NL1002634C2 - Warenhuis met condens afvoerende nok. - Google Patents

Description

Warenhuis met condens afvoerende nok

De uitvinding betreft een warenhuis, omvattende door kolommen ondersteunde, evenwijdige goten, nokken die door middel van roeden 5 zijn verbonden met de goten, alsmede glasplaten die zijn opgenomen tussen de goten, nokken en roeden, welke nokken elk aan weerszijden zijn voorzien van telkens twee schuin naar beneden gerichte flenzen die samen een sponning bepalen.

Een dergelijk warenhuis is bekend uit NL-B-191^78. Probleem bij 10 dat bekende warenhuis is dat zich op en in de holle nok veel condenswater vormt. Dat condenswater valt vervolgens naar beneden op de gewassen, hetgeen nadelig is voor de opbrengst daarvan. Een verder probleem van dit bekende warenhuis is dat op de stuikverbindingen tussen de nokprofielen, regenwater naar binnen kan lekken dat ook van 15 de nok afdruppelt en op de gewassen terecht kan komen.

Doel van de uitvinding is een warenhuis te verschaffen dat deze nadelen mist. Dat doel wordt bereikt doordat in een dwarsdoorsnede van elke nok de naar het inwendige van het warenhuis wijzende oppervlakken van de aan de rand liggende gebieden van de onderste flenzen een 20 kleinere hoek met de horizontaal maken dein de overeenkomstige oppervlakken van de rest van die flenzen. Bij een dergelijke uitvoering vein de onderste flenzen kunnen de zich daarop vormende condensdruppels zonder naar beneden te vallen vanaf de schuin aflopende flenzen op de onderzijde van de glaspanelen stromen, waarna 25 zij uiteindelijk kunnen worden opgevangen in de condensopvang van de goten.

De randgebieden van de onderste flenzen kunnen in de richting naar hun buitenste einden een afnemende dikte bezitten. Bij voorkeur zijn de buitenste einden van de flenzen afgerond met een zo klein 30 mogelijke afrondingsstraal.

In een dwarsdoorsnede van elke nok maken de naar het inwendige van het warenhuis wijzende oppervlakken van de aan de rand liggende gebieden van de onderste flenzen een hoek tussen 15* en 17*, bij voorkeur een hoek van ten hoogste ongeveer 16*, met de horizontaal. 35 Over een aldus schuin opgesteld oppervlak vertragen de condens- en lekwaterdruppels enigszins, zodanig dat zij met niet al te hoge snelheid terechtkomen bij de uiterste rand van de onderste flenzen. Aangezien de flenzen aldaar een zeer geringe dikte bezitten, kunnen de 1002634 2 druppels vervolgens overstromen naar het glas, en vervolgens over de binnenzijde vein het glas naar de condensopvanggoten stromen.

Bij het warenhuis volgens de uitvinding is om deze redenen nauwelijks meer sprake van het loslaten van de druppels, zodat het 5 gewas niet meer in zijn groei wordt belemmerd.

De uitvinding kan in het bijzonder met voordeel worden toegepast bij een warenhuis waarbij de onderste flenzen van de nok de zich het verst naar beneden uitstrekkende delen van de nok vormen. In die uitvoering is verzekerd dat alle zich op de onderzijde van de nok 10 bevindende vloeistofdruppels zonder loslaten kunnen worden afgevoerd.

De roeden van elk paar kunnen onderling zijn verbonden door een roedekoppeling, terwijl de flenzen van de nokken kunnen zijn ondersteund aan de naar elkaar gekeerde kopkanten van die roeden.

Volgens de uitvinding kan elke nok uit meerdere, in eikaars 15 verlengde liggende nokprofielen bestaan, welk nokprofielen zijn gekoppeld door middel van koppelstukken. Indien de nokprofielen een profielholte bezitten, kunnen de koppelstukken elk uitsteeksels bezitten die zijn gestoken in de profielholten van de nokprofielen.

Bij voorkeur valt de dwarsdoorsnede van de koppelstukken samen 20 met de dwarsdoorsnede van de nokprofielen. Tevens kunnen de koppelstukken een bevestigingsmiddel bezitten voor het door middel van een schoor verbinden van de nokprofielen met de goten of de kolommen. Door middel van dergelijke schoren wordt het dek van het warenhuis verstijfd, zodat windbelastingen beter kunnen worden opgenomen.

25 Vervolgens zal de uitvinding nader worden toegelicht aan de hand van de in de figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeeld.

Figuur 1 toont een dwarsdoorsnede door de nokconstructie van een warenhuis volgens de uitvinding.

Figuur 2 toont de nokconstructie in perspectief, gedeeltelijk in 30 doorsnede.

Figuur 3 toont een in de nokcons truc ties van figuur 1 en 2 toegepast koppelstuk.

De in figuren 1 en 2 weergegeven nokconstructie omvat een nokprofiel 1, alsmede zijdelings daarop aansluitende roeden 2. De 35 roeden 2 zijn per paar onderling gekoppeld door de in zijn geheel met 3 aangeduide roedekoppeling, die bestaat uit twee roedekoppelinghelften 4, 5· Door middel van bouten 6 zijn deze roedekoppelinghelften ter weerszijde van de naar elkaar toegekeerde 1002634 3 einden van de roeden 2 vastgeklemd.

Aan hun bovenzijden bezitten de roeden sponningen 7. waarin glasplaten 8 zijn opgenomen.

Het nokprofiel 1 bezit aan weerszijden eveneens sponningen 9* die 5 telkens begrensd worden door een bovenste flens 10 en een onderste flens 11. Deze onderste en bovenste flenzen 11, 10 zijn verbonden door telkens een opstaand lijf 12, dat een inwendige holte 13 van het nokprofiel begrenst. De bovenzijde van het nokprofiel bezit een hoedgedeelte 14 alsmede richels 15, waarin een luchtraam draaibaar kan 10 worden opgehangen.

Volgens de uitvinding bezit elke onderste flens een gedeelte van constante dikte, alsmede een gedeelte met, in de richting vein de punt 18 van de onderste flens 11, een gedeelte 17 met afnemende dikte. Ten gevolge van deze afnemende dikte bezit het ondervlak 19 een hoek α ten 15 opzichte van de horizontaal die ligt tussen bijvoorbeeld 15* en 17°, en bij voorkeur 16* bedraagt.

Deze uitvoering van de onderste flenzen 11 heeft het volgende voordeel. Eventuele condensdruppels die zich aan de onderzijde van de onderste flenzen 11 vormen, druipen langs dat oppervlak in de richting 20 van de glasplaten 8. Het onderoppervlak 19 maakt een kleinere hoek met de horizontaal dan de rest van het onderoppervlak van de onderste flenzen, waardoor aldaar de condensdruppels minder snel in de richting van de glasplaten druipen. Bovendien is de dikte van de onderste flenzen 11 nabij de punt 18 zo gering geworden, dat de langzaam in de 25 richting van de glasplpaten 8 zich verplaatsende druppels gemakkelijk kunnen oversteken van de onderste flenzen 11 naar de glasplaten 8.

Hetzelfde geldt voor het zich in de holle ruimte 13 van het nokprofiel 1 verzamelende condenswater. Dat condenswater treedt op de stuikverbindingen van twee nokprofielen 1 naar buiten, komt op de 30 onderste flenzen 11 terecht, en wordt eveneens via de flauw hellende onderoppervlakken 19 overgebracht naar de glasplaten 8.

De aparte nokprofielen 1 zijn onderling verbonden door een in zijn geheel met 20 aangeduid koppelstuk. Dit koppelstuk bezit eveneens bovenste flenzen 21 en onderste flenzen 22, die gevormd zijn 35 overeenkomstig de flenzen 10 respectievelijk 11 van het nokprofiel 1.

Verder bezit het koppelstuk 2 uitsteeksels 23, die gestoken zijn in de holle ruimten 13 van twee aangrenzende nokprofielen 1.

Het koppelstuk 20 bezit verder een been 2k, waarin zich een 1002634 bevestigingsoog 25 bevindt. Via dat bevestigingsoog 25 kan het koppelstuk, en daarmee de nok, worden geschoord ten opzichte van een kolom of een goot.

4 100^634

Claims (13)

1. Warenhuis, omvattende door kolommen ondersteunde, evenwijdige goten, nokken (1) die door middel van roeden (2) zijn verbonden met de 5 goten, alsmede glasplaten (8) die zijn opgenomen tussen de goten, nokken (1) en roeden (2), welke nokken (1) elk aan weerszijden zijn voorzien van telkens twee schuin naar beneden gerichte flenzen (10, 11) die samen een sponning (9) bepalen, met het kenmerk dat in een dwarsdoorsnede van elke nok (1) de naar het inwendige van het 10 warenhuis wijzende oppervlakken (19) van de aan de rand liggende gebieden van de onderste flenzen (11) een kleinere hoek met de horizontaal maken dan de overeenkomstige oppervlakken van de rest van die flenzen (11).

2. Warenhuis volgens conclusie 1, waarbij de randgebieden van de onderste flenzen (11) in de richting naar hun buitenste einden een afnemende dikte bezitten.

3. Warenhuis volgens conclusie 1 of 2, waarbij in een 20 dwarsdoorsnede van elke nok (1) de naar het inwendige van het warenhuis wijzende oppervlakken (19) van de aan de rand liggende gebieden van de onderste flenzen (11) een hoek liggend tussen ongeveer 15 tot 17 graden maken met de horizontaal.

4. Warenhuis volgens conclusie 1, 2 of 3. waarbij in een dwarsdoorsnede van elke nok (1) de naar het inwendige van het warenhuis wijzende oppervlakken (19) van de asm de rand liggende gebieden van de onderste flenzen (11) een hoek van ten hoogste ongeveer 16 graden maken. 30

5. Warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de buitenste einden (18) van de flenzen (11) zijn afgerond met een zo klein mogelijk afrondingsstraal.

6. Warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de onderste flenzen (11) de zich het verst naar beneden uitstrekkende delen van de nok (1) vormen. 1002634

* 7· Warenhuis volgens conclusie 6, waarbij de onderste flenzen (11) door middel van twee evenwijdige lijfdelen (12) zijn verbonden onder vorming van een profielholte (13).

8. Warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de roeden (2) van elk paar onderling zijn verbonden door een roedekoppeling (3), en de flenzen (10, 11) van de nokken (1) zijn ondersteund aan de naar elkaar gekeerde kopkanten van die roeden (2). 10

9· Warenhuis volgens conclusie 8, waarbij de naar elkaar gekeerde kopkanten van de roeden (2) uitsparingen bezitten waarin de flenzen (10, 11) van de nokken (1) zijn opgenomen.

10. Warenhuis volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke 15 nok uit meerdere, in eikaars verlengde liggende nokprofielen (1) bestaat, welk nokprofielen (1) zijn gekoppeld door middel van koppelstukken (20).

11. Warenhuis volgens conclusie 10, waarbij de nokprofielen (1) 20 een profielholte (13) bezitten, en de koppelstukken (20) elk uitsteeksels (23) bezitten die zijn gestoken in de profielholten (13) van de nokprofielen (1).

12. Warenhuis volgens conclusie 10 of 11, waarbij de 25 dwarsdoorsnede van de koppelstukken (20) samenvalt met de dwarsdoorsnede van de nokprofielen (1).

13. Warenhuis volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de koppelstukken (20) een bevestigingsmiddel (24, 25) bezitten voor het 30 door middel van een schoor verbinden van de nokprofielen (1) met de goten of de kolommen. 1002634