NL8304498A - Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting. - Google Patents

Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8304498A
NL8304498A NL8304498A NL8304498A NL8304498A NL 8304498 A NL8304498 A NL 8304498A NL 8304498 A NL8304498 A NL 8304498A NL 8304498 A NL8304498 A NL 8304498A NL 8304498 A NL8304498 A NL 8304498A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
milking
teat
cups
milking cluster
udder
Prior art date
Application number
NL8304498A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Ir Roelof Geert Middel En Rink
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Ir Roelof Geert Middel En Rink filed Critical Ir Roelof Geert Middel En Rink
Priority to NL8304498A priority Critical patent/NL8304498A/nl
Priority to US06/772,958 priority patent/US4685422A/en
Priority to PCT/NL1984/000044 priority patent/WO1985002973A1/en
Priority to DE8585900216T priority patent/DE3474090D1/de
Priority to EP85900216A priority patent/EP0167555B1/en
Publication of NL8304498A publication Critical patent/NL8304498A/nl
Priority to DK394785A priority patent/DK394785A/da

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01KANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
    • A01K1/00Housing animals; Equipment therefor
    • A01K1/12Milking stations
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/017Automatic attaching or detaching of clusters
    • A01J5/0175Attaching of clusters
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01JMANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
    • A01J5/00Milking machines or devices
    • A01J5/04Milking machines or devices with pneumatic manipulation of teats
    • A01J5/08Teat-cups with two chambers

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Animal Husbandry (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
  • External Artificial Organs (AREA)
  • Housing For Livestock And Birds (AREA)

Description

. ' N.O. 32236 1
Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting __
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het melken van vee en op een werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke iir-richting.
Bij de huidige, algemeen gebruikte melkmethode bij koeien wordt 5 gewerkt met een melkstel dat bestaat uit een zogenaamde klauw, waaraan vier normaliter cilindrische tepelbekers via slangen bevestigd zijn.
De uitvinding beoogt nu de bekende melkinrichtingen te verbeteren, in de eerste plaats ten aanzien van het melken zelf.
Daartoe wordt volgens de uitvinding voorgesteld dat het op de spe-10 nen aangrijpende melkstel bestaat uit althans in het bovenste deel trechtervormig wijder wordende tepelbekers, waarvan het trechtervormig wijder wordende bovenste deel een vorm heeft, geschikt om het onderste deel van de uier om de betreffende speen te omvatten, welke tepelbekers gedragen worden in een draagconstructie, die deze tegen de uier houdt. 15 Die trechtervormig wijder wordende delen kunnen dan tegen het on derste deel van de uier worden aangebracht en dat heeft een gunstige invloed op het melken.
Bij voorkeur is zulk een inrichting verder daardoor gekenmerkt, dat de flexibele binnenvoering der tepelbekers, tussen welke en de 20 starre bekers de pulsaties worden uitgeoefend, zich ook over dat wijder wordende deel uitstrekt. De pulsaties bij het melken worden dan ook op het onderste deel van de uier uitgeoefend, en dat blijkt een soepel verloop van het melken nog verder te bevorderen.
Dit wordt nog verder verbeterd wanneer de voering daarbij in het 25 bovenste deel stugger wordt gemaakt, zodat de pulsaties minder sterk op de uier uitwerken dan op de spenen.
Het werken met bekende melkstellen vergt inspanning en vaardigheid van de melker. Achtereenvolgens moet hij, bij het aansluiten van een te melken koe, tepelbeker voor tepelbeker aan de spenen van de koe aan-30 sluiten. De grootte van de uier en de plaatsing van de spenen aan de uier van een koe zijn in de praktijk zo verschillend dat de melker de tepelbekers vaak al zoekend aan moet brengen. Het automatisch afnemen van een melkstel gaat veel eenvoudiger. Door een touwtje aan een befcilinder wordt de klauw eenvoudig weggetrokken.
35 In feite is men reeds ver gevorderd met het automatiseren van de bij het melken van koeien uit te voeren deelbewerkingen. De bewerking, die daarbij bijzondere moeilijkheden geeft, is het aansluiten van het 8304498 i » 2 % melkstel aan de koe, juist door de optredende verschillen in grootte van de uiers en in afstand en stand van de spenen.
De uitvinding beoogt nu verder het melkstel zo uit te voeren, dat dit aansluiten geautomatiseerd kan worden, zodat de mogelijkheid wordt 5. geopend het gehele melkproces automatisch te laten verlopen.
Daartoe stelt de uitvinding verder de "losse” opstelling van zulke tepelbekers in een raam voor, zodat zij horizontale bewegingen daarin kunnen uitvoeren, bij voorkeur met bedieningsmiddelen om hen in een voor een bepaald dier gewenste stand te plaatsen afhankelijk van de 10 speenafstanden van dat bepaalde dier, welke bedieningsmiddelen door een geprogrammeerde processor, in het geheugen waarvan de gegevens van de dieren zijn opgeslagen, bediend kunnen worden om de tepelbekers snel en zeker in die aan elk dier aangepaste standen te plaatsen.
In dit verband is een werkwijze voor het bedrijven van deze in-15 richting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat het geheugen van een processor wordt gevoed met coördinaten van de speenstanden, verkregen door bij op een dier aangesloten melkstel de tepelbekers vrij te laten standen in te nemen, passend bij de natuurlijke afstanden der spenen.
De uitvinding betreft verder een gunstige uitvoering van de 20 draagconstructie voor zulk een melkstel, die dit bij voorkeur vanaf de achterzijde van het dier tussen de achterpoten door onder de uier kan brengen en scharnierend en/of schuivend omhoog kan bewegen zodat het melkstel onder een opwaartse druk tegen de uier wordt gehouden tijdens het melken, zodat de trechtervormige bovenste delen der tepelbekers 25 optimaal kunnen werken.
Voorts betreft de uitvinding een tegen de koe te drukken referen-tie-inrichting om het melkstel automatisch in de goede stand te brengen en te houden.
De inrichting kan in bestaande melkstallen aangebracht worden, of 30 in een ligboxenstal worden toegepast, eventueel in combinatie met een krachttoevoerbox, met voorzieningen voor voor- en nabehandeling der dieren en voor reiniging van de inrichting.
Wat betreft de toegepaste melktechniek kan een gebruikelijk pulsatie- en zuigsysteem worden gebruikt.
35 De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van bijgaande tekeningen. Daarin is:
Fig. 1 een perspectivisch zijaanzicht van een melkstand voor koeien volgens de uitvinding, waarbij de melkstand als een box is opgebouwd; 40 Fig. 2 een zijaanzicht van de draaginrichting op grotere schaal; 8304498 ' t * 9 3
Fig. 3 een bovenaanzicht van het raam voor het opnemen van de te-pelbekers;.
Fig. 4 een onderaanzicht van de ophanging van een tepelbeker;
Fig. 5 een horizontaal aanzicht daarvan; 5 Fig· 6 een schematisch aanzicht van bedieningsmiddelen voor een schuif, die een tepelbeker opneemt, in het raam van het melkstel, en
Fig. 7 een vertikale doorsnede door een tepelbeker volgens de uitvinding.
In fig* 1 is een melkbox 1 aangegeven, bestaande uit balken, die 10 een open frame vormen, aan de achterzijde, in de figuur gezien, in hoofdzaak open, zodat de koeien vanaf die zijde kunnen binnentreden. Desgewenst heeft de box aan die zijde een verschuifbare of verdraaibare balk, deur of hekwerk.
Men zou de koe ook aan de linkerkant, in fig. 1 gezien, kunnen 15 binnenlaten; dan worden het nog te beschrijven melkstel met zijn draag-inrichting wegdraaibaar aan een deur aangebracht. Die deur is dan middels scharnieren aan éên der vertikale stijlen bevestigd.
De ingangsdeur kan ook functioneren als uitgangsdeur. Desgewenst kan ook de voorkant als uitgangsdeur dienen: de voerbak, die aan de 20 voorkant bevestigd is, scharniert dan mee.
In fig. 1 is ten behoeve van de duidelijkheid een deel der voorste balk- en buLsdelen weggelaten. Voorts zijn de melkslangen gedeeltelijk weggelaten. Vanaf het melkstel zijn verder niet getekend vacuumslangen, bowdenkabels, stroomdraden en melkstopapparatuur.
25 De bodem van de bas heeft in het midden een langsrug 2 met schuin aflopende zijden van of belegd met glad materiaal, waardoor de koe de achterpoten aan weerszijden daarvan zal plaatsen en dus genoeg ruimte daartussen zal laten om het melkstel tussen de achterpoten door aan te sluiten.
30 Langs of op horizontale balken 3 is aan de achterzijde van de bos, d.w.z. aan de zijde waar de koe met haar achtereinde komt te staan, een in langsrichting beweegbare draaginrichting 4 met glijders of loopwielen 5 aangebracht waarbij deze beweging tot stand wordt gebracht door hydraulische of pneumatische cilinders 6.
35 De draaginrichting 4 draagt aan de koezijde platen of buizen 8 en 9 om de koe aan te drukken (referentie-inrichting genoemd). Daarbij is buis 9 zodanig van vorm dat de koe in langsrichting ingevangen en in dwarsrichting gecentreerd wordt.
Een staartgeleider 10 en een mestgoot 11 zorgen ervoor dat bij 40 eventueel mesten van de koe urine en faeces niet op de stand vallen 8304498 t * 4 maar ernaast* Daarbij is een uitvoeringsmogelijkheid van de staartge-leider getekend als een vork op de plunjer van een cilinder. _
In de vertikale holle balken 7 bevinden zich vertikaal verschuifbare balken 12 die eventueel door niet-getekende trekveren in die bal-5 ken 7 (of door niet-getekende staaldraden, katrollen en contragewichten) tot een niet-getekende aanslag in balken 7 worden getrokken.
Tussen de balken 12 bevindt zich horizontale as 14, waarop draag-, armen 15 kunnen scharnieren.
Tussen de linker einden der armen 15 bevindt zich een stang 16, 10 verbonden met cilinder 17, waarvan de plunjer aan een stang 18 zit, die zich tussen de ondereinden der balken 12 uitstrekt.
In fig. 2 is in zijaanzicht de ondersteuning van het melkstel duidelijker te zien. Bij het uitgaan van pneumatische cilinder 17 zet de plunjer hiervan zich af tegen stang 18. Daardoor wordt stang 16 naar 15 boven gedrukt en beschrijft daarbij een deel van een cirkelbaan rond as 14* De lange (rechter) einden van de draagarmen gaan van de bovenste naar de benedenste stand.
Los van of in combinatie met deze bewegingen kan de hele draagin-richting op en neer bewegen middels pneumatische cilinder 19. Daarbij 20 schuiven de balken 12 in en uit de balken 7.De stand van cilinder 19 kan zijn zoals getekend in fig. 1 maar een meer vertikale stand (fig.
2) is ook mogelijk en zelfs gewenst.
Aan de lange einden van de draagarmen 15 bevindt zich de 'bevesti-gingsconstructie van het melkstel 20.
25 Dit kan in lengterichting scharnieren om de punten 21.
Het zwaartepunt van het melkstel ligt bij voorkeur onder de lijn door de punten 21. Desgewenst kan men het melkstel ook in dwarsrichting laten scharnieren. De bevestiging heeft dan de scharniermogelijkheden van een gyrocompas, maar de scharniermogelijkheid in dwarsrichting is 30 niet getekend.
In fig. 1 heeft het melkstel als basis een raam, gevormd door een vlakke kunststof plaat 22 met vier ruime gaten. In fig. 3 zijn enkele details nader uitgewerkt. Boven of onder elk gat zijn rechthoekige verschuifbare dubbele platen 23, 24 aangebracht. De grootste plaat 23 35 heeft een langgerekt gat, ligt tegen plaat 22 en kan daarover in lengterichting bewegen doordat plaat 22 in die richting niet getekende lei-banen heeft.
De kleinere plaat 24 ligt op plaat 23 en kan slechts bewegen in dwarsrichting, dus loodrecht op de bewegingsrichting van plaat 23, ten 40 opzichte van plaat 22, tussen leibanen op plaat 23.
8304498 * f 5 ψ
De kleinere plaat 24 heeft een cirkelrond gat en bevestigingspurtten voor de veren of elastieken 25 om de tepelbekers 26 op te.hangen.
Voor de verstelling in dwarsrichting van de platen 24 zorgen de cilinders 28 die daartoe steunpunten vinden op de platen 23.
5 Voor de verstelling in lengterichting van de platen 23 zorgen de cilinders 27. Bij die beweging nemen de platen 23 uiteraard de platen 24 mee.
De plaats van de cilinders 27 en 28 kan vrij gekozen worden: vlakbij de verschuifbare dubbele plaat 23, 24 of op afstand. Op afstand kan 10 de beweging overgebracht worden door niet getekende stangen of bowden-kabels.
De cilinders 27 en 28 zouden in de buurt van stang 16 geplaatst kunnen worden. De bewegingen worden dan'op afstand door elk geschikt middel overgebracht (niet getekend).
15 Omdat in de meeste gevallen van symmetrische uiers en speenplaat- sing uitgegaan kan worden, kunnen in de constructie combinaties en vereenvoudigingen plaatsvinden. Zo kunnen de bewegingen links voor en rechts voor in lengterichting (vertikaal in fig. 3) in dat geval gecombineerd worden (combinatie van de buitenste cilinders 27 onderling en 20 van de binnenste cilinders onderling). Men kan daarbij ook de twee voorste en de twee achterste platen 23 tot êên plaat combineren.
Doordat bij symmetrie van uier en speenplaatsing de bewegingen van de platen 24 links en rechts eikaars spiegelbeeld moeten zijn, zijn ook hier combinaties en vereenvoudigingen mogelijk, door combinaties van 25 cilinders 28, maar dan met extra voorzieningen in de vorm van bijvoorbeeld stangenstelsels of kabels en katrollen in verband met de onderling tegengestelde beweging.
De cilinders 27 en 28 kan men zo uLtvoeren dat zij twee, drie of meer standen kunnen innemen. Bij twee standen is de aansturing simpel; 30 de cilinders staan in de "in"- of de "uit"-stand. Bij drie standen komt daar een "middenstand" bij. Deze "middenstand" of neutrale stand kan door twee trekveren 29 gerealiseerd worden; bij de stand "in" wordt de ene trekveer, bij de stand "uit" wordt de andere trekveer aangetrokken.
In de neutrale stand zijn beide veren ontspannen (fig. 6).
35 Als het gewenst is meerdere standen te kunnen instellen kan dat gerealiseerd worden door gestuurde aanslagen 30. Wil men een cilinder uit laten gaan tot een bepaalde aanslag, dan moet deze wanneer hij aangestuurd wordt "uit" gaan, zodat de plunjer bij het uLtgaan stopt als hij er tegenaan komt. Een uitvoeringsmogelijkheid voor deze aanslagen 40 bestaat uit solenoïden. Door deze te voorzien van een beweegbare kern S3 0 4 4 9 8 • » 6 kan deze eventueel vla hefbomen een aanslag'-"uit" zetten als de.spoel elektrisch bekrachtigd wordt. In fig. 6 is de vierde solenoïde van' links bekrachtigd. Zodoende kan men elke cilinder 27 en/of 28 precies de gewenste stand laten innemen.
5 De tepelbekers 26 zelf (fig. 7) bestaan uit een harde trechtervor mige buitenwand 31 gemaakt uit kunststof of metaal, met verdikte bovenranden 32 en bevestigingspunten 33 om de bekers op te hangen (bijvoorbeeld aan de veren 25 van fig. 4 en 5).
In de wand zitten êên of meer aansluitmogelijkheden 34 voor het 10 pulsatiesysteem zodat beurtelings vacuum en atmosferische druk. toegelar-ten kunnen worden.
In de buitenwand past een rubber binnenvoering (de "tepelvoering") 35, die nauwsluitend past om de bovenrand 32 en ter plaatse dikker is (36). Eventueel is het rubber ter plaatse hol en met gas of vloeistof 15 gevuld. Maar altijd zo dat een zachte rand ontstaat, die gemakkelijk kan vervormen en zich goed leent om soepel tegen de uier te worden gedrukt. Het bovengedeelte van de tepelvoering, dat in aanraking komt met de uier, kan desgewenst een grotere wanddikte hebben, met de bedoeling om stugger te zijn dan de rest van de tepelvoering. Het onderste deel 20 van de tepelvoering, dat alleen met de speen in aanraking komt, kan van een dikte en een kwaliteit gemaakt zijn overeenkomstig algemeen bekende tepelvoeringen in melkmachines.
Bij 37 is aangegeven, dat de voering gedeeld kan zijn. Men kan dan gemakkelijker het bovengedeelte stugger uitvoeren als beschreven en 25 zelfs op het bovengedeelte pulsaties toepassen, die in fase enigszins verschoven zijn ten opzichte van die in het ondergedeelte, en wel iets vöörlopen, om een beter melkresultaat te krijgen.
De onderkant van de tepelvoering kan uitgevoerd zijn met een omgeslagen rand 38 waaromheen een borgring of verloopbus past, of ook kan 30 die voering geleidelijk overgaan in een melkslang.
De bovenranden van de tepelbekers kunnen voor een zo goed mogelijke anatomische aanpassing plaatselijk (aan buiten- en voor- en achterzijde) verhoogd worden uitgevoerd. De tepelvoering is in dat geval aan deze vorm aangepast (niet getekend).
35 Direkt na de uitloop onder aan de trechter bevindt zich bij voor keur een elektromagnetisch bediende afsluiter 39, bijvoorbeeld een schuifafsluiter. Deze afsluiter moet een ruime doorlaat hebben en de eigenschappen hebben van wat in de melktechniek een "hygiënische" klep genoemd wordt. Die afsluiters kunnen synchroon met de pulsaties openen 40 en sluiten, waardoor terugspuiten van melk en daarmee uierontsteking -—« 83 0 4 4D8 * · · r 7 (mastitis) wordt voorkomen. Algemeen -bekende melkstopapparatutir kan benut worden om zowel het melkstel te verwijderen als om deze afsluiters te sluiten.
Melkslang 40 heeft eveneens bij voorkeur een ruime doorlaat en is 5 verder aangesloten op dezelfde manier als bij algemeen bekende systemen. Bij voorkeur wordt per slang een melkstroomindicator aangebracht.
Bij daling van de per tijdseenheid geleverde melkhoeveelheid beneden een bepaald niveau wordt de pulsatie beëindigd zoals op zichzelf bekend is. Ook kan dan afsluiter 39 per melkslang gesloten worden.
10 Bij Mdrie-speen" koeien kan de besturing de betreffende afsluiter dichtzetten alsmede de betreffende pulsator stoppen,’ zodat slechts die spenen en uierdelen gemolken worden waarvan dat ook de bedoeling is.
Het aansluiten van het melkstel 20 geschiedt na de voorbehandeling van de koe op de volgende wijze. Een koe komt de box binnen en wordt 15 herkend door het koeherkenningssysteem (niet getekend, bijv. met behulp van een door de koe gedragen zendertje of magnetisch vastgelegde herkenningscode). De computer zendt de bij deze koe behorende coördinaten uit en de tepelbekers 26 nemen de bijbehorende posities in, bewogen door de 4 cilinders 27 en 28.
20 Dan wordt het beweegbare deel 4 van de draaginrichting, terwijl de lange delen van de draagarmen 15 naar beneden hangen, naar voren bewogen door de cilinders 6 totdat de buizen 8 en 9 (de referentie-inrich-ting) de koe aandrukken, waarbij de staart door de staartgeleider 10 opzij wordt geduwd. Buis 9 centreert de koe in samenwerking met langs-25 rug 2 in het midden van de box. Als de draaginrichting niet verder door de cilinders 6 naar voren gedrukt kan worden, treden lekventielen (overdrukventielen) in werking zodat de cilinders 6 wel blijven drukken maar niet verder "uit"gaan. Met de referentie-inrichting zijn het melkstel en zijn dragende delen naar voren bewogen; die referentie-inrich-30 ting blijft tegen de koe drukken ook tijdens het melken en ook als de koe beweegt, en vormt dus een goede basis voor het gebruik van de ten opzichte daarvan bepaalde coördinaten der spenen. Door de centrering door deel 9 geldt dit ook in dwarsrichting.
Vervolgens wordt het melkstel aan de uLer gebracht. Dit gaat als 35 volgt. Cilinder 17 gaat "in” waardoor de draagarmen 15 van de lage in de hoge stand worden gebracht. Nagenoeg tegelijk gaat cilinder 19 uit waardoor de balken 12 en alles wat daaraan vastzit gaan zakken. De zakr snelheid is zodanig lngesteld dat het melkstel de vloer juist niet raakt en zeer laag over de vloer naar voren gebracht wordt* Zodoende 40 wordt het melkstel zonder de uier te raken onder de uier gebracht. Bij
B 3 Q 4 Λ 3 S
8 I \
V J
lage, zogenaamd "diepe”, uiers is dit van-belang omdat in een "hogere stand het .melkstel de uier moeilijk kan passeren.
Nadat het melkstel onder de uier is aangekomen gaat cilinder 19 "in" zodat het melkstel omhoog komt. Tijdens die omhooggaande beweging 5 wordt bij voorkeur vacuum in de pulsatieruimte der tepelbekers gebracht, zodat de voering tegen de wand wordt gezogen om de spenen gemakkelijk in te vangen. Zodoende komen de spenen in de tepelbekers 26 en het melken (zuigen en pulseren) begint. Intussen blijft de opwaartse druk in stand doordat cilinders 17 en 19 kracht blijven uitoefenen.
10 Lekventielen zorgen voor afvoer van de aangevoerde lucht.
Als het melkproces be'éindigd is gaat cilinder 17 uit zodat de lange delen van de draagarmen het melkstel laten zakken en de tepelbekers van de uier gaan. Desgewenst kan cilinder 19 tegelijk "uit"gaan. Voordat het melkstel 20 de vloer raakt gaat cilinder 19 "in” zodat de bewe-15 ging van de draagarmen door kan blijven gaan en het melkstel tijdig wordt opgetild. Tegelijkertijd of meteen daarna gaan de cilinders 6 “in" waardoor het deel 4 van de draaginrichting met alles wat daaraan vastzit naar achteren gaat zodat de uitgangspositie weer wordt ingenomen.
20 Desgewenst komt vervolgens het niet-getekende reiniginssysteem in actie zodat de volgende koe met een gereinigd melkstel kan worden aangesloten. Eventueel krijgt de gemolken koe nog een nabehandeling volgens tên der bekende methoden.
De draagarmen 15 kunnen behalve door de uitgeoefende kracht van 25 cilinder 17 nog een extra grotendeels constante opwaartse kracht uitoefenen door aan as 16 contra-gewichten te hangen.
Door de vele scharniermogelijkheden: 21 in lengterichting en eventueel ook in dwarsrichting (niet-getekend), 14 en 16, alsmede door een aantal instelbare, verende krachten: 25 voor de bekers, 17 voor de 30 draagarmen eventueel aangevuld met contragewichten en 19 voor de gehele draaginrichting eventueel aangevuld met veren en contragewichten wordt het mogelijk gemaakt het melkstel soepel en beweegbaar aan te brengen en ook tijdens het melken beweegbaar te bowlen.
Hoewel de tekeningen hierboven beschreven zijn aan de hand van het 35 melken van koeien, kan de uitvinding ook voor het melken van andere dieren «orden toegepast.
De uitvinding is toepasbaar in velerlei melkstallen zoals in draaimelkstallen, visgraatmelkstallen, zij-aan-zij-melkstallen enz.
De uitvinding kan de melkstal als aparte unit overbodig maken door 40 melkboxen in een veestal te plaatsen b.v. een ligboxenstal. In dat ge- 83044-8 _ _—-^-« * ï ; 9 val biedt de combinatie met een geprogrammeerd krachtvoerv er strekking s-systeem vele voordelen. Een voordeel daarvan is dat dezelfde computer gebruikt kan worden voor het integraal besturen van krachtvoerverstrekking en melken, wat ook gecombineerd kan worden met de registratie van 5 de geleverde melkhoeveelheid.
Met het geheugen van de computer zijn middelen verbonden, die de cilinders 27 en 28 bedienen om de tepelbekers in de juiste stand te plaatsen. Bij elke melkbeurt of met langere tussenpozen worden die cilinders in aangesloten toestand van de tepelbekers door de computer in 10 de procedure een kort ogenblik vrijgelaten om gemakkelijk door de spenen zelf bewogen te wórden» Daardoor wordt de gewenste stand der tepelbekers bepaald om gebruikt te worden bij het melken, waarbij de coördinaten van deze gewenste stand in het geheugen worden opgeslagen om bij de volgende melkbeurt(en) de tepelbekers in een stand te plaatsen, die 15 voor de betreffende koe althans bij benadering de juiste is, zodat het aansluiten correct gebeurt. Voor een nieuw dier kan men met de hand de tepelbekers instellen alvorens deze procedure in werking treedt. Uiteraard zou men ook met een afzonderlijke meetinrichting die speenstand kunnen bepalen en in het computergeheugen kunnen invoeren.
20 De computer kan daarnevens bepalen of de betreffende koe al dan niet moet worden gemolken en vöör het melken de uitgang van de bar-openen indien dat niet het geval is.
Tevens kunnen de cilinders 27 en 28 of andere delen aan de draag-inrichting de tepelbekers een zoekbeweging geven voor het gemakkelijker 25 opnemen der spenen, bijv. een heen- en weergaande, rondgaande, vibrerende of spiraalvormige beweging.
8304 498

Claims (31)

1. Inrichting voor het melken van vee, met het kenmerk, dat hèt op de spenen aangrijpende melkstel bestaat uit althans in het bovenste deel trechtervormig wijder wordende tepelbekers, waarvan het trechter- 5 vormig wijder wordende bovenste deel een vorm heeft, geschikt om het onderste deel van de uier om de betreffende speen te omvatten, welke tepelbekers gedragen worden in een draagconstructie, die deze tegen de uier houdt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de flexi-10 bele binnenvoering der tepelbekers, tussen welke en de starre bekers de pulsaties, worden uitgeoefend, zich ook over dat wijder wordende deel uitstrekt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de flexibele binnenvoering der tepelbekers in het bovenste deel stugger is dan 15 in het speen-omvattende deel.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de bekervoering gedeeld is, zodat de daardoor gevormde pulsatiekamer in het wijder wordende deel van de beker gescheiden is van de kamer in het speen-omvattende deel.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de pulsa- tie-inrichting zo is uitgevoerd en zo op die kamers is aangesloten dat de bovenste kamer, die op het onderste deel van de uier werkt, in de pulsatiecyclus voorloopt bij de onderste kamer, die de speen omvat.
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de tepel-25 beker aan zijn bovenrand een verdikt flexibel-elastisch randdeel heeft, dat op de uier aangrijpt.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat dat randdeel hol is en met een stromend medium is gevuld.
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken-30 merk, dat elke tepelbeker nabij het ondereinde een afsluiter heeft om de verbinding met de onder vacuum staande melkafvoer te verbreken.
9. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat die draagconstructie een raam omvat, waarin de tepelbekers horizontaal verplaatsbaar zijn opgenomen.
10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat bedie- ningsmiddelen met dat raam zijn verbonden om die verplaatsbare tepelbekers in een gewenste stand te plaatsen.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat die tepelbekers door verende middelen in het raam worden gesteund, die die 40 bekers flexibel in een bepaalde stand houden. B3O4490 * * - ψ
* 12« Inrichting volgens conclusie 11,-met: het kenmerk, dat' die te-pelbekers aan die verende middelen zo zijn opgehangen, dat zij daarmee zowel horizontaal als verticaal ten opzichte van het raam kunnen bewegen.
13. Inrichting volgens een der conclusies 9 t/m 12, met het ken merk, dat de bekers in schuiven zijn aangebracht, die door het raam worden geleid en die door de bedieningsmiddelen verschoven kunnen worden.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat in het 10 raam twee stel in onderling loodrechte horizontale richtingen beweegbare schuiven voor elke te verplaatsen beker zijn aangebracht, waarbij die schuiven voor elke beker op elkaar liggen zodanig dat de ene schuif bij verplaatsing de andere meeneemt.
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een der 15 schuiven voor twee bekers gemeenschappelijk is.
16. Inrichting volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat twee schuiven, die een tegengestelde beweging ten opzichte van de langsas van het dier moeten maken, door een gemeenschappelijk bedlening smidd el worden aangedreven.
17. Inrichting volgens een der conclusies 9 t/m 16, met het ken merk, dat stuurmiddelen zijn aangebracht om de tepelbekers een zoekbe-weging ten opzichte van hun ingestelde stand te doen uitvoeren.
18. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het meikstel vrij-scharnierend in draagarmen hangt.
19. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het ken merk, dat het melkstel door een draaginrichting wordt gedragen die in de lengterichting van bas of stand kan bewegen.
20. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het melkstel door een draaginrichting wordt gedragen, die be- 30 weegbare delen heeft om het melkstel van een lager gelegen vrije naar een hoger gelegen melkende stand te bewegen en het melkstel in beide standen te dragen.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat de beweegbare delen van de draaginrichting met krachtmiddelen samenwerken om 35 een opwaartse druk op het melkstel uit te oefenen bij het melken.
22. Inrichting volgens een der conclusies 18 t/m 21, met het kenmerk, dat de middelen voor het veroorzaken van een opwaartse beweging van het melkstel flexibel zijn, en zo dat zij de hoogste stand aanpassen aan de ondervonden weerstand.
23. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 22, met het ken- 8 3 0 h k Q a v V* merk, dat de bewegende delen van de draaginrichting langs een Vast gestel op en neer schuifbare delen omvatten, die een horizontale, scharnier as dragen, waarom draagarmen draaibaar zijn, die het melkstel dragen.
24. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 23, met het ken merk, dat de draaginrichting voor gemeenschappelijke horizontale beweging verbonden is met een beweegbare referentieinrichting die tot tegen het dier kan worden bewogen om van daaruit de afstand tot uier en spenen te bepalen, te gebruiken en te corrigeren.
25. Inrichting volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat die re fer en tie- inrichting een aan de achterzijde van het dier daartegen aan te drukken inrichting is.
26. Inrichting volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat die re-ferentie-inrichting zo is uitgevoerd dat hij tevens de koe op de melk- 15 stand centreert door deze beide aangrenzende achterzijden op te sluiten.
27. Inrichting volgens conclusie 25 of 26, met het kenmerk, dat die ferentie-inrichting aandrukmiddelen heeft om het dier tijdens het melken flexibel te blijven aandrukken.
28. Inrichting volgens een der. conclusies 19 t/m 27-, met het ken merk, dat de draaginrichting verbonden is met een staartgeleider en een faeces-urine-afvoer.
29. Inrichting volgens een der conclusies 19 t/m 28, met het kenmerk, dat de gehele draaginrichting is gemonteerd op een open schamie- 25 rende deur die de toegang tot de melkbox vrijgeeft.
30. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat in het midden van de vloer van de box een verhoging is aangebracht, welke het daarop staan van het dier onmogelijk of zeer lastig maakt.
31. Werkwijze voor het bedrijven van een melkinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het geheugen van een processor wordt gevoed met coördinaten van de speenstanden, verkregen door bij op een dier aangesloten melkstel de tepelbekers vrij te laten standen in te nemen, passend bij de natuurlijke afstanden der 35 spenen. ********** 83 0 4 4 p 8
NL8304498A 1983-12-30 1983-12-30 Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting. NL8304498A (nl)

Priority Applications (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8304498A NL8304498A (nl) 1983-12-30 1983-12-30 Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting.
US06/772,958 US4685422A (en) 1983-12-30 1984-12-20 Automatic application of teat cups
PCT/NL1984/000044 WO1985002973A1 (en) 1983-12-30 1984-12-20 Automatic apply of teat cups
DE8585900216T DE3474090D1 (en) 1983-12-30 1984-12-20 Automatic apply of teat cups
EP85900216A EP0167555B1 (en) 1983-12-30 1984-12-20 Automatic apply of teat cups
DK394785A DK394785A (da) 1983-12-30 1985-08-29 Automatisk paasaetning af pattekopper

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8304498A NL8304498A (nl) 1983-12-30 1983-12-30 Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting.
NL8304498 1983-12-30

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8304498A true NL8304498A (nl) 1985-07-16

Family

ID=19842947

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8304498A NL8304498A (nl) 1983-12-30 1983-12-30 Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting.

Country Status (5)

Country Link
US (1) US4685422A (nl)
EP (1) EP0167555B1 (nl)
DE (1) DE3474090D1 (nl)
NL (1) NL8304498A (nl)
WO (1) WO1985002973A1 (nl)

Families Citing this family (48)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL8502084A (nl) * 1985-07-19 1987-02-16 Lely Nv C Van Der Melkmachine.
EP0209205B2 (en) * 1985-07-19 1997-06-18 C. van der Lely N.V. An implement for milking animals, such as cows, in a parlour
NL8502434A (nl) * 1985-09-04 1987-04-01 Multinorm Bv Melkinrichting.
NL8600076A (nl) * 1986-01-16 1987-08-17 Lely Nv C Van Der Werkwijze en inrichting voor het melken van een dier.
EP0306579B1 (fr) * 1987-09-08 1992-01-02 Centre National Du Machinisme Agricole, Du Genie Rural, Des Eaux Et Des Forets (Cemagref) Installation de traite automatique
FR2595197B1 (fr) * 1986-03-07 1988-11-18 Cemagref Installation de traite automatique
NL192318C (nl) * 1986-08-27 1997-06-04 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van dieren.
NL193648C (nl) * 1986-08-27 2000-06-06 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van dieren.
ATE68935T1 (de) * 1986-08-27 1991-11-15 Lely Nv C Van Der Geraet zum melken von tieren.
NL193715C (nl) * 1987-07-23 2000-08-04 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van een dier.
NL8701848A (nl) * 1987-08-05 1989-03-01 Gascoigne Melotte Bv Melkinrichting.
NL8702285A (nl) * 1987-09-24 1989-04-17 Gascoigne Melotte Bv Melkinrichting.
DE68928724T2 (de) * 1988-01-08 1998-11-05 Prolion Bv Verfahren und Robotsystem zum Suchen eines bewegenden Objekts
US4941433A (en) * 1988-05-23 1990-07-17 Agri-Automation Company, Ltd. Milking method and related apparatus
NL8801526A (nl) * 1988-06-15 1990-01-02 Gascoigne Melotte Bv Speenvanger voor een melkmachine.
NL8802332A (nl) * 1988-09-21 1990-04-17 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van een dier.
GB8900084D0 (en) * 1989-01-04 1989-03-01 British Res Agricult Eng Milking
US5550318A (en) * 1990-04-17 1996-08-27 Dekalb Genetics Corporation Methods and compositions for the production of stably transformed, fertile monocot plants and cells thereof
US5484956A (en) * 1990-01-22 1996-01-16 Dekalb Genetics Corporation Fertile transgenic Zea mays plant comprising heterologous DNA encoding Bacillus thuringiensis endotoxin
NL9101064A (nl) * 1991-06-20 1993-01-18 Gascoigne Melotte Bv Inrichting voor het aanleggen respectievelijk verwijderen van een stel speenbekers bij dieren.
NL9100992A (nl) 1991-06-10 1993-01-04 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het melken van dieren.
NL9200639A (nl) * 1992-04-06 1993-11-01 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9200924A (nl) * 1992-05-26 1993-12-16 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL9400630A (nl) * 1993-11-26 1995-06-16 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
US5379722A (en) * 1993-12-30 1995-01-10 Babson Bros. Co. Control for a milker unit support
NL9401374A (nl) * 1994-08-25 1996-04-01 Maasland Nv Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
SE9503588D0 (sv) * 1995-10-13 1995-10-13 Tetra Laval Holdings & Finance A method of milking and a milking apparatus
NL1001645C2 (nl) 1995-11-14 1997-05-21 Maasland Nv Constructie met een inrichting voor het melken van dieren.
SE9604052D0 (sv) * 1996-11-05 1996-11-05 Alfa Laval Agri Ab An apparatus for and a method of positioning an animal
US6037540A (en) * 1998-03-16 2000-03-14 Lucent Technologies Inc. Blank panel with integrated physical cover and mounting arrangement for a RJ 21 connector
US6240878B1 (en) 1998-04-13 2001-06-05 Babson Bros. Co. Automatic milking machine arm detacher with sloping splash shield
GB9905551D0 (en) * 1999-03-11 1999-05-05 Taylor William Livestock controller
NL1015672C2 (nl) * 2000-07-10 2002-01-11 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
NL1017561C2 (nl) * 2001-03-11 2002-09-13 Agrinowa B V Melkrobot voorzien van een ontsmettingsbak.
NL1017984C2 (nl) * 2001-05-02 2002-11-05 Idento Electronics Bv Melkinrichting.
NL1020934C2 (nl) * 2002-06-25 2003-12-30 Lely Entpr Ag Reinigingsinrichting.
US6814027B2 (en) * 2002-09-12 2004-11-09 Westfaliasurge, Inc. Milker unit detacher for rotary milking parlor
NL1022565C2 (nl) * 2003-02-03 2004-08-04 Lely Entpr Ag Inrichting voor het automatisch melken van een dier.
CA2626286C (en) * 2005-10-24 2014-05-27 Delaval Holding Ab Arrangement and method for visual detection in a milking system
NL1035763C2 (nl) 2008-07-28 2010-01-29 Lely Patent Nv Automatische melkinstallatie.
US9215861B2 (en) * 2011-04-28 2015-12-22 Technologies Holdings Corp. Milking box with robotic attacher and backplane for tracking movements of a dairy animal
US9107378B2 (en) 2011-04-28 2015-08-18 Technologies Holdings Corp. Milking box with robotic attacher
US9629335B2 (en) 2012-07-06 2017-04-25 Scott Milktech Limited Method and apparatus for controlling an animal's tail position
US10051832B2 (en) 2016-08-17 2018-08-21 Technologies Holdings Corp. Vision system with tail positioner
AU2017225080B2 (en) * 2016-09-30 2021-09-09 Technologies Holdings Corp. Vision system with tail positioner
NL2017686B1 (nl) * 2016-10-28 2018-05-18 Lely Patent Nv Melkrobot
RU2736731C1 (ru) 2017-06-09 2020-11-19 Делаваль Холдинг Аб Устройство управления положением задних ног животного, оборудованное им доильное стойло и вращающийся доильный зал
DE102018105798A1 (de) * 2018-03-13 2019-09-19 Daniela Happel Melkzeug und Melkbecher-Positioniereinrichtung

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US79868A (en) * 1868-07-14 Improvement in type-writing machines
DD82592A (nl) *
US3605695A (en) * 1969-08-20 1971-09-20 Babson Bros Co Milker support with cam lock
US4010714A (en) * 1974-03-08 1977-03-08 Director, National Institute Of Animal Industry System for managing milking-cows in stanchion stool
FR2408300A1 (fr) * 1977-11-12 1979-06-08 Akermann David Procede et appareil pour la traite des vaches
GB2007486B (en) * 1977-11-12 1982-03-03 Akerman D E Milking method and apparatus
US4344385A (en) * 1978-05-03 1982-08-17 Babson Bros. Co. Milker
SE430559B (sv) * 1982-04-08 1983-11-28 Alfa Laval Ab Sett att mjolka och anordning herfor
JPH09138077A (ja) * 1995-11-10 1997-05-27 Tokai Konetsu Kogyo Co Ltd マイクロ波加熱装置

Also Published As

Publication number Publication date
DE3474090D1 (en) 1988-10-27
EP0167555B1 (en) 1988-09-21
WO1985002973A1 (en) 1985-07-18
EP0167555A1 (en) 1986-01-15
US4685422A (en) 1987-08-11

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8304498A (nl) Inrichting voor het melken van vee en werkwijze voor het bedrijven van een dergelijke inrichting.
EP0191517B2 (en) Implement for milking animals, such as cows
AU731664B2 (en) A method of milking animals
US8800486B2 (en) Control system and a method for milking members in a milking parlour
US5865138A (en) Method and apparatus for automatically milking animals, such as cows
US6148766A (en) Construction including an implement for automatically milking animals
EP0480541A2 (en) A method of automatically milking animals and an implement for performing same
EP0634097A1 (en) A construction for automatically milking animals
NL1024520C2 (nl) Samenstel en werkwijze voor het voederen en melken van dieren, voederplatform, melksysteem, voedersysteem, melkvoorbehandelingsinrichting, melknabehandelingsinrichting, reinigingsinrichting en separatie-inrichting, alle geschikt voor gebruik in een dergelijk samenstel.
EP2757874A1 (en) Milking hose support
US4805559A (en) Implement for milking animals
EP0322404A2 (en) A device for milking animals, such as cows
NL9301753A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
JP2002521009A (ja) 動物を自動的に搾乳するための装置
EP0611004B1 (en) A construction for milking animals
US9414567B2 (en) Rotary milking parlour and a method for such a rotary milking parlour
NL9400630A (nl) Inrichting voor het automatisch melken van dieren.
US2683437A (en) Milking system
EP0824858A1 (en) Cluster support and guidance system for a milking machine
EP0962131B1 (en) A method of milking animals
JP2000506744A (ja) 動物の自動搾乳装置を含む構造
Morag et al. A milking parlour for experimental work with lactating ewes
US3695231A (en) Milking system
Sheva A PROPOSAL FOR A CONSTANTLY ROTATING CAROUSEL FOR SHEEP MILKING
NL192317C (nl) Werkwijze voor het melken van dieren, zoals koeien.

Legal Events

Date Code Title Description
BV The patent application has lapsed