NL8105195A - Inductieve inrichting. - Google Patents

Inductieve inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8105195A
NL8105195A NL8105195A NL8105195A NL8105195A NL 8105195 A NL8105195 A NL 8105195A NL 8105195 A NL8105195 A NL 8105195A NL 8105195 A NL8105195 A NL 8105195A NL 8105195 A NL8105195 A NL 8105195A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
base
coil core
core
winding
control core
Prior art date
Application number
NL8105195A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8105195A priority Critical patent/NL8105195A/nl
Priority to CA000415497A priority patent/CA1187573A/en
Priority to ES517373A priority patent/ES8308443A1/es
Priority to US06/441,578 priority patent/US4517509A/en
Priority to AU90479/82A priority patent/AU551543B2/en
Priority to EP82201439A priority patent/EP0079659B1/en
Priority to DE8282201439T priority patent/DE3266232D1/de
Priority to KR1019820005168A priority patent/KR840002573A/ko
Priority to JP57201004A priority patent/JPS5891607A/ja
Publication of NL8105195A publication Critical patent/NL8105195A/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F17/00Fixed inductances of the signal type 
    • H01F17/04Fixed inductances of the signal type  with magnetic core
    • HELECTRICITY
    • H01ELECTRIC ELEMENTS
    • H01FMAGNETS; INDUCTANCES; TRANSFORMERS; SELECTION OF MATERIALS FOR THEIR MAGNETIC PROPERTIES
    • H01F21/00Variable inductances or transformers of the signal type
    • H01F21/02Variable inductances or transformers of the signal type continuously variable, e.g. variometers
    • H01F21/06Variable inductances or transformers of the signal type continuously variable, e.g. variometers by movement of core or part of core relative to the windings as a whole

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Power Engineering (AREA)
  • Microelectronics & Electronic Packaging (AREA)
  • Coils Or Transformers For Communication (AREA)
  • Coil Winding Methods And Apparatuses (AREA)
  • Winding Of Webs (AREA)

Description

* * * r PEN 10193 1 N.V. Philips' Glceilamgenfabrieken te Eindhoven.
Inductieve inrichting.
De uitvinding heeft betrekking op een inductieve inrichting, bevattende een wikkelingsdrager met een van aansluitpunten voorzien vcet-stuk, op de bovenzijde waarvan een ferrcmagnetische spoelkem staat net een cilindervonnig middengedeelte waarcmheen een galvanisch net de aan-5 sluitpunten verbonden wikkeling is aangebracht en een niet rotatiesynme-trisch bovengedeelte dat sanenwerkt net een ferromagnetische regelkem die gevormd wordt door een over de spoelkern geplaatste, cm de as van het middengedeelte van de spoelkem draaibare kap die tenminste nabij het bovengedeelte van de spoelkem niet rotatiesyimetrisch is.
10 Een dergelijke inrichting is bekend uit het Duitse Offenlegungs- schrift 28 16 042. Deze bekende inrichting is opgebouwd uit een betrekke-lijk groot aantal afzonderlijke onderdelen, waarvan de montage tijdrovend en duur is. De uitvinding heeft tot doel, een inrichting van de in de aan-hef gencemde soort aan te geven, die uit een minimaal aantal, zeer een-15 voudig aan elkaar te bevestigen onderdelen bestaat.
De inrichting volgens de uitvinding heeft daartoe het kenmerk, dat zich op het voetstuk een centreerorgaan bevirdt, dat bestaat uit ten minste een op het voetstuk staand uitsteeksel en waarvan de buitenzijde een met het middengedeelte van de spoelkem coaxiale cilinder- of kegel-20 mantel definieert, die passend cravat wordt door het naar het voetstuk toe-gekeerde gedeelte van de regelkem, welk gedeelte tenminste inwendig naar vorm en radiale afmetingen overeenstemt met de door het centreerorgaan ge-definieerde cilinder- of kegelmantel.
Na het aanbrengen en met de aansluitpunten verbinden van de 25 wikkeling beboeft slechts de regelkem over het centreerorgaan geschoven te worden cm de inrichting te voltooien. De zelfinductie van de inrichting is dan regelbaar door de regelkem cm het centreerorgaan te verdraaien. Desge-venst kan de regelkem na het instellen van de gevenste zelfinductie met een kleefmiddel gefixeerd warden.
30 Teneinde een naar buiten toe nagenoeg volledig gesloten magnetisch circuit te vormen heeft een voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat het centreerorgaan bestaat uit een ferro-magnetische schijf die een order gedeelte van. de spoelkern vormt.
o i 0 5 1 9 5 r S . 'v PHN 1Q193 2
Teneinde ook de vervaardiging van het voetstuk qp zichzelf een-voudig en goedkoop te maken, heeft een verdere voorkeursuitvoering van de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat het voetstuk/ de schijf en de spoelkem als een geheel uit een ferromagnetisch materiaal gevomd 5 zijn. Dit materiaal kan bijvoorfaeeld ferriet of poederijzer zijn.
Een nog verdere reductie van het aantal afzonderlijke onderdelen is verkregen in een verdere voorkeursuitvoering die het kenmerk heeft, dat aan het voetstuk eon aantal kontaktvoeten is gevormd, elk waarvan voorzien is van een gemetalliseerd kontaktvlakje, dat een aansluitpunt vormt, welke 10 kontaktvlakjes alle in een gemeenschappelijk vlak liggen. De mstallisering kan bijvoorheeld bestaan uit een op het kontaktvlakje aangebrachte en uit-geharde pasta of uit een op het kontaktvlakje bevestigd metalen plaatje of folie. Zulke technieken zijn qp zichzelf bekend.
De uitvinding zal nu nader warden toegelicht aan de hand van de 15 tekening. Hierin is :
Figuur 1 een vooraanzicht van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de uitvinding, waarbij de regel-kem in doorsnede is wsergegeven;
Figuur 2 een bovenaanzicht van een wikkelingsdrager voor de in 20 figuur 1 afgebeelde inrichting;
Figuur 3 een onderaanzicht van een regelkem voor de in figuur 1 afgebeelde inrichting; en
Figuur 4 een rechter zijaanzicht van de in figuur 1 afgebeelde inrichting.
25 De in figuur 1 afgebeelde inductieve inrichting bevat een wikkelings drager 1 die in figuur 2 in bovenaanzicht is weergegeven. Deze wikkelingsdrager heeft een voetstuk 3, waaraan vier kontaktvoeten 5 zijn gevormd, op elk waarvan een metaallaag (gestippeld weergegeven) is aangebracht, die zich uitstrekt van een kontaktvlakje 7 aan de onderzijde van de kontakt-30 voet tot in een insnoering 9 in de verbinding tussen de kontaktvoet en het voetstuk. De insnoeringen 9 kunnen dienen als afhechtplaatsen voor uit-lopers 11 van een op de wikkelingsdrager 1 aangebrachte wikkeling 13 van bijvoorbeeld koperdraad. De kontaktvlakjes 7 vormen aansluitpunten voor het verbinden van de inrichting met geleidersporen op een substraat, bij-35 voorbeeld een paneel net oppervlaktebedrading. Zij liggen daartoe in een geneenschappelijk vlak. Het voetstuk 3 bevat een bevestigingsoppervlak 14 dat in hetzelfde of een iets hoger vlak ligt als de kontaktvlakjes 7.
Via dit bevestigingsoppervlak kan de inrichting op het substraat bevestigd 8 1 0 5 1 9 5 r A" «· Λ EHN 10193 3 warden, bijvoorbeeld met een lijmverbinding.
De wikkeling is aangebracht cm een cilindervormig middengedeelte 15 (gestippeld getekend) van een ferrctnagnetische spoelkem die voorts een niet rotatiesynmetrisch (in dit vcorbeeld vlindervormig) bovengedeelte 5 17 bevafc, dat de wikkeling aan de bovenzijde begrenst. Aan de onderzijde wordt de wikkeling begrensd door een op bet voetstuk geplaatste schijf 19. Deze schijf is cilindervormig met twee uitsparingen 21 die samen met overeenkcmstige uitspar ingen 23 in het voetstuk 3 doorgangen vormen voor de uitlopers 11 van de wikkeling 13. De schijf 19 is coaxiaal met het midden-10 gedeelte 15 van de spoelkem 15, 17. Desgewenst kan de schijf ireer of grotere uitsparingen hebben, mits zijn buitenzijde maar een cilinder- of kegelmantel definieert.
Het voetstuk 3 met de kontaktvoeten 5, de schijf 19 en de spoelkem 15, 17 zijn bij voorkeur als een geheel uit ferriet of poederijzer 15 gevormd. Daardoor is de fabricage eenvoudig en goedkoop. Het is echter ook mogelijk, de genoemde onderdelen afzonderlijk te vervaardigen en bijvoor-beeld met lijm aan elkaar te fcevestigen. Het voetstuk 3 en eventueel de schijf 19 kunnen in dat geval desgewenst ook uit niet-ferromagnetisch materiaal, bij vcorbeeld kunststof, vervaardigd worden. In vele gevallen 20 verdient het echter de voorkeur, tenminste de schijf 19 uit ferrcmagnetisch materiaal te vervaardigen. Daardoor wordt verhinderd, dat magnetische krachtlijnen aan de onderzijde van de inrichting naar buiten treden, waardoor een ongewenste koppeling met andere op het substraat geplaatste onderdelen tot stand zou kunnen kcmen. De schijf 19 vormt dan een onderge-25 deelte van de spoelkem. In plaats van aan het voetstuk 3 gevomde kontaktvoeten 5 met kontaktvlakjes 7 kunnen ook in het voetstuk bevestigde metalen aansluitpennen toegepast warden voor het vormen van aansluitpunten.
De inrichting bevat verder een regelkem 25 die gevormd wordt door een over de spoelkem 15, 17 geplaatste kap uit ferrcmagnetisch materiaal, 30 bij vcorbeeld ferriet. Deze regelkem (zie ook figuur 3) bevat een onderste, naar het voetstuk 3 toegekeerd gedeelte dat inwendig cilindervormig is en een binnendiameter heeft die nagenoeg gelijk is aan de buitendiameter van de schijf 19. De regelkem 25 kan daardoor eenvoudig op het vcetstuk 3 geplaatst warden, waarbij net naar het voetstuk gekeerde deel de schijf 3 35 passend omvat, zcdat de regelkem cm de as van de schijf en dus ook am de daarmee samenvallende as van het middengedeelte 15 van de spoelkem 15, 17 draaibaar is. De regelkem 25 bevat nabij het bovengedeelte 17 van de spoelkem 15, 17 een vlindervormige holte 27, zodat hij daar niet rotatie- 8 1 0 5 1 si 5 Λ ΡΗΝ 10193 4 syitimetrisch is. De grootte van de luchtspleet 23 tussen de regelkern 25 en het bovengedeelte 17 van de spoelkem 15, 17 is daardoor afhankelijk van de stand van de regelkern en kan gewijzigd worden door de regelkern on de as van de schijf 29 te verdraaien. Daardoor is de zelfinductie 5 van de wikkaling 13 regelbaar. In vele gevallen is het gewenst, de regel-kem 25 na het instellen van de zelfinductie te fixeren. Daartoe kan bijvoorbeeld tussen de regelkern 25 en het vcetstuk 3 of de schijf 19 een lijmlaag aangebracht zijn, die na het instellen van de zelfinductie hard wordt.
t- 10 De schijf 19 dient als centreerorgaan voor de regelkern 25. Een dergelijk centreerorgaan kan vanzelfsprekend ook anders gevormd zijn, bijvoorbeeld als een aantal rond de as van het middengedeelte 15 van de spoelkem verdeelde nokken pp het vcetstuk, waarvan de naar buiten gerichte zijden tezamen een cilinder- of kegelmantel definieren. Het onderste ge-15 deelte van de regelkern 25 meet dan wat inwendige vorm en radiale afire-tingen betreft overeenstemmen met deze cilinder- of kegelmantel. Een kegelmantel heeft het voordeel, dat het centreren van de regelkern 25 op het centreerorgaan 19 iets gemakkelijker is dan bij een cilindermantel.
De beschreven inrichting kan zonder meer als regelbare zelfinduc-20 tie toegepast worden maar ook bijvoorbeeld net een extra wikkeling die de wikkeling 13 omgeeft (niet getekend) als transformator of met een conden-sator als filter met instelbare frequentie. voor het order brengen van deze condensator (of een ander elektronisch onderdeel dat met de wikkeling 13 samenwerkt) is bij voorkeur tussen het vlak, waarin de kontaktvlakjes 7 25 liggen en de bovenzijde van het voetstuk 3 een rulmte 30 uitgespaard (zie figuur 4). Een hierin geplaatst onderdeel 31 steekt niet onder de kontaktvlakjes 7 of boven het voetstuk 3 uit en is dus niet hinderlijk voor de montage van de inrichting op een substraat of voor de regeling van de zelfinductie met behulp van de regelkern 25. De aansluitdraden 33 van het 30 onderdeel 31 warden in de insnoeringen 9 gelegd en, bij voorkeur door sol-deren, galvanisch verbonden met de uitlopers 11 van de wikkeling 13. Een andere mogelijkheid is, een onderdeel toe te passen, dat voorzien is van kontaktvlakjes in plaats van aansluitdraden. Dit onderdeel kan in de ruimte 30 vastgelijmd worden met zijn kontaktvlakjes in de onmiddellijke 25 nabijheid van de gemetalliseerde kontaktveeten 5. Deze worden dan tege-lijk met de uitlopers 11 aan de kontaktvoeten vastgesoldeerd.
Het bovenoppervlak van de regelkern 25 is bij voorkeur vlak, waardoor de inrichting met behulp van een vacuumpipet boven een substraat 8105 195 ♦ H3N 10193 5 • gepositioneerd kan warden. Een dergelijke vacuumpipet kan ook gebrulkt warden voor het verdraalen van de regelkem 25 tijdens hst instellen van de zelfinductie. Hiervoor kan desgewenst uiteraard ook een ander gereed-schap gebrulkt warden, zoals een buiavormig gereedschap met een niet rota-5 tiesynraetrische (bijvoorfceeld zeshoekige) holte die het bovenste gedeelte van de regelkem 25 cravat, walk gedeelte daartoe dan een overeenkomstige vorm dient te hebben.
De beschreven inrichting heeft een zeer compacts vorm zoals in figuur 4 goed te zien is. Door de plaatsing van de kontaktvoeten 5 met de 10 kontaktvlakjes 7 en het bevestigingsoppervlak 14 binnen de zijdelingse begrenzingen van het voetstuk 3 vorrat de inrichting een blokvormig geheel zonder uitsteeksels. De afmetingen van de inrichting (in het bijzorder de hoogte) veranderen niet bij het verdraaien van de regelkem 25. De plaatsing van de regelkem 25 passend cm de schijf 19 geeft een voldoende af-15 dichting, waardoor het binnendringen van verontreinigingen in de ruimte voor de wikkeling 13 in hoge mate verhinderd wordt.
20 25 30 35 8 1 0 5 1 S 5

Claims (7)

1. Inductieve inrichting, fcevattende een wikkelingsdrager (1) net een van aansluitpunten voorzien voetstuk (3), op de fcovenzijde waarvan een ferromagnetische spoelkern (15, 17) staat net een cilindervormig midden-gedeelte (15), waarcmheen een galvanisch met de aansluitpunten verbonden 5 wikkeling (13) is aangebracht en een niet rotatiesymmetrisch fcovengedeelte (17) dat samenwerkt met een ferranagnetische regelkern (25) die gevormd wordt door een over de spoelkern geplaatste, am de as van het middenge-deelte van de spoelkern draaibare kap die tenminste nabij het fcovengedeelte van de spoelkern niet rotatiesymmetrisch is, met het kenmerk, dat zich op 10 het voetstuk (3) een centreerorgaan (19) fcevindt, dat bestaat uit ten minste een op het voetstuk staand uitsteeksel en waarvan de fcuitenzijde een met het middengedeelte (15) van de spoelkern (15, 17) coaxiale cilinier- of kegelmantel definieert, die passend cravat wordt door het naar het voetstuk toegekeerde gedeelte van de regelkern (25), welk gedeelte tenminste inwendig 15 naar vorm en. radiale afmetingen overeenstemt met de door het centreerorgaan gedefinieerde cilinder- of kegelmantel.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het centreerorgaan (18) bestaat uit een ferromagnetische schijf die een onderge-deelte van de spoelkern (15, 17, 19) vormt.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het voet stuk (3), de schijf (19) en de spoelkern (15, 17) als een geheel uit een ferromagnetisch materiaal gevormd zijn.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat aan het voetstuk (3) een aantal kontaktvoeten (5) is gevomd, elk waarvan voorzien is 25 van een gerretalliseerd kontaktvlakje (7) dat een aansluitpunt vormt, we Ike kontaktvlakjes alle in een gemeenschappelijk vlak liggen.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat zich aan het voetstuk (3) tevens een bevestigingsoppervlak (14) fcevindt voor het fce-vestigen van de inrichting op een substraat.
6. Inrichting volgens conclusie 4 of 5, met het kenmerk, dat zich tussen het vlak, waarin de kontaktvlakjes (7) liggen en de fcovenzijde van het voetstuk (3) een ruimte (30) fcevindt waarin een galvanisch net de wikkeling (13) verbonden elektronisch onderdeel (31) is ondergebracht.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het elek- 35: tronisch onderdeel (31) een condensator is. 8105195
NL8105195A 1981-11-17 1981-11-17 Inductieve inrichting. NL8105195A (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105195A NL8105195A (nl) 1981-11-17 1981-11-17 Inductieve inrichting.
CA000415497A CA1187573A (en) 1981-11-17 1982-11-12 Inductive device
ES517373A ES8308443A1 (es) 1981-11-17 1982-11-15 Un dispositivo electromagnetico inductivo.
US06/441,578 US4517509A (en) 1981-11-17 1982-11-15 Inductive device
AU90479/82A AU551543B2 (en) 1981-11-17 1982-11-15 Variable inductive device
EP82201439A EP0079659B1 (en) 1981-11-17 1982-11-15 Inductive device
DE8282201439T DE3266232D1 (en) 1981-11-17 1982-11-15 Inductive device
KR1019820005168A KR840002573A (ko) 1981-11-17 1982-11-16 유도성 부품
JP57201004A JPS5891607A (ja) 1981-11-17 1982-11-16 誘導性デバイス

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8105195A NL8105195A (nl) 1981-11-17 1981-11-17 Inductieve inrichting.
NL8105195 1981-11-17

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8105195A true NL8105195A (nl) 1983-06-16

Family

ID=19838391

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8105195A NL8105195A (nl) 1981-11-17 1981-11-17 Inductieve inrichting.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US4517509A (nl)
EP (1) EP0079659B1 (nl)
JP (1) JPS5891607A (nl)
KR (1) KR840002573A (nl)
AU (1) AU551543B2 (nl)
CA (1) CA1187573A (nl)
DE (1) DE3266232D1 (nl)
ES (1) ES8308443A1 (nl)
NL (1) NL8105195A (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3477438D1 (en) * 1984-03-23 1989-04-27 Siemens Ag Electronic component, in particular a chip inductance
NL8901663A (nl) * 1989-06-30 1991-01-16 Philips Nv Wikkelingsdrager en werkwijze voor het met behulp daarvan vormen van een samenstel bevattende een elektrische spoel en een elektronisch onderdeel.
DE69117403T2 (de) * 1990-03-30 1996-09-05 Multisource Tech Corp Niederprofil-flachtransformator für die verwendung bei unabhängig betriebenen schaltnetzteilen
DE19812836A1 (de) * 1998-03-24 1999-09-30 Pemetzrieder Neosid Induktives Miniatur-Bauelement für SMD-Montage

Family Cites Families (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3092796A (en) * 1959-05-07 1963-06-04 Maeda Hisao Intermediate frequency transformer
GB900703A (en) * 1960-03-01 1962-07-11 Weymouth Radio Mfg Company Ltd High frequency coil assemblies for use with thermionic and semi-conductor devices
GB911558A (en) * 1960-09-08 1962-11-28 Weymouth Radio Mfg Company Ltd High frequency coils for use with thermionic and semi-conductor devices
US3271713A (en) * 1962-11-10 1966-09-06 Oshima Musen Co Ltd Constant torque adjustment for variable impedance devices
GB1011377A (en) * 1963-11-22 1965-11-24 Neosid Ltd Improvements in or relating to adjustable inductance assemblies
US3309640A (en) * 1964-06-10 1967-03-14 Oshima Musan Co Ltd High-frequency core device with relatively movable cores
US3601734A (en) * 1969-08-13 1971-08-24 Gen Instrument Corp High q tunable if transformer coil assembly
DE2102012A1 (de) * 1971-01-16 1972-08-03 Pemetzrieder Neosid Halterung für abstimmbare Hochfrequenzspulen
DE2229859B2 (de) * 1972-06-19 1976-01-29 Siemens AG, 1000 Berlin und 8000 München Elektrische spule
DE2816042C2 (de) * 1977-04-15 1983-07-07 Murata Manufacturing Co., Ltd., Nagaokakyo, Kyoto Verfahren zur Herstellung einer Anordnung für einen elektrischen Schwingkreis
JPS55105305A (en) * 1979-02-06 1980-08-12 Kourin Giken:Kk Manufacturing method of high frequency coil

Also Published As

Publication number Publication date
US4517509A (en) 1985-05-14
EP0079659A1 (en) 1983-05-25
DE3266232D1 (en) 1985-10-17
AU9047982A (en) 1983-05-26
ES517373A0 (es) 1983-08-16
EP0079659B1 (en) 1985-09-11
CA1187573A (en) 1985-05-21
ES8308443A1 (es) 1983-08-16
KR840002573A (ko) 1984-07-02
AU551543B2 (en) 1986-05-01
JPS5891607A (ja) 1983-05-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP3446319B1 (en) Shielded inductor and method of manufacturing
US6246311B1 (en) Inductive devices having conductive areas on their surfaces
US20080036566A1 (en) Electronic Component And Methods Relating To Same
JPH0821505B2 (ja) 電子デバイスおよびその製造方法
CN108987040B (zh) 电感器
NL8105195A (nl) Inductieve inrichting.
US4743868A (en) High frequency filter for electric instruments
JPS60219807A (ja) 電気部品用ケース
CN210328425U (zh) 高频部件
JPS61209376A (ja) 磁界センサ
US4455591A (en) Means and a method for converting finished electrical components with terminal leads to elements having planar terminations
JPH0314009Y2 (nl)
KR102200177B1 (ko) 원통형 t코어를 포함하는 인덕터
JP2527854Y2 (ja) 集中定数型アイソレータ
JPH0631698Y2 (ja) コモンモ−ドチョ−クコイル
JPS6023944Y2 (ja) インダクタ
JP2850874B2 (ja) Icパッケージ
JP2574176Y2 (ja) 回路部品の実装構造
JPS5915474Y2 (ja) Lc複合部品
JP2531061Y2 (ja) 超高周波用ハイブリッドic
JPH0410677Y2 (nl)
KR20210012247A (ko) 칩 소자
JPH0644084Y2 (ja) チップ型コイル
CN115372938A (zh) 一种可调ToF测距传感器的封装结构
JP2012248611A (ja) モジュール

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed