NL8105457A - Gootprofiel voor een kas alsmede een daaruit samengestelde goot. - Google Patents

Description

NO 30527

Gootprofiel voor een kas alsmede een daaruit samengestelde goot.

De uitvinding heeft betrekking op een gootprofiel voor een kas of dergelijk warenhuis, welk profiel is gelegen tussen de kappen en is bevestigd op de draagconstructie, welk profiel, gezien in dwarsdoorsne-de, bestaat uit een naar beneden en naar het midden toe toelopend 5 ondergedeelte, dat aan de van het midden afgekeerde kanten via omhoog lopende zijdelen overgaat in schuin omhoog en naar buiten gerichte randflenzen.

Een dergelijk gootprofiel is algemeen bekend. Dit bekende gootprofiel heeft een betrekkelijk geringe hoogte gepaard gaande met een 10 grote breedte. Een dergelijk profiel heeft een gering weerstandsmoment. Door zijn breedte heeft het een relatief grote schaduwwerking.

Het is gebruikelijk onder het laagste gedeelte van een dergelijk gootprofiel, dus binnen de kas, nog een condensgootje aan te brengen, dat de druppels opvangt die zich op het laagste gedeelte van het goot-15 profiel vormen en ontstaan door condens tegen de onderzijde van dit profiel. Condenswater dat zich op de aansluitende glasruit vormt, kan echter, ondanks het vloeiend verloop van dit bekende gootprofiel niet in deze condensgoot komen omdat het al eerder naar beneden valt. Dit gebeurt ter plaatse van de gootranden of profielen waarmee de glasruiten 20 zijn bevestigd op de randflenzen van het gootprofiel. Deze druppels vallen naar beneden en veroorzaken schade aan produkten, kasconstructie en/of installaties.

Doel van de uitvinding is een gootprofiel te verschaffen dat deze bezwaren mist.

25 Dit doel wordt overeenkomstig de uitvinding bereikt doordat de zijdelen zo ver naar het midden toe zijn omgezet, dat de erop aansluitende randflenzen met hun buitenranden in wezen verticaal boven de plaats liggen waar de omzetting van de zijdelen naar binnen toe begint. De vormgeving, die volgens de uitvinding aan het gootprofiel is gegeven, 30 maakt dit profiel smaller en hoger. Het heeft daardoor een groter weerstandsmoment waardoor de afstand tussen de steunen groter kan zijn. Dit be'invloedt de gehele bouw van de kas want men heeft minder glasroe-den nodig en minder vakwerken terwijl de glasmaat gemakkelijk aanpasbaar is. Dit kan gemakkelijk leiden tot een materiaalbesparing van 25%.

35 Het smallere profiel werpt minder schaduw, terwijl van de onderkant van de glasruiten aflopend condens, dat ter plaatse van de gootranden naar beneden valt weer terecht komt op de omzetting en vervolgens langs de onderzijde van het profiel loopt naar het laagste gedeelte 8105457 -2- van waar het in een condensgoot kan worden opgevangen.

Het profiel volgens de uitvinding heeft dezelfde waterinhoud als het bekende profiel en is beter tegen warmteverlies te isoleren door inklemming van een kunststofstrook.

5 Bij voorkeur is het profiel zodanig gevormd dat de zijdelen tussen de binnenranden van de randflenzen en de binnenranden van de omzetting verticale delen bebben.

Voor bet op elkaar aansluiten van de bekende gootprofielen is bet bekend elk profiel aan tenminste £έη einde over een afstand 10 overeenkomend met de wanddikte te verzetten. Het andere einde van het daarop aansluitende gootprofiel kan dan met behulp van gaten en doorgaande bouten op het verzette gedeelte worden bevestigd zodanig dat de gootbodems van de op elkaar aansluitende profielen in egn vlak liggen. Bij het bekende vrij vlakke profiel vormt dit verzetten geen 15 probleem. Bij bet profiel volgens de uitvinding is dit verzetten niet goed mogelijk. Daarom is volgens de uitvinding bet verzet alleen aangebracbt in het onder de omzettingen gelegen ondergedeelte. Het op elkaar aansluiten van profielstukken kan dan op de gebruikelijke wijze plaatsvinden, maar het verdient de voorkeur wanneer de verbinding 20 bovendien nog wordt uitgevoerd met behulp van strippen, die met bouten bevestigbaar zijn en die volgens de uitvinding onder hun bevestigingsplaats op bet zijdeel van bet profiel een naar beneden verlopend deel hebben, dat met een profiel aansluit tegen de binnenkant van de omzetting en bet aangrenzende deel van bet 25 ondergedeelte van bet profiel.

Vlakke strippen voor het koud op elkaar aansluiten van profielstukken zijn op zichzelf bekend. Bij een gootvormig profiel zijn zij echter ongewenst in het gootgedeelte omdat zij de afzetting van vuil bevorderen.

30 De uitvinding verscbaft nu de mogelijkbeid de profielstukken koud op elkaar aan te sluiten met de in de omzetting grijpende geprofileerde strippen danwel dit te doen met behulp van het genoemde naar beneden verzette gedeelte aan έ§η einde en verschaft tevens de mogelijkheid beide verbindingsmiddelen te combineren. Doordat de strippen zicb in het 35 bovengedeelte van de goot bevinden, is het gevaar voor vervuiling ver-minderd, terwijl toch een zeer buigvaste verbinding mogelijk is.

De uitvinding zal thans nader worden toegelicht aan de hand van de tekeningen.

Fig. 1 toont in doorsnede het bekende profiel.

40 Fig. 2 toont in doorsnede het profiel volgens de uitvinding.

Fig. 3 toont in zijaanzicht de koppeling van twee profielstukken en 8105457 -3-

Fig. 4 is een doorsnede volgens de lijn IV-IV van fig.3.

Het in fig. 1 getoonde bekende gootvormige profiel bestaat uit een vlak V-vormig ondergedeelte 1, schuin omhooglopende zijdelen 2 en randflenzen 3.

5 Dit bekende profiel is breed en vrij vlak. Condenswater verzamelt zich op het ondergedeelte 4 van de vlakke V alsmede ter plaatse van de randen 5, alwaar het direkt naar beneden valt.

Het in fig. 2 getoonde profiel volgens de uitvinding heeft een V-vormig vlak ondergedeelte 11, zijdelen 12 en randflenzen 13. Het 10 ondergedeelte 11 loopt vanuit het midden allereerst onder een hoek van 16° met de horizontaal omhoog, welke hoek vervolgens bij 16 steiler wordt. Dit is echter geen noodzaak. Wei bevordert het de hoogte van het profiel en maakt het dit lets smaller.

Bij 17 is het profiel naar binnen toe omgezet ter vorming van de 15 omhoog lopende zijdelen 12, die in het getoonde voorbeeld grotendeels verticaal verlopen. De omzetting kan echter ook direkt vanaf 17 schuin omhoog naar de aansluiting op de randflens 13 verlopen. Het verticale gedeelte verhoogt echter de buigvastheid van het profiel.

De rand 18 ligt in wezen boven de plaats 17 waar de omzetting 20 begint en zelfs nog iets verder naar binnen, zodat een daarop aanslui-tend bevestigingsprofiel voor de glasruit zijn druiprand boven de omzetting 17 zal hebben. Daarmee bereikt men dat condenswater, dat zich op de onderzijde van de glasruit verzamelt, ook ter plaatse van de on-derrand 14 terecht komt.

25 De bevestiging van de profielen kan plaats vinden op de wijze getoond in de fig. 3 en 4.

Fig. 3 toont een uiteinde 20 van §§n profiel en een uiteinde 21 van een ander profiel. Het uiteinde 21 heeft een naar beneden toe omgezet ondergedeelte 22. De verbinding vindt plaats met behulp van bouten die 30 gaan door gaten 23, 24.

Verder kan de verbinding plaats vinden met behulp van strippen 25 en boutgaten 26, 27. Zoals uit fig. 4 blijkt alsmede uit het zijaanzicht van fig. 3 kan de omzetting zich alleen bevinden in dat ondergedeelte van het profiel dat zich onder de plaats 17 bevindt waar de binnenwaart-35 se omzetting begint.

Fig. 4 laat zien dat de strippen 25 een ondergedeelte hebben, dat nauwkeurig past bij 29 in de binnenzijde van het omgezette gedeelte en nog een naar beneden lopend been 30 heeft, dat tegen het bovenvlak van het ondergedeelte aanligt. Een op deze wijze geprofileerde bevestigings-40 strip geeft aan de verbinding een zeer grote stijfheid. Deze strip kan 8105457 -4- alleen worden toegepast, dusmet weglating vande omzetting en koud op elkaar aansluiten van de profielen 21 en 20, maar kan ook worden toegepast in combinatie met de omzetting.

Uiteraad kan men ook een verbindingsstrip tegen de onderkanten van 5 koud op elkaar aansluitende profielen aanbrengen.

8105457

Claims (4)

1. Gootprofiel voor een kas, welk profiel is gelegen tussen de kappen en is bevestigd op de draagconstructie, welk profiel, gezien in dwarsdoorsnede, bestaat uit een naar beneden en naar het midden toe toelopend ondergedeelte, dat aan de van het midden afgekeerde kanten via 5 omhoog lopende zijdelen overgaat in schuin omhoog en naar buiten gerichte randflenzen, met het kenmerk, dat de zijdelen zo ver naar het midden toe zijn omgezet, dat de erop aanslultende randflenzen met hun buitenranden in wezen verticaal boven de plaats liggen waar de omzetting van de zijdelen naar binnen toe begint. 10

2. Gootprofiel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zijdelen tussen de binnenranden van de randflenzen en de binnenranden van de omzetting verticale delen hebben. 15

3. Gootprofiel volgens conclusie 1 of 2, waarbij het profiel aan tenminste δέη einde over een afstand overeenkomend met de wanddikte is verzet, met het kenmerk, dat dit verzet zich alleen bevindt in het onder de omzettingen gelegen ondergedeelte. 20

4. Goot voor een kas bestaande uit met elkaar gekoppelde gootprofiel volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat deze profielen ter plaatse van de zijdelen met elkaar zijn gekoppeld door middel van met bouten bevestigbare strippen, die onder de bevestigingsplaats op het zijdeel een naar beneden verlopend deel hebben met een profiel, dat 25 aansluit tegen de binnenkant van de omzetting en het aangrenzende deel van het ondergedeelte. 8105457