NL8007049A - Continuiteitsverificatie-inrichting. - Google Patents

Continuiteitsverificatie-inrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL8007049A
NL8007049A NL8007049A NL8007049A NL8007049A NL 8007049 A NL8007049 A NL 8007049A NL 8007049 A NL8007049 A NL 8007049A NL 8007049 A NL8007049 A NL 8007049A NL 8007049 A NL8007049 A NL 8007049A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
control
unit
time
time slot
channel
Prior art date
Application number
NL8007049A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190465C (nl
NL190465B (nl
Original Assignee
Western Electric Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Western Electric Co filed Critical Western Electric Co
Publication of NL8007049A publication Critical patent/NL8007049A/nl
Publication of NL190465B publication Critical patent/NL190465B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190465C publication Critical patent/NL190465C/nl

Links

Classifications

    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • HELECTRICITY
    • H04ELECTRIC COMMUNICATION TECHNIQUE
    • H04QSELECTING
    • H04Q11/00Selecting arrangements for multiplex systems
    • H04Q11/04Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing
    • H04Q11/0407Selecting arrangements for multiplex systems for time-division multiplexing using a stored programme control

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Computer Networks & Wireless Communication (AREA)
  • Use Of Switch Circuits For Exchanges And Methods Of Control Of Multiplex Exchanges (AREA)
  • Time-Division Multiplex Systems (AREA)
  • Data Exchanges In Wide-Area Networks (AREA)

Description

c. t VO 1330 ' Titel : Continuiteitsverificatie-inrichting.·
De onderhavige -uitvinding heeft "betrekking op een cont inuïteit s-verifieatie-inrichting voor het controleren of continuïteit "bestaat ten aanzien van ccramunicatiepadea die verlopen door een tijdverdelingsschakel-netwerk, omvattende een eerste cammunicatie-eenheid, een tweede cammuni-5" eatie-eenheid en een tijdverdelingsschakeleenheid met centrale "besturing voor het genereren van ccmmunicatiebaan-identiteitssignalen, en "bestu-ringsketenvoorzieningen die in responsie op de communieatiebaan-identi-teitssignalen een cammunicatiehaan ophouwen tussen de eerste en de twee— de comnmnicatieeenheden.
10 Cammunicatieschakelstelsels met een door een opgeslagen programma bestuurde werking omvatten een of andere vom van intelligentie, waardoor in responsie op een programma,: dat in een geheugen is opgeslagen, schakelfuncties worden bestuurd. Historisch gezien omvatten der gelijke systemen een enkel verwerkingscentrum voor de besturing van het volledige cammuni— 15 catiepad tussen abonnêposten en een telefooncentrale. Naarmate de technologie en systeemontwerp zich verder ontwikkelden, bleek het wenselijk te zijn om bepaalde routinefuncties af te zonderen van het hoofdververkings-centrum teneinde verwerkingstijd beschikbaar te stellen voor meer gecompliceerde systeemfuncties en beslissingen. Bij de huidige stand van de 20 techniek worden systemen aangeduid als systemen met verdeelde besturing ontworpen, waarbij tevens· de besturing, van gedeelten van een cammunica-tiebaan wordt verdeeld over verscheidene intelligentieprocessors.
Alvorens abonneposten worden verbonden met een door een tele— foonschakelstelsel verlopend communicatiepad, zouden controles moeten 25 worden uitgevoerd om vast te stellen, dat.het desbetreffende.communicatie— pad continu is, Wanneer alle gedeelten van het desbetreffende communica-tiepad worden gecontroleerd door een enkel centrum, zijn dergelijke controles betrekkelijk eenvoudig uit te voeren, aangezien alle benodigde informatie in het desbetreffende enkele besturingscentrum beschikbaar is.
30 Dergelijke controles worden echter bijzonder moeilijk en tijdrovend, wanneer meerdere besturingscentra worden gebruikt, waarbij elk besturingscentrum moet controleren wat de andere hebben uitgevoerd.
Voor een dergelijke problematiek wordt door de uitvinding een oplossing beschikbaar gesteld in de vorm van een centinuiteitsverifica-. 35 tie-inrichting, waarbij de tijdverdelingsschakeleenheid verder is voor- 800 70 49 ' ' ** 2 zien van "bestur ingsdistr ïbutieketenvoorzieningen voor het naar de eerste en tweede ccmmunicatie-eenheden uit zenden van de cammunicatiepadidenti-teitssignalen, waarbij de eerste ccmmunicatie-eenheid. is voorzien van. een • besturingseenheid in responsie op de ccmmuaicatiepadidentiteitssignalen, 5 werkzaam is cm over het ccmmunicatiepad een uniek symbool uit te zenden, en de tweede communicatie-eenheid. is voorzien van ontvangket envoor zieningen voor het ontvangen vanaf' het desbetreffende ccmmunicatiepad, het unieke symbool, dat is uitgezonden door de eerste ccmmunicatie-eenheid, en de continuïteit aangevende ketenvoorzieningen voor het gene-10 reren van continuïteitssignalen wanneer het desbetreffende unieke symbool is ontvangen op het desbetreffende ccmmunicatiepad.
Met de uitvinding- is beoogd een snel werkende en betrouwbare inrichting beschikbaar te stellen, die is. ingericht cm. de continuïteit van een ccmmunicatiepad,. dat naar de tijd verdeeld voorkomt, te contro— 15 leren, waarbij het bestuur wordt uitgeoefend door meer dan êên besturings-processor.
De uitvinding heeft betrekking op een cammunicatiepadcontinulteits-verifieatie-inrichting, te gebruiken in combinatie met. een. tijdverdelings-schakelstelsel, omvattende een eerste ccmmünicatie-eenheid, een tweede 20 communicatie-eenheid, een tijdverdelingsschakelstelsel voor het genereren van cammunicatiepadidentiteitssignalen, en voor het opbouwen van een ccmmunicatiepad tussen de eerste en tweede eammunieatie*eenheden en wel in responsie op de desbetreffende communieatiepadidentiteitssignalen.
De inrichting is volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat het tijd-25 verdelingsschakelst elsel is voorzien van een inrichting voor het uit zenden van de communicatiepadidentiteitssignalen naar de eerste en tweede cammunicatie-eenheden; de eerste communicatie-eenheid is voorzien van een inrichting, die in responsie op de ccmmunicatiepadidentiteitssignalen werkzaam is om op het desbetreffende ccmmunicatiepad een uniek symbool 30 uit te zenden; en de tweede communicatie-eenheid is voorzien van een inrichting voor het vanaf het ccmmunicatiepad ontvangen van het unieke symbool, en een continulteitaanvijzende inrichting voor het genereren van continuïteitssignalen'wanneer het unieke symbool op het ccmmunica-tiepad wordt ontvangen. Volgens een verder- aspect van de uitvinding 35 wordt communicatie voor de ccmmunicatie-eenheden over het .ccmmunicatie-pad uitgesloten totdat de continuïteitssignalen zijn gegenereerd.
Bij een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding omvat elke 8007049 * f t*3 ^ aomnnmieatie-eenheid. een. tijdgleufwi'sseleenheid» waarmede tenminste êên • abonnêpost is ver tonden. De cemmumicatie-eenheid van een abonnêpost van -waaruit het gewenst' is ent een andere abonnêpost op te roepen, wordt aangeduid als een oorsprongeenheid, terwijl de communicat ie-e'enheid, 5 behorende hij een opgeroepen abonnêpost, wordt aangeduid' als een eind— eenheid. Een besturingseenheid is in. responsie op route-informatie, zoals afkomstig van de oorsprongeenheid, werkzaam om een communicat iepad door „een. met tijdverdeling te gebruiken, op basis van ruimt ever deling ingericht netwerk te vormen, alsook om zowel de oor sprongeenheid alswel de . 10 eindeenheid te informeren omtrent de padidentiteit. De oorsprong- en eindeenheden beginnen met het over het communicatiepad uit zenden van een uniek symbool naar- de desbetreffende andere eenheid. Bij de desbetreffende uitvoeringsvorm is het unieke symbool een logische "1", die in een voorafvastgestelde bitplaats van elke tijdgleuf tussen de oor-15 sprongeenheid en de desbetreffende eindeenheid wordt, overgedragen.
Zowel de oorsprongeenheid alswel de eindeenheid controleren of daartussen padcontinuiteit bestaat en wel doordat wordt uitgekeken of het unieke symbool vanaf de desbetreffende andere eenheid is aangekomen.
Wanneer padcontinuiteit bestaat worden de abonnêposten verbonden met 20 het communicatiepad. Wanneer daarentegen ofwel de oorsprongeenheid ofwel de eindeenheid het unieke symbool in een voorafvastgestelde tijdsperiode niet ontvangt, meldt de desbetreffende eenheid, aan de besturingseenheid van het voor gebruik, met tijdverdeling bedoelde en op basis van ruimteverdeling ingerichte netwerk, dat discontinuïteit bestaat. Wanneer 25 bovendien de ene danwel de andere eenheid onderkent, dat continuïteit is verloren gegaan, wordt de bijbehorende abonnêpost van het communicatie-pad afgeschakeld en evenals in de voorafgaande beschreven situatie wordt de besturingseenheid van het voor gebruik met tijdverdeling bedoelde en op basis van ruimt everdeling ingerichte netwerk, hiervan op de hoogte 30 gesteld.
i 8007049 -lv-
De uitvinding zal in het onderstaande nader worden toegelicht met verwijzing naar de tekening. In de tekening is : fig. 1 een blokschema van een stelsel als uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding; 5 fig. 2 een meer gedetailleerd schema van een lijneenheid als ge bruikt in de uitvoeringsvorm- volgens fig. 1; fig. 3 een. meer gedetailleerd schema van een tijdgleufwisseleen-heid en een bijbehorende besturingseenheid, zoals gebruikt in de uitvoeringsvorm volgens fig. 1; 10 fig. U een schema van een schakel-koppeleenheid die deel uitmaakt van elke tijdgleufwisseleenheid, die wordt gebruikt voor communicatie met de tijdmultiplexschakeleenheid van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1; fig.. 5 een schema van een schakel-koppeleenheid van een tijdmultiplexschakeleenheid die wordt gebruikt voor communicatie met een tijd-15 gleufwisseleenheid van de uitvoeringsvorm volgens fig. 1; - fig·. 6 een schema van de datawoorden, zoals toegepast bij de uitvoeringsvorm volgens fig. 1; fig. 7 een meer gedetailleerd schema van de besturingsverdelings— eenheid van de uitvoeringsvorm volgens fig, 1; 20 fig. 8 een funetieschema van de bij een verbindingsopbouw betrok ken besturingsberi'chten, die worden, uitgewisseld door de verdeelde processor en van de uitvoeringsvorm zoals weergegeven in fig. 1; fig. 9 een strcmingsdiagram van de E-bit besturingsreeks als toegepast bij de behandelde uitvoeringsvorm; en 25 ’ fig. 10 een schema van een E-bit controleketen zoals gebruikt in de behandelde uitvoeringsvorm.
In fig. 1 heeft een blokschema van een op basis van tijdverdeling werkend schakelstelsel als- uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, en welk stelsel wordt gebruikt voor het vormen van een verbinding 30 tussen abonnetoestellen zoals de abonnétoestellen 23 - 26. De in fig. 1 •weergegeven uitvoeringsvorm omvat een tijdmultiplexschakeleenheid 10, die is voorzien van een voor over de tijd verdeeld gebruik bedoeld, op basis van ruimt ever deling georganiseerde schakelaar met 6b ingangspoorten en 6b uitgangspoorten, De uitvoeringsvorm omvat verder 31 tijdgleufwisseleen-35 heden, waarvan in het bijzonder de visseleenheden 11 en.12. zijn weergegeven. Elke tijdgleufwi'sseleenhcid 11 respectievelijk 12. omvat een in twee richtingen werkzame txjdgleufwisselaar. Elke tijdgleufwisseleenheid 11 8007049 * 4 - 5 - respectievelijk 12 is verder verbonden met twee ingangspoorten en twee uitgangspoorten van de tij(hnultiplexschakeleenheid 10. Bij deze uitvoeringsvorm. is de tij dgleufwxsseleenheid 11 via tijdmult iplexlijnen 13 en 1U verbonden met twee tij dmult iplexschakelaar ingangspoort en. en via tijd-5 multiplexlijnen 15 en. 16 verbonden met twee uitgangspoorten.
In de volgende beschrijving worden-de ingangspoorten en de uitgangspoorten van de tij dmultiplexschakeleenlieid 10 aangeduid als ingangs/ uitgangspoortparen ~ Deze uitdrukking wordt gebruikt aangezien de bron voor datawoorden voor een ingangspoort van een gegeven ingangs/uitgangs- 10. poortpaar tevens de bestemming is voor datawoorden die afkomstig zijn van de uitgangspoort van het desbetreffend paar. Zoals is weergegeven in fig. 1 behoort een ingangs/uit gang spoortpaar 1 bij de tijdmultiplexlij-nen 13’ en 15* Elk van de t ij dmult iplexlij nen 13 - l6 is bedoeld voor het transport van digitale informatie in rasters met een duur van 125 micro-15 seconden» waarbij elk raster 256 naar de tijd gescheiden kanalen bevat.
Elke tijagleufwisseleenheid is derhalve ingericht om gedurende elk raster van 125 microsec. totaan 512 kanalen voor digitale informatie uit te zenden en:-.te ontvangen.
Elke tijdgleufwisseleenheid is eenduidig aangewezen voor een be-20 sturingseenheid, waarbij de besturingseenheid 17 behoort bij de tijdgleufwisseleenheid 11 en de besturingseenheid 18 behoort bij de tijdgleufwisseleenheid 12. Elke tijdgleufwisseleenheid is bovendien via afzonderlijke tijdmuitiplexlijnen verbonden met een aantal lijneenheden, waarvan lijneenheden 19 - 22 in fig. 1 zijn weergegeven. Bij deze uitvoeringsvorm 25 zijn de lijneenheden 19' en 20 verbonden met de tijdgleufwisseleenheid 11 en de Üjnheenheden 21 en 22 zijn verbonden met de tijdgleufwisseleenheid 12. Elk van de van de onderhavige uitvoeringsvorm deel uitmakende lijneenheden is verbonden met een aantal abonnêtoestellen, waarvan de abonné-toestellen 23 - 2.6 zijn weergegeven. Het exacte aantal lijneenheden, dat 30 behoort bij elke tijdgleufwisseleenheid, alsook het exacte aantal abonne-toestellen, dat behoort bij elke lijneenheid, is bepaald door het aantal abonnê’s dat moet worden bediend, alsook door het verkeersaanbod cm deze abonne’s. Elke lijneenheid vormt een afsluiting van een voor analoge signalen dienende van een op zichzelf bekende soort zijnde lusketen, zoals 35 behorende bij een aantal abonnetoestellen, bijvoorbeeld de toestellen 23 en 33, waarbij zulk een eenheid is ingericht cm informatie, afkomstig van . de oproepende zijde, en zoals analoge spraaksignalen, om te zetten in di- 8007049 - β - gitale datawoorden die worden overgedragen. naar. de bij deze eenheid behorende tijdgleufwisseleenheid. Verder is elke lijneenheid ingericht voor het detecteren van dienstverleningsaanvragen, afkomstig van de desbetreffende abonnêtoestellen, alsook voor het genereren van bepaalde 5 signaleringsinformatie voor deze abonnêtoestellen. De desbetreffende abon- netoestellen van waaruit spraaksteekproeven worden genomen en gecodeerd, alsook de desbetreffende tijdmultiplexkanalen die worden gebruikt voor het overdragen van de resulterende code tussen de lijneenheid en de daarbij behorende tijdgleufwisseleenheid, worden bepaald door de bestu-10 ringseenheid van de bijbehorende tijdgleufwisseleenheid.
Da relatie tussen abonnê-eenheden, lijneenheden en tijdgleuf-wisseleenheden is voor elk zulk een groep van met elkaar verbonden eenheden in hoofdzaak hetzelfde. Alhoewel, de volgende beschrijving rechtstreeks· betrekking heeft op het abonnêtoestel 23, de lijneenheid 19 en T5 de tijdgleufwisseleenheid 1T,. blijkt daaruit de relaties voor alle· andere groepen van. dergelijke eenheden. De lijneenheid. 19 tast de lijnen die met elk abonnêtoestel zijn verbonden, af teneinde aanvragen om dienstverlening te detecteren. Wanneer een dergelijke aanvraag is gedetecteerd, zendt de lijneenheid 19 een. bericht naar de besturingseenheid 17, welk . 20 bericht aanduidt, dat een aanvraag ia uitgegaan, alsook de identiteit van het aanvragende abonnnêtoestel. Dit bericht wordt via een 'communicatie— baan 27 overgedragen naar de besturingseenheid. 17. Op basis van de aangevraagde. dienst, de identiteit van het aanvragende abonnêtoestel, alsook de beschikbare apparatuur, verzorgt de besturingseenheid 17' de benodigde 25 translaties en is· werkzaam om via de eammunicatiebaan 27 naar de lijneenheid 19' een bericht over te dragen, aangevende welke van een aantal naar de tijd van elkaar gescheiden kanalen tussen de lijneenheid. 19 en de tijd— gleufwisseleenheid 11'moet worden gebruikt cm informatie vanaf het abonnê-toestel 23 over te dragen naar de tijdgleufwisseleenheid.il. Op basis van 30 dit bericht is de lijneenheid 19 werkzaam cm de analoge informatie, zoals afkomstig van. het abonnêtoestel 23, te decoderen tot digitale datawoorden waarbij de resulterende datawoorden in toegewezen kanalen worden uitgezon-• den. Bij deze uitvoeringsvorm is de lijneenheid 19 tevens werkzaam cm in het toegewezen kanaal een aanduiding omtrent de gelijkstrocmtoestand, d.i. 35 open keten, gesloten keten, van de abonnêlus, behorende bij het abonnêtoestel 23, uit te zenden. Nadat een naar de tijd afgezonderd kanaal tussen de lijneenheid 19' en de tijdgleufwisseleenheid 11. is toegewezen aan een 8007049 Λ * - 7 - gegeven abonnëtoestel, detecteert de besturingseenheid 17 signalerings— informatie die afkomstig is van het abonnêtoestel, en wel doordat van de informatie die in het toegewezen kanaal wordt uitgezonden, steekproeven te nemen. Dergelijke steefcproefnsme-operaties worden gericht via een eam-5 municatiehaan 28. In responsie op de signalerings informatie, zoals afkarn-* stig van het abonnekanaal, alsook, op besturingsberichfcen. als afkomstig van andere besturingseenheden,, bijvoorbeeld i8, en een centrale besturingseenheid 30, is de besturingseenheid 17 werkzaam om de tijdgleuf-wisselwerking van de tijdgleufwisseleenheid 11 te besturen. Zoals in het 10 voorafgaande werd vermeld is elke tijdmultiplexlijn tussen een tijdgleufwisseleenheid en de tijdmultiplexschakeleenheid 10 bedoeld voor 256 kanalen voor elk raster. Aan deze kanalen zijn de numerieke aanduidingen vanaf T - 256 de volgorde waarin zij voorkomen, toegewezen. Deze opeenvolging van. kanalen wordt, herhaald, zodat een gegeven kanaal elke 125 micro— 15' seconde beschikbaar is. Door de tijdgleufwisselwerking worden de data— woorden, zoals ontvangen vanaf de lijneenheden opgenomen en geplaatst in de kanalen, zoals aanwezig op de tijdmultiplexlijn tussen de tijdgleuf-wisseleenheden en de tijdmultiplexschakeleenheid 10, een en ander onder het bestuur van de besturingseenheden 17 en 18.
20' De tijdmultiplexschakeleenheid 10 is werkzaam, in zich herhalende rasters van tijdgleuven, waarbij elk raster 256 tijdgleuven omvat. Gedurende elke tijdgleuf is de tijdmultiplexschakeleenheid 10 in staat om het datawoord, zoals ontvangen van een willekeurige van zijn 6b ingangspoorten door te verbinden met een willekeurige van zijn 6b uitgangspoor-25' ten en wel overeenkomstig de tijdgleufbesturingsinformatie die is opgeslagen in een besturingsgeheugen 29. Het configuratiepatroon van verbindingen, dat via de tijdmultiplexschakeleenheid 10 verloopt, herhaalt zichzelf elke 256 tijdgleuven, waarbij aan elke tijdgleuf een numerieke aanduiding in de reeks van 1.- 256 is toegewezen. Gedurende een eerste 30 tijdgleuf TS 1 van de in een kanaal (1} van de tijdmultiplexlijn 13 aanwezige informatie door de tijdmultiplexschakeleenheid 10 derhalve worden doorgesehakeld naar een uitgangspoort 6b, terwijl gedurende de volgende tijdgleuf TS 2 het volgende kanaal (2) van de tijdmultiplexlijn 12 kan worden geschakeld naar een uitgangspoort n. Tijdgleufbesturingsinformatie 35 wordt”inr.het: besturingsgeheugen 29-ingeschreven door de centrale besturing 30 die deze besturingsinformatie afleidt uit besturingsberiehten die vanaf de ver schillende besturingseenheden, zoals bijvoorbeeld 17 en 18, worden 8007049 - 8 - ontvangen. Tussen de centrale ‘besturing 30 en de ‘besturingseenheden 17 en 18 vindt een uitwisseling plaats van hesturingsberichten en wel onder gebruikmaking van gekozen kanalen, z.g. besturingskanalen, van de tijd— muitiplex.lijnen, bijvoorbeeld 13 - 16,. tussen de tijdgleufwisseleenheden 5 en de tijdmoltiplexschakeleenheid 10.. Bij de behandelde uitvoeringsvorm omvat, elk besturingsbericht een aantal besturingswoorden en via elk be-sturingskanaal kan een besturingswoord. per raster van 256 naar de tijd van elkaar gescheiden kanalen worden uitgezonden. Hetzelfde kanaal van de twéé tijdmultiplexlijnen, die behoren bij een gegeven ingangs/uitgangs-10 poortpaar is voorbestemd cm. een besturingskanaal te zijn. Bovendien wordt een gegeven kanaal, gebruikt als een besturingskanaal voor slechts êên paar tijdmultiplexlijnen. Indien bijvoorbeeld, het kanaal 1 wordt gebruikt als een besturingskanaal op de tijdmultiplexlijn 13 en de. bijbehorende tijdmultiplexlijn 5* zal geen andere tijdmultiplexlijn het 15 kanaal 1 als een besturingskanaal gebruiken. Gedurende elke tijdgleuf waarvan de numerieke aanduiding dezelfde is als die van een".besturingskanaal is de tijdrnnltiplexschakeleenheid 10 werkzaam om het datawoord, dat in dit desbetreffende besturingskanaal aanwezig is, door te verbinden en de 6bste uitgangspoort, waarbij de 6Uste ingangspoort verbonden 20 met de uitgangspoort behoort bi‘j het bovengenoemde besturingskanaal. In het onderstaande wordt een voorbeeld beschreven cm de werking van deze uitvoeringsvorm, wanneer het kanaal 1 het besturingskanaal is voor de tijdmultiplexlijnen 13’ en 15" en het kanaal 2 het besturingskanaal is voor de tijdmultiplexlijnen 1¼ en 16. Gedurende de tijdgleuf TS 1 bepaalt 25 informatie, zoals afkomstig van het besturingsgeheugen 29» behalve andere verbindingen, dat het besturingswoord zoals aanwezig in het kanaal 1 van de tijdmultiplexlijn 13, moet worden verbonden met de uitgangspoort 6b, en dat het besturingswoord in het kanaal 1 bij de ingangspoort 6h moet worden verbonden met de tijdmultiplexlijn 15. Op soortgelijke wijze be-30 paalt, gedurende de tijdgleuf TS 2, informatie, afkomstig van het' besturingsgeheugen 29, dat het besturingswoord in het kanaal 2 van de tijd-multiplexlijn 1^· moet worden verbonden met de uitgangspoort 6¾ en dat het besturingswoord in het kanaal 2 bij de ingangspoort 6b moet worden verbonden met de tijdmultiplexlijn l6. Wanneer een en ander op deze wijze 35 werkt, ontvangt de uitgangspoort 6b vanaf de tijdmultiplexscbakeleenheid 1Q alle in een kanaal aanwezige besturingswoorden die dezelfde numerieke aanduiding hebben, waarin deze werden overgedragen naar de tijdmultiplex- 8007049 Λ » - 9 - schakelaar. Elk besturingskanaal is "bovendien aangesloten voor het ontvangen van besturingswoorden, afkomstig van de ingangspoort 6h en gedu4-rende de tijdgleuf, waarvan de numerieke aanduiding dezelfde is als die van een bijbehorend besturingskanaal. De naar de 6^ste uitgangspoort . 5 doorgeschakelde hesturingswoorden worden overgedragen naar een besturings-distributie-eenheid 31» die deze woorden tijdelijk opslaat in een geheu-genpositie, die behoort bij dat besturingskanaal.. De bestaande relatie . tussen de besturingskanalen en de geheugenplaatsen in de besturingsdistributie-eenheid 31 identificeert de bron van de opgeslagen informa-10 tie.
Elk besturingsbericht, zoals afkomstig van een. tijdgleufwisseleenheid omvat een start symbool, een bestemmingsgedeelte, een signalerings— informatiegedeelte, en een eindsymbool. Een bestemmingsgedeelte bepaalt eenduiding. de verwachte bestemming van het besturingsbericht. De be-15 sturingsdistributie-eenheid 31 interpreteert het bestemmingsgedeelte van elk besturingsbericht teneinde de juiste bestemming voor het besturings— bericht te bepalen, en. zendt het bericht opnieuw uit naar de ingangspoort 6h van de tijdmultiplexschakeleenheid 10 en wel in een kanaal, waarvan de numerieke aanduiding dezelfde is als die van het besturings— 20 kanaal dat bij de be stemmingseenheid behoort.
Wanneer een en ander volgens de in het voorafgaande beschreven wijze werkt, zendt de tijdgleufwisseleenheid 11 besturingsbericht en uit naar de tijdgleufwisseleenheid 12. en wel doordat gedurende zijn zich herhalend besturingskanaal besturingswoorden worden uitgezonden teneinde 25 een besturingsbericht te vormen met een bestemmingsgedeelte, dat de tijdgleufwisseleenheid 12' aanvijst. De besturingsdistributie-eenheid 31 zamelt de besturingswoorden op, interpreteert het bestemmingsgedeelte, en zendt opnieuw het berieht uit naar de ingangspoort 6k en wel gedurende het.kanaal, waarvan de numerieke aanduiding dezelfde is als die van het 30 besturingskanaal dat behoort bij de tijdgleufwisseleenheid 12. Tevens is het mogelijk, dat een besturingsbericht wordt uitgezonden naar de centrale besturing 30 en wel doordat deze centrale besturing 30 door het bestemmingsgedeelte van het besturingsbericht wordt gedefinieerd. Wanneer dit het geval is zendt de besturingsdistributie-eenheid via een ccmmunicatie-35 schakel 32 het bericht naar de centrale besturing 30 in plaats van het terugzenden van dit bericht naar de tijdmultiplexsehakeleenheid 10. Eveneens is het mogelijk cm een bericht vanaf de centrale besturing 30 uit te 8007049 - 10 - - zenden naar een van de tijdgleufwisseleenheden en vel doordat naard'e- be-sturingsdistributie-eenheid 31 een besturingsbericht wordt gezonden met een best emmingsgedeelte , dat de desbetreffende tij dgleufvis seleenheid aanwijst. Deze uitzending kan eveneens onder gebruikmaking van de comma— 5 nicatiesehakel32 plaats vinden.
Elk van de besturingseenheden, bijvoorbeeld 17 en 18, bevat een geheugen 57 (fig. 3) voor het opslaan van het programma voor de besturing van zijn bijbehorende besturingseenheid, en data betreffende de primaire functie van de besturingseenheid, zijn bijbehorende tijdgleufwisseleenheid en zijn bijbehorende abonnê’s. Het geheugen 57 dient voor het opslaan van informatie, zoals informatie betreffende dienstklasse, grenzen voor versterking of verzwakking in een abonneeircuit , kostenbewaking, alsook informatie betrekking hebbende op veranderingen in normale oproepbehande— 1-ingsprocedures, zoals bijvoorbeeld het beëindigen van een verbinding met 15 · een lijn voor meerdere toestellen. Een groot gedeelte van de inhoud van het gegeven geheugen 57 is niet opgeslagen, in geheugeaplaatsen die. behoren bij enige andere besturingseenheid of de centrale besturing. Dit kan echter worden opgeslagen in een massageheugen (niet weergegeven) ten behoeve van onder houdsdoeleinden. Een gedeelte van de in het geheugen 57 aanve- 20 zige informatie., bijvoorbeeld die betreffende het beëindigen van verbinding met een lijn voor meerdere toestellen, heeft primair betrekking op functies die worden vervuld door andere besturingseenheden. Dergelijke informatie wordt opgeslagen in samenhang met de abonnê, waarop deze informatie betrekking' heeft, ter vermijding van datavermenigvuldiging, als-25 ook teneinde te vermijden, dat een niet-efficiënte gecentraliseerde opslag voor dergelijke informatie nodig is. De in het voorafgaande beschreven inrichting, waarbij gebruik wordt gemaakt van besturingskanalen die via de besturingsdistributie-eenheid 31 worden uitgezonden, .wordt toegepast om dergelijke aan een oproep gerelateerde informatie over te dragen 30 naar andere besturingseenheden en de centrale besturing.
In fig. 2 is de lijneenheid 19 nader gedetailleerd weergegeven.
Er zij opgemerkt, dat alle van de onderhavige uitvoeringsvorm deel uit- makende lijneenheden in hoofdzaak identiek zijn aan de lijneenheid 19.
Bij de onderhavige uitvoeringsvorm kunnen maximaal 512 abonnêtoestellen, . zoals de ahonnëtoestellen 23 en 33 met elke lijneenheid worden verbonden. Deze abonnêtoestellen zijn via abonnêlusketens van een soort die algemeen • bekend is, verbonden met een concentrator/exoabdor 3^. Het- abonnêtoestel 8007049 - 11 - * « ' 23 is via de abonnêlusketen 35 verbonden met de concentrator/expandor 3** en bet abonnêtoestel 33 is via de abonnêlusket en 36 verbonden met de concentrator/expandor 3l*. De concentrator/expandor 3^ is voorzien van 512 in-gangsaanslnitingen en 6k uitgangsaansluitingen, zodat een concentratie en 5 expansie van 8 op 1 is gegeven. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm is tevens gebruik gemaakt van. 6k kanaalketens 37 die analoge informatie» zoals afkomstig van de desbetreffende abonnêtoestellen amzetten in digitale da-tavoordenvoordat overdracht naar het schakelstelsel plaats vindt, en die digitale informatie, zoals afkomstig van het schakelstelsel veer kunnen 10 terugbrengen in analoge vorm voor overdracht naar de desbetreffende abon-nêtoestellen. Elk van de kanaalketens 37 is verbonden met een van de uit-gangsaansluitingen van de coneentrator/expandor 3¼. Elk van de uitgangs— poorten van de coneentrator/expandor 3** is. tevens verbonden met een hoog-niveau dienstketen ktdie wordt gebruikt bijvoorbeeld voor het teweeg 15 brengen van weksignalerings stroom voor de abonnêtoest ellen. Elk van de kanaalketens 37 neemt met een frequentie van 8 kHz steekproeven van de analoge signalen, zoals afkomstig van de bijbehorende uitgangsaansluiting van de coneentrator/expandor· 3l*, en zet deze steekproeven om in acht bits bevattende PCM vertolkingen van de analoge steekproeven. Een dergelijke 20 8 bits bevattende PCM vertolking wordt gebruikt als een gedeelte van het datawoord dat wordt overgedragen naar de tijdgleufvisseleenheid 11. Elk datawoord zoals weergegeven in fig. 6 heeft een lengte van 16 bits en omvat een uit acht bits gevormd PCM datagedeelte, een uit zeven bits gevormd signaleringsgedeelté, alsook een pariteitsbit. Het signaleringsgedeelte 25 wordt gebruikt om signaleringsinformatie betreffende de kanaalketen of het abonnêtoestel» waarmede deze is verbonden, over te dragen. Bijvoorbeeld wordt de A-bit van het signaleringsgedeelte gebruikt om de huidige gelijk-stroomtoestand van het bijbehorend abonnêtoestel over te dragen naar de tijdgleufvisseleenheid 11.
30 De datawoorden worden vanaf de kanaal keten 37 overgedragen naar een muitiplex/deraultiplexketen 1*3 die is aangesloten om tijdmultiplex-digitale informatie uit te zenden naar, respectievelijk te ontvangen vanaf de tijdgleufvisseleenheid .11V De muit iplex/demult iplexket en 1*3 draagt digitale informatie in rasters· met een duur van 125 mierosec. en die elk 35 omvatten éh kanalen, elk met 36. bits, over via de tijdmultiplexlijn 1*5.
Elk op de tijdmultiplexlijn 1*5 overgedragen kanaal is eenduidig gerelateerd met lên van de kanaalketens 37» en wordt gebruikt om informatie van- 8007049 - 12 - af de desbetreffende kanaalketen over te dragen naar de tijdgleufvissel-eenheid 11. De multiplex/demultiplexketen 1*3 is op een algemeen bekende •wijze werkzaam ®m de 16 bits bevattende datawoorden vanaf elk van de kanaalketens 37 uit te zenden. De multiplex/demultiplexketen 1*3 ont-5 vangt digitale informatie-vanaf de tijdgleufwisseleenheid 11 via een tijd— multiplexlijn 1*1*· en met een formaat, dat in hoofdzaak identiek is met het formaat dat geldend is voor de tijdmultiplexlijn 1*5. Wanneer de multiplex/ demultiplexketen 1*3 als een demultiplexer werkzaam is wordt via deze keten 1*3 het datawoord, zoals ontvangen in elk kanaal van de tijdmultiplexlijn 1*1*, 10 overgedragen naar die van de kanaalketens 37, die eenduiding bij dat kanaal behoort. De desbetreffende kanaalketen 37 die het. kanaal moet ontvangen is bepaald door de positie die dat kanaal binnen een raster van dergelijke kanalen inneemt. Tervolgens decodeert de kanaalketen 37 het Q bits bevattende- PCM datawoord en draagt het resulterende,, analoge sig-15 naai via de concentrator/expandor 3** over naar de bijbehorende abonnê.
De- multiplex/demultiplexket en. 1*3 omvat tevens, een klokregenereerketen (niet weergegeven) die uitgaande van de signalen op de tijdmultiplexlijn bh volgens een algemeen bekende wijze signalen genereert. Deze kloksig-nalen worden gebruikt voor het besturen van de tijdsignalering in de rnul-20 tiplex/demultiplesketen b2 en deze signalen worden via een geleider b6 overgedragen naar de kanaalketens 37 teneinde de tijdsignalering daarvoor te besturen.
Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt, bestuurt de besturingseenheid 17' talrijke van de operaties die door elk van de lijneenheden 25 worden uitgevoerd. Eet hoofdprocessorgedeelte van de besturingseenheid 17 is een processor 60 (fig. 3) die in responsie op instructies, zoals opgeslagen in een geheugen 57 werkzaam is. De besturingseenheid 17 omvat tevens een stuurkoppelketen 56 die via een busleiding 59 instructies ontvangt vanaf de processor 66 die in responsie op dergelijke instructies 30 communiceert met de lijneenheden, bijvoorbeeld 19 en 20, via de stuurbus-leiding 27, De stuurbusleiding 27 omvat een aantal communi.catiebanen, waarvan tenminste een eenduidig is geassocieerd met elke lijneenheid.
T*Hk<=> lijneenheid omvat een lijneenheidbesturing die is verbonden met de stuurbusleiding 27· Bij de behandelde uitvoeringsvorm omvat de lijneenheid 35 19 een lijneenheidbesturing 1*7 (fig. 2). Het grootste gedeelte van de communicatie tussen de besturingseenheid 17 en de lijneenheidbesturing 1*7 wordt ingeleid door lees- of schrijfinstructies vanaf de besturingseenheid 80 0 70 49 — 13 — * * IT* Een leesinstructie is een "bevel cm enige identificeerbare informatie in te schrijven in een lijneenheid 19 en een dergelijke instructie cravat een door· een enkele bit gevormde leesopdracht, alsook het adres van de desbetreffende informatie die moet worden gelezen. Een schrijforder is 5 een bevel cm informatie in te schrijven in een of andere eenheid, bijvoorbeeld een aftastbesturingseenheid 39 van de lijneenheid 19» en een dergelijke instructie cravat een schrijf adres, de informatie die moet worden ingeschreven, en een door een bit gevormde schrijfopdracht. De desbetreffende eenheid, waarin moet worden ingeschreven of waaruit moet 10 worden afgelezen kan zijn de aftastbesturingseenheid 39, de concentrator- besturingseenheid 4o, of de hoog-niveau kiesketen 41. De lijneenheidbesturing 47 decodeert gedeeltelijk elke instructie die afkomstig is van de besturingseenheid. 1'T en leidt de: rest van de instructie alsook de lees/schrijf— . indicatiebit naar de desbetreffende geadresseerde eenheid- De desbetref- • e . T5 · fende,, geadresseerde eenheid reageert op het adresgedeelte, dat vanaf de besturingseenheid 1T is ingezonden, alsook de lees/schrijfbit, door de geheugenplaats, zoals aangeduid door het adresgedeelte, af te lezen of te beschrijven. De vanuit een bepaalde eenheid in de lijneenheid 19 afgelezen informatie wordt teruggeleid naar de lijneenheidbesturing 47 en wordt 20 daardoor overgedragen naar de besturingseenheid 17.
Elke abönnêlus, bijvoorbeeld 35 en 36, omvat een aftastpunt 38, dat een aanduiding geeft omtrent de gelijkstroomgeleidingstoestand van de bijbehorende abönnêlus. De besturingseenheid 17 is werkzaam om de abon-nêlussen die bij de abonnêt©estellen van het schakelstelsel behoren, pe-25 riodiek af te tasten, doordat naar de lijneenheden van fig. 1 leesinstructies,. die een aantal van de aftastpunten die moeten worden afgelezen definiëren, worden over gedragen. Bij de onderhavige uitvoeringsvoxm wordt een dergelijke aftastinstruetie ontvangen door een lijneenheidbesturing -47 die het adres en het lees/schrijfbitgedeelte van de instructie over-30 draagt naar de aftastbesturingseenheid 39· Deze aftastbesturingseenheid 39 formuleert voor de besturingseenheid 17 een antwoord dat is gegeven door de huidige gelijkstroomgeleidingstoestand van de abonnêlussen, zoals aangeduid door desbetreffende van de aftastpunten 38 die in het adresgedeelte zijn geïdentificeerd, De besturingseenheid controleert de 35 informatie die vanaf de aftastbesturingseenheid 39 is ingezonden teneinde te bepalen of in een willekeurige van de abonnêtoestellen toestandsverandering heeft plaats gevonden. Indien bijvoorbeeld door een van de abon- 8 0 0 7 H9 nêtoestellen sedert de laatste aftasting de- microtelefoon ia opgenamen, is het nodig cm vanaf diê ahonnêpost via de c one ent rat or/ expandor 3^· een communicatiehaan beschikbaar te stellen die leidt naar een beschikbare van de kanaalketens 37* De besturingseenheid 17 zendt aldus een schrijf-5 · instructie uit naar. de concentratorbesturingsketen ko die in responsie op zulk een instructie een abonnetoestel , bijvoorbeeld het toestel 33» verbindt: met een voorafbepaalde uitgangsaansluiting. van de concentrator/ expander 3^* In responsie op een schrijf instruct ie is geen antwoord vereist; het kan echter lijken, dat een naar de besturingseenheid 17 terug-10 gezonden alles-in-orde signaal ertoe zal bijdragen het systeem totaal genomen in een ’’gezonde” toestand te houden.
Zoals in het voorafgaande werd opgemerkt, bestaan de uitgangssignalen van de multiplex/denrultiplexketen ^3 uit de herhaling voorkomende rasters, die elk digitale kanalen bevatten»'waarbij elk kanaal, weer 16 bits 15 bevat. Deze informatie wordt overgedragen naar een multiplexeenheid 6ü (fig. 3) die zich in een tijdgleufwisseleenheid 11 bevindt. De multi— plexketen 60 ontvangt de uitgangssignalen vanaf acht lijneenheden, welke signalen worden geherformeerd en uitgezonden, naar een tijdraultiplexuit-gangslijn 62 met 512' kanalen voor elk raster. Op soortgelijke wijze ont-20 vangt een demultiplexketen 61 512 kanalen met elk 16 bits via een tijd-multiplexlijn 63, welke kanalen volgens een voorafbepaalde configuratie worden gedistribueerd over acht lijneenheden, zoals de lxjneenheid 19. Verder is de multiplexeenheid. 60 werkzaam cm binnenkomende kanalen met informatie vanuit de serievorm om te zetten in parallelvorm en de demul-25 tiplexer 6l zet de daardoor ontvangen informatie vanuit parallelvorm om in serievorm. De in een gegeven kanaal via tijdmultiplexlijn 62 uitgezonden informatie wordt in een ontvangt ij dgleufwisselaar 50 opgeslagen in een geheugenplaats die eenduidig is geassocieerd met het desbetreffende . kanaal.
30 De desbetreffende geheugenplaats waarin een gegeven, datavoórd is r.
opgëslagen is gedefinieerd door de tijdgleufaanduidingsignalen die worden gegenereerd door de tijdgleufteller 5^· De tijdgleufteller 5^ genereert een bij herhaling voorkomende reeks van 512'tijdgleufaanduidingen met een tempo van een tijdgleufaanduiding per tijdgleuf, De desbetreffende tijd-35 gleufaanduiding, zoals teweeg gebracht gedurende de tijdgleuf, waarin een gegeven datawoord wordt ontvangen, definieert de geheugenplaats binnen de ontvangtijdgleofwisselaar 50» waarin het desbetreffende datawoord moet 8007049 * * -** 15« worden opgeborgen. Datawoorden worden ook vanaf de ontvangtijdgleufvisse— laar 50 af gelezen met een tempo van êen datawoord. per tijdgleuf. Het geheugenadres van het datawoord, dat vanuit de ontvangtijdgleufwisselaar 50 gedurende een. gegeven tijdgleuf moet worden afgelezen, wordt verkre-5 gen door het aflezen van een vrij toegankelijk hesturingsgeheugen 55· Set vrij toegankelijke hesturingsgeheugen 55 wordt eenmaal per tijdgleuf afgelezen op een adres, zoals gedefinieerd door de tijdgleuf aanduiding,. die afkomstig is van de tijdgleufteller 5¾ en de aldus afgelezen informatie wordt overgedragen naar de ontvangtijdgleufvisselaar 50 als het leesadres 10 voor de desbetreffende tijdgleuf, Datawoorden die vanaf de - ontvangt ij d-visselaar 50 zijn afgelezen worden via een tijdmultiplexlijn 68 en een koppelketen 69.overgedragen naar de tijdmultiplexschakelaar. Datawoorden die afkomstig iijn van de tijdmultiplexschakeleenheid 10. worden via de koppelketen 69 door de tijdgleufwisseleenheid 11 ontvangen en worden aan-15 gelegd aan de tijdmultiplexlijn T0· De tijdmultiplexlijn TO is verbonden met de zendtijdgleufwisselaar 53, die de binnenkomende datawoorden opslaat in een plaats, zoals gedefinieerd door een adres, dat afkomstig is van het vrij toegankelijke hesturingsgeheugen 55* Datawoorden worden vanuit de zendtijdgleufwisselaair 53 afgelezen op het adres, dat is gedefi— 20 nieerd door de tijdgleufteller 5^· De aldus afgelezen datawoorden worden via de tijdmultiplexlijn 63 uitgezonden om te worden overgedragen naar de lijneenheid 19’. Sr zij opgemerkt, dat het vrij toegankelijke besturings-geheugen 55 kan worden gerealiseerd in de vorm van een aantal besturings-geheugens, die elk zijn geassocieerd met een bepaalde keten, bijvoorbeeld 25 de zendtijdgleufwisselaar 53* De bepaalde configuratie van besturings-geheugens is voor de onderhavige uitvinding van geen belang en kan variëren in afhankelijkheid van de vereisten, die ten aanzien van de tijdgleufwisseleenheid 1T aan de tijdsignalering en ketenvoorzieningen zijn gesteld, De algemene principes van de tijdgleufwisseling, zoals uitgevoerd 30 door de ontvangtijdgleufwisselaar 50, het vrij toegankelijke besturings-geheugen 55» de tijdgleufteller 5¾ en de zendtijdgleufwisselaar 53 zijn op dit gebied van de techniek algemeen bekend en zullen hierin niét nader gedetailleerd worden beschreven.
Elk datawoord op de tijdmultiplexlijn 62 wordt opgeborgen in een 35 tijdgleufwisselaar 50, zoals· in het voorafgaande is beschreven. Behalve dat het signaleringsgedeelte (bits A - 0) van elk datawoord dat wordt ontvangen door de tijdgleufwisseleenheid 11, wordt opgeslagen in de tijd- 8007049 - 16 - . gleufwisselaar 50, wordt dit signaleringsgedeelte orergedragen naar een signaalprocessor 65, die deel uitmaakt van de besturingseenheid 17' (fig* 3). De signaalprocessor 65 verlicht het aan de processor 66 te stellen - vereiste in. verhand met "reële -tijd-belasting” doordat de hits A - G 5 worden ontvangen en. geanalyseerd* De signaalprocessor 65 analyseert bijvoorbeeld de A-bit van elk datavoord,. welke bit een aanduiding geeft om-trent de gelijkstroomtoestand van het bijbehorende abonnëtoestel, teneinde te bepalen of door het desbetreffende abonnëtoestel. de microtelefoon is opgelegd of indien een waardevolle kiespuls is ingezonden. Wanneer een 10 microtelefoon-opgelegd-status, of een kiespuls is gedetecteerd, zendt de signaalprocessor 65 naar de processor 66 een signaal, dat een aanduiding geeft omtrent de· verkregen informatie* In de processor 66 wordt de vanaf de signaalprocessor 65 ingezonden informatie opgezameld en deze processor 66 reageert door over het schakelstelsel een. besturing uit te oefe— 15 nen op een wijze, die nader gedetailleerd in het onder staande zal worden . behandeld.
De in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm omvat tevens een digitale diensteenheid 6T voor het ontvangen van het datagedeelte (fig. 6) van elk woord, dat via de tijdmultiplexlijn 62 wordt ingezonden. De digitale 20 diensteenheid 67 wordt primair gebruikt voor het ontvangen en analyseren van toonfrequente signalen, zoals afkomstig van abonnë’s en die door een kanaalketen 3T zijn omgezet in PCM-signalen,. alsook voor het uitzenden van tonen en signalen volgens een PCM-formaat. De digitale diensteenheid 67 omvat een geheugen (niet weergegeven) met tenminste 65 geheugenplaatsen 25 voor* het ontvangen van datagedeelten van datawoorden die afkomstig zijn van de tijdmultiplexlijn 62. Eet datagedeelte van elk, datavoord dat vanuit de tijdmultiplexlijn 62 is af gelezen, wordt ingeschreven in een plaats van de digitale diensteenheid 67 zoals gedefinieerd door een adres, dat vanaf het vrij toegankelijke besturingsgeheugen 55 is afgelezen. Slechts 30 6b kanalen kunnen actief informatie uitzenden, die moet worden gebruikt voor de digitale diensteenheid 67. De datawoorden, afkomstig van alle andere kanalen worden ingeschreven in de 65ste geheugenplaats van de digitale diensteenheid 67, waar zij worden negeerd. De digitale diensteenheid 67 leest de aldus opgeslagen datawoorden af, bepaalt welke signalen 35 zijn ontvangen, en meldt de identiteit en aard van deze signalen aan de processor 66, De processor 66' bepaalt welke actie moet worden ondernomen in responsie op de ontvangen signalen.
8007049 - 17 - * J * ' De digitale dienst eenheid 6j is tevens- werkzaam om tonen uit" te zenden naar de abonnetoestellen, : via de tijdmultiplexlijn 63 en in het kanaal dat is geassocieerd met het desbetreffende abonnetoestel.
Deze tonen worden in PCM-formaat en gedurende de tijdgleuf die is geas-5 socieerd met de ontvangende abonne,.. vanaf de digitale diensteenheid 67 overgedragen naar een eerste ingangspoort, van een poort keten 51 · De an-: dere ingangspoort van deze poortketen 51 is aangesloten voor de ontvangst van het datagedeelte van elk datawoordr dat vanuit de zendtijd-gleufwisselaar 53 is afgelezen. Een poortbesturingsbit. wordt afgelezen 10. vanaf het vrij toegankelijke besturingsgeheugen 55 en wordt gedurende elke tijdgleuf naar de poortketen 51 overgedragen teneinde te bepalen, dat ofwel het'.datagedeelte vanaf'de zendtijdgleufwisselaar 53, ofwel het datagedeelte vanaf de digitale dienstketen 6f moet worden uitgezonden naar de demultiplexer 61. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm definieert 15 een. logische "1"' poortbit de digitale diensteenheid 6j als de bron van het datagedeelte en een logische ,f0" definieert de zendtijdgleufregelaar 53 als de bron.
Naast het uit zenden van FCM gecodeerde tonen naar zijn bijbehorende lijneenheid, is elke tijdgleufwisseleenheid in staat om dergelijke tonen 20 over te dragen naar de tijdmultiplesschakeleenheid 10. Deze mogelijkheid bestaat aangezien, zoals in het onderstaande nog nadar zal worden beschreven, een hoorbare wektoon voor een oproepende abonne wordt gegenereerd in de tijdgleufwisseleenheid die behoort bij de desbetreffende abonne. De binnenkomende t ij dmultiplexlij n 62 vormt een ene ingang voor- een poortketen 25 52 die het invoerpunt vormt voor tonen die moeten worden uitgezonden naar de tijdmultiplexschakeleenheid 10, De andere ingang van de poortketen 52 is verbonden met een uitgangsaansluiting van de digitale diensteenheid 6j.
.De poortketen 52 en de digitale diensteenheid 67 werken op de wijze die in het voorafgaande in verband met de poortketen 51 werd beschreven, waar-30 bij tonen, voorafbepaalde van de tijdmultiplexkanalen op de tijdmultiplexli jn 62 worden geïntroduceerd,
De PCM gecodeerde vertalkingai van een gegeven toon die moet worden overgedragen naar de tijdmultiplexschakelaar 10, worden, in hetzelfde kanaal van de tijdmultipleslijn 62 geïntroduceerd en worden als gevolg daar-35 van in dezelfde adresseerbare plaats van de ontvangtijdgleufwisselaar 50 opgeslagen. Teneinde de tonen te kunnen toevoeren aan een gegeven kanaal op de uitgaande multiplexlijn 68, is het vrij toegankelijke besturings- 8007049 — .18 — geheugen. 55 onder Let bestuur yan de processor 66 verkzaam am Let lees-adres yan de adresseerbare plants waar een toon is opgeslagen, gedurende de tijdgleuf die bij dat kanaal behoort, te genereren. Hoorbare wektenen • kannen bijvoorbeeld worden geïntroduceerd in Let kanaal 512 van de tijd- 5 , multiplexlijn 62 met als gevolg dat deze toonen worden, opgeborgen in de 512de adresseerbare plaata van de ontvangtijdgleufwisselaar 50* Telkens wanneer de tij dgleofwisseleenheid 11 een hoorbare wektoon in een geschikt kanaal moet uit zenden is de processor 66 werkzaam cm Let adres 512 in te voeren in de tijdgleufplaats van het vrij toegankelijke besturingsgeheu-10 gen 55, behorende bij dat gegeven kanaal.' Aldus zal bij elk verschijnen van Let gegeven Tranaai een PCM -vertolking van een hoorbaar veksignaal worden ontvangen. Wanneer Let horbare weksignaal moet worden beëindigd is de- processor 66 werkzaam cm. het adres dat door het vrij toegankelijke be-sturingsgehengen 55 is opgeslagen in de tijdgleufplaatsbehorende bij 15 het gegeven kanaal,> te wijzigen..
XhthetLvolgende wordt een beschrijving gegeven van de interactie van de signaalprocessor 65, de processor 66 en de digitale diensteenheid 67· Bij deze beschrijving is verondersteld, dat voor een abonnêtoestel met de mogelijkheid van toonfrequent kiezen, de microtelefoon is opgenamen 20 en dat dit toestel is toegevezen aan een kanaalketen op een wijze, die in het voorafgaande is beschreven in verband met de lijneenheid 19· Nadat een. kanaalketen is toegewezen wordt de supervisie overgedragen naar de digitale diensteenheid 67 en de signaalprocessor 65. Door het aflezen van het signaleringsgedeelte van het datawoord, dat zich in het toege-25 wezen kanaal bevindt, beschouwt de signaalprocessor 65 de gelijkstroom-toestand van het desbetreffende abonnêtoestel en meldt elke verandering aan de processor 66, Terder is de processor 66 via de busleiding 59 werkzaam om een logisehe ”1 in te schrijven in de poortbitplaats van het vrij toegankelijke besturingsgeheugen 55, behorende bij de poortketen 51 30 en in de tijdgleuf van het kanaal behorende bij het. abonnêtoestel waarvan recentèlïjk.:de-microtelefoon is opgenemen. Hierdoor, wordt bepaald, dat de uitgangssignalen, zoals afkomstig van de digitale diensteenheid 67, gedurende de tijdgleuf, behorende bij bovenbedoeld abonnêtoestel, via de poortketen 51 moeten worden overgedragen naar de demultiplexer 61. De 35 processor 66 is..bovendien via de busleiding 59 werkzaam cm de digitale dienst eenheid 67 te instrueren om vanuit zijn interne geheugen en gedurende de tijdgleuf, behorende bij bovenbedoeld abonnêtoestel, de PCM ver- 8007049 η 19· » » tolHng van Hestoon af te. lezen, Altos .wordt.. Hestoon in liet kanaal, be-' borende bij bet bovenbedoelde abonnêtoestel evergedragen naar de demultiplexer 61Y De processor 66 is tevens werkzaam cm de digitale dienst eenheid 6j te instrueren om bet datagedeelte van elk. kanaal op de tijdmul-.5 tiplexlija 62,. dat behoort bij bovenbedoeld abonnêtoestel, te ontvangen.
Op deze wijze zullen ingezonden cijfers door de digitale diensteenheid . · - 67 worden gedetecteerde Informatie betreffende ingezonden cijfers en ge- lijkstroomtoestand van het desbetreffende abonnétoestel wordt overgedragen naar de processor 66 die de uitzending van Hestoon beêidnigt 10. en voortgaat met het opzamelen van ingezonden Hescijfers.
De primaire modus van het uitwisselen van besturingsinformatie bij de behandelde uitvoeringsvorm houdt, in, dat besturingsberichten worden uitgezonden vanaf een als bron te karakteriseren tijdgleufwisseleenheid via de tijdmultiplexschakelaar· 10 en de besturingsdistribatie-.· 15 eenheid 31 terug naar de als bestemming te karakteriseren tijdgleuf- wisseleenheid.. Ook wordt gebruik gemaakt van een secundaire cammunica-tiemodus, waarbij besturingsinformatie betreffende een gegeven oproep, vanaf de als bron te karakteriseren tijdgleufwisseleenheid wordt overgedragen naar de als bestemming te karakteriseren tijdgleufwisseleenheid, 20 en wel via de ti jdmultiplexschakelaar 10 en onder gebruikmaking van de trjdgleuf die aan .dec desbetreffende oproep is toegewezea·.. Bij de onderhavige uitvoeringsvorm, wordt de E-bit positie van het datawoord in de oproept ij dgleuf gebruikt bij de secundaire communicatiemódus.. Het blijkt echter dat een willekeurige of alle signaleringsbits in deze secundaire 25Γ communicatiemódus zouden kunnen worden gebruikt. Bij het behandelde uit-voeringsvoorbeeld heeft de E-bit een tweeledig doel, n.l. het continu controleren van. een communicatiebaan en het bevestigen van een signaal.
Het vrij toegankelijke besturingsgeheugen 55 bevat, in elk van zijn 512 geheugenplaatsen een E-bit positie. Gedurende de voortgang van een oproep-30 procedure controleert de processor 66 het cijfer dat in de E-bitpositie van elke geheugenplaats van het geheugen 55, behorende bij de desbetreffende oproep, is opgeslagen. Als het vrij toegankelijke besturingsgeheugen 55 adressen uitzendt, die bepalend zijn voor de datawoorden die vanuit de ©ntvangtijdgleufwisselaar 50 moeten worden af gelezen, is dit geheugen werk-35 zaam om de opgeslagen E-bit op de tijdmultiplexlijn 68 uit te zenden in plaats van de E-bit die is opgeslagen in de ontvangtijdgleufwisselaar 50. '-Hierdoor is het mogelijk om onder gebruikmaking van het E-bitkanaal tussen 8007049 -20 — tijdgleufvisseleenheden berichten over te dragen. De in fig. 3 weergegeven uitvoeringsvorm omvat tevens een E-bit accumulator U8 die is inge-' richt voor het ontvangen van de E-bit van elk datawoord, dat op de tijd- multiplexlijn TO wordt ontvangen. Deze. E-bits worden door de E-bitaccumu-5 labor W overgedragen naar een E-bit controleketen 192. In responsie op instructies die vanaf de processor 66 op de geleider 195 aanwezig zijn, is de E-bit controleketen 192 werkzaam cm uitgangssignalen, betrekking hebbende op de E-bits. van. gekozen datawoorden over te dragen naar de processor 66. Gedurende de opbouw van een cammunicatiebaan instrueert 10 de processor 66 bijvoorbeeld de E-controleketen 192 om de E-bitpositie van een bepaald kanaal te bewaken en de processor 66 te melden indien binnen een voorafbepaalde tijdsperiode- een logische "1" wordt ontvangen. Fig. 9 geeft een stramingsdiagram van de functie die wordt vervuld door de E-bit controleketen 192. Wanneer binnen de voorafbepaalde tijdsperio-15 de geen logische "1E-bit wordt aangetroffen in het gespecificeerde kanaal, wordt een dit feit aangevende continuït eit ssignaal .via de geleider 193 naar de processor 66 overgedragen. Wanneer daarentegen binnen het voorafbepaalde tijdsinterval wel een dergelijke logische "1” wordt gevonden door de E-bitcontroleketen 192, wordt via de geleider 19**· een 20 continuïteitssignaal naar de processor 66 overgedragen. De E-bit controleketen 192 is tevens werkzaam cm de E-bit van elke actieve oproep te bewaken. Wanneer de E-bit van een actieve oproep een logische "0" wordt en gedurende een vast tijdsinterval in die toestand blijft, wordt het bovengenoemde discontinuïteitssignaal naar de bijbehorende processor overge-25 dragen. Elke processor 66, die een bit continuïteitssignaal ontvangt, zendt een besturingsbericfit, waardoor dit feit wordt aangegeven, naar de centrale besturing 30.
Fig. 10 toont het gedeelte van de E-bit controleketen 192, dat behoort, bij een binnenkomend kanaal, d.i. een ccramunicatiebaan. Een tijd-30 signaalgever 196 begint in responsie op een instructie, die via de geleider 195 vanaf de processor 66 binnenkomt, te tellen. Wanneer vanaf het' moment, waarop de instructie vanaf deze processor 66 werd ontvangen een voorafbepaalde tijdsperiode is verlopen, heeft de tijdsignaalgever 196 op de geleider 197 een logische "1" die als een ene ingangssignaal wordt 35 toegevoerd aan de EN—poort 199, waarvan de uitgang is verbonden met de geleider 193. De continuïteitssignaalgenerator 19Ö ontvangt de E-bit positie van het bijbehorende kanaal en brengt in responsie op een logische "1” 8007049 21 — E-bit op de geleider 19¼ een logische !?1 'V teweeg, De op de geleider 19¼ aanwezige logische "1”' vordt continu toegeroerd totdat door de. continu— iteitssignaalgenerator 19¾ een logische "O" E-bit wordt gevonden.. Tevens worden de uitgangssignalen vanaf de continuiteitssignaalgenerator 198 5. geïnverteerd en aangelegd aan een ingang van de Eïï-poort 199· Wanneer de tijdsignaalgever 196 zijn logische "1,r uitgangssignaal teweeg brengt zal dit aldus via de EN-poort 199 als een discontinuïteit ssignaal worden aangelegd aan de geleider 193 wanneer de continuiteitssignaalgenerator 198 aan zijn uitgang een logische "O” genereert, aangevende, dat geen E-bits 10 zijn ontvangen. Anderzijds geldt, dat telkens wanneer de continuiteitssignaalgenerator 198 aan zijn uitgang een logische "1M teweeg brengt, het op de geleider 193 aanwezige signaal wordt gebracht in een logische . 1!0,f«toestand, terwijl, het continuïteitssignaal in de vorm van een logische f,1,rr over de geleider· 19¼ wordt uitgezonden. Er zij opgemerkt, dat de func— . 15· ties van de E-bit controleketen met voordeel kannen worden vervuld door de processor 66, hetgeen betekent, dat de afzonderlijke E-bit controleketen 192 achterwege kan worden gelaten. Het gebruik van het E-bit kanaal bij het voltooien van een oproep wordt in het onderstaande nader gedetailleerd behandeld.
20 In het onderstaande wordt een beschrijving gegeven van de pri maire commani catiemodus tussen de verschillende besturingsgedeelten van het schakelstelsel. In responsie op een ingezonden, volledig kiesgetal verzorgt de processor 66 met betrekking tot dat ingezonden getalttrans-laties en formuleert een besturingsbericht voor de centrale besturing 30 25 (fig. 1), zodat via de tijdmnltiplexschakeleenheid 10 een vrije tijd-gleuf voor die oproep kan worden aangewezen. Het besturingsbericht wordt door de processor 66 in het geheugen 57 opgeborgen. Een DMA.-eenheid 58 van een algemeen bekend type, leest het besturingsbericht met een frequentie van een besturingswoord per raster, af en zendt dat woord uit 30 naar een besturingswoordbronregister 80 (fig. M, dat zich bevindt in de koppeleenheid 69, om over de tijcbnultiplesclijn te worden uitgezonden naar de tijdmnltiplexschakelaar 10. Op soortgelijke wijze worden vanaf andere besturingseenheden de centrale besturing 30 bij een besturingswoordbe-stemmingsregister 92 (fig. M in de koppeleenheid 69, ontvangen, en door 35 de DMA.-eenheid 58 overgedragen naar het geheugen 57, waar deze berichten werden gelezen door de processor 66. De in fig. ¼ nader gedetailleerd weergegeven koppeleenheid 69 omvat een multiplex/demultiplexketen 75 en 8007049 .-22- twee schalmkoppelaars 78 en 79- Do multiplex/demultiplexketen 75 is aangesloten voor liet ontvangen van datawoorden die via de tij dmultiplex— lijn 68 vanaf de tijdgleufwisseleenheid 50 binnenkomen, alsook voor bet via de tijdmultiplexlijn 70 uit zenden van. datawoorden near de zendtijd-"'5 gleufwisselaar 53. Zoals in. bet voorafgaande is aangegeven voeren de beide tijdmultiplexlijnen 68 en 70 datawoorden met een- drempel van 512 kanalen per raster. De multiplex/demult iplesketen 75 splitst de over de tij dmult iplexlij n 68 ontvangen informatie in twee eindmultiplexlijnen J6 en 77 on vel doordat: de datawoorden in elk. even genummerd kanaal worden 10 uitgezonden via de tijdmultiplexlijn 77 en datawoorden in elk oneven genummerd kanaal worden uitgezonden via de tijdmultiplexlijn j6. Elk van de tijdmultiplexlijnen 76 en TT voert derhalve informatie met een tempo van 256 kanalen, per raster. De muitiplex/demultiplexketen 75 is bovendien werkzaam om de informatie op twee 256 kanalen voerende tijdmultiplex— . “15 lijnen. 85 en 86 te combineren tot een 512. kanalen voerende tijdmultiplex-lijn 70. Deze combinatie wordt uitgevoerd door de datawooeren, zoals afkomstig; van de tijdmultiplexlijnen 85 en 85 afwisselend uit te zenden, zodat de datawoorden, afkomstig van de tijdmultiplexlijn 85 worden uitgezonden in de even genummerde kanalen van de tijdmultiplexlijn 70, terwijl 20 datawoorden, afkomstig, van de tijdmultiplexlijn 86 worden uitgezonden in even genummerde kanalen.. Bij de behandelde uitvoeringsvorm, zijn de tijd— multiplexlijnen 76 en 85 verbonden met de schalmkoppelaar 78 en de tijd-multiplexlijnen 77 en 86 zijn verbonden met de schalmkoppelaar 79- Er zij opgemerkt, dat de tijdgleufwisseleenheid 11 werkt op basis van 512 25 tijdgleuven (kanalen) per raster, terwijl de schalmkoppelaars 78 en 79» alsook, de tij dmult iplexsehakelaar 10 werken op basis van 256 tijdgleuven (kanalen) per raster. Yerder zijn de kanalen van datawoorden, zoals ontvangen vanaf ènruiigezonden naar de tijdgleufwisseleenheid 11 volledig in synchronisme, Met andere woorden, telkens wanneer een kanaal, met een 30 gegeven numerieke aanduiding vanaf de tijdgleufwisseleenheid 11 door de schalmkoppelaar 78 wordt ontvangen, zullen de beide schalmkoppelaars 78 en 79 kanalen die met betrekking tot de tijdgleufwisseleenheid 11 dezelfde numerieke aanduiding hebben, ontvangen en uit zenden. Teneinde na de splitsing synchronisme te handhaven worden alle even genummerde kana-. 35 len op de tijdmultiplexlijn 68 door de muitiplex/demultiplexketen 75 zodanig vertraagd, dat het oneven genummerde kanaal en het direkt daarop volgende even genummerde kanaal in hoofdzaak gelijktijdig over een des- 8007049 ; ~ 23 - betreffende van. de tijdmultiplexlijnen j6 en 77 worden uitgezonden. Op soortgelijke wijze wordt datawoord,, afkomstig van de schalmkoppelaar 79 en aanwezig op de tijdmnltiplexlijn. 86, door de multiplex/deraultiples— keten 75 vertraagd zodanig,, dat dit woord in hoofdzaak gelijktijdig met 5 liet direkfc daarna de multiplex/demultiplexketen 75 ontvangen datawoord wordt- uitgezonden op de tijdmnltiplexlijn 70. In de loop van de volgende beschrijving heeft de tijdgleuf van een gegeven, datawoord betrekking op zijn tijdgleuf met betrekking op de schaJmkoppelaars 78 en 79 en de tijd— . multiplexsehakelaar 10*. Datawoorden vanaf de kanalen 1 en 2 van de tijd— 10. miltiplexlijn 68 behoren bijvoorbeeld beide bij de tijdgleuf 1 van de schalmkoppelaars 78 en 79 en de tijdmultiplexschakelaar 10. Elk van de schalmkoppeleenheden 78 en 79 is eenduidig geassocieerd met een ingangs/ uitgangspoortpaar van de tijdmultiplexschakelaar 10.
De schalmkoppelaar 78 (fig. M omvat de ontvanger 82 die de data— 15 woorden die in serievorm vanaf de tijdmultiplexschakelaar 10 en via de tijdmultiplexlijn .15r zijn uitgezonden, ontvangt, alsook deze informatie op een geleider' 83 in serievorm opnieuw uitzendt. Een. kloksignaalherstelke ten 81t ontvangt de binnenkomende bit stroom in verbinding met de geleider 83, welke keten werkzaam is om een 32,768 MHz kloksignaal, dat daar-20 van afkomstig is, te herstellen. Dit kloksignaal wordt gebruikt als tijd-signalering voor de schalmkoppelketen 78. Wegens nader aan te geven rede-• nen bestaat tussen, de informatie die op de tijdmnltiplexlijn 15 wordt ontvangen en de informatie die op de tijdmnltiplexlijn 13 wordt uitgezonden, niet noodzakelijkerwijs kanaalsynehronisme. Ter verkrijging van kanaal-25 synchronisme tussen de datawoordenrop de tijdmultiplexlijnen 76 en 85 worden de binnenkomende datawoorden op de geleider 83 kortdurend opgeslagen in geheugenketen 87 met vrije toegankelijkheid. De op de geleider 83 aanwezige datawoorden worden in het vrij toegankelijke geheugen 87 geschreven op een plaats die is gedefinieerd door een schrijfadresgene— 30 rator 88. De schrijf adresgenerator 88 ontvangt vanaf de kloksignaalher-stelketen 8If- een 2,0½ MHz kloksignaal en is in responsie op dit signaal werkzaam om een zich herhalende reeks van 256 scfarijfadressen in synchronisme met de binnenkomende datawoorden op de geleider 83, te genereren. Datawoorden worden voor uitzending naar de tijdgleufwisseleenheid 11, 35 vanuit het vrij toegankelijke geheugen 87 afgelezen op plaat sen,..zoals gedefinieerd door een leesadresgenerator 89 die een zich herhalende reeks van 256 leesadressen genereert. De leesadressen worden afgeleid van informatie die wordt ontvangen vanaf een campensatieketen 90. De compensa- 8007049 2k τ* tieketen 90 ontvangt de schrijf adressen die zijn gegenereerd door de schri jfadresgener ator 88 en is werkzaam m. een vooraf vastgesteld getal daarvan af te trekken- Eet resultaat van deze aftrekoperatie wordt hierna uitgezonden naar de leesadresgenerator 89. Op deze wijze genereert de .. 5 leesadresgenerator 89 een reeks van leesadr essen die met een voor afbepaald getal achterloopt met betrekking tot de leesadressen, zoals gegenereerd door de schrijfadresgenerator· 88« Bij de behandelde uitvoeringsvorm is de leesadresgenerator 89 ongeveer een-vierde van een raster (6U tijdgleuvenj achter bij de adressen, zoals gegenereerd door de 10- schrijf adresgenerator 88,
De schalmkoppelaars 78 en 79 van de koppeleenheid 69 zijn volgens een meester-slaaf modus werkzaam om. kanaalsynchronisme aan te houden. Bij • de onderhavige uitvoeringsvorm, is de schalnkoppelaar 78 de meester en deze gaat voort met werken, zoals in het bovenstaande is beschreven, De 15 leesadresgenerator van. de schalnkoppelaar 79 wordt echter aangedreven door leesadressen, afkomstig van de leesadresgenerator 89 van de schalm-koppelaar 78, Er zij opgemerkt, dat wegens mogelijke verschillen in de lengten van de tijdmultiplexlijnen 15 en 16, een afstand, corresponderende met meer of minder dan een-vierde raster van informatie een scheiding 20 kan vormen, tussen de schrijfadressen en de leesadressen, zoals gebruikt in. de schalnkoppelaar 79* Zulks gebeurt aaugezien'de datavoorden op de . tijdmultiplexlijnen 85 en 86 met kanaalsynchronisme wordt uitgezonden, terwijl zulk een synchronisms’ niet is vereist ten aanzien van de tijd— muit iplealij nen 15 en 16.
25 Voor zowel het uitzenden alswel het ontvangen van besturingsbe- richten wordt in een gegeven schalmkoppelaar hetzelfde kanaal gebruikt. Eet desbetreffende in een gegeven schalmkoppelaar gebruikte kanaal, bijvoorbeeld de schalmkoppelaar 78, wordt voor het transport van besturings-berichten vooringesteld èn dit kanaal wordt opgeslagen in een besturings-30 kanaalregister 81. Elk door de leesadresgenerator 89 gegenereerd lees-adres wordt overgedragen naar een comparator 91 die het desbetreffende leesadres vergelijkt met de aanduiding van het vooringestelde besturings-kanaal en zoals opgeslagen in het besturingskanaalregist er 8l. Wanneer de comparator 91 vaststelt, dat het huidige leesadres identiek is met de • 35 besturingskanaalaanduiding» wordt daardoor een poortsignaal teweeg ge bracht, dat wordt uitgezonden naar het besturingsberichtbronregist er 80, alsook naar een besturingsberiehtbestemmingsregister 92.. Het besturings- 8007049 - 25 - . bericht best^mraingsregister 92 is in responsie op het poort signaal, af komstig van de comparator 91 werkzaam om de informatie op de tijdmultiplexlijn 85 op te slaan. Gedurende het desbetreffende kanaal omvat de informatie op de tijdmultiplexlij n 85 de inhoud van het besturingskanaal 5 dat moet worden gebruikt door de besturingseenheid 17. Door de werking van de DMA-eenheid 58 wordt de inhoud van het besturingspoortregister 92, voorafgaande aan het volgende besturingskanaal. uitgezonden naar het geheugen 57. Op soortgelijke wijze is het· besturingswoordbronregister 80 in responsie op het poortsignaal, dat afkomstig is van de comparator 91 10 werkzaam om zijn inhoud uit te poorten naar de tijdmultiplexlijn 76, waardoor aldus het besturingswoord wordt uitgezonden.. De besturingswoorden worden op een in hoofdzaak soortgelijke wijze door de schalmkoppelaar 79 uitgezonden en ontvangen, waarbij echter de desbetreffende besturings— kanaalbestemming, behorende bij de schalmkoppelaar 79 verschillend is 15 van. die welke behoort bij de schalmkoppelaar 78»
De door de leesadresgenerator 89 gegenereerde leesadressen worden tevens overgedragen naar een rast er s equent i egener at or 93. 'In responsie daarop is de rastersequentiegenerator 93 werkzaam om een eenduidig bepaalde reeks van rasterbits met een tempo van een bit per kanaal te 20 genereren. Gedurende elk kanaal wordt de door de rastersequentiegenerator 93 gegenereerde bit overgedragen naar een rasterinvoegketen 9^ die de rasterbit invoert in de G-bitplaats van het datawoord, afkomstig van de tijdgleufwisseleenheid 11. Het datawoord dat deze rasterbit bevat wordt vervolgens via een parallel-serieregister 95 en een aandrijfketen 25 96 overgedragen naar de tijdmultiplexlijn 13 die is verbonden met een unieke ingangspoort van de tijdmultiplexschakelaar 10. Elk: datawoord dat door de lijnkoppelaar 78 wordt ontvangen omvat een rasterbit die door de tijdmultiplexschakelaar wordt gegenereerd en uitgezonden. Een rastercontroleketen 97 leest elke rasterbit van elk datawoord, afkomstig 30 van de tijdmultiplexschakelaar 10, en bepaalt of de communicatie tussen de tijdmultiplexschakelaar 10 en zichzelf nog steeds in synchronisme verkeert. Indien synchronisme bestaat worden geen correcties gemaakt; indien echter blijkt, dat geen synchronisme bestaat wordt door communicatie met de kloksignaalherstelketen 9^ volgens een op zichzelf be-35 kende, procedure de rastersynchronisatie hersteld.
De ingangs- en uitgangspoorten van de tijdmultiplexschakelaar 10 kunnen paarsgewijs worden beschouwd, aangezien heide poorten zijn 8007049 -2 6 - verbonden met dezelfde· schalmkoppelaar. Verder is elk paar van ingangs-en uitgangspoorten van de tijdmultiplexschakelaar 10 verbonden met een tijdmultiplexschakelaar-schalm-koppelaar van bet type dat soortgelijk is aan dat van de schalmkoppelaars 78 en 79* Bij de behandelde nitvoe-5 ringsvorm. is de schalmkoppelaar 78 verbonden met een tijdmultiplexscha-kelaar-schalmkoppeleenheid 100 (fig. 5) * De tijdmultiplexsehakelaar-^e'.-l''. schalm-koppelaar 100 omvat een ontvanger 101 voor het ontvangen van data-woorden, zoals afkomstig van de tijdnmltiplerlijn 13 en voor het via een tijdmultiplexlijn 103 uitzenden van deze datavoorden naar een serie-pa-10 rallelregister 102. De vanaf de tijdmultiplexlijn 103 afkomstige bit-stroom wordt eveneens aangelegd aan een kloksignaalherstelket en 10^· en aan een rastercontroleketen 105, waardoor respectievelijk kloksignalen daarvan worden afgeleid en wordt bepaald of rastersynchronisme aanwezig' is. De tijdmultiplexsehakelaar-schaJm-koppelaar 100 omvat verder een . '15 schrijf adresgenerator 106 die in responsie op signalen,, afkomstig van de kloks ignaalherstelket en 10U een reeks van schrijfadressen genereert.
ELk datawoord dat wordt uitgezonden naar het serie-parallelregister 102 wordt vervolgens geschreven in een vrij toegankelijk geheugen 107, dat zich bij de adresgenerator bevindt door de schrijfadresgenerator 106.
20 De tijdmultiplexschakelaar 10 crnvat tevens een voor naar de tijd verdeeld gebruik bedoelde, op basis· van ruimteverdeling werkende schakelaar 108, die met rasters van 256 tijdgleuven, elk met een breedte van ongeveer U88 nanoseconden, werkzaam is om banen, tussen, zijn ingangs- en uitgangspoorten op te bouwen. Besturingsinformatie, aangevende de schakel-25 baan tussen de ingangs— en uitgangspoorten, die gedurende elke tijdgleuf moeten worden verbonden, wordt opgeslagen in een besturingsgeheugen 29 (fig. 1), dat elke tijdgleuf wordt afgelezen cm. deze verbindingen te vormen. Zoals eerder werd opgemerkt is elke tijdgleuf een. numerieke aanduiding,'swaarbij gedurende een gegeven tijdgleuf het datavoordkanaal met 30 dezelfde numerieke aanduiding moet; worden - geschakeld. Alle datavoorden in een kanaal, met een gegeven numerieke aanduiding moeten derhalve gedurende hun bijbehorende tijdgleuf worden overgedragen naar de voor tij dverdelingsgebruik bedoelde en op basis van ruimt everdeling ingerichte schakelaar 108, teneinde nauwkeurigheden bij de schakelwerking te ver-35 mijden. Daartoe omvat de tijdmultiplexschakelaar 10 een meesterkloksignaal-keten 109 voor het genereren van een zich herhalende reeks van 156 lees-adressen die in hoofdzaak gelijktijdig worden uitgezonden naar elk vrij 8007049 r * -27- toegankeli'jk geheugen van elke tij dmult iplexschakelaar-schalm-koppelaar. Zulks "betekent, dat het vrij toegankelijk geheugen 107, alsook de equivalente vrij toegankelijke geheugens , die deel uitmaken van alle overige tijdmultiplexschakelaar-schalm-koppelaars, op vrijwel dezelfde tijd een da-- 5 tavoord aflezen,, behorende bij dezelfde tijdgleuf. Bij de behandelde uit voeringsvorm. worden de datawoorden, zoals afgelezen vanaf het vrij toegankelijke geheugen 107, uitgezonden naar- een parallel-serieschuifregister ; 110, vanwaaruit zij worden uitgezonden naar de voor tijdverdelingsgebruik i bedoelde en op basis van ruimteverdeling ingerichte schakelaar 108-10 Alle datawoorden die op de tij dmultiplexlijn 15 moeten worden uitgezonden naar de schalmkoppelaar 7δ worden, vanaf de schakelaar 108 ontvangen op een geleider 111 binnen een tijdgleuf van hun transmissie naar de schakelaar 108. De tij dmult iplexschakelaar «schalm-koppelaar 100 omvat een rastersequentiegenerator 112 voor het genereren van een reeks van .15 · rasterbits met een tempo van een bit per tijdgleuf. De rasterbits worden uitgezonden, naar een rasterinvoegketen 113 die de rasterbit introduceert in. de bitpositie G· van elk datawoord op de geleider 111. Elk datavoord, zoals aanwezig op de geleider 111 wordt vervolgens via een aandrijfketen 114 via tijdmultiplexlijn 15 overgedragen naar de schalmkoppelaar 78.
20 Elke besturingstijdgleuf wordt door de tij draultiplexschakelaar 10" (fig. T) overgedragen naar de besturingsdistributie-eenheid 31 via.de tijdmultiplexlijnen 150 en 15’1 die zijn verbonden met een ingangs/uitgangs— poortpaar 64. In de-loop van de volgende beschrijving worden besturings-tijdgleuven, zoals afkomstig van een gegeven besturingseenheid, aangeduid 25 als zendbesturingstijdgleuven, terwijl besturingstijdgleuyen, gericht naar een gegeven besturingseenheid, worden aangeduid' als ontvangbestu-ringstijdgleuven. De besturingsdistributie-eenheid 31 die nader gede-• tailleerd is weergegeven in. fig, 7, omvat een schalmkoppelketen 152 die in hoofdzaak identiek is met de schalmkoppelketen 78 (fig.. 4). De schal,τπ-30 koppelketen 152 bevat niet het besturingswoordbronregister 80, bestu-ringskanaalregister 81, de comparatorketen 91 of het besturingswoord-bronbestemmingsregister 92 (fig. 4), aangezien de door deze ketens vervulde functies in de besturingsdistributie-eenheid.31 niet zijn vereist.
Elk besturingswoord dat op de tijdmultiplexlijn 150 is ontvangen, wordt 35 - vanaf de schalmkoppelketen 152 izu-parallelvorm uitgezonden naar een be-sturingsdistributie-eenheidingangsketen 153 en wel in de zendbesturings-tijdgleuf die bij dat besturingswoord behoort. De tijdgleufaanduidingen 8007049 - 28 - van de besturingsvoorden die worden uitgezonden, naar de bestnringsdia-tributie-eenheidingangskaten 153 worden in hoofdzaak gelijktijdig via een communie at iebaan 5^ uitgezonden, naar een tijdsignaalketen 155- De •tijdgleufaanduidingen die aldus worden uitgezonden, worden geleverd door 5. een 'leesadresgenerator (niet weergegeven) .van de sehalmkoppelaar 152 die het equivalent is van de. leesadresgenerator 89'van de scbalmkoppelketen 78 (fig. U)*· De ingangsketen 153 ia in beginsel een demultiplexketen met een ingangspoort en een maximum van. 256 ingangspoorten. Elk besturings— woord. dat wordt ontvangen via de ingangspoort van. de ingangsketen 153 10 wordt uitgezonden naar een uniek exemplaar van de 256 uitgangspoorten, zoals gedefinieerd, door de tijdgleufaanduiding die is overgedragen over de communicatiebaan 15'^·
De behandelde uitvoeringsvorm, bevat 31 tij dgleufwi s seleenheden bijvoorbeeld 11' en 12,. die elk. toegang hebben tot twee zend— en twee ont-T5 vangbesturingstijdgleuven- De informatie die op de tijdmultiplexlijn 150 wordt uitgezonden naar de scbalmkoppelketen 152 omvat derhalve ten hoogste 62 zendbesturingstijdgleuven. Op soortgelijke wijze zal de tijdmul— tiplexlijn 151 ten hoogste 62 besturingstijdgleuven terug-transporteren naar" de tijctaultiplexschakelaar 10, De ingangsketen 153 van de bestu— 20 ringsdistributie-eenbeid. vereist derhalve sleehts 62 actieve uitgangspoorten- Bij de behandelde uitvoeringsvorm behoren deze actieve uitgangspoorten bij de eerste 62 tijdgleuven van een raster en zijn aangeduid door de aanduidingen TS1 - TS62. De uitgangspoort van de besturingsdis-tributie-eenheidingangsketen 153 en behorende bij de tijdgleuf TS1 is 25 verbonden met een bufferregister 158 en de uitgangspoort, behorende bij de tijdgleuf TS62 is verbonden met een bufferrgister 159. De besturings-keten 185 die behoort bij de zendbesturingstijdgleuf TS1 is in hoofdzaak identiek met ee hesturingsketens voor de overige 61 zendbesturingstijdgleuven. Derhalve zal slechts de besturingsketen. .185» behorende bij de 30 tijdgleuf TS1 in het onderstaande gedetailleerd worden beschreven. Het bufferregister 15$ is verbonden met de data-ingangsaansluiting van een eerst-in/eerst-uit buffer 160, die in responsie op een logische "1" puls op zijn sehrijfbesturingsaansluiting W werkzaam is cam ia. zijn eerste opslagcel de inbond in te voeren van het bufferregister 158. Volgens al-35 gemeen bekende principes van eerst-in/eerst-uit buffers, zal elke informatie die is ingevoerd in de eerste opslagcel worden verplaatst naar de laatste vrije opslagcel, waar deze informatie wordt vastgehouden tot- 8007049 - 29 - dat de informatie uit het eerst—in/eerst-uit buffergeheugen -wordt afgelegen» De buffer 160 bevat verder een leesbesturingsaansluiting R. Ih responsie op een aan desa aansluiting R toegevoerde logische ”1" puls wordt de inhoud van de laatste geheugeneel vanaf de eerst-in/eerst-uit 5' buffer uitgezonden en de inhoud van alle overige cellen van de buffer worden een cel in de richting van de uitgang verschoven.
Zoals eerder werd opgemerkt begint elk besturingsbericht, zoals afkomstig van de tijdgleufwisseleenheid,. bijvoorbeeld 11, met een start-symbool en eindigt met een sluit symbool. De inhoud van het bufferre-10 gister 158 wordt voortdurend overgedragen naar een startcomparator 1Ó2 en naar een sluiteamparator 163. De startcomparator 162 omvat een com-paratorketen en een register voor het opslaan van het start symbool. Wanneer de inhoud van het bufferregister 158 in. overeenstemming is. met het opgeslagen start symbool, zendt de startcomparator 162 een logische 15 "1"' uit naar de zzetingang van een. flip-flop 16k. Telkens wanneer de flip-flop 16k is gezet, wordt daardoor op zijn logische "1" uitgangs-aansluiting een logische ”1" gegenereerd, die wordt uitgezonden naar een M-poort 165. De uitgangsaansluiting van de EU-poort 165 is verbonden met de schrijfbesturingsaansluiting W van een eerst-in/eerst-uit 20 buffer 160. De andere ingang van. de EN-poort 165 is verbonden met een aansluiting tg van de tijdsignaalketen 155· De tijdsignaalketen 155 zendt vanaf de aansluiting tg een serie van pulsen uit met een tempo van een puls per raster en gedurende een tijd tg, welke bestaat gedurende de tijdgleuf TS2. De tijdsignaalketen 155 omvat een lih-uit-n-decodeerin-25 richting die de tijdgleufaanduidingen, die zijn overgedragen via de com-municatiebaan 15^ ontvangt, en die een logische "1" puls toevoert aan het unieke exemplaar van zijn 256 uitgangsaansluitingen en welk exem-plaat correspondeert met de binnenkomende tijdgleufaanduiding. De desbetreffende van deze aansluitingen die gedurende tijdgleuf TS2 de lo-30 gische "1" puls ontvangen, geven een signaal tg af voor de ingang van de Eïï-poort Τβ5·
Ra ontvangst van een start symbool in het buff erregister 158, zal een nieuw besturingswoord gedurende tijdgleuf TST van elk raster worden ingevoerd in het bufferregister 158. Verder- is elke puls tg die is 35 uitgezonden naar de besturingsaansluiting W van de eerst-in/eerst-uit buffer 160 werkzaam om de inhoud van het buff erregister 158 op te bergen in de eerste opslageel van de. eerst-in/eerst-uit buffer 160. Deze actie 8007049 - 30 - gaat voort totdat het sluitsymbool is opgeslagen in het bufferregister 158.
De sluitconrparator 163 tevsfc een c ampar at orket en en een register . voor het opslaan van het sluitsymbool. De slnitcamparator 163 genereert 5 een uitgangspuls. in. de vorm van een logische "1 ” wanneer het in heb buf— ferregister 158 opgeborgen symbool in overeenstemming blijkt te zijn met het sluitsymbool, zoals opgeslagen in de sluitcaoparator 163. Deze in de - vorm van een logische ”1 ” gegeven nitgangspuls wordt via een vertragings— eenheid 166 overgedragen naar de terugzet ingang van de flip-flop 16U. De 10 vertragingseenheid 166 vertraagt een logische. "1” puls over een tijd die groter is dan die van êén tijdgleuf. Wanneer de logische ”1" wordt ontvangen door de flip-flop 16U wordt deze flip-flop teruggezet als gevolg waarvan een logische "O",, aangelegd aan zijn logische nlM uitgangsaan— sluiting, waardoor de M-poort 165 verhindert,, dat enige verdere tg 15 tijdsignaalpulsen worden uitgezonden naar de besturingsaansluiting W van de eerst-in/eerst-uit buffer 160.
De sluit c ompar at or 163 is, wanneer het sluitsymbool in het: register 158 wordt gedetecteerd, tevens werkzaam cm een vlagsignaal over een busleiding 167 uit te zenden naar een CDU-besturingseenheid 168. Dit vlag-20 signaal bepaalt, dat een voltooid besturingsbericht is ontvangen door de eerst-in/eerst-uit buffer l60. Deze besturingseenheid 168 is in. responsie op elk vlagsignaal, zoals afkomstig van een besturingsketen, bijvoorbeeld 195, werkzaam <m het volledige besturingsbericht af te lezen uit de eerst-in/'eerst-uit buffer, waarin dat besturingsbericht is opgeborgen. Bij de 25 behandelde uitvoeringsvorm initieert de CDU besturingseenheid 68 een dergelijke leesoperatie voor het uit zenden van een 6-bit code, dat bepaalt . . welke eerst-in/eerst-uit buffer het af te lezen besturingsbericht bevat, naar een van de 6¾ decodeerinrichtingen 169. Een van de 6k decodeereenheden. 169 reageert op de 6-bit code die afkomstig is van de besturing 30 168 voor de besturingsdistributie-eenheid, en wel doordat de logische ”1wordt aangelegd aan een M-poort die behoort bij de leesbesturings-keten van de eerst-in/eerst-uit buffer,, waarin een besturingsbericht is opgeslagen. Bij het behandelde voorbeeld is een besturingsbericht opgeslagen in de eerst-in/eerst-uit buffer 160. De 6-bit code die wordt uit-35 gezonden naar een van de 6k decodeereenheden 169 bepaalt aldus de EN-poort ITO die behoort bij de eerst-in/eerst-uit buffer 160. In responsie op deze 6-bit code zendt een van de 6h decodeereenheden 169 een logische 8007049 -31 - ”1" uit naar· de EW-poort 170. De ‘besturingseenheid 168 van de besturingsdistributie-eenheid zendt hovendien een reeks van pulsen uit met een frequentie van 2 MHz naar deandere ingang van de EN-poort 170. Er zij opgemerkt r dat. de reeksen, van 1 MHz pulsen ook gelijktijdig worden uitgezon-5 den naar equivalente EH-poorten ia de andere besturingsketens. Aangezien de EST-poort 170 vanaf de decodeereenheid 169 een logische "l".ontvangt, . worden door* de EU-poort 170 de 2 MHz pulsen uitgezonden naar de leesbe-sturingsaansluxting· R van de eerst-in/eerst-uit buffer 160., In responsie op elk van deze pulsen wordt vanuit de eerst-in/eerst-uit buffer 160 een ' 10 besturingswoord afgelezen, dat via een busleiding 176 wordt overgedragen naar de CDU. besturingsinrichting.168. Wanneer deze besturingsinrichting 168 een sluitsymbool detecteert in de informatie die daardoor via de bus'leiding 1T6 wordt ontvangen, wordt de uitzending van de 2 MHz pulsen beëindigd. De CDU besturingsinrichting 168. omvat een geheugenketen die ' 15 wordt gebruikt voor het opslaan van elk besturingswoord,. dat wordt afge--·. lezen van een van de ontvang-eerst-in/eerst-uit buffers, zoals bijvoor beeld 160 en 161.. Wanneer een volledig hesturingsbericht is ontvangen en opgeslagen, leest de besturingsinrichting 168 het bestemmingsgedeelte van dat hesturingsbericht teneinde vast te stellen of het besturingsbe-20 richt moet worden uitgezonden naar de centrale besturing 30 of naar een van de besturingseenheden, bijvoorbeeld 1T en 18. Wanneer het bestem-mingsgedeelte van het hesturingsbericht de centrale besturing 30 aanwijst, leest de besturingsinrichting 168 voor de besturingsdistributie-eenheid - ; het hesturingsbericht af uit zijn interne geheugen en zendt dit besturings-25 bericht via de communicatiebaan 32 uit naar de centrale besturing 30. Wanneer daarentegen het bestemmingsgedeelte een besturingseenheid bepaalt, berekent de besturingsinrichting 168 de desbetreffende ontvang-besturingsti’jdgleuf die behoort bij de aldus gedefinieerde besturings— ' eenheid. De desbetreffende ontvangbesturingstijdgleuf wordt bepaald uit 30 een translatietabel die is opgeborgen in de besturingsinrichting 168 voor de besturingsdistributie-eenheid.
Bij de behandelde uitvoeringsvorm omvat .de besturingsdistributie-eenheid 31 een tweede aantal van eerst-in/eerst-uit buffers, waarvan de buffers 171 en 172 - in fig. 7 zijn weergegeven. Deze eerst-in/eerst-uit 35 buffers 171 en 172 behoren bij een desbetreffende van de uitgangsregis-ters 173 en 17^· Elke eerst-in/eerst-uit buffer en zijn bijbehorend uit— gangsregister worden gebruikt om besturingswoorden. in de ontyangbestu— 8007049 -32- ringstijdgleuf, "behorende "bij de "bestemming, zoals gedefinieerd door elk besturingsbericht, uit te zenden naar de tijdmultiplexschakelaar 10. Bij het behandelde uitvoering svoorbeeld zal worden verondersteld, dat het be— sturingshericht, dat vanaf de eerst-in/eerst-uit "buffer 160 wordt over-5 gedragen- naar de'"besturingsdistri"butie-eenheid 168 is bestand voor een moduulwaarvoor .de tijdgleuf 62 (TS 62)als een ontvangbesturingstijd-gleuf wordt gebruikt. De besturingsdistributie-eenheid zendt een 6-bit r code,. dat de besturingsketen 196 die behoort bij de eerst-in/eerst-uit buffer 1T1 eenduidig bepaalt, uit naar een van de 6k decodeer eenheden 10 169. De door een van deze 6k decodeereenheden 169 gegenereerde logische ”1" wordt aangelegd aan een EN-poort 175» waarvan de uitgangaansluiting ' is verbonden met de schrij fbesturingsaansluiting W van de eerst-in/eerst- uit buffer 177. Bovendien begint de CDU besturingsinrichting 168 met het lezen van elk besturingswoord van het besturingsbericht, waarbij het af— 15 leesresultaat wordt aangelegd aan de busleiding 176, die gemeenschappelijk is verbonden met alle eerst-in/eerst^uit buffers, zoals bijvoorbeeld 17’1 en 172. Da hoofdzaak gelijktijdig met de uitzending van elk besturingswoord naar de eerst-in/eerst-uit buffers zendt de besturingsinrichting 168 voor de besturingsdistributie-eenheid pulsen in de vorm 20 van een logische "1" uit naar de EN-poort 175 en de equivalente EN-poor-ten in elk.van de andere besturingsketens. Aangezièn uitsluitend de EN-poort 175 vanaf een van de 6k decodeereenheden 169 een logische ,f1" ontvangt, worden slechts door deze poort de logische. "1 ". pulsen vanaf de besturingsinrichting 168 overgedragen naar de aansluiting V van zijn 25 bijbehorende eerst-in/eerst-uit buffer 171. Deze eerst-in/eerst-uit buffer 171 is in responsie op elke logische ”1" puls die bij zijn schrijf-besturingsaansluiting V wordt ontvangen, werkzaam om het besturingswoord, zoals aanwezig op de busleiding 176 in te schrijven in zijn ingangsopslag-eel. Zoals in het voorafgaande werd aangegeven planten deze besturings-30 woorden zich voort naar de uitgangsopslagplaats van de desbetreffende buffer. Be leesbesturiagsaansluiting E van de eerst-in/eerst-uit buffer 171 is verbonden met de tijdsignaleringsfceten 155» zodat, deze signalen tgj ontvangt. Aldus wordt gedurende elke tijdgleuf t6l het besturingswoord, zoals aanwezig in de laatste opslagplaats van de eerst-in/eerst-uit 35 buffer 171 overgedragen.naar het uitgangsregister 173.
De besturingsinrichting 168 is tevens werkzaam om bij het begin van een operatie, waarbij een besturingsbericht wordt uitgezonden een 8007049 - 33 - startsignaal uit te zenden naar de zetingangsaansluiting van de flipflop 17T. Het logische "1" uitgangssignaal -van deze flip-flop 177 wordt aangelegd aan een M-poort 176, waarvan de uitgangsaansluiting is verbonden met de poortbesturingsaansluiting van het uitgangsregister 173 -5 De ETT-poort 178 ontvangt bovendien als een ingangssignaal het signaal tgg. ïïadat de flip-flop 17T is gezet, wordt aldus in responsie op elk signaal t^g een logische "1,r puls toegevoerd aan het. uitgangsregister - . 173« Elk besturingswoord, dat naar het uitgangsregister 173 wordt uitgezonden wordt in responsie op de tg^-pulsen gedurende de tijdgleuf TS 62 10 uitgezonden naar een CDU uitgangsketen 179· Voorafgaande aan het zetten van de flip-flop 177 worden geen signalen gepoort naar de CDU uitgangsketen 179· Elk besturingswoord dat is af gelezen vanaf de eer st-in/eer stuit buffer 1T1 wordt tevens aangelegd aan de ingangen van een eindccmpa— ratorketen 180 die in hoofdzaak identiek is. met de eindecanparatorketen ' 15 163« “Wanneer deze comparatorketen 180 detecteert , dat het. symbool, dat vanaf de buffer 1T1 wordt uitgezonden naar het uitgangsregister 173 het sluitsymbool is, wordt een logische ”1" puls gegenereerd, die via een vertragingsketen 181 wordt overgedragen naar de terugzetaansluiting van de flip-flop 177· De logische "1” puls, afkomstig van de eindcomparator— 20 keten 18Ο wordt door een vertragingsketen 181 vertraagd over een tijd die groter is dan de tijd.van een tijdgleuf. Op deze wijze wordt bereikt, dat de flip-flop 177 wordt teruggezet teneinde te verhinderen, dat na.-.de uitzending van het sluitsymbool verdere tg2 signalen worden uitgezonden . . .1-naar het uitgangsregister 173.
25 De CDU uitgangsketen 179 is een multiplexer met een maximum van 256 ingangspoorten en êên uitgangspoort. Elk van de-eerste 62 van de ingangspoorten is eenduidig geassocieerd met een van de tijdgleufuitgangsregis— ters, zoals bijvoorbeeld 173 en 17^, In responsie op tijdgleuftellings-signalen, afkomstig van de tijdsignaleringsketen 155 is de uitgangsketen 30 179 werkzaam om vanaf een van de uitgangsregisters, bijvoorbeeld 173, of 17¾, een besturingswoord uit te zenden naar zijn uitgangspoort. De uitgangspoort is op zijn beurt verbonden met een sehaknkoppelketen 152, die zoals in het voorafgaande is beschreven, werkzaam is om de daardoor ontvangen besturingswoorden uit te zenden naar de tijdmultiplexschakeleenheid 35 10.
De eentrale besturing 30 genereert tevens besturingsberichten die moeten worden uitgezonden naar de besturingseenheden, zoals bijvoorbeeld 8007049 τ*- »» 17 en 18'* Elke doer de centrale Besturing 30 gegenereerd, besturingsbe-richt omvat een hestemmlngsgedeelt e, dat de deshetreffende besturingseenheid bepaalt, die liet hesturingsbericht moet ontvangen. De besturingsberichten worden vanai de centrale besturing. via de communicatie-5. "baan 32 overgedragen naar. de besturingsinriehting 168 voor de bestu-ringsdistributie-eenbeid. Deze besturingsinriehting 168 slaat elk bestu-- _ ringsberieht,.. dat vanaf de centrale besturing 30 wordt ontvangen op en is, zoals ia bet voorafgaande werd beschreven, werkzaam om elk opgeslagen be— stemmingsgedeelte.af te lezen teneinde de besturingseenheid te bepalen, 10 waarvoor het desbetreffende hesturingsbericht is bestemd. De besturings— inrichting 168 zendt de besturingsberichten vanaf de centrale besturing 30 uit op dezelfde wijze als waarop deze inrichting besturingsberichten, die zijn. ontvangen vanaf de eerst-in/eerst-uit buffers 160 en 161, uit— zendt.- In het onderstaande wordt een voorbeeld, beschreven van de wijze 15 waarop bij de onderhavige- uitvoeringsvorm een. oproepprocedure wordt opgebouwd en wordt beëindigd. Bij dit voorbeeld wordt •aangenomen, dat een abonnê van het abonnêtoestel 23 een. verbinding wenst met de abonnê 26. De lijneenheid 19 detecteert, dat bij het als bron te beschouwen abonnêtoestel 23 de microtelefoon wordt opgenomen, en deze eenheid zendt 20 via de communicatiebaan 27 eenjaerieht uit naar de besturingseenheid 17-In responsie op dit bericht, afkomstig van de lijneenheid 19, zendt de "besturingseenheid 17 een instructie uit naar de lijneenheid 19» door welke instructie wordt aangegeven, welk communicatiekanaal tussen de lijneenheid 19' en de tijdgleufwisseleenheid 11 voor datawoordccmmunicatie 25 moet worden gebruikt. Verder maakt de besturingseenheid 17 een begin met het uit zenden van kiestoon in het kanaal, behorende bij de abonnê die de microtelefoon heeft opgenemen, tussen de tijdgleufwisseleenheid Tl. en de lijneenheid 19'. D’e besturingseenheid 1T gaat voort met het be-• waken'van de gelijkstroomtoestand van het abonnêtoestel. 23. De bestu-30 ringseenheid 17' gaat voort met het bewaken van de gelijkstroomtoestand van het abonnêtoestel 23. Verder detecteert de besturingseenheid 17 de bij het abonnêtoestel 23 ingezonden kiescijfers en beëindigt kiestoon in responsie op het eerste van deze cijfers. Op basis van het volledig ingezonden kiesgetal en de identiteit van de oproepende abonnê 35 formuleert .de besturingseenheid 17 een hesturingsbericht voor de centrale besturing 30. Dit hesturingsbericht ennrat een bestemmingsgedeelte, dat de centrale besturing 30 identificeert, en omvat.verder identiteit van de 8007049 - 35 - . oproepende- abonne, de identiteit van de opgeroepen abonne, alsook bepaalde bij de oproepende abonne bekorende informatie, zoals bijvoorbeeld dienstklasse, •Fig. 8 is een functiediagram-ter illustratie van de communicatie 5 tussen de processors vanneer een: verbinding tussen abonnêposten wordt . ' opgebouvd. In fig. 8 is de broneenheid 190. representatief voor het als bron te beschouwen abonnêtoestel 23,. de lijneenheid 19, de tijdgleuf— visseleenheid 11' en ae besturingseenheid 17. Op soortgelijke wijze is de afsluiteenhéid 191 representatief voor de eindabonnepost 26, de lijn-10 eenheid 22, de tijdgleufwisseleenheid 12 en de besturingseenheid 18. In*· fig . 8 is elke communicatie bij de opbouwfrequentie voorgesteld door een lijn. die eindigt met een pijl, als richt ingaauduiding en waarbij de letters zijn geplaatst (.a) -(g). In de loop van de volgende beschrijving worden de letters (a) - (g) gebruikt als aanduiding voor de desbetreffen— - 15 de· behandelde communicatie. Het besturingsbericht (a), zoals geformuleerd door de besturingseenheid 17 van de broneenheid 190, wordt zoals in het voorafgaande werd beschreven, met een besturingsvoord per raster in het besturingskanaal van de tijdmultiplexlijn 13 uitgezonden. Bij de behandelde uitvoeringsvorm wordt de tij dmult iplexlijn, die behoort bij een 20 oneven genummerde ingangs/uitgangspoort, de primaire t ij dmult iplerli j n die wordt gebruikt voor het transport van besturingsberichten. De tijd-multiplexlijn, behorende bij een even genummerd ingangs/uitgangspoort-paar wordt gebruikt voor het transport van langere berichten, zoals programmals en/of databijwerkberichten. Aldus wordt bij het behandelde uit-25 voeringsvoorbeeld het besturingskanaal van de tij dmult iplexlijn 13 gebruikt voor het transporteren van de besturingsberichten. In dit besturingskanaal aanwezige besturingswoorden worden gedurende de tijdgleuf die behoort bij het desbetreffende besturingskanaal, door de tijdmulti-plemschakelaar 10 geschakeld, naar de besturingsdistributie-eenheid 31.
30 Zoals in het voorafgaande werd beschreven, interpreteert de besturingsdistributie-eenheid 31' het bestemmingsgedeelte van het ontvangen bericht en zendt het bericht door naar de centrale besturing 30.
De centrale besturing 30 berekent de identiteit van de tijdgleufwisseleenheid die behoort.bij de identiteit van de opgeroepen abonne en 35 wijst een vrije tijdgleuf aan voor communicatie tussen de opgeroepen en de oproepende abonnêposten. Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld is aangenomen, dat de tijdgleuf 16 voor deze communicatie is gekozen. De 8007049 -36 - centrale besturing 30 zendt vervolgens een besturingsbericht (b) via de besturingsdistributie-eenheid 31 en de t ijdmult iplexschakeleenheid 10 naar de tij dgleufwis s eleenheud 12 van de eindeenheid 191 die is verbonden, met bet abonnetoestel 26. Dit. besturingsbericht (b) omvat de identiteit 5 van de opgeroepen abonne, de. identiteit van de tijdgleufwisseleenbeid 11 - die is verbonden met bet oproepende abonnetoestel en de tijdgleuf die moet worden gebruikt voor communicatie via de tijdmultiplexschakeleen- beid 10. Op in hoofdzaak dezelfde tijd als waarop de centrale besturing 30 bet besturingsbericht (b) uit zendt naar de tijdgleufwisseleenbeid 12, 10 zendt deze centrale besturing via de cammunicatiebaan instructies (c) naar bet besturingsgebeugen 29, welke instructies bepalend zijn voor de schakelbanen die gedurende de tijdgleuf 16 moeten worden gebruikt om de tijdgleufwisseleenbeid 11 en de tijdgleufwisseleenbeid 12 te verbinden. De besturingseenheid 18 van de eindeenheid 191 is in reeponsie op t 15 bet besturingsbericht (b) dat afkomstig· is van de centrale besturing 30, werkzaam om voor de communicatie met bet abonnetoestel 26 een kanaal aan te wijzen tussen de lijneenheid 22 en de tijdwisseleenheid 12; deze besturingseenheid 18' maakt tevens een begin met bet uit zenden van de logische "1" E-bit (d) in bet kanaal, dat behoort bij bet abonnetoestel 20 26, naar de tijdrault iplexschakeleenheid 10. Zoals in. het voorafgaande is aangegeven bestuurt een besturingseenheid de uitzending van E-bits in de vorm van een logische ”1,T in een gegeven kanaal, doordat toegang wordt • gegeven tot de opslagplaats van bet vrij toegankelijke geheugen 55, dat behoort bij dat kanaal,, en doordat zijn E-bit plaats wordt ingesteld op 25' een logische "1". Verder formuleert de besturingseenheid 18 een besturingsbericht, dat bepalend is voor de identiteit van de tijdgleufwisseleenbeid 12'van de eindeenheid 191, de tijdgleuf (tijdgleuf 16) die moet worden gebruikt voor de communicatie, en elke andere informatie omtrent de abonne 26 die voor de besturingseenheid .17 nodig is ctm de opbouw te 30 voltooien. Dit besturingsbericht (e) wordt overgedragen naar de tijd-gleufvisseleenheid 11 van de broneenheid 190 via het besturingskanaal naar de tijdmultipleocschakeleenheid 10, de besturingsdistributie-eenheid 31 en terug via de tij dmoltiplexsehakeleenheid 10 in het besturingskanaal behorende bij de tijdgleufwisseleenbeid 11.. Naast hetgeen in het vooraf- 35 gaande is vermeld, instrueert de processor-66 van de besturingseenheid 18 de E-bit controleketen 192 om gedurende een vooraf vastgestelde tijd, ' bijvoorbeeld een tijd, corresponderende met 129 rasters, de toestand van 8007049 - 37 - de E-bit ia de tijdgleuf l6 te bewaken.
In responsie op het bericht , zoals afkomstig van. de besturingseenheid T8 maakt de besturingseenheid 17 een begin met het uitzenden in het kanaal, behorende bij het abonnêtoestel 23,. van een logische ”1" 5 E-bit (f) naar de tijdmultiplexschakeleenheid 10. Verder controleert de besturingseenheid 17 van de broneenheid 190 de E-bit van het binnenkomende kanaal 16 vanaf de tijdgleufwisseleenheid 12, op aanwezigheid van een logische ”1". Vanneer een dergelijke logische "1" E-bit is ontvangen, wordt vanaf de E-bitcontroleketen 192 een;coniintiïteitssignaal gezonden 10 naar de processor 66 van de besturingseenheid 77j welk signaal aangeeft, dat de communicatiebaancontinuiteit vanaf de tijdgleufwisseleenheid 12 naar de tijdgleufwisseleenheid 11. bekend is. . Wanneer v: continuïteit van de cammjnicatiebaan bestaat' tussen. de tijdgleufwisseleenheid 11 en de tijdgleufwisseleenheid 12', zal de E-bit controleket en 192 .van de bestu-15 ringseenheid 18 een logische ”1W' E-bit in het kanaal 16 gedurende de voorafvastgestelde tijdsperiode detecteren. In responsie op de logische "1,r E-bit zendt de E-bit controleketen 192 van de besturingseenheid 19 een continuïteitssignaal naar zijn bijbehorende processor 66. De lijneenheid 22 is werkzaam in responsie op het continuïteitssignaal, afkom-20 stig van de E-bit controleketen 192 van de besturingseenheid 18, om.
wekstroom te zenden, naar het abonnêtoestel 26,. waarbij gedurende de tijdgleuf 16' hoorbare wektenen worden teruggezonden naar het abonnêtoestel 23. Wanneer van het abonnêtoestel 26 de microtelefoon wordt opgenomen, wordt zulks door de lijneenheid 22 gemeld aan de besturingseenheid 18, waardoor 25 het uitzenden van hoorbare wektoon naar het abonnêtoestel 23 wordt afgebroken, waarbij wekstroom wordt toegevoerd aan het abonnêtoestel 26. Vervolgens zendt de besturingseenheid 18 over het besturingskanaal en vanaf de tijdgleufwisseleenheid 12 een besturingsbericht (g) naar de tijdgleufwisseleenheid -11, waardoor wordt aangegeven, dat de oproep is beaat-. 30 woord. De deelnemers kunnen thans met elkaar communiceren.
De beëindiging van een verbinding wordt normaliter bestuurd door de besturingseenheid, die behoort bij de oproepende deelnemer, hetgeen bij het behandelde uitvoeringsyoorbeeld betekent, dat dit de besturingseenheid 17 is. Wanneer van het abonnêtoestel 23 de microtelefoon wordt 35 opgelegd, verandert de E-bit in het kanaal tussen de .ahonnêtoestellen 23 en 26, in een logische ,TG", In responsie op de logische 'O" zendt de besturingseenheid 18' een besturingsbericht naar de centrale besturing 30 8007049 - 38 - aangevende» dat zijn. gedeelte ran de verbinding is opgebouwd. Verder wordt een soortgelijk: bericht vanaf de besturingseenheid 1T uitgezonden . wanneer is vastgesteld, dat de microtelefoon is opgelegd. In responsie op deze twee berichten bestuurt de centrale besturing 30 het besturings-- 5- geheugen 29 zodanig, dat de'baan die de verbinding vormt, voor de kanalen tussen.de ahonnetoestellen 23 en 26 wordt vrijgegeven. Bovendien zijn de besturingseenheden 17 en 18 werkzaam om de baan vanaf hun bijbehorende abonnêtoestellen naar de tijdmultiplexschakeleenheid 10 vrij te geven,, zodat deze banen kunnen worden gebruikt voor andere ccmmunicatiedoel-10 einden. Wanneer de microtelefoon van het abonnêtoestel 26 het eerst wordt opgelegd* is de besturingseenheid 18 werkzaam om via het bestu— ringskanaal het bericht te zenden naar de besturingseenheid 17* waardoor deze eenheid kenbaar wordt gemaakt* dat van het' desbétreffendertoëstel de microtelefoon is opgelegd. In responsie op zulk een bericht wacht de 15 besturingseenheid 17 een voor afvastgestelde, tijd, soortgelijk aan een aanslagtijdbewaking, en leidt vervolgens de verbindingsbeëindigings-procedure, zoals in het voorafgaande is beschreven, in.
-Met betrekking tot de deelnemer die de verbinding beëindigt, kunnen zekere eigenschappen bestaan, waardoor een afwijking is gegeven 20 van de normale routine voor het optouwen, respectievelijk verbreken van een verbinding. Bijvoorbeeld is het mogelijk, dat een abonnêtoestel 26 (de beëindigende post bij het voorafgaande behandelde uitvoeringsvoor-beeld.) zou beschikken over de faciliteit cm oproepen op te sporen. In deze situatie is het gewenst, dat elke voor het abonnêtoestel 26 be-25 stemde oproep wordt vastgehouden, wanneer .de verbinding is gevormd,totdat microtelefoon van het toestel 26 wordt opgelegd. Bij dit voorbeeld wordt een opgeroepen verbinding tot stand gebracht op vrijwel dezelfde wijze als voor het voorafgaande voorbeeld is beschreven. Het eerste be-sturingsbericht vanaf de tijdgleufwisseleenheid 12 en.bestemd voor de 30 tijdgleufwisseleenheid 11, zal echter een gedeelte bevatten, aangevende dat de oproepzoekprocedure is ingeleid met betrekking tot de weldra te voltooien, opgeroepen verbinding. In responsie op dit besturingsbericht modificeert de besturingseenheid 17 de afsluitreeks zodanig, dat de opgebouwde verbindingsbanen niet worden verbroken, voordat vanaf de be-35 sturingseenheid 18 een bericht is ontvangen, aangevende, dat de microtelefoon van het abonnêtoestel 26 is opgelegd.
Het zal duidelijk zijn, dat in het voorafgaande beschreven uit- 8007049 ( - 39 - voeriagsvom slechts is "bedoeld als illustratie voor de grondslagen van de onderhavige uitvinding; andere inrichtingen kunnen door de gemiddelde vakman op dit gebied worden ontworpen en gerealiseerd zonder het kader van de uitvinding te verlaten.
8007049

Claims (3)

  1. 2. Continuïteitsverificatie-inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de eerste en tweede communxcatxe-eenheden (.191, 190) elk omvatten: een communicatieketen (50, 53) voor het uitzenden en ontvangen 25 van datawoorden; en een tweede cemmunicatie-èenheid (190) omvat: tweede ketenvoorzieningen die in responsie op de continuïteitssignalen werkzaam zijn om de communicatieketen (50, 53) voor het uit zenden en ontvangen van datawoorden van de tweede communieatie-eenheid (190) met betrekking tot het modificatiepad (fig. 8, d, f) aansluiten.
    3. Continuxteitsverificati'e-inrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de tweede cammunicatie-eenheid (19Q) omvat; discont inuit eit s-ketenvoorzieningen (196, 199 J voor het genereren van discontinuïteits-signalen wanneer het unieke symbool door de ontvangket envoor zieningen (U8) niet binnen een voor afvast gesteld tijdsinterval vanaf het moment, 3. waarop de tweede commnnicatie-eenheid (190) de cammnnicatiepadidentxteits-sxgnalen heeft ontvangen, is ontvangen. 8007049 - In - 4·. 1 Continulteitsverificatie-inrichting volgens conclusie 2 met ket kenmerk,, dat. de tweede communicatie—eenkeid (190) omvat: diseontinuïteits— ketenvoorzieningen (199), die in responsie op de continuïteitssignalen werkzaam zijn om discontinuïteitssignalen te genereren wanneer door de 5 ontvangketenvoorzieningen (^8) nadat de continuïteit ssignalen zijn gegenereerd, geen unieke symbolen zijn ontvangen.
    3- Continuïteitsverifieatie—inrickting volgens conclusie 4 met bet kenmerk, dat de tweede ccmmunicatie-eenheid (190) omvat: een besturingseenheid (18) die in responsie op de discontinuïteitssignalen werkzaam 10 is om de verbinding tussen ket communicatiepad (fig. 6, d, f) en de cam-municatieket envoorzien ingen (50, 53) voor ket zenden en ontvangen van de datawoorden van genoemde tweede communicatie-eenkeid (190), te verbreken.
    8. Continulteitsverificatie-inrichting volgens conclusie 3 of k met.ket kenmerk, dat de tweede communicatie-eenkeid (190) omvat: derde 15. ketenvoorzleningen (88, 58, 59) die in responsie op de discontinulteits— signalen werkzaam zijn cm een besturingsbericht indicatief voor discontinuïteit, uit te zenden naar de tijdverdelingsschakeleenheicL (10, 30, 31).
    7. Continuïteitsverificatie-inrickting volgens conclusie 1, waarbij ket communicatiepad een ziek herhalende reeks van tijdgleuven, afkomstig 20 van de eerste communicatie-eenkeid (191) en gericht naar de tweede cam-.municatie-eenheid (190), voert, met ket kenmerk, dat de besturings-een-heid (18, 55) voor ket uxtzenden van een uniek symbool omvat; vierde ketenvoorzieningen (55) die in responsie op de ccammmicatiepadident it eit s-signalen werkzaam zijn cm ket unieke symbool gedurende elke tijdgleuf van 25 de zich. herhalende reeks van tijdgleuven, die ket desbetreffende communi-catiepad (fig. 8, dj vormen, uit te zenden.
    8. Continulteitsverificatie-inrichting volgens conclusie 7, waarbij elk van genoemde tijdgleuven een aantal bitplaatsen omvat, met het kenmerk, dat de besturingseenheid (8, 55) voor ket uitzenden van een. uniek symbool 30 omvat: een processor (88, 5^·, 551 die in responsie op de cammunicatiepad- ident it eit ssignalen werkzaam is sm een uniek symbool als. gegeven door een voorafvastgesteld binair cijfer, dat voorkomt in een voor afvast gestelde van de bitplaatsen en gedurende elke tijdgleuf van de ziek herhalende reeks van tijdgleuven, die ket desbetreffende communicatiepad (fig, 8, d) vormen, 35 uit te zenden. 8007049 VEREENIGDE OCTROOIBUREAUX o.a..no. 80.070^9 ïïed.Kl. «KAVENHAGE (HOLLAND) Ή Ah. "bij SCllPlJVen 3,0,. 29 aPril 1981 Sm/LCM ^/^2— Verbetering(en) van erratna(a) in de beschrijving, behorende hij octrooiaanvrage no. 80.070U9 voorgesteld door aanvrager(ster) onder datum. 29 april-1981 -°°°- F. y. a i ίΓ t ~--1·- — - ·μ r » »'
  2. 2. APR 1981 In fig.
  3. 3 diént- hij het trapeziumvormige blok dat tussen in blokken 60 en 50 is.aangesloten, het getal 5_2 te worden ..... geplaatst. 80 0704 9
NLAANVRAGE8007049,A 1979-12-26 1980-12-24 Continuiteitsverificatie-inrichting voor een tijdmultiplex-schakelstelsel. NL190465C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US10639379 1979-12-26
US06/106,393 US4296492A (en) 1979-12-26 1979-12-26 Continuity verification arrangement

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8007049A true NL8007049A (nl) 1981-07-16
NL190465B NL190465B (nl) 1993-10-01
NL190465C NL190465C (nl) 1994-03-01

Family

ID=22311170

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE8007049,A NL190465C (nl) 1979-12-26 1980-12-24 Continuiteitsverificatie-inrichting voor een tijdmultiplex-schakelstelsel.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4296492A (nl)
JP (1) JPS56103591A (nl)
KR (1) KR850000658B1 (nl)
AU (1) AU541948B2 (nl)
BE (1) BE886807A (nl)
CA (1) CA1153452A (nl)
DE (1) DE3048110C2 (nl)
FR (1) FR2472895B1 (nl)
GB (1) GB2066624B (nl)
IT (1) IT1193573B (nl)
NL (1) NL190465C (nl)
SE (1) SE449546B (nl)

Families Citing this family (19)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4322843A (en) * 1979-12-26 1982-03-30 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Control information communication arrangement for a time division switching system
US4280217A (en) * 1979-12-26 1981-07-21 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Time division switching system control arrangement
US4472798A (en) * 1982-02-04 1984-09-18 At&T Bell Laboratories Telecommunication path substitution arrangement
US4485467A (en) * 1982-02-18 1984-11-27 Teknekron Infoswitch Corporation Digital information switch matrix with on-line/off-line diagnostic features
SE431143B (sv) * 1982-05-26 1984-01-16 Ellemtel Utvecklings Ab Sett och anordning for genomkopplingskontroll i ett digitalt telekommunikationsnet av tidsmultiplex typ
US4493073A (en) * 1982-08-30 1985-01-08 At&T Bell Laboratories Maintenance of stored program controlled switching systems
US4546475A (en) * 1982-12-06 1985-10-08 At&T Bell Laboratories Parity checking arrangement
US4500985A (en) * 1982-12-08 1985-02-19 At&T Bell Laboratories Communication path continuity verification arrangement
CA1203875A (en) * 1983-06-16 1986-04-29 Mitel Corporation Switching system loopback test circuit
US4520477A (en) * 1983-06-27 1985-05-28 At&T Bell Laboratories Control information communication arrangement for a time division switching system
US4635187A (en) * 1983-12-19 1987-01-06 At&T Bell Laboratories Control for a multiprocessing system program process
US4569042A (en) * 1983-12-23 1986-02-04 At&T Bell Laboratories Time measurements in a transmission path
US4621357A (en) * 1984-08-16 1986-11-04 At&T Bell Laboratories Time division switching system control arrangement and method
EP0400603A3 (en) * 1989-05-30 1992-05-06 Nec Corporation Monitoring method for stand-by circuits suitable for a multiplexing/demultiplexing apparatus
JP2849225B2 (ja) * 1991-03-18 1999-01-20 富士通株式会社 伝送装置
JPH04348630A (ja) * 1991-05-27 1992-12-03 Fujitsu Ltd 信号の伝送監視が可能な直列/並列変換部及び並列/直列変換部を備えたディジタル信号伝送装置
US5526484A (en) * 1992-12-10 1996-06-11 International Business Machines Corporation Method and system for pipelining the processing of channel command words
US5521913A (en) * 1994-09-12 1996-05-28 Amber Wave Systems, Inc. Distributed processing ethernet switch with adaptive cut-through switching
US5901201A (en) * 1997-05-14 1999-05-04 Bellsouth Corporation Switch-based line continuity verification method and system

Family Cites Families (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA893337A (en) * 1969-11-10 1972-02-15 Ibm Canada Limited - Ibm Canada Limitee Data communication system
US3743789A (en) * 1971-12-27 1973-07-03 Bell Telephone Labor Inc Busy bit for time division multiplex signals to reduce signal processing time
FR2248758A5 (nl) * 1973-09-18 1975-05-16 Materiel Telephonique
GB1450457A (en) * 1974-01-02 1976-09-22 Plessey Co Ltd Telecommunication exchange systems
GB1504897A (en) * 1974-08-09 1978-03-22 Ericsson L M Pty Ltd Method for through connection check in digital data systems
US3909562A (en) * 1974-09-12 1975-09-30 Int Standard Electric Corp Switching network testing process and arrangement
US4064369A (en) * 1975-01-31 1977-12-20 North Electric Company Method and apparatus for path testing in a time division multiplex switching network
GB1536145A (en) * 1975-06-26 1978-12-20 Plessey Co Ltd Tdm telecommunications switching systems
US4022979A (en) * 1975-12-29 1977-05-10 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Automatic in-service digital trunk checking circuit and method
US4074072A (en) * 1976-05-24 1978-02-14 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Multiprocessor control of a partitioned switching network by control communication through the network
US4195206A (en) * 1977-01-26 1980-03-25 Trw, Inc. Path test apparatus and method
US4201889A (en) * 1978-03-17 1980-05-06 International Telephone And Telegraph Distributed control digital switching system
US4146749A (en) * 1977-09-16 1979-03-27 Wescom Switching, Inc. Telecommunications network having multi-function spare network block
CA1097782A (en) * 1978-06-05 1981-03-17 John J. Den Otter Modular time division switching system
US4280217A (en) * 1979-12-26 1981-07-21 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Time division switching system control arrangement
US4322843A (en) * 1979-12-26 1982-03-30 Bell Telephone Laboratories, Incorporated Control information communication arrangement for a time division switching system

Also Published As

Publication number Publication date
IT1193573B (it) 1988-07-08
AU6551180A (en) 1981-07-09
JPS56103591A (en) 1981-08-18
DE3048110C2 (de) 1985-10-31
IT8026930A0 (it) 1980-12-23
FR2472895A1 (fr) 1981-07-03
GB2066624A (en) 1981-07-08
SE8008850L (sv) 1981-06-27
AU541948B2 (en) 1985-01-31
KR850000658B1 (ko) 1985-05-07
BE886807A (fr) 1981-04-16
FR2472895B1 (fr) 1987-02-13
KR830004749A (ko) 1983-07-16
GB2066624B (en) 1984-02-15
JPH0318399B2 (nl) 1991-03-12
US4296492A (en) 1981-10-20
NL190465C (nl) 1994-03-01
DE3048110A1 (de) 1981-09-17
CA1153452A (en) 1983-09-06
NL190465B (nl) 1993-10-01
SE449546B (sv) 1987-05-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8007050A (nl) Besturingsinformatie-communicatie-inrichting voor een schakelstelsel, werkend op basis van tijdverdeling.
NL8007049A (nl) Continuiteitsverificatie-inrichting.
US4382294A (en) Telephone switching control arrangement
NL8007048A (nl) Besturingsinrichting voor een tijdverdelingsschakelstelsel.
CA1215453A (en) Control communication in a switching system having clustered remote switching modules
US4704716A (en) Method and apparatus for establishing a wideband communication facility through a communication network having narrow bandwidth channels
EP0148175B1 (en) Control information communication arrangement for a time division switching system
EP0125605B1 (en) Channel selection in a switching system having clustered remote switching modules
EP0190198B1 (en) Time division switching system control arrangement and method
CA1221155A (en) Duplicated time division switching system
US4484323A (en) Communication arrangements for distributed control systems
US4500985A (en) Communication path continuity verification arrangement
US4484324A (en) Control information communication arrangement for a time division switching system
US3496301A (en) Time division concentrator with reduced station scanning interval
US3925620A (en) Method of transfer of switching order information for transmission of PCM words
US4472798A (en) Telecommunication path substitution arrangement
US3818142A (en) Device for production of switching order information for transmission of pcm words
US3864525A (en) Time stage system for a pcm exchange

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
A85 Still pending on 85-01-01
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 20001224