NL8105154A - Verbindingsinrichting. - Google Patents

Description

*' * to 2kn

Titel: verbindingsinrichting

De uitvinding heeft betrekking op een verbindingsinrichting en in het bijzonder een verbindingsinrichting voor bet koppelen van pro-fielen van uit elementen opgebouwde scheidingsvanden.

Scheidingswanden kurrnen opgebouwd zijn uit al dan niet zelfdra-5, gende elementen, welke een dikte bezitten die gelijk is aan die van de te vormen scheidingsvand :en aan twee zijden zijn_voorzien van af-gewerkte wandvlakken. Ook kuimen scheidingsvanden zijn opgebouwd uit een frameverk tegen hetvelk op de bouvplaats het materiaal,dat de wand moet vormen,aangebracht kan worden.

10 De uitvinding voorziet in een scheidingsvand welke opgebouwd kan worden uit tevoren gefabriceerde elementen die sleehts aan een zijde zijn voorzien van een afgewerkt vandvlak en die een dikte hebben, die vrijwel gelijk is aan de halve dikte van de te vormen scheidingsvand.

Meer in het bijzonder omvatten de geprefabriceerde elementen een 15 tveetal langsstijlen waarop het relatiefo dunne : plaatmateriaal is bevestigd. Dit plaatmateriaal kan uit hout, gipsplaat, metaal, glas of iets dergelijks bestaan en beaekt zijn met een gewenste afverklaag zo-als vinyl, fineer, lak, kurk, nardplastic en dergelijke. De langs-stijlen steken daarbij over een afstand achter het vlak van het 20 plaatmateriaal uit. De langsstijlen hebben bij voorkeur dezelfde hoogte als die van de geprefabriceerde elementen. Dergelijke uit geprefabriceerde elementen met de halve uiteindelijke vanddikte opgebouwde scheidingsvanden blijken in de praktijk zeer gunstige eigenschappen met betrekking tot geluidsisolatie en brandvering te hebben.

25 Voor het opbouwen van een uit de bovenstaand beschreven gepre fabriceerde elementen bestaande scheidingsvand dienen de langsstijlen van aangrenzende panelen in het vlak van de wand evenals die van aangrenzende panelen aan weerszijden van de scheidingsvand met elkaar verbonden te worden.

30 Hiertoe voorziet de uitvinding in een verbindingsinrichting met behulp waarvan het mogelijk is om ten minste'2 aangrenzende langsstijlen van geprefabriceerde wandelementen met elkaar te verbinden, waarbij de positie van de elementen ten opzichte van elkaar in alle richtingen 8105154 - 2 - is vastgelegd".

De verbindingsinrichting volgens de uitvinding omvat daartoe ten-minste twee, in doorsnede L-vormige plaatvormige elementen waarbij het ene · been van ieder plaatvormig element verbonden is met de te 5 verbinden. stijl en het andere been van ieder plaatvormig element voor-zien is van een vertanding, waarbij de verbindingsinrichting tevens een koppelelement omvat dat om een tweetal evenwij di g... aan elkaar geplaatste, met de vertandingen in elkaar grijpende andere benen passend geplaatst kan worden. Voor het met elkaar verbinden van vier langsstijlen is van-10· zelfsprekend iedere langsstijl voorzien van een L-vormig-plaatvormig .element., waarbij steeds de andere benen van een tweetal in de richting van de wanddikte. gelegen plaatvonaige elementen in elkaar grijpen en -waar-bij de eerste benen van een tweetal in de richting van het vlak van de te vormen wand gelegen plaatvormige elementen vlak tegen elkaar aaa 15 liggen.

Bij toepassing van de verbindinginrichting volgens de uitvinding is voor het met elkaar verbinden van de langsstijlen bij het opbouwen per verbindingsinrichting sleehts een los, op de bouwplaats aan te brengen element voorhanden, terwijl de andere onderdelen van de ver-20 bindingsinrichting reeds bij de fabricage aan de langsstijlen gemon- teerd kunnen zijn.

Voor een viertal bij elkaar behorende langsstijlen, welke een lengte hebben die gelijk is aan de hoogte van de te vormen scheidings-· wand zijn sleehts een tweetal verbindingsinrichtingen volgens de uit-25 vinding nodig, namelijk een nabij de bovenzijde en een nabij de onder-zijde van de wand.

Verdere voordelen van de verbindingsinrichting volgens de uitvinding zijn dat deze gemakkelijk te demonteren en weer opnieuw te ge-bruiken is zonder materiaalverlies en dat deze zodanig gevormd is dat 30 een foutieve montage is-uitgesloten.

De uitvinding zal in het hiernavolgende nader worden beschreven onder verwijzing naar de tekening welke in perspectief een uitvoerings-vorm van de verbindingsinrichting volgens de uitvinding toont.

In de figuur-.zijn ter wille van de duidelijkheid sleehts drie 35 van de vier te koppelen langsstijlen getoond, terwijl van elke langs- 8105154 ·? * - 3 - stijl, gezien in de langsrichting, ook slechts het gedeelte nabij de verbindingsinrichting is getoond. Tevens zijn ter wille ran de duide-lijkheid in de figuur een X, Ϊ en Z-richting aangegeven.

Met 1 is in de fignren steeds een langsstijl aangegeven. Iedere 5 langsstijl heeft in doorsnede in vezen een L-vorm vaarbij met bet ene teen 3, van de L een plaat 2 uit geschikfc materiaal voor de scheidings-waad, zoals hout, gipsplaat, kunststof, glas etc. met behulp van een voor dat materiaal geschikte bevestigingswijze is verbonden. Het andere been 4 van de L is gevormd uit een dubbelgevouwen plaatgedeelte 10 waarbij in bet gedeelte nabij de buitenzijde van de wand, dus nabij de vandplaat 2, de dubbelgevouwen plaat tegen elkaar aan ligt, en in bet meer naar de binnenzijde van de wand gelegen gedeelte de plaatdelen op een afstand van elkaar liggen. Bi«j bet meest naar binnen gelegen tiit-einde van bet been h zijn de plaatdelen door een dwars ten opzicbte 15 van het been verlopend plaatdeel 5 verbonden. Het plaatdeel 5 heeft een wezenlijk kortere lengte dan het been k. Het is voor bet toepassen van de verbindingsinrichting volgens de uitvinding niet noodzakelijk dat er voorzien is in een plaatdeel 5» bet been b kan ook over de gehele lengte ervan dubbel zijn uitgevoerd of zelfs uit een enkele 20 plaat bestaan.

Aan de benen b, k* en If-" van elk van de langsstijlen 1iis een ' L-vormig gevouwen ankerplaat door middel van lassen, lijmen, scbroeven of iets dergelijks, met een been, respectievelijk T, 7' en 7", beves-tigd. Het andere been respectievelijk 8, 8’ en 8", van de L-vormige 25 platen is steeds op een afstand evenwijdig aan bet plaatdeel 5 gelegen.

Op deze wijze is er een tussenruimte gevormd tussen de benen 8, 8f en 8" en bet deel 5 van steeds de bijbeborende langsstijl 1.

De van de langsstijl 1 afgekeerde zijde van respectievelijk de benen 8, 8’ en 8” is voorzien van een evenwijdig aan dit been verlopende 30 vertanding 9* De plaatdelen 6 zijn steeds op identieke wijze, op gelijke boogte aan steeds de bijbeborende langsstijl 1 bevestigd, zodat bij bet tegen elkaar plaatsen van b langsstijlen de vertandingen 9 van twee in de Z-ricbting naar elkaar gekeerde benen, zoals 8T en 3", in elkaar grijpen. In de X-ricbting liggen de benen van aangrenzende 8105154 -k - ankerplaten 6, zoals de benen 7 en Τ', vlak tegen elkaar aan. Dank zij de vertanding zijn de tegen elkaar geplaatste langsstijlen door middel van de eraan bevestigde ankerplaten reeds paarsgewijs in de Y-richting ten opzichte van elkaar gefixeerd.

5 Voor bet ten opzichte van elkaar vastleggen van vieri-langsstijlen in de X-, en Z-richting vordt volgens de uitvinding gebruik gemaakt van een koppelelement 10. Dit koppelelement 10 bestaat uit een in.doorsnede rechthoekige huls uit bijvoorbeeld metaal of kunststof, waarbij in de tegenover elkaar gelegen lange zijden 11 en. 11' van de rechthoekige 10 huls- . vanaf de onderzijde in de langsrichting van het element 10 sleuven zijn aangebracht over- een gedeeltewan de lengte van het element. De breedte van de sleuven is zodanig bemeten dat deze in wezen gelijk is aan twee maal de dikte van een been 7 van een abkerplaat 6.

De lengte van de korte zij den 12 en 12' van het element 10 is zo-15 danig bemeten dat de af stand tussen de binnenvlakken van de zij den 11· en 111, .in wezen gelijk is aan de dikte van twee met de respectieve vertan-dingen 9 in. elkaar grijpende benen zoals 8' en 8” van ankerplaten 6.

De lengte van dezzijden 11 en 11' is zodanig bemeten dat de afstand tussen de binnenvlakken van de zij den 12 en 12' vrijwel gelijk is aan 20 de totale lengte, gezien inide X-richting, van twee in een lijn liggende benen zoals 8 en 8' van met -. benen zoals 7 en ?' tegen elkaar aan liggende ankerplaten 6.

Ten slotte is de dikte van de wanden van het koppelelement 10 zodanig dat deze kleiner is dan de afstand tussen respectievelijk de 25 benen 8, 8' en 8” en de zijden 5, 5’ en 5" van de bijbehorende langs-stijlen 1.

Voor het in de X- en Z-richting ten opzichte van elkaar vastleggen van vier langsstijlen 1 wordt het koppelelement 10 met de sleuf naar de ankerplaten 6 toegekeerd over een viertal ankerplaten 6 geplaatst, 30 waarbij vier benen 8 binnen het koppelelement 10 passend worden opgeno-men en steeds een tweetal tegen elkaar aan liggende benen zoals 7 en 7’ door de sleuf in de zijde 11' uit het koppelelement naar buiten kan steken.

Het zal duidelijk zijn dat de bovenbeschreven afmetingen van het 35 koppelelement een verschuiven van de ankerplaten, en dus van de langsstijlen, in de X-richting verhindert door zowel de breedte van de 8105154 , .-5- sleuven in de zijden 11 en 11’ alsook door de binnenwijdse afmetingen van het element 10 in de X^richting. Een verschuiving in de Z-richting wordt verhinderd door de binnenwijdse afiaeting vanu.de zijden 12 en 12'.

Vanzelfsprekend bshoeffc niet zovel de afmeting van de sleixven in 5 de zijden 12 en 12’ als de binnenwijdse afmeting- van .de -zijdel .12· en 12'. aan de bovenstaand bescbreven afmet ingen tevDldoen, maar is het ook voldoende als een van deze afmetingen aan de gestelde voorwaar-den voldoet, terwijl de andere afmeting groter is dan beschreven.

Bij voorkeur is in het koppelelement 10 een gat 13 voor het op-10 nemen van een gereedschap voor het losnemen van de koppeling aange-bracht. Het losnemen van de koppeling geschiedt eenvoudigveg door het losnemen in bovenvaartse richting van het element 10 van de vier anker-platen 6. De verbindingsinrichting kan dan ook vele malen worden gemon-teerd en gedemonteerd zonder dat er slijtage optreedt offer onderdelen 15 moeten worden vervangen.

Opgemerkt wordt dat de uitvinding niet beperkt is tot een verbindingsinrichting · voor langsstijlen van scheidingsvanden maar dat ook * andere toepassingsmogelijkheden denkbaar zijn. Tevens kan de verbin^. dingsinrichting volgens de uitvinding gebruikt worden voor het koppelen 20 van slechts twee, in de Z-richting aan elkaar grenzende langsstijlen, bijvoorbeeld aan het uiteinde van een scheidingsvand. In dat geval moeten-aangepaste koppelelementen 10 worden gebruikt waarvan de vorm na lezing van het bovenstaande voor de vakman voor de hand zal liggen.

Tenslotte wordt opgemerkt dat het mogelijk is om de uit geprefa-25 briceerde elementen opgebouwde scheidingsvand ter wille van bijv. een betere isolatie een grotere dikte te geven, dan die welke bepaald wordt door de afmetingen van de langsstijlen in de Z-richting. Hiertoe kan tussen de van een vertanding voorziene benen van twee in de X-richting aangrenzende ankerplaten de eveneens van vertanding voorziene benen 30 van in de Z-richting tegenovergelegen ankerplaten een vulstuk worden opgenomen, dat in doorsnede bijv. H-vormig is, waarbij de benen van de H voorzien zijn van een gelijksoortige vertanding als die van de benen van. de ankerplaten en waarbij de benen van de H kunnen samenver-ken met de van een vertanding voorziene benen van twee aangrenzende 35 ankerplaten en met deze gekoppeld kunnen worden met het bovenstaand 8105154 - 6 - beschreven koppelelement. Voor het dikker maken van de wand zijn dan dus de extra onderdelen het H-vormige rulstuk en een tveede koppel-element nodig, waarmede dan opnieuw een betrouybare, gemakkelijk te monteren en te demonteren verbinding tussen langsstijlen kan worden 5 verkregen.

Tevens is het mogelijk om de geprefabriceerde elementen toe te passen als voorzetwand, waarbij gebruik wordt gemaakt van een element met aan een zijde een vertanding en aan de andere zijde een mogelijk—ji.i ·' heid tot bevestiging aan de wand voor welke de voorzetwand geplaatst 10 moet worden. Het gedeelte met de vertanding kan dan veer met betrek-king tot het eerder beschreven koppelelement worden verbonden met de van een vertanding voorziene benen van twee in de X-richting aan-grenzenda ankerplaten, terwijl de andere zijde vooraf aan het plaatsen van de voorzetwand, aan de muur of iets dergelijks bevestigd is» 8105154

Claims (7)

1. Verbindingsinrichting voor het verbinden van ten minste twee langsstijlen gekenmerkt door ten minste tvee in doorsnede L-vormige plaatvormige elementen vaarbij bet ene been van ieder plaatvormig element verbonden is met een te verbinden stijl en bet andere been 5 van ieder plaatvormig element voorzien is van een vertending en door een koppelelement dat om ten minste tvee evenwij dig aan elkaar gelegen, met de vertandingen in elkaar grijpende andere benen passend geplaatst kan warden, waarbij bet koppelelement voorzien is van een sleuf in langsrichting die een gedeelte van de eerste benen kan opnemen.

2. Verbindingsinrichting volgens conclusie 1 voor bet verbinden van vier langsstijlen met bet kenmerk, dat aan iedere langsstijl een L-vormig plaatvormig element met bet ene been is verbonden, dat in samengebouvde toestand een eerste en een tveede tveetal plaatvormige elementen met de- eerste benen tegen elkaar aan liggen en een eerste 15 ander been van bet eerste tweet al met de vertanding ervan in ingrij- ping is met de vertanding van een eerste ander been bet tveede tveetal en een tveede ander been van het eerste tveetal. met de vertanding ervan in ingrijping is met de vertanding van een tveede ander been van bet tveede tveetal en dat het koppelelement langverpig en in doorsnede 20 recbtboekig is en over een gedeelte van elk van de zijden met de grootste breedte voorzien is van de in langsrichting verlopende sleuf.

3. Verbindingsinrichting volgens conclusie 1 of 2, met bet kenmerk, dat de vertanding in dwarsrichting verloopt ten opzicbte van de lengte-richting van de te verbinden langsstijlen.

25 Verbindingsinrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat' de breedte van elke sleuf ten minste gelijk is aan tveemaal de dikte van bet ene been van bet plaatvormige element, dat de binnenaf meting van de kortste zijde van bet koppelement ten minste gelijk is aan tvee-maal de dikte van bet andere been en dat de binnenafmeting van de lange 30 zijden van bet koppelelement ten minste gelijk is aan tveemaal de lengte van bet andere been. 8105154 if ...... - 8 -

5. Plaatvormig element Toeschreven als onderdeel van een verbindings-inrichting volgens een van de conclusies 1 t/m U.

6. Koppelelement beschreven als onderdeel van een verbindingsinrich-ting als een van de conclusies 1 t/m k. 5 7· Vulelement bestemd om te gebruiken bij een verbindingsinrichting volgens een der conclusies 1 t/m k met het kenmerk, dat het vulelement in doorsnede H-vormig is, dat de buitenvlakken -van de benen van de H voorzien zijn van een vertanding en dat elk van deze benen met be-, r o'.-hdlB Van steeds een koppelelemejdt kan vorden gekoppeld met de ver-10 tanding- van de andere benen van twee met de eerste benen tegen elkaar i gelegen plaatvormige elementen.

8. Scheidingswand op te bouven uit geprefabriceerde elementen met het kenmerk, dat elk van de geprefabriceerde elementen een. plaatvormig vlak en een tweetal langsstijlen omvat, waarbij de afmeting van de . 15 langsstijlen gezien in de richting van de dikte van de wand in wezen . gelijk is aan. de helft. van de gewenste dikte van de wand en ’dat met iedere langsstijl een plaatvormig element, dat in doorsnede L-vormig is, met een been is verbonden, waarbij het andere been gekeerd is naar het middenvlak van de wand, zich uitstrekt evenwijdig aan het midden-20 vlak van de te vormen wand en voorzien is van een vertanding die dwars ten opzichte van de langsrichting van de langsstijl verloopt. 8105154