van een kraan ter verkrijging van bovengenoemde constructie. Volgens de uitvinding wordt de 15 kraanarm in de geheel ingetopte stand gehandhaafd en worden tussen een op afstand van de kraan gelegen vast punt en het vrije einde van een scharnierbaar met de top van het frame verbonden tuimast één of meer tuidraden aangebracht, waarbij een gedeelte van de zich bij het boveneinde van het 20 frame bevindende tophijsblokken wordt losgemaakt van het frame en naar het vrije uiteinde van de tuimast wordt verplaatst en aan dat uiteinde wordt bevestigd, en waarbij de tuimast door het aantrekken van de met die mast verbonden topdraden in de werkstand wordt gescharnierd en tenslotte 25 de kraanarm voor uittoppen wordt vrijgegeven.

Bij voorkeur wordt voor het in de geheel ingetopte stand handhaven van de kraanarm gebruik gemaakt van een tijdelijke verbinding tussen kraanarm en frame welke verbinding aan het eind van de tuiprocedure wordt 30 verwijderd.

Om de verplaatsbare tophijsblokken tijdens hun beweging naar het vrije uiteinde van de tuimast zodanig te geleiden dat zij niet tegen delen van de kraan kunnen slaan zou van afzonderlijke geleidingsgoten gebruik kunnen 35 worden gemaakt. Goedkoper is echter wanneer de tuimast tijdens de verplaatsing van genoemd gedeelte van de tophijs-blokken als geleiding voor die blokken dient.

De uitvinding zal nu aan de hand van de schematische figuren nader worden toegelicht.

8402263 *· » -3-

De figuren 1 tot en met 4 tonen aanzichten van de kraan in de verschillende fasen die nodig zijn om het bijzondere tuisysteem volgens de uitvinding tot stand te brengen, waarbij figuur 4 in getrokken lijnen het eind-5 stadium aangeeft.

Figuur 5 toont een aanzicht van de bovenzijde van het kraanframe van de kraan volgens de uitvinding op grotere schaal.

De in de figuren weergegeven offshorekraan 10 omvat een ponton 1, een ondersteuning 2, een zwenkbaar op die ondersteuning gemonteerd A-frame 3 en een scharnierbaar met dat frame verbonden kraanarm 4, die door middel van ten minste één toptakel 5 kan worden in- en uitgetopt.

Aan de top van het A-frame is een tuimast 13 6 scharnierend opgehangen. Beoogd wordt de kraan zodanig te tuien dat hij een aanzienlijk grotere belasting kan op'nemen en de kraanarm een relatief grote vlucht kan hebben.

De tuiprocedure begint met de stand volgens figuur 1, waarbij de kraan zodanig is gezwenkt dat 20 de kraanarm met minimale vlucht over één zijde (bijvoorbeeld de achterzijde) van het ponton steekt. Tussen de kraanarm en het A-frame wordt een tijdelijke verbinding 7, bijvoorbeeld in de vorm van één of meer buizen of staven aangebracht. Niet uitgesloten is dat voor het in deze 25 uitgetopte stand handhaven van de kraanarm, gebruik wordt gemaakt van een deel van het toptakel.

Figuur 2 laat zien dat tuidraden 8 worden aangebracht tussen het vrije einde van de tuimast 6 en een op afstand van de kraan op het ponton aangebracht bevesti-30 gingspunt 9.

De tui-arm wordt door middel van een hydrauliche cilinder 11 of ander middel zoals een hulplier, in een stand gebracht, waarin hij in lijn ligt met de topdraden van het toptakel 5 (figuur 3).

35 De draden van het toptakel worden gevierd en een deel van de onderblokken wordt van het A-frame losgetrokken (bijvoorbeeld met een hulpliertje). In de schematische figuur 5 zijn de losgetrokken toptakelonder-blokken met 12 en de vaste toptakelonderblokken met 13 8402263 • s.

-4- aangeduid. De scharnierassen van de losse blokken 12 rusten in haakvormige consoles 14 die naar één zijde open zijn.

In de weergegeven constructie omvat het takel bijvoorbeeld vier onderblokken waarvan de twee binnenste blokken 13 een 5 vaste scharnierverbinding met het frame 3 hebben en waarvan de twee buitenste blokken 12 door een U-vormige geleidings-constructie 15 met elkaar zijn verbonden. De onderblokken 12 glijden met hun geleidingsconstructie 15 langs de mast 6 naar beneden tot aan het vrije einde van die mast, waar een 10 verbinding tussen dat vrije einde en de constructie 15 tot stand wordt gebracht (figuur 3).

Tenslotte wordt de tuimast 6, na over het dode punt te zijn geduwd of getrokken, door het aanhalen van de topdraden omhoog gescharnierd (figuur 4) tot een stand 15 waarin de tuidraden 8 strak staan.

Na verwijdering van de tijdelijke verbinding 7 is de kraan gereed voor gebruik. De door de verplaatsbare onderblokken 12 geschoren topdraden zijn met 16 en de door de vaste onderblokken 13 geschoren topdraden 20 met 17 aangegeven.

Als gevolg van het feit dat in het samenstel van met elkaar verbonden tuidraden 8 en topdraden 16 door middel van de tuimast 6 een buitenwaartse knik is aangebracht is de hoek tussen de vaste topdraden 17 en de 25 als verlenging van de tuidraden 8 werkende topdraden 16 vergroot. De maximale vlucht bij het uittoppen van de arm 4 is daardoor aanzienlijk toegenomen, immers zullen de topdraden 16 en 17 veel minder snel parallel lopen als het geval zou zijn zonder de door de mast 6 veroorzaakte knik.

30 Bovendien wordt door het beschreven tuisysteem de kraanarm ontlast zodat een hogere kraanbelasting mogelijk is.

Het zal duidelijk zijn dat de volgens de uitvinding getuide kraan niet of slechts over een geringe hoek.kan zwenken. In feite is van de zwenkbare kraan een 35 drijvende bok gemaakt.

Binnen het kader van de uitvinding zijn verschillende wijzigingen mogelijk. Om de losse onderblok-constructie 12, 15 te geleiden kan van afzonderlijke goten in plaats van de mast 6 gebruik worden gemaakt. Wezenlijk 8402263 * * -5- voor de uitvinding is dat in het op zichzelf bekende tuisysteem, bestaande uit afzonderlijke tuidraden en een daarmee verbonden gedeelte van de topdraden, een van de kraan afgerichte knik is aangebracht door middel van een 5 afzonderlijke tuimast. Het is niet noodzakelijk dat de tuimast met het A-frame is verbonden.

8402263

Claims (5)

1. Kraan voor hoge belastingen, in het bijzonder offshorekraan, voorzien van een kraanarm die scharnierbaar is verbonden met een zwenkframe en door middel van topdraden in- en uitgetopt kan worden, waarbij ter 5 verhoging van de maximaal toelaatbare belasting een gedeelte van de topdraden is verlengd door middel van tuidraden die op afstand van de kraan zijn bevestigd, met het kenmerk, dat in het samenstel van met elkaar verbonden tuidraden (8) en* topdraden (16) door middel van een tuimast (6) een van de 10 kraan afgerichte knik is aangebracht.

2. Kraan volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tuimast (6) met zijn ene einde scharnierbaar aan de top van het frame (3) en met zijn andere einde als verbinding tussen de tui- en topdraden (8 respectievelijk 15 16) is aangebracht.

3. Werkwijze voor het tuien van een kraan ter verkrijging van een constructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de kraanarm in de geheel ingetopte stand wordt gehandhaafd en tussen een op afstand van de kraan 20 gelegen vast punt en het vrije einde van een scharnierbaar met de top van het frame verbonden tuimast één of meer tuidraden worden aangebracht, dat een gedeelte van de zich bij het boveneinde van het frame bevindende tophijsblokken wordt losgemaakt van het frame en naar het vrije uiteinde 25 Van de tuimast wordt verplaatst en aan dat uiteinde wordt bevestigd, dat de tuimast door het aantrekken van de met die mast verbonden topdraden in de werkstand wordt gescharnierd en tenslotte de kraanarm voor uittoppen wordt vrijgegeven.

4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het 30 kenmerk, dat voor het in de geheel ingetopte stand handhaven van de kraanarm gebruik wordt gemaakt van een tijdelijke verbinding tussen kraanarm en frame welke verbinding aan het eind van de tuiprocedure wordt verwijderd.

5. Werkwijze volgens conclusie 3 of 4, met 35 het kenmerk, dat de tuimast tijdens de verplaatsing van genoemd gedeelte van de tophijsblokken als geleiding voor die blokken dient. 8402263