NL8105331A - Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting. Download PDF

Info

Publication number
NL8105331A
NL8105331A NL8105331A NL8105331A NL8105331A NL 8105331 A NL8105331 A NL 8105331A NL 8105331 A NL8105331 A NL 8105331A NL 8105331 A NL8105331 A NL 8105331A NL 8105331 A NL8105331 A NL 8105331A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
groups
pair
pairs
element groups
successive
Prior art date
Application number
NL8105331A
Other languages
English (en)
Other versions
NL185192B (nl
NL185192C (nl
Original Assignee
Yoshida Kogyo Kk
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Yoshida Kogyo Kk filed Critical Yoshida Kogyo Kk
Publication of NL8105331A publication Critical patent/NL8105331A/nl
Publication of NL185192B publication Critical patent/NL185192B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL185192C publication Critical patent/NL185192C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A44HABERDASHERY; JEWELLERY
    • A44BBUTTONS, PINS, BUCKLES, SLIDE FASTENERS, OR THE LIKE
    • A44B19/00Slide fasteners
    • A44B19/42Making by processes not fully provided for in one other class, e.g. B21D53/50, B21F45/18, B22D17/16, B29D5/00
    • A44B19/60Applying end stops upon stringer tapes
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49782Method of mechanical manufacture of a slide fastener
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/49Method of mechanical manufacture
    • Y10T29/49782Method of mechanical manufacture of a slide fastener
    • Y10T29/49783Method of mechanical manufacture of a slide fastener of slider
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/51Plural diverse manufacturing apparatus including means for metal shaping or assembling
    • Y10T29/5101Slide fastener or slide fastener element
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/53Means to assemble or disassemble
    • Y10T29/53291Slide fastener
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T29/00Metal working
    • Y10T29/53Means to assemble or disassemble
    • Y10T29/53291Slide fastener
    • Y10T29/53296Means to assemble stop onto stringer

Landscapes

  • Slide Fasteners (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)

Description

* * ' - 1 -
Werkwijze en inrichting voor het "bevestigen van "boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting.
De uitvinding heeft betrekking op het vervaardigen van ritssluitingen en betreft meer in het bijzonder een werkwijze en een inrichting voor het bevestigen van boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting.
5 In de ritssluiting-industrie was het tot nu toe gebruikelijk om bovenaanslagen en onderaanslagen aan een ritssluitingketting te bevestigen in totaal gescheiden stappen van vervaardigen, waardoor ritssluitingen werden vervaardigd met slechts een beperkte produktiesnelheid, 10 Volgens een eerste aspect van de uitvinding wordt een werkwijze geleverd voor het bevestigen van boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting, omvattende een paar van continue draagbanden, waarbij elke draagband achtereenvolgende op afstand gelegen groepen van sluitelementen heeft die 15 zijn gemonteerd op een continue draagband, en in samenwerking met tegenovergelegen complementaire groepen van sluitelementen op de andere draagband, welke ritssluitingketting achtereenvolgende op afstand gelegen paren van tegenover elkaar gelegen vrije bandgedeelten heeft tussen de opeenvolgende op afstand 20 gelegen paren van sluitelementgroepen, terwijl een aantal schuiven aanwezig is die elk zijn gehaald door een respectieve van de opeenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen in een bepaalde stand, welke werkwijze bestaat uit de stappen van: het bewegen van de ritssluitingketting in lengte-25 richting door een baan in een bepaalde richting, het aftasten van de aankomst van een van de opeenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen, in responsie op die aankomst K het losmaken van voorste eindgedeelten van de ene van de opeen- volgende paren van sluitelementgroep, het verder bewegen van de 30 ritssluitingketting langs de baan in de te voren bepaalde rich- * ting totdat een achtereinde van een voorgaand paar van sluit elementgroepen aankomt in een eerste bepaald punt, met het 8105331 ν' \ - 2 - achtereinde van het voorgaande paar van sluitelementgroepen vastgehouden in het eerste vaste punt, het laten dalen van de ene van de opeenvolgende paren van tegenovergelegen vrije bandgedeelten totdat de uiterste ontkoppelde sluitelementen 5 aankomen in een·tweede vaste punt dat met een te voren bepaalde waarde op afstand ligt van het eerste vaste punt langs de baan, en het bevestigen van een onderaanslag en een paar bovenaanslagen gezamenlijk en respectievelijk op het achtereinde van het voorgaande paar van sluitelementgroepen in het eerste 10 vaste punt en op de ontkoppelde uiterste gedeelten van het ene van de opeenvolgende paren van sluitelementgroepen in het tweede vaste punt.
Volgens een tweede aspect van de uitvinding wordt een inrichting geleverd voor het bevestigen van boven-15 en onderaanslagen aan een ritssluitingketting, omvattende een paar van continue draagbanden, waarbij elke draagband achtereenvolgende op afstand gelegen groepen van sluitelementen heeft die zijn gemonteerd op een continue draagband en is. samenwerking zijn gebracht met tegenovergelegen complementaire groepen van 20 sluitelementen op de andere draagband, waarbij de ritssluiting ketting achtereenvolgende op afstand gelegen paren van tegenovergelegen vrije bandgedeelten heeft tussen de opeenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen, terwijl een aantal schuiven aanwezig is die elk zijn geplaatst op een res-25 pectieve van de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen op een te voren bepaalde stand, welke inrichting bestaat uit: een freem met een geleidingstafel voor het daarop ondersteunen van de ritssluitingketting, middelen voor het bewegen van de ritssluitingketting in lengterichting 30 langs een baan over de geleidingstafel in een te voren bepaal de richting, middelen voor het aftasten van de aankomst van éên van de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen, middelen die reageren op de aankomst voor het ontkoppelen van voorste eindgedeelten van de ene van de opeen-35 volgende paren van sluitelementgroepen, een paar van eerste en 8105331 . * Λ - 3 - tweede vaste matrijzen die op een "bepaalde waarde op afstand van elkaar liggen langs de baan, middelen voor het verder bewegen van de ritssluitingketting langs de baan in de te voren bepaalde richting totdat een achtereinde van een voorgaand paar 5 van sluit element groepen aankomt in de eerste matrijs, middelen die reageren op de aankomst van het achtereinde van het voorgaande paar van de sluitelementgroepen, voor het laten dalen van één van de achtereenvolgende paren van tegenover elkaar gelegen vrije bandgedeelten totdat de uiterste ontkoppelde sluitele-10 menten aankomen in de tweede matrijs, welke verder bewegende middelen effectief zijn voor het vasthouden van het achtereinde van het voorgaande paar van sluitelementgroepen in de eerste matrijs gedurende het dalen, en een paar van eerste en tweede drevels die samenwerken met de eerste respectievelijk tweede 15 matrijzen voor het bevestigen van een onderaanslag en een paar van bovenasinslagen gezamenlijk en respectievelijk op de achterrand van het voorgaande paar van sluitelementgroepen in de eerste matrijs, en op de ontkoppelde uiterste gedeelten van de ene van het achtereenvolgende paar van sluitelementgroepen in de 20 tweede matrijs.
Het is daarom een oogmerk van de uitvinding om een werkwijze te leveren voor het bevestigen van bovenen onderaanslagen aan een ritssluitingketting in een en dezelfde stap van vervaardiging, waardoor ritssluitingen worden ver-25 vaardigd met een toegenomen produktiesnelheid.
Een ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een inrichting voor het in de praktijk brengen van de bovengenoemde werkwijze, welke inrichting een relatief eenvoudige constructie heeft.
30 Een nog ander oogmerk van de uitvinding is het leveren van een werkwijze en inrichting die kunnen worden toegepast op verschillende ritssluitingkettingen die elk achtereenvolgende op afstand gelegen paren van vrije bandgedeelten met een verschillende lengte hebben.
35 De uitvinding zal hieronder nader worden toe- 8105331 i 'ï - k - gelicht aan de hand van de tekening, waarin bij wijze van .voorbeeld een aantal uitvoeringsvormen van een inrichting voor het toepassen van de werkwijze volgens de uitvinding is weergegeven. In de tekening toont: 5 . figuur 1 een gedeeltelijk bovenaanzicht van een ritssluitingketting waarop boven- en onderaanslagen moeten worden bevestigd, de figuren 2-10 een opeenvolging van stappen van de werkwijze volgens de uitvinding, 10 figuur 11 een zijaanzicht, waarbij gedeelten zijn weggebroken, van een inrichting voor het in de praktijk brengen van de werkwijze, figuur 12 een bovenaanzicht, waarbij onderdelen zijn weggelaten, van de inrichting van figuur 11,..en 15 figuur 13 op grotere schaal een dwarsdoorsnede van een eenheid van de inrichting voor het laten dalen van een vrij bandgedeelte.
Figuur 1 toont een ritssluitingketting 1 waaraan boven- en onderaanslagen 2 en 3 moeten worden bevestigd door 20 de werkwijze en inrichting 10 (figuur 11 en 12) van de uitvinding.
De ritssluitingketting 1 omvat een paar van continue draagbanden 1+. Elke draagband H heeft achtereenvolgende op afstand gelegen groepen van sluitelementen 5 dië op een continue draagband 6 zijn gemonteerd langs een binnenste in lengterichting 25 lopende rand daarvan, en in samenwerking gebracht met tegen overgelegen complementaire groepen van sluitelementen 5 op de andere draagband 6, terwijl achtereenvolgende op afstand gelegen paren van vrije bandgedeelten 7 aanwezig zijn tussen de opeenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen 5· 30 Een aantal schuiven 8 is geplaatst, één op elk van de opeenvol gende paren van sluitelementgroepen 5 in een te voren bepaalde stand.
Zoals is weergegeven in de figuren 11 en 12 bestaat de inrichting 10 in hoofdzaak uit een freem 11 met een 35 geleidingsstaaf 12 voor het ondersteunen van de ritssluiting- 8105331 ï « - 5 - ketting 1 in een horizontale haan, een paar toevoerrollen 13 en een geleidingsrol 1k die stroomafwaarts respectievelijk stroomopwaarts van de geleidingstafel 12. zijn opgesteld voor het “bewegen of toevoeren van de ritssluitingketting 1 in lengte-5 richting in de haan over de geleidingstafel 12 binnen te voren bepaalde richting, naar rechts in figuur 11 en 12, een (nog te beschrijven) aftastmeehanisme voor het aftasten van de aankomst van êén van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5 en voor het beëindigen van de beweging van de ritssluiting-10 ketting 1, een scheider 15 voor het scheiden of ontkoppelen van voorste eindgedeelten 5a (figuur 5, 6, 8 en 10) van een aangrenzend paar van gekoppelde sluitelementgroepen 5, een paar van eerste en tweede vaste matrijzen 16 en 1T, opgesteld stroomafwaarts van de scheider 15, en op een afstand gelegen van een 15 te voren bepaalde waarde van elkaar langs de baan, een eerste plaatsingseenheid 18 voor het verder bewegen van de ritssluitingketting 1 langs de baan in de te voren bepaalde richting totdat een achtereinde 5b (figuur b, 6, 8 en 10) van een voorgaand paar van sluitelementgroepen 5 aankomt aan de eerste matrijs 20 16, een tweede plaatsingseenheid 19 (figuur 13) voor het laten doorhangen van een aangrenzend paar van tegenovergelegen vrije bandgedeelten 7 totdat de ontkoppelde uiterste gedeelten 5a van één van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5 aankomt aan de tweede matrijs 17, en een paar van eerste en 25 tweede drevels 52 en 53 die kunnen samenwerken met de eerste en tweede matrijzen 16 respectievelijk 17, voor het bevestigen van een onderaanslag 3 en een paar van bovenaanslagen 2 gezamenlijk en respectievelijk op het achtereinde 5b van het voortgaande paar van sluitelementgroepen 5 in de eerste matrijs 16 en op 30 de ontkoppelde uiterste gedeelten 5a van één van de achtereen volgende paren van sluitelementgroepen 5 in de tweede matrijs 17.
Het aftastmeehanisme omvat een detectie-eenheid 20 voor het vaststellen van de aankomst van één van de 35 schuiven 8 die is op een voorgaand paar van sluitelementgroepen 8105331
ϊ ^ V
- 6 - 5, en.een stopeenheid 21 voor het stoppen van.de.beweging van de ritssluitingketting 1 indien een te voren bepaalde hoeveelheid van beweging is opgetreden na het vaststellen, De detectie-eenheid 20 heeft een tasterrol 20 die is opgesteld in een vast 5 .punt in de baan,voor samenwerking met de schuiven 8, een voor elke keer dat een respectieve van de opeenvolgende paren van de sluitelementgroepen 5 aankomt, en een aandrijfdeel 23 dat draaibaar door het freem 11 is ondersteund en aan een einde is verbonden met de voelerrol 22, Het aandrijfdeel 23 is draaibaar ten 10 opzichte van de geleidingstafel 12 in responsie op de samen werking van de tasterrol 22 met de schuif 8, voor het aandrijven door het andere einde van een schakelaar 2h die een signaal levert voor het beginnen van de handeling van de stopeenheid 21, zoals hieronder zal worden beschreven, i 5 ‘ De stopeenheid 21 bevat een stoponderdeel 25 dat zich in horizontale richting uitstrekt onder de baan en een naar boven gebogen topeinde 25a heeft. Aan het andere einde dat is afgekeerd van het gebogen topeinde 25a, is hèt stoponderdeel 25 draaibaar gekoppeld met een vrij einde van een vertikale 20 hefboom 26, die draaibaar is gemonteerd op het freem 11 en die normaal naar links wordt belast, dat wil zeggen in een richting tegengesteld aan de te voren bepaalde richting van beweging van de ritssluitingketting 1, door middel van een veer 27 en een drukorgaan 28. Een rol 29 is op het stoponderdeel 25 gemon-25 teerd en rust op een top van een vertikale steun 30 die in ver tikale richting beweegbaar is tussen zijn omhoog bewogen stand waarin het topeinde 25a van het stoponderdeel 25 is gestoken in een ruimte tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten J van een aangrenzend paar, en zijn lage stand waarin het top-30 einde 25a van het stoponderdeel 25 is teruggetrokken uit de baan.
Het stoponderdeel 25 is dus in horizontale richting beweegbaar in responsie op de draaiende beweging van de vertikale hefboom 26, langs de baan tussen een eerste stand waarin het topeinde 25a van het stoponderdeel 25 is gestoken in een ruimte 35 tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten 7 van een aan- 8105331 * * - 7 - grenzend paar en een tweede stand waarin de beweging van de ritssluiting-ketting 1 wordt gestopt en bet boveneinde 25a van het toponderdeel 25 is teruggetrokken uit de baan. De verti-kale steun 30 wordt normaal belast naar zijn omhoog bewogen 5 stand door middel van een veer 31 en een drukorgaan 32. Op de vertikale steun 30 is aan zijn ondereinde een pen 33 gemonteerd waaraan een bedieningshefboom 3^ op werkzame wijze is gekoppeld. Indien de bedieningshefboom 3¼ wordt gedraaid rond een as 36 in de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk of 10 naar beneden in figuur 11, wordt de vertikale steun 30 naar zijn naar beneden bewogen stand overgebracht tegen de belasting van de veer 31. Het tegen de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk of omhoog roteren van de bedieningshefboom 3¼ zal de vertikale steun 30 toestaan om te worden bewogen naar 15 zijn omhoog bewogen stand onder de belastende kracht van de veer 31.
De scheider 15 bevindt zich stroomafwaarts van het stoponderdeel 25 en heeft een topeinde 15a-met een wigvormige dwarsdoorsnede (figuur 8, 9 en 12). De schelder 15 20 is verbonden met een aandrijf onderdeel 37 dat in vertikale richting wordt bewogen door middel van een vermogensoverbreng-hefboom 38. In hoofdzaak gelijktijdig met het terugtrekken van het stoponderdeel 255 wordt de scheider 15 omhoog bewogen teneinde met zijn wigvormige eindgedeelte 15a te steken in een 25 ruimte tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten J van een aangrenzend paar, zodat de voorste eindgedeelten 5a van een van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5 worden ontkoppeld of gespleten van elkaar terwijl zij het wigvormige eindgedeelte 15a van de scheider 15 passeren. Het wigvormige 30 eindgedeelte 15a van de scheider 15 dient verder voor het ge leiden van de ontkoppelde uiterste sluitelementen 5a naar de tweede matrijs 17 voor het bevestigen van een paar bovenaanslagen 2 (figuur 10). Bij het cijfer 51 wan de figuren 7-11 is een hulpgeleidingsplaat weergegeven voor het bevorderen van 35 die geleiding.
8105331 - 8 - * i
De eerste plaatsingseenheid 18 bevindt zich stroomafwaarts.van de scheider 15 en bevat- een trekonderdeel 39 dat zich in horizontale richting uitstrekt onder de baan en die een naar boven gebogen topeinde 39a heeft. Het trekonder-5 deel 39 is in horizontale richting beweegbaar ondersteund door een vertikale steun ko die in vertikale richting beweegbaar is tussen zijn hoge stand waarin het topeinde 39a van het trekonderdeel 39 is gestoken in een ruimte tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten 7 van een aangrenzend paar, en zijn lage 10 stand waarin de topeinden 39a van het trekonderdeel 39 uit ie baan is teruggetrokken. De vertikale steun U0 wordt normaal naar zijn hoge stand belast door middel van een veer i+1 en een drukorgaan k2. Op de vertikale steun l+0 is aan zijn ondereinde een pen b3 gemonteerd, waaraan een horizontale arm 37a van het 15 aandrijf onderdeel 37 werkzaam is gekoppeld. Dienovereenkomstig wordt gelijktijdig met het omhoog bewegen van de scheider 15, het trekonderdeel 39 naar zijn hoge stand bewogen.
Aan het andere einde dat is afgekeerd van het gebogen topeinde 39a heeft het trekonderdeel 39 een naar bene-20 den openende uitsparing 39b waarin een vrij einde van een ver- mogensoverbrenghefboom bh is ontvangen. Terwijl de vermogens-overbrenghefboom 1+U is ontvangen. Terwijl de vermogensoverbreng-hefboom kk in de bewegingsrichting van de wijzers van een uurwerk in figuur 11 wordt gedraaid over een te voren bepaalde hoek, 25 wordt het trekonderdeel 39, met het topeinde 39a in samenwerking met de achtereinden 5b van een voorgaand paar van de sluitele-mentgroepen 5, bewogen langs de baan voor het trekken van de ritssluitingketting 1 totdat het achtereinde 5b van het voorgaande paar van sluitelementgroepen 5 aankomt in de eerste matrijs 30 16 voor het bevestigen van een onderaanslag 3, zoals hieronder zal worden beschreven.
De tweede plaatsingseenheid 19 bevindt zich tussen de eerste en tweede matrijzen 16 en 17 die op een te voren bepaalde waarde D (figuur 9) op afstand van elkaar zijn 35 langs de baan. Zoals beter zichtbaar is in figuur 13 omvat de 8105331 ' <- - 9 - tweede plaatsingseenheid 19 een drukstang 45 die in dwars-richting zich uitstrekt van de baan en in vertikale richting beweegbaar is, dat wil zeggen loodrecht op het hoofdvlak van de geleidingstafel 12, voorbij de baan tussen zijn hoge stand 5 (getrokken lijnen in figuur 13)» waarin de drukstang 45 zich boven de baan bevindt, en zijn lage stand (gestreepte lijnen in figuur 13), waarin de drukstang 45 zich onder de baan bevindt, waardoor de tegenover elkaar gelegen vrije bandgedeelten 7 van een aangrenzend paar naar beneden worden gedrukt weg uit 10 de baan. De drukstang 45 wordt alleen ondersteund aan een einde door een vertikale steun 46 die in vertikale richting beweegbaar is gemonteerd op een basis 4j. De vertikale steun 46 heeft een uitsparing 46a waarin een vrij einde van een vermogens-overbrenghefboom 48 is ontvangen. De vertikale steun 46 wordt 15 normaal naar beneden belast door middel van een veer 49. Terwijl de vermogensoverbrenghefboom 48 wordt geroteerd rond een (niet weergegeven) as uit de stand van figuur 13, wordt de drukstang 45 bewogen uit zijn hoge stand naar zijn lage stand’ onder de belastingskracht van de veer 49. Bij het punt 50 is een instel-20 bout weergegeven die is opgesteld onder de vertikale steun 46 voor het instelbaar begrenzen van de neerwaartse beweging van de steun 46, waardoor de slag van dé drukstang 45 instelbaar wordt bepaald.
Gedurende de werking wordt een ritssluiting-25 ketting 1 (figuur 1) naar voren of naar rechts bewogen langs de baan door de inrichting 10 (figuur 11) via geleidingsrol 14 door de toevoerroliën 13. Indien één van de schuiven 8 dat op een voorgaand paar van sluitelementgroepen 5 zit, in samenwerking komt met de tasterrol 22 van de deteetie-eenheid 20 30 (figuur 3), wordt het aandrijfonderdeel 23 bewogen voor het bedienen van de schakelaar 24 voor het beginnen van de handeling van de stopeenheid 21, zoals hieronder wordt beschreven.
In responsie op het aandrijven van de schakelaar 24 wordt de aandrijfhefboom 34 van de stopeenheid 21 draai-35 baar bewogen rond de as 36 tegen de bewegingsrichting van de 8105331
V
-10-
* V
wijzers van een uurwerk om de vertikale steun 30 toe te staan te-worden bewogen naar zijn hoge stand onder.de. belastings-kracht van de veer 31, waardoor het stoponderdeel 25 omhoog wordt bewogen. Het topeinde 25a van het stoponderdeel 25 wordt dus 5 gestoken in een,ruimte tussen de tegenovergelegen vrije band- gedeelten 7 van een aangrenzend paar (figuur k). Het vooreinde 5a van êén van de achtereenvolgende paren, van sluitelement-groepen 5 komt dan in samenwerking met een topeinde 25a van het stoponderdeel 25- Met het topeinde 25a in samenwerking met 10 het vooreinde 5a van een van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5» wordt het stoponderdeel 25 bewogen uit een eerste stand (getrokken lijnen in figuur 11) naar een tweede stand (gestreepte lijnen in figuur 11), hetgeen tot gevolg heeft dat de vertikale hefboom 26 in de bewegingsrichting 15 van de wijzers van een uurwerk wordt gedraaid voor het ont lasten van de toevoerrollen 13. De beweging van de ritssluiting-ketting 1 wordt dus gestopt en op hetzelfde moment- wordt het stoponderdeel 25 naar beneden bewogen om het topeinde 25a terug te trekken uit de baan (figuur 5).
20 In hoofdzaak gelijktijdig met het terugtrek ken van het stopinderdeel 25, wordt de vermogenoverbrenghefboom 3Ö draaibaar bewogen teneinde het aandrijfonderdeel 37 omhoog te bewegen, waardoor de scheider 15 en het drukonderdeel 39 omhoog worden gebracht naar de hoge stand waarin hun respectieve 25 topeinden 15a en 39a zijn gestoken in de ruimte tussen de tegen overgelegen vrije bandgedeelten 7 van een aangrenzend paar (figuur 5).
Vervolgens wordt het drukonderdeel 39» met het topeinde 39a in samenwerking met het achtereinde 5b 30 van het voorgaande paar van sluitelementgroepen 5j bewogen langs de baan uit de stand van figuur 5 naar de stand van figuur 6 voor het trekken van de ritssluitingketting 1 totdat het achtereinde 5b van het voorgaande paar van sluitelementgroepen 5 aankomt bij de eerste matrijs 16. Gedurende die tijd worden 35 de voorste eindgedeelten 5a van êên van de achtereenvolgende 8105331 r * - 11 - paren van sluit element groepen 5 ontkoppeld of gespleten van elkaar terwijl zij het wigvormige eindgedeelte 15a van de schelder 15 passeren (figuur 6).
In responsie op de aankomst van het achter-5 einde 5h van het voorgaande paar van sluitelementgroepen 5 aan de eerste matrijs 16, wordt de vermogenoverhrenghefboom U8 draaibaar bewogen teneinde de trekstang naar beneden te bewegen uit de stand van figuur 6 naar de stand van figuur 7 > waarbij de tegenovergelegen vrije bandgedeelten 7 van een aangren-10 zend paar naar beneden worden getrokken uit de baan totdat de ontkoppelde uiterste gedeelten 5a van één van de achtereenvolgende paren sluit element groepen 5 aankomen bij de tweede matrijs 17 (figuur 7 en 8). Gedurende die tijd wordt het achtereinde 5b van het voorgaande paar van sluitelementgroepen 5 in de eer-15 ste matrijs 16 vastgehouden.
Tenslotte worden de eerste en tweede drevels 52 en 53 naar beneden bewogen op hetzelfde moment voor het bevestigen van een onderaanslag 3 en een paar van bovenaanslagen 2 gezamenlijk en respectievelijk op het achtereinde 5b van 20 het voorgaande paar van sluit element groepen 5 in cLe eerste matrijs 16 en op de ontkoppelde uiterste gedeelten 5a van één van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5 in de tweede matrijs 17·
Indien de lengte van een enkel paar van 25 tegenovergelegen vrije bandgedeelten 7 van de ritssluitingketting 1 die wordt gebruikt gelijk is aan de afstand D (figuur 9) tussen de eerste en tweede matrijzen 16 en 17, zullen de ontkoppelde uiterste gedeelten 5a van één van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen 5 bij de tweede matrijs 17 aan-30 komen juist op het moment dat het achtereinde 5b van een voorgaand paar van sluitelementgroepen 5 aankomt bij de eerste matrijs 16. In dat geval kan de doorgangsstap worden weggelaten.
Het zal worden begrepen dat verschillende veranderingen mogelijk zijn in de details, het materiaal en de 35 opstelling van de onderdelen die zijn beschreven en toegelicht 8105331 - 12 - voor het uitleggen van het -wezen van de uitvinding. Deze vallen echter "binnen het kader van de nu volgende conclusies.
8105331

Claims (9)

1. Werkwijze voor het "bevestigen van boven-en onderaanslagen aan een ritssluitingketting, omvattende een paar van continue draagbanden, waarbij elke draagband opeenvol-5 gende op afstand gelegen groepen van sluitelementen heeft die zijn gemonteerd op een continue draagband en zijn gekoppeld met tegenovergelegen complementaire groepen van sluitelementen op de andere draagband, welke ritssluitingketting achtereenvolgende op afstand gelegen paren van vrije bandgedeelten heeft 10 tussen de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluit- elementgroepen, terwijl een aantal schuiven is aangebracht elk op een respectief gedeelte van de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen in een bepaalde stand, met het kenmerk, dat hij bestaat uit: 15 het bewegen van de ritssluitingketting (1) in lengterichting langs een baan in een te voren bepaalde richting, het aftasten van de aankomst van"één van de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelement-20 groepen (5) in responsie op die aankomst, het buiten samenwerking brengen van voorste eindgedeelten (5a) van de ene van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen (5)3 het verder bewegen van de ritssluitingketting 25 (1) langs de baan in de te voren bepaalde richting totdat een achtereinde (5b) van een voorgaand paar van sluitelementgroepen (5) aankomt in een eerste vast punt (16), met het achtereinde (5b) van het voorgaande paar van sluitelementgroepen (5) vastgehouden in het eerste vaste punt (16), 30 het laten doorhangen van één van de achter eenvolgende paren van tegenovergelegen vrije bandgedeelten (7) totdat de uiterste ontkoppelde sluit el orient groepen (5a) aankomen in een tweede vast punt (17) dat op een te voren bepaalde waarde (D) op afstand ligt van het eerste vaste punt (16) langs de 35 baan, 8105331 - Ik - en het bevestigen van een onderaanslag (3) en een paar van bovenaanslagen (2) gelijktijdig en.respectievelijk op het achtereinde (5b) van het voorgaande paar van sluit-elementgroepen (5) in het eerste vaste punt (16) en op de ont-5 koppelde uiterste gedeelten (5a) van de ene van de achtereen volgende paren van sluitelementgroepen (5) ia het tveede vaste punt (17).
2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het aftasten teweeg wordt gebracht door 10 het detecteren van de aankomst van één van de schuiven die aan wezig is op een voorgaand paar van sluitelementgroepen.
3. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat verder de beweging van de ritssluiting-ketting wordt gestopt indien een te voren bepaalde afstand is 15 opgetreden na de aankomst. h. Inrichting voor het bevestigen van bovenen onderaanslagen aan de ritssluitingketting, omvattende een paar van continue draagbanden, waarbij elke draagband achtereenvolgende op afstand gelegen groepen van sluitelementen heeft 20 die zijn gemonteerd op een continue draagband en zijn gekoppeld met tegenovergelegen complementaire groepen van sluitelementen op de andere draagband, welke ritssluitingketting achtereenvolgende op afstand gelegen paren van vrije bandgedeelten heeft tussen de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluit-25 elementgroepen, terwijl een aantal schuiven is aangebracht op een respectieve van de achtereenvolgende op afstand gelegen paren van sluitelementgroepen in een bepaalde stand, met het kenmerk, dat de inrichting bestaat uit: een freem (11) met een geleidingstafel (12) 30 voor het ondersteunen van de ritssluitingketting (1), middelen (13) voor het bewegen van de ritssluitingketting (Ί) in lengterichting in een baan over de geleidingstafel (12) in een te voren bepaalde richting, middelen (20, 21) voor het aftasten van de 35 aankomst van één van de achtereenvolgende op afstand gelegen 8105331 ► r * - 15 - paren van sluitelementgroepen (5)3 middelen (15) die reageren op de aankomst voor het buiten samenwerking brengen van voorste eindgedeelten (5a) van de ene van de achtereenvolgende paren van sluitelement-5 groepen (5), een paar van eerste en tweede vaste matrijzen (16 en 17) die op een te voren bepaalde waarde (D) op afstand van elkaar liggen langs de baan, middelen (18) voor het verder bewegen van de 10 ritssluitingketting (1) langs de baan in de te voren bepaalde richting totdat een achtereinde (5b) van een voorgaand paar van sluitelementgroepen (5) aankomt in de eerste matrijs (16), middelen (19) die reageren op de aankomst van het achtereinde (5b) van het voorgaande paar van sluitelement-15 groepen (5) voor het laten doorhangen van één van de achtereen volgende paren van tegenovergelegen vrij bandgedeelten (7) totdat de uiterste ontkoppelde sluit elementen (5a) aankomen in de tweede matrijs (17)S welke verder bewegende middelen werkzaam, worden 20 voor het vasthouden van het achtereinde (5b) van het voorgaande paar van sluitelementgroepen (5) aan de eerste matrijs (16) gedurende het doorhangen, en een paar van eerste en tweede drevels (52 en 53) die samenwerken met de eerste en tweede matrijzen (16 res-25 pectievelijk 17) voor het bevestigen van een onderaanslag (3) en een paar van bovenaanslagen (2) gezamenlijk en respectievelijk aan het achtereinde (5b) van het voorgaande paar van sluitelementgroepen (5) aan de eerste matrijs (16) en op de ontkoppelde uiterste gedeelten (5a) van de ene van de achtereen-30 volgende paren van sluitelementgroepen (5) aan de tweede matrijs (17).
5. Inrichting volgens conclusie met het kenmerk, dat de aftastmiddelen middelen bevatten voor het detecteren van de aankomst van een van de schuiven die aan-35 wezig is op het voorgaande paar van sluitelementgroepen, en 8105331 * V s V - 16 - middelen voor het beëindigen van de beweging van de ritsslui- een tingketting indien/te voren bepaalde waarde van beweging is opgetreden na de aankomst van de ene van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen. 5 '6. Inrichting volgens conclusie 5> met het kenmerk, dat detectiemiddelen een tasterrol omvatten die is opgesteld in' een vast punt in de baan voor samenwerking met de schuiven, één op elk moment dat een respectieve van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen aankomt, en een 10 aandrijfonderdeel dat is gekoppeld met de tasterrol en draai baar is op het freem in responsie op de samenwerking van de tasterrol met de schuif, voor het bekrachtigen van een schakelaar voor het beginnen van de werking van de stopmiddelen.
7. Inrichting volgens conclusie 5S 15 met het kenmerk, dat de stopmiddelen een stoponderdeel hebben dat is opgesteld beneden de baan en een topeinde heeft dat kan worden gestoken in een ruimte tussen de tegenover elkaar gelegen vrij bandgedeelten van een aangrenzend paar in responsie op die detectie voor het samenwerken met het voorste einde van de 20 ene van de achtereenvolgende paren van spuitelementgroepen, welk stoponderdeel, met het topeinde in samenwerking met het vooreinde van het ene paar van sluit element groepen, beweegbaar is langs de baan uit een eerste stand waarin het topeinde is gestoken in een ruimte tussen de tegenovergelegen vrij bandge-25 deelten van een aangrenzend paar naar een tweede stand waarin de beweging van de ritssluitingketting wordt gestopt en het topeinde wordt teruggetrokken uit de baan.
8. Inrichting volgens conclusie U, met het kenmerk, dat de ontkoppelmiddelen bestaan uit een 30 schelder die een topeindgedeelte met wigvormige dwarsdoorsnede heeft, welke scheider beweegbaar is in responsie op de aankomst teneinde met het topeindgedeelte te steken in een ruimte tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten van een aangrenzend paar, waardoor de vooreindgedeelten van de ene van de achtereen-35 volgende paren van sluitelementgroepen worden ontkoppeld terwijl 8105331 4 φ - 17 - zij de topeindgedeelten van de schelder passeren.
9. Inrichting volgens conclusie k, met het kenmerk, dat de verdere bewegingsmiddelen bestaan uit een trekonderdeel dat zich bevindt onder de baan en een top-5 einde heeft dat kan worden gestoken in een ruimte tussen de tegenovergelegen vrije bandgedeelten van een aangrenzend paar in responsie op de aankomst om samen te werken met het achtereinde van het voorgaande paar van sluitelementgroepen, welk trekonderdeel, met het topeinde in samenwerking met het achter-10 einde van het voorgaande paar van sluitelementgroepen, beweeg baar is langs de baan voor het trekken van.de ritsdluitingketting totdat het achtereinde van hetvoorgaande paar van sluitelement-groepen aankomt in de eerste matrijs.
10. Inrichting volgens conclusie k, 15 met het kenmerk, dat de doorgaande middelen een drukstang om- vatten die zich in dwarsrichting van de baan uitstrekt en beweegbaar is in responsie op de aankomst van het achtereinde van het voorgaande paar van sluit elementgroepen in·'de eerste matrijs, loodrecht op het hoofdvlak van de geleidingstafel voor-20 bij de baan voor het drukken van de ene van de achtereenvolgen de paren van tegenovergelegen vrije bandgedeelten uit de baan totdat de ontkoppelde uiterste gedeelten van de ene van de achtereenvolgende paren van sluitelementgroepen aankomt aan de tweede matrijs. ;
11. Inrichting zoals weergegeven in de tekening en/of besproken aan de hand daarvan. 8105331
NLAANVRAGE8105331,A 1980-11-27 1981-11-25 Inrichting voor het aanbrengen van aanslagen aan een ritssluitingketting. NL185192C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP16726680 1980-11-27
JP55167266A JPS5951817B2 (ja) 1980-11-27 1980-11-27 スライドフアスナチエ−ンの上下止め金取付方法およびその装置

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8105331A true NL8105331A (nl) 1982-06-16
NL185192B NL185192B (nl) 1989-09-18
NL185192C NL185192C (nl) 1990-02-16

Family

ID=15846543

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8105331,A NL185192C (nl) 1980-11-27 1981-11-25 Inrichting voor het aanbrengen van aanslagen aan een ritssluitingketting.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4368570A (nl)
JP (1) JPS5951817B2 (nl)
KR (1) KR840000717B1 (nl)
AU (1) AU529834B2 (nl)
BE (1) BE891157A (nl)
BR (1) BR8107705A (nl)
CA (1) CA1169636A (nl)
DE (1) DE3145411C2 (nl)
ES (2) ES507455A0 (nl)
FR (1) FR2494570B1 (nl)
GB (1) GB2088469B (nl)
HK (1) HK9788A (nl)
IT (1) IT1145146B (nl)
NL (1) NL185192C (nl)

Families Citing this family (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS5951820B2 (ja) * 1981-12-29 1984-12-15 ワイケイケイ株式会社 フアスナ−チエ−ンの下止具取付方法およびその装置
JPS58102607U (ja) * 1981-12-30 1983-07-12 ワイケイケイ株式会社 上止金具取付け用テ−プ保持装置
JPS58159703A (ja) * 1982-03-17 1983-09-22 ワイケイケイ株式会社 スライダ−付き間欠連続フアスナ−チエ−ンに対する上止金具の自動取付方法およびその装置
AU565875B2 (en) * 1982-12-07 1987-10-01 Yoshida Kogyo K.K. Slide fastener separable end stop inspection
US4495686A (en) * 1983-01-17 1985-01-29 Yoshida Kogyo K. K. Apparatus for producing slide fasteners from continuous fastener chain
JPS60236602A (ja) * 1984-05-10 1985-11-25 ワイケイケイ株式会社 開離嵌挿装置付スライドファスナの製造装置
JPS6190605A (ja) * 1984-10-09 1986-05-08 ワイケイケイ株式会社 開離嵌挿具付スライドフアスナ−の自動仕上加工方法
DE3525133A1 (de) * 1985-07-13 1987-01-29 Opti Patent Forschung Fab Verfahren und endmontage-automat zur herstellung von mit endteilen, schieber und gegebenenfalls anfangsteilen versehenen, gekuppelten reissverschluessen
JPH084525B2 (ja) * 1987-04-25 1996-01-24 ワイケイケイ株式会社 スライドファスナーの上止め取付け装置
JPH0675522B2 (ja) * 1987-04-25 1994-09-28 吉田工業株式会社 スライドファスナーの仕上げ装置
JPH0744886B2 (ja) * 1989-08-31 1995-05-17 ワイケイケイ株式会社 スライドファスナーの下止具取付装置
JPH07108006A (ja) * 1993-10-13 1995-04-25 Ykk Kk ファスナーチェーンの連続箱取付検査装置と同検査装置を備えた箱取付機
JPH07111906A (ja) * 1993-10-20 1995-05-02 Ykk Kk 連続ファスナーチェーンの止部材成形方法とチェーン割り装置
US5749134A (en) * 1996-07-18 1998-05-12 Zemitis; Martin S. Slide fastener repair system
CN101637327B (zh) * 2008-07-28 2011-10-26 福建浔兴拉链科技股份有限公司 合链装置及使用该装置的拉链上止机

Family Cites Families (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3863321A (en) * 1973-10-04 1975-02-04 Carbide Form Grinding Inc Method and apparatus for automatically attaching top stops to a continuous slide fastener chain
JPS539657A (en) * 1976-07-12 1978-01-28 Yoshida Kogyo Kk Method of producing slide fastener
JPS5852641B2 (ja) * 1977-06-30 1983-11-24 ワイケイケイ株式会社 スライドファスナ−の製造方法
JPS5852642B2 (ja) * 1977-06-30 1983-11-24 ワイケイケイ株式会社 スライドファスナ−の製造方法
JPS5474146A (en) * 1977-11-25 1979-06-14 Yoshida Kogyo Kk Method and device for attaching stop metal for slide fastener
JPS5568306A (en) * 1978-11-16 1980-05-23 Yoshida Kogyo Kk Method and apparatus for preventing fray of slide fastener

Also Published As

Publication number Publication date
DE3145411A1 (de) 1982-07-01
ES8206165A1 (es) 1982-09-01
ES8206166A1 (es) 1982-09-01
NL185192B (nl) 1989-09-18
AU7746981A (en) 1982-06-03
NL185192C (nl) 1990-02-16
AU529834B2 (en) 1983-06-23
HK9788A (en) 1988-02-12
CA1169636A (en) 1984-06-26
FR2494570A1 (fr) 1982-05-28
ES507454A0 (es) 1982-09-01
JPS5951817B2 (ja) 1984-12-15
IT1145146B (it) 1986-11-05
DE3145411C2 (de) 1987-01-22
BR8107705A (pt) 1982-08-24
US4368570A (en) 1983-01-18
KR840000717B1 (ko) 1984-05-24
GB2088469B (en) 1984-06-06
FR2494570B1 (fr) 1985-09-06
BE891157A (fr) 1982-03-16
ES507455A0 (es) 1982-09-01
JPS5789803A (en) 1982-06-04
KR830006966A (ko) 1983-10-12
GB2088469A (en) 1982-06-09
IT8168542A0 (it) 1981-11-26

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8105331A (nl) Werkwijze en inrichting voor het bevestigen van boven- en onderaanslagen aan een ritssluitingketting.
US20140116838A1 (en) Roller conveying module with separating device
DE102015218396A1 (de) Förderkette für eine Warenübergabevorrichtung eines automatischen Warenlagers
EP0109643A1 (en) Method of and apparatus for automatically finishing slide fasteners
SE444428B (sv) Pallastningsanordning
DE1611829B2 (de) Vorrichtung zum oeffnen und fuellen von beuteln
US4771522A (en) Apparatus for manufacturing slide fasteners
US5454285A (en) Apparatus for finishing slide fasteners
JPH05213426A (ja) グリッパコンベヤ上の自閉式グリッパを開く方法及び装置
FI81243B (fi) Anordning foer avbrutning av en kontinuerlig dragked.
EP1220786B1 (de) Förderstreckenanordnung in einer füllstation
EP0137197B1 (en) Method of and apparatus for sorting slide fasteners
JPH0527046Y2 (nl)
EP0058881A1 (en) Feed mechanism for elongate flexible article
DE3915228A1 (de) Vorrichtung zur entnahme von falzprodukten aus einer traegerstruktur
EP0790195A1 (de) Lagersystem, insbesondere Durchlauflagersystem
EP2206668A1 (de) Vorrichtung und Verfahren zum Transfer von flexiblen flachen Gegenständen
EP0302361B1 (en) Slide fastener closing apparatus
US4977726A (en) Continuous signature stacker machine provided with special device for transversely ejecting the assembled package
JPH0639287B2 (ja) 移送摺動組立体装置
CN220392456U (zh) 一种自动摆正下料装置
US4300380A (en) Apparatus and a method for use in making a railway rail-fastening clip
DE102007039259B3 (de) Zuführvorrichtung und Verfahren zur Zuführung von Bögen von einem Stapel
KR900005992B1 (ko) 상지구 부착장치
KR900001568Y1 (ko) 슬라이드 파스너 정렬 보류장치

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee