NL8300388A

NL8300388A - Met digitale audioplaten werkend stelsel.

Info

Publication number: NL8300388A
Application number: NL8300388A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1982-02-02
Filing date: 1983-02-02
Publication date: 1983-09-01
Also published as: CA1200600A; DE3303489C2; GB2118351B; FR2520914A1; KR840003875A; DE3303489A1; JPS58133689A; GB2118351A; KR910008467B1; US4613965A; FR2520914B1; GB8302710D0

Description

f * C/Ca/ar/1509 -

Met digitale audioplaten werkend stelsel.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een met digitale audioplaten werkend stelsel, waarbij een impulskodegemoduleerd audiosignaal volgens een bepaald geometrisch patroon wordt opgenomen.

5 Oorspronkelijk bevatten dergelijke audio platen, ookwel aangeduid als "grammofoonplaten", analoge audio-informatie, welke in de vorm van golvingen volgens een spiraal vormige groef op de plaat is opgenomen. De desbetreffende golvingen worden bij het afspelen door middel 10 van een tot de afspeelinrichting of grammofoon behorende groeftaster afgetast, waarbij deze door de spiraalvormige groef wordt geleid en daarbij de genoemde golvingen aftast.

De groeftaster is veelal uitgerust met een magnetische opnemer voor omzetting van de mechanische variaties in een 15 elektrisch signaal, dat uiteindelijk in een hoorbaar geluid wordt omgezet.

Sedert enige tijd is tot digitalisering van audio-informatie overgegaan, waarbij de gedigitaliseerde audio-informatie rechtstreeks op een plaat wordt opgenomen.

20 Bij de signaalweergave vindt uitlezing op optische wijze plaats, bijvoorbeeld met behulp van een de plaats aftastende laserlichtbundel. De aldus uitgelezen, digitale signalen worden vervolgens heromgezet tot audiosignalen, waaruit geluid wordt gevormd. De digitale opname van audio-informatie, 25 resp. opname van de informatie in digitale vorm, heeft verschillende voordelen zoals een aanzienlijk verbeterde getrouwheid bij de weergave, en de mogelijkheid om tot audioplaten met een zeer hoge registratiedichtheid te komen, zodat de audioplaten een aanzienlijke hoeveelheid informatie 30 kunnen bevatten en een betrekkelijk lange speelduur vertonen. Daarnaast is nog van belang, dat de bij toepassing van digitale audioplaten toegepaste uitleeskop niet in rechtstreekse aanraking met de plaat behoeft te komen, zodat praktisch geen plaatslijtage optreedt, terwijl een 83 0 0 3 8 8

ï 'S

t l -2- bepaald programmadeel op een plaat gemakkelijker toegankelijker is.

Bij de digitalisering van de op een digitale audioplaat op te nemen audio-informatie wordt deze laatst-5 genoemde aan impulscodemodulatie onderworpen. Ter verkrijging van een juiste en betrouwbare weergave van dergelijke impulscodegemoduleerde audiosignalen worden bij de opname daarvan op de plaat tevens enige synchronisatie- en stuursignalen, benevens een foutcorrectiecode opgenomen; deze aan-10 vullende informatiesignalen worden bij voorkeur aan multi-plexering met de digitale audiosignalen onderworpen. De toepassing van digitale verwerkingsmethoden maakt het mogelijk, dat tenminste enige van de daarbij toegepaste stuursignalen kunnen worden gebruikt als zogenaamde "cue”-signalen bij de 15 weergave of bij signaalredactie. Deze cue-signalen kunnen bijvoorbeeld de identiteit van het opgenomen audio-programma Vertegenwoordigen, de lengte van het programma, het aantal op een audioplaat opgenomen programma's, de plaats van het begin of. het einde van een programma op de plaat, de com-20 ponist, auteur of uitvoerenden van een programma, verschillende delen van het programma (dit in het bijzonder wanneer het om een muziekuitvoering gaat), en dergelijke.

In overeenstemming met het voorgaande heeft een digitale audioplaat een hoofdkanaal voor opname vanuit 25 impulscodegemoduleerde audiosignalen en foutcorrectiecodes bestaande hoofdinformatie, benevens een hulpkanaal voor opname van verschillende andere digitale informatiesignalen dan de genoemde hoofdinformatie. Bij een dergelijk met digitale audioplaten werkend stelsel is het gewenst, verschillen-30 de soorten informatie op een afbeeldinrichting zichtbaar te maken, zodat op grond van dergelijke informatie een meer eenvoudige, gemakkelijke en snelle informatieweergave kan worden verkregen.

Bij gebruikelijke stelsels met digitale audio-35 platen kunnen echter verschillende fouten of gebreken voorkomen, waardoor de zichtbaargemaakte informatie gedeeltelijk wegvalt, niet op de juiste plaats zichtbaar wordt of slechts 8300 38 8 • & -3- ’iV: * « in gedeelten zichtbaar wordt; ook is het mogelijk, dat verschillende soorten informatie gelijktijdig op het beeldscherm verschijnen.

Een dergelijke foutieve zichtbaarmaking van de 5 benodigde informatie treedt vaak op, wanneer de toegepaste uitleesinrichting een snelle verplaatsing in de radiale richting van de plaat uitvoert, bijvoorbeeld tijdens het zoeken van een bepaalde passage, of bij de inschakeling van de voeding van het stelsel of wanneer bij de afspeling van 10 een plaat niet nauwkeurig van de voor zichtbaarmaking van informatie gewenste uitgangspositie wordt uitgegaan.

In sommige gevallen dient zelfs een extra af-beeldbesturingsinrichting te worden toegepast ter vermijding van het zichtbaar worden van abnormale informatie; daardoor 15 stijgen de apparatuurkosten.

De onderhavige uitvinding stelt zich ten doel, een met digitale audioplaten werkend stelsel te verschaffen, waarbij een gemakkelijke foutcontrole van de voor zichtbaarmaking in aanmerking komende, uitgelezen informatie 20 mogelijk is, zodat abnormale zichtbaarmaking van informatie op de afbeeldinrichting wordt verhinderd.

Voorts stelt de uitvinding zich ten doel, een met digitale audioplaten werkend stelsel te verschaffen, waarbij de zichtbaarmakingsbesturing plaatsvindt door middel 25 van een aan de weergeefzijde toegepaste micro-computer; daardoor vervalt de behoefte aan toepassing van extra-appara-tuur.

Een ander doel van de uitvinding is het verschaffen van een dergelijk stelsel, waarbij het optreden van 30 abnormale informatie tijdens het opzoeken van een bepaalde informatiepassage wordt verhinderd, zulks in het bijzonder in het geval, waarin de toegepaste uitleesinrichting tijdens normale signaalweergave een verplaatsing bij hoge snelheid in de radiale richting van de plaat uitvoert.

35 Nog een ander doel van de uitvinding is het ver schaffen van een met digitale audioplaten werkend stelsel, 8300 38 8 pr*· -4- «*

1 I

waarbij de juiste zichtbaarmaking van bepaalde informatie op een afbeeldinrichting zelfs bij inschakeling van de voeding of bij begin van afspeling op een willekeurige plaats op de plaat mogelijk·is.

5 Daartoe gaat de uitvinding uit van een met digi tale audioplaten werkend stelsel met een hoofdkanaal voor transmissie, respectievelijk opname, van uit impulscodegemo-duleerde audiosignalen en foutcorrectiecodes bestaande hoofdinformatie en met een hulpkanaal voor transmissie, respec-10 tievelijk opname, van andere digitale informatie dan de hoofdinformatie. Bij een dergelijk stelsel schrijft de uitvinding voor, dat bij de opname van de hoofdinformatie op een plaat en gelijktijdig daarmede twee- of meermalige.opname plaatsvindt van codesignalen, welke een synchronisatie-15 signaal met een voorafbepaald bitverdelingspatroon bevatten, afbeeldpositie-informatie, een commandosignaal voor een computer en op een bestanddeel van de impulscodegemoduleerde audiosignalen betrekking hebbende afbeeldinformatie, een en ander zodanig, dat foutcontröle van de impulscodegemoduleer-20 de audiosignalen op basis van het meermalig opgenomen syn-chronisatiesignaal en de meermalig opgenomen codesignalen mogelijk is.

Voorts verschaft de uitvinding een digitaal audio-stelsel met een hoofdkanaal voor opname van uit impulscode-25 gemoduleerde audiosignalen en foutcorrectiecodes bestaande hoofdinformatie en met een hulpkanaal voor opname van andere digitale informatie dan de hoofdinformatie, waarbij codesignalen, welke op een bestanddeel van de impulscodegemoduleerde audiosignalen betrekking hebbende afbeeldinformatie 30 gelijktijdig met de hoofdinformatie wordt uitgelezen en vervolgens aan een afbeeldinrichting wordt toegevoerd, bij verplaatsing van de toegepaste uitleesinrichting in radiale' richting over de plaat bij een hogere snelheid dan bij normale signaalweergave wordt het beeldscherm van de afbeeld-35 inrichting gewist, of wordt eerder zichtbaargemaakte informatie vastgehouden. Wanneer de genoemde uitleesinrichting 8300388.·

* I

» * -5- de uitlezing van de afbeeldinformatie niet in de juiste uitgangspositie begint, wordt de daarbij uitgelezen afbeeldinformatie ongeldig gemaakt tot de desbetreffende informatie uit de gewenste beginpositie op de plaat wordt uitgelezen.

5 De uitvinding zal worden verduidelijkt in de nu volgende beschrijving aan de hand van de bijbehorende tekening van enige uitvoeringsvormen, waartoe de uitvinding zich echter niet beperkt. In de tekening tonen:

Fig. IA en 1B schematische weergaven ter ver-10 duidelijking van de bij een uitvoeringsvorm van de uitvinding toegepaste informatiesamenstelling,

Fig. 2 een schematische weergave van de informatie-samenstelling van één blok bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding, 15 Fig. 3 een blokschema van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding,

Fig. 4 een schematische weergave van het afbeeld-patroon bij een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding,

Fig. 5 een schematische weergave van een gedeelte 20 van een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding en

Fig. 6 een stromingsdiagram ter illustratie van foutcontröle volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. IA toont een schematische weergave van het formaat van een "frame" van signalen, welke bijvoorbeeld 25 volgens één registratiespoor van een digitale audioplaat worden opgenomen. Een dergelijk "frame" van signalen bevat bepaalde soorten informatie, zoals impuIscodegemoduleerde audio-informatie en foutcorrectiecodes; deze worden voorafgegaan door een synchronisatiesignaal, dat aan het begin of 30 aan "de kop" van het frame wordt geplaatst, gevolgd door hulpcoderingssignalen, welke ook wel worden aangeduid als "user’s bits" en bij een bepaald uitvoeringsvoorbeeld de gedaante van een 14-bits signaal C^-C.^ hebben.

Een digitale audioplaat van het hier besproken 35 type wordt op soortgelijke wijze als een conventionele grammofoonplaat vervaardigd; daarbij wordt een groot aantal dergelijke platen .gevormd uit een zogenaamde "master"waar 8300388 -6- bij de uit een "master" magneetband uitgelezen informatie aan een optische "cutter" wordt toegevoerd.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding wordt het genoemde 14-bits signaal gevormd door 5 multiplexering van afzonderlijke bits van respectieve informatiekanalen . Zo kunnen bijvoorbeeld acht dergelijke informatiekanalen aanwezig zijn; in dat geval wordt het 14-bits signaal bijvoorbeeld gevormd door keuze van steeds 1-bit uit ieder van deze acht kanalen en door daarop volgende 10 omzetting van het uit de keuze resulterende 8-bits signaal in een 14-bits signaal. De oorspronkelijke informatie wordt op de plaat opgenomen onder op omzetting van de 8-bits informatie in 14-bits informatie gerichte kanaalcodering. -Duidelijk zal zijn, dat een dergelijke 8-bits/l4-bits-omzetting 15 de störingsongevoeligheid van het digitale signaal verbetert.

Fig. 1B toont een opeenvolging van 98 van de genoemde "frames" met informatie, welke ieder het formaat volgens Fig. IA hebben. Daarbij behoren de genoemde hulp-coderingssignalen bij de respectieve 8-bits informatie- 20 waarden d^-dg. De desbetreffende acht kanalen zijn respectievelijk aangeduid als P,Q,R,...W„ Deze huIpcoderingssignalen bevatten de besturings- en afbeeldinforraatie. Ieder dergelijk hulpcoderingssignaal bevat afzonderlijke informatie? ieder bit van ieder dergelijk signaal wordt ingevoegd in een 25 "frame" met informatie. De desbetreffende hulpcoderingssig-naalbits van ieder kanaal, welke tot de 98 "frames" (0-97) behoren, vormen opeenvolgende informatiewaarden, zoals Fig.

1B laat zien.

Bij het formaat volgens Fig. 1B wordt de in het 30 frame "0" opgenomen informatie, bijvoorbeeld impulscodege- moduleerde audio-informatie, voorafgegaan door acht aan multiplexering onderworpen bits, welke bijvoorbeeld worden de gevormd door de respectieve 0 bits van de kanalen P-W. Bij voorkeur vertonen de 8-bits d-^-dg van het frame "0" een 35 synchronisatieverdelingspatroon, dat hierna als het synchro-nisatiepatroon SQ wordt aangeduid. Het daarop volgende infor- 8300388 -7- raatie- frame "1” bevat nuttige informatie, bijvoorbeeld ipmpulscodegemoduleerde audio-informatie, welke wordt voor-afgegaan door de respectieve 1 bits van de kanalen P-W. Deze aan multiplexering onderworaen eerste bits d,-dQ ver-5 tonen een ander synchronisatiepatroon, dat met wordt aangeduid. De voor foutdetectie dienende CRC-code wordt in de laatste 16 van de 98 frames ingevoegd.

In het hierna volgende zal de informatie van het kanaal P en de informatie van het kanaal Q worden beschreven. 10 Deze kanalen bevatten voorafbepaalde, karakteristieke informatie omtrent de (nuttige) informatie, waarmede zij worden opgenomen. De informatie van het kanaal P kan bijvoorbeeld worden gevormd door een vlag, welke het begin en het einde van een audioprogramma aanwijst, of een pauze in dat program-15 ma. Bij een bepaalde uitvoeringsvorm kan de informatie van het kanaal P de gedaante hebben van een signaal met twee verschillende niveau's, dat zijn laagste niveau gedurende een muziekprogramma en zijn hoogste niveau gedurende een pauze in een dergelijk muziekprogramma of tussen twee der-20 gelijke muziekprogramma's vertoont.' Bovendien kan de informatie van het kanaal P de gedaante hebben van een wisselend signaal met een frequentie in de grote orde van ongeveer 2Hz., dat dient voor bepaling van de uitloopsectie van de plaat. Het zal duidelijk zijn, dat detectie en telling van 25 dit signaal van ongeveer 2Hz. een aanwijzing van de uitloopsectie van de plaat vormt voor selectieve afspeling van een bepaald muziekprogramma.

De informatie in het kanaal Q kan een meer gecompliceerde vorm vertonen dan de hiervoor beschreven infor-30 matie van het kanaal P. De informatie van het kanaal Q dient namelijk voor een meer gecompliceerde besturing van de plaat-afspeelinrichting. Zo kan deze informatie van het kanaal Q* bijvoorbeeld worden toegevoerd aan een micro-computer van de plaatafspeelinrichting, zodanig, dat daarop "random selec-35 tion” van muziekprogramma's kan worden gebaseerd; deze informatie van het kanaal Q kan namelijk tijdsritme-informatie 8300388 -8- - «. · if bevatten, welke zowel de duur als het tijdstip van verschijnen van verschillende delen van een audioprogramma vertegenwoordigt. Door opname van P-kanaal- en Q-kanaal- "cue"-informatie van het hier beschreven type op de plaat wordt 5 het mogelijk om gewenste programma's snel en selectief toegankelijk te maken voor afspeling? daardoor behoeft de. genoemde "cue" informatie slechts te worden gedetecteerd en bewerkt? gewenste gedeelten van dergelijke programma’s kunnen dan rechtstreeks worden gekozen. Bovendien is het moge-10 lijk, snel van het ene programma naar het andere over te gaan of uit een middengedeelte van een programma naar een ander gedeelte van nog een ander programma.

De overige kanalen R-W dienen voor transmissie van andere informatie omtrent een op de plaat opgenomen 15 muziekprogramma, zoals informatie omtrent de componist, de auteur of de uitvoerenden van een muziekprogramma, de tekst en de beschrijving van een muziekprogramma enz.

Fig. 2 toont een schematische weergave van de informatiesamenstelling van ëën informatieblok vo.lgens een 20 uitvoeringsvorm van de uitvinding? de desbetreffende informatiesamenstelling heeft betrekking op ëën blok van ëën kanaal, bijvoorbeeld het kanaal R van de kanalen R-W bij de hiervoor beschreven uitvoeringsvorm. Ket desbetreffende ene blok bevat in volgorde twee bits van de synchronisatiepa-25 tronen Sq en een 6-bits commandosignaal dat een instructie (microcode)voor een computer vormt, een 10-bits afbeeld-positie informatie voor aanwijzing van een afbeeldpositie op een voor informatiezichtbaarmaking dienend beeldscherm, acht 8-bits afbeeldinformatiebestanddelen Dq-D^ en een ^-bits 30 CRC-code. Deze laatstgenoemde code vormt een cycilische code, welke dient voor foutsdetectie in het commandosignaal de afbeeldpositie-informatie en de afbeeldinformatie.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt de informatie omtrent een bepaalde plaats meer dan twee maal, 35 bijvoorbeeld vier.maal opgenomen. Deze vier maal op te nemen informatie wordt opeenvolgend (vier maal) opgenomen of met een geschikt interval gespreid opgenomen.

83 00 38 8 -9--

Aan de hand van het blokscheraa volgens Fig. 3 zal een uitvoeringsvorm van een met digitale audioplaten werkend stelsel volgens de onderhavige uitvinding worden beschreven. In Fig. 3 heeft het verwijzingscijfer 1 betrek-5 king op een met een gebroken lijn omgeven afspeelsectie voor afspeling van een digitale audioplaat 2; het verwijzingscijfer 3 heeft betrekking op een decodeer- en afbeeldsectie voor decodering en zichtbaarmaking van een hülpcoderingssig-naal. De digitale audioplaat wordt door middel van een servo-10 besturingseenheid 4 in rotatie bij constante lineaire snelheid aangedreven. Een groot aantal putten, welke respectievelijk met de informatiewaarden "1" en "0" overeenkomen zijn op het registratieoppervlak van de digitale audioplaat 2 opgenomen en worden daaruit door middel van een optische uit-15 leesinrichting 5 uitgelezen. Het uitgangssignaal van de uitlees inrichting 5 wordt via een hoogfrequentversterker 6 toegevoerd aan een uitleesdecodeereenheid 7 voor demodulatie en foutcorrectie. Deze laatstgenoemde wordt uitgevoerd op de impulscodegemoduleerde audio-informatie met behulp van 20 een redundantiecode? de aan foutcorrectie onderworpen, impulscodegemoduleerde audio-informatie wordt door middel van een niet in de tekening weergegeven digitaal/analoog-omzetter in'een analoog signaal omgezet.

Het verwijzingscijfer 8 heeft betrekking op een 25 voor de afspeelsectie 2 bestemde systeembesturingsschakeling-welke tijdsritme- en stuursignalen van de uitleesdecodeereenheid 7 krijgt toegevoerd. Deze systeembesturingsschakeling 8 levert een stuursignaal voor de uitleesinrichting 5. Tijdens normale signaaluitlezing verplaatst de uitleesinrichting 5 30 zich in radiale richting van het binnenste naar het buitense registratiespoor op de plaat 2, waarbij de op de plaat opgenomen informatie door middel van een laserbundel wordt afgetast. Tijdens het zoeken van een bepaald muziekprogramma of bij willekeurige keuze van een muziekprogramma voert de 35 uitleesinrichting 5 een verplaatsing in de radiale richting van de plaat 2 uit bij een aanzienlijk hogere snelheid dan tijdens normale signaalweergave. Dergelijke verplaatsingen 8300 38 8 W'·^" -10- Ψ -v van de uitleesinrichting 5 vinden plaats onder besturing door de systeembesturingsschakeling 8.

Het hulpcoderingssignaal, "frame“-klokimpulsen en de door de uitleesdecodeereenheid 7 uit het hulpcoderings-5 signaal afgescheiden synchronisatiepatroonbits Sg en worden toegevoerd aan de decodeer- en afbeeldsectie 3. Aangenomen wordt nu, dat de "frame"-klokimpulsen eén impuls-herhalingsfrequentie van 7,35KHz. hebben en de synchronisa-tiebits een frequentie van 75Hz. hebben. Deze synchronisatie-. 10 bits en "frame"-klokimpulsen worden toegevoerd aan een tijds-ritmebesturings- en synchronisatiedetectieschakeling 9; wanneer de tot de genoemde synchronieatiepatronen SQ en S1 behorende 8-bits en een met de uitgelezen informatie gesynchroniseerd tijdsritmesignaal is verkregen, geeft de schake-15 ling 9 een synchronisatiesignaal af. Het hulpcoderingssig-naal wordt toegevoerd aan een foutcontröleschakeling 10, waarna serie/parallel-omzetting en foutcontrolebewerking •plaatsvinden op basis van de "frame"-klokimpulsen en het genoemde synchronisatiesignaal. Deze foutcontrdle vindt 20 plaats onder besturing door een micro-computer 11. Een van de-genoemde tijdsritmebesturings- en synchronisatiedetectie-schakeling 9 afkomstig tijdsritmesignaal wordt toegevoerd aan een adres- en informatiestomp 12, welke is opgenomen tussen de foutcontröleschakeling 10 en de micro-computer 11. 25 Door de systeembesturingsschakeling 8 van de plaatafspeel-sectie 1 worden detectiesignalen, welke respectievelijk signaleren, dat de voeding is ingeschakeld en dat het stelsel zich in de bedrijfstoestand "zoeken" bevindt, eveneens aan de adres- en .informatiestomp 12 toegevoerd.

30 In Fig. 3 heeft het verwijzingsgetal 13 betrek king op een videogeheugen van het RAM-type, waarin de op een beeldelement van het beeldscherm van een kleurenbeeld-buis 14 betrekking hebbende informatie wordt opgeslagen. De uit dit videogeheugen 13 uitgelezen informatie wordt op de 35 kleurenbeeldbuis 14 zichtbaargemaakt. Fig. 4 toont de samenstelling van een bij deze uitvoeringsvorm toegepast afbeeld- 8300388 * » / * -11- karakter. Dit wordt opgebouwd uit een matrix van 14 (horizontaal) x 16 (verticaal) = 224 stippen (beeldelementen); de weergeeft!jdsduur of karakteroverdrachtssnelheid voor de plaat 2 wordt op 213 msec, ingesteld. De af beeldinformatie 5 wordt echter steeds volgens een matrix van 7 (horizontaal) x 8 (verticaal) = 56 (stippen) bewerkt, zoals de referentie-karakters A^-A^ laten zien? dit wil zeggen, dat het afbeeld-vlak voor êên karakter is onderverdeeld in vier eenheden, zulks voor zichtbaarmaking van betrekkelijk eenvoudige sym-10 bolen, zoals de Japanse "KATAKANA"-symbolen. In verband daarmede vindt de zichtbaarmaking van informatie op het beeldscherm van de kleurenbeeldbuis 14 eveneens op basis van deze eenheden plaats. Het beeldscherm van de kleurenbeeldbuis 14 wordt verdeeld in 40 (horizontaal) x 24 (verti-15 caal) = 960 karakters op basis van het in vier eenheden verdeelde af beeldvlak; in verband daarmede bedraagt de overdrachtssnelheid voor alle karakters van ëën beeldscherm 960 x 53,3 (millisec.) = 51,2 (seconden).

Iedere van de genoemde afbeeldinformatiebestand-20 delen Dq-D7 van het hulpcoderingssignaal (zie Fig. 2) vormt de informatie, welke betrekking heeft op 8 regels van een desbetreffend gebied of deeloppervlak A^-A^.

De 960 afbeeldpositie's op het beeldscherm van de kleurenbeeldbuis 14 worden op basis van hun positieplaats 25 aangewezen.De afbeelding of zichtbaarmaking verloopt van het linkerbovengedeelte naar het rechterbovengedeelte van het beeldscherm? de namen van de componist of de bewerker of dergelijke van een uit de audioplaat 2 uitgelezen muziekprogramma worden sequentieel zichtbaargemaakt. De positie-30 plaats, waar de zichtbaarmaking dient te beginnen, wordt weergegeven door een zeer bepaalde 10-bits code, dat wil zeggen een code waarvan alle tien bits de bitwaarde "0" hebben.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt een 35 6-bits commandosignaal toegepast, zodat 64 instructies mogelijk zijn. Tien voorbeelden van dergelijke instructies zijn: 8300388 „. * ' » ' · .

-12- · 000000: niet in bedrijf 000001: beeldschermwissen 000111: bladzijde 1 wissen 001000: font inlezen op het door de plaats van 5 bladzijde 1 bepaalde adres 0 0 1 0 0 1 : de inhoud van bladzijde 2 in plaats van die van bladzijde 1 afbeelden 001111: bladzijde 2 wissen 010000: het font in het door de plaats van blad- 10 zijde 2 aangewezen adres inlezen 0 1 0 0 0 1 : de inhoud van bladzijde 1 in plaats van die van bladzijde 2 afbeelden 011000: êén, door de plaats aangewezen, regel uitwissen.

15 De hiervoor genoemde bladzijden 1 en 2 vormen de ge- heugengebieden van het videogeheugen 13 van het RAM-type, zoals Fig. 5 laat zien; deze bladzijden worden.op basis van het hiervoor genoemde commandosignaal door een van de microcomputer 11 afkomstig commandosignaal overgeschakeld.

20 Het hulpcoderingssignaal wordt door de foutcontrdle- schakeling .10 getoetst op fouten. De microcomputer 11 bestuurt deze foutcontrole volgens het stromingsdiagram volgens Fig. 6. Deze foutcontrole zal nu aan de hand van dit stromingsdiagram worden beschreven.

25 Na de start wordt bij stap 20 een getalwaarde N inge steld als referentieaantal voor bepaling, dat een informatie een juiste informatie is wanneer N van de meermalig opgenomen hulpcoderingssignalen (bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm viermalig) met elkaar samenvallen. Ver- 30 volgens wordt tijdens stap 21 de koppeleenheid tussen de microcomputer 11 en de plaatafspeelsectie 1 teruggesteld, waarna wordt verdergegaan naar de stap 22, tijdens welke het videogeheugen 13 van het RAM-type wordt gewist en de kleurenbeeldbuis 14 wordt teruggesteld.

35 Voor het onderzoek van het aantal met elkaar identieke hulpcoderingssignalen van. het beschikbare aantal (vier).dient 8300388 τ -13- een teller, welke het aantal in de foutcontrδleschakeling 10 optredende coïncidenties telt. Deze teller wordt tijdens de daarop volgende stap teruggesteld op de telwaarde 0^=0.

Vervolgens wordt tijdens de stappen 24 en 25 de 5 bedrijfstoestand van de plaatafspeelsectie 1 onderzocht; onderzocht wordt bijvoorbeeld (stap 25) of de bedrijfstoestand "zoeken" is. Wanneer door de systeembesturings-schakeling 8 een detectiesignaal wordt geleverd, dat een aanwijzing vormt van de bedrijfstoestand “zoeken”, wordt 10 geen foutcontröle uitgevoerd en naar de stap 26 verdergegaan. Een dergelijke foutcontröle wordt uitgevoerd in de bedrijfstoestand "normale signaalweergave". Indien bij stap 25 blijkt dat deze bedrijfstoestand van kracht is, wordt teruggegaan naar de stap 24.

15 Tijdens de stappen 26 en 27 wordt onderzocht, of de synchronisatiebits uit het hulpcoderingssignaal kunnen worden afgeleid en voorts de uit de CRC-contrÖle resulterende CRC-vlag. Daarbij is zowel contröle van beide synchroni-satiepatronen Sq en als van één van beide mogelijk. Ver-20 volgens wordt tijdens stap 27 onderzocht of door de tijds-ritirte besturings- en synchronisatiedetectieschakeling 9 gedurende het interval van een vensterimpuls de êén of meer synchronisatiebits worden geleverd. Deze op basis van de synchronisatiebits en de CRC-vlag uitgevoerde foutcontröle 25 geschiedt op de volgende wijze: (1) Wanneer de één of meer synchronisatiebits normaal zijn en wanneer de aan de informatie van het desbetreffende blok toegevoegde CRC-vlag geen-fout signaleert, wordt de desbetref- 30 fende informatie als juist beoordeeld.

(2) Wanneer de één of meer synchronisatiebits normaal zijn, doch de CRC-vlag van de informatie van het desbetreffende blok een fout signaleert, wordt de desbetreffende informatie 35 als foutief beschouwd.

(3) Wanneer de CRC-vlag van de informatie van het 8300388 -14- desbetreffende blok geen-fout signaleert, doch geen synchronisatiebit kan worden afgenomen, wordt de desbetreffende informatie als juist beschouwd.

5 (4)· Wanneer de CRC-vlag van de informatie van een blok een fout signaleert en bovendien geen synchronisatiebit kan worden afgenomen, wordt de desbetreffende informatie als foutief beschouwd.

10 Indien de bij stap 27 uitgevoerde contröle tot een negatief resultaat leidt, wordt teruggegaan naar stap 24; indien de contröle tot een positief resultaat leidt, wordt verdergegaan naar stap 28- In dat geval wordt de informatie tijdens stap 28 "gehaald", waarna foutcontröle op 15 basis van de meermaligheid van opname volgt. Daarop vindt collatie plaats op basis van de informatie, waarvoor de CRC-vlag geen-fout signaleert, en volgt tijdens stap 29 een telling met één eenheid door de genoemde teller bij iedere informatieco’incidentie. De informatie, waarvoor de CRC-vlag 20 geen-fout signaleert, wordt tijdens stap 30 in het buffer-geheugen 30 opgeslagen. Tijdens de daarop volgende stap 31 wordt de door de genoemde teller bereikte telwaarde CN ge-contröleerd op het bereiken van de vooraf ingestelde telwaarde N. Indien dit tijdens stap 31 het geval blijkt te.

25 zijn, dat wil zeggen aan de voorwaarde N wordt voldaan, wordt het uitgelezen hulpcoderingssignaal tenslotte als een juist signaal geaccepteerd, waarna vervolgens tijdens stap 32 het commandosignaal uit dit hulpcoderingssignaal wordt gedecodeerd en het desbetreffende commando wordt uitgevoerd. 30 Indien uit het bij stap 31 uitgevoerde onderzoek een negatief resultaat komt, wordt teruggegaan naar stap 24. Na voltooiing van stap 32 wordt eveneens teruggegaan naar stap 24 en wordt de hiervoor beschreven foutcontröle herhaald voor het hulpcoderingssignaal van het volgende blok met 35 informatie.

Wanneer de plaatafspeelsentie ....1.. .in de bedrijfs- 8300388 * « -15- toe st and "zoeken" verkeert, wordt de afbeeldinformatie .fragmentsgewijze uitgelezen, zodat abnormale informatiezicht-baarmaking volgt, waarbij bijvoorbeeld een onvolledig karakter zichtbaar wordt of verschillende informatiebestanden 5 gelijktijdig zichtbaar worden. Teneinde zulks tegen te gaan wordt bij de hier beschreven uitvoeringsvorm van de uitvinding de juiste informatie, welke voor de overgang naar de bedrijfstoestand "zoeken" in het videogeheugen 13 van het RAM-type was opgeslagen, vastgehouden op basis van het van 10 de systeembesturingsschakeling 8 afkomstige detectiesignaal dat de bedrijfstoestand "zoeken" signaleert. Daarbij is het mogelijk om het beeldscherm van de kleurenbeeldbuis 14 tijdens de bedrijfstoestand "zoeken" te wissen of het voorafgaande aan deze bedrijfstoestand verkregen informatie-15 bestanddeel zichtbaar te houden.

Hoewel de uitleesinrichting 5 van de plaatafspeel-sectie 1 bij inschakeling van de voeding van het stelsel of bij een willekeurige onderbreking van de bedrijfstoestand "zoeken" of dergelijke de uitlezing niet steeds aan het werke-20 lijke begin of de "kop" van een programma begint, is het zeer wel mogelijk, dat de signaalweergave in een tussendeel van een programma begint? in dat geval verschijnt op de cathodestraalbuis 14 onvolledige informatie. Teneinde een dergelijk onjuist uitleesbegin met de hiervoor geschilderde 25 consequenties te verhinderen, worden door de systeembesturings-schakeling 8 aan de microcomputer 11 detectiesignalen geleverd, welke respectievelijk signaleren, dat de voeding is ingeschakeld of dat het stelsel in de bedrijfstoestand "zoeken" verkeert. Dit heeft tot gevolg, dat geen afbeelding 30 of zichtbaarmaking van uitgelezen informatie op de kleuren-beeldbuis 14 plaatsvindt totdat de bij het juiste uitleesbegin behorende informatie uit de plaat 2 wordt uitgelezen.-Daarbij kan op grond van de informatieplaats of -positie op de plaat 2 worden vastgesteld of de uitgelezen informatie 35 die van het gewenste uitleesbegin of niet is. Daarbij kan een speciaal commandosignaal worden gebruikt, dat een aanwijzing verschaft, dat een bepaalde informatie de eerste 830 0 38 8 W" ' V · ï * -16- voor zichtbaarmaking op het beeldscherm in aanmerking komende 'informatie is; het desbetreffende speciale commandosignaal kan dan door de microcomputer 11 worden geïnterpreteerd.

Bij de hier beschreven uitvoeringsvorm wordt de 5 afgebeelde informatie op het beeldscherm van de kleurenbeeld-buis zichtbaargemaakt volgens een bepaald patroon van de beeldelementen; het is echter ook mogelijk een ander type afbeeldinrichting toe te passen, zoals een afbeeldinrichting waarbij een aantal afbeeldsegmenten, welke bijvoorbeeld be-10 staan uit lichtemitterende diodes of vloeibare kristallen, volgens een zich in horizontale richting uitstrekkende rij is gerangschikt.

Bij de in het voorgaande beschreven uitvoeringsvorm vond toepassing van de onderhavige uitvinding plaats 15 bij een met digitale audioplaten werkend stelsel;- de onderhavige uitvinding kan echter ook bij andere informatieopneem-stelsel worden toegepast. Aanduidingen van enige in aanmerking komende stelsels zijn: DAD (Digital Audio Disc), AHD (Audio High-Density Disc), CED (Capacitance Electronic Disc), 20 VHD (Video High-Density Disc).

Toepassing bij een met magnetische signaalopname en -weergave werkende plaat of dergelijk is eveneens mogelijk.

Zoals uit de voorgaande beschrijving van een 25 uitvoeringsvorm van de uitvinding naar voren komt, verschaft de door de uitvinding voorgestelde, meermalige opname van hulpcoderingssignalen op de plaat de mogelijkheid tot gemakkelijke uitvoering van foutcontrole van de af te beelden informatie aan de weergeefzijde, waarbij de zichtbaarmaking 30 van abnormale informatie, respectievelijk abnormale zichtbaarmaking van infonnatie, kan worden verhinderd. Aangezien de commando-informatie en de afbeeldpositie-informatie voor* een microcomputer tezamen met de af te beelden informatie op de plaat worden opgenomen, wordt het voordeel verkregen, 35 dat de voor de afbeeldingsbesturing dienende apparatuur, c.q. "hardware" , kan worden vereenvoudigd, waartoe aan de weergeef- of uitleeszijde slechts een microcomputer behoeft te 83 0 0 38 8 ·=-· # Η -17- worden toegevoêgd.

Als gevolg van de door de uitvinding voorgestelde opname van hulpcoderingssignalen op de plaat, is het mogelijk, de aan een afgespeeld muziekprogramma gerelateerde 5 informatie gelijktijdig met de afspeling zichtbaar te maken.

Daarbij is het voorts mogelijk, abnormale zichtbaarmaking van informatie te verhinderen, zodat kan worden voorkomen, dat een zichtbaargemaakt karakter tijdens de bedrijfstoe-stand "zoeken" onvolledig is, waardoor bij willekeurige keuze 10 van muziekprogramma’s moeilijk toegang tot het begin van een dergelijk muziekprogramma kan worden verkregen.

Zoals voorts uit de in het voorgaande gegeven beschrijving naar voren komt, verschaft de uitvinding boven- _ dien de mogelijkheid (door verhindering van abnormale infor-15 matiezichtbaarmaking) dat, in geval van begin van afspeling in een onjuiste uitleespositie, zoals bij inschakeling van de voeding, onvolledige informatie wordt afgebeeld.

De uitvinding beperkt zich niet tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uit-20 voeringsvorm. Verschillende wijzigingen kunnen in de beschreven componenten en in hun onderlinge samenhang worden aangebracht, zonder dat daarbij het kader van de uitvinding wordt overschreden.

8300388

Claims

2. Stelsel volgens conclusie 1, m e t h e t kenmerk, dat de codesignalen een synchronisatiesignaal 15 met een voorafbepaald bitverdelingspatroon bevatten en dat de foutcontröle van de codesignalen met behulp van dat synchronisatiesignaal geschiedt.
3. Stelsel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat bij gezamenlijke weergave, respectievelijk 20 uitlezing, van de hoofdinformatie en de codesignalen de op een bestanddeel van de impulscodegemoduleerde audiosignalen betrekking hebbende afbeeldinformatie wordt toegevoerd aan een afbeeldinrichting met een beeldscherm voor zichtbaarmaking van de afbeeldinformatie, waarbij, wanneer de bij de infor-25 matie-uitlezing toegepaste uitleesinrichting in de radiale richting van de aan uitlezing onderworpen audioplaat een verplaatsing bij hogere snelheid dan tijdens normale informatie-uitlezing uitvoert, het afbeeldscherm van de afbeeldinrichting wordt gewist of een voorafgaande, normale afbeeldinformatie 30 op het beeldscherm wordt aangehouden.
4. Stelsel volgens conclusie l,met het kenmerk, dat bij gezamenlijke weergave, respectievelijk «M* uitlezing, van de hoofdinformatie en de codesignalen de op een bestanddeel van de impulscodegemoduleerde audiosignalen 35 betrekking hebbende afbeeldinformatie wordt toegevoerd aan een afbeeldinrichting met een beeldscherm voor zichtbaarmaking 8300 38 8 «* . . - " «Γ -19- van de afbeeldinformatie, waarbij, wanneer de bij de infor-matie-uitiezing toegepaste uitleesinrichtingen de uitlezing van de afbeeldinformatie uit de aan uitlezing onderworpen audioplaat in een andere dan de juiste afbeeldinformatie-5 beginpositie op de audioplaat begint, de daarbij uitgelezen afbeeldinformatie ongeldig wordt gemaakt tot de uitlezing in die juiste afbeeldinformatiebeginpositie is terechtgekomen.
5. Stelsel volgens conclusie 3of4, geken-10 merkt door een microcomputer voor ontvangst van een detectiesignaal, dat inschakeling van de voeding van het stelsel of de bedrijfstoestand "zoeken" van het stelsel indiceert, en voor besturing, op basis van een dergelijk detectiesignaal, van de op het afbeeldscherm zichtbaar te maken 15 afbeeldinformatie. 8300388