NL1020934C2 - Reinigingsinrichting. - Google Patents
Reinigingsinrichting. Download PDFInfo
- Publication number
- NL1020934C2 NL1020934C2 NL1020934A NL1020934A NL1020934C2 NL 1020934 C2 NL1020934 C2 NL 1020934C2 NL 1020934 A NL1020934 A NL 1020934A NL 1020934 A NL1020934 A NL 1020934A NL 1020934 C2 NL1020934 C2 NL 1020934C2
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- cleaning
- cleaning device
- milking parlor
- milking
- foam
- Prior art date
Links
- 238000004140 cleaning Methods 0.000 title claims description 154
- 239000006260 foam Substances 0.000 claims description 39
- 241001465754 Metazoa Species 0.000 claims description 33
- 238000001514 detection method Methods 0.000 claims description 17
- 239000000654 additive Substances 0.000 claims description 13
- 230000003749 cleanliness Effects 0.000 claims description 11
- 239000007858 starting material Substances 0.000 claims description 10
- 230000000996 additive effect Effects 0.000 claims description 8
- 238000000034 method Methods 0.000 claims description 8
- 230000004913 activation Effects 0.000 claims description 2
- 230000000977 initiatory effect Effects 0.000 claims 1
- 230000001960 triggered effect Effects 0.000 claims 1
- 239000007788 liquid Substances 0.000 description 18
- 235000013336 milk Nutrition 0.000 description 13
- 210000004080 milk Anatomy 0.000 description 13
- 239000008267 milk Substances 0.000 description 13
- 238000010438 heat treatment Methods 0.000 description 12
- 238000000926 separation method Methods 0.000 description 6
- 230000007480 spreading Effects 0.000 description 4
- 230000008859 change Effects 0.000 description 2
- 235000013365 dairy product Nutrition 0.000 description 2
- 239000000645 desinfectant Substances 0.000 description 2
- 238000001035 drying Methods 0.000 description 2
- XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N water Substances O XLYOFNOQVPJJNP-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 2
- ZAMOUSCENKQFHK-UHFFFAOYSA-N Chlorine atom Chemical compound [Cl] ZAMOUSCENKQFHK-UHFFFAOYSA-N 0.000 description 1
- 208000033748 Device issues Diseases 0.000 description 1
- 239000002253 acid Substances 0.000 description 1
- 230000003213 activating effect Effects 0.000 description 1
- 230000002411 adverse Effects 0.000 description 1
- 239000003242 anti bacterial agent Substances 0.000 description 1
- 229940088710 antibiotic agent Drugs 0.000 description 1
- 230000006399 behavior Effects 0.000 description 1
- 239000008280 blood Substances 0.000 description 1
- 210000004369 blood Anatomy 0.000 description 1
- 229910052801 chlorine Inorganic materials 0.000 description 1
- 239000000460 chlorine Substances 0.000 description 1
- 210000003022 colostrum Anatomy 0.000 description 1
- 235000021277 colostrum Nutrition 0.000 description 1
- 239000000356 contaminant Substances 0.000 description 1
- 238000001816 cooling Methods 0.000 description 1
- 238000007599 discharging Methods 0.000 description 1
- 230000000694 effects Effects 0.000 description 1
- 239000012530 fluid Substances 0.000 description 1
- 238000011010 flushing procedure Methods 0.000 description 1
- 230000006870 function Effects 0.000 description 1
- 230000004048 modification Effects 0.000 description 1
- 238000012986 modification Methods 0.000 description 1
- 239000004014 plasticizer Substances 0.000 description 1
- 230000008569 process Effects 0.000 description 1
- 238000009877 rendering Methods 0.000 description 1
- 238000002791 soaking Methods 0.000 description 1
- -1 such as a leach Substances 0.000 description 1
- 230000032258 transport Effects 0.000 description 1
- 239000002699 waste material Substances 0.000 description 1
- 238000005303 weighing Methods 0.000 description 1
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01J—MANUFACTURE OF DAIRY PRODUCTS
- A01J7/00—Accessories for milking machines or devices
- A01J7/02—Accessories for milking machines or devices for cleaning or sanitising milking machines or devices
- A01J7/022—Clean-in-Place Systems, i.e. CIP, for cleaning the complete milking installation in place
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01K—ANIMAL HUSBANDRY; AVICULTURE; APICULTURE; PISCICULTURE; FISHING; REARING OR BREEDING ANIMALS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR; NEW BREEDS OF ANIMALS
- A01K1/00—Housing animals; Equipment therefor
- A01K1/12—Milking stations
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Animal Husbandry (AREA)
- Zoology (AREA)
- Biodiversity & Conservation Biology (AREA)
- Cleaning In General (AREA)
Description
REINIGINGSINRICHTING
De uitvinding heeft betrekking op een reinigingsin-richting voor het reinigen van het uitwendige van althans een 5 deel van een melkplaats, waarbij de melkplaats een melkrobot en een bodem waarop een te melken dier kan staan omvat.
Een dergelijke bekende reinigingsinrichting wordt gevormd door een door een boer handmatig bediende slang waardoorheen reinigingsvloeistof wordt gespoten. Deze bediening 10 van de reinigingsinrichting vergt tijd en is omslachtig.
Hierdoor komt het wel eens voor dat een boer niet voldoende tijd heeft om de melkplaats te reinigen, waardoor de hygiëne nadelig kan worden beïnvloed.
Het is een doel van de onderhavige uitvinding een 15 reinigingsinrichting te verschaffen die dit nadeel althans ten dele opheft.
Hiertoe wordt een reinigingsinrichting van de boven beschreven soort volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de _ reinigingsinrichting is voorzien van een bron van reinigings-20 schuim. Een dergelijk reinigingsschuim, dat op zich bekend is, kan voor een uiterst hygiënische reiniging van de melkplaats zorgen.
Bij voorkeur is de reinigingsinrichting eèn automatische reinigingsinrichting.
25 Een verbeterde reiniging wordt verkregen wanneer de reinigingsinrichting een middel bevat voor het onder druk brengen van het reinigingsschuim, zoals bijvoorbeeld eèn pomp.
Bij voorkeur bevat de reinigingsinrichting een 30 mondstuk dat in een vaste positie ten opzichte van de melkplaats is geplaatst. Voor het verkrijgen van een gewenste reiniging is het in sommige gevallen wenselijk om verscheidene mondstukken te gebruiken die op verschillende plaatsen zijn bevestigd. Hierbij kan de werking of besturing van de 1020934 2 verschillende mondstukken op elkaar worden afgestemd, bijvoorbeeld softwaregestuurd zijn.
De gehele melkplaats kan op eenvoudige wijze worden gereinigd wanneer het mondstuk beweegbaar ten opzichte van de 5 melkplaats is aangebracht. Zo kan het mondstuk op een rail bevestigd zijn, waarbij het mondstuk langs de rail beweegbaar is.
Een uiterst doeltreffende reiniging kan worden verkregen wanneer het mondstuk op een robotarm is bevestigd. Een 10 dergelijke robotarm kan uitgerust zijn met een grijper voor het grijpen van het mondstuk.
Hoewel het mondstuk vast opgehangen kan zijn, bijvoorbeeld in een vaste positie ten opzichte van de robotarm, heeft het voordeel wanneer het mondstuk beweegbaar is opge-15 hangen. Hierdoor kan een groter reinigingsbereik worden verkregen.
Bij voorkeur is voorzien in inhoudmeetmiddelen voor het meten van de inhoud van de bron bevattende het reiniging-schuim. De inhoudmeetmiddelen kunnen een stuur- respectieve-20 lijk indicatiesignaal afgeven voor automatische besturing van verwisseling van de bron of om een indicatie te geven aan een boer, bijvoorbeeld op een display, via een geluid, of via de mobiele telefoon van de betreffende boer, of aan een service-dienst.
25 Teneinde te realiseren dat de reiniging op een ge schikt tijdstip wordt uitgevoerd, is een voorkeursuitvoering van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding gekenmerkt doordat de reinigingsinrichting is voorzien van een aanwezig-heidsdetectie-inrichting voor het detecteren van de aanwezig-30 heid van een dier in de melkplaats, waarbij de aanwezigheids-detectie-inrichting bij detectie van een dier in de melkplaats een signaal aan de reinigingsinrichting afgeeft, welk signaal werking van de reinigingsinrichting stopt respectievelijk verhindert.
102093* 3
Om op eenvoudige wij ze alleen dan wanneer het nodig is te reinigen is bij voorkeur voorzien in een reinheids-detectie-inrichting voor het detecteren van de reinheid van de melkplaats, waarbij de reinigingsinrichting met behulp van 5 gegevens van de reinheidsdetectie-inrichting wordt bestuurd.
De reinheidsdetectie-inrichting kan tevens gebruikt worden voor het controleren van het effect van de schuimreiniging, eventueel met afspoelen, en het in afhankelijkheid van de controle eventueel opnieuw reinigen met schuim.
10 Teneinde tijdens het reinigen te voorkomen dat een dier de melkplaats betreedt, bevat de reinigingsinrichting een af sluitmiddel voor het afsluiten van de toegang tot de melkplaats bij werking van de reinigingsinrichting.
Bij voorkeur bevat de reinigingsinrichting een af-15 spoelinrichting voor het afspoelen van het uitwendige van de melkplaats na schuimreiniging. Hierdoor wordt de hygiëne van de melkplaats verder verbeterd.
_ _ _ Bij voorkeur is de reinigingsinrichting voorzien __ __ van een additievenorgaan voor het toevoegen van additieven 20 aan het reinigingsschuim, zodat voor een bepaalde reiniging een bepaald additief kan worden gebruikt, bijvoorbeeld voor het doen oplossen of weken van bepaalde verontreinigingen.
Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan desinfectiemiddelen en dergelijke. Toevoeging van additieven vindt bij voorkeur 25 automatisch plaats. Zo kan bijvoorbeeld na een bepaald aantal normale reinigingen telkens een reiniging plaatsvinden met een bepaald additief.
De uitvinding heeft tevens betrekking op een werkwijze voor het reinigen van het uitwendige van althans een 30 deel van een melkplaats, waarbij de melkplaats een melkrobot en een bodem waarop een te melken dier kan staan omvat, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap van het aanbrengen van een reinigingsschuim op althans het deel van de melkplaats omvat. Bij voorkeur wordt als deel het onderste deel van de 35 melkrobot gekozen.
1 0 j ~ 4
De uitvinding zal hierna nader worden verduidelijkt aan de hand van de tekening. Hierin toont:
Figuur 1 schematisch in zijaanzicht een uitvoe-5 ringsvorm van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 2 schematisch in zijaanzicht een altérnatie-ve uitvoeringsvorm van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 3 schematisch in bovenaanzicht de uitvoe-ïo ringsvorm volgens figuur 2;
Figuur 4 schematisch in bovenaanzicht een verdere alternatieve uitvoeringsvorm van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding; en
Figuur 5 schematisch in bovenaanzicht nog een veris dere alternatieve uitvoeringsvorm van een reinigingsinrichting volgens de uitvinding.
In figuur 1 is schematisch in zijaanzicht een melk-plaats 1 weergegeven. De melkplaats 1 bevat onder meer een melkrobot 2 en een bodem 3 waarop een te melken dier kan 20 staan. De melkrobot 2 is voorzien van een spoelinrichting 4 voor het met behulp van spoelvloeistof reinigen van het inwendige van de melkrobot 2. De spoelinrichting 4 spoelt en reinigt in het bijzonder de onderdelen van de melkrobot 2 die in contact komen met melk, zoals melkleidingen en dergelijke. 25 Verder bevat de melkrobot 2 een robotarm 5 voor het onder andere dragen van melkbekers 6.
De uitvinding heeft betrekking op een, in het bijzonder automatische, reinigingsinrichting voor het door middel van een reinigingsschuim reinigen van het uitwendige van 30 de melkplaats 1. Enkele uitvoeringsvormen van een dergelijke automatisch reinigingsinrichting zullen hierna worden besproken. In de in de figuren weergegeven uitvoeringsvormen is met 28 een bron van reinigingsschuim aangegeven, welk reinigingsschuim bijvoorbeeld door middel van een pomp 24 en de leiding 35 4 onder druk naar het mondstuk 8 wordt gepompt, alwaar het 1020934 5 schuim over althans een deel van de melkplaats, in het bijzonder het onderste gedeelte van de melkrobot, wordt aangebracht .
In figuur 1 wordt een uitvoeringsvorm getoond waar-5 bij tevens na de schuimreiniging een afspoelreiniging kan worden uitgevoerd. Hierbij wordt uit de melkrobot 2 komende spoelvloeistof als afspoelvloeistof voor het uitwendige van de melkplaats 1 gebruikt. Hierbij geleiden geleidingsmiddelen 7 de afspoelvloeistof naar een mondstuk 8 vormende een uit-ïo voer van de reinigingsinrichting. Deze geleidingsmiddelen 7 en dit mondstuk 8 zijn aangebracht op een door een cilinder 9 aangedreven beweegbare separatiearm 10.
De separatiearm 10 is door bediening van de cilinder 9 heen en weer beweegbaar, zodat een groter oppervlak van 15 het uitwendige van de melkplaats 1 kan worden gereinigd.
De melkplaats 1 kan zijn voorzien van een aantal containers 11 (zie figuren 2 en 3), elk geschikt voor het bevatten van een bepaalde soort gebruikte afspoelvloeistof. De ___ _ separatiearm 10 kan dan door automatische bediening van de 20 cilinder 9 voor het afvoeren van bepaalde afspoelvloeistoffen tot boven een betreffende container 11 worden bewogen. Hierdoor wordt een mogelijkheid tot afvalverwerking verschaft, en kunnen bepaalde soorten gebruikte afspoelvloeistof, zoals een loog-, zuur- of chlooroplossing voor verwerking worden opge-25 vangen.
Zoals getoond in figuur 2 bevindt het mondstuk 8 zich op een geringe afstand boven de containers 11. Teneinde in deze uitvoering ervoor te kunnen zorgen dat naast het af-voeren van de af spoelvloeistof in de containers 11 het uit-30 wendige van de melkplaats 1 wordt gereinigd, kunnen bijvoorbeeld de containers 11 verplaatsbaar zijn uitgevoerd. Alternatief kan er ook een spreidplaat 12 aanwezig zijn, tot waarboven het mondstuk 8 beweegbaar is. Deze spreidplaat 12 zorgt dan voor een verspreiding van de afspoelvloeistof respectie-35 velijk van het reinigingschuim over het uitwendige van de 1020934_ 6 melkplaats 1. Het zal duidelijk zijn dat de containers alternatief ook automatisch afsluitbaar zijn, en dat de spreid-plaat ook anders dan in combinatie met de containers gebruikt kan worden.
5 De melkplaats 1 is voorzien van een aantal contai ners 13 (zie figuren 4 en 5) elk geschikt voor het bevatten van een bepaalde soort verkregen melk, zoals biest, melk bevattende bloed, antibiotica, of dergelijke. Deze soorten melk stromen dan via de melkleidingen 4 .van de melkbekers 6 naar ïo de uitvoer 8. Door automatische bediening van de separatiearm 10 kunnen de soorten melk dan in de betreffende containers 13 worden afgevoerd. Op deze wijze kan desgewenst per dier de soort verkregen melk worden gesepareerd, en wordt deze niet in een enkele container verzameld. De beweging van de separa-15 tiearm 10 kan worden gestuurd door middel van bepalingsmidde-len 14 voor het bepalen van de soort gebruikte afspoel- respectievelijk reinigingsvloeistof respectievelijk de soort verkregen melk. In het geval van de soort verkregen melk heeft het tevens voorkeur wanneer het sturen van de separa-20 tiearm mede gerealiseerd wordt met behulp van gegevens van een dieridentificatieinrichting 15, bijvoorbeeld aangebracht op een voertrog 16.
Bij voorkeur is voorzien in inhoudmeetmiddelen (niet weergegeven) voor het meten van de inhoud van de bron 25 2 8 van reinigingsschuim en eventueel van de containers 11, 13. De inhoudmeetmiddelen kunnen een stuur- respectievelijk indicatiesignaal afgeven voor automatische besturing van verwisseling van bron of containers of om een indicatie te geven aan een boer, bijvoorbeeld op een display, via een geluid, of 30 via de mobiele telefoon van de betreffende boer, of aan een servicedienst. De inhoudmeetmiddelen kunnen bijvoorbeeld worden gevormd door weegorganen of middelen voor het bepalen van de hoogte van de vloeistof in de bron en/of containers.
Volgens de uitvoeringsvorm van figuur 1 is het ook 35 mogelijk, hoewel niet weergegeven, dat het mondstuk 8 tot bo- 7 ven de invoer van een leiding beweegbaar is, welke leiding het reinigingsschuim respectievelijk de spoelvloeistof transporteert naar althans een mondstuk 17. Dit mondstuk 17 is beweegbaar ten opzichte van de melkplaats 1 aangebracht. Deze 5 beweegbaarheid kan bijvoorbeeld worden verkregen door bevestigen op een rail 18. De beweging over de rail 18 is zodanig dat althans nagenoeg de gehele bodem 3 van de melkplaats 1 door het mondstuk 17 kan worden gereinigd. Teneinde het bereik van de schuimreiniging te vergroten is bij voorkeur elk ïo van de mondstukken beweegbaar opgehangen. De beweging kan aangedreven zijn, maar wordt bij voorkeur automatisch gestuurd door de kracht van de straal schuim.
Naast beweegbare bevestiging op een rail kan een mondstuk 19 ook op de robotarm 5 bevestigd zijn, zoals in fi-15 guur 5 is weergegeven. Door beweging van de robotarm 5, schematisch weergegeven door de draaiing van de positie aangeduid met doorgetrokken lijnen tot de positie aangeduid met onderbroken lijnen, kan aldus de gehele bodem 3 van de melkplaats___ 1 worden bestreken. Opgemerkt wordt dat wanneer het mondstuk 20 19 beweegbaar in plaats van vast op de robotarm 5 is beves tigd, ook andere delen van het uitwendige van de melkplaats 1 kunnen worden gereinigd met schuim of kunnen worden afgespoeld.
Het mondstuk 19 kan vast op de robotarm 5 zijn be-25 vestigd, maar het is ook mogelijk dat de robotarm is uitgerust met een grijper voor het grijpen van het mondstuk, zodat het mondstuk in een magazijn naast de melkrobot geplaatst kan zijn, en wanneer nodig door de grijper daaruit kan worden uitgenomen.
30 In figuur 4 zijn verdere mondstukken 20 en 21 weer gegeven voor het reinigen van het uitwendige van de melkplaats 1. Deze mondstukken 20, 21 kunnen vast dan wel beweegbaar zijn bevestigd op zwenkbare armen 22 respectievelijk 23. Alternatief kunnen de mondstukken 20, 21 vast respectievelijk 35 beweegbaar zijn bevestigd op onbeweegbare delen van het ge- 1020934 8 stel van de melkrobot 2 of andere vaste onderdelen van de melkplaats 1.
Hoewel de mondstukken via leidingen met de uitvoer van de spoelinrichting voor het inwendige van de melkrobot 5 verbonden kunnen zijn, is het eveneens mogelijk dat de mondstukken afwisselend koppelbaar zijn aan de schuimbron of aan een bron van schoon water, zoals een kraan van het waterlei-dingnetwerk.
Voor het onder druk brengen van de vloeistoffen is io de pomp 24 voorzien, die bij reiniging automatisch kan worden ingeschakeld.
Teneinde te realiseren dat de reiniging op een geschikt tijdstip wordt uitgevoerd, is een aanwezigheidsdetec-tie-inrichting 25 (figuren 1 en 2) aanwezig voor het detecte-15 ren van de aanwezigheid van een dier in de melkplaats 1. De aanwezigheidsdetectie-inrichting 25 geeft bij detectie van de aanwezigheid van een dier in de melkplaats 1 een signaal af aan de reinigingsinrichting, welk signaal de werking van de reinigingsinrichting stopt respectievelijk verhindeirt.
20 Om op eenvoudige wijze alleen dan wanneer het nodig is te reinigen, is bij voorkeur voorzien in een reinheidsde-tectie-inrichting 26 (figuur 1) voor het detecteren van de reinheid van de melkplaats 1. De reinheidsdetectie-inrichting 26 kan bijvoorbeeld camera's omvatten. Deze camera's kunnen 25 op een vaste plaats in de melkplaats 1 zijn aangebracht, maar bijvoorbeeld ook op de robotarm 5. De reinigingsinrichting wordt dan met behulp van gegevens van de reinheidsdetectie-inrichting 26 bestuurd.
Teneinde tijdens het reinigen te voorkomen dat een 30 dier de melkplaats betreedt bevat de reinigingsinrichting een af sluitmiddel 27 voor het afsluiten van de toegang tot de melkplaats 1 bij werking van de reinigingsinrichting.
De spoelinrichting 4 kan een verwarmingsorgaan, bijvoorbeeld een warmtewisselaar, bevatten voor het opwarmen van 35 het reinigingsschuim respectievelijk de spoelvloeistof. De 1020934 9 warmtewisselaar kan daarbij bijvoorbeeld gebruikmaken van de warmte die vrijkomt tijdens het koelen van de melk.
De inrichting bevat een renigingsstartorgaan, in het bijzonder bevattende een verwarmingsstartorgaan, bijvoorbeeld 5 gevormd door de computer die gebruikelijk aanwezig is bij een melkrobot, dat de reiniging, in het bijzonder ook de verwarming, door het schuim respectievelijk de vloeistof start. Het moment van het starten van de reiniging (in het bijzonder de verwarming) ligt bij voorkeur onmiddellijk na ontvangst van 10 een dalsignaal (hierna nader verduidelijkt), of binnen een bepaalde tijdsperiode na ontvangst van het dalsignaal. Een dergelijk dalsignaal wordt door de computer van het reinigings-startorgaan afgegeven gebaseerd op historische bezoekgegevens in het geheugen van de computer. Wanneer een analyseor-15 gaan/rekenorgaan met behulp van deze historische gegevens berekent dat binnen een vooraf bepaalde tijdsperiode een dalpe-riode wordt verwacht, dan wordt een dergelijk dalsignaal afgegeven. _____ __
Een meetorgaan meet de temperatuur van de reini-20 gingsschuim en geeft een temperatuursignaal af aan het verwar-mingsstartorgaan. Wanneer het temperatuursignaal aangeeft dat een vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt, start het reinigingsstartorgaan de daadwerkelijke reiniging. Hiertoe is het reinigingsstartorgaan verbonden met de voor de reiniging 25 relevante onderdelen van de inrichting.
Het geheugen verschaft tevens een controle op de reiniging, en bevat hiertoe opwarmingsgegevens gemeten door het temperatuurmeetorgaan. Verder kan het rekenorgaan aan de hand van de in het geheugen opgeslagen opwarmingsgegevens en 30 de momentane temperatuur van het reinigingsschuim zoals gemeten door het meetorgaan de resterende opwarmingsduur totdat de vooraf bepaalde temperatuurwaarde is bereikt bepalen.
De inrichting werkt bij voorkeur als volgt:
Bij de opstartfase worden in het geheugen de bezoek-35 dalperiodes door de boer handmatig, via bijvoorbeeld een toet- 1020934 10 senbord, ingevoerd. Het aantal dalperiodes kan door de boer worden gekozen, maar is vanuit het oogpunt van hygiëne ten minste drie.
Verder kan de boer een tijdsperiode invoeren welke 5 komt te liggen tussen het verwachte begin van een dalperiode en een eerder af te geven dalsignaal.
Wanneer gebaseerd op de ingevoerde gegevens een dalperiode gaat optreden wordt eerst het dalsignaal afgegeven. Dit dalsignaal kan onder meer voor de activering van het ver-10 warmingsorgaan zorgen, zodat het schuim respectievelijk de af-spoelvloeistof wordt opgewarmd.
Het detectieorgaan detecteert of er al dan niet een dier in de melkmachine aanwezig is. Is er een dier aanwezig, dan start het reinigingsorgaan uitsluitend de daadwerkelijke is reiniging bij ontvangst van een signaal van het detectieorgaan aangevende dat het dier de melkplaats verlaten heeft.
Teneinde een efficiënter gebruik van de melkplaats en de reinigingsinrichting te verschaffen, bepaalt een op zich bekend identificatiesysteem de identiteit van een dier dat 20 zich bij de melkmachine meldt om te worden gemolken. Aan de hand van de identiteit kan een, in een geheugen opgeslagen en eventueel continu bijgewerkte, verwachte melkduur van het. dier worden verkregen. Wanneer deze verwachte melkduur langer is dan de resterende opwarmingsduur zoals bepaald met behulp van 25 het meetorgaan en het rekenorgaan, blijft een toegangspoort tot de melkplaats gesloten wanneer een dier zich meldt.
Uitsluitend wanneer de verwachte melkduur korter is dan de resterende opwarmingsduur, wordt het dier alsnog toegelaten tot de melkplaats, en kan worden gemolken, terwijl tege-30 lijkertijd het schuim in de schuimbron wordt opgewarmd.
Wanneer het niet meer mogelijk is een dier te melken, wordt, nadat het dier de melkplaats verlaten heeft, de daadwerkelijke reiniging gestart op het moment dat het reini-gingsschuim de gewenste temperatuur heeft bereikt. De gewenste 1020934 11 temperatuur is afhankelijk van het soort reinigingsproces dat wordt toepast.
De gegevens in het geheugen met betrekking tot het bezoek van de melkmachine worden continu bijgewerkt om reke-5 ning te kunnen houden met een gewijzigd bezoekgedrag van de melkdieren.
Bij het reinigen wordt ook rekening gehouden met de gemiddelde reinigingsduur (bijvoorbeeld van de schuimreiniging inclusief het afspoelen). De dalperiodes waarin de reiniging 10 wordt uitgevoerd zijn bij voorkeur de langste periodes, zodat de melkdieren weinig hinder ondervinden van de reiniging van de melkplaats. Wanneer er meer dalperiodes zijn die in aanmerking komen voor reiniging, dan kunnen andere parameters mede bepalend zijn voor het uitkiezen van die dalperiodes waarop 15 reiniging plaatsvindt. Bij voorkeur worden die dalperiodes uitgekozen die in periodes van goedkope stroom, zoals nacht-stroom, vallen.
_ In Jiet geval dat bepaalde onderdelen van de melk-plaats bij een geringere temperatuur kunnen worden gereinigd 20 dan wel afgespoeld, kan door correcte sturing ervoor worden gezorgd dat deze onderdelen op het moment van het bereiken van die temperatuur gereinigd dan wel afgespoeld worden.
Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de bovenbeschreven uitvoeringsvormen, maar dat 25 binnen de omvang van de conclusies tal van wijzigingen mogelijk zijn. Zo kan een drooginrichting zijn voorzien voor het drogen van het uitwendige van de melkplaats na afspoelen. Dit laatste is in het bijzonder voordelig wanneer ook de bedie-ningsruimte van de melkrobot dient te worden gereinigd. Ver-30 der kan een additievenorgaan voor het toevoegen van additieven aan het reinigingsschuim en/of de afspoelvloeistof zijn voorzien, zodat voor een bepaalde reiniging een bepaald additief kan worden gebruikt. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan vuiloplossers, weekmiddelen, desinfectiemiddelen en der-35 gelijke. Toevoeging van additieven vindt bij voorkeur automa- t 0? 093 4 12 tisch plaats. Zo kan bijvoorbeeld na een bepaald aantal normale reinigingen telkens een reiniging plaatsvinden met een bepaald additief. Verder kan het additievenorgaan worden bestuurd met behulp van gegevens van de dieridentificatiein-5 richting, zodat het mogelijk is om na een bezoek van een bepaald dier aan de melkplaats de melkplaats specifiek te reinigen. Verder zal het duidelijk zijn dat er bij voorkeur een computer aanwezig is die de functies van de reinigingsinrich-ting stuurt aan de hand van verkregen gegevens. Aanvullend 10 kan zijn voorzien in een activeringsschakelaar voor het handmatig activeren van de reinigingsinrichting, waarbij voor de reiniging zelf geen handelingen meer verricht hoeven te worden. Hoewel de uitvinding is beschreven aan de hand van een spoelinrichting voor het met behulp van spoelvloeistof reini-15 gen van het inwendige van de melkrobot 2, welke spoelinrichting tevens wordt gebruikt voor de schuimreiniging en de af-spoelreiniging van het uitwendige van althans een deel van de melkplaats, kunnen hiervoor natuurlijk ook afzonderlijke inrichtingen worden gebruikt.
1020934
Claims (26)
1. Reinigingsinrichting voor het reinigen van het uitwendige van althans een deel van een melkplaats, waarbij de 5 melkplaats een melkrobot en een bodem waarop een te melken dier kan staan omvat, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting is voorzien van een bron van reinigingsschuim.
2. Reinigingsinrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een automatische reini- ïo gingsinrichting is.
3. Reinigingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een middel bevat voor het onder druk brengen van het reinigingsschuim.
4. Reinigingsinrichting volgens conclusie 3, met het 15 kenmerk, dat het middel een pomp bevat.
5. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een ____mondstuk bevat dat in een vaste positie ten opzichte van de __ melkplaats is geplaatst.
6. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies 1 tot en met 4, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een mondstuk bevat dat beweegbaar ten opzichte van de melkplaats is aangebracht.
7. Reinigingsinrichting volgens conclusie 6, met het 25 kenmerk, dat het mondstuk op een rail is bevestigd.
8. Reinigingsinrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat het mondstuk op een robotarm is bevestigd.
9. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting is 30 voorzien van inhoudmeetmiddelen voor het meten van de inhoud van de bron van reinigingsschuim.
10. Reinigingsinrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de inhoudmeetmiddelen een stuur- respectievelijk indicatiesignaal afgeven. i n ' :· % &
11. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting is voorzien van een aanwezigheidsdetectie-inrichting voor het detecteren van de aanwezigheid van een dier in de melkplaats, 5 waarbij de aanwezigheidsdetectie-inrichting bij detectie van een dier in de melkplaats een signaal aan de reinigingsinrichting afgeeft, welk signaal werking van de reinigingsin richting stopt respectievelijk verhindert.
12. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande ïo conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting is voorzien van een reinheidsdetectie-inrichting voor het detecteren van de reinheid van de melkplaats, waarbij de reinigingsinrichting met behulp van gegevens van de reinheidsdetectie-inrichting wordt bestuurd, is
13. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een afsluitmiddel bevat voor het afsluiten van de toegang tot de melkplaats bij werking van de reinigingsinrichting.
14. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande 20 conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting een afspoelinrichting bevat voor het afspoelen van het uitwendige van de melkplaats na schuimreiniging.
15. Reinigingsinrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de reinigingsinrichting is 25 voorzien van een additievenorgaan voor het toevoegen van additieven aan het reinigingsschuim.
16. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van een reini-gingsstartorgaan voor het doen starten van de reiniging.
17. Inrichting volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van die een geheugen bevat, waarbij de computer geschikt is voor het in het geheugen opslaan van de tijdstippen van de bezoeken van de dieren aan de melkmachine, en dat het reinigingsstartorgaan geactiveerd 35 wordt door een reinigingsstartsignaal afgegeven door de compu- 1020934_ ter, gebaseerd op in het geheugen opgeslagen historische gegevens met betrekking tot de tijdstippen van de bezoeken van de dieren.
18. Inrichting volgens conclusie 16 of 17, met het ken-5 merk, dat de inrichting is voorzien van een identificatiesysteem voor het bepalen van de identiteit van dieren en het detecteren dat dieren de melkplaats bezoeken, waarbij de computer met behulp van gegevens van het identificatiesysteem de tijdstippen van de bezoeken van de dieren in het geheugen op- io slaat.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de computer een analyse-eenheid omvat voor het bepalen van de dalperiodes in het bezoek aan de melkplaats.
20. Inrichting volgens conclusie 17, 18 of 19, met het 15 kenmerk, dat in het geheugen van de computer de gemiddelde reinigingsduur is opgeslagen.
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, ____ dat de computer_.me.t- behulp- van de historische -gegevens- een ·- - dalsignaal afgeeft aangevende dat binnen een vooraf bepaalde 20 periode een dalperiode wordt verwacht.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de computer bij het bereiken van het begin van een dalperiode met een verwachte duur die ten minste vergelijkbaar is met de gemiddelde reinigingsduur een activeringssignaal voor 25 het reinigingsstartorgaan afgeeft.
23. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies 17 tot en met 22, met het kenmerk, dat de computer het reinigingsstartorgaan drie keer per dag activeert.
24. Werkwijze voor het reinigen van het uitwendige van 30 althans een deel van een melkplaats, waarbij de melkplaats een melkrobot en een bodem waarop een te melken dier kan staan omvat, met het kenmerk, dat de werkwijze de stap van het aanbrengen van een reinigingsschuim op althans het deel van de melkplaats omvat. 1020934_
25. Werkwijze volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het reinigingsschuim althans op het onderste deel van de melkrobot wordt aangebracht.
26. Werkwijze volgens conclusie 24 of 25, met het ken-5 merk, dat de werkwijze de stap bevat van het bepalen van dal- periodes in het bezoek aan de melkplaats, waarbij het reinigen van althans het deel van de melkplaats althans gedeeltelijk tijdens een dalperiode plaatsvindt.
Priority Applications (5)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020934A NL1020934C2 (nl) | 2002-06-25 | 2002-06-25 | Reinigingsinrichting. |
DK03076157T DK1374670T3 (da) | 2002-06-25 | 2003-04-22 | Rengöringsindretning |
DE60314334T DE60314334T2 (de) | 2002-06-25 | 2003-04-22 | Reinigungsvorrichtung |
EP03076157A EP1374670B1 (en) | 2002-06-25 | 2003-04-22 | A cleaning device |
US10/604,066 US20040103846A1 (en) | 2002-06-25 | 2003-06-25 | A cleaning device |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL1020934 | 2002-06-25 | ||
NL1020934A NL1020934C2 (nl) | 2002-06-25 | 2002-06-25 | Reinigingsinrichting. |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL1020934C2 true NL1020934C2 (nl) | 2003-12-30 |
Family
ID=29717740
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL1020934A NL1020934C2 (nl) | 2002-06-25 | 2002-06-25 | Reinigingsinrichting. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US20040103846A1 (nl) |
EP (1) | EP1374670B1 (nl) |
DE (1) | DE60314334T2 (nl) |
DK (1) | DK1374670T3 (nl) |
NL (1) | NL1020934C2 (nl) |
Families Citing this family (30)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE102004042658A1 (de) * | 2004-09-03 | 2006-03-09 | Westfaliasurge Gmbh | Automatische Gemelksabtrennung |
NL1030703C2 (nl) | 2005-12-19 | 2007-06-20 | Lely Entpr Ag | Werkwijze en inrichting voor het melken van een dier. |
NL1032435C2 (nl) | 2006-09-05 | 2008-03-06 | Maasland Nv | Inrichting voor het automatisch melken van een melkdier. |
EP1913811B1 (en) * | 2006-10-18 | 2014-02-26 | DeLaval Holding AB | Cleaning within a milking system |
US9161511B2 (en) | 2010-07-06 | 2015-10-20 | Technologies Holdings Corp. | Automated rotary milking system |
US9149018B2 (en) | 2010-08-31 | 2015-10-06 | Technologies Holdings Corp. | System and method for determining whether to operate a robot in conjunction with a rotary milking platform based on detection of a milking claw |
US10111401B2 (en) | 2010-08-31 | 2018-10-30 | Technologies Holdings Corp. | System and method for determining whether to operate a robot in conjunction with a rotary parlor |
US8707905B2 (en) | 2010-08-31 | 2014-04-29 | Technologies Holdings Corp. | Automated system for applying disinfectant to the teats of dairy livestock |
US8800487B2 (en) | 2010-08-31 | 2014-08-12 | Technologies Holdings Corp. | System and method for controlling the position of a robot carriage based on the position of a milking stall of an adjacent rotary milking platform |
US10357015B2 (en) | 2011-04-28 | 2019-07-23 | Technologies Holdings Corp. | Robotic arm with double grabber and method of operation |
WO2012149099A1 (en) * | 2011-04-28 | 2012-11-01 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with robotic attacher |
US9161512B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-10-20 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with robotic attacher comprising an arm that pivots, rotates, and grips |
US9265227B2 (en) | 2011-04-28 | 2016-02-23 | Technologies Holdings Corp. | System and method for improved attachment of a cup to a dairy animal |
US9107378B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-08-18 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with robotic attacher |
US8746176B2 (en) | 2011-04-28 | 2014-06-10 | Technologies Holdings Corp. | System and method of attaching a cup to a dairy animal according to a sequence |
US9258975B2 (en) | 2011-04-28 | 2016-02-16 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with robotic attacher and vision system |
US9049843B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-06-09 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with a robotic attacher having a three-dimensional range of motion |
US9058657B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-06-16 | Technologies Holdings Corp. | System and method for filtering data captured by a 3D camera |
US8671885B2 (en) | 2011-04-28 | 2014-03-18 | Technologies Holdings Corp. | Vision system for robotic attacher |
US9357744B2 (en) | 2011-04-28 | 2016-06-07 | Technologies Holdings Corp. | Cleaning system for a milking box stall |
US10127446B2 (en) | 2011-04-28 | 2018-11-13 | Technologies Holdings Corp. | System and method for filtering data captured by a 2D camera |
US9215861B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-12-22 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with robotic attacher and backplane for tracking movements of a dairy animal |
US9043988B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-06-02 | Technologies Holdings Corp. | Milking box with storage area for teat cups |
US8885891B2 (en) | 2011-04-28 | 2014-11-11 | Technologies Holdings Corp. | System and method for analyzing data captured by a three-dimensional camera |
US8683946B2 (en) | 2011-04-28 | 2014-04-01 | Technologies Holdings Corp. | System and method of attaching cups to a dairy animal |
US9107379B2 (en) | 2011-04-28 | 2015-08-18 | Technologies Holdings Corp. | Arrangement of milking box stalls |
US9681634B2 (en) | 2011-04-28 | 2017-06-20 | Technologies Holdings Corp. | System and method to determine a teat position using edge detection in rear images of a livestock from two cameras |
US8903129B2 (en) | 2011-04-28 | 2014-12-02 | Technologies Holdings Corp. | System and method for filtering data captured by a 2D camera |
WO2019079981A1 (zh) * | 2017-10-25 | 2019-05-02 | 深圳前海小有技术有限公司 | 安全杀菌控制方法、表面消毒杀菌装置及存储介质 |
US10653102B2 (en) * | 2018-01-31 | 2020-05-19 | Technologies Holdings Corp. | Robotic arm |
Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4685422A (en) * | 1983-12-30 | 1987-08-11 | Gascoigne-Melotte B.V. | Automatic application of teat cups |
EP0270165A1 (en) * | 1986-11-19 | 1988-06-08 | Prolion B.V. | Movable accomodation or container in which is arranged apparatus for automatic milking of an animal |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3501328C1 (de) * | 1985-01-17 | 1986-07-31 | Westfalia Separator Ag, 4740 Oelde | Vorrichtung zum Reinigen einer Melkanlage |
US5195455A (en) * | 1989-02-21 | 1993-03-23 | C. Van Der Lely N.V. | Arrangement for keeping dairy animals clean |
NL1009663C2 (nl) * | 1998-07-06 | 2000-01-10 | Maasland Nv | Werkwijze en inrichting voor het desinfecteren van een melkinstallatie en/of een reinigingsinrichting voor de spenen van een dier. |
SE517179C2 (sv) * | 1998-07-24 | 2002-04-23 | Alfa Laval Agri Ab | Anordning och förfarande för att fastställa en plats för ett djurrelaterat organ |
NL1017338C2 (nl) * | 2001-02-12 | 2002-08-13 | Lely Entpr Ag | Reinigingsinrichting. |
US6481371B1 (en) * | 2001-06-13 | 2002-11-19 | Dec International, Inc. | Gutter and flushing system for milking parlors |
-
2002
- 2002-06-25 NL NL1020934A patent/NL1020934C2/nl not_active IP Right Cessation
-
2003
- 2003-04-22 DK DK03076157T patent/DK1374670T3/da active
- 2003-04-22 DE DE60314334T patent/DE60314334T2/de not_active Expired - Lifetime
- 2003-04-22 EP EP03076157A patent/EP1374670B1/en not_active Revoked
- 2003-06-25 US US10/604,066 patent/US20040103846A1/en not_active Abandoned
Patent Citations (2)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US4685422A (en) * | 1983-12-30 | 1987-08-11 | Gascoigne-Melotte B.V. | Automatic application of teat cups |
EP0270165A1 (en) * | 1986-11-19 | 1988-06-08 | Prolion B.V. | Movable accomodation or container in which is arranged apparatus for automatic milking of an animal |
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE60314334T2 (de) | 2008-02-07 |
EP1374670B1 (en) | 2007-06-13 |
US20040103846A1 (en) | 2004-06-03 |
DK1374670T3 (da) | 2007-10-15 |
EP1374670A1 (en) | 2004-01-02 |
DE60314334D1 (de) | 2007-07-26 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1020934C2 (nl) | Reinigingsinrichting. | |
NL1017338C2 (nl) | Reinigingsinrichting. | |
US4088145A (en) | Tandem rack dishwashing machine | |
US5762020A (en) | Implement for milking animals | |
US3793988A (en) | Animal toilet | |
US6079359A (en) | Implement for automatically milking animals | |
NL2012793B1 (nl) | Melksysteem. | |
NL9401937A (nl) | Werkwijze voor het automatisch melken van dieren en inrichting waarin deze werkwijze kan worden toegepast. | |
JP3653100B2 (ja) | 動物搾乳装置 | |
NL1035972C (nl) | Inrichting voor het melken van dieren. | |
NL8901339A (nl) | Afvoersysteem voor melk en een automatisch melksysteem voorzien van een dergelijk afvoersysteem. | |
US20220104681A1 (en) | Dishwasher for cleaning items in the shape of drinking vessels and counter module with such a dishwasher | |
US20010027800A1 (en) | Cleaning system for a washer | |
NL1017918C2 (nl) | Inrichting en werkwijze voor het reinigen van een melkmachine en melkmachine. | |
NL2012792B1 (nl) | Melkinrichting. | |
NL9500347A (nl) | Constructie met een inrichting voor het melken van dieren en werkwijze voor het reinigen van melkbekers. | |
US20190098865A1 (en) | Double tank milk supply system for providing a continuous supply of milk or milk products | |
EP1287738A2 (en) | Method and device for storing and transporting milk and milk tank. | |
JP2002233262A (ja) | 搾乳器械及びその洗浄装置・方法 | |
NL9300917A (nl) | Inrichting voor het melken van dieren. | |
WO1999031970A1 (en) | An animal related apparatus | |
NL1017561C2 (nl) | Melkrobot voorzien van een ontsmettingsbak. | |
GB2581986A (en) | Animal footbath apparatus | |
WO2007137579A2 (en) | Automatic cleaning of milk cans | |
NL1010827C2 (nl) | Werkwijze en inrichting voor het melken van dieren. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
PD2B | A search report has been drawn up | ||
V1 | Lapsed because of non-payment of the annual fee |
Effective date: 20130101 |