NL8400610A

NL8400610A - Inrichting voor het verstellen van een voorwerp.

Info

Publication number: NL8400610A
Application number: NL8400610A
Authority: NL
Original assignee: Rentrop Hubbert & Wagner
Priority date: 1983-02-28
Filing date: 1984-02-28
Publication date: 1984-09-17
Also published as: SE8401040D0; BR8400849A; DE3307049A1; IT8485533A0; GB2136086A; GB2136086B; ES286095Y; MX158698A; FR2541637A1; GB8405045D0; ES286095U; CA1208457A; KR840008134A; JPS59164235A; AU547644B2; BE899004A; AU2476384A; SE455287B; SE8401040L; IT1181520B

Description

7.0.6078

Titeli Inrichting voor het verstellen van, een, voorwerp.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verstellen van een voorwerp, in het bijzonder voor het verstellen in hoogteen lengterichting van een voertuigstoel, in ten minste twee bewegingsrichtingen. Het Duitse octrooischrift 2952030 toont een inrichting van 5 dit type, met een bedieningsinrichting, waarmee de aandrijving van voor verschillende bewegingsrichtingen aanwezige aandrijf elementen te sturen is en de bedieningsinrichting een stuurdeel' en een zwenkhefboom bezit, welke door een schakelschaar werkzaam zijn gekoppeld. Deze inrichting omvat daarbij een aandrijfbaar zonnewiel en ten minste een door 10 het stuurdeel zodanig beweegbaar planeetwiel, dat het naar keuze ingrijpt, in aandrijf elementen, in de vorm van rondsels of heugels, die de verschillende bewegingsrichtingen van het voorwerp mogelijk maken. Het planeetwiel en de aandrijf elementen bezitten een uitwendige vertanding met een speling van maximaal één tandholte.. Met het stuurdeel zijn twee zwenkbare 15 armen verbonden welke door middel van ten minste twee planeetwielen de gelijktijdige aandrijving van verscheidene aandrijf elementen mogelijk maken. Het zonnewiel is daarbij als vlakke schijf, met vergelijkenderwijs grote diameter, uitgevoerd, waarop aan de omtrek de uitwendige vertanding aangebracht is, waarin een met de aandrijfinotor verbonden aandrijf rondsel 20 grijpt. In het stuurdeel is de schakelschaar verwerkt, waarin met de zwenkarmen vast verbonden pennen, grijpen.

Deze bekende inrichting is vooral vanwege zijn grote volume voor de hoogte- en langsverplaatsing van motorvoertuigstoelen ongeschikt, waar zoals bekend, slechts een beperkte ruimte beschikbaar is. Bovendien 25 is het moeilijk de schakelschaar zo precies uit te voeren, dat een onbelemmerd ingrijpen van de planeetwielen in de uitwendige vertanding van het zonnewiel en daarmee ook in de daarbij behorende aandrijfwielen gewaarborgd is _

Doel van de uitvinding is, deze bekende inrichting wat betreft de 30 opbouw te verbeteren en een onbelemmerde ingrijping· van de planeetwielen in de vertanding van het zonnewiel respectievelijk de aandrijfwielen te waarborgen..

Dit doel wordt bij een inrichting van het in de aanhef van de hoofdconclusie beschreven type bereikt, doordat het zonnewiel een inwen-35 dige vertanding heeft en doordat het stuurdeel een excenter is, waarvan 8400610 -2- ï ϊ het excentrische deel draaibaar op het planeetwiel is gelagerd.

Door het. uitvoeren van het zonnewiel met inwendige vertanding en door het lageren van het planeetwiel op een excenter wordt een buitengewoon compacte en ruimtebesparende inrichting verkregen, waarbij boven-5 dien gewaarborgd is, dat een onbelemmerd, ingrijpen van de- om de planeet-wielen aangebrachte aandrijf elementen, derhalve aandrijf wielen of heugels in het planeetwiel. respectievelijk de planeetwielen plaatsvindt.

Het zonnewiel heeft bij voorkeur de vorm van een pot met bodemdeel en een inwendig vertande mantel,, waarbij de uitwendige vertanding van het 10 planeetwiel grijpt in de inwendige vertanding van het zonnewiel. Daarbij is de steekcirkeldiameter. van de uitwendige vertanding van het planeetwiel kleiner dan de steekcirkeldiameter van. de . inwendige vertanding van het zonnewiel- Verder is de tandbreedte van de uitwendige vertanding van het planeetwiel groter dan de tandbreedte van de inwendige vertanding van 15 het zonnewiel.

Verdere kenmerken van de. uitvinding blijken uit de volgconclusies en de navolgende beschrijving.

Twee uitvoeringsvoorbeelden van de inrichting volgens de uitvinding zijn in het navolgende aan de hand van, de tekeningen nog wat verder 20 verduidelijkt. Daarbij toont op schematische wijze: fig. 1 een verticale dwarsdoorsnede, van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 2 een isometrische uit elkaar getrokken vergrote deelweerga-ve van de inrichting volgens de uitvinding; 25 ’ figuren 3-6 schematische aanzichten van het zonnewiel, het planeet wiel en de aandrijfwielen, in verschillende schakelposities. van de inrichting volgens de uitvinding; fig. 7 een isometrische weergave, van een frame voor een motorvoer-tuigstoel met de ingebouwde inrichting volgens de uitvinding; 30 fig. 8 · een isometrische weergave van het frame van een motorvoer- tuigstoel met een ingebouwde, enigszins gevarieerde inrichting volgens de uitvinding.

Met 1 wordt het zonnewiel aangegeven, dat door een in de tekening niet verder weergegeven, poolomschakelbare motor kan worden aangedreven.

35 Het zonnewiel 1 heeft bij de uitvoeringsvorm volgens figuren 1 en 2 een inwendige vertanding 2 en heeft een potvorm met bodemdeel en een mantel 8400610 *· i -3- voorzien van een inwendige vertanding. Met; het zonnewiel 1 is een as 3 verbonden, welke met een handwiel 4 in verbinding staat, zodat de inrichting naar keuze door middel van de niet-weergegeven aandrijfmotor of met de hand bedienbaar is.

5 Verder is ten minste één planeetwiel 5 aanwezig. De uitwendige vertanding 6 van het, planeetwiel grijpt daarbij in de inwendige vertanding 2 van het. zonnewiel 1. De steekcirkeldiameter d. van de uitwendige vertanding 6 van het planeetwiel 5 is kleiner dan de steekcirkeldiameter D van de inwendige vertanding 2 van het zonnewiel 1. Het planeetwiel 5 10 grijpt derhalve in het zonnewiel 1, waardoor een buitengewoon compacte ruimtebesparende inrichting gewaarborgd is, die pas de mogelijkheid biedt, deze inrichting in een motorvoertuigstoel op te nemen, waar de ruimteverhoudingen buitengewoon beperkt zijn.

De tandbreedte B van de uitwendige vertanding 6 van het planeet-15 wiel 5 is groter dan de tandbreedte b- van de inwendige vertanding 2 van het zonnewiel 1.

Het planeetwiel 5 is door een stuurdeel dermate te bewegen, dat het naar keuze grijpt in de aandrijf elementen, die de beweging van de voorwerpen in de verschillende richtingen mogelijk maakt, in dit geval 20 zijn dat de tandwielen 7-10. Bij de weergegeven uitvoeringsvorm is het ' stuurdeel een excenter met een excentrisch deel 11 en een centrisch deel 12». Op het excentrisch deel 11 van dit excenter 11, 12 is het planeetwiel 5 draaibaar gelagerd. Het is duidelijk, dat de vormgeving van het excenter evenals die van de afzonderlijke tandwielen 7-10 ten op-25 zichte van het planeetwiel 5 zodanig is gekozen, dat in een bepaalde schakelpositie van het stuurdeel de gewenste ingrijping van de tanden van het betreffende tandwiel 7-10 in de tanden van het planeetwiel 5 of van de planeetwiel en plaatsvindt. Dit is echter werk voor een vakman en kan zo nodig empirisch verkregen worden. De beide delen 11, 12 van het 30 excenter, dat het stuurdeel voor het planeetwiel 5. vormt, zijn door een schakelhefboom 13 om de as 3 draaibaar,, waarvan de middellijn m-m, met de middellijn van aandrijfas 14 samenvalt. De schakelhefboom 13 is daarbij in een schakelschaar 15 met meerdere instelstanden geplaatst, waarbij bij iedere instelstand ten minste een bewegingsrichting van het 35 voorwerp hoort. Het centrische deel 12 van het excenter 11, 12 is in de schakelschijf 15 draaibaar gelagerd, waarbij de lagers met 16, 17 zijn 8400610 -4- ί 4 aangegeven-

Zoals fig. 2 van de tekening-weergeeft, zijn de aandrijf elementen in de vorm van tandwielen 7-10 met elastische assen 18-21 verbonden, waarmee de overeenkomstige stelinrichtingen voor de hoogter· en lengte-5 verstelling van de voertuigstoel bediehbaar zijn.

De werking van de inrichting zal. aan de hSmd van de figuren 3-7 nader verklaard., worden- Daarbij dient ,te worden gelet op de positie van. de schakelhefboom 13, die in deze· figuren eveneens weergegeven is.

Wordt de in de tekeningen niet-weergegeven motor ingeschakeld, 10 dan drijft deze het zonnewiel 1 aan, waarvan de inwendige vertanding 2 het planeetwiel 5 via de uitwendige vertanding 6 daarvan in draaiing brengt* Neemt de schakelhefboom. 13 de in fig. 3 van de tekening weergegeven rustpositie in, dan grijpt alleen tandwiel 7 in planeetwiel 5 in, terwijl de andere tandwielen 8-10 buiten ingrijping verkeren. Nadat tand-15 wiel. 7 in. ingrijping verkeert met tandwiel 22 draaien de beide tandwielen 7 en 22 in tegengestelde richting. Het tandwiel 22. is door middel van een elastische as 23 met. het verstelmechanisme van de stoel verbonden* De overeenkomende draaibeweging van de elastische assen 18 en 23 wordt, door da als een soort schroef aandrijving werkende hefinrichtingen 20 24, 25 op het frame 26 van het stoeldeel overgebracht met het gevolg, dat dit overeenkomstig de momentane draairichting van de -aandrijfmotor van het zonnewiel 1 omhoog, dan wel omlaag wordt gebracht* Dit frame 26 van het stoelgedeelte is in de ondersteuning 27 geplaatst (fig. 7) .

Bij de weergave volgens fig. 4 neemt de schakelhefboom 13 de daar 25 weergegeven stand in. De tandwielen 7 en 8 staan in ingrijping met zowel het planeetwiel 5, als. de beide tandwielen 7 en 22, zodat door middel van de elastische as 19 de hef inrichting 28 aan de voorkant van het frame 26 van het stoelgedeelte in werking gesteld wordt, terwijl de hefinrichtingen 24, 25 door de elastische assen 18, 23 worden aangedreven. Het 30 raamwerk 26 van het stoelgedeelte wordt zodoende overeenkomstig de draairichting van de aandrijfmotor' van het zonnewiel 1 zowel voor als achter opgetild respectievelijk neergelaten*

Bij de weergave volgens fig. 5 verkeert alleen het tandwiel 8 in ingrijping met het planeetwiel 5, zodat bij het inschakelen van de aan-35 drijfmotor van het zonnewiel 1 de elastische as 19 in draaiing wordt gebracht en daarmee de hef inrichting 28 werkzaam wordt. Het optillen 8400610 £ * - 5 - resp. neerlaten van de voorkant van het frame 26 van het stoelgedeelte is hiervan het gevolg.

Wbrdt de schakelhefboom 13 in de positie van fig. 6 gebracht, dan is slechts het tandwiel 9 in ingrijping met het planeetwiel 5, zodat 5 tandwiel 9 de elastische as 20 aandrijft, die wederom een rondsel van . een heugelaandrijving 29, 30 aandrijft Cfig. 7). De heugel 30 van de heugelaandrijving 29, 30 is zodanig met het frame 26 van het sittings-deelte verbonden, dat overeenkomstig de bewegingsrichting van de tandas 30 de motorvoertuigstoel in de rijrichting resp. in tegengestelde richting 10 wordt verplaatst. Daartoe is het raamwerk 26 van het stoelgedeelte in de ondersteuningen 31-33 geplaatst.

De uitvoeringsvorm in fig. 8 onderscheidt zich in principe van fig. 7, doordat de middelas van de inrichting en daarmee van het zonnewiel 1 vrijwel loodrecht op het zitvlak van het stoelgedeelte van de 15 motorvoertuigstoel staat. De schakelhefboom 13 neemt dan de daar getoonde positie in. Daarbij kan het zonnewiel 1 door een tandrondsel 34 worden aangedreven, dat in de heugel 35 van het zonnewiel 1 grijpt. In dit zonnewiel zijn b.v. drie planeetwielen geplaatst, waarvan de uitwendige tandkrans in de inwendige tandkrans van het zonnewiel 1 grijpt. Door 20 overeenkomstig schakelen van het met de schakelhefboom 13 verbonden, en de planeetwielen dragende excenter kunnen overeenkomstige tandwielen worden aangedreven. Deze tandwielen bezitten ook inwendige tandkransen, waarin de schroefspindels van de overeenkomstige verplaatsingsinrichtingan van de stoel grijpen. Er kan als aanvulling op de binnenvertanding van 25 het tandwiel 1 een concentrisch hierop liggende verdere binnenvertanding worden aangebracht, waarin een planeetwiel ingrijpt, dat in een overeenkomstige schakelpositie 'in de heugel 35 grijpt, waarmee de voertuigstoel in rijrichting resp. in tegengestelde richting beweegbaar is.

8400610

Claims

1. Inrichting voor het verstellen van een voorwerp, in het bijzonder voor het in hoogte- en lengterichting verstellen van een voertuig-stoel, in ten minste twee bewegingsinrichtingen, met een bedieningsinrichting,. waarmee de aandrijving van voor verschillende bewegingsrich- 5 tingen aanwezige aandrijf elementen te sturen is en de bedieningsinrichting een stuurdeel bezit en de inrichting een aandrijfbaar zonnewiel en ten minste één door het stuurdeel zodanig beweegbaar planeetwiel omvat, zodat het naar keuze grijpt in aandrijf elementen die verschillende bewegingsrichtingen van het voorwerp mogelijk maken en dat het zonnewiel 10 evenals de aandrijfelementen een vertanding bezitten, met het kenmerk, dat het zonnewiel (1) een inwendige vertanding (2) bezit en dat het stuurgedeelte een excenter' (11, 12) is , waarvan het excentrische gedeelte (11) draaibaar op het planeetwiel is gelagerd.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 15 zonnewiel (1) potvormig is met een bodemdeel en een mantel, die de inwendige vertanding (-2) bezit en dat. de uitwendige vertanding (6) van het planeetwiel (5) ingrijpt in de inwendige vertanding (2) van het zonnewiel (1) .

3. Inrichting volgens conclusie 1 en 2, met het kenmerk, dat de 20 steekcirkeldiameter (d) van de buitenvertanding (6) van het planeetwiel ('5) kleiner is dan de steekcirkeldiameter (D) van de binnenvertan-ding (·2) van het zonnewiel (-1).

4. Inrichting volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat de tandbreedte (B) van de uitwendige vertanding (6) van het planeetwiel (5) 25 grotervis dan de tandbreedte (b) van de inwendige vertanding (2) van het zonnewiel (1).

5. Inrichting volgens conclusie 1-4, waarbij het excenter uit een excentrisch en een centrisch deel bestaat, met het kenmerk, dat de beide delen (11, 12) door een schakelhefboom (13) om een as draaibaar 30 zijn, waarvan de middellijn (m-m) met de middellijn van de aandrijfas (14) van het zonnewiel (1) samenvalt.

6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de schakelhefboom (13) is opgenomen in een schakelschaar met een aantal instel-standen, waarbij elke instelstand behoort bij ten minste één bewegings- 8400610 - 7 - richting van het voorwerp.

7. Inrichting volgens de conclusies 5 en 6, met het kenmerk, dat het centrische deel (11) van het excenter (11, 12) draaibaar in de scha-kelschaar (15) is gelagerd. 8400610