NL8006809A

NL8006809A - Afgeefstelsel voor naderhand gemengde koolzuur-houdende dranken.

Info

Publication number: NL8006809A
Application number: NL8006809A
Authority: NL
Original assignee: Coca Cola Co
Priority date: 1979-10-12
Filing date: 1980-12-16
Publication date: 1982-07-16
Also published as: DE3046545C2; GB2141526B; GB8416231D0; FR2495596B1; BE887636A; SE439625B; GB2141526A; AU2903784A; GB8416232D0; AU562036B2; US4306667A; CA1145303A; GB2141633B; FR2495596A1; AU2903884A; GB2095645B; GB2095645A; DE3046545A1; GB2141633A; SE8008438L

Description

i 4 Λ %.

Afgeefstelsel voor naderhand gemengde koolzuurhoudende dranken.

De uitvinding heeft betrekking op een afgeefstelsel voor naderhand gemengde frisdranken, welk stelsel kan worden gebruikt in een huishoudelijke koelkast.

Reeds zijn pogingen ondernomen afgeefstelsels met nader-5 hand mengen te verschaffen voor gebruik in huishoudelijke koelkasten, welke stelsels gedrongen zijn en gemakkelijk kunnen worden aangebracht in bestaande koelkasten, en naderhand gemengde frisdranken van een goede kwaliteit kunnen afgeven. Als gevolg echter van verschillende ontwerpkenmerken van deze bekende stelsels, zijn de voorgaande doel-10 einden nimmer op bevredigende wijze bereikt. Voorbeelden van dergelijke stelsels kunnen worden gevonden in de Amerikaanse octrooischriften 2.785.546, 2.894.377, 2.823.833, 3.292.822, 3.756.473 en 3.942.685.

De Amerikaanse octrooischriften 2.785.546, 2.823.833, 3.756.473 en 3.942.685 openbaren afgeefeenheden voor naderhand gemende 15 dranken, welke eenheden zijn ontworpen voor gebruik in huishoudelijke koelkasten. Deze afgeefstelsels geven naar keuze ijswater af of een mengsel van stroopconcentraat en water. Er zijn geen voorzieningen getroffen in de stelsels volgens de twee eerst genoemde Amerikaanse octrooischriften voor het afgeven van koolzuurhoudend water of kool-20 zuurhoudende dranken. Bovendien wordt het water voor deze stelsels verschaft door een pijp, die zich doet uitstrekken door de wand van de koelkast, waardoor het naderhand aanbrengen van dit bekende stelsel nogal ingewikkeld is. Een in het oogspringend nadeel van deze stelsels is, dat het siroopconcentraat is opgenomen in een navulbare 25 houder inplaats van in een siroopverpakking voor eenmalig gebruik, hetgeen schoonmaakmoeilijkheden en ongezonde toestanden schept.

8006809

% J

2

Het in het Amerikaanse octrooischrift 2.894.377 beschreven afgeefstelsel heeft veelzijdiger afgeefmogelijkheden dan de hiervoor beschreven afgeefstelsels, omdat het koolzuurhoudend water en koolzuurhoudende naderhand gemengde dranken kan afgeven naast leiding-5 water en naderhand gemengde combinaties van leidingwater en siroop. Toch lijdt dit bekende stelsel echter nog aan bepaalde nadelen. Het behoeft bijvoorbeeld een uitwendige watertoevoer/ die naar binnen moet worden geleid door een pijp door de wanden van een koelkast, waardoor het naderhand aanbrengen van het stelsel ingewikkelder dan wenselijk 10 wordt gemaakt. Hoewel de siroopverpakkingen bij dit bekende stelsel verwijderbaar zijn, kunnen zij bovendien niet zo gemakkelijk als gewenst in het stelsel worden aangebracht, omdat een aantal verbindingen nodig is tussen de siroopverpakking en andere onderdelen van het stelsel. Verder verschaft de siroopverpakking bij dit bekende stelsel niet 15 de noodzakelijke geregelde stromingssnelheid, nodig voor het verkrijgen van een drank met een hoge kwaliteit en dezelfde eigenschappen als koolzuurhoudend water en siroop voor elke afgegeven drank.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.292.822 openbaart in de fig. 17 en 18 een afgeefstelsel voor naderhand gemengde koolzuurhou-20 dende dranken, welk stelsel is opgenomen in de deur van een huishoudelijke koelkast, en een met de hand navulbare waterhouder bevat voor de inrichting voor het behandelen met koolzuur, evenals siroopverpakkingen voor eenmalig verbruik. De werkwijze echter van het aanbrengen van de siroopverpakking in het stelsel is nogal omslachtig, waarbij 25 het klepstelsel begrensde mogelijkheden heeft en de siroop niet met een bevredigend regelbare stromingssnelheid wordt afgegeven.

Het gebruik van een buis voor het regelen van de stromingssnelheid in de siroophouder van een afgeefinrichting met naderhand mengen voor het verschaffen van een regelmatige stromingssnelheid van 30 siroop uit de houder in een opvangmiddel, is algemeen bekend. Een voorbeeld van een dergelijk stelsel is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 2.708.533. Hierin is de algemene gedachte geopenbaard van het verschaffen van een stromingsregelbuis 76 in de siroophouder van een stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde dranken, van-35 welk stelsel het open of ondereinde nauwkeurig is geplaatst op een 8006809 f * 3 voorafbepaalde hoogte boven de afvoeropening van de houder teneinde een in hoofdzaak gelijkblijvende stromingssnelheid te verschaffen van de siroop, die uit de houder wordt afgegeven. Dit octrooischrift openbaart in fig. 2 tevens, dat de siroophouder een blik voor eenmalig ge-5 bruik kan zijn, dat in een centraal verdeelbedrijf wordt gevuld en in een volledig afgesloten toestand wordt geleverd aan de plaats van het afgeefstelsel. Zoals afgebeeld in fig. 2 van dit octrooischrift, kan de onderkant van het blik worden verbroken door doorsteekelementen, die samenhangen met de afgeefklep, en is de bovenkant van het blik 10 voorzien van een uitstootorgaan 118, waarin een stop 74 en een stro- mingsregelbuis 76 vlak voor het begin van het afgeven worden geplaatst. De stromingsregelbuis 76 wordt in de houder geplaatst op een voorafbepaalde plaats, bepaald door een schaalverdeling 124 op de stromingsregelbuis, welke schaalverdeling een bedienaar aanwijzingen geeft met 15 betrekking tot de juiste plaats van de buis voor voorafgekozen verschillende stromingssnelheden voor siropen met verschillende Brix-waarden.

Hoewel dit bekende stelsel, nadat het is aangebracht, op een zeer bevredigende wijze werkzaam is voor het regelen van de stro-20 mingssnelheid, lijdt het toch aan bepaalde nadelen. De stromingsregelbuis bijvoorbeeld is een van de siroopverpakking volledig gescheiden onderdeel, dat vanaf het verdeelbedrijf naar het gebruikspunt wordt gezonden. De stromingsregelbuis 76 in het bekende stelsel vereist dus een bijzondere aanbrenging op het gebruikspunt, en een geschoolde 25 aanpassing van zijn stand in de siroophouder. Hoewel het mogelijk is, dat een bedienaar in een commercieel etablissement leert hoe hij op juiste wijze de stromingsregelbuis moet aanbrengen, heeft de gelegenheidsgebruiker van het stelsel, zoals in een huishoudelijk afgeefstelsel moeilijkheden bij het in de juiste stand aanbrengen van de stro-30 mingsregelbuis voor de verschillende Brix-waarden van af te geven siropen. Bovendien kan de bekende siroophouder worden nagevuld via het uitstootorgaan 118, hetgeen leidt tot moeilijkheden van onjuiste of onvoldoende hygiënische verzorging. Indien de temperatuur van de bekende siroophouder wordt verhoogd, stijgt de siroop ook nog naar 35 boven in de buis 76 en loopt het door de bovenkant daarvan over.

8006809 * » 4

Andere voorbeelden van het gebruik van stromingsregel- of ontluchtingsbuizen in siroopverpakkingen kunnen worden gevonden in de Amerikaanse octrooischriften 3.258.166 en 3.991.219. Elk dezer octrooi-schriften openbaart omgekeerde houders, voorzien van daarin gevormde 5 stromingsregelontluchtingsbuizen. De ontluchtingsbuizen in elk dezer octrooischriften zijn echter volledig open naar de atmosfeer, dat wil zeggen dat geen middelen zijn aangebracht voor het uitsluiten van het ' naar boven in de ontluchtingsbuizen stromen van vloeistof. Bij verhoogde temperaturen schept de kqpruimte met gas boven de vloeistof in de 10 houders dus een tegendruk, die de vloeistof naar boven drukt in de ontluchtingsbuizen en overlopen veroorzaakt.

Het Amerikaanse octrooischrift 3.807.607 openbaart een siroophouder 1, voorzien van een ontluchtingsbuis 11 daarin, en van een op gas aansprekende terugslagklep 12 in de bovenkant van de ontluch-15 tingsbuis 11. De terugslagklep 12 is aangebracht voor het beletten van het naar boven in de buis 11 stromen van siroop wanneer de houder 1 wordt nagevuld in tegenstelling tot het uitsluiten van het naar boven in de buis stromen in aanspreking op het tot een verhoogde temperatuur verwarmen van de houder 1. Door onderzoek is gebleken, dat de 20 plaats van de klep 12 aan de bovenkant van de buis 11 onbevredigend is indien de vloeistofstroming naar boven in de buis 11 wordt «veroorzaakt door een verhoogde houdertemperatuur. In een dergelijk geval kan de vloeistof nagenoeg volledig tot aan de klep 12 aan de bovenkant van de ontluchtingsbuis 11 stromen voordat de klep 12 sluit. Dit heeft 25 het ophopen tot gevolg van siroop op binnenwanden van de buis 11, waardoor verstopping en/of verontreiniging wordt veroorzaakt. Zoals reeds gezegd, is bovendien de bekende klep 12 niet aangebracht voor het uitsluiten van het naar boven in de buis 11 stromen in aanspreking op een verhoogde houdertemperatuur. Samengevat is deze bekende inrich-30 ting voor het afgeven van siroop niet ontworpen voor gebruik in een huishoudelijke koelkast, waarbij het openen en sluiten van de koelkastdeur verhoogde siroopverpakkingstemperaturen kan veroorzaken, die een neiging tot gevolg kunnen hebben van de siroop tot het naar boven in de ontluchtingsbuis stromen in aanspreking op deze verhoogde tem-35 peraturen.

8006809 » t 5

Terugslagkleppen zijn ook reeds gebruikt in ontluchtings-buizen van houders voor het afgeven van andere produkten dan siroop. Deze terugslagkleppen worden echter gebruikt voor het uitsluiten van het overlopen van vloeistof wanneer de houder wordt omgekeerd naar 5 een opstaande, niet afgevende stand. De ontwerpers van deze bekende inrichtingen waren geïnteresseerd noch waren zij op de hoogte van het vraagstuk van vloeistofoverloop als gevolg van een verhoogde houder-temperatuur en het daaruit voortvloeiende naar boven stromen van de vloeistof in de ontluchtingsbuis. Voorbeelden van dergelijke bekende 10 houders kunnen worden gevonden in de Amerikaanse octrooischriften 600.327, 2.283.652, 2.336.313 en 2.822.962.

Dienovereenkomstig is het een hoofddoel van de uitvinding een afgeefstelsel voor nadergand gemende dranken te verschaffen, welk stelsel bevredigend werkzaam is bij opneming in een huishoudelijke 15 koelkast.

Het is een verder doel van de uitvinding een afgeefstelsel voor naderhand gemengde dranken te verschaffen, welk stelsel gemakkelijk naderhand door de gemiddelde huiseigenaar kan worden aangebracht in een aanwezige huishoudelijke koelkast.

20 Het is een ander doel van de uitvinding een afgeefstelsel voor naderhand gemengde dranken te verschaffen, welk stelsel kan worden gebruikt in huishoudelijke koelkasten zonder dat het nodig is dat waterpijpen zich door de koelkast uitstrekken.

Het is nog een ander doel van de uitvinding een gedrongen 25 afgeefklepstelsel te verschaffen, uitgerust met een veelheid aan drankafgeefkeuzen.

Het is een verder doel van de uitvinding een verpakking voor eenmalig gebruik te verschaffen voor het afgeven van naderhand gemengde siroop met een geregelde stromingssnelheid, welke verpakking 30 volledig is samengesteld op het moment van verzending en geen aanpassing behoeft aan de kant van de gebruiker op het gebruikspunt.

Het is een verder doel van de uitvinding een verpakking voor eenmalig gebruik te verschaffen voor het afgeven van vloeistoffen met een geregelde stromingssnelheid, welke verpakking niet gemak-35 kelijk kan worden gevuld voor het opnieuw gebruiken daarvan.

8006809 6

Het is nog een verder doel van de uitvinding een siroop-afgeefverpakking te verschaffen, die middelen bevat voor het uitsluiten van overlopen in aanspreking op een verhoging van de verpakkings-temperatuur boven voorafbepaalde hoogten, veroorzaakt door het cpenen 5 en sluiten van de deur van de koelkast, die de verpakking bevat.

Het is een ander doel van de uitvinding een licht wegende verpakking voor eenmalig gebruik te verschaffen voor het afgeven van vloeistoffen, welk verpakking middelen bevat voor het voorkomen van beschadiging van de verpakking gedurende de verzending.

10 Het is nog een ander doel van de uitvinding een verpakking voor eenmalig gebruik te verschaffen voor het afgeven van vloeistoffen met een geregelde stromingssnelheid, welke verpakking licht weegt en goedkoop kan worden vervaardigd.

De doeleinden van de uitvinding worden vervuld door het 15 verschaffen van een afgeefstelsel voor naderhand gemengde, koolzuurhoudende dranken, welk stelsel een inrichting voor het behandelen met koolzuur bevat, welke inrichting is voorzien van een navulbare water-houder, van een met de inrichting gekoppeld stelsel voor het leveren van CO^, van een klepstelsel, dat de keuze vergemakkelijkt van een 20 aantal dranken of een combinatie daarvan, en van een verpakking voor eenmalig gebruik voor het opnemen en afgeven van de siroop van de naderhand gemengde drank met een geregelde stromingssnelheid. Het stelsel is zodanig ontworpen, da- elk der samenstellende onderdelen, waaruit het stelsel bestaat, geheel in een gebruikelijke huishoudelijke 25 koelkast kan worden opgenomen.

Het stelsel voor het behandelen met koolzuur bevat een roestvrijstalen houder, en een voorraadhouder voor het opslaan van een voorraad water, die moet worden behandeld met koolzuur. Water uit de voorraadhouder wordt door een buis of leiding gevoerd door een kleine 30 motor en pomp vanuit de voorraadhouder naar de houder voor het met koolzuur behandelen. De houder voor het met koolzuur behandelen heeft in een voorkeursuitvoeringsvorm voldoende vermogen voor het opslaan 3 van voldoende koolzuurhoudend water voor twee dranken van 178 cm , klaar om op verzoek te worden afgegeven. Vervanging van de koolzuur-35 houdende watervoorraad in de houder voor het met koolzuur behandelen 8006809 \ • * 7 begint onmiddellijk wanneer een drank wordt afgetapt uit de afgeefklep- pen via de pomp en leiding, die de voorraadhouder verbinden met de houder voor het met koolzuur behandelen. Omdat de vervanging van kool- 3 zuurhoudend water onmiddellijk begint, kan 533 cm van het produkt 5 onafgebroken worden afgetapt uit een afgeefklep voordat de koolzuurhoudende watervoorraad is uitgeput. Een soortgelijke hoeveelheid kan weer uit de afgeefklep worden afgetapt na het gedurende 1 minuut wachten voor aanvulling van de koolzuurhoudende watervoorraad. Het stelsel voor het met koolzuur behandelen bevat verder waterpeilrege-lingen in de houder voor het met koolzuur behandelen, welke regelingen de motor en pomp in- en uitschakelen wanneer water uit de afgeefkleppen wordt verwijderd. Een aanvullende veiligheidsmaatregel van het stelsel voor het met koolzuur behandelen is, dat de pomp onwerkzaam wordt in het geval, dat de watervoorraad in de voorraadhouder te laag is. Dit 15 komt, omdat de pomp niet zelfvullend is wanneer druk aanwezig is in de houder voor het met koolzuur behandelen. Bij het aanzetten moet de inrichting voor het met koolzuur behandelen water in de houder voor het met koolzuur behandelen pompen voordat CO^ wordt ingevoerd, hetgeen wenselijk is voor het uit de houder voor het met koolzuur behandelen 20 spoelen van lucht.

Een ander belangrijk kenmerk van het onderhavige stelsel voor het met koolzuur behandelen is, dat de houder voor het met koolzuur behandelen zodanig is gemonteerd, dat deze in het water van de voorraadhouder is gedompeld. De houder voor het met koolzuur behande-25 len en zijn inhoud worden derhalve gekoeld voor het verschaffen van de koudst mogelijke drank, wateraanvulling in de voorraadhouder wordt met de hand tot stand gebracht door het vullen van een waterkan uit de keukenkraan, het verwijderen van een deksel vanaf de bovenkant van een voorraadhouder en het met de hand navullen van de voorraadhouder.

20 pit is een bijzonder belangrijk kenmerk, doordat geen waterpijpen, die zich uitstrekken door de wanden van de koelkast, nodig zijn, waardoor het naderhand aanbrengen van het af geef stelsel betrekkelijk eenvoudig is. Indien gewenst echter kan de watertoevoer naar de voorraadhouder naar binnen worden geleid via pijpen door de wanden van de koelkast 25 en via een passende regelklep.

8006809 8

Kooldioxide wordt aan de houder voor het met koolzuur behandelen geleverd vanuit een gebruikelijke CC^-cilinder via een druk-regelaar en een terugslagklep in de vorm van een eendensnavel naar een hulpstuk in het bovendeksel van een houder voor het met koolzuur be-5 handelen. Het koolzuur gaat dan door een buis naar de onderkant van de houder, waar het wordt afgegeven in het water door een diffusieorgaan van een algemeen bekende soort.

Het onderhavige klepstelsel bevat in een voorkeursuitvoeringsvorm althans drie afgeefmondstukken en drie bijbehorende opneem-10 delen op de bovenkant van het klepstelsel met een membraandoorsteek-orgaan in elk opneemdeel, dat de hals opneemt van de siroophouder voor eenmalig gebruik in een eenvoudige eenstaps insteekhandeling. Het klepstelsel voor elke siroophouder bevat een paar kleppen van elastomeer-afsluitdelen in vloeistofverbinding met de siroopverpakkingen voor 15 eenmalig gebruik en koolzuurhoudende watervoorraden, en een mengkamer, die een diffusieplaat bevat voor het uitspreiden van koolzuurhoudend water over het inwendige van een verwijderbaar afgeefmondstuk. De si-ropp uit de verpakkingen voor eenmalig gebruik wordt door een buis gevoerd, die door een gat in de diffusieplaat steekt naar het gebied 20 onder de plaat in het mondstuk. De siroopbuis in het klepstelsel heeft een vervangbare vemauwingsknop aan zijn onderste einde, welke knop samen met de geregelde hydraulische druk in de siroopverpakking daarboven verschaft door de stromingssnelheidregelbuis, de stromingssnelheid regelt van de siroop. De vervangbare vemauwingsknop is bemeten 25 voor het verschaffen van een gelijkblijvende siroopstroming. Een van drie knoppen bijvoorbeeld, elk met een bepaalde doorstroomopening, kan zijn verschaft voor het regelen van de stroming van siropen met een hoge Brix-waarde, siropen met een lage Brix-waarde en dieetsiro-pen. Het klepstelsel kan worden bediend voor het verkrijgen van alleen 30 koolzuurhoudend water of een gekozen smaak van naderhand gemengde koolzuurhoudende drank. Een aanvullende afgeefklep kan zijn aangebracht voor het afgeven van niet met koolzuur behandeld ijswater.

De siroopverpakking voor eenmalig gebruik omvat een fles van kunststof voor eenmalig gebruik, welke fles is voorzien van betrek-35 kelijk dunne zijwanden, die als een in hoofdzaak eendelig onderdeel 8006809 9 daarvan een buis bevatten door één einde van de houder, welke buis nauwkeurig in de houder is geplaatst voor het tot stand brengen van een geregelde stromingssnelheid van de siroop gedurende het afgeven.De buis strekt zich in eerste instantie met één einde uit door de bodem 5 of het gesloten einde van de fles van kunststof, en heeft een tegenoverliggend einde, dat open is en op een voorafbepaalde afstand is geplaatst vanaf het afvoereinde van de fles teneinde een doeltreffende hydrostatische druk te ontwikkelen op het punt van de voorafbepaalde afstand. Het gesloten einde van de buis is verdiept in het einde van 10 de fles, door welk einde de buis zich uitstrekt teneinde dit. einde te beschermen tegen breken gedurende het verzenden.

Tijdens bedrijf wordt met een gebruikelijke afgeefinrichting voor naderhand gemengde siropen, de fles of verpakking van kunststof omgekeerd en in de opneemdelen geplaatst van het klepstelsel 15 tegen een scherp doorsteekorgaan. Het doorsteekorgaan verbreekt een membraan, dat zich uitstrekt over het open einde van de fles voor het vormen van een afgeefuitlaat. Het gesloten einde van de stromingsregel-buis wordt dan verbroken of geopend teneinde de stroming van lucht in de buis mogelijk te maken. Een drukevenwicht wordt dan geschapen in de 20 fles wanneer de vloeistof wordt verwijderd en vervangen door lucht, waarbij de buis vanaf dit punt in de fles werkzaam is voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop op een in hoofdzaak gelijkblijvende snelheid wanneer de inhoud van de fles wordt afgegeven.

In een voorkeursuitvoeringsvorm is de stromingsregelbuis 25 voorzien van een terugslagklep nabij het open einde daarvan voor het uitsluiten van het naar boven stijgen in de buis van de siroop wanneer een voorafbepaalde temperatuurshoogte van de verpakking wordt overschreden, veroorzaakt door het openen en sluiten van de koelkastdeur.

Voor een temperatuur beneden deze hoogte belemmert de terugslagklap de 30 stroming van lucht naar beneden in de buis niet.

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin: fig. 1 een ruimtelijk aanzich is, gedeeltelijk in doorsnede, van de onderhavige verpakking voor eenmalig gebruik vlak voor 35 het in de klepzitting van een drankafgeefstelsel plaatsen daarvan, 8006809 10 fig. 2 een doorsnede is van het afsluitdeel voor het open einde van de verpakking voor eenmalig gebruik, fig. 3 een doorsnede is van de verpakking voor eenmalig gebruik, waarbij een eerste uitvoeringsvorm is weergegeven van een 5 middel voor het voorkomen van beschadiging aan het einde van de stro-mingsregelbuis gedurende het verzenden van de verpakking, fig. 4 een doorsnede is van de verpakking voor eenmalig gébruik, waarbij een andere gedaante van het einde van de verpakking is afgeheeld voor het voorkomen van beschadiging aan het einde van de 10 stromingsregelbuis, fig. 5 een doorsnede is van een gedeelte van een andere uitvoeringsvorm van de stromingsregelbuis, fig. 6 een doorsnede is van een gedeelte van nog een andere uitvoeringsvorm van de stromingsregelbuis, 15 fig. 7 een onderaanzicht is van de stromingsregelbuis volgens fig. 6, fig. 8 een ruimtelijk aanzicht is van het uitwendige van het stelsel voor het handelen met koolzuur, fig. 9 een ruimtelijk aanzicht is van het koolzuurhoudende 20 watertoevoer- en voorraadstelsel, fig. 10 een ruimtelijk aanzicht is van de pomp voor het met koolzuur behandelen en van het krachtstation, fig. 11 een ruimtelijk aanzicht is van de CC^-cilinder en de regelaar, toegepast in samenhang met het stelsel volgens de fig.

25 8-10, fig. 12 een ruimtelijk aanzicht is van één eenheid van het klepstelsel, fig. 13A een ruimtelijk aanzicht is met uiteengenomen delen van het afgeefklepmengmondstuk van de eenheid volgens fig. 12, 30 fig. 13B een vooraanzicht is van de klepeenheid volgens fig. 12, fig. 13C een doorsnede is volgens de lijn XIIIC-XIIIC in fig. 13B, fig. 14 een ruimtelijk aanzicht is van het afgeefstelsel 35 met naderhand mengen, gemonteerd in een huishoudelijke koelkast, en 8006809 11 fig. 15 een zijaanzicht is van een stromingsbeperkingsknop voor gebruik in de klepeenheid volgens fig. 12.

Kort verwijzende naar fig. 14 is het onderhavige afgeef-stelsel met naderhand mengen afgebeeld, zoals gemonteerd in een gebrui-kelijke huishoudelijke koelkast R. Een stelsel CS voor het behandelen met koolzuur en een CO^-houder rusten op een van de koeIkastplaten.

Het klepstelsel VS, de siroopverpakkingen SP en een druppelschaal DP zijn gemonteerd aan de binnenzijde van de deur RD. Indien gewenst kan het klepstelsel vanaf de buitenzijde van de deur RD toegankelijk zijn indien het in de fabriek in de koelkast wordt gebouwd.

10

Het klepstelsel VS heeft een aantal mondstukken Nl, N2, N3, welke mondstukken gekozen frisdranken afgeven in aanspreking op * de bediening van de knoppen Bl, B2 en B3. Obk is een knop BC aange bracht, bij bediening waarvan alleen koolzuurhoudend water kan worden afgegeven door het mondstuk N2. Een afzonderlijke mondstuk N4 en een 15 afzonderlijke knop BW zijn aangebracht voor het afgeven van niet met koolzuur.-behandeld ijswater.

De siroopverpakking SP volgens fig. 14 bevat drie verpakkingen voor eenmalig gebruik van de in de fig. 1-7 afgeheelde soort.

Gedetailleerd verwijzende naar fig. 1, is een verpakking 10 voor eenmalig gebruik afgebeeld, welke verpakking is getoond in een stand vlak voorafgaande aan het plaatsen daarvan in een afgeef-middel D, zoals een gebruikelijke afgeefinrichting met naderhand mengen.

_ De verpakking 10 voor eenmalig gebruik bevat een fles of 25 houder 12 van kunststof, voorzien van dunne zijwanden, van een gesloten einde 14 en van een open einde 16, dat een afvoeropening van de verpakking voor eenmalig gebruik bepaalt. Het open einde 16 is voorzien van een afsluitdeel 20, dat, zoals afgebeeld in fig. 2, een buitenste afsluitdeel 20A bevat, dat over het einde 16 van de houder 12 30 snapt, en een verbreekbaar membraan, zoals een metalen foelie, die is vastgezet over de binnenzijde of het einde van de afvoeropening, bepaald door het houdereinde 16. Een stromingsregelbuis 18 is blijvend vastgezet in een voorafbepaalde stand in de houder 12, en heeft een 22 open einde 18A, dat op een voorafbepaalde afstand is geplaatst boven 8006809 12 de af voeropening, bepaald door het open einde 16 van de houder, en een gesloten, maar afgesloten of breekbare einde 18B, dat zich uitstrekt door het eindgedeelte 14 van de houder 12. Het gesloten eindgedeelte 18B van de buis 18 is in de verdieping of uitsparing 22a geplaatst, 5 bepaald door een ringvormig manteldeel 22 van kunststof of een ander passend materiaal, welk deel is vastgezet aan het einde van de houder 12, waarbij de uitsparing kan zijn gevormd als deel van de houder 12.

De gehele verpakking, in zijn algemeenheid aangeduid met het verwij-zingscijfer 10 in fig. 1, wordt als een in hoofdzaak eendelige eenheid 10 vervaardigd en als eenheid verzonden naar een gebruikspunt, zoals hierna gedetailleerder wordt beschreven. De buis 18 is blijvend vastgezet in een vaste stand in de eindwand 14, door een passend kleefmiddel, afsluitmiddel of ander bindingsmiddel. Ook kan de buis 18 uit één stuk zijn gevormd met de eindwand 14. Nog een· andere mogelijkheid bestaat 15 uit het vormen van de houder 12 van een materiaal, dat krimpt na het vormen, het vormen van een gat in de bodem, het naar een gewenste stand inbrengen van de buis 18 en het laten krimpen van de houder 12 rond de buis 18 voor het op zijn plaats vastzetten daarvan.

Het onderhavige afgeefmechanisme is in zijn algemeenheid 20 aangeduid met de verwijzing D in fig. 1, en is van de soort, die in het algemeen wordt gebruikt voor het afgeven van naderhand gemengde frisdranken. Deze afgeefinrichting kan bijvoorbeeld een opneemdeel omvatten op het bovenoppervlak daarvan, welk opneemdeel een opstaande ringvormige zijwand Dl bevat en een 0-ringafsluiting D2. Naar boven 25 zich uitstrekkende in het opneemdeel en zich in hoofdzaak in het midden daarvan bevindende, is een doorsteekorgaan D3 aanwezig. Het doorsteek-orgaan D3 is ontworpen voor het doorsteken van het verbreekbare membraan 22B, afgesloten over het open einde van de houder 12, wanneer deze naar beneden wordt bewogen of geplaatst in het opneemdeel van de 30 afgeefinrichting D. Een afgeefinrichtinghefboom D4 of een ander klep-bedieningsmiddel is aangebracht,zoals algemeen bekend voor samenwerking met een beker, waarin de naderhand gemengde drank moet worden afgegeven. Een mengmondstuk C is aangebracht voor het geval, dat de vloeistof in de verpakking moet worden gemengd met een andere vloeistof, zoals kool-35 zuurhoudend water.

8006809

V

13

Een voorkeursuitvoeringsvorm van de afgeefinrichting en het klepstelsel wordt hierna beschreven aan de hand van de fig. 12 en 13, waarbij de afbeelding in fig. 1 slechts een voorbeeld is.

Gedetailleerd verwijzende naar fig. 3, is in doorsnede de 5 ringvormige mantel 22 afgeheeld van de verpakking volgens fig. 1, welke mantel op passende wijze is vastgezet aan het gesloten einde 14 van de houder 12 of als onderdeel van de houder is gevormd. De ringvormige mantel 22 bepaalt een uitsparing 22A, waarin het gesloten einde 18B van de buis 18 is opgenomen. Omdat het einde 18B van de buis 18 10 breekbaar of afgesloten is, is het nodig de mantel 22 aan te brengen teneinde het verbreken of beschadigen van het einde 18B of een andere afsluiting te voorkomen gedurende het verzenden en opslaan van de verpakking 10 voor eenmalig gebruik. De uitsparing is eveneens nodig, zodat de houders rechtop staan gedurende het verzenden, opslaan of 15 uitstallen.

Een andere gedaante voor het beschermingsmiddel volgens fig. 3 voor het buiseinde is afgebeeld in fig. 4 en bevat naast de ringvormige mantel 22 een verdiept gedeelte 14a in het gesloten einde 14 van de houder 12, in welk verdiept gedeelte het buiseinde 18B is 20 verzonken. Bij de twee uitvoeringsvormen volgens de fig. 3 en 4 is te zien, dat indien de verpakking 10 voor eenmalig gebruik gedurende verzending valt, deze waarschijnlijk op de ringvormige mantel 22 terecht komt, en het verbreken van het buiseinde 18B wordt voorkomen.

Gebleken is, dat de geopende houder 12 na het stabiliseren 25 op een gekoelde temperatuur en bij het vervolgens verwarmen daarvan door het openen en sluiten van de koelkastdeur, een verhoogde druk ontwikkeld in de ingesloten kopruimte als gevolg van het uitzetten van de kopruimtelucht. De verhoogde kopruimtedruk drijft siroop terug naar boven in de buis 18 met als gevolg het overlopen door het open einde 30 18B aan de bovenkant van de buis.

Teneinde dit gevolg tegen te gaan, is een passende terugslagklep aangebracht in de houder, bij voorkeur bij het einde of in de stromingssnelheidsregelbuis 18, zoals afgebeeld in fig. 15. Een dergelijke terugslagklep kan bestaan uit een veerkrachtige zitting BS, 35 waartegen een kogel FB werkzaam is, welke kogel op passende wijze bij 8006809 14 C in een kooi zit teneinde verlies te voorkomen en drijft op de siroop7 die zich in de buis 18 bevindt. Het drijven verschaft een voordruk voor het in eerste instantie tot stand brengen van het rusten van de kogel FB op de veerkrachtige zitting RS wanneer de siroop naar boven wordt 5 gedreven in de buis door de verhoogde kopruimtedruk, die het gevolg is van het verwarmen van de houder en zijn inhoud voor het openen en sluiten van de koelkastdeur. De voordruk neemt toe voor het tot stand brengen van een siroopdichte afsluiting tegen de zitting RS wanneer de kopruimtedruk groter wordt als gevolg van een verder verwarmen, 10 waardoor het stijgen van de siroop in de buis 18 en het daaruit voortvloeiende overlopen, worden stilgezet.

Indien gewenst kunnen de kooi C en de klepzitting RS uit één stuk zijn gevormd met de buis 18. De zitting RS en de kooi C kunnen bijvoorbeeld convexe uitsteeksels omvatten op de binnenwanden van de 15 buis 18, gevormd door golfvormen in de buiswand, zoals weergegeven in de fig. 6 en 7. Dit vereenvoudigt in aanzienlijke mate de vervaardiging van de terugslagklep.

De in de aanhef genoemde bekende stelsels hebben geen voorzieningen voor het voorkomen van overlopen als gevolg van het uit-20 zetten van kopruimtelucht.

Hoewel de beschreven terugslagklep een klep is, die voor dit doel geschikt is, liggen andere middelen voor deskundigen voor de hand, zoals kleppen in de vorm van een tong of een eendensnavel. De terugslagklep mag in geen geval de neerwaartse stroming van de lucht door 25 de buis 18 in belangrijke mate belemmeren, welke neerwaartse stroming een in evenwicht zijnde hydrostatische druk produceert op de gewenste plaats in de houder. Derhalve moeten andere terugslagkleppen, die afhankelijk zijn van mechanische middelen voor de voordruk in de sluit-richting, zodanig zijn gemaakt, dat de voordruk zeer klein is.

30 Omdat de terugslagklep alleen wordt gebruikt gedurende de levensduur van de houder voor eenmalig gebruik, en samen met de houder wordt weggeworpen, is het niet nodig de terugslagklep hygiënisch schoon te maken tussen gebruiksperioden of tussen houderverwisselingen. Verstandig kiezen van materialen en van het afmetingsverband tussen de 35 kogel en de veerkrachtige zitting verzekert, dat de kogel is bedekt met 8006809 15 siroop wanneer hij naar de opsloten stand beweegt, voortgedrukt door de siroop, waardoor dus het vastplakken van de klep tijdens gebruik als gevolg van het opdrogen van de siroop wordt vermeden.

Tijdens gebruik wordt de verpakking 10 voor eenmalig ge-5 bruik, zoals afgebeeld in fig. 1, omgekeerd in de weergegeven stand met het open einde 16 naar beneden gericht, en in het opneemdeel geplaatst in de afgeef inrichting D of het klepstelsel VS volgens de fig. 12 en 13, welk stelsel hierna wordt beschreven, waardoor het membraan 20B wordt doorstoken door het doorsteekorgaan D3. Eenmaal in 10 deze stand, wordt het breekbare of afgesloten eindgedeelte 18B van de buis 18 gebroken of geopend teneinde het daardoorheen in de houder 12 binnengaan van lucht mogelijk te maken. Wanneer lucht door de buis 18 in de houder 12 stroomt wanneer de vloeistof wordt verwijderd, wordt een drukevenwicht geschapen in de houder, waarbij de lucht vanaf dit 15 punt werkzaam is voor het regelen van de stroming van de siroop of een andere vloeistof met een gelijkblijvende snelheid uit de houder door het afgeefmechanisme D volgens fig. 1 of het klepstelsel VS volgens de fig. 12 en 13 en in het opvangmiddel of de beker C. Een gelijkblijvende stromingssnelheid wordt bereikt omdat de buis 18 met daarin 20 opgenomen lucht een doeltreffende hydrostatische druk tot stand brengt op het punt 18A in de houder 12, en de stromingssnelheid van siroop uit de houder dus in hoofdzaak gelijkblijvend is.

De siroopverpakking voor eenmalig gebruik kan worden vervaardigd met de buis 18 op verschillende bijbehorende plaatsen in 25 afhankelijkheid van de Brix-waarde van de daarin op te nemen siroop.

Indien met andere woorden een voorafbepaalde gelijkblijvende stromingssnelheid is gewenst, is het voor het bepalen van de ! juiste plaatsing van het open einde 18A van de buis 18 nodig de Brix-waarde van de af te geven siroop in beschouwing te nemen. De uit-30 vinding verschaft echter het voordeel, dat het plaatsen van de buis 18 alleen wordt gedaan door geschoold personeel in de fabriek en niet door een ongeschoolde bedienaar op het gebruikspunt.

De verpakking 10 voor eenmalig gebruik kan worden vervaardigd van willekeurige passende materialen. De fles 10 kan bijvoor-35 beeld worden vervaardigd van dunne kunststof of glas, hoewel kunststof 8006809 16 de voorkeur verdient. De stromingssnelheidregelbuis 18 kan eveneens worden vervaardigd van kunststof of glas. Het ringvormige mantelge-deelte 22 kan worden vervaardigd van kunststof of rubber met een grote slagsterkte voor zwaar gebruik, of zijn gevormd als deel van de houder 5 zelf. Het verbreekbare membraan 20B, aangebracht in het open einde 16 van de houder 12, kan een metalen foelie zijn, een foelie van kunststof of een ander passend materiaal, dat het einde van de houder afsluit zonder zijn inhoud te verontreinigen. Indien het membraan bestaat uit kunststof,kan het met warmte worden afgesloten op het einde 10 van de houder 12.

In de voorkeursuitvoeringsvormen vormt het gesloten einde 14 van de houder één geheel met de overige gedeelten, en is het gesloten einde van de buis 18B breekbaar. Andere wijzigingen kunnen echter worden aangebracht. De gehele eindwand 14 kan bijvoorbeeld bestaan 15 uit een verwijderbare dop, die van de houder kan worden gescheiden.

Het stelsel voor het met koolzuur behandelen in de afgeef-inrichting met naderhand mengen is gedetailleerd afgebeeld in de fig. 8-10 en als onderdeel voor het totale stelsel in fig. 14.

Fig. 8 is een ruimtelijk aanzicht van het uitwendige van 20 het huis van het stelsel voor het met koolzuur behandelen, en bevat een watervoorraadhoudergedeelte WR en een houdergedeelte CT voor het met koolzuur behandelen. Het watervoorraadhoudergedeelte is voorzien van een verwijderbaar waterdeksel RL, zodat de watervoorraadhouder WR met de hand kan worden nagevuld, zoals door een kan, gevuld met leiding-25 water, en zodat blokjes of gebroken ijs daarin kan worden gebracht.

Het houdergedeelte voor het met koolzuur behandelen bevat een verwijderbaar deksel CT, dat toegang verschaft tot de houder CT voor het met koolzuur behandelen enhet krachtgedeelte volgens fig. 10, dat hierna wordt beschreven. Electrische kracht wordt geleverd aan het stelsel 30 voor het met koolzuur behandelen via een electrisch krachtkoord PC, hetgeen de enige verbinding is met inrichtingen buiten de koelkast, nodig voor het onderhavige stelsel. Het krachtkoord kan echter door een gat worden gevoerd in de gebruikelijke pakking van de koelkastdeur, waardoor het naderhand aanbrengen van het stelsel zeer eenvoudig wordt 35 gemaakt. De buizen CW en G, die zich uitstrekken door de onderkant 8006809 17 van het huis van het stelsel voor het met koolzuur behandelen, afge-beeld in fig. 8, zijn de koolzuurhoudende wateruitlaat en de CO^-in-laat van het stelsel.

Gedetailleerd verwijzende naar fig. 9, is de wijze afge-5 beeld waarop de watervoorraadhouder WR en de houder CT voor het met koolzuur behandelen in het huis passen van het stelsel voor het met koolzuur behandelen volgens fig. 8. Zoals afgebeeld is de houder CT voor het met koolzuur behandelen gedompeld in het water van de watervoorraadhouder WR. Dit helpt het in de houder CT voor het met kool-10 zuur behandelen gevormde koolzuurhoudende water koelen, omdat het water in de voorraadhouder WR wordt gekoeld door de koelkast. Bovendien kunnen blokjes en gebroken ijs in de voorraadhouder WR worden gebracht. Derhalve verschaft het stelsel voor het met koolzuur behandelen een maximaal koelen van het koolzuurhoudende water, geleverd 15 aan het klepstelsel VS in de deur van de koelkast. Veel van de waterleidingen en koolzuurhoudende waterbuisverbindingen zijn duidelijkheidshalve in fig. 9 niet afgebeeld. De taster LLP voor het onderste waterpeil in de voorraadhouder WR, en de taster TP voor het vloeistof-peil in de houder voor het met koolzuur behandelen zijn echter afge-20 beeld. De details van de werking van deze tasters LLP en TP worden hierna verder beschreven.

Zoals afgebeeld in fig. 9, is kort gezegd de onderkant van de taster LLP bij een voorafbepaald laag waterpeil geplaatst boven de bodem van de watervoorraadhouder WR,· De taster LEP omvat een 25 electrisch geleidend deel of electrode, die een electrische keten sluit door het water in de voorraadhouder WR naar aarde via een verbinding, die de wanden van de houder CT aard zolang het water in de houder WR zich althans op het peil van de onderkant van de taster LLP bevindt. Wanneer hetwater in de houder WR daalt tot beneden de hoogte 30 van het ondereinde van de taster LLP wordt een electrisch signaal opgewekt, dat aangeeft, dat het water in de voorraadhouder WR is gedaald tot beneden een aanvaardbaar peil. Een controlelamp kan zijn aangebracht om aan te geven dat de watervoorraadhouder moet worden bijgevuld wanneer het water dit onaanvaardbare peil bereikt. Wanneer 35 dit plaatsvindt, kan geen kracht worden geleverd aan de motor-pompin- 8006809 18 richting volgens fig. 10, die hierna wordt beschreven, waardoor dus de werking van de inrichting voor het met koolzuur behandelen wordt stilgezet totdat de voorraad water in de voorraadhouder WR is aangevuld. De taster TP in de houder CT is eveneens electrisch geleidend, 5 waarbij zijn ondereinde op een voorafbepaalde hoogte boven de bodem van de houder CT is geplaatst. Evenals in het geval van de taster LLP is dus wanneer het vloeistofpeil daalt tot beneden de hoogte van het ondereinde van de taster TP, een open keten het gevolg tussen de taster en een geaarde verbinding van de houder CT, waardoor de hierna te 10 beschrijven pomp wordt ingeschakeld. Wanneer het water weer de bodem bereikt van de taster TP wordt een signaal opgewekt, dat de pomp uitschakelt.

Fig. 9 toont tevens andere in verband met fig. 10 te beschrijven elementen, zoals de voorziening van een krachtschakelaar PS 15 aan het voorste einde van het huis voor het stelsel voor het met koolzuur behandelen, zodat het stelsel met de hand kan worden in- en uitgeschakeld, indien gewenst.

Gedetailleerd verwijzende naar fig. 10 is een eindaanzicht afgeheeld van het einde van het huis volgens fig. 8, waarbij het dek-20 sel CTC van de houder voor het met koolzuur behandelen, is verwijderd. Zoals afgebeeld is de houder CT voor het met koolzuur behandelerf voorzien van een verdeelkop of -deksel CL, via welke verschillende verbindingen naar het CC>2-gas, de koolzuurhoudende wateruitlaat en de watertoevoer voor de houder voor het met koolzuur behandelen, zijn verbon-25 den. Zie bijvoorbeeld de buizen WC, G en WO voor het overbrengen van koolzuurhoudend water, C02~gas en water uit de voorraadhouder WR.

Een terugslagklep DCV in de vorm van een eendensnavel is aangebracht in de buis G voor het regelen van de stroming van C02~gas naar de houder CT voor het met koolzuur behandelen. Een stromingsregelklep FCV 30 is aangebracht in de koolzuurhoudende wateruitlaatleiding WC bij het hulpstuk tussen de leiding WC en de bovenkant CL van de houder voor het met koolzuur behandelen. De klep FCV kan stromingsbeperkende knoppen omvatten met boringen met gekozen afmetingen voor verschillende stromingssnelheden. Een andere terugslagklep WCV in de vorm van een 35 eendensnavel is aangebracht in de waterleiding WO tussen een motor- en

8 00 6 8 0 S

19 pompstelsel M-P, dat hierna wordt beschreven. Een aflaadklep RV is aangebracht in de bovenkant van de houder CL voor het met koolzuur behandelen teneinde de druk in de houder voor het met koolzuur behandelen te begrenzen tot een voorafbepaalde maximale veilige hoogte.

5 Een taster LLP voor het laag water peil is aangebracht in de water-voorraadhouder WR, zoals hiervoor beschreven, en een taster TP voor het waterpeil in de houder voor het met koolzuur behandelen is aangebracht in de houder CT voor het met koolzuur behandelen. Beide vloeistofpeiltasters zijn door passende draden electrisch verbonden 10 met een peilregelmoduul SLC in vaste toestand. Het motor- en pompstelsel M-P heeft een waterleiding WI in verbinding met de watervoorraad-houder WR voor het naar behoefte in de houder CT voor het met koolzuur behandelen pompen van water uit de houder WR, zoals bepaald door de waterpeiltasters LLP en TP. De taster TP van de houder voor het met 15 koolzuur behandelen is van een soortgelijke aard als de waterpeiltas-ter LLP in de voorraadhouder WR. Het ondereindevan de taster TP is op een voorafbepaalde hoogte geplaatst boven de bodem van de houder CT voor het met koolzuur behandelen (zie fig. 9), waarbij wanneer het water in de houder CT daalt tot beneden deze hoogte, een electrische 20 keten door de taster TP, het water en een geaarde wand van de houder CT wordt geopend. Deze open keten wordt waargenomen door een peilregelmoduul SLC in vaste toestand. Het moduul SLC wekt dan een signaal op naar de motor en pomp M-P, welk signaal de motor en pomp water uit de voorraadhouder WR doet zuigen door de buizen WI, WO via de terugslagklep 25 WCV en in de houder CT voor het met koolzuur behandelen via een hydraulisch sproeimondstuk HSN; Het water in de houder CT voor het met koolzuur behandelen wordt dus automatisch aangevuld wanneer zijn peil daalt tot beneden de onderkant van de taster TP. Wanneer het water weer de onderkant van de taster TP bereikt, wordt een signaal opgewekt door de 30 moduul SLC voor het uitschakelen van de pomp M-P.

Thans gedetailleerd verwijzende naar de fig. 8, 9 en 10, wordt de werking van het stelsel voor het met koolzuur behandelen kort beschreven. De watervoorraadhouder WR wordt in eerste instantie gevuld door het verwijderen van het deksel RL, waarbij een kan water 35 in de voorraadhouder wordt leeggegoten. De krachtschakelaar PS op de 8006809 20 voorste wand van het huis van het stelsel voor het met koolzuur behandelen wordt dan ingeschakeld, hetgeen het geheel van de electrisch waterpeilregelketen van de inrichting voor het met koolzuur behandelen opent. Wanneer kracht wordt geleverd en een juist waterpeil wordt waar-5 genomen door de taster LLP in de voorraadhouder WR, worden de motor en pomp M-P bekrachtigd voor het uit de voorraadhouder WR zuigen van water via de buis WI door de pomp M-P, de buis WO, de waterterugslagklep WCV en het hydraulische sproeimondstuk HSN voor het vullen van de houder voor het met koolzuur behandelen. Gelijktijdig wordt COj-gas ge-10 voerd door de buis G in het gasdiffusieorgaan CD bij de bodem van de houder CT. Wanneer het hierna te beschrijven klepstelsel wordt bediend, aangevende dat het afgeven van koolzuurhoudend water wordt gewenst, stroomt koolzuurhoudend water naar boven in de dompelbuis DT door de koolzuurhoudende waterbuis WC en naar buiten uit het stelsel voor het 15 met koolzuur behandelen naar het klepstelsel VS, gemonteerd aan de deur van de koelkast.

Koolzuurhoudend water, voldoende voor twee dranken van 3 178 cm wordt opgeslagen in een voorkeursuitvoeringsvorm van het stelsel voor het met koolzuur behandelen, klaar voor het op aanvraag af-20 geven. Vervanging van de koolzuurhoudende watervoorraad begint echter onmiddellijk dankzij de hiervoor beschreven waterpeilregelingen wanneer een drank wordt onttrokken aan de afgeefklep. Derhalve kan 3 533 cm van het produkt onafgebroken worden onttrokken aan een afgeefklep voordat de koolzuurhoudende watervoorraad is uitgeput. Een soort-25 gelijke hoeveelheid koolzuurhoudend water kan na het gedurende 1 minuut wachten worden afgegeven.

Kracht wordt geleverd aan het stelsel voor het met koolzuur behandelen volgens de fig. 8-10 via een gebruikelijk krachtkoord PC met drie draden, bestemd om in de tweevoudige wandcontactdoos te 30 worden gestoken, die gewoonlijk wordt aangetroffen achter een huishoudelijke koelkast. Het krachtkoord PC kan zijn voorzien van een drukgevoelig kleefmiddel op een van zijn platte oppervlakken, zodat het kan worden bevestigd of vastgezet aan de buitenzijde en binnenzijde van de koelkast. Het krachtkoord PC is zeer dun, zodat dus het 35 in de koelkast brengen daarvan tot stand kan worden gebracht via de 8006809 21 pakking van de koelkastdeur, waardoor het naderhand aanbrengen van het stelsel zeer eenvoudig is gemaakt.

Verwijzende naar fig. 11 kan de voorkeursuitvoeringsvorm van het CO^-stelsel bestaan uit een 0,9 kg aluminium cilinder GT, die 5 een vooraf ingestelde drukregelaar bevat. Verbinding met de bovenkant van de cilinder GT en met de gasbuisverbinding G van het stelsel voor het met koolzuur behandelen kan bestaan uit een paar "voetbalnaald"-kleppen FN teneinde een snelle verbinding en loskoppeling mogelijk te maken, indien gewenst. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de cilinder 10 GT gemonteerd in de koelkast, waarbij de cilinder echter, indien gewenst, buiten de koelkast kan worden gemonteerd, en de gasbuis zich uitstrekken door de pakking van de koelkastdeur, zoals in het geval van het electrische krachtkoord. In een voorkeursuitvoeringsvorm is de hoeveelheid in de cilinder GT opgenomen CO^ voldoende voor het met 15 koolzuur behandelen van 75 liter van een produkt.

Gedetailleerd verwijzende naar de fig. 12 en 13 is een van de drie eenheden afgebeeld van het klepstelsel VS, zoals hiervoor beschreven aan de hand van fig. 14. De klepeenheid is voorzien van een cilindrisch opneemdeel SK op de bovenkant daarvan voor het opnemen 20 van het halsgedeelte 20 van de siroopverpakking 10, zoals hiervoor beschreven. Een afsluiting S is aangebracht rond de bovenomtrek van het opneemdeel SK voor het vergemakkelijken van een dichte verbinding met de hals 20 van de siroopverpakking. Een mechanisch doorsteekorgaan MPD is aangebracht in de bodem van het opneemdeel, zodat wanneer een 25 siroopverpakking 20 in het opneemdeel SK wordt gestoken, het doorsteekorgaan MPD het membraan 20B doorsteekt voor het zodoende openen van de siroopverpakking. Het hoofdlichaam van de klepeenheid volgens fig. 12 onder het opneemdeel SK bevat een siroopklep SV en een koolzuurhoudende waterklep CV. Elk dezer kleppen bevat een elastomeer of buigzaam klep-30 deel, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 3.417.962, voorzien van een in het midden gemonteerde plunjer SP en CP. Eén einde van de elastomeerdelen rust gewoonlijk tegen een klepzitting SVS en CVS, waardoor de stroming van siroop of koolzuurhoudend water door de betreffende kleppen wordt uitgesloten. Elk dezer kleppen heeft een 35 hoofdkleplichaam SVB voor de siroop en CVB voor het koolzuurhoudende Ί 8006809 22 water, die door boringen 100 en 102 respectievelijk in verbinding staan met een afgeef- en mengmondstuk, dat hierna wordt beschreven aan de hand van de fig. 13A-C. De mengmondstukken NI, N2, N3 zijn gemonteerd aan de onderkant van de klepeenheid, afgebeeld in fig. 12, 5 en in vloeistofverbinding met de kleplichamen SPB en CV.B via de boringen 100, 102, zoals het duidelijkst afgebeeld in de fig. 13B, 13C.

Een bedieningsmiddel voor de siroopklep SV en de koolzuurhoudende waterklep CV samen of voor de koolzuurhoudende waterklep alleen, is aangebracht. Het bedieningsmiddel bevat een bedieningsstaaf 10 AB, aan één einde scharnierbaar aan een pen HP. Aan het tegenoverliggende einde van de bedieningsstaaf AB is een drukknop verschaft, zoals een van de hiervoor met betrekking tot fig. 14 beschreven drukknoppen Bl, B2, B3. Indien het gewenst is een koolzuurhoudende drank af te geven, is het alleen nodig een van de knoppen Bl, B2, B3 in te drukken, 15 hetgeen de bedieningsstaaf AB doet scharnieren rond de scharnierpen HP en gelijktijdig drukken tegen de klepplunjers SP en CP. Dit veroorzaakt het van de klepzittingen SVS en CVS lichten van de elastomeer-delen, waardoor een gelijktijdige stroming mogelijk is van koolzuurhoudend water en siroop in de mengkop via de hierna te beschrijven 20 boringen 100, 102. Een knop BC voor koolzuurhoudend water is aangebracht en strekt zich uit door een opening in de bedieningsstaaf AB tot in aangrijping met de plunjer CP van de klep voor koolzuurhoudend water. Indien het dus gewenst is alleen koolzuurhoudend water af te geven, kan de knop BC afzonderlijk worden ingedrukt, waardoor alleen 25 koolzuurhoudend water uit het mengmondstuk volgens de fig. 13A, 13B naar buiten stroomt.

Verwijzende naar de fig. 13A-C is het mengmondstuk afgebeeld, dat een hoofdkleplichaamsgedeelte MVB bevat, gemonteerd aan de onderzijde van de klepeenheid volgens fig. 12 in verbinding met de 30 siroopklep SV en de koolzuurhoudende waterklep CV. Een siroopbuis ST is verschaft in het hoofdkleplichaam MVB en staat in verbinding met de siroopklep SV via de boring 100. In de siroopbuis ST is een verwisselbare siroopsmoorknop SRV aangebracht met een boring 104 met een gekozen afmeting. De afmeting van de boring 104 wordt gekozen voor de 35 verschillende Brix-waarden van de siroop, die door de bepaalde afgeef- 8006809 23 eenheidknoppen SRV moet worden afgegeven, zoals afgeheeld in fig. 15, welke knoppen met een perspassing zijn aangebracht in het einde van de buis ST. De boringen 104 van de verwisselbare siroopknoppen SKB verschaffen samen met de stromingsregelbuis 18 en de siroopverpakkingen 5 10 een regelmatige, regelbare stromingssnelheid van siroop uit het af- geefmondstuk. Een diffusieplaat is aangebracht onder het hoofdklep-lichaam in het mondstuk NI, N2, N3 en in zijn algemeenheid aangeduid door DP. De diffusieplaat wordt op een algemeen bekende wijze gebruikt voor het verspreiden van het koolzuurhoudende water, dat door het mond-10 stuk gaat. Een opening in de plaat DP is aangeduid bij DPA, door welke opening de siroopbuis ST zich uitstrekt, zodat de siroop niet naar boven gaat door de diffusieplaat. Onder de diffusieplaat bevindt zich het afgeefmondstuk Nl, N2, N3, waarin de siroop en koolzuurhoudend water in gewenste verhoudingen worden gemengd voor het afgeven daarvan 15 in een beker of houder, die onder het mondstuk wordt gehouden.

Het is duidelijk, dat veranderingen en verbeteringen kunnen worden aangebracht zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.

8006809

Claims

1. Stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde koolzuurhoudende dranken, welk stelsel is aangebracht in een koelkast met een toegangsafsluiting daarin, gekenmerkt door middelen voor het met 5 koolzuur behandelen, verder door een bron met kooldioxidegas, gekoppeld met de middelen voor het met koolzuur behandelen, door althans één siroopverpakking voor het afgeven van siroop met een geregelde stromingssnelheid, welke verpakking een houder bevat, voorzien van een gesloten einde en van een afvoereinde, dat een afvoeropening be-10 paalt door welke opening siroop kan worden afgegeven, verder een stro-mingssnelheidregelbuis, voorzien van een eerste einde en van een tweede einde, welke buis zich in hoofdzaak in lengterichting van de houder uitstrekt, waarbij het eerste einde van de buis zich uitstrekt door het gesloten einde van de houder en het tweede einde in de houder 15 is geplaatst op een voorafbepaalde afstand vanaf de afvoeropening voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop door deze afvoeropening, en eerste klepmiddelen voor het uitsluiten van de stroming van siroop naar boven in en uit de stromingssnelheidregelbuis in aanspreking op een verpakkingstemperatuur boven een voorafbepaalde hoogte, 20 veroorzaakt door het openen van de toegangsafsluiting, welke eerste klepmiddelen worden bediend door een directe aanraking met siroop, die naar boven stroomt in de stromingssnelheidregelbuis, en door tweede klepmiddelen in verbinding met de middelen voor het met koolzuur behandelen en de afvoeropening van de siroopverpakking voor het mengen 25 van het koolzuurhoudende water en de siroop voor het vormen van een naderhand gemengde koolzuurhoudende drank.

2. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerste klepmiddelen een terugslagklep omvatten, aangebracht in de stromingssnelheidregelbuis.

3. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de terugslagklep een beweegbaar klepdeel bevat, verder een kooi voor het dragen van het klepdeel in een eerste stand, overeenkomende met de open stand van de terugslagklep, en een klepzitting, waartegen het klepdeel is geplaatst in de gesloten stand van de terugslagklep in 35 aanspreking op de stroming van vloeistof naar boven in de buis. 8006809

4. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het beweegbaar deel een kogel is.

5 Blz. 3, regels 28 en 29: ", zoals in een huis houdelijk afgeefstelsel" schrappen. Blz. 4,‘ regel 6: ",dat" vervangen door ".Dat". Blz. 4, regel 7: achter "zeggen" invoegen 10 Blz. 4, regel 31: "huishoudelijke" schrappen. Blz. 5, regels 14 en 19: "huishoudelijke" schrappen. Blz. 5, regel 18: "door de gemiddelde huiseigenaar" schrappen.

5. Stelsel volgens conclusie 3, met het kenmerk/ dat de kooi en de klepzitting uit één stuk vervormde golvingen zijn in de 5 wanden van de stromingssnelheidregelbuis.

6. Stelsel volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de terugslagklep is aangebracht nabij het tweede einde van de stromingssnelheidregelbuis.

7. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de 10 afvoeropening van de houder is bedekt door een breekbare afsluiting.

8. Stelsel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de tweede klepmiddelen een opneemdeel bevatten voor het opnemen van de afvoeropening van de houder, en een doorsteekmiddel in het opneemdeel voor het doorsteken van de breekbare afsluiting van de houder.

9. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat althans twee siroopverpakkingen zijn voorzien, waarbij de tweede klepmiddelen, middelen bevatten voor het gekozen mengen van de siroop uit een van de siroopverpakkingen met koolzuurhoudend water, en mid- \ delen voor het af geven van alleen koolzuurhoudend water.

10. Stelsel volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de tweede klepmiddelen een afzonderlijke eenheid bevatten voor elke siroop-verpakking, welke eenheid een mengmondstuk omvat, verder een eerste klep tussen de afvoeropening van de siroophouder en het mengmondstuk, een tweede klep tussen de inrichting voor het met koolzuur behandelen 25 en het mengmondstuk, een bedieningsstaaf voor het gelijktijdig openen van de eerste en tweede kleppen, en een bedieningsmiddel, dat zich uitstrekt door een opening in de bedieningsstaaf voor het gekozen bedienen van alleen de tweede klep voor het afgeven van alleen koolzuurhoudend water.

11. Stelsel volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat verstelbare stromingssnelheidregelmiddelen zijn aangebracht in de tweede klepmiddelen voor het regelen van de stromingssnelheid van siroop in samenhang met de stromingssnelheidsregelbuis van de siroop-verpakking.

12. Stelsel volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 8006809 de verstelbare stromingssnelheidregelmiddelen een buis omvatten met een voorafbepaalde diameter, die zich uitstrekt vanaf de eerste klep t naar het mengmondstuk, en een verwisselbare stromingssmoorknop met een gekozen afmeting in de buis.

13. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen zijn aangebracht in de tweede klepmiddelen voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop in samenhang met de stromingssnelheidsregelbuis van de siroop-verpakking.

14. Stelsel volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen een -buis omvatten met een voorafbepaalde diameter, welke buis zich uitstrekt vanaf de eerste klep naar het mengmondstuk, en een-verwisselbare stromingssmoorknop met een gekozen afmeting in de buis.

15. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het met koolzuur behandelen een navulbare watervoor-raadhouder omvatten, verder een houder voor het met koolzuur behandelen, geplaatst in de voorraadhouder, middelen voor het pompen van water uit de voorraadhouder in de houder voor het met koolzuur behande- 20 len, en middelen voor het naar de houder voor het met koolzuur behandelen brengen van de bron met dioxidegas.

16. Stelsel volgens conclusie 15, gekenmerkt door eerste vloeistofpeilwaarneemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen 25 van het waterpeil, door tweede vloeistofpeiIwaameemmiddelen, aangebracht in de houder voor het met koolzuur behandelen voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, door regelmiddelen, die aanspreken op zowel de eerste als de tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen voor het inschakelen van de 30 middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de houder voor het met koolzuur behandelen daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte, en het uitschakelen van deze middelen voor het ponpen wanneer het waterpeil in de voorraadhouder daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte.

17. Stelsel volgens conclusie 15, gekenmerkt door vloei stofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het 8006809 waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen die aanspreken op de waar-neemmiddelen voor het uitschakelen van de pompmiddelen wanneer het water tot beneden deze minimale hoogte daalt.

18. Stelsel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de middelen voor het met koolzuur behandelen een watervoorraadhouder omvatten, voorzien van een verwijderbaar deksel teneinde het met de hand navullen mogelijk te maken, verder een houder voor het met koolzuur behandelen in vloeistofverbinding met de voorraadhouder, middelen 10 voor het uit de voorraadhouder ponpen van water in de houder voor het met koolzuur behandelen, en middelen voor het in de houder voor het met koolzuur behandelen brengen van kooldioxidegas.

19. Stelsel volgens conclusie 18, gekenmerkt door eerste vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor 15 het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, verder door tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de houder voor het met koolzuur behandelen voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op zowel de 20 eerste als de tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen voor het inschakelen van de middelen voor het ponpen wanneer het waterpeil in de houder voor het met koolzuur behandelen daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte, en het uitschakelen van de middelen voor het ponpen wanneer het waterpeil in de voorraadhouder daalt tot beneden de voorafbepaalde 25 hoogte. 20.Stelsel volgens conclusie 18, gekenmerkt door vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaaide minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op de waameemmidde-30 len voor het uitschakelen van de pompmiddelen wanneer het water tot beneden de minimale hoogte daalt.

21. Stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde koolzuurhoudende dranken, welk stelsel is opgenomen in een koelkast, gekenmerkt door middelen voor het maken van koolzuurhoudend water, verder door een bron met kooldioxidegas, gekoppeld met de middelen 35 8006809 voor het maken met koolzuurhoudend water, door althans één siroopver-pakking voor het afgeven van siroop met een geregelde stromingssnelheid, welke verpakking een houder bevat, voorzien van een gesloten einde en van een afvoereinde, dat een afvoeropening bepaalt, waardoor 5 siroop kan worden afgegeven, en een eerste stromingssnelheidsregel-middel, dat een buis bevat, voorzien van een eerste einde en van een tweede einde, welke buis zich in hoofdzaak in lengterichting van de houder uitstrekt, waarbij het eerste einde van de buis zich uitstrekt door het gesloten einde van de houder en het tweede einde in de houder 10 is geplaatst op een voorafbepaalde afstand vanaf de afvoeropening voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop door deze afvoeropening, en door klepmiddelen in verbinding met de middelen voor het maken van koolzuurhoudend water en de afvoeropening van de siroopverpakking voor het mengen van het koolzuurhoudende water en siroop voor 15 het vormen van een naderhand gemengde koolzuurhoudende drank, welke klepmiddelen een tweede stromingssnelheidsregelmlddel bevatten voor het gekozen aanpassen van de stromingssnelheid van de siroop.

22. Stelsel volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de tweede stromingssnelheidsregelmiddelen voor het gekozen aanpassen, 20 een tweede buis omvatten, voorzien van verwisselbare stromingssmoor-knoppen met verschillend bemeten boringen in de tweede buis.

23. Stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde dranken, welk stelsel is opgenomen in een koelkast, gekenmerkt door een waterbron, verder door althans één siroopverpakking voor het met een gere- 25 gelde stromingssnelheid afgeven van siroop, welke verpakking een houder bevat, voorzien van een gesloten einde en van een afvoereinde, dat een afvoeropening bepaalt, waardoor siroop kan worden afgegeven, en een eerste stromingssnelheidregelmiddel, dat een buis bevat, voorzien van een eerste einde en van een tweede einde, welke buis zich in hoofdzaak 30 in lengterichting van de houder uitstrekt, waarbij het eerste einde van de buis zich uitstrekt door het gesloten einde van de houder en het tweede einde in de houder is geplaatst op een voorafbepaalde afstand vanaf de afvoeropening voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop door deze afvoeropening, en door klepmiddelen in verbin-35 ding met de waterbron en de afvoeropening van de siroopverpakking voor 8006809 het mengen van het water en de siroop voor het vormen van de naderhand gemengde drank, welke klepmiddelen tweede stromingssnelheidregelmidde-len bevatten voor het naar keuze verstellen van de stromingssnelheid van de siroop.

24. Stelsel volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat de tweede stromingssnelheidregelmiddelen voor het naar keuze verstellen, een tweede buis omvatten, voorzien van verwisselbare stromingssmoor-knoppen met verschillend bemeten boringen in de tweede buis.

25. Stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde kool- 10 zuur houdende dranken, gekenmerkt door middelen voor het met koolzuur behandelen, verder door een bron met kooldioxidegas, gekoppeld met de middelen voor het met koolzuur behandelen, door althans êën siroop-verpakking, voorzien van een afvoeropening, en door klepmiddelen in verbinding met de middelen voor het met koolzuur behandelen en de 15 afvoeropening van de siroop verpakking, welke klepmiddelen een meng-mondstuk bevatten, verder een eerste klep tussen de afvoeropening van de siroopverpakking en het mengmondstuk, een tweede klep tussen de middelen voor het met koolzuur behandelen en het mengmondstuk, een bedieningsstaaf voor het gelijktijdig openen van de eerste en tweede 20 kleppen, en een bedieningsmiddel, dat zich uitstrekt door een opening in de bedieningsstaaf voor het naar keuze bedienen van alleen de tweede klep voor het afgeven van alleen koolzuurhoudend water.

26. Stelsel volgens conclusie 25, gekenmerkt door verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen in de klepmiddelen voor het rege- 25 len van de stromingssnelheid van de siroop.

27. Stelsel volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen een buis omvatten met een voorafbepaalde diameter, die zich uitstrekt vanaf de eerste klep naar het mengmondstuk, en verwisselbare stromingssmoorkoppen met 30 verschillend bemeten boringen, aangebracht in de buis.

28. Stelsel voor het afgeven van naderhand gemengde dranken, opgenomen in een koelkast met een toegangsafsluiting daarin, gekenmerkt door een watervoorraad, verder door althans één siroopverpakking voor het met een geregelde stromingssnelheid afgeven van 35 siroop, welke verpakking een houder bevat, voorzien van een gesloten 8006809 einde en van een afvoereinde, dat een afvoeropening bepaalt, waardoor de siroop kan worden afgegeven, verder een stromingssnelheidregelbuis, voorzien van een eerste einde en van een tweede einde, welke buis zich in hoofdzaak in lengterichting van de houder uitstrekt, waarbij het 5 eerste einde van de buis zich uitstrekt door het gesloten einde van de houder en het tweede einde in de houder is geplaatst op een voorafbepaalde afstand vanaf de afvoeropening voor het regelen van de stromingssnelheid van de siroop door deze afvoeropening, en eerste klepmiddelen voor het uitsluiten van het naar boven stromen van siroop in en uit de 10 stromingssnelheidsregelbuis in aanspreking op een verpakkingstemperatuur boven een voorafbepaalde hoogte, veroorzaakt door het openen van de toegangsafsluiting, welke eerste klepmiddelen worden bediend door een directe aanraking met de siroop, die naar boven stroomt in de stromingssnelheidregelbuis, en door tweede klepmiddelen in verbinding 15 met de watervoorraad en de afvoeropening van de siroopverpakking voor het mengen van water en siroop voor het vormen van een naderhand gemengde drank.

29. Stelsel volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat de eerste klepmiddelen een terugslagklep omvatten, aangebracht in de 20 stromingssnelheidsregelbuis.

30. Stelsel volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de terugslagklep een beweegbaar klepdeel bevat, verder een kooi voor het dragen van het klepdeel in een eerste stand, overeenkomende met de open stand van de terugslagklep, en een klepzitting, waartegen het 25 klepdeel is geplaatst in de gesloten stand van de terugslagklep in aanspreking op de stroming van vloeistof naar boven in de buis.

31. Stelsel volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat het beweegbare deel een kogel is.

32. Stelsel volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat 30 de kooi en de klepzitting uit één stuk gevormde golvingen zijn in de wanden van de stromingssnelheidsregelbuis.

33. Stelsel volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat de terugslagklep is aangebracht nabij het tweede einde van de stromingssnelheidsregelbuis .

34. Stelsel volgens conclusie 28, met het kenmerk, dat 8006809 de afvoeropening van de houder is bedekt door een breekbare afsluiting.

35. Stelsel volgens conclusie 34, met het kenmerk, dat de tweede klepmiddelen een opneemdeel bevatten voor het opnemen van de afvoeropening van de houder, en een doorsteekmiddel in het opneemdeel 5 voor het doorsteken van de breekbare afsluiting van de houder.

36. Stelsel volgens conclusie 28, gekenmerkt door althans twee siroopverpakkingen, waarbij de tweede klepmiddelen, middelen bevatten voor het naar keuze mengen van de siroop uit een van de siroopverpakkingen met het koolzuurhoudende water, en middelen voor het af- 10 geven van alleen koolzuurhoudend water.

37. Stelsel volgens conclusie 36, met het kenmerk, dat de tweede klepmiddelen een afzonderlijk eenheid bevatten voor elke siroopverpakking, welke eenheid een mengmondstuk omvat, verder een eerste klep tussen de afvoeropening van de siroophouder en het meng- 15 mondstuk, een tweede klep tussen de middelen voor het met koolzuur behandelen en het mengmondstuk, een bedieningsstaaf voor het gelijktijdig openen van de eerste en tweede kleppen, en een bedieningsmid-del, dat zich uitstrekt door een opening in de bedieningsstaaf voor het naar keuze bedienen van alleen de tweede klep voor het afgeven 20 van alleen koolzuurhoudend water.

38. Stelsel volgens conclusie 37, gekenmerkt door verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen in de tweede klepmiddelen voor het regelen van de stromingssnelheid van siroop in samenhang met de stromingssnelheidsregelbuis van de siroopverpakking.

39. Stelsel volgens conclusie 38, met het kenmerk, dat de verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen een buis omvatten met een voorafbepaalde diameter, die zich uitstrekt vanaf de eerste klep naar het mengmondstuk, en een verwisselbare stromingssrnoorknop met een gekozen afmeting in de buis.

40. Stelsel volgens conclusie 28, gekenmerkt door ver stelbare stromingssnelheidsregelmiddelen in de tweede klepmiddelen voor het regelen van de stromingssnelheid van siroop in samenhang met de stromingssnelheidsregelbuis van de siroopverpakking.

41. Stelsel volgens conclusie 40, met het kenmerk, dat 35 de verstelbare stromingssnelheidsregelmiddelen een buis omvatten met 8006809 een voorafbepaaide diameter, die zich uitstrekt vanaf de eerste klep naar het mengmondstuk, en een verwisselbare strainingssmoorknop met een gekozen afmeting in de buis.

42. Stelsel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat de 5 middelen voor het met koolzuur behandelen een navulbare watervoorraad- houder omvatten, verder een houder voor het met koolzuur behandelen, geplaatst in de voorraadhouder, middelen voor het uit de voorraadhouder in de houder voor het met koolzuur behandelen pompen van water, en middelen voor het in de houder voor het met koolzuur brengen van de 10 bron met kooldioxidegas.

43. Stelsel volgens conclusie 42, gekenmerkt door eerste vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, verder door tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen, 15 aangebracht in de houder voor het met koolzuur behandelen voor het waarnemen van een beneden voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op zowel de eerste als tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen voor het inschakelen van de middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de houder voor het 20 met koolzuur behandelen daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte, en het uitschakelen van de middelen voor het ponpen wanneer het waterpeil in de voorraadhouder daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte.

44. Stelsel volgens conclusie 42, gekenmerkt door vloei-stofpeilwaarneemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het 25 waarnemen van een beneden het voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op de waar-neemmiddelen voor het Uitschakelen van de pompmiddelen wanneer het water tot beneden deze minimale hoogte daalt.

45. Stelsel volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat 30 de middelen voor het met koolzuur behandelen een watervoorraadhouder omvatten, die is voorzien van een verwijderbaar deksel teneinde het met de hand navullen daarvan mogelijk te maken, verder een houder voor het met koolzuur behandelen in fluïdumverbinding met de voorraadhouder, middelen voor het uit de voorraadhouder pompen van water 35 in de houder voor het met koolzuur behandelen, en middelen voor het 8006809 in de houder voor het met koolzuur behandelen brengen van kooldioxide-gas.

46. Stelsel volgens conclusie 45, gekenmerkt door eerste vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor 5 het waarnemen van een beneden voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, verder door tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen, o aangebracht in de houder voor het met koolzuur behandelen voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen,die aanspreken op zowel de 10 eerste als de tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen voor het inschakelen van de middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de houder voor het met koolzuur behandelen daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte, en het uitschakelen van de middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de voorraadhouder daalt tot beneden de voor- 15 afbepaalde hoogte.

47. Stelsel volgens conclusie 45, gekenmerkt door vloei-stofpeilwaarneemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op de waar- 20 neemmiddelen voor het uitschakelen van de pompmiddelen wanneer het water daalt tot beneden de minimale hoogte.

48. Inrichting voor het met koolzuur behandelen, gekenmerkt door een navulbare watervoorraadhouder, verder door een houder voor het met koolzuur behandelen, aangebracht in de voorraadhouder, door 25 middelen voor het uit de voorraadhouder pompen van water in de houder voor het met koolzuur behandelen, en middelen voor het in de houder voor het met koolzuur behandelen brengen van kooldioxidegas.

49. Inrichting volgens conclusie 48, gekenmerkt door eerste vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder 30 voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, verder door tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen, aangebracht in de houder voor het met koolzuur behandelen voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op 35 zowel de eerste als de tweede vloeistofpeilwaameemmiddelen voor het 8006809 inschakelen van de middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de houder voor het met koolzuur behandelen daalt tot beneden de voorafbepaalde hoogte, en het uitschakelen van de middelen voor het pompen wanneer het waterpeil in de voorraadhouder daalt tot beneden de 5 voorafbepaalde hoogte.

50. Inrichting volgens conclusie 49, gekenmerkt door vloei-stofpeilwaarneemmiddelen, aangebracht in de voorraadhouder voor het waarnemen van het beneden een voorafbepaalde minimale hoogte dalen van het waterpeil, en door regelmiddelen, die aanspreken op de waameem- 10 middelen voor het uitschakelen van de pompmiddelen wanneer het water daalt tot beneden de minimale hoogte.

51. Inrichting volgens conclusie 48, met het kenmerk, dat de voorraadhouder een verwijderbaar deksel heeft teneinde het met de hand vullen daarvan mogelijk te maken.

52. Stelsel in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven.

53. Inrichting in hoofdzaak zoals in de beschrijving beschreven en in de tekening weergegeven. 8006809 F t 3£ 12ME11981 1 Verbetering van errata in de beschrijving behorende bij de octrooiaanvrage no. 80-06809 Ned. voorgesteld door aanvrager dd. 12 mei 1981.__________________________________________________ Blz. 1, regels 3, 5 en 15: "huishoudelijke" schrappen. Blz. 2, regels 20 en 21: "huishoudelijke" schrappen.

15 Blz. 6, regel 24: "gebruikelijke huishoudelijke" schrappen. Blz. 7, regel 28: "de keukenkraan" vervangen door "een taptraan". Blz. 10, regel 35: achter "koelkast" inlassen 20 "zoals in vele landen algemeen in voedsel verstrekkende bedrijven". Blz. 11, regels 4 en 5: "gebruikelijke huishoudelijke koelkast" vervangen door "bedrijfskoelkast". Blz. 20, regel 29: "de" vervangen door "een". Blz. 20, regel 30 en 31: ", die gewoonlijk wordt 30 aangetroffen achter een huishoudelijke koelkast" schrappen. vD/PN. 8006809