NL8201335A - Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten. - Google Patents

Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten. Download PDF

Info

Publication number
NL8201335A
NL8201335A NL8201335A NL8201335A NL8201335A NL 8201335 A NL8201335 A NL 8201335A NL 8201335 A NL8201335 A NL 8201335A NL 8201335 A NL8201335 A NL 8201335A NL 8201335 A NL8201335 A NL 8201335A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
layer
complementary
cords
angle
pneumatic tire
Prior art date
Application number
NL8201335A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Michelin & Cie
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Michelin & Cie filed Critical Michelin & Cie
Publication of NL8201335A publication Critical patent/NL8201335A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B60VEHICLES IN GENERAL
    • B60CVEHICLE TYRES; TYRE INFLATION; TYRE CHANGING; CONNECTING VALVES TO INFLATABLE ELASTIC BODIES IN GENERAL; DEVICES OR ARRANGEMENTS RELATED TO TYRES
    • B60C9/00Reinforcements or ply arrangement of pneumatic tyres
    • B60C9/18Structure or arrangement of belts or breakers, crown-reinforcing or cushioning layers
    • B60C9/28Structure or arrangement of belts or breakers, crown-reinforcing or cushioning layers characterised by the belt or breaker dimensions or curvature relative to carcass
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T152/00Resilient tires and wheels
    • Y10T152/10Tires, resilient
    • Y10T152/10495Pneumatic tire or inner tube
    • Y10T152/10765Characterized by belt or breaker structure
    • Y10T152/1081Breaker or belt characterized by the chemical composition or physical properties of elastomer or the like

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Tires In General (AREA)
  • Heating, Cooling, Or Curing Plastics Or The Like In General (AREA)

Description

' ? r B
\ WW/dM/60.90.386 1 MICHELIN & CIE (Compagnie Générale des Etablissements MICHELIN) te Clermont-Ferrand/Frankrijk
Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten.
De uitvinding heeft betrekking op luchtbanden met een karkaswapening gevormd door tenminste één laag van in iedere bandhiel aan ten minste één hielkernring verankerde radiale koorden, alsmede een in radiale zin aan de buiten- 5 zijde van de karkaswapening geplaatste kruinwapening, welke langs een op de equator gecentreerd gebied ongeveer evenwijdig aan deze karkaswapening is gelegen, en welke s s kruinwapening wordt gevormd door ten minste twee lagen van koorden, die in iedere laag evenwijdig en. ten opzichte van 10 de- aangrenzende laag kruiselings zijn geplaatst, waarbij één kruinlaag breder is dan de andere kruinlaag of kruinlagen .
De kruinwapening van radiale luchtbanden, met name de banden, die bestemd zijn voor het uitrusten van zware en 15 zeer zware vrachtauto’s, omvat in hoofdzaak twee kruiselings geplaatste lagen, bij voorkeur van koorden met een geringe rek, die kleine hoeken maken ten opzichte van de omtreksrichting van de band.
Deze beide essentiële lagen worden de "werklagen" genoemd.
20 Teneinde de stijfheid van de kruinwapening te versterken, | kan deze wapening nog een extra laag omvatten, die sterker hellend is geplaatst ten opzichte van de omtreksrichting, en die aldus de beide werklagenSnijdt, welke laag in radiale zin aan de binnenzijde van de werklagen is 25 ' geplaatst. [_ in een driehoeksconfiguratie ("triangulant”)
Bovendien kunnen Ier bescherming van de kruinwapening in radiale zin aan de buitenzijde van de genoemde basiswapening beschermingslagen uit elastische koorden zijn aangebracht.
8201335 — A.
- 2 -
Gewoonlijk is één van de werkdagen breder dan de andere, behalve in het geval dat één van deze lagen voorzien is van randen, die om de buitenranden van de andere laag zijn omgeslagen. De delen van de breedste werklaag, die 5 uitsteken buiten, de andere laag hebben in wezen tot doel een overgangszöne te scheppen tussen het stijve deel van de kruinwapening en de rest van de kruin van de band.
Dit heeft tot gevolg dat de breedte van het actieve (ver-α sterkte)deel van de kruinwapening samenvalt met de breedte 10 van de minst brede van de beide werklagen.
Om deze reden is het gebruikelijk deze werklaag aan te duiden als de actieve werklaag, terwijl de andere werklaag de complementaire laag wordt genoemd.
Volgens het Franse octrooischrift 2,452.390 ligt de breedte 15 van de actieve werklaag tussen 55% van de maximale axiale breedte B bij een verhouding H/B van omstreeks één, en 85% van deze breedte bij een. verhouding H/B van ongeveer 0,5 , waarin H de radiale hoogte op de velg voorstelt.
De complementaire werklaag wordt gewoon in radiale zin aan 20 de binnenzijde van de actieve laag geplaatst, terwijl de breedte van deze laag gewoonlijk 10% tot 25% groter is dan : de breedte van de actieve laag.
De warmteontwikkeling in de band is het grootst ter hoogte van de randen van de complementaire laag en het rubber-25 mengsel gelegen tussen deze randen en de karkaswapening , overeenkomend met de maximale dikte van de radiale doorsnede van de band. Als men de belasting, de druk en de snelheid waarvoor de band ontworpen is overschrijdt, zal deze warmteontwikkeling de kritische waarde, waarbij de 30 duurzaamheid van de band in het geding komt, bereiken of overschrijden. Het rubbermengsel dat de randen van de complementaire laag omgeeft begint dan zijn samenhang te verliezen. Deze degradatie zet zich voort in de richting van de karkaswapening en van de randen van de actieve laag, en kan zich daaruit verder verbreiden in de richting 8201335 • - “ ............. * it « - 3 - van het equatoriale vlak en eventueel de aangrenzende kruinlagen bereiken, met name als de band gebruikt wordt op geaccidenteerd terrein, bijvoorbeeld buiten de gebaande weg.
5 Het probleem betreft een vermindering van de kwetsbaarheid van luchtbanden voor grote en zeer grote belastingen van de geschreven soort, in het bijzonder wanneer zij buiten de gebaande weg gebruikt worden, bij overschrijdingen van de belasting en/of snelheid, zonder dat daarbij de actieve <•1 | 10 breedte van het samenstel van de beide werklagen wordt li verminderd.
De uitvinding heeft dan ook betrekking op een luchtband voor zware en zeer zware vrachtauto's, die eventueel buiten de gebaande weg rijden, voorzien van een karkaswape-15 ning gevormd door tenminste één laag van in iedere band-hiel aan tenminste één hielkernring verankerde radiale koorden, alsmede een kruinwapening van ten minste twee op elkaar liggende lagen, de zgn. werklagen, bestaande uit weinig rekbare koorden, die in iedere laag evenwijdig 20 en ten opzichte van de aangrenzende laag kruiselings geplaatst zijn en met de omtreksrichting van de band scherpe hoeken vormen, welke lagen enerzijds verschillende axiale breedten bezitten, zodanig dat de in axiale zin 5; smalste laag een geringere breedte bezit dan de breedte 25 van het loopvlak, en anderzijds over een evenwijdigheids-gebied dat smaller is dan de breedte van de smalste laag evenwijdig liggen aan de karkaswapening, waarbij de karkaswapening ongeveer vanaf de randen van het gebied waarin de beide kruinlagen evenwijdig liggen aan de karkaswapening tenminste tot de 30 punten waar deze wapening zijnmaximale axiale breedte heeft zijn natuurlijk evenwichtsprofiel volgt, met het kenmerk,dat de minst brede werklaag, de zgn. actieve laag met het equatoriale vlak van de band een hoek maakt van tussen 15° en 35°, terwijl de andere werklaag, de zgn.
35 complementaire laag een axiale breedte bezit, die ligt tussen 1,05 x de axiale breedte van het loopvlak en 1,1 x de maximale axiale breedte van de karkaswapening, 8201335 - - i > ...... · - 4 - waarbij de koorden van de complementaire laag, althans in de axiale zin buitenste delen van het genoemde evenwijdig-heidsgebied een geodetisch verloop volgen, waarvan de meridiane doorsnede gedefinieerd is door de formule
R'2 - R' 2 R' sin X
5 cos'yf - · -e · R' - R' 2 Vr'2 - R' 2 cos se s ^ o waarin de hoek voorstelt die de raaklijn aan het j verloop van de laag in het punt van de straal R' maakt met een evenwijdig aan de rotatieas van de band lopende 10 lijn, R'e ligt tussen 0,8 en 1,2 maal de straal Rg in het punt van de karkaswapening waar deze zijn maximale axiale breedte bereikt, R'g tenminste gelijk is aan de straal van het punt waar de complementaire laag evenwijdig aan
de actieve laag en aan de karkaswapening loopt, en^’Q
15 de hoek voorstelt, gevormd door de koorden van de complementaire laag met het equatoriale vlak van de band, welke hoek groter is dan en van tegensteld teken als de ~ hoek van de koorden van de actieve laag, en liggende tussen 25 en 65°, waarbij de stralen R', R' en R’ Θ s 20 gemeten worden vanaf de rotatieas van de band.
De koorden van de complementaire laag volgens de uitvin-: ding zijn, terwijl zij een geodetisch verloop volgen, geplaatst op een profiel van een rubbermengsel, waardoor zij van de karkaswapening gescheiden zijn.
25 Het gevolg is dat ieder van de koorden in ieder punt geplaatst is in een vlak loodrecht op het genoemde profiel, en daardoor als gevolg van het oppompen van de band slechts blootgesteld is aan de normale belastingen bij dit verloop. Het voordeel hiervan is, dat de kromming van 30 de koorden progressief toeneemt in de richting van de randen zonder ooit terug te lopen, terwijl het koord aan een constante spanning is onderworpen.
8201335 ψ· Ί - 5 -
De uitvinding kent de volgende voorkeursuitvoeringenΓ a. De actieve laag ligt in radiale zin aan de buitenzijde van de complementaire laag.
b. . De karkaswapening volgt tot in de nabijheid van de 5 bandhielen zijn natuurlijk evenwichtsprofiel.
Zoals bekend wordt het natuurlijke meridiane evenwichts-profiel van een radiale karkaswapening gedefinieerd door j de betrekking 2 2 R - R ^ 10 cosvp - 2 2 R - Ra s e
In deze formule is R de straal van het punt van de neutrale vezel van de karkaswapening waar de raaklijn aan het evenwichtsprof iel, gevolgd door deze neutrale vezel, een hoek>p maakt met een door dit punt.evenwijdig aan de rotatieas lopende lijn, gerekend ten opzichte van de rotatieas van de band, R_ de straal van het punt waar de karkaswapening zijn grootste axiale breedte bereikt en R /het punt, waar het even- £r"“ wichtsprofiel of zijn denkbeeldige verlenging een raaklijn 20 heeft evenwijdig aan de rotatieas. Bovendien ligt de raaklijn aan de neutrale vezel van de karkaswapening ter hoogte j van de randen van het evenwijdigheidsgëbied tussen de beide werklagen volgens de uitvinding enerzijds, en de karkaswapening anderzijds evenwijdig met de raaklijnen aan de 25 werklagen. / de straal van c. Het meridiane verloop van de complementaire ..of het denkbeeldige .verlengde van dit verloop in axiale zin aan de buitenzijde van de rand van de complementaire laag heeft een axiale equatoriale straal Ree gelijk aan de straal Re van het 30 punt van de karkaswapening, waar deze zijn maximale axiale breedte bereikt.
8201335 i w . ··· ~ δ - d. De koorden van de complementaire laag vormen een hoek öóomet het equatoriale vlak van de luchtband en volgen van de ene tot de andere rand van deze laag een geodetisch verloop; de meridiane kromming van deze laag 5 op de plaats waar deze het equatoriale°vlak snijdt,, wordt gedefinieerd door de formule 1 2 R' CtS2,< ~ __ s_ _ _o I ΫΟ R' 2 - R' ‘2 R' i s e s terwijl het verloop van het evenwichtsprofiel van de 10 karkaswapening zich vanaf de rand van dit gebied voegt naar de kromming van het evenwijdigheidsgebied.
e- De complementaire laag omvat tenminste één omgevouwen rand, terwijl het loopvlak althans in het daarmee overeenkomende marginale gebied, voorzien is van schuine 15 of dwarse blokken, gescheiden door brede en diepe groe ven, Het omgeslagen deel heeft bij voorkeur een breedte die ligt tussen 10% en 30% van de ontwikkelde breedte van rand tot rand van de complementaire laag in meridane doorsnede. Het omgeslagen deel kan even- ; 20 eens vervangen worden door een smalle laag langs de rand van de complementaire laag.
Bovendien kan aan de binnenzijde van de omslag van de complementaire laag of langs de al dan niet omgeslagen rand van deze laag een ringvormig versterkingselement 25 zijn aangebracht, bestaande uit een zeer smalle laag van koorden, die een zeer geringe hoek van ten hoogste 10° maken met de omtreksrichting. De complementaire laag kan echter ook als enige rand voorzien zijn van de genoemde zeer smalle laag van koorden onder een zeer geringe hoek.
8201335
If Ip - 7 - . --- f. De aanwezigheid van de complementaire- laag volgens de uitvinding maakt het mogelijk om zonder.bezwaren voor de werklaag gebruik te maken van ongewoon grote hoeken.
Voor het gebruik van de banden voor zeer zware vracht-5 auto’s die op de gebaande weg kunnen rijden ligt de hoek van de complementaire laag ter hoogte van de equator tussen 25 en 35°, terwijl de hoek gevormd door de koorden van de actieve laag met die van de complemen-. taire laag gelijk is aan 40' + 5°.
; !0 Voor het gebruik van de luchtband op voertuigen, die buiten de gebaande weg op zeer geaccidenteerd terrein dienen te rijden, ligt de hoek van de complementaire laag ter hoogte van de equator tussen 40 en 60°, terwijl de hoek gevormd door de. koorden van de actieve laag en 15 de koorden van de complementaire laag gelijk is aan 60 + 5°.
Een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding wordt schematisch geïllustreerd met behulp van de tekening, waarnaar het hiervolgende deel van de beschrijving verwijst.
' 20 in deze tekening stelt voor : - figuur 1 : een schematische doorsnede van de linkerhelft j van een luchtband volgens de uitvinding, - figuur 2 : een meer gedetailleerde tekening van deze helft van de band, 25 - figuren 3 en 4 : twee bijzondere uitvoeringsvormen van de randen van de complementaire laag, - figuren 5 en 6 : de bij voorkeur gekozen hoeken van de actieve laag en de complementaire laag ten opzichte van de omtreksrichting en ter hoogte van de equator van de 30 luchtband.
De meridiane doorsnede van de linkerhelft van de band 1 volgens de uitvinding (fig. 1) is ten opzichte van de doorsnijding XX’ van het vlak van de tekening met het equatoriale vlak van de band symmetrisch met de niet afge-35 beelde rechterhelft.
•S] « ► - 8 -
In deze schematische afbeelding zijn alleen de essentiële elementen, noodzakelijk voor het goed begrip van de betrekkingen tussen de afmetingen van de samenstellende delen van de band, zoals deze binnen het kader van de uit-5 vinding zijn gedefinieerd, weergegeven.
De luchtband 1, waarvan de buitenomtrek 1' is weergegeven in lange streepjes, is gemonteerd op zijn nominale velg 2 waarvan alleen de buitenomtrekken van de zitting en de .ï % corresponderende naaf zijn weergegeven.
10 De band omvat een loopvlak 3 met een axiale breedte L^, ' een karkaswapening 4 met een maximale axiale breedte B en een kruinwapening, die volgens de uitvinding twee boven-elkaar geplaatste werklagen 5 en 6 omvat.
De actieve werklaag 6, de minst brede van de beide lagen 15 5 en 6, is in radiale zin aan de buitenzijde van de complementaire werklaag 5 geplaatst. Het meridiane verloop van de complementaire laag 5 volgens de uitvinding is aangegeven met een onondoorbroken lijn in het evenwijdig-heidsgebied met een breedte tussen enerzijds de beide 20 werklagen 5 en 6 en anderzijds de karkaswapening 4.
In axiale zin aan de buitenzijde van dit evenwijdigheids-gebied Lp is het meridiane verloop van de complementaire ? laag 5 aangegeven door de stippellijn 5b, voor een hoek^· o van 25° tussen de koorden van deze laag en het equatoriale 25 vlak van de band, aangegeven door de lijn XX’, en met korte streepjes 5a, voor een hoek^ van 60° met ditzelfde vlak. De actieve laag 6 heeft een axiale breedte Lg die kleiner is dan de axiale breedte L3 van het loopvlak, doch groter is dan de breedte van het gebied waarlangs 30 de beide werklagen 5 en 6 evenwijdig liggen aan de karkaswapening 4.
8201335 jT < » . - - 9 -
Overeenkomstig de uitvinding heeft de complementaire laag 5 (aangegeven met de stippellijn 5b of de korte streepjes 5a in axiale zin aan de buitenzijde van het evenwijdig heidsgebied Lp) een breedte liggende tussen 1,05 maal 5 de axiale breedte Lg van het loopblak 3 en 1,1 maal'de maximale axiale breedte B van de karkaswapening 4.
Het (fictieve) verlengde van het meridiane verloop van de complementaire laag 5 voor bij de rand 50a (50b) van de i complementaire laag 5a (5b), is aangegeven met een dunne 10 stippellijn 5 b', voor de hoek «λ* van 25°, en in korte dunne streepjes 5 a', voor de hoek^0 van 60°, tot de axiale equatoriale punten E’^. en E' met een straal R' in welke punten deze lijnen evenwijdig aan het equatoriale vlak met een doorsnede XX* respectievelijk raaklijnen T^, 15 en T . hebben.
6a
Het buitenvlak in radiale zin van de elastomereimassa 31 (fig.2), liggende tussen de rand 51 van de complementaire laag 5 en de karkaswapening 4 en in aanraking met de complementaire laag 5, is volgens de uitvinding in meridane 20 doorsnede geprofileerd volgens de formule R'2 - R' 2 R' sin_ f cos γ- ' ' '.......
„, 2 _, 2 \f ~ 2 '2 2 R' - R' R' - R _ cos s e ’ s <λ o
In deze formule, waaraan de ook de meridane doorsnede van 25 de complementaire laag 5 (fig. 1) voldoet, is "\ji de hoek gevormd door de raaklijn T' aan de complementaire laag 5 (in dit voorbeeld : door de raaklijn aan het denkbeeldige verlengde 5b') en een in het punt van een straal R * evenwijdig aan de (niet getekende) rotatieas van de band 30 1 lopende lijn en R1 de straal ten opzichte van dezelfde as van het axiale equatoriale punt E'^ (E’^waar het verlengde van de complementaire laag een raaklijn heeft evenwijdig aan de doorsnijding XX* van het equatoriale vlak. De uitvinding omvat evenwel ook het geval dat de 35 complementaire laag 5a (5b) zelf (en niet het verlengde 8201335 - 10 - 4 *· daarvan) een raaklijn heeft evenwijdig aan de doorsnijding XX' van het equatoriale vlak, d.w.z. het geval waarin bij voorbeeld het axiale equatorpunt E'a (E'b) samenvalt met de rand 50a (50b) van de complementaire laag 5, gelegen 5 op een afstand Lg/2 van de doorsnijding XX’ van het equatoriale vlak.
De overeenkomstige buitenomtrek 1' (fig. 2) van de band 1 is zodanig uitgevoerd, dat de randen 50 van de complemen-| taire laag 5 steeds ingebed zijn in het elastomerenmengsel 10 van de band. De actieve laag 6 .en de complementaire laag 5 zijn bij voorkeur gewapend door middel van practisch onrekbare staalkoorden (relatieve rek van minder dan 0,2%tot 10% bij de breuksterkte).
Figuur 1 toont de bij voorkeur gekozen uitvoeringsvorm 15 waarbij R'e, de axiale straal van de equator van de complementaire laag,gelijk is aan R , de axiale straal "van de equator van het punt E van de karkaswapening 4 met een raaklijn Te, evenwijdig aan de doorsnijding XX' van het equatoriale vlak. De voordelen van het verloop van de 20 complementaire laag 5 volgens de uitvinding blijven behouden bij een axiale equatoriale straal R' liggende tussen 0,8 en 1,2 maal de axiale equatoriale straal R van de l ® 7 karkaswapening 4.
: Volgens de uitvinding volgt de neutrale vezel van de 25 karkaswapening 4 zijn natuurlijk meridiaan evenwichts- profiel gedefinieerd door de formule 2 2 R - Rë cos = ........
2 2
Rc - R0 s e 30 in radiale zin aan de buitenzijde van zijn axiale equatoriale punt E (met de straal Rg) tot ongeveer de rand 52 van het evenwijdigheidsgebied L tussen de karkaswapening c (5, 6) volgens de uitvinding en de karkaswapening 4.
8201335
: .........L
*r ν' - 11 -
Figuur 1 toont het meest algemene geval, waarbij het radiale equatoriale punt S^met een straal Rs van de neutrale vezel van de karkaswapening 4, of zijn verlengde, verschilt van de rand 52 van het genoemde evenwijdigheidsgebied Lp, 5 wat wil zeggen het geval dat de axiale afstand ZX van de symmetrie-as ZZ' van de neutrale vezel van de karkaswapening 4 en zijn denkbeeldig verlengde 4' verschilt van de axiale
afstand L /2 van de rand 52 van het genoemde evenwijdigheids-P
; gebied. In het hier weergegeven voorbeeld is de axiale ! 10 afstand van het radiale equatoriale punt S4 van het denk beeldige verlengde 4' van de karkaswapening 4 in de doorsnijding XX’ van het equatoriale vlak van de band kleiner dan de helft Lp/2 van de axiale breedte van het genoemde evenwijdigheidsgebied. Het radiale equatoriale punt S4 15 van de karkaswapening 4 kan evenwel gelegen zijn op dezelfde axiale afstand Lp/2 van de doorsnijding XX' van het equatoriale vlak als de rand 52 van het genoemde evenwijdigheidsgebied.
Aan de rand 52 van het genoemde evenwijdigheidsgebied Lp is de (niet afgebeelde) raaklijn aan de kruinwapening (5,6) 20 praktisch evenwijdig aan de (niet afgebeelde) raaklijn aan het. natuurlijke meridiane evenwichtsprofiel van de karkaswapening 4.
Volgens een bij voorkeur gekozen uitvoeringsvorm volgen de koorden van de complementaire laag 5 van de ene rand 50a (50b) 25 tot de andere rand van deze laag 5 een geodetisch verloop. Enerzijds voldoet de meridiane kromming l/γ s in het radiale equatoriale punt S5 (het snijpunt van dit verloop met de doorsnijding XX' van het equatoriale vlak van de luchtband 1) van de complementaire laag 5 aan de formule
30 1 „ 2 R's . ctg2 pi. Q
<?s K's2 - R'e2 R's
Anderzijds is aan de rand 52 van het genoemde evenwijdigheidsgebied Lp de raaklijn aan het natuurlijke meridiane evenwichts-35 profiel van de karkaswapening 4 evenwijdig aan de raaklijn 8201335 - 12 - aan het geodetisch verloop van de complementaire laag 5 zoals deze in het voorgaande is gedefinieerd. De aktieve laag 6 loopt samen met de complementaire laag 5 tot een axiale afstand van'de doorsnijding XX' van het equatoriale 5 vlak, welke afstand groter kan zijn dan de halve breedte
Lp/2 van het evenwijdigheidsgebied tussen de kruinwapening (5,6) en de karkaswapening 4 en kan bij voorbeeld gelijk zijn aan de halve breedte Lg/2 van de aktieve laag 6.
a 2 1 De kruinwapening volgens de uitvinding kan eveneens samen- 10 werken met een paar smalle lagen, die de uitzetting van de karkaswapening beperken, en die zoals beschreven in het Franse octroeihschrift 2 419 180 aangebracht kunnen zijn tussen de karkaswapening en de kruinwapening.
In radiale zin aan de binnenzijde van het axiale equatoriale 15 punt E van de karkaswapening 4 volgt deze .wapening zijn natuurlijk evenwichtsprofiel tot het punt I in de nabijheid van de bandhiel 7 van de band 1 en buigt dan om voor de verankering aan de hielkernring 40 van de bandhiel 7.
De karkaswapening 4 wordt bij voorkeur gevormd door een .·; 20 enkele laag van staalkoorden. Wanneer deze wapening 4 wordt ) gevormd door meerdere op elkaar geplaatste lagen is bij ; voorkeur het natuurlijke meridiane evenwichtsprofiel van ; zijn neutrale vezel op gelijke afstand gelegen zowel van de buitenste als van de binnenste.laag.' 1 2 3 4 5 6 8201335
Volgens figuur 3 bevat de rand 51' van de ccnplementaire laag 5- 2 volgens de uitvinding een versterkingselement in de vorm 3 van een omslag 52 van de laag zelf. Deze omslag 52 kan 4 in radiale zin naar de buitenzijde (fig. 4) of naar de 5 binnenzijde (niet afgebeeld) zijn uitgevoerd rondom een 6 ringvormig versterkingselement 53 bestaande uit een smalle laag van koorden, die een geringe hoek van ten hoogste 10° maken met de omtreksrichting van de band. De omslag 52 kan worden vervangen door een smalle laag van koorden van dezelfde grootte, - 13 - . -* ♦ die nét de omtrefe richting van de band een hoek maken van tegengesteld teken als de hoek gevormd door de koorden van de complementaire laag 5 (niet afgebeeld) en geplaatst langs de rand 51' van deze laag. De toepassing van een smalle 5 niet-omgeslagen randlaag kan worden gecombineerd met de toepassing van een ringvormig versterkingselement van geringere breedte dan het bovenbeschreven versterkingselement ί 53, in radiale zin geplaatst aan de buitenzijde dan wel aan : de binnenzijde van de met behulp van een smalle randlaag ver- - 10 sterkte rand of tussen de smalle randlaag en de comple mentaire laag 5.
Deze constructies ifig. 3 en 4) alsmede de daarmede overeenkomstige doch niet afgebeelde constructies verbeteren de bestendigheid tegen de golfbewegingen van de randen 15 van de kruinwapening (5,6) veroorzaakt bij het vormen van het loopvlak 3, wanneer dit, zoals bekend is voor luchtbanden van de beschreven soort bestemd om buiten de gebaande weg te rijden , in zijn randgebieden voorzien is van schuine of transversale blokken (niet afgebeeld), gescheiden door brede 20 ' en diepe groeven.
! Fig. 5 toont ter hoogte van het equatoriale vlak de hoek van de koorden van de complementaire laag 5 liggende tussen 25 en 35° ten opzichte van de omtreksrichting of de doorsnijding van het equatoriale vlak /d , welke hoek bij 25 voorkeur gekozen wordt bij luchtbanden volgens de uitvinding bestemd voor zeer zware vrachtauto's die hoofdzakelijk op de weg of op een gebaand pad rijden. De koorden van de aktieve laag 6 vormen dan met de koorden van de complementaire laag 5 een hoek van 40 + 5°. 1 8201335
Fig. 6 toont de kabels van de complementaire laag 5, wanneer deze een hoek maken van tussen 40 en 60° met de omtreksrichting Λ van de luchtband, welke hoek wordt toegepast voor - 14 - banden voor voertuigen die in hoofdzaak buiten de gebaande weg op zeer geaccidenteerd terrein rijden.'De koorden van de aktieve laag '6 vormen dan met de koorden van de complementaire laag 5 een hoek van 60 + 5°.
'4
. .. . ...........L
8201335

Claims (14)

1. Luchtband voor zware en zeer zware vrachtauto's, die eventueel buiten de gebaande weg kunnen rijden, voorzien van een karkaswapening gevormd uit ten minste één laag van in iedere bandhiel aan ten. minste één 5 hielkernring verankerde koorden, alsmede een kruin- | wapening ten minste omvattend twee boven elkaar geplaatste lagen (z.g. werklagen) van weinig rekbare koorden die in iedere laag/gekruist geplaatst zijn en scherpe hoeken maken met de omtreksrichting van de !0 band, welke lagen enerzijds verschillende axiale breedten bezitten, zodanig dat de in axiale zin smalste laag een breedte heeft die kleiner is dan de breedte van het loopvlak, en anderzijds over een evenwijdigheids-gebied dat smaller is dan de breedte van de smalste ” 15 laag evenwijdig liggen aan de karkaswapening, waarbij - de karkaswapening ongeveer vanaf de randen van het gebied waarin de beide kruinlagen evenwijdig liggen ten minste tot de punten waar deze wapening zijn maximale axiale breedte heeft zijn natuurlijk evenwichts-20 profiel volgt, met het kenmerk, dat de minst brede * werklaag (6), de zgn. actieve laag, met het equatoriale vlak (XX') van de band een hoek maakt van tussen 15° en 35°, terwijl de andere werklaag (5) de zg. complementaire laag een axiale breedte (L5) bezit, die ligt tussen 25 1.05 maal de axiale breedte (L3) van het loopvlak (3) en 1.1 maal de maximale axiale breedte (B) van de karkaswapening (4), waarbij de koorden van de complementaire laag (5), althans in de in axiale zin buitenste delen van het genoemde evenwijdigheidsgebied (Lp)een (geode-30 tisch) verloop volgen, waarvan de meridiane doorsnede gedefinieerd is door de formule R'2 - R' 2 R' sin cK. cosy =___ R,s ‘ R'2e Vr'2 - R' * cos^· s e s ^ o / evenwijdig, doch ten opzichte van de aangrenzende laag. 8201335 - 16 - waarin^10 de hoek voorstelt die de raaklijn (Τ') aan het verloop van de laag (5) in het punt van de straal R' maakt met een evenwijdig aan de rotatieas van de band (1) lopende lijn, R' ligt tussen 0,8 en 1,2 maal de 5 straal (Re) in het punt (E) van de karkaswapening (4) waar deze zijn maximale axiale breedte (B) bereikt, R' ten minste gelijk is aan de straal (R) van het punt s P vanwaar de complementalie laag (5) evenwijdig aan de | actieve laag (6) en aan de karkaswapening (4) loopt, 10 en<^o hoek voorstelt gevormd door de koorden van de complementaire laag (5) met het equatoriale vlak (XX1) van de band (1), welke hoek groter is dan en van tegengesteld teken als de hoek van de koorden van de actieve laag (6), en liggende tussen 25 en 65°, waarbij de 1 15 stralen R , R' en R' gemeten worden vanaf de rotatie- C O as van de band.
2. Luchtband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de actieve laag (6) in radiale zin aan de buitenzijde van de complementaire laag (5) is geplaatst.
3. Luchtband volgens één der conclusies 1 en 2, met het kenmerk, dat de karkaswapening (4) tot in de nabijheid j van de bandhielen (7) , zijn natuurlijk evenwichtsprofiel volgt.
4. Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 3, met het 25 kenmerk, dat in de relatie, die het verloop in meridiane doorsnede van de complementaire laag (5) definieert, de • equatoriale axiale straal R' gelijk is aan de straal R in het punt van de karkaswapening (4) waar deze zijn maximale axiale breedte (B) bereikt. 1 8201335
5. Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat de koorden van de complementaire laag (5) een hoekt><0 maken met het equatoriale vlak van de band en van de ene rand (51) tot aan de andere rand van deze -17- laag (5) een geodetisch verloop volgen, waarbij de meridiane kromming (l/fQ) van deze laag op de plaats . waar de laag het equatoriale vlak met het verloop (XX1) Slïijdt gedefinieerd is door de formule 5 1 = 2 R's_ - ct^o Po R's2 - R'e2 R's | terwijl het verloop van het evenwichtsprofiel van de karkaswapening (4) tangentieel de kromming van het evenwijdigheidsgebied (L ) volgt vanaf de rand (52) P van dit gebied (L ). P
6. Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk dat het loopvlak (3) in zijn marginale gebieden schuin geplaatste of transversale blokken omvat, gescheiden door brede en diepe groeven, terwijl de complementaire laag (5) ten minste een omgeslagen ^ rand (51) omvat.
7. Luchtband volgens conclusie 6,.met het kenmerk, dat het omgevouwen deel (52) eèn breedte heeft die ligt tussen 10% en 30% van de ontwikkelde breedte van rand tot rand van de complementaire laag (5).
8. Luchtband volgens ëën der conclusies 6 of 7, met het kenmerk, dat aan de binnenzijde van de omslag van de complementaire laag een ringvormig versterkingselement is aangebracht, bij voorkeur bestaande uit een laag (53) van koorden, die een helling van ten hoogste 10° 25 maken ten opzichte van de omtreksrichting.
9. Luchtband volgens ëën der conclusies 1 tot 5,.met het kenmerk, dat het loopvlak (.3) in zijn marginale gebieden voorzien is van schuin geplaatste of transversale blokken gescheiden door brede en diepe groeven, 50 terwijl, althans ëën der randen van de complementaire laag (5). een smalle laag is geplaatst. 8201335 .£ V " . ^ *·** -18 -
10. Luchtband volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de smalle laag een breedte heeft, die tussen 10% en 30% ligt van de ontwikkelde breedte van rand tot rand van de complementaire laag (5) en met de omtreks- 5 richting een hoek vormt van tegengesteld teken 'aan de hoek van de complementaire laag.
11. Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 5, met j het kenmerk, dat het loopvlak in zijn marginale ] gebieden schuin geplaatste of transversale blokken 1 omvat, die gescheiden zijn door brede en diepe groeven, terwijl, althans langs één der randen van de complementaire laag (5) een ringvormig versterkings-element is aangebracht, gevormd door een zeer smalle laag van koorden, die een hoek van ten hoogste 10° 15 maken met de omtreksrichting.
12. Luchtband volgens één der cpnclusies 9 of 10, met het kenmerk, dat het randgebied van de complementaire laag een ringvormig versterkingselement omvat, bij voorkeur bestaande uit een zeer smalle 20 " laag, welke laag smaller is dan de smalle randlaag, en gevormd wordt door koorden, die met de omtreks-l richting een hoek van ten hoogste 10° maken.
13. 'Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat met het oog op het gebruik van 25 de band op zeer zware vrachtauto's, die buiten de gebaande weg rijden, de hoek van de complememtaire laag ter hoogte van de equator ligt tussen 25 en 35°, terwijl de hoek gevormd door de koorden van de actieve laag (6) met de koorden van de complementaire 30 laag (5) gelijk is aan 40+ 5°.
14. Luchtband volgens één der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat met het oog op de toepassing van.de luchtband op voertuigen, die buiten de gebaande weg op zeer geaccidenteerd terrein rijden, de hoek van de 8201335 /? i . · -19- f · ,*^ **"* complementaire laag ter hoogte van de equator ligt tussen 40 en 60°, terwijl de hoek gevormd door de koorden van de actieve.laag (6) met de koorden van de-complementaire laag (5) gelijk is aan 60+5 . Λ 8201335
NL8201335A 1981-04-03 1982-03-31 Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten. NL8201335A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8106908 1981-04-03
FR8106908A FR2503053A1 (fr) 1981-04-03 1981-04-03 Pneumatique a carcasse radiale pour lourdes charges

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8201335A true NL8201335A (nl) 1982-11-01

Family

ID=9257080

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8201335A NL8201335A (nl) 1981-04-03 1982-03-31 Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten.

Country Status (28)

Country Link
US (1) US4520856A (nl)
JP (1) JPS57178905A (nl)
AR (1) AR226265A1 (nl)
AT (1) AT386570B (nl)
AU (1) AU546686B2 (nl)
BE (1) BE892321A (nl)
BR (1) BR8201900A (nl)
CA (1) CA1162133A (nl)
CH (1) CH646911A5 (nl)
DD (1) DD202119A5 (nl)
DE (1) DE3212428A1 (nl)
DK (1) DK152186C (nl)
EG (1) EG15226A (nl)
ES (1) ES8303199A1 (nl)
FI (1) FI81999C (nl)
FR (1) FR2503053A1 (nl)
GB (1) GB2096073B (nl)
IL (1) IL65400A0 (nl)
IN (1) IN156098B (nl)
IT (1) IT1155490B (nl)
LU (1) LU84060A1 (nl)
MA (1) MA19437A1 (nl)
MX (1) MX156972A (nl)
NL (1) NL8201335A (nl)
NO (1) NO154912C (nl)
OA (1) OA07051A (nl)
SE (1) SE458842B (nl)
ZA (1) ZA822289B (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS61178204A (ja) * 1985-02-04 1986-08-09 Bridgestone Corp 大荷重用空気入りタイヤ
JPH0717129B2 (ja) * 1986-12-27 1995-03-01 住友ゴム工業株式会社 ラジアルタイヤ
JP2614461B2 (ja) * 1987-10-05 1997-05-28 横浜ゴム株式会社 空気入りラジアルタイヤ
US5285835A (en) * 1988-09-06 1994-02-15 Sumitomo Rubber Industries, Ltd. High speed radial tire with durable bead part
JPH02286404A (ja) * 1989-04-26 1990-11-26 Toyo Tire & Rubber Co Ltd ラジアルタイヤ
US5503205A (en) * 1992-11-05 1996-04-02 Sumitomo Rubber Industries, Ltd. Radial tire with reduction of uneven wear of shoulder portions
JP3358900B2 (ja) * 1993-12-16 2002-12-24 住友ゴム工業株式会社 空気入りタイヤ
US9421825B2 (en) * 2009-12-23 2016-08-23 The Goodyear Tire & Rubber Company Geodesic belted tire

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US30549A (en) * 1860-10-30 Hanger and box fob shafting
NL102826C (nl) *
FR1538478A (fr) * 1967-07-24 1968-09-06 Uniroyal Englebert France Enveloppe de pneumatique à carcasse radiale à flancs renforcés
LU62689A1 (nl) * 1970-03-01 1971-10-13
GB1364426A (en) * 1970-09-11 1974-08-21 Dunlop Holdings Ltd Pneumatic tyres
US3708007A (en) * 1970-10-28 1973-01-02 Goodyear Tire & Rubber Pneumatic tire including belt cables
FR2120421A5 (nl) * 1970-12-30 1972-08-18 Michelin & Cie
US3780783A (en) * 1972-05-31 1973-12-25 Goodyear Tire & Rubber Triangulated carcass tire
JPS5211801B2 (nl) * 1972-08-05 1977-04-02
FR2277688A2 (fr) * 1974-07-09 1976-02-06 Uniroyal Enveloppe de pneumatique a carcasse radiale a flancs renforces
US4186789A (en) * 1974-07-25 1980-02-05 Compagnie Generale Des Etablissements Michelin Heavy-duty radial tire with ply of oblique elastic cords radially inward of the carcass
JPS5522282B2 (nl) * 1974-12-28 1980-06-16
IT1118031B (it) * 1977-06-24 1986-02-24 Pirelli Perfezionamento a pneumatici per ruote di veicoli
JPS5464303A (en) * 1977-10-31 1979-05-24 Bridgestone Corp Radial tire
FR2426580A1 (fr) * 1978-05-24 1979-12-21 Michelin & Cie Pneumatique a carcasse radiale
FR2430858A1 (fr) * 1978-07-10 1980-02-08 Michelin & Cie Pneumatique a carcasse radiale
FR2451834A1 (fr) * 1979-03-22 1980-10-17 Michelin & Cie Pneumatique a carcasse radiale pour vehicules lourds
FR2452390A1 (fr) * 1979-03-29 1980-10-24 Michelin & Cie Pneumatique a carcasse radiale

Also Published As

Publication number Publication date
SE458842B (sv) 1989-05-16
MA19437A1 (fr) 1982-12-31
BE892321A (fr) 1982-07-01
NO154912C (no) 1987-01-14
IT1155490B (it) 1987-01-28
DD202119A5 (de) 1983-08-31
AR226265A1 (es) 1982-06-15
DK152282A (da) 1982-10-04
ZA822289B (en) 1983-02-23
FI81999B (fi) 1990-09-28
LU84060A1 (fr) 1982-07-08
AT386570B (de) 1988-09-12
IL65400A0 (en) 1982-07-30
BR8201900A (pt) 1983-03-08
CA1162133A (en) 1984-02-14
DK152186B (da) 1988-02-08
FI81999C (fi) 1991-01-10
FR2503053B1 (nl) 1984-01-13
ES510936A0 (es) 1983-02-01
AU546686B2 (en) 1985-09-12
CH646911A5 (fr) 1984-12-28
MX156972A (es) 1988-10-18
FR2503053A1 (fr) 1982-10-08
IT8267441A0 (it) 1982-04-02
SE8202130L (sv) 1982-10-04
NO821130L (no) 1982-10-04
ES8303199A1 (es) 1983-02-01
AU8229882A (en) 1982-10-07
DK152186C (da) 1988-07-04
IN156098B (nl) 1985-05-11
FI821162L (fi) 1982-10-04
OA07051A (fr) 1983-12-31
FI821162A0 (fi) 1982-04-02
EG15226A (en) 1986-12-30
ATA130182A (de) 1988-02-15
NO154912B (no) 1986-10-06
US4520856A (en) 1985-06-04
GB2096073B (en) 1985-09-11
JPS57178905A (en) 1982-11-04
GB2096073A (en) 1982-10-13
DE3212428A1 (de) 1983-01-27
DE3212428C2 (nl) 1989-06-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
RU2205107C2 (ru) Арматура гребня пневматической шины для большегрузных транспортных средств
JPH0323362B2 (nl)
RU2188130C2 (ru) Пневматическая шина с коэффициентом формы h/s ≤ 0,6
US5435369A (en) Truck tire with split overlay
JP4689593B2 (ja) ラジアルタイヤ用クラウン補強体
CN1840366B (zh) 用于特级单宽载重轮胎的带束层包
JPH02254003A (ja) ラジアルタイヤ
JPH09512226A (ja) ラジアルタイヤ用のベルト
US5332016A (en) Pneumatic tires with sidewall recesses
US4184529A (en) Tire having a tread reinforcement
NL8102655A (nl) Luchtband met radiaal karkas voor wielen van middelzware en zware vrachtauto&#39;s.
JP4286453B2 (ja) タイヤのクラウン補強部
JPH11170809A (ja) 重荷重用空気入りラジアル・タイヤ
NL8201335A (nl) Luchtband met radiaal karkas voor zware lasten.
JP2000225810A (ja) 重荷重用ラジアルタイヤ
NL7905333A (nl) Luchtband met radiaal karkas.
JP3419830B2 (ja) 空気入りラジアルタイヤ
EP0955186B1 (en) Pneumatic radial tires
US6418993B1 (en) Pneumatic tire
JPS5889405A (ja) 重荷重用空気入りラジアルタイヤ
JPH05338406A (ja) 建設車両用空気入りラジアルタイヤ
BRPI0612392A2 (pt) pneumático com armadura de carcaça radial
JPH0253612A (ja) 不整地重荷重用空気入りラジアルタイヤ
JPH11348509A (ja) 重荷重用空気入りラジアルタイヤ
US4265289A (en) Tire with asymmetric reinforcement employing carcass expansion correction block

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BV The patent application has lapsed