NL8220006A - Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof aan een ander stuk stof. - Google Patents

Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof aan een ander stuk stof. Download PDF

Info

Publication number
NL8220006A
NL8220006A NL8220006A NL8220006A NL8220006A NL 8220006 A NL8220006 A NL 8220006A NL 8220006 A NL8220006 A NL 8220006A NL 8220006 A NL8220006 A NL 8220006A NL 8220006 A NL8220006 A NL 8220006A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
fabric
piece
sides
parts
collar
Prior art date
Application number
NL8220006A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gygli Technik Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gygli Technik Ag filed Critical Gygli Technik Ag
Publication of NL8220006A publication Critical patent/NL8220006A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A41WEARING APPAREL
    • A41DOUTERWEAR; PROTECTIVE GARMENTS; ACCESSORIES
    • A41D27/00Details of garments or of their making
    • A41D27/24Hems; Seams
    • A41D27/245Hems; Seams made by welding or gluing

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)
  • Details Of Garments (AREA)
  • Professional, Industrial, Or Sporting Protective Garments (AREA)

Description

PRC
VT 5292-4 PCT.Ned.M/EvF 8 2 2 0 Q 0 6 «
Korte aanduidinc : V'erkwi jze voor bet monteren van qeconfectioneerde stukken stof aan een ander stub stof.
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof, in het bijzonder kragen, manchetten, knoop-en knoopsgatstroken en andere belegsels, aan een ander stuk stof, waarbij het ge-5 confectioneerde stuk stof uit ten minste twee stofdelen vervaardigd en gereedgeiraakt vordt om gemonteerd of in elkaar gezet te worden, waarna een stofkant van het andere stuk stof met het geconfectioneerde stuk stof verbonden wordt.
In de linnengoed- en klederconfectie'industrie worden 10 delen, zoals heniden, blousen en kragen aan allerlei soort kleding, manchetten, knoop- en knoopsgatstroken, in afzonder-lijke arbeidsgangen geconfectioneerd en in aansluiting daar-op door middel van verdere arbeidshandelingen gemonteerd. Hierbij is een vrij groot aantal van arbeidshandelingen 15 niet te vermijden, zodat de inspanningen naar verhouding groot zijn. In het bijzonder is het aannaaien van de open weefselkant van het geconfectioneerde stuk aan de weefselkant van een ander stuk stof moeilijk en rnoet derhalve door een geschoolde arbeidskracht zeer zorgvuldig uitgevoerd worden.
0 0
Aan de uitvinding ligt het probleem ten grondslag een werkwijze van de in. de aanvang beschreven aard zodanig te realiseren, dat. het aantal naaihandelingen vermindert en de naaihandelingen zonder zorgvuldig op elkaar passen der aaneen te naaien delen mogelijk gemaakt wordt resp. v/orden.
25 Dit probleem wordt volgens de uitvinding opgelost door- dat op elkaar gelegen, met het andere stuk stof tezamen te naaien stofkanten van de stofdelen van het geconfectioneerde stuk stof in tegengestelde zin omgebogen, gevouwen en in ge-vouvren toestand gefixeerd worden.
30 De uitvinding omvat verder een toestel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, het geleidingsmiddel voor het geleiden van het stuk stof, vouwmiddelen voor het vouvren van de stofkanten van de stofdelen van het geconfectioneerde stuk stof, toevoermiddelen voor het toevoeren van 35 een kleeforgaan in het bereik van het vouwmiddel en fixeer-middel voor het fixeren van de gevouwen stofkanten hezit.
8220006 - 2 -
De uitvinding zal hieronder aan de hand van enige in de figuren der hijgaande tekeningen weergegeven uitvoerings-voorbeelden nader worden toegelicht.
Fig. 1 toont het monteren van een hemdkraag in schema-5 tisch weergegeven doorsnede a) - d) en de vernaaiing ervan met de hemdenstofbaan in een schematisch weergegeven door-snede e) volgens de stand der techniek.;
Fig. 2 het monteren van een hemdkraag en de vernaaiing ervan met de hemdenstofbaan in schematisch weergegeven door-1® snede a) - c) volgens de uitvinding;
Fig. 3 een blokschema van een toestel ter voorbereiding van een geconfectioneerd stuk stof voor het monteren aan een ander stuk stof;
Tig. 4 geeft een schematische veergave van het toestel 15 volgens fig.3;
Fig. 5 toont een doorsnede over de lijn V-V in fia.4;
Fig. 6 laat het monteren zien van een verdere, gedeel-telijk weergegeven hemdkraag tot aan het fixeren van de voor de vernaaiing met de hemdenstofbaan aanwezige stof-20 kanten in schematisch weergegeven doorsnede a) - g) en
Fig. 7 geeft een schematische veergave van een ander toestel ter voorbereiding van een geconfectioneerd stuk stof voor het monteren aan een ander stuk stof.
Volgens de in fig.l weergegeven stand der techniek wordt voor het monteren van een hemdkraag allereerst een inleg-stuk E van willekeurige constructie met een buitenste laag bovenstof tezamengevoegd. Ret inlegstuk E kan hierbij, zie fig.l, uit delen van inlegstukken samengesteld zijn.
Ret is echter ook mogelijk het inlegstuk F met een verstevi-30 gingsmiddel op verscheidene plaatsen respektievelijk te verstevigen. De constructie van het inlegstuk E is echter hier niet van belang. Ra het samenvoegen van het inlegstuk E en van de buitenste laaa bovenstof wordt de over ongeveer 6-12 mm naar voren staande bovenstof gekapt, d.w.z. om de 35 onderkant van het inlegstuk geslagen en door een naad 1 aangenaaid, zie fia.l a).
Volgens b) v;ordt een onderste laag bovenstof 02 op de buitenste laag gelegd en de kraag met een naad 2 voorge- 8220006 - 3 - naaid. In aansluiting daarop wordt de voorgenaaide kraag, zie c), gekeerd en na het keren door een naad 3 gestikt of doorgenaaid. Dan wordt de open stofkant S van de bovenstof O2 van de kraagonderzijde door een naad 4 aan de hemdenstof-5 baan R genaaid, zie d) . Ms laatste naaihandeling wordt de kraag omgeslagen en gesloten, d.w.z. door een naad 5 met de daartussen liggende kant van de hemdenstofbaan H toege-naaid.
Bij elkaar zijn dit vijf naaihandelingen, waarbij het 10 naaien van de naad 4 door een geschoolde arbeidskracht zeer zorgvuldicr uitgevoerd moet worden, daar 00k slechts de kleinste verschuivinaen bij het aannaaien van de bovenstof 02 van de kraagonderzijde aan de hemdenstofbaan H een slecht passen of zitten van het hemd tot gevolg hebben.
15 Fig. 2 toont het. monteren van een hemdkraag met de werkwijze volgens de uitvinding. Volgens a) wordt na het samenvoegen van de met het inlegstuk E bijvoorbeeld door kleven verbonden buitenste laag bovenstof en de onderste laag bovenstof (¾ de kraag door de naad 2 tezamengenaaid.
20 Daardoor komt de bij het monteren van de kraag volgens fig.l noodzakelijke naad 1 te vervallen.
Hierna geschiedt, zie h),het ombuigen van de vrije stofkanten, terwijl de onderkant van de bovenstof van de kraagbuitenzijde langs de onderkant van het inlegstuk E 25 naar boven gevouwen wordt, terwijl de onderkant van de bovenstof 02 van de kraagonderzijde op dezelfde plaats naar beneden gevouwen wordt. Gelijktijdia met het vouwen van de stofkanten wordt een monofiele draad Ά, B uit een smelt-kleefmateriaal of-klever, bijvoorbeeld polyamide, in de ge-30 vormde vouw gelegd. De smeltklever f, B wordt onmidd.eH.ijk na het inleggen door middel van warmtetoevoer verkleefd.
De smeltklever behoeft. niet als draad uitgevoerd te zijn; het is 00k mogelijk deze in poedervorm in de gevouwen stofkanten in te brengen. Zoals uit b) te zien is, geschiedt het ombuigen, 35 vouwen en fixeren van de bovenstoffen C^, 02 voor het keren.
Na het keren, zie c), wordt de kraag door de naad 3 gestikt of doorgenaaid. In aansluiting daarop wordt de bovenkant van de hemdenstofbaan H in de kraag geschoven en door een 8220006 - 4 - naad 5 doorgenaaid.
Fen vergelijking van bet maakproces volgens fig. 2 met het proces volgens fig.l toont, dat de naden 1 en 4 en daar-mee het bijbehorende naaigaren bespaard worden. Het vouw-5 en fixeerproces ban machinaal uitgevoerd worden en heeft hiertoe geen geschool.de arbeidskracht nodig. Aangezien ook de kosten voor de smeltklever, zij het nu in de vorm van een draad of een poeder, vezenlijk lager dan de kosten voor het bespaarde naaigaren liggen, resulteert uit de werkwijze 10 volgens fig.2 een aanzienlijk voordeel ten opzichte van de tot dusver toegepaste werkwijze volgens fig.l.
In fig.3-5 is het toestel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens fig. 2 weergegeven. Fig. 3 toont als blok-scheira de afzonderlijk hiertoe benodigde middelen. De 15 volgens a) in fig.2 voorbereide kraag wordt in een geleiding 10 geplaatst, die in een vouwinrichting 11 overgaat, waarin de vri je stofkanten van de bovenstof gebogen worden. Gelijk-tijdig geschiedt de toevoer van de smeltklever door toevoer-organen 12. De aldus voorbereide stofkanten komen terecht 20 in een onmiddellijk naast de vouwinrichting 11 gelegen kleefinrichting 13, waarin de verkleving van de vrije stofkanten plaatsvindt. Van de kleefinrichting 13 komt de kraag in een naaiinrichting 14 terecht, waar de bovenkant van de hemdenstofbaan ingeschoven en doorgenaaid wordt.
In fig.4 zijn de inrichtingen 11, 12, 13 volgens fig.3 nader weergegeven. De kraag 15 wordt in de geleidingen van een toestel 16 ingevoerd, vaarin het vouven van de vrije stofkanten automatisch geschiedt. Zoals uit fig.4 waarneembaar is, bezit het toestel 16 twee boven elkaar gelegen trechter-30 vormige holle lichamen 17, waartussen een spleet 18 bestaat, waardoor de kraag 15 respektievelijk de vrije stofkanten 20 ervan kunnen worden ingevoerd. De holle lichamen 17 zijn niet volledig gesloten, maar bezitten een langssleuf 19, waardoor zich de stofkanten uitstreFken en omgebogen worden.
35 Aan de intreezijde van het toestel 16 zijn twee buizen 21 opgesteld, waardoor de beide door spoelen 22 afgevikkelde kleverdraden A, B in de door het toestel 16 gevormde vouwen worden ingevoerd. Het invoeren kan hierbij door middel van 8220006 - 5 - een stroom perslucht geschieden, dip op niet-weergegeven wijze in de buis 21 wordt ingeleid. Aan de uittreezijde van het toestel 16 zijn de stofkanten gevouwen en komen terecht tussen twee roterende, verhitte kleefwalsen 23, die door een 5 aandrijfeenheid 24, bijvoorbeeld een electromotor, aange-dreven worden. De kleefvTalsen 23 nemen ook gelijktijdig het vooruitschuiven van de kraag 15 op zich.
Uit fig.4 en 5 is te zien, dat voor het buig- en vouw-proces een tong 25 in de spleet 18 tussen de beide boven-10 stoffen 0^, C>2 van de kraag 15 geschoven wordt. De tong 25 is met de zuigerstang van een zuigercilinderstel 27 ver-bonden, die op niet-weergegeven wijze door een drukmedium belastbaar is. De tong 25 is aan. het begin van de vouwvor-ming aan een kraag 15 teruggetrokken en wordt na. het 15 invlechten van de kraag 15 in de spleet 18 voor het scheiden van de stofkanten 20 naar voren geschoven.
Het toestel 16, de buis 21 en de aandrijfeenheid 24 zijn op een stationaire onderlaaa 28 gelegerd. Op de onder-laag 28 kunnen verdere, niet-weergegeven middelen toegepast 20 worden, die een betrouwbare geleiding van de kraag 15 moge-lijk maken.
In fig.6 is het fixeren van de stofkanten 20 van een stuk stof 15 weergegeven, waarhij voor het ombuigen andere middelen dan in fig.4, 5 gebruikt worden.
25 Het volgens a) in de uitgangspositie bevindende stuk stof 15, bijvoorbeeld een kraag, stelt zich uit een met een inlegstuk E verkleefde bovenstof (buitenzijde kraag) en een daaronder gelegen bovenstof 0o (onderzijde kraag) samen. De kraag is voorgenaaid, maar nog niet gekeerd.
30 Volgens b) worden de stofkanten 20 door middel van lucht, bijvoorbeeld door het opwekken van een vacuum, aange-zogen, opdat bij het aanvoeren van de stof tegen een aanslag 30, zie c), de stofkanten 20 parallel en uit elkaar richt tegen de aanslag 30 gaan aanliggen. Gelijktijdig komt de 35 kraag terecht in het bereik van twee halters 31. Nu worden door een strijkbeweging, zie d), de stofkanten 20 omgelegd, bijvoorbeeld door een roterend borstelpaar 32, 33. In deze toestand van de stofkanten 20 gesebiedt het inleggen 8220006 - 6 - van de m.onofiel-klever Ά, B, zie e) . Nu worden d.e stofkanten 20 door een verdere strijkbeweqing, bijvoorbeeld door een verder roterend borstelpaar 34, 35, strak over de mono-fiel-klever A, B gestreken resp. geborsteld zie f). In 5 aansluiting daarop worden de stofkanten 20 door warmtetoevoer, bijvoorbeeld door vibrerende verwarmingselem.enten 36, 37 verkleefd, zie g).
Het monteren van het op deze wijze geconfectioneerde stuk stof resp. kraag 15 aan de bemdenstofbaan geschiedt 10 op dezelfde wijze als volgens c) in fig.2.
Voor het fixeren van de stofkanten 20 volgens fig.6 kan een toestel volgens fig,7 gebruikt worden. De kraag 15 ligt met de stofkanten 20 tegen een aanslag 38 aan, vaarmee de kraag 15 in de juiste positie naar het toestel gebracht 15 wordt. Den transportband 39 vat nu de kraag 15 aan en voert hem. door het toestel. Hierbij komen de stofkanten 20 terecht in het bereik van twee luchtmondstukken 40, die de stofkanten 20 volgens b) in fig.6 scheiden. De transportband 39 naakt een gestuurde been- en weer-beweging, zodat de stofkanten 20 20 steeds in de juiste positie met betrekking tot de delen van het toestel liggen. Dan geschiedt het aanvoeren tegen de aanslag 30 en de halters 31 overeenkomstig c) in fig.6. Daarop aansluitend geschiedt het ombuiaen van de stofkanten 20 volgens d) in fig.6 door een eerste borstelpaar 32, 33, 25 waarvan in fig.7 slechts de ene borstel 32 zichtbaar is.
Nu volgt het inleggen van de beide monofiel-klevers k, B, zie e) in fig.6 door middel van twee buizen 21, waarvan in fig.7 slechts de ene buis zichtbaar is. Na het inleggen van de monofie1-klevers geschiedt de strijkhandeling volgens 30 f) j.n fig. 6 door een tweede borstelpaar 34, 35, waarvan .. slechts de borstel 34 in fig.7 zichtbaar is. Dan volgt de verkleefhandeling volgens g) in fig.6 door de vibrerende verwarmingselementen 36, 37, waarvan slechts het verwarmings-element 36 in fig.7 zichtbaar is. Hierop aansluitend volgt 3-5 het keren van de kraag en het monteren van de hemdenstofbaan volgens c) in fig.2.
In fie.7 zijn de afzonderlijke delen van het toestel zo ver uit elkaar getrokken, dat zij goed herkenbaar zijn.
8220006 _ 7 - %
In werkelijkheid zijn deze echter wezenlijk nauwer bij elkaar geschoven, zodat de afzonderlijke handelingen b) -g) in fig.6 onmiddellijk na elkaar geschieden.
Tenslotte is het ook mogelijk de transportband 39 5 zonder zijdelingse verschuifbaarheid op te stellen, terwijl voor de handhaving van de juiste positie het toestel ge-stuurde zijbewegingen langs de omtrek van de kraag 15 uitvoert.
Met de werk.wijze volgens de uitvinding kunnen wezen-10 lijke tijdsbesparingen, bijvoorbeeld. bij de vervaardiging van een herenhemd, bereikt worden. Voor de vervaardiging van de kraag ontstaan hierbij tijdsbesparingen van ongeveer 30 % en rreer van de tot dusverre benodigde totale ver-vaardigingstijd. Ook voor de totale arbeidstijd voor de 15 vervaardiging van een herenheind betekent dit een besparing tussen 5- 7 %. Deze voordelen kunnen zov/el met het toestel volgens fig.5 en 6 alsook volgens fig.7 bereikt worden.
In plaats van monofiele kleefdraden en poeders kunnen ook andere kleefstoffen in vloeibare of vaste vorm 20 toegepast worden.
Er zijn ook verdere toepassingsgebieden denkbaar, bijvoorbeeld bij de gordijnenfabricage.
8220006

Claims (14)

1. Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof, i.n het bijzonder kragen, manchetten, knoop-en knoopsgatstroken en andere belegsels, aan een ander stuk stof, viaarbij het geconfectioneercle stub stof uit ten 5 minste twee stofdelen vervaardigd en gereedgemaakt wordt om te worden gemonteerd, waarna een stofkant van het andere stuk stof met het geconfectioneerde stuk stof verbonden wordt, met het kenmerk, dat. op elkaar gelegen, met het andere stuk stof tezamen te naaien stofkanten van de 10 stofdelen van bet geconfectioneerde stuk stof tegengesteld omgebogen, gevouwen en in gevouwen toe stand, gefixeerd worden..
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het geconfectioneerde stuk stof na het fixeren gekeerd 15 wordt, waaron de stofkant van het andere stuk stof tussen de gevouwen en gefixeerde stofkanten van de stofdelen geschoven en doorgenaaid wordt.
3. Werkwijze volcrens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de omgebogen en gevouwen stofkanten van de 20 stofdelen door toevoer van een smeltklever, bijvoorbeeld polyamide, gefixeerd v'ord-en.
4. Werkwijze volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat als smeltklever een draad, bijvoorbeeld een monofiele draad, toegepast wordt.
5. Werkwijze volgens conclusie .1, met het kenmerk, dat de stofkanten van de stofdelen door een flu'idum, bijvoorbeeld door het opwekken van een vacuum, uit elkaar gebogen worden,
6. Werkwijze volgens conclusie 1 of 5, met het kenmerk, dat de stofkanten van de stofdelen door een strijkbeweging, 30 bijvoorbeeld met roterende borstels, omgebogen en gevouwen worden.
7. Werkwijze volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat de stofkanten van de stofdelen om halters omgebogen worden.
8. Toestel voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een geleidingsmiddel (10; 8220006 A - 9 - 38, 39) voor het geleiden van bet stub, stof (15), vouw-middelen (11, 16; 30-34, 40) voor het vouwen van de stof-kanten (20) van de stofdelen van het geconfectioneerde stuk stof (15), toevoermiddelen (12; 21) voor het toevoeren 5 van een klever (P, B) in het bereik van de vouwm.iddelen en fixeermiddelen (23; 36) voor het fixeren van de gevouwen stofkanten (20) bezit.
9. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vouX‘?middelen (16) over elkaar gelegen, van een langssleuf 10 (19) voorziene, trechtervormige holle lichamen (17) zijn.
10. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de vouwmiddelen een aanslag (30) voor het aanliggen van de stofkanten (20) en tegenover de aanslag (30) gelegen, het stuk stof (15) aan weerszijden voerende halters (31) -*•5 bezitten.
11. Toestel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de aanslag (30) en de halters (31) ten minste een borstel-paar (32, 33) voor het strijken van de stofkanten (20) van het stuk stof (15) toegevoegd is.
12. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk.,.dat de toevoermiddelen door druklucht belaste buizen (21) zijn, waarin een monofiele kleefdraad (A, B) gevoerd is.
13. Toestel volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de fixeermiddelen bewogen verwarmingselernenten, bijvoorbeeld 25 motorisch aangedreven, verwarmde kleefwalsen (23) , of vibrerende verwarmingselernenten zijn.
14. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat tussen de trechtervormige. holle lichamen (17)een heen-en weer bewogen tong (25) opgesteld is. 8220006
NL8220006A 1981-01-22 1982-01-19 Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof aan een ander stuk stof. NL8220006A (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
CH41581 1981-01-22
CH415/81A CH651186A5 (de) 1981-01-22 1981-01-22 Verfahren zum montieren von konfektionierten stoffteilen an einen weiteren stoffteil.
CH8200008 1982-01-19
PCT/CH1982/000008 WO1982002478A1 (en) 1981-01-22 1982-01-19 Method for assembling manufactured fabric pieces to another fabric piece

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8220006A true NL8220006A (nl) 1983-01-03

Family

ID=4186507

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8220006A NL8220006A (nl) 1981-01-22 1982-01-19 Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof aan een ander stuk stof.

Country Status (13)

Country Link
US (1) US4506615A (nl)
EP (1) EP0070282A1 (nl)
JP (1) JPS58500132A (nl)
BR (1) BR8205676A (nl)
CH (1) CH651186A5 (nl)
DE (1) DE3231620D2 (nl)
DK (1) DK419782A (nl)
GB (1) GB2105574B (nl)
IT (1) IT1150101B (nl)
NL (1) NL8220006A (nl)
NO (1) NO823189L (nl)
SE (1) SE8205401D0 (nl)
WO (1) WO1982002478A1 (nl)

Families Citing this family (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4670908A (en) * 1984-05-24 1987-06-09 Albert Michael P Multi-ply garment component and method of fabrication
DE3818439C1 (en) * 1988-05-31 1989-07-06 Pfaff Industriemaschinen Gmbh, 6750 Kaiserslautern, De Method for joining multilayer collars, cuffs or the like for items of clothing such as shirts and blouses
CN1158950C (zh) 2001-10-18 2004-07-28 广东溢达纺织有限公司 衬衫缝骨的抗皱整理方法
US7191720B2 (en) * 2003-02-03 2007-03-20 Hbi Branded Apparel Enterprises, Llc Method of manufacture for stitchless garment
WO2009048608A1 (en) * 2007-10-10 2009-04-16 Christopher Pilarski Comfortable and cool shirt collar
US8191218B2 (en) * 2009-07-01 2012-06-05 International Automotive Components Group North America, Inc. Deck seam with reduced selvage
KR102492413B1 (ko) * 2020-07-23 2023-01-26 유명선 원터치 봉제 박음질 방법

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1928838A (en) * 1933-01-14 1933-10-03 Marcus Jacob Cloth construction
US2131055A (en) * 1937-04-08 1938-09-27 Mardel Corp Shirt
US3333280A (en) * 1964-07-08 1967-08-01 Johnson & Johnson Interliner
US3277853A (en) * 1965-09-24 1966-10-11 Anthony G Tucci Fabric-shaping devices
FR1597644A (nl) * 1967-11-29 1970-06-29
US3600220A (en) * 1968-10-15 1971-08-17 Rimoldi C Spa Virginio Fabric folding device for sewing machines,particularly suitable for edged pocket
FR2053707A5 (nl) * 1969-07-18 1971-04-16 Clairefont Tissages Conf
JPS49334A (nl) * 1972-03-06 1974-01-05
FR2238005A1 (en) * 1973-07-17 1975-02-14 Southern Machinery Co Fabric hemming method - by forming two double fold hems at sides of cut and fixing by adhesive
DE2353404A1 (de) * 1973-10-25 1975-05-07 Texmato Ges Fuer Automatisieru Verfahren zum bilden eines doppelten randumschlags an flachen bahnen und vorrichtung zur durchfuehrung des verfahrens
DE2625589A1 (de) * 1976-06-08 1977-12-22 Miracle Seam Inc Verfahren und vorrichtung zur herstellung von gesaeumten vorhaengen
GB2006842B (en) * 1977-09-14 1982-03-10 Pignatti Eldima Devie for quickly sewing edgins and collars particularly for sewing machines
DE7732141U1 (de) * 1977-10-18 1978-01-26 Pfaff Industriemaschinen Gmbh, 6750 Kaiserslautern Vorrichtung zum falten eines bandstreifens
GB2016537A (en) * 1978-01-11 1979-09-26 Ilcor Gmbh Method and apparatus for setting seams

Also Published As

Publication number Publication date
IT1150101B (it) 1986-12-10
CH651186A5 (de) 1985-09-13
US4506615A (en) 1985-03-26
NO823189L (no) 1982-09-21
DE3231620D2 (en) 1983-08-11
EP0070282A1 (de) 1983-01-26
GB2105574B (en) 1985-04-24
JPS58500132A (ja) 1983-01-20
IT8219114A0 (it) 1982-01-14
WO1982002478A1 (en) 1982-08-05
SE8205401L (sv) 1982-09-21
DK419782A (da) 1982-09-21
BR8205676A (pt) 1982-12-14
SE8205401D0 (sv) 1982-09-21
GB2105574A (en) 1983-03-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2285438C2 (ru) Одежда без морщин и способ ее изготовления
KR100579951B1 (ko) 링클프리 시임 및 그 제조 방법
EP0861605B1 (en) Pucker free garment side seam and method for production
NL8220006A (nl) Werkwijze voor het monteren van geconfectioneerde stukken stof aan een ander stuk stof.
US20240225157A1 (en) Automated garment manufacturing using adhesive bonding
AU2004207452B2 (en) Apparatus, seaming assembly and method for placing seams in a continuously moving web
JPH10280215A (ja) 滑らかなポケットシームを有する衣類及びその形成方法
CA1168113A (en) Method of making lap seams
CN111850848B (zh) 用于将针织品与衣领缝连的缝连机
CN207118675U (zh) 拉链带、拉链及拉链带制作设备
CN107687050B (zh) 一种裤子的制作方法
US4757559A (en) Method for forming half and full-felled seams
DE1560013A1 (de) Stoffsaum
KR102093693B1 (ko) 부직포 원단 재봉 장치
CN115305656A (zh) 设有对齐待接合的两个织物边缘的改进引导件的缝连机器
EP1624766B1 (en) Hemming machine
US4653122A (en) Method for automated construction of pants
US2539845A (en) Method and apparatus for making shop caps
ITBA20010009A1 (it) Impianto automatico e relativi procedimenti per l'applicazione della fodera alla cintura del pantalone.
JP3434810B1 (ja) 縫製物の縫合せ方法
JP7540773B1 (ja) 仕上げテープ
CN103541156B (zh) 一种缝纫机用嘴子附件
US20230272568A1 (en) Hem formation for automated garment manufacture
JP3688360B2 (ja) 縫製製品の端縁処理用テープ及び端縁処理縫製製品の製法
CN208630416U (zh) 一种高强度防堆积装饰条