NL8401039A - Inrichting voor het afsluiten van een opening. - Google Patents

Inrichting voor het afsluiten van een opening. Download PDF

Info

Publication number
NL8401039A
NL8401039A NL8401039A NL8401039A NL8401039A NL 8401039 A NL8401039 A NL 8401039A NL 8401039 A NL8401039 A NL 8401039A NL 8401039 A NL8401039 A NL 8401039A NL 8401039 A NL8401039 A NL 8401039A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
panel
rails
frame
frame parts
rail
Prior art date
Application number
NL8401039A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Vries Gorredijk B V De
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Vries Gorredijk B V De filed Critical Vries Gorredijk B V De
Priority to NL8401039A priority Critical patent/NL8401039A/nl
Priority to NL8500944A priority patent/NL8500944A/nl
Priority to DE19853511426 priority patent/DE3511426A1/de
Publication of NL8401039A publication Critical patent/NL8401039A/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E06DOORS, WINDOWS, SHUTTERS, OR ROLLER BLINDS IN GENERAL; LADDERS
    • E06BFIXED OR MOVABLE CLOSURES FOR OPENINGS IN BUILDINGS, VEHICLES, FENCES OR LIKE ENCLOSURES IN GENERAL, e.g. DOORS, WINDOWS, BLINDS, GATES
    • E06B3/00Window sashes, door leaves, or like elements for closing wall or like openings; Layout of fixed or moving closures, e.g. windows in wall or like openings; Features of rigidly-mounted outer frames relating to the mounting of wing frames
    • E06B3/32Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing
    • E06B3/34Arrangements of wings characterised by the manner of movement; Arrangements of movable wings in openings; Features of wings or frames relating solely to the manner of movement of the wing with only one kind of movement
    • E06B3/42Sliding wings; Details of frames with respect to guiding
    • E06B3/46Horizontally-sliding wings
    • E06B3/4609Horizontally-sliding wings for windows
    • E06B3/4627Horizontally-sliding wings for windows with the sliding wing flush closing or moving a considerable distance towards the opening when closing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Wing Frames And Configurations (AREA)
  • Specific Sealing Or Ventilating Devices For Doors And Windows (AREA)

Description

* ö i T/deVries-1
Inrichting voor het afsluiten van een opening
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het afsluiten van een opening omvattende een kozijn met althans twee zich in hoofdzaak tegenover elkaar en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende kozijndelen, ten minste één paneel 5 zoals een deur of raam, en met de kozijndelen en het paneel verbonden geleidingsmiddelen voor het ten opzichte van de kozijndelen in langsrichting en dwars daarop beweegbaar geleiden van het paneel, waarbij de geleidingsmiddelen zich in langsrichting van de kozijndelen uitstrekkende rails omvatten.
10 Een dergelijke inrichting is op zichzelf bekend en om vat een in de handel verkrijgbaar zogenaamd schuif-kantelbe-slag. Dit beslag omvat aan het onderste kozijndeel rechte rails, waarover een wagen beweegbaar is. De wagen is voorzien van geleidingsmiddelen, waarmee het paneel in dwarsrichting 15 op de wagen verschoven kan worden. Aan de bovenzijde omvat het beslag zwenkarmen, waarvan telkens één einde scharnierend met het paneel is verbonden en het andere einde aangrijpt in rechte rails langs het bovenste kozijndeel.
De voordelen van het zowel in langs- als in dwarsrich-20 ting kunnen bewegen van een raam of deur liggen in het bijzonder daarin dat een bijzonder goede in één vlak liggende afdichting van de deur of het raam kan worden bereikt. Verder ligt het paneel in de gesloten stand in hetzelfde vlak van bijvoorbeeld een zich naast dit paneel bevindend tweede paneel. Dit 25 levert een aanzienlijk fraaier aanzicht op dan de bij gebruikelijke schuifpanelen voorkomende verspringende opstelling.
De het omschreven beslag omvattende bekende inrichting is gecompliceerd en relatief kostbaar. Het'doel van de uitvinding is derhalve een inrichting van de in de aanhef om-30 schreven soort te verschaffen die eenvoudig van opbouw is en waarmee toch de genoemde voordelen kunnen worden bereikt.
Dit doel wordt bij een inrichting volgens de uitvinding bereikt doordat aan de naar elkaar toe gekeerde vlakken van beide kozijndelen rails zijn gevormd, met een zich mèt 8401039 ' i 1 2 een richtingscomponent dwars op de langsrichting van het paneel uitstrekkend gedeelte, en doordat de met het paneel verbonden en de rails aangrijpende geleidingsmiddelen in hoofdzaak vast met het paneel zijn verbonden. Hierdoor kan het pa-5 neel als een "spoortrein" over de rails van het kozijn bewegen. Door een geschikte vormgeving van de rails is elke gewenste beweging van het paneel mogelijk. De met het paneel verbonden geleidingsmiddelen kunnen zeer eenvoudig worden uitgevoerd en worden in de eenvoudigste uitvoering gevormd door 10 pennen.
Wanneer de rails in beide kozijndelen een congruente vorm hebben, blijft het paneel te allen tijde loodrecht op de kozijndelen gericht, en wordt een goede geleiding gewaarborgd.
Door volgens een bijzonder gunstig aspect van de uit-15 vinding ten minste aan één zijde van het paneel tegenover één van de kozijndelen twee geleidingsorganen aan te brengen, die elk samenwerken met een eigen rail, kan het paneel behalve bewegingen evenwijdig aan en dwars op zijn eigen vlak ook gecombineerde, dat wil zeggen zwenkbewegingen uitvoeren.
20 Een constructief gunstige uitvoeringsvorm wordt be reikt wanneer daarbij de rails gedeeltelijk samenvallen.
Bij een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding waarbij het kozijn ten minste één, al dan niet uit een gesloten stand beweegbaar tweede paneel omvat, en het eer-25 ste paneel zich in zijn gesloten stand in hetzelfde vlak als het tweede paneel naast dit bevindt, heeft het aanvangsgedeelte van de rail van het het verst van het tweede paneel verwijderde geleidingsorgaan een aanzienlijk geringere richtingscomponent in dwarsrichting dan dat van de rail van het gelei-30 dingsorgaan nabij het tweede paneel. Hierdoor wordt bereikt, dat bij het openen van het eerste paneel, dit paneel eerst in hoofdzaak zwenkt om het verst verwijderde geleidingsorgaan, terwijl deze beweging aansluitend vloeiend over kan gaan in de zijdelingse beweging van het paneel.
35 De uitvinding is eveneens bijzonder geschikt om zoda nig toegepast te worden dat de rails zich in verticale richting uitstrekken. Hierbij worden op het paneel aangrijpende gewichtscompensatiemiddelen aangebracht, zodat een verticaal schuifraam met de genoemde voordelen van een goede afdichting 8401039 “ c % 3 wordt verkregen.
Bij een zeer interessante uitvoering van de inrichting volgens de uitvinding omvat het kozijn een aantal zich in de gesloten toestand in hun langsrichting naast elkaar uit-5 strekkende panelen en zijn de rails zodanig uitgevoerd, dat de panelen bewogen kunnen worden naar een opslagpositie, waarin de panelen zich in hun dwarsrichting gezien naast elkaar bevinden. Op deze wijze kan een schuifpui worden uitgevoerd, waarbij alle schuifpanelen geheel uit het zicht verwijderd 10 kunnen worden.
De rails kunnen op geschikte wijze gevormd worden door het materiaal van de kozijndelen. Dit materiaal kan bijvoorbeeld aluminium of kunststof zijn, en is bij voorkeur hout. Bij houten kozijndelen kunnen de rails daarin gevormd 15 worden door frezen.
Wanneer de inrichting volgens de uitvinding in de beoogde toepassing zeer veelvuldig gebruikt zal worden en het materiaal van het kozijn niet zeer geschikt is voor de ten gevolge van dit veelvuldig gebruik optredende slijtageverschijn-20 selen, worden volgens een gunstig aspect van de uitvinding de . rails gevormd door één geheel met de kozijndelen vormende railelementen. Deze railelementen kunnen in het materiaal van de kozijndelen worden ingelaten of op de kozijndelen aangebrachte plaatvormige elementen zijn.
25 In een gunstige uitvoeringsvorm zijn de met het pa neel verbonden geleidingsorganen kogelbussen. Deze zijn relatief goedkoop en kunnen op eenvoudige wijze in het paneel worden aangebracht.
Volgens een verdere ontwikkeling van de uitvinding 30 zijn de geleidingsorganen aan één zijde van het paneel buitenwaarts veerbelast. Hierdoor kunnen maattoleranties en krimpen uitzettingsverschijnselen worden gecompenseerd.
Verdere kenmerken en voordelen van de uitvinding zullen blijken uit de navolgende beschrijving van enige uitvoe-35 ringsvoorbeelden van de uitvinding aan de hand van de bijgevoegde tekeningen.
Fig. 1-4 tonen schematisch de werking van enige mogelijke uitvoeringsvormen van de inrichting volgens de uitvinding .
8401039 4 • ·»
Fig. 5 toont een inrichting in gedeeltelijk weggebroken perspectivisch aanzicht,
Fig. 6 toont een doorsnede volgens lijn VI-VI in fig.
5.
5 Fig. 7 toont een doorsnede volgens lijn VII-VII in fig. 5.
Fig. 8 toont een met fig. 7 overeenkomend aanzicht van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 9 toont een met fig. 6 overeenkomend aanzicht 10 van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 10 toont een eveneens met fig. 6 overeenkomend aanzicht van weer een andere uitvoeringsvorm.
Fig. 11 toont schematisch een vooraanzicht van een inrichting met een verticaal beweegbaar raam.
15 Fig. 12 toont schematisch de werking van het raam van fig. 11.
Fig. 13 toont een doorsnede volgens XIII-XIII in fig.
11.
Fig. 14 toont een doorsnede volgens XIV-XIV in fig.
'20 11.
Fig. 15 toont een met fig. 13 overeenkomende doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm.
Fig. 16 toont een met fig. 14 overeenkomende doorsnede van een alternatieve uitvoeringsvorm.
25 Fig. 17 toont een detail van een andere uitvoerings vorm van een inrichting volgens de uitvinding.
Fig. 18-20 tonen drie uitvoeringsvarianten van de ge-leidingsmiddelen volgens de uitvinding.
In fig. 1-4 zijn zeer schematisch enige inrichtingen 30 volgens de uitvinding weergegeven. Nadere constructieve details van de uitvinding worden in de daarop volgende figuren weergegeven. De fig. 1-4 tonen duidelijk de met de inrichting volgens de uitvinding bereikte bewegingsmogelijkheden van een raam of deur.
35 Bij de inrichting 1 van fig. 1 bevinden zich in de ge sloten stand een eerste paneel 2 en een tweede paneel 3 in hun langsrichting naast elkaar. In het kozijn 6 is een langsrail 4 en zijn dwarsrails 5 aangebracht. In deze rails grijpen ge-leidingsorganen aan, die in hoofdzaak vast met het eerste pa- 8401039
V
5 neel 2 zijn verbonden. Het tweede paneel 3 is vast in het kozijn aangebracht. Pig. la geeft de gesloten toestand aan.
Vanuit deze gesloten toestand kan het eerste paneel 2 over de dwarsrails 5 naar achteren worden bewogen zoals weer-5 gegeven in fig. lb, en na het bereiken van de langsrail 4 zijdelings worden verschoven tot de geopende stand zoals getoond in fig. 1c.
Bij de inrichting 7 van fig. 2 is behalve het eerste paneel 8 eveneens het tweede paneel 9 beweegbaar. In het ko-10 zijn is een eerste langsrail 10, overeenkomend met de langsrail 4 van fig· 1 aangebracht en bovendien een tweede langsrail 11 die zich ter hoogte van de panelen 8 en 9 uitstrekt. Verder zijn dwarsrails 12 aangebracht overeenkomend met de dwarsrails 5 van fig. 1. Het eerste paneel 8 kan over de dwars-15 rails 12 achterwaarts worden bewogen tot in de rail 10, waarna dit paneel 8 zijdelings naast het tweede paneel kan worden bewogen over de rail 10. Anderzijds kan het paneel 9 over de rail 11 naar links bewegen. De inrichting 7 heeft derhalve twee open standen zoals resp. getoond in fig. 2d en fig. 2e.
20 Bij de inrichting 14 van fig. 3 zijn een aantal pane len 15 in de gesloten toestand in hun langsrichting naast elkaar opgesteld. In het kozijn zijn weer rails 16 aangebracht.
De rails 16 zijn verbonden met zich in dwarsrichting uitstrekkende opslagrails 17 in een opsiagpositie 18. Zoals fig. 3b 25 en 3c duidelijk aangeven, kunnen de panelen 15 over de rails 16, 17 naar de opsiagpositie 18 worden bewogen. Hierdoor laten de panelen 15 in de geopende toestand van de inrichting 14 een volledige opening vrij zonder dat verticale tussenstij-len belemmeringen vormen.
30 De inrichting 20 van fig. 4 komt qua functie met de inrichting 14 van fig. 3 overeen. Hierbij kunnen eveneens de panelen 21 over rails 22 naar een opsiagpositie 24 worden bewogen. De opslagrails 23 zijn hierbij zodanig aangebracht, dat de panelen 21 in de opsiagpositie 24 dwars staan op de 35 stand welke deze in de gesloten toestand van de inrichting innemen. De opsiagpositie kan zich behalve direkt aansluitend aan de af te sluiten opening ook op een afstand daarvan bevinden, waarbij de panelen over de rails van het kozijndeel nabij de opening naar deze zich op een afstand bevindende op- 8401039 6 slagpositie kunnen worden bewogen.
Fig. 5-7 tonen meer in detail een als rolzwenkraam uitgevoerde inrichting van het type zoals getoond in fig. 1.
De inrichting 30 omvat een kozijn bestaande uit een 5 bovendorpel 31, een onderdorpel 32 en twee stijlen 33, 34. De in de inleiding genoemde twee zich in hoofdzaak tegenover elkaar en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende kozijndelen worden hierbij gevormd door de dorpels 31, 32. Het kozijn bevat een eerste raam 35 dat in zijn langsrichting en dwars daarop 10 beweegbaar is en een tweede raam 36 dat vast met het kozijn is verbonden.
In de dorpels 31, 32 zijn rails 37 aangebracht die in dit uitvoeringsvoorbeeld in het hout van het kozijn zijn uitgefreesd. Zoals in het bijzonder fig. 6 duidelijk toont, om-15 vatten de rails een zich in langsrichting van het kozijn uitstrekkend deel en zich dwars op deze langsrichting uitstrekkende gedeelten. De rails 37 in beide kozijndelen hebben een congruente vorm. In het raam 35 zijn aan beide zijden van het raam tegenover de kozijndelen twee geleidingsorganen aange-20 bracht, die elk samenwerken met een eigen rail, waarvan een deel, in het bijzonder het zich evenwijdig met het raam 36 uitstrekkende deel gedeeltelijk samenvalt. De geleidingsorganen, die in het bijzonder getoond worden in fig. 7, hebben in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de vorm van kogelbussen 25 38.
Rondom het raam 35 is een afdichtingselement 39 aangebracht. Dit afdichtingselement, en overeenkomstige afdichting selementen, zijn in de figuren schematisch weergegeven, aangezien deze op zichzelf algemeen bekend zijn en in veel 30 verschillende uitvoeringen in de handel verkrijgbaar zijn. Doordat de afdichting 39 zich in één vlak rondom het raam uit kan strekken, en het in contact komen met een samenwerkend afdichting svlak plaatsvindt, bij het in dwarsrichting bewegen van het raam 35, treedt een bijzonder goede afdichting op zon-35 der verspringingen en onderbrekingen. De ramen 35 en 36 omvatten ruiten. Zoals fig. 7 toont, zijn de sponningen in het raam 35 zodanig aangebracht, dat de ruit 40 van binnen af in het raam 35 geplaatst kan worden. De ruit 40- wordt op op zichzelf bekende wijze vastgezet met behulp van glaslatten 41. Deze 8401039 . «- ê 7 glaslatten 41 bevinden zich dus aan de binnenzijde. Het vervangen van een kapotte ruit 40 geschiedt dus eenvoudig van binnen af, terwijl bovendien deze constructie inbraakveilig is.
5 Het raam 35 wordt aan de zijde van de kozijnstijl 34 vergrendeld met behulp van een grendellijst 42. Deze grendel-lijst 42 is met behulp van een scharnier 43 zwenkbaar met de stijl 34 verbonden. In de in fig. 6 getoonde gesloten toestand van de grendellijst 42 kan het raam 35 niet uit de ge-10 sloten stand worden bewogen en wordt bovendien de afdichting 39 stevig tegen zijn samenwerkende contactvlak aangedrukt. De grendellijst kan worden vastgezet met behulp van een in gestippelde lijnen getekend slot 44.
Aan de zijde nabij het raam 36 wordt het raam 35 ver-15 grendeld met behulp van een op zichzelf bekende espagnolet, waarvan de handgreep 45 is aangegeven.
Het raam volgens de uitvinding heeft een bijzonder goede inbraakveiligheid aangezien het raam 35 in de gesloten toestand in het verlengde van het raam 36 ligt, zodat ver-20 schuiven van het raam 35 in langsrichting ónmogelijk is. Verplaatsing in achterwaartse richting wordt voorkomen door de aanwezigheid van de genoemde espagnolet en grendellijst 42.
Zoals fig. 5 duidelijk toont, biedt het raam volgens de uitvinding in de gesloten stand een esthetisch fraaie aan-25 blik, doordat de ramen 35 en 36 in één vlak liggen.
De in fig. 8 en 9 getoonde inrichting 50 volgens de uitvinding is van het type zoals schematisch weergegeven in fig. .2. Het eerste raam 51 kan op dezelfde wijze bewegen als hierboven reeds uiteengezet voor het raam 35 van de inrich-30 ting 30. Voor het tweede raam 52 is een tweede rail 53 aangebracht, evenwijdig aan de eerste. Zoals blijkt uit de aangegeven railgedeelten 54 bestaat de rail 53 in feite uit twee in hoofdzaak samenvallende rails voor twee geleidingsorganen. De railgedeelten 54 strekken zich over een kleine afstand schuin 35 ten opzichte van de langsrichting uit, zodat bij het laatste gedeelte van de beweging van het raam 52 naar de gesloten stand, de afdichtingen 55 stevig in contact- gedrukt worden met de samenwerkende contactvlakken in de kozijnstijl. De afdichting 55 is zoals weergegeven dubbel uitgevoerd. Hierdoor 8 4 0 1 0 3 9 - c 8 wordt een bijzonder goede, nagenoeg hermetische afdichting van de ramen in het kozijn mogelijk.
Zoals fig. 8 toont zijn de rails aangebracht in platen 56 die gemonteerd zijn op de naar elkaar toe gekeerde 5 vlakken van de bovendorpel en onderdorpel van het kozijn.
Zoals met de streep-stippellijn 57 is aangegeven, kan het raam 51 vergrendeld worden in een enigszins naar binnen verschoven stand, waardoor ten minste gedeeltelijk rondom het raam 51 een ventilatiespleet open blijft.
10 De inrichting 60 van fig. 10 komt grotendeels overeen met de inrichting 50 van fig. 8 en 9. Deze inrichting 60 omvat een eerste raam 64 dat in dwarsrichting en langsrichting beweegbaar is en een tweede raam 65 dat hoofdzakelijk in langsrichting beweegbaar is. Zoals fig. 10 duidelijk laat 15 zien, heeft het aanvangsgedeelte 62 van de rail van het het verst van het tweede raam 65 verwijderde geleidingsorgaan 66 een aanzienlijk geringere richtingscomponent in dwarsrichting dan het aanvangsgedeelte 63 van de rail van het geleidingsorgaan 67 nabij het tweede raam 65. Hierdoor wordt bereikt dat 20 bij het openen van het raam 64, waarbij de gebruiker aan de handgreep 68 trekt, het raam 64 eerst om het geleidingsorgaan 66 zwenkt. Bij verdergaande beweging gaat deze zwenkbeweging vloeiend over in een langsbeweging, wanneer het raam 64 verder naar rechts wordt verschoven.
25 Door het schuine verloop van het railgedeelte 62 kan de inrichting zodanig worden uitgevoerd, dat de rand van het raam nabij het kozijn in een sponning valt, zoals getoond in fig. 10.
Hoewel in het bovenstaande de uitvinding toegelicht 30 is aan de hand van inrichtingen, waarbij de panelen, dat wil zeggen deuren of ramen, in horizontale richting beweegbaar zijn, kan de uitvinding eveneens met voordeel worden toegepast voor verticaal beweegbare ramen of deuren.
Fig. 11-14 tonen een inrichting 70, met in verticale 35 richting verschuifbare ramen. De zeer schematisch in fig. 11 getoonde inrichting 70 omvat een kozijn 73 met daarin opgenomen een eerste raam 71 en een tweede raam 72.
Fig. 12 laat op met fig. 1-4 analoge wijze de werking van dit raam 70 zien. In de naar elkaar toe gerichte vlakken 84 0 1 0 3 9 9 van de kozijnstijlen '77, 78 zijn wederom rails aangebracht. Deze rails verlopen uiteraard in verticale richting. Zoals getoond bestaan de rails uit een eerste langsrail 74/ een tweede langsrail 75 en dwarsrails 76. De rails zijn bij deze uit-5 voeringsvorm van het raam 70 aangebracht in tegen de binnenvlakken van de kozijnstijlen 77, 78 aangebrachte platen 79.
Fig. 14 toont de ramen 71, 72 in de in fig. 12a schematisch getoonde gesloten stand. Vanuit deze stand kan het tweede of bovenste raam 72 zwenken om de onderste geleidings-10 organen 80. De bovenste geleidingsorganen 81 bewegen daarbij in het bovenste dwarse railstuk- In deze in fig. 12b getoonde gezwenkte stand wordt over een gedeelte van de omtrek van het bovenste raam 72 een ventilatiespleet gevormd.
Bij het openen van het eerste of onderste raam 71, 15 wordt dit eerst om het onderste geleidingsorgaan 82 gekanteld, waarbij het bovenste geleidingsorgaan 83 in het middelste dwarse railstuk 76 naar achteren beweegt. Vanuit deze gekantelde stand wordt het raam 71 over een kleine afstand omhoog bewogen, totdat het geleidingsorgaan 82 voor het onderste 20 dwarse railstuk 76 komt te liggen. Het geleidingsorgaan 82 kan vervolgens door het dwarse railstuk 76 worden bewogen tot in de rail 74, waarna het gehele raam 71 omhoog bewogen kan worden tot de in fig. 12c getoonde stand. Voor het manipuleren van het onderste raam 71 zijn handgrepen 84 aangebracht.
25 Het zal duidelijk zijn dat met de hierboven beschre ven initiële zwenkbeweging van het onderraam 71, de onderrand daarvan buitenwaarts beweegt. Bij de tegengestelde sluitbewe-ging wordt aldus bereikt, dat de afdichting 85 van buiten af tegen een samenwerkend afdichtingsvlak van de onderdorpel be~ 30 weegt, terwijl de onderrand van het raam 71 op de getoonde wijze over deze afdichtingsrand heen valt. Hierdoor wordt verzekerd dat geen inwatering op kan treden.
Wanneer een geschikte afdichting wordt toegepast kan uiteraard ook een uitvoering analoog aan die welke in de voor-35 gaande figuren is getoond worden gebruikt.
De vergrendeling van de ramen 71 en 72 kan op elke geschikte wijze worden uitgevoerd, bijvoorbeeld met behulp van espagnoletten of afzonderlijke schuifgrendels.
Zoals fig. I2d laat zien, kent de inrichting 70 ook 8401039 " 5 l 10 een open stand, waarin beide ramen 71, 72 zich beneden bevinden.
Volgens een aspect van de uitvinding zijn met de ramen 71 en 72 hier niet getoonde gewichtscompensatiemiddelen 5 verbonden, zodat voor het bewegen van de ranten weinig of geen kracht vereist is. De gewichtscompensatiemiddelen kunnen gevormd worden door contragewichten of veren.
Zoals fig. 15 en 16 laten zien, kan een inrichting 86, die verder overeenkomt met de inrichting 70 ook uitgevoerd 10 worden met dubbele afdichting 87. Op deze wijze kan een nagenoeg hermetische afdichting van de ramen worden bereikt.
Zoals eerder opgemerkt kunnen de bij de inrichtingen volgens de uitvinding toegepaste afdichtingen conventioneel zijn uitgevoerd. Al naar gelang de toepassing van de inrich-15 .ting kunnen de afdichtingsmiddelen V-stroken, borstelstroken, zacht-rubberstroken en dergelijke zijn. De afdichtingen kunnen behalve in de panelen zelf, zoals in de hierboven beschreven uitvoeringsvormen, ook in het kozijn worden aangebracht. Fig. 17 toont een dergelijke uitvoeringsvorm. De vast in het 20 kozijn opgenomen afdichting 98 werkt samen met een contact-vlak 99 aan het paneel. Uiteraard zijn ook combinaties van deze uitvoeringsvormen mogelijk.
De geleidingsorganen kunnen op verschillende wijze worden uitgevoerd. In een eenvoudige, in fig. 18 getoonde uit-25 voeringsvorm, worden de geleidingsorganen gevormd door pennen. Het paneel 90 is aan zijn onderzijde voorzien van een vaste pen 91 die aangrijpt in een als groef 92 uitgevoerde rail in het bijbehorende kozijndeel. Aan de bovenzijde is in het paneel 90 een boring aangebracht, waarin een veer 95 en een pen 30 93 is opgenomen. De pen 93 is verschuifbaar in de boring 94.
De pen 93 wordt door de veer 95 in de groef 96 gedrukt, die aangebracht is in het bijbehorende kozijndeel. Doordat de pen 93 buitenwaarts veerbelast is, kunnen eventuele maattoleran-ties van de tegenoverliggende kozijndelen, het paneel en maat-35 variaties ten gevolge van uitzetting of krimp, worden gecompenseerd .
Een andere geschikte uitvoeringsvorm van het gelei-dingsorgaan wordt in fig. 19 getoond. Het geleidingsorgaan heeft hier de vorm van een kogelbu's 101, die ingelaten is in 8401039 11 een uitsparing 103 in liet paneel, en met behulp van schroeven 102 daarin is vastgezet. De kogel van de kogelbus 101 grijpt aan in een overeenkomstig gevormde groef 104 in het bijbehorende kozijndeel. Hoewel niet getoond, kan één van de met te-5 genover elkaar liggende kozijndelen samenwerkende kogelbussen op de met fig. 18 analoge wijze buitenwaarts veerbelast worden gemonteerd.
Een i^erdere mogelijke uitvoeringsvorm van het gelei-dingsorgaan is getoond in fig. 20. Hier heeft het geleidings-10 orgaan de vorm van een als rol functionerend kogellager 105. Het lager 105 wordt met behulp van een schroefbout 106 in het betreffende paneel geschroefd. Tussen het lager en het paneel wordt een ring 108 opgenomen. In deze uitvoeringsvorm wordt de rail 107 gevormd door een in het kozijndeel ingelaten rail-15 element. Dit railelement heeft inwendig een aan het lager 105 aangepast profiel.
Hoewel bij de hier getoonde uitvoeringsvormen de rail telkens uitgevoerd is als een uitsparing, zal het duidelijk zijn dat ook een ten opzichte van het vlak van het kozijndeel 20 uitstekende rail toegepast kan worden.
De vorm van de rail is niet beperkt tot de in de uitvoering s voorbeelden aangegeven vorm. Elke gewenste beweging van een paneel in een kozijn kan worden verkregen door een overeenkomstig geschikt verloop van de rail. Het paneel kan 25 daarbij als een "spoortrein" het verloop van de rail volgen.
8401039

Claims (12)

1. Inrichting voor het afsluiten van een opening omvattende een kozijn met althans twee zich in hoofdzaak tegenover elkaar en evenwijdig aan elkaar uitstrekkende kozijnde-len, ten minste één paneel zoals een deur of raam, en met de 5 kozijndelen en het paneel verbonden geleidingsmiddelen voor het ten opzichte van de kozijndelen in langsrichting en dwars daarop beweegbaar geleiden van het paneel, waarbij de geleidingsmiddelen zich in langsrichting van de kozijndelen uitstrekkende rails omvatten, met het kenmerk, dat 10 aan de naar elkaar toe gekeerde vlakken van beide kozijndelen rails zijn gevormd, met een zich met een richtingscomponent dwars op de langsrichting van het paneel uitstrekkend gedeelte, en dat de met het paneel verbonden en de rails aangrijpende geleidingsmiddelen in hoofdzaak vast met het paneel zijn 15 verbonden.
2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de rails in beide kozijndelen een congruente vorm hebben.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het 20 kenmerk, dat ten minste aan één zijde van het paneel tegenover één van de kozijndelen twee geleidingsorganen zijn aangebracht, die elk samenwerken met een eigen rail.
4. Inrichting volgens conclusie 3, m e t het kenmerk, dat de rails gedeeltelijk samenvallen.
5. Inrichting volgens één van de conclusies 3 of 4, met het kenmerk, dat het kozijn ten minste één, al dan niet uit een gesloten stand beweegbaar tweede paneel omvat, en het eerste paneel zich in zijn gesloten stand in hetzelfde vlak als het tweede paneel naast dit bevindt, waar-30 bij het aanvangsgedeelte van de rail van het het verst van het tweede paneel verwijderd geleidingsorgaan een aanzienlijk geringere richtingscomponent in dwarsrichting heeft dan dat van de rail van het geleidingsorgaan nabij het tweede paneel.
6. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu-35 sies, met het kenmerk, dat de rails zich in verticale richting uitstrekken en dat op het paneel aangrijpende 8401039 ¢= * Λ gewichtscompensatiemiddelen zijn aangebracht.
7. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies/ met het kenmerk, dat het kozijn een aantal zich in de gesloten toestand in hun langsrichting naast el- 5 kaar uitstrekkende panelen omvat en dat de rails zodanig zijn uitgevoerd, dat de panelen bewogen kunnen worden naar een op-slagpositie, waarin deze zich in hun dwarsrichting gezien naast elkaar bevinden.
8. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu- 10 sies, met het kenmerk, dat de rails gevormd worden door het materiaal van de kozijndelen.
9. Inrichting volgens één van de conclusies 1 t/m 7, met het kenmerk, dat de rails gevormd worden door één geheel met de kozijndelen vormende railelementen.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, m e t het kenmerk, dat de kozijndelen van hout zijn.
11. Inrichting volgens één van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de met het paneel verbonden geleidingsorganen kogelbussen zijn.
12. Inrichting volgens één van de voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de geleidingsorganen aan één zijde van het paneel buitenwaarts veerbelast zijn. 8401039
NL8401039A 1984-04-02 1984-04-02 Inrichting voor het afsluiten van een opening. NL8401039A (nl)

Priority Applications (3)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401039A NL8401039A (nl) 1984-04-02 1984-04-02 Inrichting voor het afsluiten van een opening.
NL8500944A NL8500944A (nl) 1984-04-02 1985-03-29 Inrichting voor het afsluiten van een opening.
DE19853511426 DE3511426A1 (de) 1984-04-02 1985-03-29 Vorrichtung zum verschliessen einer oeffnung

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401039 1984-04-02
NL8401039A NL8401039A (nl) 1984-04-02 1984-04-02 Inrichting voor het afsluiten van een opening.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401039A true NL8401039A (nl) 1985-11-01

Family

ID=19843744

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401039A NL8401039A (nl) 1984-04-02 1984-04-02 Inrichting voor het afsluiten van een opening.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE3511426A1 (nl)
NL (1) NL8401039A (nl)

Families Citing this family (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE19914845A1 (de) * 1999-04-01 2000-10-26 Hubert Schneider Dachfenster
IT201600083836A1 (it) * 2016-08-09 2018-02-09 Setten Genesio S P A Serramento in vetro a superficie complanare e continua a scorrimento perfezionato

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE258549C (nl) *
DE533884C (de) * 1930-02-01 1931-09-19 Fritz Walz Jun Schiebefenster mit in seitlichen Fuehrungen der Rahmenwangen gefuehrtem umlegbaren Schiebefluegel
AT151823B (de) * 1934-02-13 1937-12-10 Fred Ing Schrom Fenster mit nach innen drehbaren Flügeln in einem nach außen schwenkbaren Zwischenrahmen.

Also Published As

Publication number Publication date
DE3511426A1 (de) 1985-10-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US8959837B2 (en) Automatically sealing panel system
US8046954B2 (en) Outswinging window assembly having an operational mode and a wash mode and method of operation
US5682710A (en) Parallel balance system
CN105370162A (zh) 枢转-推拉门窗
US20010011583A1 (en) Combination carrier and hinge for folding panels
US5839228A (en) Swing-up sliding door arrangement
CA2460748C (en) Sectional door with extruded panel members
US5822923A (en) Door with swinging side light panel
EP2905411B1 (de) Tor
US5598664A (en) Sliding partition containing rotatable louvres
NZ520792A (en) A closure assembly of an opening of or in a building or like structure, said closure assembly including at least two mutually pivoted panels mounted with the mutual pivot axis at least substantially vertical and so as to be movable between a closed condition whereby said at least two panels at least
US10443283B2 (en) Single hung window construction with an upper fixed lite of glass and a movable bottom sash being generally coplanar
NL8401039A (nl) Inrichting voor het afsluiten van een opening.
EP0631643B1 (en) Sash window unit, at least comprising a frame with a sash window which is slidable vertically therein
EP1970514B1 (en) A sliding door or window
AU2017228640B2 (en) Improved bifold system
NL1021383C2 (nl) Verbeterde schuifdeur.
AU2008230042A1 (en) A bi-panel sliding door or window
NL8600622A (nl) Uit secties bestaande deur.
US20060180282A1 (en) Building door consisting of serveral mutually articulated panels
EP1785562A2 (en) Side-hung frame for doors and windows
NL8500944A (nl) Inrichting voor het afsluiten van een opening.
DE29706789U1 (de) Zweiflügelige Tür in Vollpanikausrüstung
US1133080A (en) Door-hanger.
AU749753B2 (en) Combination carrier and hinge for folding panels

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed