NL8302322A - SOIL TILLER, IN PARTICULAR FOR THE PREPARATION OF A SEEDBED. - Google Patents

Description

,Μ~ ί * C. van der Lely N.V., Maasland, * ~ Ί * C. van der Lely N.V., Maasland

Grondbewerkingsmachine^in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.Soil cultivation machine, in particular for the preparation of a seed bed.

De uitvinding heeft betrekking op een grond-bewerkingsmachine in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed, voorzien van een gestel met aankoppelmiddelen voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van een 5 trekker en motorisch aangedreven bewerkingsorganen die naast . elkaar in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn gelegen.The invention relates to a soil cultivating machine, in particular for the preparation of a seed bed, provided with a frame with coupling means for coupling to the three-point lifting device of a tractor and motor-driven cultivating members. are located in a row extending transversely to the direction of travel of the machine.

Bij grondbewerkingsmachines van deze soort vindt meestal een ondersteuning aan de achterzijde plaats 10 door middel van een rol waarmede men tevens de werkdiepte van de bewerkingsorganen kan instellen. Bij deze machines rust de rol praktisch steeds met een bepaalde, weinig in grootte wisselende, druk op de grond zodat een bepaalde verdichting van de door de bewerkingsorganen bewerkte aarde 15 wordt verkregen.In soil tillage machines of this type, rear support is usually provided by means of a roller with which the working depth of the working members can also be adjusted. In these machines, the roller practically always rests with a certain pressure, which varies little in size, on the ground, so that a certain compaction of the soil worked by the working members is obtained.

Zoals in de praktijk is gebleken kan het echter gewenst zijn de verdichting van de bewerkte aarde te laten variëren in verband met de zaaibedden die men voor verschillende gewassen wil bereiden.However, as has been found in practice, it may be desirable to vary the compaction of the cultivated soil in connection with the seed beds that are to be prepared for different crops.

20 De uitvinding beoogt nu een constructie met behulp waarvan men een dergelijke wijziging van de druk en daarmee verschillende verdichtingen van de bewerkte aarde kan teweegbrengen.The object of the invention is now a construction by means of which such a change in the pressure and thus different compactions of the cultivated earth can be effected.

Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat 25 zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de rij bewerkingsorganen een rol is aangebracht terwijl middelen aanwezig zijn met behulp waarvan tijdens het bedrijf de druk op de respectieve rollen kan worden gewijzigd.According to the invention this is achieved in that a roller is arranged both on the front and on the back of the row of processing members, while means are present by means of which the pressure on the respective rollers can be changed during operation.

Met behulp van deze voorziening kan men naar keuze 30 meer of minder druk op de achterste rol overbrengen en aldus de verdichtingsgraad van de door de bewerkingsorganen verwerkte aarde wijzigen.With the aid of this provision, it is possible to transmit, more or less, pressure to the rear roller, and thus change the degree of compaction of the soil processed by the working members.

Een tweede facet van de uitvinding betreft een achter de rij bewerkingsorganen die om een althans nagenoeg 35 verticale as draaibaar zijn ondersteund en vóór de 3302322 2 achterste rol gelegen opvangorgaan dat in een onwerkzame stand brengbaar is.A second facet of the invention relates to a support member which is rotatably supported about an approximately vertical axis behind the row of working members and which is arranged in an inoperative position in front of the rear roller 3302322.

Bij gebruik van het opvangorgaan wordt door de bewerkingsorganen althans horizontaal en waaiervormig naar 5 achteren verplaatste aarde door het opvan—gorgaan verder verkruimeld en homogeen zijwaarts verdeeld waarna deze aarde in een uniforme laag aan de achtergelegen rol kan worden toegevoerd. Wil men echter het opvangorgaan niet gebruiken bijv. indien de structuur van de grond dit niet 10 vereist of indien veel harde voorwerpen die de bewerkingsorganen of het opvangorgaan zouden kunnen beschadigen aanwezig zijn, dan kan men het opvangorgaan zonder dit van de machine af te nemen op simpele wijze buiten bedrijf stellen.When the receiving member is used, soil is crumbled at least horizontally and fan-shaped backwards by the working members by the receiving member and crumbled homogeneously laterally, after which this soil can be supplied in a uniform layer to the rear roller. However, if one does not want to use the collecting member, eg if the structure of the soil does not require this or if many hard objects that could damage the working members or the collecting member are present, the collecting member can be removed without removing it from the machine. decommissioning in a simple manner.

Een verder facet van de uitvinding betreft de aanwezigheid van een verend mechanisme voor het opvangorgaan tegen de werking waarvan het opvangorgaan in een van de bewerkingsorganen afgekeerde richting kan uitwijken en welk verend mechanisme tevens een naar voren uitwijken van een voor de bewerkingsorganen gelegen 20 afscherming voorkomt. Met behulp van deze voorziening kan men met een minimum aan materiaal een zeer effectieve bewegingsbegrenzing van beide organen verkrijgen.A further aspect of the invention relates to the presence of a resilient mechanism for the receiving member against the action of which the receiving member can deflect in a direction away from the processing members and which resilient mechanism also prevents a forward deflection of a covering located in front of the processing members. With the aid of this provision, a very effective limitation of movement of both organs can be obtained with a minimum of material.

Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding nader uiteen worden 25 gezet.The invention will be explained in more detail with reference to an exemplary embodiment shown in the drawing.

Fig. 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings-· machine weer voorzien van een constructie volgens de uitvinding,Fig. 1 is a plan view of a soil tillage machine provided with a construction according to the invention,

Fig. 2 geeft een zijaanzicht van de in fig. 1 af-30 geheelde inrichting weer,Fig. 2 is a side view of the device healed in FIG. 1 -30,

Fig. 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn III - III in fig. 1 terwijlFig. 3 is an enlarged view taken on the line III - III in FIG. 1 while

Fig. 4 op grotere schaal een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV - IV in fig. 1.Fig. 4 is a larger-scale view taken on the line IV - IV in FIG. 1.

35 De in de figuren weergegeven inrichting is een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder een machine voor de bereiding van een zaaibed. De machine omvat een zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkend kokervormig 8302322 t # % 3 gesteldeel 1. In het gesteldeel 1 zijn op onderling gelijke afstand van bij voorkeur 25 cm, zich in opwaartse, bij voorkeur verticale, richting uitstrekkende assen 2 van bewerkingsorganen 3 gelegerd. De bewerkingsorganen 3 5 zijn elk voorzien van een althans nagenoeg horizontale drager 4 die op het aan de onderzijde uit het gesteldeel 1 stekende einde van een as 2 is aangebracht. De drager 4 is aan de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. De 10 einden van het gesteldeel 1 zijn afgesloten door zich in opwaartse en in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende platen 6. Aan elk van de platen 6 die zich tot boven het gesteldeel 1 uitstrekken is nabij de voorzijde een tap 7 aangebracht waarom een zich langs de binnenzijde van 15 de plaat naar achteren uitstrekkende arm 8 verzwenkbaar is.The device shown in the figures is a soil cultivation machine, in particular a machine for preparing a seed bed. The machine comprises a tubular 8302322 t #% 3 frame section 1 extending transversely to the direction of travel A. In frame section 1 there are mutually equidistant distances of preferably 25 cm, extending in upward, preferably vertical, axes 2 of working members 3 encamped. The processing members 35 are each provided with an at least substantially horizontal support 4 which is arranged on the end of a shaft 2 protruding from the frame part 1 at the bottom. The carrier 4 is provided at its ends with downwardly extending machining elements 5 in the form of teeth. The ends of the frame part 1 are closed by plates 6 extending in upward and in the direction of advancement A. Each of the plates 6 extending above the frame part 1 is provided with a stud 7 near the front, why one extends along the inside. arm 8 extending backwards from the plate is pivotable.

Elk van de armen 8 voor de rol 12 is nabij de achterzijde .van de plaat 6 voorzien van een schroefspindel 8A die aan de achterzijde van het gestel is ondersteund, 20 een en ander zodanig dat met behulp van de schroefspindel de stand van de rol ten opzichte van het gesteldeel kan worden gewijzigd. Aan de buitenzijde van elke arm 8 is een door een plaat 8B gevormde arreteerinrichting aanwezig met behulp waarvan de rol in de met behulp van de schroefspindel 25 8A ingestelde stand, kan worden gearreteerd. Elke arm 8 is nabij de achterzijde van de plaat 6 voorzien van een zich schuin naar beneden uitstrekkend deel dat overgaat in een gedeelte dat althans nagenoeg horizontaal is gelegen.Each of the arms 8 for the roller 12 is provided, near the rear side of the plate 6, with a screw spindle 8A which is supported on the rear side of the frame, such that the position of the roller is fixed with the aid of the screw spindle. can be changed from the frame. On the outside of each arm 8 there is a detent device formed by a plate 8B, with the aid of which the roller can be locked in the position adjusted by means of the screw spindle 8A. Near the rear side of the plate 6, each arm 8 is provided with an obliquely downwardly extending part which merges into a part which is at least substantially horizontal.

Aan het betreffende gedeelte is door middel van bouten 30 een zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende steun 9 aangebracht. Tussen de ondereinden van de steunen 9 is door middel van legers die in legerhuizen 10 zijn ondergebracht en een as 11 , een rol Vrij draaibaar aangebracht.A support 9 extending obliquely downwards and backwards is arranged on the relevant part by means of bolts 30. Between the lower ends of the supports 9, a roller is freely rotatable by means of armies housed in army houses 10 and a shaft 11.

35 Zoals uit figuur 2 blijkt zijn de legerhuizen 10 elk door middel van vier bouten 13 ten opzichte van de steun 9 vastgezet. De rol 12 is uitgevoerd als een pakker-rol, echter kan deze rol ook een andere uitvoering hebben 8302322 4 « * 1 * bijvoorbeeld zijn voorzien van langselementen in de vorm van staven of'pijpen. De rol 12 omvat een cilinder-vormig deel 14 dat aan de omtrek is voorzien van groepen plaatvormige tanden 15 die op gelijke afstand van elkaar zijn 5 aangebracht. De tanden 15 hebben een zijde die althans nagenoeg tangentiaal verloopt, een en ander zodanig, dat de radiale zijde tijdens het bedrijf voldoende weerstand oproept om de rol tijdens de voortbeweging van de machine door zijn aanraking met de grond een althans nagenoeg 10 constante draaiing te geven. Aan de achterzijde van de rol 12 zijn tot tussen de respectieve groepen tanden 15 afstrij-kers 16 aanwezig, die zijn aangebracht aan een gemeenschappelijke drager 17. De einden van de drager 17 zijn bevestigd aan platen 18 die zich althans nagenoeg 15 evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A en in opwaartse richting uitstrekken. De voorzijde van elk van de platen 18 is verzwenkbaar aangebracht om de respectieve assen 11 van de rol 12, waarbij zij zich bevinden tussen een steun 9 en het legerhuis 10. De stand van de platen 18 ten opzichte 20 van de steun 9 kan door middel van de bouten 13 voor het legerhuis 10 worden versteld doordat twee stellen van in totaal vier gaten 19 aanwezig zijn.As can be seen from figure 2, the bearing housings 10 are each fixed with respect to the support 9 by means of four bolts 13. The roller 12 is designed as a packer roller, but this roller can also have a different design. 8302322 4 * 1 *, for example, are provided with longitudinal elements in the form of rods or pipes. The roller 12 comprises a cylindrical part 14 which is provided on the periphery with groups of plate-shaped teeth 15 which are equidistant from each other. The tines 15 have a side which is at least substantially tangential, such that the radial side generates sufficient resistance during operation to give the roller a substantially constant rotation during contact with the ground during contact with the ground. . At the rear of the roller 12, up to between the respective groups of teeth 15, scrapers 16 are provided, which are arranged on a common support 17. The ends of the support 17 are attached to plates 18 which are at least substantially parallel to the direction of travel A and extend upwards. The front of each of the plates 18 is pivotally disposed about the respective axes 11 of the roller 12, being located between a support 9 and the bearing housing 10. The position of the plates 18 relative to the support 9 can be adjusted by means of of the bolts 13 for the bearing house 10 are adjusted in that two sets of a total of four holes 19 are present.

De in de figuur weergegeven stand van de drager is de laagste; de andere stand is hoger en kan worden gebruikt 25 indien men de machine combineert met een zaaimachine, daar hierdoor ruimte ontstaat voor de zaaischoenen. De afstrijkers 16 zijn door middel van bouten 20 tussen twee tot de drager 17 behorende delen 21 geklemd, waarvan er zich een boven en een onder de afstrijkers bevindt.The position of the carrier shown in the figure is the lowest; the other position is higher and can be used if the machine is combined with a seed drill, as this creates space for the seed shoes. The scrapers 16 are clamped by means of bolts 20 between two parts 21 belonging to the carrier 17, one of which is located above and one below the scrapers.

30 Aan de achterzijde van de drager 17 is een schoor 22 ter versteviging van de drager aangebracht, welke schoor beugelvormig is en nabij zijn einden en zijn midden met het onderste deel van de drager is verbonden. De afstrijkers 16 zijn plaatvormig en hebben in bovenaanzicht een recht-35 hoekige vorm. Elk van de afstrijkers 16 heeft een zich althans nagenoeg in horizontale richting uitstrekkend ingeklemd deel dat een recht verloop heeft en overgaat in een naar voren gericht gedeelte dat vanaf de drager 17 aanvankelijk schuin naar beneden verloopt en vervolgens overgaat in een gedeelte 3302322 * 4 5 dat tot het cilindervormig deel 14 van de rol 12 reikt en dat zich in althans nagenoeg horizontale richting ten opzichte van de draaiingsas van de rol uitstrekt (fig. 2).At the rear of the carrier 17 a brace 22 is provided for reinforcing the carrier, which brace is bracket-shaped and is connected to the lower part of the carrier near its ends and its center. The scrapers 16 are plate-shaped and have a rectangular shape in top view. Each of the scrapers 16 has an at least substantially horizontally extending clamped portion that is straight and transitions into a forward-facing portion that initially slopes downward from the carrier 17 and then merges into a portion 3302322 * 4 until the cylindrical part 14 of the roller 12 extends and that extends in at least a horizontal direction relative to the axis of rotation of the roller (fig. 2).

De afstrijkers 16 kunnen door verschuiving in hun langs-5 richting worden versteld. Nabij de einden van het gestel-deel 1 zijn door middel van armen 23 om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbare platen 24 aangebracht die elk met een buitenste bewerkings-orgaan 3 kunnen samenwerken en tijdens het bedrijf een 10 stand innemen zoals in fig. 1 is weergegeven. Nabij de voorzijde van het gesteldeel 1 bevindt zich ter hoogte van de dragers 4 voor de bewerkingselementen 5 van de bewerkingsorganen 3 een zich over de gehele lengte van het gesteldeel uitstrekkende afscherming 25 die wordt gevormd 15 door een hoekijzer. Het hoekijzer is zodanig aangebracht dat een onderste been zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekt en een bovenste been schuin naar boven en naar achteren is gericht. De afscherming 25 wordt gedragen door armen 26 die verzwenkbaar zijn aangebracht 20 tussen paren op afstand van elkaar gelegen lippen 27 die aan de voorzijde op de bovenzijde van het gesteldeel zijn bevestigd. Aan de achterzijde zijn ter hoogte van elk vanaf een einde van het gesteldeel 1 gerekend derde bewerkingsorgaan 3 opwaarts gerichte steunen 38 aangebracht.The scrapers 16 can be adjusted in their longitudinal direction by sliding. Near the ends of the frame part 1 are provided by means of arms 23 about a shaft 24 extending in the direction of advancement A, which plates are pivotable each of which can cooperate with an outer processing member 3 and assume a position during operation as shown in fig. 1 is displayed. Near the front side of the frame part 1, at the level of the carriers 4 for the working elements 5 of the working members 3, there is a screen 25 extending over the entire length of the frame part, which is formed by an angle iron. The angle iron is arranged so that a bottom leg extends obliquely down and back and an upper leg is obliquely up and back. The shield 25 is carried by arms 26 which are pivotally mounted between pairs of spaced-apart lips 27 mounted on the top of the frame at the front. At the rear, at the level of each third processing member 3, counted from one end of the frame part 1, upwardly directed supports 38 are provided.

25 De steunen 28 zijn nabij de bovenzijde elk voorzien van een paar zich naar achteren uitstrekkende lippen 29. Tussen een paar lippen 29 is telkens een draagarm 30 aangebracht die zich naar beneden uitstrekt. Elke draagarm 30 is door middel van een pen 31 die door één van een aantal 30 boven elkaar gelegen in de drager aangebrachte gaten 32 en een gat in de lippen 29 kan worden gestoken in meerdere standen ten opzichte van het gesteldeel verzwenkbaar aanbrengbaar. De ondereinden van de draagarmen 30 zijn bevestigd aan een althans nagenoeg horizontale drager 33.The supports 28 are each provided near the top side with a pair of rearwardly extending lips 29. Between each pair of lips 29 a carrying arm 30 is arranged which extends downwards. Each support arm 30 can be pivotally mounted in several positions relative to the frame part by means of a pin 31 which can be inserted through one of a number of holes 32 arranged one above the other in the carrier and a hole in the lips 29. The lower ends of the support arms 30 are attached to an at least substantially horizontal support 33.

35 De drager 33 strekt zich althans nagenoeg evenwijdig uit aan een vertikaal vlak door de draaiingsassen van de bewerkingsorganen 3 en in de nabijheid hiervan is gelegen.The carrier 33 extends at least substantially parallel to a vertical plane through the rotary axes of the working members 3 and is located in the vicinity thereof.

De drager 33 is voorzien van op gelijke afstand van elkaar aangebrachte, door middel van bouten 34 bevestigde 8302322 6 , * * tanden 35, die bij voorkeur, een ronde dwarsdoorsnede hebben en individueel in hoogterichting verstelbaar zijn.The carrier 33 is provided with equally spaced 8302322 6, * teeth 35 mounted by bolts 34, which preferably have a round cross-section and are individually height-adjustable.

Zoals uit figuur3 blijkt verlopen de tanden 35 vanaf de drager 33 aanvankelijk althans nagenoeg recht naar 5 beneden om vervolgens via een vloeiend verloop naar achteren te zijn afgebogen. In de afgeheelde werkstand hebben de tanden 35 hun grootste werkzame lengte en zijn zij met de einden juist boven de onderzijde van de rol 12 gelegen. De drager 33 en de tanden 35 vormen een opvang-10 orgaan 36 waarvan de werking later zal worden besproken.As can be seen from Figure 3, the teeth 35 initially run from the carrier 33 at least substantially straight downwards and are subsequently bent backwards via a smooth course. In the tilted-up working position, the teeth 35 have their greatest effective length and are located with the ends just above the underside of the roller 12. The carrier 33 and the teeth 35 form a receiving member 36, the operation of which will be discussed later.

Ter hoogte van de lippen 27 voor de armen 26 van de afscherming 25 aan de voorzijde van het gesteldeel 1 is de drager 33 voorzien van een zich naar boven uitstrekkend hoekijzer 37 waarvan een been zich dwars op de voortbewegingsrichting 15 A en het andere been aan de zijde van de draagarm 30 naar achteren is gericht. Het hoekijzer 37 is voorzien van een rij boven elkaar gelegen gaten 38, in een waarvan een einde gebracht kan worden van een tot een verend mechanisme behorende trekveer 39 . Het andere einde van de 20 veer 39 is gehaakt in een oor dat is bevestigd op de arm 26 voor de afscherming 25 (fig. 1).At the level of the lips 27 for the arms 26 of the shield 25 at the front of the frame part 1, the carrier 33 is provided with an upwardly extending angle iron 37, one leg of which extends transversely to the direction of movement 15A and the other leg at the side of the control arm 30 is directed backwards. The angle iron 37 is provided with a row of holes 38 situated one above the other, in one of which an end can be inserted of a tension spring 39 belonging to a resilient mechanism. The other end of the spring 39 is hooked into an ear mounted on the arm 26 for the shield 25 (Fig. 1).

Aan de voorzijde van hét gesteldeel is nabij het midden een zich in opwaartse, bij voorkeur vertikale, richting uitstrekkende· kokervormige steun 40 losneembaar 25 aangebracht. De steun 40 heeft een hoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede. In de steun 40 is een arm 41 welke eveneens een hoekige bij voorkeur vierkante dwarsdoorsnede heeft in hoogterichting beweegbaar aangebracht.Near the center of the frame part, a tubular support 40 extending upwards, preferably vertically, in the direction of direction, is detachably mounted. The support 40 has an angular, preferably square, cross section. Arm 41, which also has an angular, preferably square cross-section, is movable in height direction in the support 40.

De arm 41 is daartoe voorzien van een rij boven elkaar 30 gelegen gaten 42 door één waarvan een pen 43 kan worden gestoken. De pen 43 is eveneens brengbaar in een corresponderend gat in de kokervormige steun 40. Het ondereinde van de arm 41 is door middel van steunplaten 44 zijwaarts verstelbaar aangebracht in de nabij het midden van een zich 35 dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekkende althans nagenoeg horizontale drager 45. De drager 45 heeft een breedte die althans nagenoeg overeenkomt met de afstand tussen de achterwielen van een algemeen gebruikelijke trekker.To that end, the arm 41 is provided with a row of holes 42 situated one above the other, through which a pin 43 can be inserted. The pin 43 is also drivable in a corresponding hole in the tubular support 40. The lower end of the arm 41 is arranged sideways by means of support plates 44 in the near center of an at least substantially horizontal support extending transversely of the direction of travel A. 45. Carrier 45 has a width at least substantially corresponding to the distance between the rear wheels of a commonly used tractor.

8302322 * « 78302322 * «7

Bij voorkeur strekt de drager 45 zich aan weerszijden van het midden van het gesteldeel 1 uit over een afstand die althans nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen de assen van de buitenste bewerkingsorganen van zes naast elkaar 5 gelegen bewerkingsorganen 3. De einden van de drager 45 zijn elk voorzien van zich naar voren en in opwaartse richting uitstrekkende platen 46. Nabij de voorzijde is tussen de platen 46 door middel van een legerhuis 47 ondergebrachte legers en een as 48 vrij draaibaar een rol 49 aangebracht.Preferably, the carrier 45 extends on either side of the center of the frame portion 1 by a distance substantially equal to the distance between the axes of the outer working members of six adjacent working members 3. The ends of the carrier 45 are each provided with plates 46 extending forwards and upwards. Near the front, bearings accommodated between the plates 46 by means of an army housing 47 and a shaft 48 are freely rotatable.

-j_q De rol 49 is bij dit uitvoeringsvoorbeeld eveneens uitgevoerd als een pakkerrol die dezelfde uitvoering heeft als de pakkerrol 12 aan de achterzijde van de rij bewerkingsorganen 3. Aan de onderzijde van de drager 45 zijn afstrijkers 16 aanwezig. Binnen het gesteldeel 1 is op elk van de assen 2 25 van de bewerkingsorganen 3 een tandwiel 50 met rechte vertanding aangebracht, een en ander zodanig dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen met elkaar in aandrijvende verbinding staan. Nabij het midden van het gesteldeel 1 is een as 2 van een.In this exemplary embodiment, the roller 49 is also designed as a packer roller which has the same design as the packer roller 12 at the rear of the row of processing members 3. Scrapers 16 are present at the bottom of the carrier 45. Within the frame part 1, a spur gear 50 with straight teeth is arranged on each of the shafts 2 of the working members 3, such that the gears on the shafts of adjacent working members are in driving connection with each other. Near the center of the frame part 1 is an axis 2 of one.

20 bewerkingsorgaan 3 naar boven verlengd. De verlenging reikt tot in een tandwielkast 51 die op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is bevestigd. Binnen de tandwielkast 51 staat de verlenging via een conische tandwieloverbrenging in aandrijvende verbinding met een zich in de voortbewegings-25 richting A uitstrekkende as die via een aan de achterzijde van de tandwielkast gelegen toerenvariator 52 in aandrijvende verbinding staat met een daarboven gelegen zich eveneens in de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende as 53 die aan de onderzijde buiten de tandwielkast uitsteekt.20 processing member 3 extended upwards. The extension extends into a gearbox 51 mounted on the top of the frame 1. Within the gearbox 51, the extension is in driving connection via a bevel gear transmission with a shaft extending in the direction of travel A, which is in driving connection via a speed variator 52 located at the rear of the gearbox with an upper part also located in the direction of travel A of the machine shaft 53 extending at the bottom outside the gearbox.

30 Het achtereinde van de as 53 reikt tot· buiten de toerenvariator 52 en vormt een aftakas voor het aandrijven van verdere werktuigen, zoals bijv. een aardappelpootmachine of een zaaimachine.The rear end of the shaft 53 extends beyond the speed variator 52 and forms a power take-off shaft for driving further implements, such as eg a potato planter or a seeder.

Het aan de voorzijde buiten de tandwielkast uit-35 stekende einde van de as 53 kan via een tussenas 54 met de aftakas van een trekker worden gekoppeld.The end of the shaft 53 protruding from the front outside the gearbox can be coupled to the PTO shaft of a tractor via an intermediate shaft 54.

Op de bovenzijde van het gesteldeel 1 is een driehoekige aankoppelbok 55 aangebracht die aan de voorzijde 8302322 8 is voorzien van aankoppelpunten voor aankoppeling van de machine aan dë driepuntshefinrichting van een trekker. Hierbij is de steun 40 voor de voorste rol 49 door middel van een dwarsbalk 50, althans nagenoeg midden tussen de opwaarts 5 gerichte benen van de bok 55 gelegen.On the top side of the frame part 1 a triangular coupling head 55 is provided, which at the front 8302322 8 is provided with coupling points for coupling the machine to the three-point lifting device of a tractor. The support 40 for the front roller 49 is herein situated by means of a cross beam 50, at least substantially midway between the upwardly directed legs of the trestle 55.

De werking van de in het voorgaande beschreven inrichting is als volgt:The operation of the device described above is as follows:

Tijdens het bedrijf rust de machine door middel van de aan de voor- en achterzijde aanwezige rol, die in 10 een bepaalde corresponderende stand ten opzichte van het gesteldeel zijn ingesteld op de grond waarbij tevens de werkdiepte van de bewerkingselementen 5 van de bewerkings-organen 3 is bepaald.During operation, the machine rests on the ground by means of the roller present at the front and rear, which are set on the ground in a certain corresponding position relative to the frame part, while the working depth of the working elements 5 of the working members 3 is also adjusted. is decided.

De machine is tijdens het bedrijf door middel van 15 de aankoppelbok 55 met de driepuntshefinrichting van een trekker verbonden en wordt tijdens de voortbeweging in een richting volgens pijl A via de tussenas 54 en de in het voor-. gaande beschreven overbrenging vanaf de aftakas van de trekker aangedreven. Hierbij draaien naast elkaar gelegen 20 bewerkingsorganen 3 in tegengestelde zin en bewerken deze bewerkingsorganen met hun bewerkingselementen 5 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond. Met behulp van de aan de voorzijde van het gestel aangebrachte rol 49 waarvan de werkbreedte praktisch overeenkomt met de afstand tussen 25 de achterwielen van een gebruikelijke trekker d.w.z.During operation, the machine is connected by means of the coupling head 55 to the three-point lifting device of a tractor and during propulsion in a direction according to arrow A via the intermediate shaft 54 and the forward one. Transmission described below is driven from the tractor PTO. Adjacent 20 working members 3 rotate in the opposite sense and these working members with their working elements 5 work at least adjacent strips of soil. With the aid of the roller 49 arranged on the front of the frame, the working width of which corresponds practically to the distance between the rear wheels of a conventional tractor, i.e.

150 - 180 cm, kan men de te bewerken grond effenen alvorens deze binnen het bereik van de bewerkingsorganen komt. Dit kan op effectieve wijze gebeuren indien de rol zoals bij het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is uitgevoerd als een 30 pakkerrol. Bij de in het .voorgaande beschreven inrichting zijn middelen aanwezig met behulp waarvan'men tijdens het bedrijf elk van de rollen een vaste stand ten opzichte van het gesteldeel 1 van de machine kan geven en naar wens meer of minder druk op de rol aan de voor- respectievelijk 35 aan de achterzijde kan brengen. Deze middelen omvatten de topstang 56 van de driepuntsbevestiging.150 - 180 cm, one can level the soil to be worked before it comes within the reach of the working members. This can be done effectively if the roll, as in the exemplary embodiment shown, is designed as a packer roll. In the apparatus described in the foregoing, means are provided by means of which each of the rollers can give a fixed position relative to the frame part 1 of the machine during operation and, if desired, more or less pressure on the roller at the front. - can bring 35 at the rear, respectively. These means include the top link 56 of the three-point mounting.

Zo kan men indien de grond geschikt moet worden gemaakt voor het poten van aardappelen de rol aan de voorzijde 8302322 9 meer belasten door de topstang te verkorten. Hierdoor drukt · de achterste rol minder op de grond waardoor het geheel losser blijft en beter geschikt voor het vormen van ruggen.For example, if the soil has to be made suitable for planting potatoes, the front roller 8302322 9 can be loaded more by shortening the top link. As a result, the rear roller presses less on the ground, so that the whole remains looser and better suited for forming ridges.

5 Zoals in de praktijk is gebleken kan men reeds bij een geringe verstelling van de topstang een aanmerkelijke drukverplaatsing verkrijgen. Indien men een zaaibed voor suikerbieten bereidt kan men door de topstang iets te verlengen meer druk op de aan de achterzijde aanwezige rol 10 uitoefenen, waardoor men de stabiliteit van het te bereiden zaaibed aanmerkelijk kan verbeteren.As has been shown in practice, considerable pressure displacement can be obtained even with a slight adjustment of the top link. If a seedbed for sugar beets is prepared, by extending the top rod a little more pressure can be exerted on the rear roller 10, so that the stability of the seedbed to be prepared can be considerably improved.

Zoals reeds vermeld maakt de verstelling van de drager 17 voor de afstrijkers 16 bij de achterste rol het mogelijk om deze drager wat omhoog te bewegen, indien men 15 de machine kombineert met een zaaimachine, zodat voldoende ruimte voor de zaaischoenen van de zaaimachine wordt verkregen. Met behulp van de trekveren 39 kan men bereiken dat de aan de voorzijde aanwezige afscherming 25, indien stenen of harde voorwerpen tussen de dragers 4 van de bewerkings-20 organen 3 en de achterzijde van de afscherming dreigen klem te raken tegen veerwerking in naar voren kan bewegen zonder dat een beweging van het opvangorgaan 36, dat zich tussen de bewerkingsorganen 3 en de achterste rol 12 bevindt, plaatsvindt. De drager 33 van het opvangorgaan 36 rust hierbij 25 door middel van de hoekijzers 37 tegen de achterzijde van het gesteldeel 1.As already mentioned, the adjustment of the carrier 17 for the scrapers 16 at the rear roller makes it possible to move this carrier somewhat upwards when the machine is combined with a seed drill, so that sufficient space for the seed shoes of the seed machine is obtained. With the aid of the extension springs 39 it can be achieved that the front cover 25, if stones or hard objects between the carriers 4 of the working members 3 and the rear side of the cover threaten to get jammed against spring action in the front. movement without movement of the receiving member 36 located between the processing members 3 and the rear roller 12. The carrier 33 of the receiving member 36 here rests by means of the angle irons 37 against the rear side of the frame part 1.

Tijdens het bedrijf wordt door de bewerkingsorganen 3, daar waar deze aan /naiÏkaar toegekeerde zijden naar achteren bewegen aarde naar achteren verplaatst die in althans 30 nagenoeg horizontale richting en waaiervormig naar achteren beweegt. Deze aarde komt hierbij in aanraking met de tanden 35 van het opvangorgaan 36 waarbij deze tanden die zich in de nabijheid van de bewerkingsorganen bevinden, een eventuele verdere verkruimeling van nog aanwezige grove delen 35 teweegbrengen en tevens de verkruimelde aarde over de gehele breedte van de machine homogeen verdelen. Hierna kan deze aarde via de aan de onderzijde enigszins naar achteren afgebogen tanden, in een laag van een bepaalde uniforme dikte 8302322 10 aan de rol 12 worden toegevoerd. Met behulp van de schroef-veren 49 die in één der boven elkaar gelegen gaten 38 in de hoekijzers 37. brengbaar zijn kanmen de veerdruk waaronder het opvangorgaan staat,· instellen en daardoor het doserend g vermogen van het opvangorgaan 36 beïnvloeden. De dikte van de aan de rol 12 toe te voegen laag kan men wijzigen door een hoogte verstelling van de tanden en/of de drager 33.During operation, the working members 3, where these opposite sides move backwards, move earth backwards, which moves back in an essentially horizontal direction and fan-shaped backwards. This earth comes into contact with the teeth 35 of the collecting member 36, whereby these teeth, which are located in the vicinity of the working members, cause any further crumbling of coarse parts 35 still present and also the crumbled earth over the entire width of the machine. distribute homogeneously. After this, this earth can be fed to the roller 12 via the teeth slightly bent backwards at the bottom, in a layer of a certain uniform thickness 8302322. With the aid of the coil springs 49 which can be inserted in one of the holes 38 located one above the other in the angle irons 37, the spring pressure under which the collecting member stands can be adjusted and thereby affecting the dosing capacity of the receiving member 36. The thickness of the layer to be added to the roller 12 can be changed by adjusting the height of the teeth and / or the carrier 33.

Veelal zal men er naar streven de einden van de tanden boven de onderzijde van de rol 12 te houden. Indien men de pen 31 in het onderste gat 32 van een arm 30 aanbrengt kan men het opvangorgaan in een onwerkzame stand brengen. Vanzelfsprekend is dit ook mogelijk door alle tanden 35 in de hoogste stand te brengen. De onwerkzame stand zal worden gebruikt indien de inzet van het opvangorgaan niet noodzakelijk is of indien veel harde voorwerpen als stenen aanwezig zijn. Aan de voorzijde van het gesteldeel 1 zijn van de einden tot de rol 49 beugels 57 aangebracht, welke beugels een bevestiging vormen.Attempts will usually be made to keep the ends of the teeth above the underside of the roller 12. If the pin 31 is placed in the bottom hole 32 of an arm 30, the receiving member can be brought into an inoperative position. Obviously, this is also possible by raising all teeth 35 to the highest position. The inactive position will be used if the use of the collecting element is not necessary or if many hard objects are present as stones. At the front of the frame part 1, brackets 57 are provided from the ends to the roller 49, which brackets form a fixing.

Het effectieve werkzame oppervlak van het opvangorgaan 2Q 36 kan men wijzigen doordat elk van de tanden 35 individueel in hoogte verplaatsbaar is. Het aan de onderzijde naar achteren gebogen deel van de tanden 35 maakt een effektieve doserende werking van de aarde mogelijk en voorkomt verstoppingen in geval· onkruid of stoppelresten aanwezig zijn 25 waardoor de werking van het orgaan ongunstig zou worden beïnvloed.The effective effective surface of the receiving member 2Q 36 can be changed in that each of the teeth 35 is individually height-adjustable. The backwardly bent part of the tines 35 allows an effective dosing action of the soil and prevents clogging in case weeds or stubble are present which would adversely affect the functioning of the organ.

De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.The invention is not limited to the above, but also concerns all details of the figures, whether or not described.

Conclusies 8302322Conclusions 8302322

Claims (20)

1. Grondbewerkingsmachine in het bijzonder voor de bewerking van een zaaibed voorzien van een gestel met aankoppel-middelen voor aankoppeling aan de driepuntsbevestiging van een trekker en motorisch aangedreven bewerkingsorganen die naast 5 elkaar in een zich dwars op de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende rij zijn gelegen, met het kenmerk, dat zowel aan de voorzijde als aan de achterzijde van de rij bewerkingsorganen een rol is aangebracht, terwijl middelen aanwezig zijn met behulp waarvan tijdens het bedrijf de druk op de respectieve 10 rollen kan worden gewijzigd.1. Soil cultivating machine, in particular for working a seed bed provided with a frame with coupling means for coupling to the three-point attachment of a tractor and motor-driven cultivating members located side by side in a row extending transversely of the direction of travel of the machine characterized in that a roller is provided both at the front and at the rear of the row of working members, while means are provided by means of which the pressure on the respective rollers can be changed during operation. 2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen een in lengte verstelbare top-stang van de driepuntsbevestiging omvatten.Soil cultivation machine according to claim 1, characterized in that the means comprise a length-adjustable top rod of the three-point attachment. 3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, 15 met het kenmerk, dat de lengte van de rollen verschilt.Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, 15, characterized in that the length of the rollers differs. 4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de rol aan de voorzijde een lengte heeft die korter is dan die van de rol aan de achterzijde.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the roller at the front has a length shorter than that of the roller at the rear. 5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de lengte van de kortste rol althans nagenoeg gelijk is aan de afstand tussen de achterwielen van elke algemeen gebruikelijke trekker.Soil cultivation machine according to claim 1 or 2, characterized in that the length of the shortest roller is at least substantially equal to the distance between the rear wheels of any commonly used tractor. 6. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 25 conclusies, met het kenmerk, dat de rollen onafhartceel ijk van elkaar ten opzichte van een de bewerkingsorganen ondersteunend gesteldeel in hoogterichting verplaatsbaar zijn.6. Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the rollers are movable in height direction independently of one another relative to a frame part supporting the cultivating members. 7. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het midden van de kortste rol 30 althans nagenoeg ter hoogte van het midden van de rij oewer-kingsorganen is gelegen.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the center of the shortest roller 30 is located at least substantially at the level of the center of the row of cultivating members. 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de kortste rol dwars op de voortbewegingsrichting van de machine verstelbaar is.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the shortest roller is adjustable transverse to the direction of travel of the machine. 9. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat beide rollen zijn uitgevoerd als een pakkerrol.Soil cultivation machine according to one of the preceding claims, characterized in that both rollers are designed as a packer roller. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met 8302322 . 12 t " het kenmerk, dat een pakkerrol is voorzien van plaatvormige afstrijkers die zijn aangebracht tussen twee een drager vormende delen.Soil cultivation machine according to claim 9, with 8302322. 12 t "characterized in that a packer roller is provided with plate-shaped scrapers which are arranged between two parts forming a carrier. 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9 of 10, 5 met het kenmerk, dat een. drager voor de afstrijkers is voorzien van armen die om assen van de rol verzwenkbaar zijn en in ten minste twee verschillende standen ten opzichte van de draai-ingsas van de rol brengbaar en vastzetbaar zijn.Soil cultivation machine according to claim 9 or 10, 5, characterized in that a. the scraper support is provided with arms which are pivotable about the roll axes and which can be brought and secured in at least two different positions relative to the rotary axis of the roll. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 11, met 10 het kenmerk, dat de fixatie van,de armen in de respectieve standen plaats vindt met behulp van bevestigingsbouten die aanwezig zijn voor het bevestigen van legerhuizen voor de assen van de rol.12. Soil cultivation machine according to claim 11, characterized in that the fixing of the arms in the respective positions takes place by means of fixing bolts which are present for fixing bearing housings for the shafts of the roller. 13. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande 15 conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen om een althans nagenoeg vertikale as draaibaar zijn ondersteund en tussen de rij bewerkingsorganen en de achterste rol een op-vangorgaan aanwezig is dat in een onwerkzame stand brengbaar is.Soil cultivation machine according to any one of the preceding claims, characterized in that the cultivating members are rotatably supported about an at least substantially vertical axis and a receiving member is present between the row of cultivating members and the rear roller which can be brought into an inoperative position. 14. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat het opvangorgaan in althans nagenoeg vertikale richting in hoogterichting verstelbaar en in meerdere standen brengbaar is.Soil cultivation machine according to claim 13, characterized in that the collecting member is adjustable in height direction in at least vertical direction and can be brought into several positions. 15. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 13 of 14, 25 met het kenmerk, dat het opvangorgaan tegen veerwerking in in een van de bewerkingsorganen afgekeerde richting verzwenkbaar is en de grootte van de veerkracht instelbaar is.Soil cultivation machine according to claim 13 or 14, 25, characterized in that the spring-loaded collecting member is pivotable in a direction remote from the cultivating members and the magnitude of the spring force is adjustable. 16. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 15. met het kenmerk, dat een verend mechanisme aanwezig is waarvan 30 het aangrijpingspunt op het opvangorgaan ten opzichte van het zwenkpunt van het opvangorgaan kan worden versteld, een en ander zodanig, dat naar wens de afstand tussen het aangrijpingspunt en het scharnierpunt kan worden gewijzigd.16. Tillage machine according to claim 15., characterized in that a resilient mechanism is present, the point of engagement of which can be adjusted on the collecting member relative to the pivot point of the collecting member, such that the distance between the connecting point and the pivot point can be changed. 17. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 16, met 35 het kenmerk, dat het verend mechanisme tevens dient ter voorkoming van een naar voren verzwenken van een aan de voorzijde vóór de bewerkingsorganen gelegen afscherming.Soil cultivation machine according to claim 16, characterized in that the resilient mechanism also serves to prevent a front pivoting of a cover located in front of the cultivating members. 18. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 13- 17, met het kenmerk, dat het opvangorgaan een aantal 8302322 * naast elkaar aangebrachte tanden omvat die individueel in hoogterichting -verstelbaar zijn.Soil cultivation machine according to any one of claims 13-17, characterized in that the collecting member comprises a number of teeth arranged side by side, 8302322 *, which are individually adjustable in height direction. 19. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de tanden aan de onderzijde zijn voorzien van 5 een naar achteren gebogen deel.19. Soil cultivation machine according to claim 18, characterized in that the tines are provided on the underside with a backwardly bent part. 20. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. o-o-o-o-o-o 830232220. Tillage machine as described above and shown in the figures. o-o-o-o-o-o 8302322